FESTINA LENTE HAAST JE LANGZAAM

Vergelijkbare documenten
Kerndocument Uitwerking van de Toekomstvisie Farmaceutische Patiëntenzorg 2020

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

leerwerkplaatsen: leren is werken werken is leren Leerwerkplaatsen in het ZZG Herstelhotel en Thermion

Samen Beter. Op weg naar 2020

NHG-Standpunt. Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg. Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

DE FARMAKUNDIGE HEEFT ÉCHT EEN TOEGEVOEGDE WAARDE

Toekomstvisie farmacie

Zorginnovatie bij CZ

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 december 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Innovatie in de Zorg en in de farmacie

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008

NHG-Standpunt. Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg. Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt

Voorschrijven door internisten en cardiologen

WORKSHOP: DE ROL VAN DE OPENBAAR APOTHEKER IN 2025

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

1 e lijnszorg aan zet. Veronique Esman- Peters Directeur Curatieve Zorg en plv. Directeur-generaal Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Samenvatting 9

Medicatieoverdracht op de polikliniek

Beleidsdocument

Verslag en conclusie conferentie positieve gezondheid 4 april 2016

Jaarplan en jaarverslag Poliklinische Apotheek

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care

Specialistische farmacie vanuit het ziekenhuis; richting Bart Benraad

de eerste van de medische beroepsverenigingen het scheiden der geneeskunst van de artsenijbereidkunst

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen

BIJWERKINGEN NA SUBSTITUTIE ANTICONCEPTIEPIL

De Gespecialiseerde Professional

Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie. Zicht op de toekomst. 22 september 2014

Inkoopbeleid huisartsen en multidisciplinaire zorg

Meerjarenplan KFTU

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Toekomst van de mondzorg Toekomst van de Mondzorgkunde Utrecht

Utrecht: Hart van Gezondheidszorg Kansen voor samenwerking

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Workshop -onderzoek. Zelfmanagementondersteuning vraagt om een recept op maat. Daphne Jansen & Lieke van Houtum NIVEL

de meerwaarde van de leerstoel Sociaal Werk

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

10 jaar CARVASZ: Wat brengt de toekomst? Dr Jita Hoogerduijn Lectoraat Verpleegkundige en Paramedische Zorg voor Mensen met Chronische Aandoeningen

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Voorbeeld adviesrapport MedValue

DE IMPACT VAN SAMENWERKING

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Zorgprojecten 2019 Leefstijl in de MDL-zorg

Intro 1. Waarom is taakherschikking zo belangrijk? Voor VWS en naar mijn mening voor de samenleving.

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Hoe kan Hogeschool Utrecht social media inzetten om een duurzame relatie op te bouwen met haar (oud) studenten?

Alphega apotheek. Voor meer zorg, meer gemak en meer rendement. In partnership with

Kansen en uitdagingen van de verpleegkundig specialist: profilering

Big Data. Gaat het iets voor de zorg betekenen? Dr N.S. Hekster 18 maart Big Data in de Zorg IBM Corporation

Visie op zorg: marktwerking anno nu

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

MARKTONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN VAKTHERAPEUTEN AAN ONDERZOEK EN OPLEIDING. Henk Smeijsters

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

B&W besluit Publicatie

Patiënten willen een persoonlijk gezondheidsdossier

Werksessie verantwoording

Ontwikkelingen in de zorg en consequenties voor ziekenhuizen en medisch specialisten. Pieter Wijnsma Directeur Academie voor Medisch Specialisten

Uw gezondheid, Ons specialisme. De koers van Amphia van 2017 naar 2022

Zorgvrager doet mee? Onderzoek!

Gezondheidsvaardigheden in Nederland

STRATAEGOS CONSULTING

Kenniscentrum patiëntenlogistiek VUmc-VU

Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Farmacie en therapie op maat

Samen voor een sociale stad

De Zorgmeetlat. Wat belooft de regering aan verpleegkundigen en verzorgenden in 2015? De Rijksbegroting VWS 2015 langs de meetlat van V&VN

Meer handen aan het bed door innovatieve logistiek

LECTOR WERELDBURGERSCHAP DE HAAGSE HOGESCHOOL

NVAG Prof. Dr Marie Louise Essink-Bot en drs Marielle Jambroes MPH

(potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven. Geen. Bedrijfsnamen

Uitkomsten Eerste Ronde Tafel

Visiedocument Franciscus Ziekenhuis Boerhaavelaan AE Roosendaal (0165)

Bijeenkomst Zorggroepen Inkoopkader Lucie Martijn & Bart Verhulst 8 juni 2015

WERKNEMER. Verklaring van belangen. Algemeen. Melding van belangen op farmaceutisch gebied. Tussenvoegsels

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 april 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Een andere kijk op ziekte en herstel

Optimaliseren van Impact door Alfa- en Gammawetenschappen Aantonen en stimuleren van Societal Impact in synergie met andere wetenschappen

