Beheer- en beleidsplan



Vergelijkbare documenten
GEMEENTE BOEKEL. Onderwerp : Beleidsbeheerplan openbare verlichting 2016 gemeente Boekel

dhr. T. de Vries - Openbare werken 3. Beheer openbare ruimte

BIJLAGE 4 TOELICHTING HOE TE VERLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM EN BUITEN DE BEBOUWDE KOM

Evaluatie Beleidsuitgangspunten. Openbare Verlichting. Gemeente Geertruidenberg

Actualisering visie en beleid Openbare Verlichting, beleidsperiode

Bureau Openbare Verlichting. Lek - Merwede

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting in de gemeente Dronten

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van. : wethouder mw. W.J.F. van der Rijt-van der Kruis

Landelijke regelgeving Openbare Verlichting en Borger-Odoorn

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

!!!! " #$%&'( ) *! +!$%&$, )!!+#! *!! $%&'(! $%&$, -! $%&'(!*# $%&$, *!.$%&'(!!# $%&$, * *! **!!! #. % 1!!2 1 ) #+2! 2!

Voorstel voor de Raad

*D * D

Presentatie Beleidsplan Openbare verlichting

Bijlage 1 bij Beleidsplan Openbare verlichting

Aan de Raad. 2.1 Geeft meer veiligheid voor burgers en weggebruikers.

Fietspad/wandelpad. Openbare Verlichting & Verkeersregelinstallaties. >> Als het gaat om energie en klimaat

Woongebieden. Foto: Gorenweg in Buinen. Lantaarnpaal schijnt volop in het huis. Dat kan anders.

P. Roest raad00777

Onderwerp : Beleidsplan Openbare Verlichting

Kwaliteit & Kosten Verlichting Openbare Ruimte

Ontwikkelen. Beleidsplan. Openbare verlichting. Gemeente Haren

Verantwoord Verlichten. Roger van Ratingen, Consultant Ziut

Uitvoeringsplan Openbare Verlichting

Raadsvoorstel. 1. Aanleiding

Openbare verlichting: hoe kan het efficiënter?

Aan de raad, Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting

Raadsvoorstel Voorstel Inleiding Beoogd doel Argumenten

Woongebieden. Foto: Steven van Beusichemlaan, eerst scheen de lamp in het huis, nu met de nieuwe gerichte ledverlichting is dit veel minder.

veilig en energiezuinig) 2. Concept raadsbesluit

Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Midden - Drenthe

Beheerplan Openbare Verlichting Ten Boer ( )

Beheerplan openbare verlichting

Verlichtingsscan. Gemeente Koggenland. Juli Pagina 1 van 16

Datum 29 september 2011

Dag van de Openbare Ruimte 12 oktober LIMASS Ad van Ommeren Gemeente Dordrecht Johan Jonker

GEMEENTE HOOGEVEEN. Voorstel voor burgemeester en wethouders. Onderwerp Beleidsplan Openbare verlichting (planperiode 10 jaar).

Bestuurlijke Samenvatting. Beleidsplan Openbare Verlichting

Beleidsuitgangspunten. openbare verlichting. Midden-Drenthe

Notitie LH/01160İVS3. Grootschalige ledvervanging Stormpolder. L. Hoebink R. Briënne

Aan de commissie: Grondgebiedzaken Datum vergadering: 3 juni 2008 Agendapunt : 13. Opinieronde / peiling

Hardenberg. Gemeente. Zaakkenmerk: Raad: 15 november 2011 Afdelingshoofd: G.D. van Lenthe

Aan de Raad Raad Made, 22 april 2015

Beleidsplan Openbare Verlichting. Gemeente Ridderkerk

Opinieronde / peiling

Onderwerp: Beleidsplan Openbare Verlichting

BIJLAGE 3 TOELICHTING ENERGIEVERBRUIK EN ENERGIEBESPARINGSOPTIES

VOORSTEL AAN DE RAAD: VERGADERING 27 september 2016 NR.: RI

Bijlage 4 Voorbeeldproject Rijpelberg

Helder licht op Beesel Beleidsplan Openbare Verlichting 2016 t/m2023 Pagina van 22

Versie: 24 mei Beheerplan Wegen Waterland

Gemeentelijk besluit Energiebesparing bij Openbare Verlichting (OVL)

Beleid Openbare verlichting (OVL) Gemeente Stadskanaal. Henk Ensing Beleidsadviseur Team Stadsbeheer Gemeente Stadskanaal

Beleid in hoofdpunten Licht in de Openbare Ruimte in de gemeente Dronten

Plan Openbare Verlichting gemeente Wormerland. Periode 2012 t/m 2016

Openbare Verlichting. Gemeente Boxtel. Visie en Beleid (actualisering)

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: burgemeester en wethouders van Nieuwkoop

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 29 februari Voorstel aan de gemeenteraad om in te stemmen met het beleidsplan OVL

*ZE9F6A93BD7* Raadsvergadering d.d. 26 mei 2015

gemeente Bunnik Bijlage 1 Notitie vervanging openbare verlichting

Beleids- en beheerplan Openbare verlichting

Wegen. Foto: N374 in Borger. Gebiedsontsluitingsweg binnen de kom. Gemeente Borger-Odoorn besluit gemeenteraad: 8 maart 2018; nr. 18.

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014

INTERACTIEVE MARKTCONSULTATIE OPENBARE VERLICHTING EN DATA

Natuur beschermd verlichten met kunstlicht

Raadsmededeling - Openbaar

LED OP HET LICHT OP STRAAT. Openbare verlichting voor veiligheid maar houdt ook rekening met nachtdieren

Openbare verlichting

nieuwkoop raadsvoorstel G G.A.H. Eikhuizen Beheer Openbare Ruimte ( Frans Lamfers/Cees Tas)

Wegen. - Erftoegangswegen. Binnen de kom in principe 30 km/uur en buiten de kom in principe 60 km/uur.

