CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 21. Cultuur

Hoofdstuk 22. Cultuur

CULTUURMONITOR. Onderzoek naar cultuurparticipatie 2017

CULTUURMONITOR HEERLEN 2014

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

GEMEENTE EMMEN CULTUURMONITOR 2014

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007

Bijlage B Sport en cultuur. Annet Tiessen-Raaphorst Andries van den Broek

CULTUURPARTICIPATIE (2015)

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004 en 2006

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007

VTO-cultuurvragen. Pagina 1 van 12 Cultuurvragen uit VTO SCP/CBS

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004, 2006 en 2008

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011


Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Cultuurbeoefening, cultuurbezoek en cultuurwaardering

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1

De slag om de vrije tijd

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen Januari 2012

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008

Gemeente Breda. Rapportage Digipanel. SSC Onderzoek en Informatie. "Hoe zit het eigenlijk met de jeugd van tegenwoordig?"

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017

Cultuurbereik in Noord-Holland 2009

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES

Gultuur voor iedereen?!

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

Culturele activiteiten in Noord

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Museumbezoek meest favoriet cultureel uitje Rapport - onderzoek naar cultuurbeleving van Nederland

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

BEZOEK CULTURELE ACTIVITEITEN

Cultuur Bereik Maastrichtenaren 2005

Cultuur in Oost. Cultuuronderzoek in Utrecht Oost. Rapportage: Drs. D.L. van der Veen. Utrecht, maart 2009

Vrije tijd & Cultuur in Almere De cultuurparticipatie van Almeerders

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Cultuur en uitgaan in Ede 2013

Cultuuronderzoek Metropoolregio Amsterdam

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011

Onderzoek Cultuurparticipatie

Amateurkunst & publiek

Tabellen cultuurparticipatie. s-hertogenbosch. 2004, 2006, 2008 en 2010

BIJLAGEN. De virtuele kunstkar. Cultuurdeelname via oude en nieuwe media. Het culturele draagvlak, deel 11. Nathalie Sonck.

Stadspanel-onderzoek naar cultuur in de gemeente Assen

Amateurkunst - de feiten. Monitor Amateurkunst in Nederland 2009

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2015

Beleidsregels subsidies Hof van Twente 2014

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

Gemeente Breda. Bestuursdienst Afdeling Onderzoek en Informatie. Cultuurparticipatie in Breda

Senioren en cultuur. Interesses, motieven, kansen en beperkingen

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Snapshot Amateurkunsten

Digipanel Theater aan de Parade

Sportparticipatie Volwassenen

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

CLIËNTTEVREDENHEIDSONDERZOEK BREED SOCIAAL LOKET GEMEENTE EDAM-VOLENDAM

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname

Talentontwikkeling in de vrijetijdsketen

Samenvatting. Vrijwilligers in de Amateurkunst

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2013

Cultuurparticipatie in Deelgemeente Kralingen-Crooswijk

Onderzoeksrapport Cultuur. Inwonerspanel Rheden Spreekt. Onderzoeksperiode: Kwartaal Referentie: 15007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. Uitgaan, sport en cultuur 2007

Cultuurbereik Sociaal Geografisch Bureau gemeente Dordrecht. drs. F.W. Winterwerp drs. I.A.C. Soffers

Sociale samenhang in Groningen

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006

Cultuurmonitor Afdeling Samenleving. November 2017

Imago-onderzoek Rotterdam onder studenten

Wie doen er aan sport en cultuur?

Stadspanel Enkhuizen. Gemeente Enkhuizen December

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils.

Uit de beleidsnota: De overlap tussen online en offline cultuurparticipatie. 3 modaliteiten van cultuurparticipatie Verbreding

OOG TV en Radio. Marjolein Kolstein. Mei Laura de Jong. Kübra Ozisik.

Digipanel s-hertogenbosch over: De Uitkrant s-hertogenbosch

Gemeente Houten Cultuur, verkeer en groen. Den Dolder, 19 mei 2008 ir. Martine van Doornmalen ir. Ingmar van den Brink

Stad en raad Een Stadspanelonderzoek

Wie doen er aan sport en cultuur?

Subsidieregels Hof van Twente 2016

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Pilot cultuurparticipatie Delfshaven

De kunst van samen vernieuwen

Leefstijlen in de Drechtsteden

Senioren en actieve kunstbeoefening

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

Mening van het digitaal Burgerpanel Oss over: Kunst en Cultuur. Gemeente Oss. December 2013

Persbericht Het bereik van de kunsten

De Stand van Brabant Thema Cultuur

Talenten in beeld Paper ten behoeve van Onderzoeksconferentie Cultuureducatie en Cultuurparticipatie, 25 november 2013, Tilburg

Transcriptie:

CULTUURMONITOR HEERLEN VOLWASSENEN September 2012 Bureau Onderzoek & Statistiek Gemeente Heerlen

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 1.1 Algemeen 5 1.2 Doel van het onderzoek 5 1.3 Leeswijzer 6 2. Begrippenlijst 7 3. Samenvatting 9 4. Culturele activiteiten in vrije tijd 11 4.1 Zelf beoefenen van culturele activiteiten 11 4.2 Redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur 17 4.3 Lidmaatschap 18 4.4 Tijdsbesteding 20 4.5 Vrijwilligerswerk voor culturele organisaties 21 5. Bezoek aan culturele voorzieningen en activiteiten 23 5.1 Bezoek aan culturele voorstellingen 23 5.2 Bezoek aan cultureel erfgoed en galeriebezoek 26 5.3 Gebruik maken van uitleeninstellingen 28 5.4 Bezoek aan (besloten) feesten 29 6. Cultuur in Heerlen 31 6.1 Bezoek aan Heerlense culturele voorzieningen 31 6.2 Bezoek aan festivals en evenementen 33 6.3 Cultuur in de wijk 35 6.4 Cultuur op straat 35 7. Media 37 7.1 Bekijken en beluisteren van culturele uitvoeringen of vertoningen via media 37 7.2 Boeken 37 7.3 Informatie verkrijgen over culturele activiteiten 38 8. Stellingen over cultuur 41 8.1 Cultuur in het algemeen 41 8.2 Cultureel aanbod in Heerlen 43 9. Achtergrondkenmerken 47 10. Conclusies en aanbevelingen 49 11. Literatuurlijst 53 Bijlage I: Onderzoeksverantwoording Bijlage II: Cultuur in de Atlas voor gemeenten 2011 & 2012 I V