Taakherschikking in de Nederlandse gezondheidszorg; De experimenteerfase voorbij

Weet jij wat je slikt? Bevorderen van juist medicatiegebruik bij laaggeletterde patiënten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden.

we zijn in beeld VPTZ-ZU/ Hospice Nieuwegein

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Navigeren door het zorglandschap De ontwikkeling van de VS en PA. Dr. Iris Wallenburg

EXPERTS MEET THE. Seminars voor financials in de zorg DE ZORG: ANDERS DENKEN VOOR EFFICIËNTERE ZORG

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

Digitale transformatie ontwricht en verbindt

Transcriptie:

FESTINA LENTE HAAST JE LANGZAAM VAN HET LECTORAAT DISSEMINATIE VAN FARMACEUTISCHE INNOVATIES NAAR HET LECTORAAT INNOVATIE VAN ZORGPROCESSEN IN DE FARMACIE AFSCHEIDSCOLLEGE 19 MAART 2015 DR. AD VAN DOOREN LECTORAAT INNOVATIE VAN ZORGPROCESSEN IN DE FARMACIE

ISBN (EAN) 978-90-8928-090-9 Maart 2015, Hogeschool Utrecht Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening Op deze uitgave is de CC-BY-NC-licentie van toepassing. Het is toegestaan om deze uitgave te kopiëren, distribueren, vertonen en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op dit werk gebaseerd is zolang dit geen commerciële doeleinden heeft en uitsluitend als de auteur vermeld wordt als maker: Ad van Dooren/Hogeschool Utrecht.

FESTINA LENTE HAAST JE LANGZAAM VAN HET LECTORAAT DISSEMINATIE VAN FARMACEUTISCHE INNOVATIES NAAR HET LECTORAAT INNOVATIE VAN ZORGPROCESSEN IN DE FARMACIE

2 hoofdstuk # Naam hoofdstuk

3 hoofdstuk # Naam hoofdstuk INLEIDING: TEMPUS FUGIT 5 1. VAN WAAR KOMEN WE? 7 2. WAT HEBBEN WE BEREIKT? 21 3. WAAR GAAN WE HEEN? 33 4. HOE GAAN WE ERHEEN? 37 Conclusies 41 Dankwoord 43 Bronnen 45 Curriculum vitae 51 Bijlage 1 Kenniskringleden 52 Bijlage 2 Output lectoraat 53 Bijlage 3 Participatie studenten in onderzoek: diverse onderwerpen 61 Bijlage 4 Studenten die bij het lectoraat onderzoek hebben gedaan of stage hebben gelopen 66 Bijlage 5 Belangrijke stakeholders 67 Colofon 68

5 Inleiding lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie afscheidscollege Festina Lente Haast je langzaam / INLEIDING Tempus fugit, de tijd vliegt. Vier jaren zijn omgevlogen, waarin het lectoraat Disseminatie van Farmaceutische Innovaties een vliegende start heeft gemaakt. We mogen trots zijn op de in korte tijd bereikte resultaten. Vanuit het niets is een lectoraat ontwikkeld met vijf promovendi, diverse praktijkgerichte onderzoeken binnen het farmaceutisch domein, meer dan honderd studenten die er hun afstudeeronderzoek deden of stage liepen, vele publicaties, waaronder een aantal peer reviewed, blogs, nieuwsbulletins, journal clubs en gastcolleges. Bovendien is er een uitgebreid netwerk opgebouwd; en dat alles in een werkveld dat sterk in beweging is. Soms gingen we zelfs te snel en moesten we ons ontwikkelingstempo wat bijstellen. Dus, nadat ik voor mijn openbare les het motto παντα ῥει ( alles verandert ) heb gekozen, moet het devies voor de komende jaren zijn: festina lente, ofwel: haast je langzaam. In dit afscheidscollege kijk ik terug op de afgelopen vier jaren en schets ik een beeld van de mogelijkheden voor de toekomst. De ondertitel van het afscheidscollege luidt: Van het lectoraat Disseminatie van Farmaceutische Innovaties naar het lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie. Het betoog begint met een overzicht van de ontwikkelingen in de (farmaceutische) zorg sinds de start van ons lectoraat (Hoofdstuk 2, Van waar komen we?). Daarna vat ik samen wat we zelf hebben gepresteerd (Hoofdstuk 3, Wat hebben we bereikt?). In hoofdstuk 4 werp ik een blik op de toekomst (Waar gaan we heen?). En ik kan het niet laten ook nog een paar gedachten te formuleren over hoe we die toekomst vorm kunnen geven (Hoofdstuk 5: Hoe gaan we erheen?). Een samenvatting staat in hoofdstuk 6 en ik eindig met een kort dankwoord in hoofdstuk 7.

