Een goede keuze maken tussen aanpassen en bij jezelf blijven in een nieuwe situatie. Modelleringsverslag: Louella Rondon Masterpractitioner 2004 1. Waarom heb ik dit gemodelleerd? Ik heb altijd bewondering gehad voor de mensen die in een nieuwe omgeving met gemak, cq een soort flair, contact maken met anderen. Ze bewegen zich op een soepele manier door de ruimte. Die mensen vallen me in een nieuwe omgeving meteen op. Het zijn mensen die al snel contact hebben met anderen, makkelijk over zichzelf kunnen vertellen, een ontspannen houding hebben, zichzelf zijn, vloeiende bewegingen hebben.het is moeilijk om het precies onder woorden te brengen. Ze roepen bij mij het gevoel op dat ik mag zijn wie ik ben. Toen ik de eerste dag begon met de masteropleiding viel mijn begeleider mij meteen op. Zij heeft bovengenoemde kenmerken en tot mijn vreugde is ze nog Antilliaanse ook. Ik had al meteen mijn model. Als ik in een nieuwe omgeving kom, dan kan ik rustig blijven en contact maken, maar ik mis een bepaalde flair. Ik vind dat ik op een houterige manier door de ruimte beweeg. Ik ben erg nieuwsgierig naar die flair, souplesse in de bewegingen. Het lijkt erop alsof er iets meer gebeurd dan een rustige ademhaling. Naast de begeleidster heb ik nog 2 mensen gemodelleerd. De ene expert heeft een cateringsbedrijf en komt daardoor steeds in nieuwe situaties. De andere expert is een vriendin. Ze maakt op feestjes altijd op een spontane manier contact. 2. het doel van mijn techniek Het doel van mijn techniek is om me meer op mijn gemak te voelen als ik in een nieuwe omgeving of situatie kom. Ik zou graag in een nieuwe omgeving gewoon mezelf willen zijn en dat wat moet gebeuren gewoon laten gebeuren: open staan voor gebeurtenissen. Meer een I wonder how houding aannemen. Ik zou dit over willen dragen aan mijn cliënten, met name de deelnemers van mijn assertiviteitstrainingen. Verder zou ik de techniek over willen dragen aan mensen die in een nieuwe werksituatie komen of mensen die een sollicitatiegesprek aangaan. 3. Hoe weet ik dat de gebruiker van de techniek het doel heeft bereikt Het doel is bereikt als de gebruiker de volgende uitspraken tegen zichzelf kan zeggen: _ ik voel me op m n gemak _ ik voel bewegingvrijheid: de spieren in mijn nek en armen zijn ontspannen en ik adem vanuit mijn buik _ ik geniet _ ik heb een goed, blij gevoel over mezelf _ ik heb energie als ik uit de nieuwe situatie kom 4.Overzicht van de techniek
Overtuigingen _ ik mag er zijn _ ik zie er goed uit _ als ik niet naar een bepaalde gelegenheid toe wil dan ga ik niet _ als ik makkelijke kleding aan heb, voel ik me goed _ als mensen niet of negatief op mij reageren dan heeft het niks met mij te maken _ ik kan me in mijn eentje ook vermaken _ het maken van contact heeft een speels element _ als ik gezelligheid wil, neem ik het initiatief Metaprogramma s De volgende 4 metaprogramma s waren opvallend bij de experts. Interne referentie Ik ben zelf verantwoordelijk voor hoe het met mij gaat in een nieuwe situatie. Ik ben in een goede stemming en dat zal zo blijven. Als het me niet bevalt, ga ik naar huis. Pro-actief Alle drie de experts stappen zelf op de ander af. Als het contact hun niet bevalt, nemen ze zelf het initiatief om het contact te verbreken. Over de manier van contactlegging wordt niet nagedacht, het contact wordt op basis van intuïtie gelegd. Voldoet wel Als ik mezelf in een goede state breng, concentreer ik me op de positieve eigenschappen van mezelf. Mijn innerlijke criticus beschouw ik als een passant: hij mag komen en ook weer gaan. Belangrijk is: dat ik leuk ben, plezier wil hebben, zijn wie ik ben. Enz. Er naartoe In de nieuwe situatie ga ik zelf ervoor zorgen dat ik krijg wat ik wil bv: ik maak zelf contact als ik dat wil, ga zelf drinken halen ed. Ik zorg ervoor dat ik mijn goede stemming behoudt. Ik blijf positief over mezelf. Stappen in de techniek 1. informatie hebben over de omgeving waar je naartoe gaat en je daarop voorbereiden 2. makkelijke kleding aandoen 3. een goede state oproepen (in de spiegel kijken) 4. met een goede state in de nieuwe omgeving stappen 5. oogcontact maken met een glimlach om je mond 6. met energie weer thuis komen. 5. Invulling van de stappen