1. INLEIDING 1.1 Algemeen Volgens Marlet & van Woerkens (2009, 2010 & 2011) is veel cultuuraanbod in een stad goed voor de aantrekkingskracht op huishoudens en de concurrentiepositie van een stad op de woningmarkt. Ook stellen zij dat cultuur van groot belang is voor de lokale economie. Dit zijn belangrijke gegevens voor steden waarvan de bevolkingsgroei stagneert of waar men met krimp te maken heeft. Steden concurreren met elkaar bij het aantrekken van huishoudens en bedrijven en zullen dat in toekomst steeds meer gaan doen. Cultuur wordt dus van steeds groter belang voor steden. Naast het aantrekken van huishoudens en bedrijven is het belangrijk om inwoners en ondernemers voor de stad te behouden. Inwoners van een stad hebben een sociaaleconomische band met de plaats waar ze wonen door de nabijheid van vrienden, familie en werk (Hospers, 2011), maar daarnaast is de (culturele) aantrekkelijkheid van de stad ook van groot belang voor het vasthouden van inwoners. De gemeente Heerlen onderschrijft dat cultuur en creatieve industrie van groot belang zijn voor de ontwikkeling en de economie van de stad. De culturele sector wordt als een motor voor de ontwikkeling van onze stad beschouwd. Daarnaast levert cultuur een belangrijke bijdrage aan de participatie van burgers aan de samenleving. Door het mogelijk te maken passief en actief cultuur te beleven, worden Heerlenaren gestimuleerd deel te nemen te nemen aan de maatschappij. Het van cultuurbereik en -participatie is daarom één van de vier prioriteiten voor de Culturele Agenda 2013-2016, die onder meer gebaseerd is op het Meerjarig Bestuurlijk Programma 2011-2014 van de gemeente Heerlen. De afgelopen jaren heeft de gemeente Heerlen een Culturele Lente gekend. Er zijn toonaangevende evenementen, exposities en voorstellingen georganiseerd, waarmee Heerlen en Parkstad op de kaart zijn gezet. Naast deze in het oog springende activiteiten - die het imago van Heerlen behoorlijk opgevijzeld hebben wordt ook geïnvesteerd in het leggen van een culturele basis voor de toekomst door middel van bijvoorbeeld cultuureducatie. De gemeente Heerlen vindt het belangrijk om de Heerlenaren zelf meer te betrekken bij cultuur en om de talenten van iedereen zo goed mogelijk te benutten. Op die manier wil de gemeente Heerlen het energiek en creatief imago van de stad uitbouwen om mensen te binden en mensen van buitenaf naar Heerlen toe te trekken. Met deze aanpak wil de gemeente niet alleen verder, ze wil deze gaan intensiveren. De gemeente wil zich met name richten op een toename van het aantal burgers dat actief deelneemt aan activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed. Om te weten waar Heerlen staat op cultureel gebied en om de effecten van het gevoerde beleid, voortvloeiend uit het Meerjarig Bestuurlijk Programma, te kunnen meten, is deze cultuur-monitor opgezet. Deze monitor zal om de twee jaar herhaald worden. De meting van 2012 kan gezien worden als een nulmeting. 1.2 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is om de cultuurparticipatie van de inwoners van de gemeente Heerlen, het publieksbereik van cultuur én de beleving van cultuur in beeld te brengen om het cultuurbeleid van de gemeente Heerlen beter te kunnen monitoren en evalueren. Daarnaast wordt beoogd inzicht te verkrijgen in de wijze waarop de cultuurparticipatiegraad kan worden verhoogd. De vraagstelling luidt dan ook als volgt: In hoeverre maken inwoners van de gemeente Heerlen gebruik van culturele voorzieningen en nemen ze deel aan culturele activiteiten, hoe beoordelen ze cultuur en het cultuuraanbod in Heerlen en op welke wijze kan de cultuurparticipatie worden verhoogd? 5

De vraagstelling kan in de volgende onderzoeksvragen onderverdeeld worden: Wat is het bereik van het cultuuraanbod bij de Heerlense burgers? Hoeveel Heerlense burgers nemen actief deel aan culturele activiteiten? Hoe groot is de cultuurparticipatie per stadsdeel? In hoeverre maken de Heerlense burgers gebruik van de verschillende media bij het (indirect) tot zich nemen van cultuur? Wat is het oordeel van de burgers uit de gemeente Heerlen over cultuur in het algemeen? Hoe beoordelen de Heerlense inwoners het aanbod van cultuur in de gemeente Heerlen? Hoe kun je het aantal Heerlense burgers dat actief deelneemt aan culturele activiteiten vergroten? 1.3 Leeswijzer Hieronder worden enkele punten toegelicht die van belang zijn bij het lezen en interpreteren van de onderzoeksuitkomsten die in dit rapport gepresenteerd zijn. Voor onderzoekstechnische achtergrondinformatie wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording die als bijlage I bij dit rapport is opgenomen. Hierin wordt meer informatie gegeven over zaken als onderzoeksmethode, respons, representativiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid. Algemeen Het grootste gedeelte van het onderzoek is gebaseerd op enquête-onderzoek. Aan de inwoners van Heerlen is naar hun gedrag en mening met betrekking tot cultuur gevraagd. Het gaat dus om subjectief gerapporteerd gedrag. Uitkomsten kunnen dus afwijken van objectieve cijfers over bijvoorbeeld cultuurdeelname. In de rapportage wordt ook aandacht besteed aan deze objectieve cijfers. Een ander aandachtspunt is dat er in de onderzoeksgroep waarschijnlijk sprake is van zelfselectie aangezien bewoners zelf bepalen of ze wel of niet meedoen aan het onderzoek. Mensen die zelf deelnemen aan cultuur, zowel passief als actief, zullen eerder geneigd zijn om het onderzoek in te vullen dan mensen die weinig interesse in cultuur hebben. De cijfers die dus in deze nulmeting gepresenteerd worden, gaan daarom echt meerwaarde hebben bij de vervolgmetingen. Dan kan er daadwerkelijk gekeken worden naar ontwikkelingen en verschillen. Om toch een inschatting te maken van de stand van zaken op cultureel gebied, is in deze rapportage ook gekeken naar uitkomsten van andere gemeentemonitors of andere cultuuronderzoeken (bijvoorbeeld onderzoek van Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). De vragen in het onderzoek hebben grotendeels betrekking op de periode van 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. Het onderzoek is in februari-maart 2012 uitgevoerd dus de periode waar de cijfers betrekking op hebben ligt 12 maanden hiervoor. Het onderzoek is uitgevoerd onder inwoners van de gemeente Heerlen vanaf 18 jaar. De uitkomsten worden gepresenteerd in de vorm van figuren, tabellen en aanvullende commentaren. Afhankelijk van de inhoudelijke relevantie worden de uitkomsten al dan niet uitgesplitst naar geslacht, leeftijdsklassen en stadsdelen. De leeftijdsklasse 18-26 jaar wordt niet apart weergegeven omdat deze groep onvoldoende vertegenwoordigd is in het onderzoek (zie ook bijlage I). De resultaten van deze groep worden wel in de totale aantallen meegenomen. Indeling In de volgende hoofdstukken worden de resultaten van het onderzoek beschreven. Na de begrippenlijst volgt de samenvatting, gevolgd door hoofdstuk 4 dat gaat over het zelf beoefenen van culturele activiteiten. Hoofdstuk 5 behandelt het bezoek aan culturele voorzieningen en activiteiten. Cultuur in Heerlen komt in hoofdstuk 6 aan bod, media en de mening over cultuur in de hoofdstukken 7 en 8. In hoofdstuk 9 worden de achtergrondkenmerken in relatie tot cultuur bekeken en de rapportage wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen en de literatuurlijst. 6

2. BEGRIPPENLIJST Tijdens het onderzoek hebben we gemerkt dat bepaalde begrippen met betrekking tot cultuur niet door iedereen eenduidig worden gebruikt. Om misverstanden te voorkomen geven we hieronder voor een aantal begrippen een korte uitleg. Bereik van het cultuuraanbod: het aantal mensen dat een bezoek brengt aan culturele of uitgaansvoorzieningen. Cultuur: In brede zin wordt het gebruikt voor 'alles wat door de samenleving wordt voortgebracht'. 'Cultuur' wordt dan tegenover natuur' gesteld. In engere zin wordt het woord gebruikt voor kunstuitingen of voor kunst en wetenschap, inclusief literatuur, architectuur, en dergelijke. 1 Deze laatste betekenis wordt voor dit onderzoek gehanteerd. Cultuurbeleid: Het geheel van overwegingen en maatregelen van de overheid, gericht op het bevorderen van de kwaliteit van de cultuur en het ondersteunen van haar functioneren voor mens en samenleving. 1 Cultuurparticipatie: het actief deelnemen aan activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed. 2 Cultureel erfgoed : musea, archieven en bezienswaardige gebouwen, dorpen en stadsdelen. Culturele voorzieningen: instellingen/plaatsen waar men voorstellingen, (feesten met) optredens of tentoonstellingen op het gebied van cultuur kan bezoeken zoals schouwburg, poppodia, musea, bibliotheken, muziekscholen. Culturele activiteiten: bezigheden op het gebied van beeldende kunst, muziek, nieuwe media, heemkunde, creatief schrijven, dansen en theater. Media: radio, televisie, internet als bronnen van informatie. Uitleeninstellingen: voorzieningen waar men terecht kan voor het lenen van materiaal zoals bibliotheek, videotheek, fonotheek (muziekuitleen) en artotheek (kunstuitleen). 1 FOV. (2011). Begrippenlijst sociaal-cultuur volwassenwerk. Verkregen op 11 augustus 2011 van http://www.fov.be/img/doc/begrippenlijst.doc 2 Kennisatelier Cultuurparticipatie. (2011). Veelgestelde vragen. Verkregen op 11 augustus 2011 van http://www.kennisatelier.nl. 7