THOSE WHO CANNOT REMEMBER THE PAST ARE CONDEMNED TO REPEAT IT. GEORGE SANTAYANA

7 hoofdstuk 1 Van waar komen we? lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie afscheidscollege Festina Lente Haast je langzaam 1 / VAN WAAR KOMEN WE? Het verbeteren van de toegang van farmaceutische innovaties voor de patiënt (Van Dooren, 2011). Dat was de missie van het lectoraat Disseminatie van Farmaceutische Innovaties, van start gegaan op 1 april 2011 met één lector, een goedgekeurd structuurrapport en een tomeloze ambitie. Op basis van deze heldere missie zijn diverse onderzoekslijnen uitgewerkt, leidend tot verschillende (promotie)onderzoeken. Ook is een begin gemaakt met het incorporeren van missie, onderzoekslijnen en onderzoeksexpertise in het curriculum van de opleiding Farmakunde; er is daarnaast gestart met een soortgelijke vervlechting met de opleiding Huidtherapie. Bovendien hebben lector en kenniskringleden zich steeds sterker gemanifesteerd als onderzoekscentrum en deskundigen in het wetenschappelijk en maatschappelijk debat binnen het farmaceutische en farmakundige werkveld in Nederland. Het lectoraat geniet intussen bekendheid binnen de gehele farmaceutische wereld. Het aantal publicaties, presentaties en nieuwsberichten is aanzienlijk (zie bijlage 2). Ook binnen het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening (KC IVZ) van de Faculteit Gezondheidszorg (FG) van Hogeschool Utrecht heeft het lectoraat zijn plek verworven. Het logo van het lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie (IZF) In de loop der tijd hebben we een logo ontwikkeld dat model staat voor onze visie op zorginnovaties en dat we nu consequent in al onze PR-uitingen toepassen: een gestileerd beeld van een koorddanser. Deze figuur is een metafoor voor de farmakundige, die er als proces- en projectbegeleider voor zorgt dat farmaceutische innovaties uiteindelijk daar terechtkomen waar ze moeten worden toegepast: bij de farmaceutische zorgprofessional én bij de patiënt. Balancerend op het slappe koord, zorgt de farmakundige ervoor dat de afstand tussen de uitvinder van de innovatie en de gebruiker daarvan wordt overbrugd.

8 hoofdstuk 1 Van waar komen we? De opbouw van het lectoraat speelde zich af binnen een sterk veranderend zorglandschap. Vooral in het farmaceutische domein, ooit een oase van rust en stilstand, is de afgelopen jaren veel gebeurd. In mijn openbare les (Van Dooren, παντα ῥει, 2012) ben ik daarop al uitgebreid ingegaan. Wat is er sindsdien zoal gebeurd? THE WAY FORWARD IS PARADOXICALLY NOT TO LOOK AHEAD, BUT TO LOOK AROUND. John Seely Brown, Xerox Research Centre Ontwikkelingen in de gezondheidszorg De Nederlandse samenleving wordt steeds ouder; zorgvraag en zorgkosten nemen voortdurend toe. Naast vergrijzing spelen ook andere factoren hierbij een rol. Een ongezonde leefstijl en overgewicht zijn belangrijke oorzaken voor de toename van het aantal chronische ziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten, COPD en kanker. Meer dan één op de drie (35%) chronisch zieken heeft zelfs meer dan één chronische ziekte. Dit komt neer op 1,9 miljoen mensen, ofwel 11% van de totale Nederlandse bevolking! Het is evident dat deze groei van de zorgvraag gepaard gaat met een toename van het medicatiegebruik. Dat blijft meestal ook niet beperkt tot één geneesmiddel. De overheid wil de stijging van de zorgkosten een halt toeroepen, maar tegelijkertijd de zorg wel toegankelijk houden én de kwaliteit verbeteren. Verschuiving van de zorg van de tweede naar de eerste lijn, respectievelijk nulde lijn, onder het motto dichtbij wat kan en verder weg waar nodig is één van de oplossingsrichtingen. Een van de manieren waarop dit de afgelopen jaren gestalte heeft gekregen is de directe toegankelijkheid, bijvoorbeeld van de huidtherapeut: patiënten hoeven nu niet eerst meer een verwijsbrief van de arts te hebben om bij de huidtherapeut terecht te kunnen. Taakherschikking, zoals het uitvoeren van medische handelingen die tot voor kort voorbehouden waren aan academici, is ook een ontwikkeling die steeds verder vorm krijgt.