Status: Concept Mei 2008 Versie: 1.0. Beleidsplan Openbare Verlichting Periode:

Raadsstuk. Onderwerp: Beleidsplan openbare verlichting Reg.nummer: 2016/ Inleiding

Beleidsplan Verlichten Openbare Ruimte. Gemeente Dinkelland

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Verduurzamen gemeentelijk openbare verlichting

Slimme openbare verlichting Tips voor Drentse provincie en gemeente

Bij de prioritering hebben de volgende overwegingen een belangrijke rol gespeeld:

Onderwerp: Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

Duurzame verlichting voor woningcorporaties

inhoud wat is de aanleiding?... blad 3 wat willen we bereiken?... blad 5 wat doen we voor het milieu?... blad 9 wat gaat het kosten?...

DR-OV-X. Deelreglement Openbare Verlichting (OV)

Voorstel raad en raadsbesluit

Figuur 1: Wegencategorisering gemeente Vlissingen

Bijlage 2: Wet- en Regelgeving

= = Besluitvormende raadsvergadering d.d. 23 april 2013 Agendanr. 12. Onderwerp: Verduurzamen openbare verlichting (MIP 1201)

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Onderwerp Grootschalige vervanging ledverlichting Oud Krimpen en Stormpolder

Inhoudsopgave. Inhoud

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Openbare verlichting led pilot Kom Noord Utrechtse Heuvelrug

Gemeente Schinnen. Openbare Verlichting gemeente Valkenburg a/d Geul

Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 13 september 2011 zaaknummer

Beleidsplan Openbare Verlichting peilpunten

Openbare verlichting provinciale wegen Drenthe

Experiment toepassen zonne-energie Castellum in Oudheusden

Inhoudsopgave. Beleidsplan Openbare Verlichting gemeente Gulpen-Wittem 2

HERZIENING BELEIDSNOTITIE

Verkenning van mogelijkheden tot reductie van stroomverbruik en CO 2 -uitstoot in de Openbare Verlichting in de gemeente Heusden

Beleidsplan Openbare verlichting

drs A.J. Ditewig 26 september 2013

Transcriptie:

Beheer- en beleidsplan Openbare Verlichting Gemeente Woudrichem Beleidsperiode 2011-2015 Deel 1 Beleidsvoornemens OVL Opdrachtgever: Gemeente Woudrichem Afdeling Openbare Werken Bunderstraat 22A 5481 KD Schijndel telefoon: 073-5479351 telefax : 073-5495936 e-mail : info@nobra.nl 1

2

Inhoudsopgave 1. VOORWOORD... 5 2. SAMENVATTING... 7 Uitgangspunten...7 Te onderscheiden en te verlichten ruimten...8 De beleidsvoorstellen kort samengevat...8 Buiten de bebouwde kom...8 Binnen de bebouwde kom...8 Onderhoud en beheer...9 Algemeen...9 Conclusie...9 3. HET BELEIDSPLAN... 11 3.1 Inleiding...11 Aanleiding voor het opstellen van een beleidsplan... 11 Doel beleidsplan... 11 Totstandkoming beleidsplan... 12 Indeling beleidsplan... 12 3.2. Functie en doel van de openbare verlichting...12 Functie van de openbare verlichting... 12 Doel van de openbare verlichting... 12 Sociale veiligheid... 13 Verkeersveiligheid... 13 Leefbaarheid en esthetica... 13 3.3. Communicatie...14 Procedure... 14 Communicatie over het beheer... 14 Communicatie over de realisatie... 14 4. HET BELEID TOT NU... 15 4.1 Beknopte doelstellingen en beleid tot nu...15 Buiten de bebouwde kom... 15 Binnen de bebouwde kom... 15 Algemeen... 15 4.2 Bereikte resultaten...15 Buiten de bebouwde kom... 15 Binnen de bebouwde kom... 15 Kwaliteit woonomgeving... 15 Algemeen... 16 4.3 Resultaat in kengetallen...16 Figuur 1 Verdeling lampsoorten... 17 Figuur 2 Ontwikkeling lichtstroom, energieverbruik en lampsysteemrendement... 17 4.4 Interne analyse...18 Organisatie... 18 Klachtenmanagement... 18 Communicatie... 18 Storingsanalyse... 18 Rationeel en economisch beheer... 18 4.5 Beknopte weergave van het OVL areaal...18 Omvang... 18 Toestandsinformatie... 18 Figuur 3 Aantal masten met jaar van plaatsing... 19 Figuur 4 Aantal armaturen met jaar van plaatsing... 19 Schakel- en dimtijden... 19 5. BELEIDSASPECTEN EN NIEUWE ONTWIKKELINGEN... 21 5.1 Algemene uitgangspunten...21 5.2 Milieu...21 Energie, CO 2 en Klimaatakkoord... 21 Verklaring van Dussen... 22 Energielabel... 22 5.3 Aandacht voor donkergebieden...22 Lichtvervuiling en donkertebescherming... 22 Lichthinder... 23 Duisternis categorieënkaart... 23 5.4 Techniek en beheer...23 Dimmen... 23 Dynamische Verlichting... 24 Led verlichting... 24 Zonne-energie... 25 Stabiliteitsmetingen... 25 5.5 Ondergronds netwerk...25 5.6 Wetgeving...26 Duurzaam Veilig... 26 3