8

3. SAMENVATTING Cultuur leeft in Heerlen! Uit het onderzoek blijkt dat een zeer groot gedeelte van de inwoners van de gemeente Heerlen zowel zelf actief bezig is met cultuur als gebruik maakt van het culturele aanbod. Zo heeft meer dan helft van de inwoners zich in de afgelopen 12 maanden in zijn vrije tijd beziggehouden met kunstbeoefening. Met name activiteiten die vallen onder beeldende kunst zijn populair, gevolgd door muzikale activiteiten en nieuwe media. Het overgrote deel van de kunst- beoefenaars doet dit alleen of in persoonlijke kring, bijna een derde doet dit in verenigingsverband en 7% via een culturele instelling. De meeste inwoners besteden 1 tot 4 uur per week aan deze activiteiten. Van de Heerlenaren die zelf cultureel actief zijn, verricht iets meer dan een vijfde vrijwilligerswerk in de culturele sector. Mensen die zelf actief aan kunstbeoefening doen, verrichten ook vaker vrijwilligerswerk. De voornaamste redenen om niet actief deel te nemen aan culturele activiteiten liggen in de interessesfeer, het ervaren van tijdgebrek en de eraan verbonden kosten; een vijfde deel van de inwoners geeft aan dat ze het te duur vinden. Het blijkt dat kosten niet alleen een barrière is die inwoners belemmert om zelf actief deel te nemen aan activiteiten maar ook om (meer) voorstellingen of culturele voorzieningen te bezoeken. En het blijkt dat de inwoners van Heerlen graag culturele en/of uitgaansvoorzieningen bezoeken. Bijna negen op de tien inwoners heeft culturele voorstellingen bezocht. Als hierin filmvoorstellingen niet worden meegerekend, heeft nog steeds 82% van de Heerlenaren de afgelopen 12 maanden een culturele voorstelling bezocht. De Heerlense voorziening die door het overgrote deel van de inwoners bezocht is, is het Parkstad Limburg Theater gevolgd door de Royal en Kasteel Hoensbroek. Bijna iedere inwoner kan wel een Heerlens festival of evenement opnoemen en meer dan 80% heeft minstens één bezocht. De carnavalsoptocht in het centrum van Heerlen is het meest bekend onder en bezocht door de Heerlenaren, gevolgd door de braderie in Hoensbroek, de kermis in Heerlen en Cultura Nova. Meer dan de helft van de inwoners van Heerlen is in de afgelopen 12 maanden minstens één keer naar een besloten feest geweest. Dit betreft dan met name besloten feesten met livemuziek of met dj/vj. Meer dan driekwart van de Heerlenaren heeft de afgelopen 12 maanden cultureel erfgoed en galerieën bezocht. Met name bezienswaardige gebouwen, dorpen en stadsdelen en galerieën worden in Heerlen vaker bezocht in vergelijking met andere (landelijke) cijfers. Bijna de helft van de inwoners maakt gebruik van uitleeninstellingen, waarvan de bibliotheek de meest populaire is. Meer dan 80% van de inwoners heeft de afgelopen 12 maanden minstens één boek gelezen. Vier op de tien inwoners weet dat er culturele activiteiten in de wijk worden aangeboden, een even groot deel geeft aan niet te weten of dit in hun wijk het geval is. Van de inwoners die bekend zijn met de wijkactiviteiten doet meer dan de helft van de inwoners (wel eens) mee. Meer dan 40% van de inwoners heeft korter dan een maand geleden stil gestaan bij een beeld, schilderij of muziek op straat. Via televisie, radio en internet worden door 95% van de inwoners van de gemeente Heerlen culturele voorstellingen of vertoningen bekeken en beluisterd. Deze mediamiddelen worden met name gebruikt om films te bekijken. Veruit de meeste inwoners krijgen hun informatie over voorstellingen via de huis-aan-huisbladen. Andere veel voorkomende manieren zijn via lokale/regionale dagbladen, brochures, folders, flyers, programmaboekjes, de stadskrant en affiches, uithangborden, posters. De inwoners geven aan dat de informatie nu nog te verspreid wordt aangeboden en dat dit verbetering behoeft. Er bestaat behoefte aan een duidelijke verzamelplek voor alle informatie over culturele activiteiten. 9

Cultuur vinden veel Heerlenaren belangrijk voor hun eigen gemeente en voor de Nederlandse samenleving (meer dan 80%). Het belang van cultuur voor de inwoner vindt bijna twee derde belangrijk. Blijkbaar vinden minder inwoners cultuur voor zichzelf belangrijk dan voor hun gemeente en voor Nederland. Meer dan de helft van de inwoners is tevreden over het cultureel aanbod voor wat betreft variatie, aantal en bekendheid. Over de betaalbaarheid zijn een stuk minder inwoners tevreden. Maar 37% vindt dat het cultureel aanbod voldoende betaalbaar is. Dit is ook terug te zien bij de vraag naar wat er zou moeten veranderen aan het culturele aanbod zodat mensen actiever gaan deelnemen. Er komen veel opmerkingen over het reduceren van de kosten. Andere verbeterpunten liggen op het vlak van aanbod, bijvoorbeeld meer laagdrempelige activiteiten op meer openbare plekken. Zoals al eerder genoemd is de informatievoorziening een punt dat ook vaak genoemd is en waar winst te halen is. 10

4. CULTURELE ACTIVITEITEN IN VRIJE TIJD Dit hoofdstuk richt zich op cultuurparticipatie; met andere woorden het zelf actief beoefenen van of deelnemen aan kunst en cultuur. Allereerst wordt ingegaan op het zelf beoefenen van culturele activiteiten en op redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur. Vervolgens komen lidmaatschap van culturele verenigingen, tijdsbesteding en vrijwilligerswerk in de culturele sector aan bod. De antwoorden hebben betrekking op de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. 4.1 Zelf beoefenen van culturele activiteiten Meer dan de helft (57%) van de inwoners van Heerlen beoefent één of meerdere culturele activiteiten in zijn vrije tijd. De categorieën streekhistorie en heemkunde worden in andere onderzoeken naar cultuur niet als amateurkunst aangemerkt. Als we deze categorieën weglaten in het totale percentage, dan daalt het percentage mensen dat deelneemt aan culturele activiteiten met 3 procentpunten naar 54%. Figuur 1 geeft per activiteit aan hoeveel procent van de inwoners deze actief beoefent. Figuur 1 : Percentage deelname aan culturele activiteiten Tekenen, schilderen, grafisch werk 17% Zingen Muziekinstrument bespelen Fotografie/film/video 14% 14% 15% Beeldhouwen, boetseren etc. 11% Streekhistorie Heemkunde Verhalen/gedichten schrijven Websites ontwerpen Werken met textiel 9% 8% 8% 7% 7% Muziek maken op de computer (Volks)dans, (jazz)ballet Anders Spelen in een band 6% 5% 4% 4% Toneel, mime Hiphop, rap etc 1% 2% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% 20% 11