9 hoofdstuk 1 Van waar komen we? Veel voorspelbare en routinematige medische handelingen kunnen nu prima door speciaal hiervoor opgeleide hbo-zorgprofessionals worden gedaan. Te denken valt dan aan praktijkondersteuners (POH s) in de huisartsenpraktijk, aan farmaceutisch consulenten en aan farmakundigen binnen de farmaceutische zorgverlening. Op deze manier zal er meer aandacht en tijd voor de patiënt zijn en krijgen arts en apotheker meer tijd voor het leveren van complexere zorg. Inmiddels is ook de bevoegdheid om medicatie voor te schrijven uitgebreid naar hbo-opgeleide zorgverleners, zoals nurse practitioners, physician assistants en mondhygiënisten. Het lijkt efficiënt om (binnen strikte voorwaarden) deze bevoegdheid ook aan andere professionals te geven, zoals huidtherapeuten. MET GEZONDHEID IS HET NET ALS MET GELUK: ALS JE ER NIETS VAN MERKT BETEKENT HET DAT HET ER IS. Ivan Toergenjev De patiënt De nadruk op blijvende deelname aan het maatschappelijk verkeer die van de patiënt wordt verwacht, is de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Of de beoogde bezuinigingen met de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning die op 1 januari 2015 is ingegaan zullen worden behaald, is twijfelachtig, maar de in Nederland zo geroemde solidariteit in de zorg zal er zeker niet beter op worden. De nadruk zal voor patiënten steeds meer komen te liggen op zelfredzaamheid en gedragsverandering (leefstijl, preventie en therapietrouw), op informatie zoeken en gebruiken, op gebruik van nieuwe technologieën (smart watches, apps) en van sociale netwerken. De zorg verschuift steeds meer van tweede en eerste lijn naar de nulde lijn: care will be provided where the patient happens to be (Ernst & Young, 2012). Maar juist rond het gebruik van medicijnen ervaren patiënten problemen; medicamenteuze

10 hoofdstuk 1 Van waar komen we? therapietrouw is en blijft een groot probleem. Zelfredzaamheid van patiënten vereist onvermijdelijk ook nieuwe en andere vormen van ondersteuning door zorgprofessionals, waarbij samenwerking in de wijk essentieel is. ALS IK ZIEK BEN HEB IK LIEVER EEN ARTS MET GEZOND VERSTAND, DAN EEN DIE BRILJANT SCOORT OP GESTANDAARDISEERDE TESTS. William Osler De huisarts Binnen de huisartsenpraktijk is de laatste jaren veel veranderd. De zorgvraag groeit en verandert, de zorg rondom de patiënt wordt complexer. Patiënten blijven zo lang mogelijk onder behandeling van de huisarts; pas wanneer het echt noodzakelijk is worden ze doorverwezen naar de tweede lijn. Door nieuwe ontwikkelingen als e-health en teledermatologie (bijvoorbeeld in de wondzorg), kan de huidtherapeut de huisarts of specialist consulteren zonder dat de patiënt daarvoor zelf de deur uit hoeft. Anderzijds: het zou goed zijn als de huisarts weer bij de patiënt thuis komt: dat is immers de oorspronkelijke betekenis van huisarts. In de samenwerking tussen huisarts en apotheker is echter relatief weinig veranderd. De huisarts stelt de diagnose en bepaalt welk geneesmiddel wordt voorgeschreven. De apotheker controleert en levert af. Hoewel er goede voorbeelden zijn van innovatieve vormen van samenwerking, zijn taken en verantwoordelijkheden van huisarts en apotheker in het algemeen sterk gescheiden. Juist hier liggen goede kansen om met elkaars expertise en kennis op zoek te gaan naar een optimale afstemming van zorg rondom het gebruik van geneesmiddelen. Beiden moeten dan wel bereid zijn om informatie met elkaar te delen, en daar lijkt het niet altijd op: zo geeft bijna de helft van door het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM) geënquêteerde huisartsen aan dat ze niet voldoen aan de wettelijke verplichting om de

11 hoofdstuk 1 Van waar komen we? indicatie van bepaalde geneesmiddelen op het recept te vermelden (De Metz & Van Rijn van Alkemade, 2014). Er is dus nog een wereld te winnen, mits de natuurlijke reflex van domeindenken wordt tegengegaan (Taakherschikking in de gezondheidszorg, 2002). THE MEASURE OF INTELLIGENCE IS THE ABILITY TO CHANGE. Albert Einstein De openbare farmacie Het individuele preferentiebeleid, in mijn openbare les al uitvoerig beschreven, is nu een fact of life. Sinds 2012 zijn de apotheekinkomsten verder teruggelopen, veel apotheken staan onder water of gaan zelfs gewoon failliet iets wat vroeger ongehoord was. Ondanks door de NZa opgestelde Good Contracting Practices (NZa, 2014) worden door zorgverzekeraars aangeboden contracten door apothekers nog steeds als een dictaat beschouwd: tekenen bij het kruisje. Het afleveren van de vele preferente middelen soms verschillend per zorgverzekeraar is en blijft een logistieke nachtmerrie. Veel geneesmiddelen kosten nu minder dan een kauwgumpje. En dan zijn er nog andere ontwikkelingen: internetapotheken snoepen de gemakkelijke zorg weg, er zijn directe leveringen vanuit de industrie en sinds 2012 moeten steeds meer dure geneesmiddelen uitsluitend vanuit het ziekenhuis worden afgeleverd. In de dagelijkse praktijk blijken patiënten de waarde van de apotheker als begeleider van geneesmiddelgebruik zelden te ondervinden en te waarderen. Nu bijvoorbeeld de kosten voor een eerste uitgiftegesprek apart in rekening worden gebracht en daardoor zichtbaar zijn voor de patiënt, levert dit kritische vragen op (Consumentenbond, 2014). Het blijft merkwaardig dat voorlichting door de arts niet in het eigen risico van de basiszorgverzekering zit, maar het eersteuitgiftegesprek en de medicatieverificatie door de apotheker wel.