NSVV Normen... 26 Natuurbeschermingswetgeving... 26 Duurzaam inkopen... 27 Nieuwe Aanbestedingswet... 27 Grondroerdersregeling... 28 Grondexploitatiewet (GREX)... 28 6. VERLICHTINGSKWALITEIT, VERBETERINGEN EN OVERIGE BELEIDSASPECTEN... 29 6.1 Te onderscheiden ruimten...29 6.2 Te verlichten ruimten...29 6.2.1 Buiten de bebouwde kom: Gebiedsontsluitingsweg GOW80 (Hoofdstructuur buiten de kom)... 30 6.2.2 Buiten de bebouwde kom: Gebiedsontsluitingsweg GOW60 (Hoofdstructuur buiten de kom)... 31 6.2.3 Buiten de bebouwde kom: Erftoegangsweg ETW60 (Buitengebied)... 32 6.2.4 Binnen de bebouwde kom: Gebiedsontsluitingsweg GOW50 (Hoofdstructuur)... 33 6.2.5 Binnen de bebouwde kom: Gebiedsontsluitingsweg GOW30 (Woongebied)... 34 6.2.6 Binnen de bebouwde kom: Erftoegangsweg ETW30 (Woongebied)... 35 6.2.7 Binnen de bebouwde kom: Woonstraat ETW30 (Woongebied)... 36 6.2.8 Industrie - en Bedrijventerrein (BE)... 37 6.2.9 Winkelgebied / Centrum (CE-Parels)... 38 6.2.10 Overige ruimte (WG-parkeren en achterpaden)... 39 6.2.11 Brom- en fiets/voetpaden (VFp)... 40 6.3 Overige beleidsaspecten...41 6.3.1 Milieu... 41 6.3.2 Energie... 41 6.3.3 Openbaar groen... 42 6.3.4 Onderhoud en beheer... 43 6.3.5 Standaardisatie en materiaalkeuze... 44 6.3.6 De beheerorganisatie... 44 7. FINANCIËN... 47 7.1 Algemeen...47 7.2 Huidige kosten OVL...47 7.3 Financiële consequenties beleidsplan OVL...48 7.3.1 Overzicht beheerkosten... 48 7.3.2 Specificatie vervangingsinvestering... 48 7.3.3 Overzicht investeringskosten verbeteringen... 48 7.3.4 Overzicht exploitatiekosten na uitvoering verbeteringsplan... 48 BIJLAGE 1 Wet en regelgeving... 49 Aansprakelijkheid...49 Landelijke normen en richtlijnen...50 Europese aanbesteding...50 Politie Keurmerk Veilig Wonen...51 Grondroerdersregeling...51 Seniorenlabel...52 Verlichtingsmiddelen...52 Elektrotechnische installatie...52 Betekenis van de normen en aanbevelingen...52 BIJLAGE 2 Energie- en milieuaspecten... 55 Energie...55 Milieu...56 Eural...56 Toelichting lichthinder...56 BIJLAGE 3 Klachtenmanagement... 59 Achtergrondinformatie...59 Beleid ten aanzien van klachten...59 Communicatie...60 Klachtenprocedure...60 Analyse van klachten...60 BIJLAGE 4 Tabellen... 61 Tabel 2 Verlichtingsniveau... 61 Tabel 3 Toe te passen materialen per wegcategorie... 61 Tabel 4 Lampgegevens en toepassing per soort en type... 62 Tabel 5 Vergelijk aluminium en stalen masten... 62 BIJLAGE 5 Conclusies & aanbevelingen Led oplossingen voor OVL 2010... 63 BIJLAGE 6 Kaart met wegencategorisering GVVP 2010... 65 BIJLAGE 7 Kaart met Ecologische hoofdstructuur... 67 BIJLAGE 8 Verklaring van Dussen... 69 BIJLAGE 9 Begrippenlijst... 71 4

1. VOORWOORD Openbare Verlichting (OVL) speelt een belangrijke rol in onze moderne maatschappij. De noodzaak van een goede OVL wordt pas duidelijk wanneer deze, om wat voor reden dan ook, niet goed functioneert. Pas dan blijkt hoe belangrijk de OVL is voor de veiligheid in onze woonomgeving. Naast het nut wat de OVL voor de gemeenschap heeft is het diezelfde gemeenschap die er de kosten voor moet dragen. Het kostenaandeel van de OVL op de gemeentebegroting varieert, volgens de landelijke norm, tussen 10 en 20% van de totale kosten voor het beheer van de Openbare Ruimte. Dit wordt betaald uit de algemene middelen en is grotendeels onrendabel. Het is dan ook de taak van de gemeentelijke overheid om het beleid ten aanzien van de OVL te blijven actualiseren en voortdurend te toetsen aan nieuwe ontwikkelingen en/of aanpassingen. Met een beleidsplan voor de OVL heeft het bestuur van de gemeente grip op het beleid en worden tevens de kosten voor de langere termijn in beeld gebracht. Ook vanuit de gemeentelijke aansprakelijkheid vanuit het Burgerlijk Wetboek is een goede zorgplicht voor het onderhoud en beheer van OVL van belang. Aansprakelijkheid kan beperkt worden door: het periodiek en systematisch uitvoeren van inspecties en onderhoud; een systeem van rationeel beheer (meerjaren vervangingsplan, beleidsplan); een goed werkend klachtenmanagement; snel handelen bij het verhelpen van schades en storingen. In dit beleidsplan is op onderdelen het beleid voorgesteld voor bovenstaande aspecten. Het voorliggende beleidsplan is grotendeels opgesteld in overeenstemming met het Model Beleidsplan Openbare Verlichting (2007) zoals dat is uitgegeven door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). De definitie van OVL binnen dit beleidsplan omvat alleen de bovengrondse verlichtingsmiddelen zoals masten, armaturen en lampen. De ondergrondse infrastructuur is buiten beschouwing gelaten omdat deze in beheer en eigendom van derden is. Openbare Verlichting heeft diverse relaties met andere beleidsplannen in de Openbare Ruimte binnen de gemeentelijke organisatie. Zo zijn er raakvlakken met o.a. ruimtelijke ordening, groenvoorzieningen en verkeersplannen. Binnen de OVL kunnen drie taakclusters worden onderscheiden: zorg dragen voor de publieke taak en het beheerssysteem; het verzorgen van dagelijks onderhoud (kort cyclisch); investeren in nieuwe verlichtingmiddelen (ook wel lang cyclisch onderhoud). Met het oog op efficiency en kwaliteit is het van belang dat deze drie taakclusters een organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie vormen. Leeswijzer Bestuurders kunnen de belangrijkste beleidsvoorstellen en conclusie vinden in de samenvatting op bladzijde 7 t/m 10. Onder hoofdstuk 7 Financiën op bladzijde 47 zijn de financiële consequenties weergegeven van het voorgestelde beleid. Voor een verdere verdieping in de materie Openbare Verlichting en dit beleidsplan in het bijzonder is het raadzaam eerst de bijlagen 1 Wet en regelgeving en bijlage 2 Energie- en milieuaspecten te lezen. Hiermee krijgt u meer inzicht in het belang van deze onderwerpen voor het beleidsplan Openbare Verlichting. Daarna kan de inhoud vanaf hoofdstuk 1 en verder worden doorgenomen. In bijlage 3 is nog een nadere uitleg van klachtenmanagement opgenomen. 5