Te zien is dat tekenen, schilderen of grafisch werk de activiteiten zijn die het meest beoefend worden, namelijk door 17% van de Heerlenaren. Zingen, een muziekinstrument bespelen en fotografie/film/video zijn vervolgens met 15%, respectievelijk 14%, de meest ondernomen culturele activiteiten. Iets meer dan één op de tien inwoners (11%) heeft zich de afgelopen 12 maanden bezig gehouden met beeldhouwen, boetseren, pottenbakken en sieraden maken. De overige activiteiten worden door minder dan 10% van de inwoners beoefend. Van de inwoners uit Heerlen die een culturele activiteit beoefenen, oefent 40% één activiteit uit, 23% beoefent twee activiteiten en 35% drie activiteiten of meer. De activiteiten kunnen onderverdeeld worden in 7 disciplines: Beeldende kunst: tekenen/schilderen/grafisch werk, beeldhouwen/boetseren/pottenbakken / sieraden maken en werken met textiel; Muziek: zingen, muziekinstrument bespelen en spelen in een band; Theater: toneel, mime; Dans: (volks)dans/(jazz)ballet en hiphop, rap etc.; Creatief schrijven: verhalen/gedichten schrijven; Nieuwe media: fotografie/film/video, muziek maken op de computer en websites ontwerpen; Heemkunde: heemkunde en streekhistorie. In figuur 2 is te zien welk aandeel van de inwoners zelf actief is in de onderscheiden disciplines. Figuur 2: Culturele activiteiten onderverdeeld in disciplines Beeldende kunst 26% Muziek 23% Nieuwe media 20% Heemkunde 13% Creatief schrijven 8% Dansen 6% Theater 2% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Meer dan een kwart (26%) van de inwoners heeft de afgelopen 12 maanden minstens één activiteit beoefend die onder de discipline beeldende kunst valt. Iets minder dan een kwart (23%) van de Heerlense bevolking heeft activiteiten op muzikaal vlak beoefenend en één op de vijf inwoners is actief geweest op het vlak van nieuwe media. Dansen en theater zijn disciplines waarin minder Heerlenaren actief zijn. 12

Bepaalde activiteiten worden door inwoners frequenter uitgeoefend dan anderen. In onderstaande tabel is weergegeven hoe vaak de inwoners elke activiteit gedurende 12 maanden hebben uitgevoerd. Tabel 1: Aantal keren dat inwoners culturele activiteiten beoefend hebben, in procenten 0 KEER 1-3 KEER 4-11 KEER 12 KEER Tekenen, schilderen, grafisch werk 83% 10% 3% 4% Zingen 85% 5% 1% 8% Muziekinstrument bespelen 86% 3% 1% 10% Fotografie/film/video (geen vakantie- of familiekiekjes/ familiefilmpjes) 86% 5% 4% 4% Beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken 89% 8% 2% 1% Streekhistorie 91% 6% 2% 1% Heemkunde 92% 5% 1% 2% Verhalen/gedichten schrijven 92% 4% 2% 2% Websites ontwerpen 93% 5% 1% 1% Werken met textiel (textiele werkvormen), wandkleden maken, weven 93% 3% 2% 2% Muziek maken op de computer 95% 3% 1% 2% (Volks)dans, (jazz)ballet 95% 2% 1% 3% Anders, namelijk. 96% 1% 1% 3% Spelen in een band 96% 1% 1% 3% Toneel, mime 98% 1% 0% 1% Hiphop, rap etc. 99% 1% 0% 0% In figuur 1 hebben we gezien dat tekenen, schilderen e.d. de actieve culturele bezigheden zijn die het vaakst genoemd zijn door de inwoners. Als inwoners echter actief zijn met deze bezigheden dan is dit met name 1 tot en met 3 keer in een jaar. Zingen en een muziekinstrument bespelen waren activiteiten die volgden na tekenen, schilderen e.d. en deze activiteiten worden vaker uitgeoefend. Eén op de 10 inwoners heeft gemiddeld op zijn minst maandelijks een instrument bespeeld en 8% heeft gemiddeld één keer per maand gezongen. Dit is te verklaren doordat deze activiteiten, in tegenstelling tot de beeldende kunst, vaker in georganiseerd verband beoefend worden zoals een fanfare of een koor en deze regelmatig repeteren (zie tabel 2). In deze tabel wordt het aandeel beoefenaars van activiteiten in georganiseerd verband weergegeven. Hierin is te zien dat bepaalde activiteiten meer in georganiseerd verband worden uitgevoerd dan andere activiteiten. Met georganiseerd verband worden instellingen voor kunstzinnige vorming bedoeld evenals lidmaatschap van een vereniging, club of gezelschap. Spelen in een band gebeurt meestal in georganiseerd verband. Dit geldt ook voor activiteiten die met meerdere mensen worden uitgevoerd zoals (volks)dans en (jazz)ballet. Ook een muziekinstrument bespelen en zingen gebeurt voor een groot deel, door bijna de helft van de beoefenaars, in vereniging, club, gezelschap of instelling. Het betreft dus met name activiteiten in de disciplines muziek, dans en theater. 13

Tabel 2: Aandeel beoefenaars dat activiteiten (vooral) in georganiseerd verband uitoefent Culturele activiteit Percentage Spelen in een band 63% (Volks)dans, (jazz)ballet 61% Zingen 52% Muziekinstrument bespelen 47% Toneel, mime 47% Heemkunde 42% Verhalen/gedichten schrijven 33% Tekenen, schilderen, grafisch werk 30% Fotografie/film/video (geen vakantie- of familiekiekjes/familiefilmpjes) 30% Muziek maken op de computer 29% Websites ontwerpen 28% Streekhistorie 28% Beeldhouwen, boetseren, pottenbakken, sieraden maken 25% Werken met textiel (textiele werkvormen), wandkleden maken, weven 23% Hiphop, rap etcetera 20% In figuur 3 wordt het aandeel inwoners van Heerlen dat culturele activiteiten beoefent verder uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel. Zoals al in de inleiding is aangegeven, worden de resultaten van de leeftijdsgroep 18-26 jaar niet weergegeven. Figuur 3: Percentage Heerlenaren dat culturele activiteiten beoefent, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 54% 58% 57% 52% 60% 55% 54% 60% 49% Iets meer vrouwen (58%) dan mannen (54%) beoefenen culturele activiteiten. Het percentage Heerlenaren dat cultureel actief is, is het laagst in de leeftijdscategorie 45-64 jaar en het hoogst in de categorie 65 jaar en ouder (52%, respectievelijk 60%). Sommige activiteiten worden met name door de jongste leeftijdsgroep gedaan zoals muziekinstrument bespelen en spelen in een band. Andere activiteiten zoals streekhistorie en heemkunde worden meer beoefend naarmate men ouder wordt. In Heerlen-Stad zijn zes op de tien inwoners actief in het beoefenen van culturele activiteiten, op Heerlerbaan is dit percentage met 49% het laagst. 14