1.informatie hebben over de omgeving waar je naartoe gaat en je daarop voorbereiden. Je verzamelt informatie over de situatie waar je naartoe gaat. Liefst haal je de informatie uit verschillende bronnen. Je maakt een positief beeld bij de informatie (vc). Je zegt tegen jezelf : (ad) het wordt erg leuk. Dit gaat lukken. Ik moet naar een informatieavond van de nieuwe school van mijn jongste zoontje. Ik vraag aan een andere moeder of zij die avond ook gaat. Ik hoor informatie over hoe het vorig jaar was. Ik krijg er een bepaald beeld bij. Het beeld vind ik positief. Hierdoor voel ik een soort opluchting. Ik vraag aan mijn zoontje of hij weet dat het vanavond informatieavond is. Ik hoor dat er cake gebakken is voor vanavond. Dit sterkt mijn positief gevoel. Ik zeg tegen mezelf: dat ze cake gebakken hebben betekend dat ze gezelligheid belangrijk vinden. Dat vind ik ook belangrijk. 2.Makkelijke kleding aandoen Je kiest van tevoren je kleding op intuïtie. Je stelt je vraag en wacht op antwoord van binnenuit. Het is kleding die gemakkelijk zit en kleding die past bij de omgeving waar je naartoe gaat. De kleding voedt de gedachte dat je er mag wezen. Ik kijk naar de kleding die ik aan heb. Ik vraag me af of ik hiermee naar de informatieavond kan gaan. Ik kijk in de spiegel. Ik wacht op antwoord van binnen uit. Na hier en daar wat gepluk en getrek, kijk ik nog een keer en wacht weer op antwoord van binnen uit. Ik krijg een tevreden gevoel. Ik zeg tegen mezelf: je ziet er goed uit. Ik sta even stil en voel of de kleding lekker zit. Ook nu wacht ik weer op antwoord van binnen uit. Ja, het zit lekker. 3. Een goede state oproepen (in de spiegel kijken en jezelf bevestigen) Voordat je vertrekt kijk je in de spiegel. Het is belangrijk om voldoende tijd te nemen om in de spiegel te kunnen kijken. Je kijkt in de spiegel en voelt (K) dat je lichaam zich ontspant. Je kijkt naar de leuke dingen van jezelf en bent ervan overtuigd dat je mooi ben. Je zegt tegen jezelf (ad) dat je er mag wezen en blijft dit herhalen totdat er een zachte glimlach ontstaat. Je stelt je voor dat je een kacheltje, of iets anders wat je behaaglijk vindt, in je buik of een andere plek in je lichaam hebt. Je activeert dit behaaglijk gedeelte in je lichaam (laat het kacheltje in je buik branden). Je neemt even tijd om dit goed te voelen. Je stelt je voor dat het binnen in je lichaam licht en luchtig is (Vc). Je gaat door met het activeren van het behaaglijk gedeelte in jezelf (branden van het kacheltje) totdat je, je behaaglijk voelt (K). Je laat het behaaglijk gedeelte door je hele lichaam stromen. Je wacht tot het moment komt dat je van binnenuit weet dat je klaar bent om te vertrekken. Je verankert het gevoel dat bij de goede state hoort.
Ik kijk naar mijn gezicht in de spiegel. Ik laat de spiertjes in mijn gezicht los en kijk naar het effect. Ik kijk naar de kenmerken in mijn gezicht die ik mooi vind. De innerlijke criticus in mezelf wil wat zeggen. Ik laat die stem voor wat het is en zeg tegen mezelf: je bent een mooie meid. Dit blijf ik tegen mezelf zeggen totdat ik een zachte glimlach zie verschijnen. Ik zeg tegen mezelf: je mag er zijn. Ik ga stevig staan en voel mijn voeten. Ik voel een soort stroom naar beneden gaan. Mijn ademhaling loopt lekker. Ik denk aan mijn buik en stel me voor dat daar een klein kacheltje gaat branden. Mijn buik wordt lekker warm, ik voel me behaaglijk. Ik stel me voor dat het licht en luchtig is van binnen.dan stel ik me voor dat het kacheltje in mijn buik een soort fonteintje wordt. Vanuit mijn buik gaat er een stroom helemaal naar boven, door mijn hele lijf. Ik zucht een paar keer. Het behaaglijke gevoel wordt groter. Mijn schouders zijn ontspannen. Ik haal het beeld van een koningin in mijn hoofd. Ik zeg: ik ben een zwarte koningin. De glimlach verdiept zich. Op dat moment ben ik ervan overtuigd dat ik er mag zijn en dat iedereen mij aardig vindt. Ik laat spontaan de spiegel los en ga op weg naar de school. 