6

2. SAMENVATTING De gemeente Woudrichem beschikt vanuit het verleden nog niet over een Beleidsplan inclusief rationeel en duurzaam beheer voor de Openbare Verlichting (OVL). Het huidige beleid is gericht op het in stand houden van de OVL installatie. De beschikbare budgetten voor de OVL zijn gebaseerd op ervaringscijfers, er is geen zicht op de in de toekomst te verwachten (onderhoud)kosten. Vervangingsinvesteringen voor de komende jaren worden niet begroot. Om beter inzicht te hebben in de kwaliteit van de OVL installatie, te verbeteren technieken en verlichtingskwaliteit, te bereiken energiebesparing en tevens verantwoord om te gaan met de binnen de gemeentebegroting beschikbare budgetten is het gewenst een en ander inzichtelijk te maken in een Beheer- en beleidsplan. Wijzigingen in de verkeersfunctie van wegen, veranderende opvattingen over sociale- en verkeersveiligheid en verbeteringen in technieken met betrekking tot lichtmasten en armaturen vragen om actualisering van het beleid ten aanzien van de openbare verlichting. Ook het begrip duurzaam heeft zijn intrede gedaan in de openbare verlichting. Vanaf 2010 zijn de gemeentelijke overheden verplicht duurzaam in te kopen. Verder wordt er meer aandacht gevraagd voor donkergebieden en lichtvervuiling. Het moderniseren van de openbare verlichting is een belangrijk onderwerp. Burgers genieten meer veiligheid door een goede verlichting. Toepassing van moderne energiezuinige producten zorgt enerzijds voor minder CO 2 uitstoot waardoor het klimaat minder wordt belast en anderzijds voor lagere energiekosten waardoor de post straatverlichting minder op de gemeentebegroting drukt. De gemeente is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de OVL installatie. Omdat de gemeente op deze verantwoordelijkheid kan worden aangesproken is het van belang dat de uitgangspunten en randvoorwaarden die ten grondslag liggen aan een verantwoorde aanleg, evenals aan een verantwoord beheer en onderhoud, in een Beheer- en beleidsplan worden uiteengezet en vastgesteld. De coalitie 2010-2014 ziet het als belangrijkste taak om samen met de inwoners de kernen maatschappelijk en ruimtelijk leefbaar te houden. Omdat OVL een belangrijke bijdrage biedt voor het verkrijgen van een veilige en leefbare omgeving is grip op de organisatie hiervan van groot belang. Uitgangspunten De richtlijnen voor het ontwerpen van verlichtingsplannen hebben (nog) geen wettelijke status, wat wel geldt voor de technische installatie. (zie bijlage 1 Wet- en regelgeving). Gemeenten bepalen zelf welke richtlijnen toepast worden. Dit beleidsplan is op de volgende richtlijnen en uitgangspunten gebaseerd; De Nederlandse Praktijk Richtlijnen (2002) voor Openbare Verlichting (NPR 13201-1), die in nagenoeg alle gemeenten als leidraad wordt gebruikt. Aan de hand van de functie en de kenmerken van de openbare ruimte zijn verlichtingsklassen opgesteld. Er is een tendens gaande deze NPR tot norm te verheffen; De functie van de wegen is gerelateerd aan de wegencategorisering, die is opgenomen in het gezamenlijk plan Verkeers- en vervoersplan Land van Heusden en Altena (2010) (GVVP); Een meetlat voor veilig wonen is het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW). Een onderdeel van het PKVW betreft het verlichten van de directe woonomgeving (achterpaden en brandgangen) ter voorkoming van overlast en delicten en het verminderen van gevoelens van onveiligheid. Aan de verlichting is een vereist lichtniveau gekoppeld; Het Seniorenlabel stimuleert onder andere inrichters van openbare ruimten om er voor te zorgen dat ouderen langer in hun eigen woonomgeving kunnen blijven wonen. Voor wat betreft de verlichting betekent dat het verhogen van het verlichtingsniveau en de gelijkmatige lichtverdeling; Voor wat de technische kwaliteit en uitvoering betreft zijn zowel Nederlandse als Europese normen van toepassing. Een aantal Europese normen zijn op dit moment in ontwikkeling en worden bij gereedkomen als nationale normen gepubliceerd. Met de al vastgestelde normen is in dit beleidsplan rekening gehouden. De visie van de gemeente is gericht op alleen verlichten daar waar noodzakelijk is. Alle verlichting zal sober en doelmatig uitgevoerd worden. Standaardisering beperkt de onderhoudskosten en bevordert de samenhang tussen verlichtingsobjecten en de omgeving. Het landelijke karakter van de gemeente Woudrichem wordt door de keuze van de Openbare Verlichting ondersteund. Bij het opstellen van zowel verlichting- als onderhoudsplannen wordt in belangrijke mate rekening gehouden met energiebesparing, duurzaam inkopen en het tegengaan van lichtvervuiling. 7