Vergelijking met landelijke cijfers Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) voert met enige regelmaat onderzoeken uit naar aanvullende voorzieningengebruik (AVO). Het doel is om gegevens te verkrijgen over het gebruik van een groot aantal maatschappelijke en culturele voorzieningen door de Nederlandse bevolking vanaf 6 jaar. Het meest recente onderzoek 3 is weliswaar gepubliceerd in 2009 maar werd uitgevoerd in 2007. Dit betekent dat de cijfers al vijf jaar oud zijn en er vraagtekens bij de actuele waarde gezet kunnen worden. Hierdoor en door de verschillen in onderzoekspopulatie zijn de resultaten niet zondermeer te vergelijken met de cijfers van Heerlen. In Heerlen bestaat de onderzoekspopulatie namelijk uit inwoners vanaf 18 jaar. Daarnaast zijn er ook altijd verschillen in onderzoeksmethodiek en de gehanteerde definities en categorieën, hetgeen altijd invloed kan hebben op de resultaten. Om landelijke cijfers te vergelijken met de cijfers uit het onderzoek in Heerlen is dus enige voorzichtigheid geboden. Toch is het interessant om naar de landelijke gegevens te kijken om zo een idee te krijgen van de situatie in Heerlen ten opzichte van het landelijk beeld. Naast het SCP zijn er ook andere organisaties die cijfers over cultuur publiceren. Kunstfactor is een landelijk sectorinstituut amateurkunst. In 2011 hebben zij een monitor ontwikkeld om de amateurkunstsector cijfermatig in kaart te brengen: de Monitor Amateurkunst (MAK). Het betreft landelijke cijfers van Nederlanders van 6 jaar en ouder. Deze cijfers zijn afkomstig van 2011 en hebben dus een hoge actuele waarde. Omdat hier echter ook de onderzoekspopulatie verschilt met het onderzoek van Heerlen en er ook verschillen zullen zijn in methodiek, is één op één vergelijken lastig. In de onderstaande tabel zijn de cijfers uit de landelijke onderzoeken en het onderzoek van Heerlen naast elkaar gezet. Bij het totaal percentage in Heerlen zijn de categorieën heemkunde en anders niet meegenomen om zo een vergelijking te kunnen maken met de landelijke cijfers waarin deze categorieën ook niet zijn meegenomen. Tabel 3: Percentages deelname in diverse disciplines* uit verschillende onderzoeken AVO 2007 MAK 2011 Heerlen 2012 Totaal waarvan: 48% 48% 50% * Beeldende Kunst 23% 21% 26% Muziek 22% 16% 23% Nieuwe Media 18% 15% 20% Dans 11% 11% 6% Creatief Schrijven 7% 13% 8% Theater 3% 5% 2% Mannen 44% 42% 48% * Vrouwen 55% 58% 55% * *percentage zonder categorieën heemkunde, streekhistorie en anders. 3 Cultuurbewonderaars en cultuurbeoefenaars, SCP, Den Haag 2009. 15

Vervolg tabel 3 AVO 2007 MAK 2011 Heerlen 2012 6-11 jaar 69% 76% 12-19 jaar 71% 54% 20-34 jaar 47% 50% 27-44 jaar: 54% 35-49 jaar 46% 52% 50-64 jaar 47% 46% 45-64 jaar: 48% 65 jaar en ouder 39%-35% 44% 65 jaar en ouder: 52% Kijken we naar het totale aandeel inwoners dat cultureel actief is, dan is te zien dat dit in Heerlen iets hoger ligt dan het landelijke cijfer. In de beide landelijke onderzoeken is, evenals in Heerlen, het grootste aandeel inwoners actief in de beeldende kunst en muziek, gevolgd door nieuwe media. Dans en creatief schrijven strijden om de vierde en vijfde plaats en theater wordt in alle onderzoeken door een klein gedeelte van de bevolking uitgeoefend. Volgens het SCP is het aandeel dat aan kunstbeoefening doet al vele jaren stabiel. Ook in de verschillende disciplines zijn er geen grote wijzigingen te zien behalve bij nieuwe media waar het percentage deelnemers verdubbelde tussen 1995 en 2003. Gezien de technologische ontwikkelingen op computergebied is dit begrijpelijk. De cijfers in de verschillende disciplines uit het AVO en de cijfers van Heerlen komen vrij goed overeen. Het grootste verschil is te zien bij de discipline dans. Deze is in het AVO landelijk 11% en in Heerlen 6%. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat er in de vragenlijst van het AVO naar meer vormen van dans gevraagd is namelijk moderne dans of ballet, dans, streetdance/breakdance/rap/ hip-hop. De cijfers van Kunstfactor verschillen op verschillende disciplines met de gegevens uit Heerlen. Zo ligt de actieve deelname aan muziekactiviteiten, beeldende kunst en nieuwe media in Heerlen hoger dan het landelijke cijfer van de MAK. De deelname in de disciplines theater, dans en creatief schrijven ligt in Heerlen daarentegen weer lager. Ook komt in alle drie de onderzoeken naar voren dat meer vrouwen dan mannen culturele activiteiten beoefenen. In Heerlen liggen deze percentages nog het minst uit elkaar. Qua leeftijdsopbouw is te zien dat landelijk de participatie afneemt naarmate de leeftijd toeneemt. Voor Heerlen geldt dit niet. Weliswaar zijn de 27-44-jarigen Heerlenaren ook het meest actief, maar bij de 65-plussers is een piek te zien in tegenstelling tot de landelijke cijfers. De Heerlense cijfers kunnen ook naast de cijfers van andere cultuurmonitors gelegd worden. Het betreft 10 andere cultuurmonitors. In tabel 4 zijn 11 culturele activiteiten weergegeven. In de tweede kolom wordt het laagste en het hoogste percentage van de andere monitors weergegeven. Voor deze vergelijking geldt eveneens dat de cijfers niet één op één met elkaar vergeleken kunnen worden omdat er verschillen zijn in onderzoeksmethode en onderzoekspopulatie maar over het algemeen gebruiken ze wel de Richtlijn Cultuurparticipatie Onderzoek (RCO) waardoor veel vragen exact hetzelfde zijn en dus de antwoorden beter te interpreteren zijn. De onderzoeken hebben plaatsgevonden tussen 2005 en 2009. 16

Tabel 4: Percentage inwoners dat culturele activiteit beoefent Andere cultuurmonitors Heerlen Tekenen e.d. 13-23% 17% Zingen 10-23% 15% Muziekinstrument 10-17% 14% Foto/film 9-21% 14% Schrijven 6-14% 8% Websites bouwen 6-11% 7% Beeldhouwen e.d. 5-11% 11% Textiel 4-10% 7% Dans/ballet 4-10% 5% Muziek computer 3-7% 5% Toneel 2-4% 2% Wanneer we de gegevens vergelijken met cultuuronderzoeken uit andere gemeenten valt op de meeste populaire kunstzinnige hobby s zijn: tekenen (inclusief schilderen en grafisch werk), zingen, muziekinstrumenten bespelen en fotografie, film of video. Deze liggen boven de 10%. In Heerlen liggen deze hobby s eveneens boven de 10%. 4.2 Redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur Als voornaamste reden om niet actief deel te nemen (figuur 4) aan cultuur binnen de Gemeente Heerlen wordt aangegeven dat men geen interesse hierin heeft (29%). Een kwart van de inwoners geeft aan dat men geen tijd heeft en één vijfde vindt het te duur om actief deel te nemen aan culturele activiteiten. Andere redenen die gegeven worden zijn gezondheidsklachten (12%), onvoldoende bekendheid over het aanbod (10%) of onvoldoende aanbod in de buurt (4%). Figuur 4: Redenen om niet actief deel te nemen aan cultuur Onvoldoende aanbod 4% Onvoldoende bekendheid 10% Geen interesse 29% Gezondheidsklachten 12% Te duur 20% Geen tijd 25% 17

Vergelijking met landelijke cijfers Kijken we naar de cijfers van Nederland (tabel 5) dan is te zien dat de voornaamste barrière gevormd wordt door het gebrek aan tijd, op afstand gevolgd door gebrek aan interesse en te hoge kosten. Dit zijn ook de drie meest genoemde redenen in het Heerlense onderzoek. In het landelijk onderzoek kunnen echter meerdere redenen gegeven worden door de respondenten waardoor de percentages hoger uitkomen dan in het Heerlens onderzoek en niet een op een te vergelijken zijn. Tabel 5: redenen om niet (meer) deel te nemen aan cultuur Nederland Heerlen Gebrek aan tijd 47% 25% Geen interesse 27% 29% Te duur 26% 20% Gebrek aan informatie 13% 10% Gebrek aan kennis/culturele achtergrond 12% / Gebrekkig aanbod 11% 4% 4.3 Lidmaatschap Aan de inwoners van Heerlen is gevraagd of ze voor één of meer activiteiten ingeschreven waren bij een instelling voor kunstzinnige vorming (muziekschool, creativiteitscentrum, etc.) of lid waren van een vereniging, club of gezelschap. In figuur 5 worden de uitkomsten weergegeven. Figuur 5: Lidmaatschap van inwoners die culturele activiteiten ontplooien Bij een instelling voor kunstzinnige vorming 7% Met anderen in persoonlijke kring 22% Alleen 42% Lid van een vereniging, club, gezelschap 30% Van de inwoners van Heerlen die een culturele activiteit beoefenen, doet het merendeel dit alleen (42%). Drie op de tien inwoners zijn lid van een vereniging en iets meer dan één op de vijf (22%) inwoners ontplooien culturele activiteiten met anderen in persoonlijke kring. Minder dan 10% is aangesloten bij een instelling voor kunstzinnige vorming. Wanneer we het lidmaatschap onderverdelen naar disciplines levert dit de volgende tabel op: 18