4.Met een goede state in de nieuwe omgeving stappen. Als je op de plaats van bestemming bent heb je het gevoel nog steeds. Je bent ervan overtuigd dat het leuk gaat worden. Je stelt je open voor alles en iedereen die je tegenkomt. Je voelt jezelf als een soort koning of koningin die binnen stapt. In plaats van koning of koningin mag je ook een ander beeld kiezen die voor jou representatief is voor iemand die zich zeker voelt en soepel beweegt. ( bij het overdraagbaar maken van de techniek had iemand een indiaan die op een hoge troon zit) Ik kom dichter bij de school. Ik voel een soort kriebel in mijn buik. Ik zie deze kriebel als iets positiefs: het is leuke spanning.ik ontspan mijn schouders en zeg tegen mezelf dat het een leuke avond wordt en dat ik er mag wezen. Ik stap binnen en kijk eens rond. Ik maak oogcontact met de juf. Ik glimlach en knik. Ze komt naar me toe en heet me welkom. Ik loop naar de tafel waar koffie en cake staat. Ik proef de lekkere warme vloeistof in mijn mond. Ik proef de lekkere cake. Ik versterk hiermee mijn goede stemming. 5.Oogcontact maken met een glimlach om je mond Als je in de nieuwe omgeving bent neem je de tijd om, om je heen te kijken (Ve). Je bent ervan overtuigd dat de ontmoeting met de ander een speels element heeft. Je maakt vanzelf oogcontact met een ander. Je knikt naar de ander met een glimlach op je mond. Als de ander je gebaar beantwoord kun je beslissen contact te maken. Als de ander je gebaar negeert, zeg je tegen jezelf (Ad): dat hij/zij niet op mij reageert, heeft niets met mezelf te maken. Je mag jezelf zijn en de ander is welkom. Je bent je ervan bewust dat als je dit vindt, je dit ook zult uitstralen. Je weet dat de ander zich goed voelt bij jou. Als je contact hebt beslis je zelf of je het contact voorzet of verbreekt. Je hebt geen doel met het contact: jij mag zijn wie je bent, de ander mag zijn wie hij/zij is, en het mag verlopen zoals het verloopt.
Ik kijk eens rustig om me heen. Ik maak oogcontact (Ve) met een moeder die ik vaker gezien heb. Ik glimlach. Zij glimlacht ook en komt naar me toe. We maken een praatje. Als we gezamenlijk naar de klas toelopen, zoek ik een leuke plek. Ik ga lekker op mijn gemak zitten en laat het allemaal op me afkomen. Ik ben nog steeds in een goede stemming en hoor een grap binnen in mezelf. Deze zeg ik hardop. Er wordt gelachen. Ik voel me hier goed door: ik mag mezelf zijn. 6.Met energie naar huis gaan Deze stap volgt als vanzelf uit de volgende stappen. Ik beschrijf hem hier toch, omdat het belangrijk is om nog na te genieten, en de positieve ervaring te verankeren. Als je onderweg gaat naar huis laat je de leuke dingen van de gebeurtenis nog even door je heen gaan (Vr of Ar). Je bent nog steeds in een goede stemming. Je voelt je energiek (K). Je geniet van het gevoel. Als ik naar huis terugloop, laat ik de momenten dat ik lekker gelachen heb door me heen gaan. Ik voel me warm van binnen. Ik geniet van dit gevoel. 6. Commentaar op de techniek Als je voor wat voor reden dan ook in een slecht humeur bent, voordat je naar een nieuwe situatie toegaat heb je meer nodig dan in de spiegel kijken om in een goede state te komen. In dit geval is het belangrijk om bewust te beslissen of je naar de nieuwe situatie toe wil. Een van mijn experts vertelde dat ze dan gaat zingen en dansen. Voor mensen met een lage ik-waarde is de techniek moeilijker toe te passen. Deze mensen zouden iets meer voorbereidingstijd moeten nemen. Dat wil zeggen: ze dienen meer tijd te nemen voor stap 1 tot en met 3. 7. Wat is de belangrijkste stap? Stap drie is de allerbelangrijkste stap. Als je in een goede state komt, loopt de rest vanzelf wel. Door je ik-waarde te versterken, versterk je het positieve gevoel van de ander. Het evenwicht tussen aandacht voor jezelf ( bij jezelf blijven) en aandacht voor de ander ( aanpassen) ontstaat daardoor vanzelf. Voor mij was het een eye-opener dat alles mag gebeuren. Je gaat ervan uit dat het gezellig, ontspannen en positief zal verlopen. Je staat open voor dat wat er gebeurt. Tot mijn verrassing geeft dit de soepelheid en flair in de beweging. 8. Wat is de relatie tussen de stappen? De ene stap is een voorbereiding voor de volgende stap. De laatste stap kost het minst aan tijd. Het is wel een belangrijke stap maw, deze stap kan niet weggelaten worden.
9. Welke hindernissen verwacht ik bij de doelgroep en hoe wil ik daarmee omgaan? Ik verwijs hierbij naar vraag 6. Louella Rondon lrondon@nimbmw.nl