1. Studenttevredenheid TOELICHTING



Vergelijkbare documenten
TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS HBO d.d. mei 2017

EVALUATIE STUDIE IN CIJFERS. Studiekeuze123

Basisgegevens opleidingsbeoordelingen Indicatoren en definities. 19 februari 2015

TOELICHTING INDICATOREN OP STUDIEKEUZE123.NL I.V.M. DATA-AANPASSING SEPTEMBER 2017 d.d. september 2017

Beslisregels Studiekeuzedatabase

Uitgebreide technische verantwoording SIC 2018

Kerncijfers. Onderwijs. Onderzoek [ 6 ]

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HOGER ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2014/2015. April 2016

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

Prestatie-indicatoren uit 1 cijfer ho en het algemeen studentenoordeel over de opleiding (nse).

TUSSENBERICHT SELECTIE VAN VOLTIJD MASTEROPLEIDINGEN IN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS EN STUDENTENSTROMEN

TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HO. Onderwijsverslag 2013/2014

Alle analyses die op basis van het 1 Cijfer hoger onderwijs zijn verricht zijn gebaseerd op de voltijd studenten.

Sectoren ho vergeleken profiel Dit overzicht bevat de volgende grafieken:

Subsector overig. Subsector overig

Monitor beleidsmaatregelen Anja van den Broek

Onderwijs; verplichte indicatoren

Bijlage A1. Definities en bronnen bij indicatoren prestatieafspraken

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Factsheet. Samenvatting

Databronnen en definities. Databestanden... 2 Nadere inkadering opleidings- en studentkenmerken... 5 Kengetallen... 6

Resultaten NSE Resultaten Domein Gezondheid, Sport en Welzijn. Mei Institutional Research Afdeling Informatievoorziening en Technologie

Subsector politicologie en bestuurskundige opleidingen

Bron en definities studentenaantallen Vereniging Hogescholen

Bron en definities studentenaantallen Vereniging Hogescholen

Studie in Cijfers: studiebijsluiter voor het mbo Advies SBB maart 2014

TECHNISCH RAPPORT HOGER ONDERWIJS. Staat van het Onderwijs 2016/2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verslag contactpersonen bijeenkomst technische evaluatie Studie in Cijfers

Subsector sociale wetenschappen

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

ONDERWIJSTIJD IN HET HOGER ONDERWIJS METING KWANTITATIEVE GEGEVENS

Subsector pedagogische opleidingen

Factsheet. Samenvatting

Jaarlijkse Studenten Enquete (JSE) Behaalde resultaten en samenvatting. Studiejaar

Nominaal is Normaal bij FSW

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Resultaten WO-monitor 2013

Investeren in kwaliteit Kansrijk op arbeidsmarkt. Onderzoek met impact. Hbo als emancipatiemotor. Hbo in vogelvlucht. #hbocijfers

Overzicht van indicatoren (verplicht en facultatief)

TECHNISCH RAPPORT SECTORHOOFDSTUK HOGER ONDERWIJS. De Staat van het Onderwijs 2015/2016. April 2017

Biologie, scheikunde en medische opleidingen

DEFINITIES EN VERANTWOORDING BESTE STUDIES 2014

De hbo er aan het werk

Studiesucces en onderwijskwaliteit: een overzicht van de stand van zaken in 2015 bij de verplichte indicatoren

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Noordoost-Brabant

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Bestandsbeschrijving. bestand Verwerkingsverslag

Beschrijving MISUT rapporten en definities Onderwijs

Subsector maatschappelijke hulp en dienstverlening

Resultaten WO-monitor 2011

Revisie Keuzegids Universiteiten 2015

Instroom en Inschrijvingen

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Gebruik en invloed Studie in Cijfers Eindrapportage op basis van Startmonitor t/m

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

DEFINITIES EN VERANTWOORDING BESTE STUDIES 2015

Onderzoek studie uitval HBO studenten Het belang van een goede studiekeuze. oktober 2011

NATIONALE STUDENTEN ENQUÊTE 2017

Studenten aan lerarenopleidingen

Instroom en inschrijvingen

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

Van de 293 Wageningse respondenten zijn er 109 man (37%) en 184 vrouw (63%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 28 jaar.