12 hoofdstuk 1 Van waar komen we? Dat patiënten (en zorgverleners) de toegevoegde waarde van de apotheker vaak niet zien is voor een belangrijk deel te wijten aan diens onzichtbaarheid. De apotheker is een hoogopgeleide professional die (te) veel tijd besteedt aan logistieke en organisatorische zaken (die hij veel beter aan een farmakundige kan overlaten), maar die zijn specifieke expertise op het gebied van patiënteneducatie en geneesmiddelgebruik slechts beperkt inzet. Patiënten komen immers meestal in contact met de apothekersassistent, een professional op mbo-niveau, die amper aan de behoefte van de patiënt aan informatie en begeleiding lijkt te kunnen voldoen. In haar recente toekomstvisie heeft de KNMP beschreven hoe zij de beroepsuitoefening door de apotheker in 2020 ziet. Leidende elementen hierbij zijn: een mensgerichte behandeling van de patiënt, samenwerking in de keten, doelmatige farmacotherapie en integratie van zorg en zorgdossier (Kerndocument Uitwerking van de toekomstvisie farmaceutische patiëntenzorg 2020, 2014). Het Kwaliteitsrapport. De apotheker in de wijk (2014) beschrijft de kwaliteit van zorg van de openbaar apotheker en van zijn maatschappelijke functie in de wijk. De KNMP heeft de ambitie om de farmaceutische zorg nóg dichter bij de patiënt te organiseren. Dat kan alleen in nauwe samenwerking met andere zorgverleners, zoals huisarts en wijkverpleegkundige; als huisapotheker achter de voordeur dus (Van Dooren, 2013). In het jaarverslag 2013 van VWS (Schippers, 2014) benadrukt de minister de zorgverlenende rol van de apotheker. Volgens haar staat daarbij centraal dat de apotheker zich verder ontwikkelt tot zorgverlener, die nauw samenwerkt met huisartsen en specialisten, en die patiënten informeert, begeleidt en ondersteunt bij het beter gebruiken van geneesmiddelen. Het huidige businessmodel van de apotheker is niet langer houdbaar. De apotheker zal zijn of haar toegevoegde waarde in de zorg moeten herdefiniëren en expliciteren. Omzet zal in de toekomst niet meer gegenereerd worden op basis van inspanning of

13 hoofdstuk 1 Van waar komen we? activiteit, maar op basis van resultaat ( outcome ) (Porter & Teisberg, 2006). De toegevoegde waarde van de apotheker zit mijns inziens in de kennis die hij of zij beschikbaar stelt aan arts en patiënt, niet in de logistiek. Er is geen onderzoek bekend dat erop wijst dat het adviseren van patiënten over hun medicijngebruik gekoppeld zou moeten zijn aan de terhandstelling (het doosjesschuiven ). Levering van medicatie bij de patiënt thuis via drones is geen al te verre toekomstmuziek meer; de apotheek zonder pillen komt eraan. Daarnaast zullen apotheken zich steeds meer gaan specialiseren: de suikerapotheek en de kankerapotheek zijn niet ver weg meer (Van Dooren, I have a dream, 2014). DE NATUUR DULDT GEEN ONGENEESLIJKE GEZONDHEID. Thomas Bernhardt De ziekenhuisfarmacie Ook de ziekenhuisfarmacie ondergaat grote veranderingen ten gevolge van de nieuwe positionering van de ziekenhuizen binnen het stelsel van marktwerking. Ziekenhuizen specialiseren zich en gaan concurreren, met elkaar en met zelfstandige behandelcentra (ZBC s). Prijsconcurrentie ontstaat op basis van transparante diagnose-behandel-combinaties (Van Dooren, I have a dream, 2014). De kwaliteit van de geleverde zorg wordt transparanter en in geval van electieve zorg medebepalend voor de keuze van patiënten voor een specifiek ziekenhuis. Beoordeling van ziekenhuizen, waarvan de ziekenhuisfarmacie een onderdeel is, gebeurt, zoals ik al in mijn openbare les voorspelde, steeds meer op outcome : op resultaat in plaats van op procesparameters dus. Dure geneesmiddelen worden steeds vaker geleverd door ziekenhuisapotheken en poliklinische apotheken. Ook de taak van de ziekenhuisapotheker wordt daardoor steeds complexer; hij of zij zal steeds meer behoefte krijgen aan ondersteuning van hbo-professionals die goed zijn in project- en procesmanagement, zoals farmakundigen.