Tabel 6: Lidmaatschap amateurkunstenaars onderverdeeld naar disciplines Alleen In persoonlijke kring Instelling voor kunstzinnige vorming Lid van vereniging, club, gezelschap Beeldende Kunst 46% 28% 8% 18% Creatief schrijven 44% 23% 2% 31% Heemkunde 41% 26% 2% 32% Nieuwe media 41% 31% 7% 21% Muziek 31% 20% 8% 41% Theater 30% 22% 4% 44% Dans 14% 32% 7% 47% De verenigingsdeelname is het hoogst bij de disciplines dans en theater van de podiumkunsten. Overigens wordt dans ook vaak in persoonlijke kring beoefend. Ook muziek wordt met name in verenigings- en clubverband uitgevoerd. De meeste mensen die hun hobby alleen uitoefenen zijn te vinden in de disciplines beeldende kunst, gevolgd door creatief schrijven, nieuwe media en heemkunde. Vergelijking met landelijke cijfers In onderstaande tabel zijn de cijfers uit onderzoeken van het SCP en Kunstfactor naast de Heerlense cijfers gezet. Tabel 7: Lidmaatschap in Heerlen en Nederland AVO-SCP Nederland Heerlen Lid van vereniging, club of gezelschap 26% 30% 24% Ingeschreven bij een kunstinstelling (of bij particulier*) 16% 7% 12% *In het AVO is nog een aanvullende vraag gesteld namelijk of de inwoner voor de activiteit in de afgelopen 12 maanden deelgenomen heeft aan lessen, oefeningen, repetities of cursussen onder leiding van een leraar of beroepskracht, anders dan in instellingen zoals eerder genoemd. MAK In Nederland is ruim een kwart van de kunstbeoefenaars (26%) lid van een vereniging, club of gezelschap (AVO 2007). Volgens de cijfers uit de Monitor Amateurkunst (MAK) 2009 is dit 24%. Heerlen lijkt met 30% dus iets hoger te liggen. Uit de MAK blijkt dat één op de acht Nederlanders is ingeschreven bij een kunstinstelling (12%), in Heerlen ligt dit lager namelijk 7%. Het cijfer van het SCP ligt met 16% ook hoger. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat in het AVO naast de vraag of mensen ingeschreven stonden bij een instelling (zoals centrum voor de kunsten), ook nog een andere vraag gesteld is. Hierin werd gevraagd of ze in de afgelopen 12 maanden deelgenomen hadden aan lessen, oefeningen, repetities of cursussen onder leiding van een leraar of beroepskracht, anders dan de eerder genoemde instellingen. Deze antwoorden zijn ook meegenomen in de 16%. Uit de landelijke cijfers blijkt verder dat beoefenaars van nieuwe media en creatief schrijven bij uitstek solisten zijn. Verder heeft men in de podiumkunsten (muziek, theater en dans) vaker les en is men vaker georganiseerd dan in de beeldende kunstvormen. Dit beeld komt ook in het Heerlense onderzoek naar voren. 4.4 Tijdsbesteding 19

Gevraagd is aan de inwoners hoeveel tijd ze wekelijks gemiddeld besteden aan het beoefenen van de culturele activiteiten. De uitkomsten worden in de onderstaande figuur gepresenteerd. Figuur 6 Tijdbesteding 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 24% 39% 22% 7% 8% < 1 uur per week 1-3 uur per week 4-6 uur per week 7-10 uur per week > 10 uur per week Meer dan 60% van de actieve inwoners besteedt tot 4 uur per week aan culturele activiteiten. Het grootste gedeelte hiervan besteedt tussen de één en drie uur hieraan. In tabel 8 is de urenbesteding uitgesplitst naar de zeven disciplines. Tabel 8: Tijdsbesteding onderverdeeld naar disciplines < 1 uur 1-3 uur 4-6 uur 7-10 uur >10 uur Beeldende Kunst 21% 43% 18% 8% 9% Muziek 14% 41% 28% 8% 10% Theater 9% 32% 14% 36% 9% Dans 16% 54% 19% 5% 5% Nieuwe media 18% 37% 25% 10% 10% Creatief schrijven 14% 43% 23% 11% 8% Heemkunde 27% 35% 24% 8% 7% Voor bijna alle disciplines geldt dat de meeste actieve amateurkunstenaars er tussen de 1 tot 3 uur tijd aan besteden. De inwoners die in hun vrije tijd actief in het theater zijn, besteden meer tijd aan hun hobby dan de inwoners die andere disciplines actief zijn. Hier is de groep die tussen de 7 en 10 uur tijd steekt in de kunstvorm het hoogst (36%). Opgemerkt dient te worden dat het aantal mensen dat aangegeven heeft aan toneel te doen relatief klein is (23 personen) hetgeen negatief is voor de betrouwbaarheid van de cijfers. Enige voorzichtigheid is dus geboden. Wanneer we de disciplines uitsplitsen naar activiteitniveau zoals in tabel 6, is te zien dat een kwart van de inwoners die spelen in een band, muziek maken op de computer en websites maken, hier meer dan 7 uur per week aan besteedt. Vergelijking met landelijke cijfers 20

In tabel 9 staan de landelijke cijfers m.b.t. tijdsbesteding uit het AVO 2009. Tabel 9: Aantal uren per week besteed aan kunstbeoefening (landelijk) Uren per week Kunstbeoefening totaal 6,9 Muziek 6,3 Creatief schrijven 4,8 Beeldende kunst 4,7 Dans 4,0 Nieuwe media 3,6 Bron: AVO 2009 Aangezien in het onderzoek in Heerlen niet specifiek naar het aantal uren gevraagd is, is dit niet te vergelijken. Wel kan uit de tabel opgemaakt worden dat er aan muziek de meeste uren besteed worden, gevolgd door creatief schrijven en beeldende kunst. Wanneer we kijken hoe groot het percentage inwoners in Heerlen is dat meer dan 4 uur per week aan amateurkunst doet, dan is deze het grootst bij theater, gevolgd door muziek en creatief schrijven. Dit komt dus overeen met de landelijke trend. 4.5 Vrijwilligerswerk voor culturele organisaties Aan de inwoners van de gemeente Heerlen is gevraagd of ze de afgelopen 12 maanden onbetaald werk verricht hebben voor een culturele organisatie (tabel 10). Hierop antwoordt 14% van de inwoners dat ze vrijwilligerswerk uitgevoerd hebben voor culturele organisaties zoals een muziek-, of toneelvereniging, cultureel festival, museum, bibliotheek of een schouwburg. Voeren mensen die zelf cultureel actief zijn, eerder vrijwilligerswerk uit? Dat blijkt inderdaad het geval te zijn want van de inwoners die zelf cultureel actief zijn, heeft 22% onbetaald werk in de culturele sector verricht. Slechts 5 % van de mensen die niet actief zijn in het uitvoeren van culturele activiteiten, voert ook vrijwilligerswerk in de culturele sector uit. Tabel 10: Vrijwilligerswerk voor kunstbeoefening in de vrije tijd naar discipline Totaal wel en niet beoefenaars Beoefenaars in Heerlen Niet-beoefenaars Heerlen TOTAAL 14% 22% 5% Beeldende Kunst 21% 12% Muziek 30% 10% Theater 59% 14% Dans 17% 14% Nieuwe media 21% 13% Creatief schrijven 33% 13% Heemkunde 28% 13% Uit tabel 10 blijkt dat meer dan de helft van de inwoners die zelf actief in het theater zijn, vrijwilligerswerk voor een culturele organisatie verricht. Een derde van de mensen die creatief schrijft, is actief als vrijwilliger en dit geldt voor 3 op de 10 mensen die muziek maken. Van de mensen die vrijwilligerswerk voor een culturele organisatie uitvoeren, doet bijna de helft (47%) dit minder dan 50 uur per jaar, 17% besteedt er tussen de 50 en 100 uur aan. Meer dan een derde (36%) is meer dan 100 uur per jaar (ongeveer 2 uur per week) kwijt aan het vrijwilligerswerk. Vergelijking met landelijke cijfers 21