Begroting 2014 Meta-data Monitor streefdoelen onderwijs

Eerstegraadslerarenopleidingen hbo-master

Advies over Studie in Cijfers Van: Bestuur SBB Aan: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

NOTITIE. De onderstaande figuren geven informatie weer over: Uitval in jaar 1; Het behalen van de propedeuse, in jaar 1 en 2; Het bachelorrendement.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

TECHNISCH RAPPORT HOGER ONDERWIJS. Staat van het Onderwijs 2019

STUDIE IN WELKE CIJFERS?

De totale bruikbare landelijke respons onder de master- en doctoraalalumni was 18%. WUR is goed vertegenwoordigd met een respons van 23%.

Toelichting op de Vragenlijst NSE 2018

Documentatierapport Deelnemers in het voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs (ONDERWIJSDEELNEMERSTAB)

Aanbod van opleidingen

Technisch rapport Kwalitatieve eisen en Mobiliteit

Achtergrondinformatie

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs West-Brabant

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Zuidoost-Brabant

Bestandsbeschrijving en veelgestelde vragen. Bestand Deelnames en resultaten HO Niet bekostigd onderwijs

NIVEAU De opleidingen zijn ingedeeld in vier niveaus: hbo-bachelor, wo-bachelor, wo-master en woresearchmaster.

De hbo er aan het werk

Monitor beleidsmaatregelen Anja van den Broek Jessica Nooij

Q&A Onderzoek prestatie-indicatoren. 1. Algemeen. 1-1 In het protocol staat dat onjuistheden groter dan 2% (per indicator) worden vastgesteld?

Veranderen van opleiding

Kwaliteit betekent nog geen kwantiteit

Documentatierapport Jaarcohort geslaagden uit het Hoger Onderwijs (AFSTUHOTAB)

Studeren met een functiebeperking

Microdata Services. Documentatie Kenmerken van deelnemers in het onderwijs (ONDERWIJSDEELNEMERSAB)

Subsector psychologie

Rapportnaam: Accreditatie bachelor

Eerstegraads lerarenopleidingen kunst/lichamelijke opvoeding

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Arbeidsmarkt in Beeld: Onderwijs Midden-Brabant

De Studiekeuzecheck: voor wie werkt het?

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

REGELS STATUSTOEKENNING SUBSIDIE VRAAGFINANCIERING 2018

Transcriptie:

1. Studenttevredenheid TOELICHTING Dit criteria geeft een beeld van het oordeel dat studenten over hun studie geven. Het is een eenvoudige maar robuuste indicatie van hoe de studenten de kwaliteit van deze opleiding ervaren in vergelijking met de landelijke tevredenheidscore voor deze opleiding. Het wordt weergegeven in een 5- puntsschaal. Ter verduidelijking wordt dit grafisch ondersteund door vijf sterren. De sterretjes worden helmaal of voor de helft ingekleurd, hiermee volgen we de manier van weergave op de website www.studiekeuze123.nl. Nauwkeuriger invullen is vanwege het formaat niet zinvol, bovendien staat het cijfer erbij. Wanneer een universiteit deze opleiding op meerdere locaties aanbiedt, wordt de tevredenheid op locatie-niveau weergegeven. Dit cijfer is gelijk aan de bron en aan wat getoond wordt op de website Studiekeuze123.nl. Alleen in de pilotversie bij de Technische Universiteit Delft was dit cijfer omgerekend naar een rapportcijfer. BRON + JAAR: NSE 2015 Het oordeel is gebaseerd op het eerste item in de Nationale Studenten Enquête (Hoe tevreden ben je over je studie in het algemeen?). De bron is het NSE benchmarkbestand 2015 zoals gepubliceerd door Studiekeuze123. Het betreft een gewogen gemiddelde conform de weegfactor die is opgenomen in het benchmarkbestand. Uit de resultaten van de NSE 2015 worden de gegevens van voltijd bachelorstudenten geselecteerd. Op basis van de scores variërend van zeer ontevreden tot zeer tevreden (1 t/m 5) wordt per opleidingslocatie (brin x croho x locatie) en per opleiding landelijk (croho) het gewogen gemiddelde berekend op de vraag We willen je graag vragen hoe jij je studie in het algemeen beoordeelt. Geef alsjeblieft hieronder aan hoe tevreden je bent over: Je studie in het algemeen. Voor de NSE geldt dat dit in 2015 voor het eerst gebruik is gemaakt van een uitgebreidere betrouwbaarheidsmaat. Deze is hier te vinden en is ook toegepast op de het cijfer bij Studenttevredenheid in Studie in Cijfers. 2. aantal eerstejaars TOELICHTING: Dit cijfer geeft een goed beeld van de omvang van de groep studenten die jaarlijks start met deze opleiding. Het doel van dit cijfer is iets te zeggen over de kleinschaligheid/massaliteit van de opleiding. Terecht opgemerkt is dat dit niet automatisch iets zegt over groepsgrootte. Dit is echter het enige landelijke cijfer dat beschikbaar is. Hoe opleidingen hun onderwijs precies organiseren kunnen zij buiten Studie in Cijfers of in de toelichting aangeven. Wanneer een universiteit deze opleiding op meerdere locaties aanbiedt, wordt het aantal eerstejaars op locatie-niveau weergegeven. Gezocht is naar de definitie die het werkelijke aantal eerstejaars in de collegebanken het beste benaderd. Om die reden is bij Studie in Cijfers gekozen om ook de studenten als eerstejaars bij een opleiding mee te tellen die al eerder een opleiding hebben gedaan in het HO en die bijvoorbeeld geswitched zijn of een tweede studie doen.

Daardoor is er een afwijking t.o.v. van de cijfers die door de VSNU worden gehanteerd, omdat daar alleen de studenten worden meegenomen die voor de eerste keer instromen in het hoger onderwijs BRON + JAAR: 1 cho 2014 Bij dit criterium zijn we gebonden aan de beperkingen van het de administratieve werkelijkheid van het 1cijferHO, zoals het ontbreken van het kenmerk studiefase. Daardoor weten we nooit zeker of een student die zich voor het eerst inschrijft voor een studie ook als eerstejaars begint. Dit kan er voor zorgen dat de huidige cijfers niet altijd direct herkenbaar voor instellingen (en studiekiezers) zijn, omdat de zij-instromers (stroomt in in tweede jaar) en schakelstudenten (voor-instroom in de master) volgens gebruikte definitie meetellen als eerstejaars bachelor. Als instellingen een vermoeden hebben dat hun cijfer vertekend wordt weergegeven bijvoorbeeld om een van de genoemde redenen, dan kunnen ze hierover een toelichting geven in het toelichtingsvak van Studie in Cijfers. Het betreft hier studenten die in studiejaar 2014-2015 voor de eerste keer staan ingeschreven aan deze opleiding aan deze instelling. Indien een opleiding aan meerdere locaties binnen een instelling wordt aangeboden, is de instroom verdeeld over de locaties op basis van de verdeling in de populatiebestanden van de NSE zoals die door de instellingen zijn aangeleverd aan Studiekeuze123. Het landelijk gemiddelde per locatie is berekend door het landelijke aantal eerstejaars aan een opleiding te delen door het aantal locaties waaraan deze opleiding wordt aangeboden. De volgende selectie uit 1CijferHO wordt gehanteerd: Inschrijvingsjaar=2014 Inschrijvingsvorm='S' (ingeschreven als student, niet als extraneus) opleidingsvorm=1 (voltijd). Soort inschrijving actuele opleiding-instelling='1'. (hoofdinschrijving binnen het domein actuele opleiding-instelling) Indicatie eerstejaars actuele opleiding-instelling=1 (ingeschrevene is eerstejaars actuele opleiding-instelling voor de betreffende hoofdinschrijving) Per opleiding worden binnen instellingen (brin x croho) en op landelijk niveau (croho) de aantallen inschrijvingen berekend. Wanneer bij een joint degree de studenten aan meerdere instellingen zijn ingeschreven, worden de aantallen studenten ontdubbeld Niet van toepassing 3. Contacttijd Eerstejaars TOELICHTING: Het aantal klokuren per week dat deze opleiding in het eerste studiejaar aanbiedt. Het gaat om het aantal uren per week waarin de student geprogrammeerd contact heeft met een onderwijsgevende (docent, tutor of studentassistent). Het Algemeen Bestuur van de VSNU heeft besloten dat de contacttijd aangeleverd wordt door de universiteiten. Universiteiten leveren aan zoals in