14 hoofdstuk 1 Van waar komen we? ALS DOELMATIGHEID HET DOEL WORDT BLIJFT ALLEEN MATIGHEID OVER. De ziektekostenverzekeraars Zorgverzekeraars hebben sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 de verantwoordelijkheid om als tegenmacht in de zorg te fungeren. Namens hun patiënten dienen ze de best mogelijke zorg in te kopen, maar kwaliteit van zorg hebben ze nog amper gedefinieerd. De vraag is of kostenbeheersing wel samengaat met het inkopen van goede en doelmatige zorg. Ligt de focus van zorgverzekeraars op het verzekeren of op het beschikbaar maken van de optimale zorg voor patiënten? Zorgverzekeraars hebben momenteel een gespannen relatie met openbare apothekers. Het preferentiebeleid heeft tot gevolg dat zorgverzekeraars nu zelf onderhandelen met de farmaceutische industrie over de prijs van medicijnen. Ze kiezen het medicijn met de laagste prijs, dat de apothekers vervolgens verplicht moeten afleveren. Hoewel dit preferentiebeleid heeft geleid tot een enorme besparing op de zorgkosten, leidt het tegelijkertijd tot veel problemen, niet alleen voor patiënten maar ook voor apothekers. Ook de omzet van zorgverzekeraars zal in de toekomst niet meer gegenereerd worden op basis van inspanning of activiteit, maar op basis van resultaat ( outcome ) (Porter & Teisberg, 2006). De taak van de zorgverzekeraars wordt al met al complexer en risicovoller. Het is belangrijk dat zij verder kijken dan kostenbesparing alleen, en een visie ontwikkelen op de kwaliteit van de farmaceutische zorg en de taak van de openbare farmacie. Daar hoort ook een visie bij over de verwachte mate van zelfredzaamheid van patiënten, bijvoorbeeld in hoeverre zelfredzaamheid ook vereist dat patiënten zelf hun arts kiezen (artikel 13 Zorgverzekeringswet).

15 hoofdstuk 1 Van waar komen we? EEN OESTER MAAKT VAN ZIJN PROBLEEM EEN PAREL. De innovatieve farmaceutische industrie De bron van farmaceutische productinnovaties is nog steeds vrijwel uitsluitend de (innovatieve) farmaceutische industrie, ondanks dat je best vraagtekens mag zetten bij hun mate van innovativiteit (Van Dooren, Big pharma is slecht in nieuwe geneesmiddelen, 2014). Maar ook de farmaceutische industrie is in verandering. Nu het laaghangend fruit is geplukt en patenten van belangrijke blockbusters zijn afgelopen, kiest big pharma er steeds meer voor om de pijplijn door mergers en acquisitions (M&A's) op te vullen. Absolute veiligheid is een mythe, maar de huidige registratie-eisen voor innovatieve geneesmiddelen suggereren dat die absolute veiligheid toch het ultieme doel is. Bij klinisch onderzoek ligt de nadruk sterk op interne validiteit, waardoor generaliseerbaarheid van de onderzoeksuitkomsten in het gedrang komt en onaangename verrassingen na marktautorisatie kunnen vóórkomen. Bovendien moet in klinisch onderzoek vaak noodgedwongen gekozen worden voor surrogaateindpunten, die per definitie minder klinische zeggingskracht hebben dan harde eindpunten. Nederlandse artsen zijn ook nog eens zeer terughoudend met het voorschrijven van nieuwe innovatieve geneesmiddelen. Was twaalf jaar geleden nog maar 5% van alle voorgeschreven geneesmiddelen nieuw, dat wil zeggen recent op de markt gekomen, nu is nog slechts 0,7% van alle voorgeschreven geneesmiddelen jonger dan 5 jaar (Nefarma, 2014). Er moet dus al met al wat gebeuren, waarbij gedacht kan worden aan experimenten met adaptive licensing (voorwaardelijke registratie), adaptive pricing (de prijs van het geneesmiddel wordt omgekeerd evenredig met het volume) en value based pricing (prijsvaststelling op basis van toegevoegde waarde). En ook de industrie zal moeten inspelen

16 hoofdstuk 1 Van waar komen we? op de trends in de gezondheidszorg, die er onder meer toe zullen leiden dat patiënten meer en beter geïnformeerd wensen te worden, hun zorg wensen te krijgen op de plek waar ze zich toevallig bevinden (nuldelijnszorg dus), en meer zelfredzaam zullen worden (Ernst & Young, Pharma 3.0, 2012). JE KUNT IN DIT LAND ONMOGELIJK NET ZO ZIEK ZIJN ALS DE GEZONDHEIDSZORG ZELF. Fons Jansen De overheid De transitie van aanbodgestuurde zorg naar vraaggestuurde zorg zet door, maar toch (of juist daarom?) ziet de overheid zich nog steeds geconfronteerd met voortdurend oplopende ziektekosten. Tot op heden geeft ze steeds meer macht aan de zorgverzekeraars, zonder daarbij een coherente visie op de kwaliteit van de zorg te ontplooien. Zo accepteert ze bijvoorbeeld dat zorgverzekeraars de grenzen van de wet opzoeken met hun streven naar speciale polissen voor gezonde en hoogopgeleide personen, wat op gespannen voet staat met de zelf beleden solidariteit in de zorg. Het huidige toverwoord is zelfredzaamheid, maar dit mag geen alibi zijn om zorg van mensen af te pakken. Nu het aantal ouderen toeneemt en zij steeds langer zelfstandig thuis moeten wonen, ook als hun gezondheidsproblemen en hun medicijngebruik toenemen, wordt duidelijk hoe belangrijk het is om de zorg dichtbij, in de wijk, te organiseren. De overheid ziet (inmiddels) de meerwaarde van de zorgverlenende rol van de (wijk)apotheker wel in: de apotheker die nauw samenwerkt met huisartsen en voorschrijvers in de tweede lijn en (chronische) patiënten informeert, begeleidt en ondersteunt bij het beter gebruiken van geneesmiddelen. Dat is winst.