Te onderscheiden en te verlichten ruimten De richtlijnen onderscheiden ruimten binnen en buiten de bebouwde kom en maken daarnaast onderscheid in ruimten met een verkeersfunctie, ruimten met een verblijfsfunctie en ruimten voor het brom- en fietsverkeer en voetgangers. Zoals eerder gezegd is het GVVP voornamelijk bepalend voor de gehanteerde functie en de daarbij behorende verlichtingseisen. De aspecten Sociale Veiligheid, Verkeersveiligheid en Leefbaarheid spelen daarbij in meer of mindere mate een rol. In dit beleidsplan zijn in hoofdstuk 6 voor de verschillende ruimten de specifieke kenmerken beschreven. Het huidige beleid is (->2010) geschetst, de knelpunten van het huidige beleid aangegeven en is een voorstel gedaan om te komen tot de gewenste situatie. De beleidsvoorstellen kort samengevat Buiten de bebouwde kom 1. Langs Gebiedsontsluitingswegen (GOW 80 en GOW 60) buiten de kom in principe geen verlichting aanbrengen. Overeenkomstig de Richtlijnen NSVV wordt - op voorwaarde dat dit in alle redelijkheid economisch verantwoordt en uitvoerbaar is - alleen op kruispunten van wegen verlichting geplaatst (oriëntatieverlichting). De functie van de weg, welke is aangegeven in het GVVP, is bepalend voor de keuze van het verlichtingsniveau. 2. Op alle overige wegen aangeduid als Erftoegangsweg (ETW 60) en andere wegen in het buitengebied conform de Richtlijnen NSVV alleen op kruispunten van wegen verlichting aanbrengen (oriëntatieverlichting). Voorwaarde hierbij is dat dit in alle redelijkheid economisch verantwoordt en uitvoerbaar is. 3. In de omgeving van de natuurgebieden zal het aantal lichtpunten beperkt blijven tot oriëntatieverlichting (kruispunten). Hierbij zullen de Richtlijnen Openbare Verlichting Natuurgebieden van de NSVV een leidende rol hebben. De gemeente Woudrichem volgt hiermee de Flora- en Faunawet dat verstorend licht in natuurgebieden wordt beperkt dan wel wordt voorkomen. 4. In aangewezen donkergebieden zogenaamde groene led verlichting toepassen, in het overige gebied witte verlichting. 5. Vrijliggende fietspaden langs buitenwegen behorend tot het Regionaal Fietsnetwerk (GGA Breda) te verlichten wanneer de sociale veiligheid in het geding is. Ook hierbij geldt dat afwegingen in het kader van verkeersveiligheid en/of leefbaarheid een belangrijke rol spelen. 6. Alle verlichting in het buitengebied in de nachtelijke uren laten branden of voorzien van een dimschakeling. Binnen de bebouwde kom 7. De wegen en straten in de kernen conform de uitgangspunten in dit Beleidsplan van verlichting voorzien. Afwegingen in het kader van verkeersveiligheid, sociale veiligheid en/of leefbaarheid spelen hierbij een belangrijke rol. De functie van de weg, welke is vastgelegd en aangegeven in het GVVP is bepalend voor de keuze van het verlichtingsniveau. De lichtniveaus bepalen in overeenstemming met de geldende Richtlijnen NSVV, NPR 13201-1. Een samenvatting daarvan is te vinden in tabel 2. Verlichtingniveau. 8. Op Gebiedsontsluitingswegen en in woonstraten de gelijkmatigheid van de verlichting gelijkwaardig stellen aan het verlichtingsniveau. De lichtniveaus bepalen aan de hand van de Richtlijnen van de NSVV, NPR 13201-1. Een samenvatting daarvan is te vinden in de tabel 2. Verlichtingsniveau. Alle verlichting uitvoeren als nachtbranders of voorzien van dimschakeling. 9. Gelijkmatigheid in de nachtelijke uren van de OVL dient te worden verkregen door het s nachts laten branden van de verlichting en het eventueel toepassen van armaturen met dimschakeling. Op termijn alle avondbranders op nacht schakelen. 10. Voetpaden (vrijliggend) voorzien van verlichting. De verlichting s nachts laten branden. 11. In openbare achterpaden en/of brandgangen, in eigendom toebehorende aan stichtingen, corporaties en/of andere instellingen zonder winstoogmerk (niet zijnde gemeente), dient de aanleg van verlichting door en voor rekening van de eigenaar te geschieden. Het niveau van de verlichting dient te voldoen aan de richtlijnen in het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De verlichting in de nachtelijke uren te laten branden. De kosten voor het onderhouden van de installatie zijn eveneens voor rekening van de eigenaar. De eigenaar blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van het verlichtingsniveau. De gemeente gaat in gesprek met deze eigenaren om de mogelijkheid te bieden de verlichting op het voor haar rekening bemeterde OV-net aan te sluiten. Dit om een stimulerende rol te vervullen. De elektriciteit- en onderhoudskosten worden met de eigenaren verrekend. 12. Speelvelden (terreinen) worden in beginsel niet verlicht om schijnveiligheid te voorkomen. 13. Het lichtniveau in woongebieden dient gerealiseerd te worden met lichtmasten met een lage lichtpunthoogte, waarbij de juiste situering van elk lichtpunt als lichtbron, in relatie met obstakels en straatmeubilair in het veld dient te worden vastgesteld. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de geprojecteerde bomen en groenvoorzieningen. 8