de Studiegids vermeld staat. Wanneer deze informatie niet in de Studiegids vermeld staat, kan men de gegevens gebruiken die voor de prestatieafspraken zijn verzameld. Dit cijfer wijkt dus af van de bron die is gebruikt in het hbo; daar zijn de gegevens uit de NSE gehanteerd, en geeft het cijfer dus de perceptie van de studenten weer. De instellingsuitkomsten worden omgezet naar ranges we vermijden daarmee de schijnzekerheid die altijd aan exacte aantallen kleeft. Ook wordt zo aangesloten bij de hbo-weergave. BRON + JAAR: Universiteit levert aan o.b.v. informatie uit Studiegids. Uitgegaan wordt van het huidige studiejaar 2014-2015, waar dit problemen oplevert of waar komend studiejaar bij aanleverdeadline beschikbaar is kan hiervan worden afgeweken. Studiekeuze123 werkt met VSNU aan richtlijnen. Wanneer instellingen contacttijd niet uit de Studiegids halen hanteren zij de definitie die is gebruikt voor het opstellen van de prestatieafspraken: Definitie (gebaseerd op prestatieafspraken, VSNU, 2012): - Een contactuur is een onderwijsuur waarbij een docent fysiek aanwezig is. - Een docent is een persoon die onderwijs verzorgt in dienst van de onderwijsinstelling (inclusief studentassistenten en tutoren). - Onder contacttijd vallen onder meer hoor en werkcolleges, studiebegeleiding, stagebegeleiding, tentamens en examens en ook studieloopbaanbegeleiding voor zover de instelling die voor alle studenten heeft geprogrammeerd. - Bij de berekening van klokuren per week wordt het totaal aantal contacturen dat per jaar wordt geprogrammeerd door een opleiding gebruikt als grondslag, uitgaande van het aantal weken dat de opleiding besteedt aan onderwijsactiviteiten. - Tijd voor zelfstudie, stages/werkplekleren en (onbegeleide) tijd voor afstudeeronderzoek en scriptie behoort niet tot de contacttijd, ook al is dit wel tijd die de student aan zijn opleiding besteedt. Omdat universiteiten niet altijd exact dezelfde definitie hanteren en contacttijd niet uit een landelijke bron komt, maar door de universiteiten wordt aangeleverd, kan het voorkomen dat deze indicator minder vergelijkbaar is dan de andere indicatoren. De instelling levert de geprogrammeerde contacttijd voor eerstejaars afgerond op hele uren per week. Voor Studie in Cijfers wordt dit voor de vergelijkbaarheid en aansluiting bij hbo Studie in Cijfers omgezet naar een range die gelijk is aan de gehanteerde ranges bij het hbo. Ook het landelijk gemiddelde zal hier ter vergelijking naast worden getoond. Niet van toepassing