17 hoofdstuk 1 Van waar komen we? NEC SCIRE FAS EST OMNIA. (HET IS NIET GEOORLOOFD OM ALLES TE WETEN) Horatius Het onderwijs De rol van de apotheker verandert en dat heeft consequenties voor het onderwijs in de farmacie. Sterker nog: het farmacieonderwijs dient vooruit te lopen op de nieuwe rol van de apotheker. Daarnaast is het belangrijk om de taken van professionals in het farmaceutische domein apotheker, farmakundige, farmaceutisch consulent en apothekersassistent te herdefiniëren en op elkaar af te stemmen, om zo te kunnen inspelen op de noodzakelijke veranderingen. Gesprekken om te komen tot nauwere samenwerking tussen de opleiding tot apotheker en hbo-opleidingen, zoals die voor farmakundige en farmaceutisch consulent, zijn inmiddels al opgestart. Ook de rol van de apothekersassistent verandert, qua inhoud en zwaarte. Het is de vraag of voor het vervullen van die rol in de toekomst een mbo-opleiding voldoende zal blijken. Ik voorzie dat er op langere termijn één hbo-opleiding komt met verschillende uitstroommogelijkheden: apothekersassistent, farmaceutisch consulent, bachelor farmacie (recht gevend op toegang tot de masteropleiding farmacie), management in de zorg, en Farmakunde. Hbo-professionals, zoals huidtherapeuten, zullen de verantwoordelijkheid van academici overnemen voor het geprotocolleerd (volgens evidence based standaarden) voorschrijven van medicatie. Deze tendensen zijn nu al zichtbaar.

18 hoofdstuk 1 Van waar komen we? ALS IK ZOU WILLEN DAT JE HET BEGREEP HAD IK HET WEL BETER UITGELEGD. Johan Cruijff Conclusies De wereld verandert παντα ῥει en dat geldt ook voor de farmacie. Als er één domein is binnen de zorg waar taakherschikking heeft plaatsgevonden en zal plaatshebben, is het wel de farmacie. Deze transitie leidt tot paradigmaveranderingen die het gehele landschap opschudden. Er zullen winnaars en verliezers zijn, en de winnaars zullen vooral gezocht moeten worden bij de zorgverleners (en opleidingen!) die blijven innoveren. Apothekers moeten hun meerwaarde leren tonen aan overheid, zorgverzekeraars, artsen en andere zorgprofessionals, maar uiteindelijk vooral aan de patiënt. Taakherschikking, het overdragen van taken en verantwoordelijkheden aan andere zorgprofessionals, is noodzakelijk en volgens mij zelfs een randvoorwaarde voor innovatie. Zo kan het voorschrijven van dermatologische geneesmiddelen van huisartsen naar huidtherapeuten verschuiven, en het uitvoeren van farmaceutische zorgtaken van apothekers naar farmaceutisch consulenten en farmakundigen. Het gaat hierbij zowel om taakherschikking tussen de farmaceutische zorgprofessionals, als om taakherschikking in de samenwerking met andere (niet-farmaceutische) zorgprofessionals. Maar ook om een taakherschikking richting de patiënt, die eraan zal moeten wennen zelfredzamer te worden. Om dit op een verantwoorde wijze vorm te kunnen geven en aan te laten sluiten op onderwijs en zorgverlening, is meer inzicht noodzakelijk. Praktijkgericht onderzoek op dit gebied zal hier mede richting aan kunnen geven.

19

NON SCHOLAE SED VITAE DISCIMUS. WIJ LEREN NIET VOOR SCHOOL MAAR VOOR HET LEVEN.