Onderhoud en beheer 14. Voor de installatie van de OVL de meest doelmatige (zowel op het gebied van energieverbruik als op het gebied van techniek), onderhoudsarme en vandalismebestendige armaturen toe te passen. In woongebieden, winkelgebieden en op pleinen is tevens de vormgeving van belang (esthetische aspecten). Uitsluitend milieuvriendelijke lampen toepassen die zijn aangegeven in tabel 4 Lampgegevens en toepassing per soort en type. Ten behoeve van een doelmatig onderhoud dient het aantal typen te worden beperkt. 15. In de hele gemeente bij vervanging van oude lichtmasten om fysieke redenen, nieuwe stalen lichtmasten voorzien van poedercoating toepassen zoals aangegeven in tabel 3 Toe te passen materialen per wegcategorie. Bij nieuwe projecten ook deze stalen lichtmasten voorschrijven. De toe te passen typen in een Programma van Eisen opnemen, waarbij naar standaardisatie wordt toegewerkt. 16. Ter voorkoming van aansprakelijkheidsstelling van de gemeente dient de installatie te voldoen aan de voorschriften met betrekking tot veiligheidstechnische eisen, onder meer weergegeven in de NEN 1010 en NEN 3140. Ook dient de grens van het minimaal verantwoorde onderhoudsniveau (uitwisseling van lampen, schoonmaken van armatuur, repareren vernielingen) in negatieve zin niet te worden overschreden. 17. In de kernen dient de verlichting gelijktijdig in- en uit te schakelen. Bij zonsondergang en zonsopkomst gebeurt dit door middel van een toonfrequent signaal van het Netwerkbedrijf. De uitschakeltijd van de avondverlichting en/of inschakeltijd voor de dimschakeling te handhaven op 23.00 uur. In de ochtenduren de verlichting niet opnieuw inschakelen. Algemeen 18. Voor het aanpassen en verbeteren van de OVL tot het gewenste niveau conform dit Beleidsplan in principe jaarlijks een bedrag beschikbaar stellen. Dit is afhankelijk van de uiteindelijke keuze om het herverlichtingsplan in zijn geheel uit te voeren binnen een termijn van 10 jaar of de keuze voor uitvoering van het minimale onderhoud. 19. Bij het installeren en onderhouden van de OVL moet met bestaand groen rekening worden gehouden. Omgekeerd moet men bij het groenbeheer rekening houden met de OVL. Door een vroegtijdige afstemming kan worden voorkomen dat de beleidsuitgangspunten van de verlichting en de groenvoorziening met elkaar in conflict komen. 20. De communicatie met de burgers op het gebied van OVL verder verbeteren. In (plaatselijke) kranten en andere media aandacht geven aan de mogelijkheid om via de gemeentelijke website - naast de reguliere melding - ook via internet storingen aan de verlichting te melden. 21. In de gemeentebegroting voldoende middelen opnemen ter vervanging van de masten en armaturen op het eind van de levensduur. (vervangingsinvesteringen). 22. Bij de inkoop van verlichtingsmiddelen rekening houden met zuinig gebruik van energie en duurzaamheid. Conclusie De gemeente Woudrichem omvat de kernen Woudrichem, Oudendijk, Rijswijk, Giessen, Uitwijk, Andel, Waardhuizen, Almkerk en Uppel. In alle kernen en in het buitengebied is het verlichtingsniveau over het algemeen beneden de geldende richtlijnen. Wat getalswaarde betreft voldoet de OVL (nog) niet aan de NSVV normen. Door de gehele gemeente heen is een opwaardering naar het minimale niveau volgens de hiervoor genoemde richtlijnen en normen wenselijk. De totale bovengrondse installatie in de gemeente Woudrichem vertegenwoordigt een bedrag van ruim 2 miljoen Euro (2010). Voor instandhouding en onderhoud van de installatie dienen de beschikbare financiële middelen te worden opgewaardeerd. Ook dienen vervangingsinvesteringen voor de OVL in de begroting te worden opgenomen. Met dit beleidsplan worden de werkzaamheden en kosten inzichtelijk gemaakt voor het uitvoeren van gestructureerd onderhoud aan de installatie. Dit beleidsplan dient in verband met de actualiteit en inzicht in de kosten te worden herzien na vijf jaar. Onderhoudstoestand Op basis van een globale schouwronde en analyse van het beschikbare databestand kan de onderhoudstoestand als volgt worden beschreven: De onderhoudstoestand van de installatie is over het algemeen onvoldoende te noemen. Van circa 50% van de installatie is de onderhoudstoestand goed of voldoende. De andere 50% kunnen als onvoldoende tot slecht worden bestempeld. Dit geldt zowel voor de masten als armaturen. Het verlichtingsareaal bestaat voor het grootste deel uit armaturen met een laag vermogen. 9