4. Doorstroom naar het tweede jaar TOELICHTING: Het percentage studenten dat na het eerste studiejaar direct doorstroomt naar het tweede studiejaar van dezelfde opleiding. Daarmee is het een indicatie van studiesucces aan het begin van de opleiding. Er is voor gekozen om aan te sluiten bij het hbo (waar analyse naar relevantie gedaan is) en gebruik te maken van het meest actuele cijfer. Om de betrouwbaarheid te vergroten wordt een ondergrens van 15 (n is minimaal 15) in plaats van 10 gehanteerd. Daarnaast is dit cijfer gebaseerd op de directe doorstroom vanuit het vwo naar het wo. Dit vergroot de vergelijkbaarheid van de gegevens tussen opleidingen aanzienlijk. Er is bij de keuze voor dit cijfer en de bron gedacht aan het probleem dat bij sommige opleidingen de doorstroom laag is doordat het de bedoeling is dat studenten doorstromen naar een aanverwante opleiding, bijvoorbeeld omdat zij zijn gestart in een brede bachelor. De opleiding kan hier iets over opnemen in de toelichting. BRON + JAAR: Voor de VSNU door het CBS gemaakte 1CijferHO cohortbestanden 2013-2014. Het betreft hier studenten die voor de eerste keer deze opleiding bij deze instelling zijn gestart en na één jaar opnieuw staan ingeschreven bij de dezelfde opleiding aan dezelfde instelling. Cohort eerstejaars HO met een hoofdinschrijving WO=hoofdinschrijving; Studenten die voor de eerste keer een opleiding starten in het hoger onderwijs en na 1 jaar opnieuw staan ingeschreven bij dezelfde opleiding aan dezelfde instelling; Student komt maar met één inschrijving voor in het bestand (aantal opleidingen in het HO (voorkomens) = Een; Voltijd hoofdinschrijvingen (soort inschrijving type ho (WO)=hoofd en opleidingsvorm=voltijd; Directe instroom (maximaal 1 jaar tussen behalen vwo diploma en instroom) (diplomajaar van de hoogste voorop. vóór het HO ligt tussen inschrijvingsjaar en inschrijvingsjaar -2) Vooropleiding VWO met een rechtstreekse instroom in het WO (hoogste vooropleiding = VWO) Voor de weergave van dit cijfer geldt dat deze alleen wordt getoond wanneer de n (oftewel het aantal respondenten) groter of gelijk is aan 10.

5. Bachelor binnen 4 jaar TOELICHTING: Dit cijfer geeft een beeld van het percentage studenten dat start aan deze opleiding en binnen vier jaar (nominaal + 1 jaar) een diploma haalt. Er is voor gekozen om aan te sluiten bij het hbo (waar analyse met betrekking tot relevantie gedaan is) en gebruik te maken van het actuele cijfer. Om de betrouwbaarheid te vergroten wordt een ondergrens van 15 (n is minimaal 15) in plaats van 10, zoals bij het hbo gebruikelijk, gehanteerd. De bronnen en berekening sluiten aan op de die van de indicator doorstroom naar het tweede jaar. BRON + JAAR: Voor de VSNU door het CBS gemaakte 1CijferHO cohortbestanden 2010-2014. Het betreft hier het percentage van de studenten, die direct doorstromen naar het 2e bachelorjaar en die binnen vier jaar een WO-bachelordiploma hebben behaald (niet noodzakelijk binnen dezelfde opleiding of instelling). Technische definitie: Cohort eerstejaars HO met een hoofdinschrijvingwo=hoofdinschrijving; Student komt maar met één inschrijving voor in het bestand (aantal opleidingen in het HO (voorkomens) = Een; Voltijd hoofdinschrijvingen (soort inschrijving type ho (WO)=hoofd en opleidingsvorm=voltijd; Directe instroom (maximaal 1 jaar tussen behalen vwo diploma en instroom) (diplomajaar van de hoogste vooropl. vóór het HO ligt tussen Inschrijvingsjaar en Inschrijvingsjaar -2); Directe doorstroom naar het 2e bachelorjaar en binnen vier jaar een WO-bachelordiploma behaald (niet noodzakelijk binnen dezelfde opleiding of instelling); Vooropleiding VWO met een rechtstreekse instroom in het WO (hoogste Vooropleiding = VWO); Voor de weergave van dit cijfer geldt dat deze alleen wordt getoond waneer de n (oftewel het aantal respondenten) groter of gelijk is aan 15.