Hoe zit het met het vrijwilligerswerk landelijk gezien? Is dit vergelijkbaar met de cijfers van Heerlen? In figuur 7 zijn de percentages actieve beoefenaars die vrijwilligerswerk verrichten in Heerlen naast de landelijke cijfers gezet. Er zijn geen landelijke cijfers beschikbaar voor de disciplines heemkunde en nieuwe media. Figuur 7: Vrijwilligerswerk door beoefenaars uit diverse disciplines, Heerlen en landelijk* TOTAAL 16% 22% Heemkunde 28% Nieuwe media Theater Dans Creatief schrijven Muziek Beeldende Kunst 21% 42% 36% 17% 23% 33% 23% 30% 15% 21% 59% Beoefenaars landelijk Beoefenaars Heerlen 0% 20% 40% 60% 80% * Bron: scp (avo-vervolgonderzoek 09) Voor het totaal geldt dat de groep cultuurbeoefenaars in Heerlen die vrijwilligerswerk verricht relatief groter is dan landelijk. In Heerlen bedraagt dit percentage 22%, op landelijk niveau is dit 16%. Voor alle disciplines, behalve dans, geldt dat het aandeel culturele actieve vrijwilligers in Heerlen groter is dan op landelijk niveau. 22

5. BEZOEK AAN CULTURELE VOORZIENINGEN EN ACTIVITEITEN In het vorige hoofdstuk is gesproken over cultuurparticipatie, dus het zelf actief beoefenen van culturele activiteiten. In dit hoofdstuk betreft het vormen van cultuur waarbij het gaat om het bezoeken, bekijken, beluisteren van cultuuruitingen van anderen. Het aantal bezoeken aan culturele voorstellingen, activiteiten en instellingen zowel buiten als binnen de gemeente Heerlen wordt in kaart gebracht. De antwoorden hebben betrekking op de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. In de eerste paragraaf komt het bezoek aan culturele voorstellingen aan de orde. Vervolgens wordt het bezoek aan musea, galerieën, archieven en bezienswaardigheden onder de loep genomen en tenslotte de uitleenvoorzieningen. Het hoofdstuk eindigt met het bezoek aan (besloten) feesten. 5.1 Bezoek aan culturele voorstellingen Van de inwoners uit de gemeente Heerlen heeft bijna 90% minstens één culturele voorstelling gezien in de afgelopen 12 maanden voor het onderzoek. Dit kunnen zowel voorstellingen binnen als buiten de gemeente Heerlen zijn. Als hierin filmvoorstellingen niet worden meegerekend, heeft nog steeds 82% van de Heerlenaren de afgelopen 12 maanden een culturele voorstelling bezocht. Figuur 8 geeft een overzicht van de diverse voorstellingen die bezocht zijn, zowel totaal (binnen en buiten de gemeente) als alleen voor Heerlen. Figuur 8: Bezoeken van voorstellingen, totaal en in Heerlen Film in bioscoop of filmhuis Concert popmuziek e.d. Cabaret of kleinkunst Toneelvoorstelling Concert harmonie, fanfare, Musical Uitvoering van een koor Concert klassieke muziek Muziekcafé Ballet-/dansvoorstelling Jazz-/bluesconcert Opera of operette Literaire bijeenkomst Dance-/houseparty Lezing over kunst/kunstgeschiedenis 53% 64% 28% 39% 24% 33% 22% 30% 18% 26% 16% 26% 18% 24% 17% 23% bezoek voorstellingen totaal 15% 20% bezoek voorstellingen in Heerlen 11% 17% 15% 11% 8% 12% 6% 10% 6% 10% 6% 10% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 23

Te zien is dat ongeveer twee derde van de Heerlenaren (64%) de afgelopen 12 maanden een film in de bioscoop of het filmhuis heeft gezien. Een muziekconcert van de genres pop, hardrock, hiphop etc. is door bijna 40% van de Heerlenaren bezocht. Een derde van de inwoners is naar een cabaret- of andere kleinkunstvoorstelling geweest en 3 op de 10 Heerlenaren hebben een toneelvoorstelling bezocht. De percentages van de andere voorstellingen liggen onder de 30%. Bijna 80% van de inwoners uit Heerlen hebben de afgelopen 12 maanden een voorstelling binnen de gemeente Heerlen bezocht. Blijkbaar is het cultureel aanbod in Heerlen voor inwoners gevarieerd genoeg om vooral binnen de eigen gemeenten voorstellingen te bezoeken. Meer dan de helft van de Heerlenaren (53%) heeft in Heerlen een film in de bioscoop of in het filmhuis gezien. Concerten popmuziek e.d., cabaret/kleinkunst en toneelvoorstelling zijn de andere voorstellingen die door Heerlenaren het meest bezocht worden in Heerlen. Uit dit onderzoek blijkt overigens dat mensen die zelf actief zijn op het vlak van cultuurbeoefening ook meer culturele voorstellingen bezoeken. Dit percentage is 92% terwijl het percentage mensen dat een voorstelling bezocht heeft en geen kunstbeoefenaar is op 84% ligt. In figuur 9 zijn de groep bezoekers aan voorstellingen uitgesplitst naar geslacht, leeftijdsklassen en stadsdelen. Figuur 9: Bezoekers van voorstellingen totaal en in Heerlen, uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel 96% 100% 88% 90% 93% 89% 88% 88% 88% totaal 90% 82% 80% 80% 86% 81% 79% 80% 70% 75% 77% Heerlen 74% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Te zien is dat het percentage vrouwen dat voorstellingen in zijn algemeenheid bezoekt iets hoger is dan het percentage mannen. Verder is te zien dat bijna alle inwoners tussen de 27 en 44 jaar (96%) minstens één voorstelling bezocht heeft 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek. In de andere twee leeftijdsklassen liggen de percentages van het bezoek aan voorstellingen lager maar is eveneens het overgrote deel naar een voorstelling geweest. Te zien is dat hoe hoger de leeftijdsklasse wordt, hoe lager het percentage bezoekers van voorstellingen wordt. Wanneer we hier genuanceerder naar kijken zien we dat dit niet voor alle voorstellingen geldt. Het geldt bijvoorbeeld wel voor filmbezoek. Dit is met name onder de 27-44 jarigen erg populair. Het bezoek aan bioscopen neemt af naarmate de leeftijd toeneemt. Dit geldt ook voor voorstellingen op het gebied van popmuziek/house en cabaret. Het brengen van een bezoek van klassieke muziekuitvoeringen, opera/-ette, uitvoering van een koor en concerten van de harmonie/fanfare etc. daarentegen is juist bij ouderen meer in trek. Op stadsdeelniveau is in Heerlen-Stad het grootste gedeelte van de inwoners naar een voorstelling geweest (93%), in Hoensbroek en Heerlerheide ligt dit percentage iets lager (88%) en het laagst is het aandeel in het stadsdeel Heerlerbaan (81%). 24