Rendement installatie Om het rendement van de installatie in de tijd te volgen is het noodzakelijk om over kengetallen uit het verleden te beschikken. Dit is (nog) niet het geval. De nu beschikbare kengetallen (2010) kunnen wel worden vergeleken met de mediane waarden zoals deze zijn opgenomen in de Kengetallen OVL (uitgave 2010) van de NSVV. Hieruit blijkt dat het lampsysteemrendement van de gehele OVL iets boven het landelijk gemiddelde zit. De lichtstroomproductie per lichtpunt is in vergelijking met het landelijk gemiddelde aan de lage kant. Als oorzaak hiervan kan worden aangewezen het grote aantal armaturen dat is voorzien van PLL en TL lampen met een laag vermogen. Het financiële gedeelte. Goed beheer en onderhoud van de OVL installatie vraagt om vaste budgetten op de gemeentelijke begroting. Niet alleen voor het dagelijks onderhoud maar ook voor vervangingen en verbeteringen in de toekomst. De gemeente Woudrichem staat voor de keuze een belangrijke kwaliteitsimpuls te geven aan de openbare verlichting. Deze keuze is echter sterk afhankelijk van de beschikbare middelen. In zijn algemeenheid wordt het volgende voorgesteld: a) uitvoering van het onderhoudsniveau en verbetering van de OVL overeenkomstig dit beleidsplan of: b) uitvoering geven aan het minimale onderhoud voor instandhouding van de OVL installatie. De kosten voor keuze a en b zijn hierna aangegeven. a) De kosten bij uitvoering van het gehele herverlichtingsplan Voor het beheer van de installatie is jaarlijks 87.921,- (begroting 2011) exclusief kapitaallasten nodig. Daarnaast is 65.583,- (raming 2011) nodig als vervangingsinvestering voor afgeschreven masten en armaturen. Om de verlichting op te waarderen naar de gestelde beleidsuitgangspunten in dit beleidsplan is een bedrag nodig van 1.990.030,- exclusief BTW. Een redelijke termijn waarbinnen dit verbetertraject kan worden gerealiseerd is gesteld op tien (10) jaar. Samengevat betekent dit: Jaarlijks voor het vervangen/onderhouden van het OVL areaal: 65.583,- Jaarlijks voor het beheer van de installatie ( stroom, onderhoud en storingen): 87.921,- Eenmalig voor het uitbreiden/verbeteren (verbetertermijn van 10 jaar): 199.000,- Totaal, exclusief kapitaallasten: 352.504,- b) De kosten bij uitvoering van alleen het minimale onderhoud Om de grootste knelpunten binnen de OVL op te lossen is een bedrag nodig van 1.039.170,- exclusief BTW. De uitvoeringstermijn waarbinnen dit dient te worden gerealiseerd is gesteld op vijf (5) jaar. Daarnaast is voor het beheer van de installatie jaarlijks 94.500,- (begroting 2011) exclusief kapitaallasten nodig. Wanneer ook wordt gereserveerd voor vervanging van afgeschreven masten en armaturen dient een bedrag van 65.583,- (raming 2011) te worden opgenomen in de begroting. Samengevat betekent dit: Jaarlijks voor het vervangen/onderhouden van het OVL areaal: 65.583,- Jaarlijks voor het beheer van de installatie: 94.500,- Eenmalig voor het uitvoeren van minimaal onderhoud (vijf jaar): 207.834,- Totaal, exclusief kapitaallasten: 367.917,- Beschikbare middelen Op de begroting is een bedrag van 126.000,- (2011), exclusief kapitaallasten (zie hoofdstuk 7) opgenomen voor het beheer van de installatie. Het beheer omvat onder meer het elektriciteitsverbruik, onderhoud, herstel aanrijdingen, schilderwerk, administratief beheer en personele kosten. Voor vervanging en uitvoering van herverlichtingsplannen is geen bedrag opgenomen. Voor verbetering en vervanging is in het investeringsprogramma een bedrag opgenomen van 0,- (2011). 10

3. HET BELEIDSPLAN De gemeente Woudrichem ligt in het Land van Heusden en Altena wat wordt gekenmerkt door een waardevol landschap en aantrekkelijke natuurgebieden. De huidige gemeente ontstond op 1 januari 1973, toen de gemeenten Almkerk, Andel, Giessen, Rijswijk en Woudrichem werden opgeheven en samengevoegd tot één gemeente die de naam Woudrichem kreeg. De eerste bewoning van Woudrichem dateert uit de negende eeuw. Rond het jaar 1000 ontstaat merendeels ten noorden van de Alm, een ring van nederzettingen om Woudrichem. De rivier de Maas had toentertijd een heel andere loop en stroomde niet langs Woudrichem, maar langs Heusden naar het westen. Later verlegt de hoofdstroom zich naar de Alm en weer later naar de Waal. In 1356 wordt aan Woudrichem stadsrecht verleent. Bij de vestingwetten vanaf 1814 wordt Woudrichem als belangrijke vesting aangemerkt en opgenomen in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Pas in 1955 wordt de vesting opgeheven. Dit biedt gelegenheid om nieuwe wijken te bouwen. Echter, door het opheffen van de vesting verdwijnt niet alleen de militaire betekenis van Woudrichem maar ook een door de eeuwen heen belangrijke bron van inkomsten, de visserij. De gemeente kent veel natuurgebied waarin verschillende fiets- en wandelroutes liggen. Na de gemeentelijke herindeling omvat Woudrichem een negental kernen, te weten Almkerk en Uppel, Andel, Giessen, Oudendijk, Rijswijk, Uitwijk, Waardhuizen en Woudrichem. In totaal heeft de gemeente 150 km wegen. Hiervan zijn 78 km gelegen binnen de bebouwde kom en 72 km buiten de bebouwde kom. De lengte van recreatieve fietspaden bedraagt 54 km. (38 km buiten en 16 km binnen de bebouwde kom). De oppervlakte van de gemeente bedraagt 51,57 km 2. In het gebied wonen circa 14.431 inwoners die verdeeld zijn over de negen kernen. Het aantal woningen bedraagt circa 5.589. (bron: gemeente en CBS). De installatie van de OVL in de gemeente Woudrichem, samen met de kernen en het buitengebied bestaat uit 2796 lichtmasten (2010). 3.1 Inleiding Aanleiding voor het opstellen van een beleidsplan De gemeente is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de openbare verlichtingsinstallatie. Vanuit het Burgerlijk Wetboek kan de gemeente op deze verantwoordelijkheid worden aangesproken. Daarom is het van belang dat de uitgangspunten en randvoorwaarden die ten grondslag liggen aan een verantwoorde aanleg, evenals aan een verantwoord beheer en onderhoud, in een beleidsplan worden uiteengezet en vastgesteld. Zoals gezegd beschikt de gemeente niet over een eerder opgesteld beleidsplan voor de OVL. Het huidige beleid is voornamelijk gericht op het in stand houden van de installatie en het herstellen van storingen. Lampen worden wel planmatig geremplaceerd en schilderen van masten vindt plaats volgens een schilderplan. De afgelopen jaren is de gemeente niet meer toegekomen aan het uitvoeren van verbeteringsplannen. Er is behoefte om aan de hand van nieuwe ontwikkelingen het beleid voor de komende beleidsperiode (2011-2015) vast te stellen. Slecht onderhoud aan de verlichtingsinstallatie is kapitaalvernietiging. De totale bovengrondse installatie in de gemeente vertegenwoordigt een bedrag van circa 4 miljoen Euro. Daarbij komt een slecht of gedeeltelijk functionerende OVL de sociale- en verkeersveiligheid niet ten goede. Om gestructureerd onderhoud aan de installatie te kunnen plegen, zullen de te verrichten werkzaamheden en kosten inzichtelijk moeten worden gemaakt. Het verdient aanbeveling het beleidsplan één keer in de 5 jaren geheel te herzien. Wijzigingen in de verkeersfunctie van wegen, andere opvattingen met betrekking tot sociale- en verkeersveiligheid en veranderingen in technieken met betrekking tot armaturen en lampen vragen een jaarlijkse actualisering. Doel beleidsplan Het doel van het beleidsplan is om kaders te stellen waarbinnen de werkzaamheden ten aanzien van de OVL moeten worden uitgevoerd. Door het vastleggen van beleid voor de OVL heeft men grip op de situatie. Door het inzichtelijk maken van de kosten voor de korte en lange termijn en deze op te nemen in het investeringsplan wordt de kwaliteit van de OVL in stand gehouden. Tevens wordt door het vastleggen van de kaders in een beleidsplan- de gemeentelijke wettelijke aansprakelijkheid bij calamiteiten zoveel mogelijk beperkt. 11