6. Arbeidsmarkt TOELICHTING: Het percentage studenten dat na het behalen van een masterdiploma binnen 1,5 jaar een baan heeft. Doordat arbeidsmarktgegevens na een bacheloropleiding niet heel relevant zijn (en ook niet in bestaande bronnen voorkomt) is geconstateerd dat er een verbinding naar de master moest worden gemaakt, zodat het arbeidsmarktcijfer betrekking heeft op de aansluitende master(s) van de betreffende bachelor. Hier is pragmatisch mee omgegaan. De ontwikkeling van arbeidsmarktcijfers gebaseerd op bronnen van DUO en CBS is, los van Studie in Cijfers, in gang gezet. Verwachting is dat dit over 1 à 2 jaar aanwezig is. Tot die tijd wordt gebruik gemaakt van de WO Monitor in combinatie met doorstroomgegevens uit 1cHO. BRON + JAAR: 1cHO (2013) + WO Monitor (2013) Het percentage studenten dat 1,5 jaar nadat hij/zij een masterdiploma - aansluitend op bachelor - heeft behaald, aangeeft een baan te hebben. Deze cijfers worden alleen getoond als landelijk gemiddelde voor deze studie. De reden hiervoor is dat het aantal afgestudeerden dat meedoet aan dit onderzoek veelal te laag is om betrouwbare uitspraken over een specifieke opleiding aan een specifieke instelling te doen. Voor dit cijfer geldt dus dat: De arbeidsmarktgegevens aan de masters worden gekoppeld om iets te zeggen over arbeidsmarkt van de bachelor; Middeling plaatsvindt op basis van percentage dat naar betreffende master doorstroomt. De WO Monitor wordt gekoppeld aan bachelors via een combinatie met doorstroomgegevens uit 1CijferHO: Aggregatieniveau is de opleidingscode croho (en niet croho x brin); De meest recente cijfers over welke afgestudeerde (voltijd) bachelor studenten doorstromen naar welke master (1CijferHO 2012-2013); Alle masters (jaar=2012 en soortinschrijvingho=hoofd) waarnaar 10 of meer studenten uit deze bachelor doorstromen worden meegenomen in het arbeidsmarktcijfer van deze bachelor; De arbeidsmarktgegevens worden aan de masters gekoppeld om iets te zeggen over arbeidsmarkt van de bachelor; De selectie van de bachelors:jaar=2012 and opleidingsvorm=voltijd and diplomafase=bachelormiddeling op basis van percentage afgestudeerden dat naar betreffende master doorstroomt. De arbeidsmarktgegevens zijn afkomstig uit de WO Monitor (2012). Het percentage alumni in de werkzame beroepsbevolking (loondienst of bij je ouders in het bedrijf, promotietrajecten, zelfstandigen/freelancers en uitzendkrachten wordt meegenomen, en niet de studenten die studeren, werkeloos zijn of werken en leren tegelijk) Voor de juiste koppelingen tussen de masters en de bijbehorende bachelors zijn de conversies in de bachelors in kaart gebracht. Deze conversies zijn opgenomen in bijlage 3. Voor de weergave van dit cijfer geldt dat deze alleen wordt getoond wanneer de n (oftewel het aantal respondenten groter of gelijk aan 10 is.

Bij het bepalen van wie meetelt bij deze berekening, moeten er tenminste 10 overstekers zijn vanuit een bachelor naar een master om te bepalen of er voldoende basis is voor het cijfer.