Vergelijking met landelijke cijfers Wederom kunnen we de gegevens van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) naast de cijfers van het Heerlense onderzoek leggen. Ook nu gelden dezelfde opmerkingen zoals die ook genoemd zijn in paragraaf 4.1. In tabel 11 is te zien dat bioscoop/filmhuisbezoeken, toneelvoorstellingen, popconcerten, cabaret en musicals zowel landelijk als in Heerlen de vijf meest bezochte voorstellingen zijn. Het percentage Heerlenaren dat toneelvoorstellingen en dancefeesten bezoekt, komt overeen met het landelijk beeld. De overige voorstellingen worden door Heerlenaren duidelijk beter bezocht; het bezoek ligt in Heerlen bijna 10 (diverse muziekvoorstellingen) tot 20 procent (cabaret) hoger dan op het landelijk niveau. Tabel 11: Gegevens over het bezoek van voorstellingen landelijk* en Heerlen in procenten Nederland Heerlen Bioscoop/filmhuis 56% 64% Toneel 27% 30% Popconcert 23% 39% Cabaret 15% 33% Musical 15% 26% Klassiek concert 14% 23% Dance 9% 10% Jazz 6% 15% Ballet 5% 17% Opera 4% 12% *In onderzoek Heerlen valt onder popmuziek ook hardrock, hiphop etc. Bij AVO-SCP valt hier pop-, blues of rock onder. In onderzoek Heerlen valt blues onder jazz. De gegevens van AVO-SCP hebben betrekking op mensen van 6 jaar en ouder, behalve bij onderdeel bioscoop/filmhuis (16 jaar en ouder). Omdat de percentages bij de meeste voorstellingen in Heerlen positief afwijken van de landelijke cijfers, worden in tabel 12 de cijfers van 10 andere cultuurmonitors weergegeven. In de linkse kolom wordt het laagste en het hoogste percentage van de andere monitors weergegeven. Tabel 12: Percentage deelnemers per onderdeel, in procenten Diverse cultuurmonitors Heerlen Film 51%-68% 64% Pop/wereldmuziek 27%-39% 39% Toneel 22%-41% 30% Kleinkunst 19%-36% 33% Musicals 17%-34% 26% Koor 12%-33% 24% Klassieke kunst 12%-25% 23% Ballet/dans 9%-15% 17% Jazz/blues 8%-20% 15% Dance 7%-14% 10% Opera / operette 5%-12% 12% Lezing kunst 4%-11% 10% Literair 4%-7% 10% Harmonie / fanfare 3%-25% 26% 25

Niet alleen in Heerlen maar ook in de rest van Nederland blijkt dat film veruit het populairste item uit de lijst van voorstellingen is, gevolgd door pop/wereldmuziek en cabaret/kleinkunst. Uit deze cijfers blijkt dat de percentages van Heerlen over het algemeen tussen het laagste en het hoogste percentage van de andere gemeenten/regio s vallen. Bij een aantal voorstellingen is het percentage bezoekers in Heerlen hoger. Zo valt op dat in Heerlen veel mensen naar pop-/wereld-muziekconcerten gaan. Verder is te zien dat in Heerlen meer inwoners naar concerten van harmonie, fanfare of brassband gaan. Bij de andere gemeenten ligt dit aantal inwoners tussen de 3% en 25% en in Heerlen bedraagt dit 26%. Dit is o.m. te verklaren doordat in Limburg in het algemeen het verenigingsleven meer leeft dan in de rest van Nederland. Vergelijkend met andere cultuurmonitors worden ballet- en dansvoorstellingen in Heerlen ook meer bezocht, evenals literaire bijeenkomsten. 5.2 Bezoek aan cultureel erfgoed en galerieën Aan de inwoners is gevraagd hoe vaak ze een museum, archief, galerie en/of bezienswaardig gebouw, dorp of stadsdeel bezocht hebben. Musea, archieven en bezienswaardigheden kunnen onder de term cultureel erfgoed geschaard worden. Galerieën/ateliers vallen hier ietwat buiten de boot vandaar dat gekozen is voor de term cultureel erfgoed én galerieën. Het blijkt dat 78% van de inwoners uit Heerlen in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek minstens één van de bovenstaande instellingen/plaatsen bezocht heeft (figuur 10). Wanneer we het bezoek van cultureel erfgoed zonder galerieën in kaart brengen blijkt overigens dat nog steeds 77% van de inwoners een museum, archief of bezienswaardigheid bezocht heeft. Blijkbaar is er dus maar een hele kleine groep die alleen een galerie bezoekt maar niet één van de andere drie plaatsen/instellingen. Figuur 10: Bezoek aan museum, galerie, archief en bezienswaardigheden, totaal en Heerlen 80% 74% 70% totaal 60% 53% Heerlen 50% 46% 39% 40% 30% 26% 24% 20% 10% 10% 6% 0% Bezienswaardige Museum Galerie, atelier Archief gebouwen, dorpen of stadsdelen Het grootste aandeel inwoners (74%) heeft bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen bezocht, iets meer dan de helft bezocht een museum (53%) en bijna 40% een galerie of atelier. Slechts één op de tien inwoners heeft de afgelopen 12 maanden een archief bezocht. Van de Heerlenaren heeft 56% minstens één instelling of plaats in Heerlen bezocht. Bijna de helft van de inwoners (46%) is naar bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen in de eigen gemeente geweest. Ongeveer een kwart is minstens één keer naar een museum in Heerlen geweest. Dit geldt ook voor het bezoek aan een galerie/atelier. Naar een Heerlens archief is 6% van de inwoners de afgelopen 12 maanden voor het onderzoek geweest. 26

In figuur 11 zijn de bezoeken aan cultureel erfgoed en galerieën gesplitst naar achtergrondkenmerken. Figuur 11: Bezoek aan museum, galerie, archief en bezienswaardigheden, totaal en in Heerlen uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en stadsdeel 90% 77% 81% 77% 80% 80% 81% 83% Totaal 80% 70% 70% 64% 62% Heerlen 70% 56% 57% 55% 54% 57% 60% 46% 50% 43% 40% 30% 20% 10% 0% Te zien is dat een iets hoger percentage vrouwen de afgelopen 12 maanden minstens één bezoek heeft gebracht aan één van de instellingen/plaatsen. Het aandeel inwoners van 45 jaar en ouder dat deze instellingen/plaatsen bezocht heeft, ligt iets hoger dan het aandeel inwoners tussen de 27 en 44 jaar. Wanneer we de gegevens verder uitsplitsen zien we dat het bezoek aan musea, galerieën/ateliers en archieven toeneemt naarmate men ouder wordt. Zo bezoekt 6% van de 27-44 jarigen een archief en dit loopt op tot 18% bij de 65-plussers. Opvallend is dat wanneer we kijken naar bezoeken binnen Heerlen, het met name de inwoners van 65 jaar en ouder zijn die cultureel erfgoed en galerieën in hun eigen gemeente bezocht hebben. In de stadsdelen Hoensbroek en Heerlen-Stad heeft meer dan 80% van de bewoners een van de instellingen/plaatsen bezocht binnen en buiten de Gemeente Heerlen. In Heerlerheide en Heerlerbaan ligt dit ruim tien procentpunten lager (70%). Vergelijking met landelijke cijfers De cijfers over bezoeken aan cultureel erfgoed en galerieën in Heerlen kunnen naast de landelijke cijfers van het AVO van het SCP gelegd worden, wederom met dezelfde opmerkingen zoals die ook gelden in paragraaf 4.1. Tabel 13: Gegevens over het bezoek aan cultureel erfgoed en galerieën, landelijk en in Heerlen*, in procenten Landelijk Heerlen Monument 45% 74% Museum 41% 53% Galerie 21% 39% Archief 4% 10% * Monument is vergeleken met bezienswaardige gebouwen, dorpen of stadsdelen in het onderzoek Heerlen. Galerie is vergeleken met galerie/atelier in onderzoek Heerlen. Bezoeken aan monumenten en musea komen zowel landelijk als in Heerlen het meeste voor. De percentages in Heerlen zijn hoger dan de landelijk gemiddelde percentages. Met name het aandeel inwoners dat gebouwen, dorpen of stadsdelen bezoekt, ligt in Heerlen hoger. 27