21 hoofdstuk 2 Wat hebben we bereikt? lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie afscheidscollege Festina Lente Haast je langzaam 2 / WAT HEBBEN WE BEREIKT? Onderwijs De Faculteit Gezondheid van Hogeschool Utrecht leidt reflective practitioners op die onderzoeksminded zijn, dus die (1) onderzoek kunnen begrijpen, (2) onderzoek kunnen uitvoeren en (3) onderzoeksresultaten kunnen toepassen in hun dagelijkse praktijk. Door het lectoraat zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet om de kwaliteit van het afstudeeronderzoek van studenten Farmakunde te verhogen: Veel afstudeeronderzoek is tegenwoordig gebaseerd op onderzoeksthema s die passen binnen die van het lectoraat. Deze onderzoeksthema s worden zorgvuldig door het lectoraat geselecteerd (zie bijlage 3). Het aantal studenten dat participeert in lectoraatsonderzoek is hoog: in de afgelopen vier jaar hebben meer dan honderd studenten deelgenomen aan door het lectoraat geïnitieerd onderzoek (bijlage 4). Meer nadruk wordt bij afstudeeronderzoek gelegd op de basis van farmakundige evidentie en op literatuuronderzoek. Studenten worden gestimuleerd kort en bondig te schrijven en de tijdens hun onderzoek gemaakte keuzes scherp te formuleren en mondeling te verdedigen. Kenniskringleden leveren naast hun eigen onderzoek een substantiële bijdrage aan het farmakundig onderwijs. Een (gepromoveerde) docente voert onderzoek uit binnen een onderzoekslijn van het lectoraat; uiteindelijk zullen de resultaten van haar onderzoek in het curriculum worden verwerkt. Ook bij de opleiding Huidtherapie zijn de eerste stappen gezet om ook kwalitatief en kwantitatief leeronderzoek mogelijk te maken waarop studenten kunnen afstuderen.

22 hoofdstuk 2 Wat hebben we bereikt? Verdere verbeteringen in de samenwerking tussen het lectoraat en gelieerde opleidingen zijn echter mogelijk en wenselijk. Er zijn inmiddels implementatietrajecten gestart om de volgende stap te zetten naar een verdere vervlechting van onderzoek en kenniskring in het (farmakundig en huidtherapeutisch) onderwijs. Ook de samenwerking met het Departement Farmaceutische Wetenschappen (DFW) van de Universiteit Utrecht is geïntensiveerd; was Farmakunde eerder een onbekende nieuwe opleiding bij het DFW; in het huidige strategisch plan van DFW wordt samenwerking met Farmakunde concreet benoemd. Het lectoraat heeft ook het voortouw genomen bij het expliciteren van een beroepsprofiel voor farmakundigen: farmakundigen houden zich primair bezig met proces- en projectanalyse en met projectbegeleiding binnen de farmaceutische bedrijfskolom. Dit heldere beroepsprofiel zal de opleiding en de afgestudeerde farmakundige helpen zich duidelijker in het werkveld te profileren. WETENSCHAP IS VRAGENSCHAP. Bas Haring Kenniscentrum Het lectoraat heeft zich een vaste plaats verworven binnen het Kenniscentrum Innovatie Van Zorgverlening en sluit aan op de bredere kennisontwikkeling binnen het kenniscentrum. Het centrum is recent beoordeeld door een externe onafhankelijke commissie, die het als zeer goed tot excellent beoordeelde (Ter Horst, 2013). Haar aanbevelingen zijn verwerkt in een plan van aanpak (Faculteit Gezondheid Hogeschool Utrecht, 2014), waarbij het aanscherpen van de missie van het kenniscentrum centraal staat. Daarbij is een belangrijke plaats ingeruimd voor de rol van afgestudeerde zorgprofessionals, patient centered care, personalized medicine, multi-professionaliteit, en het versterken van de verbinding tussen lectoraten onderling via onderzoek over gemeenschappelijke thema s. Alle activiteiten binnen het kenniscentrum, en dus ook binnen het lectoraat Innovatie van Zorgprocessen in de Farmacie,

23 hoofdstuk 2 Wat hebben we bereikt? zijn gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten, op verdere vervlechting van onderwijs en onderzoek, op aanscherping van het HR-beleid (waaronder dubbelaanstellingen van lectoren als hoogleraar), en op het inschakelen van patiënten- (verenigingen) bij het onderzoek. Onder zelfredzaamheid verstaan we: de capaciteit van mensen om hun leven zelfstandig te kunnen leiden, al dan niet met ondersteuning, opdat zij optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij, in overeenstemming met hun wensen en mogelijkheden. De lectoren van de Faculteit Gezondheid vormen een hecht team, dat continu bezig is missie en focus aan te scherpen en de randvoorwaarden te scheppen voor alle kenniscentrumleden om hun praktijkgericht onderzoek te doen, om studenten in de gelegenheid te stellen hun afstudeeronderzoek te doen, en ook om docenten meer onderzoeksminded te maken. Het Kenniscentrum Innovatie Van Zorgverlening staat op de kaart, zowel binnen de Hogeschool Utrecht als in de regio Utrecht en de gehele Nederlandse onderzoekswereld. Onze output is aanzienlijk; zie onder meer het Jaaroverzicht 2013 van het Kenniscentrum Innovatie Van Zorgverlening. De samenwerking met andere lectoraten binnen het kenniscentrum wordt dus steeds intensiever. Een mooi voorbeeld van deze samenwerking is het promotieonderzoek Medication Management in Homecare Patients van dr. Carolien Sino, lectoraat Chronisch Zieken (Sino, 2013), dat heeft geleid tot gezamenlijke publicaties op basis van door studenten Farmakunde uitgevoerd afstudeeronderzoek.