Totstandkoming beleidsplan De totstandkoming van het beleidsplan vindt plaats in samenwerking met de afdeling Openbare Werken. Naast de ambtelijke disciplines is het noodzakelijk ook het gemeentebestuur te betrekken bij de uiteindelijke realisatie van het beleidsplan. Dit zal tot stand komen in overleg met de betrokken portefeuillehouder en door regelmatige terugkoppeling bij de uitvoering van renovatieprojecten. Via de gemeentelijke website wordt het plan gepubliceerd voor de burgers. Ook worden alle gegevens ter inzage gelegd. Het concept beleidsplan zal op de gebruikelijke wijze nog ter inzage worden gelegd waarbij burgers hun opmerkingen kunnen plaatsen. Verder zal dit plan aan de raadscommissie worden gepresenteerd. Het noodzakelijke draagvlak op zowel bestuurlijk als maatschappelijk niveau wordt daarmee vergroot. Indeling beleidsplan Het totale beleidsplan omvat de volgende onderdelen: Deel 1, Beleidsvoornemens OVL. Met daarin opgenomen de strategie voor de korte, de middellange- en lange termijn. Beleidsaspecten en richtlijnen dienen als uitgangspunten. Aan de hand van een evaluatie van het gevoerde beleid en nieuwe ontwikkelingen zijn beleidsuitgangspunten geformuleerd. Deel 2, Kwaliteitsbeoordeling. In dit deel is de fysieke en de lichttechnische kwaliteit van de huidige OVL installatie beoordeeld. Tevens is op straatniveau de staat van onderhoud en het armatuur aangegeven. Deel 3, Herverlichtingsplan. Hierin worden voorstellen gedaan voor het verbeteren. Als basis dienen hiervoor het geformuleerde beleid (deel 1) en de kwaliteitsbeoordeling (deel 2). Dit deel bevat op straatniveau voorstellen tot verbeteringen en de financiële consequenties daarvan. Dit voorliggende deel 1, de Beleidsvoornemens OVL omvat negen hoofdstukken. Naast een beschrijving van het doel en functie van de OVL komt hierin ook de communicatie aan de orde. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het gevoerde beleid tot nu geëvalueerd. Aan de hand van nu bekende kengetallen is de OVL installatie getoetst op rendement en efficiëntie. In hoofdstuk 5 zijn de voorgestelde beleidsuitgangspunten beschreven en is er aandacht voor nieuwe ontwikkelingen. In hoofdstuk 6 is per te verlichten ruimte de gewenste kwaliteit aangegeven en in hoofdstuk 7 zijn de financiële gevolgen van het nieuw voorgestelde beleid weergegeven. 3.2. Functie en doel van de openbare verlichting De definitie van Openbare Verlichting omvat de bovengrondse verlichtingsmiddelen zoals masten, armaturen en lampen. Zogenaamde feestverlichting valt niet onder de gemeentelijke zorg, deze wordt geëxploiteerd door derden. Het betreft dus alleen de buitenverlichting die in beheer is bij de gemeente en tot doel heeft het openbare leven bij duisternis zo veilig mogelijk en zo leefbaar mogelijk te maken. Ook de verlichting op de sportparken valt buiten het bereik van dit beleidsplan. Functie van de openbare verlichting De functie van de OVL is het produceren van licht dat past bij de lokale kenmerken van de Openbare Ruimte en de gemeentelijke eisen ten aanzien van veiligheid en leefbaarheid. Het product van de OVL is de jaarlijkse lichtstroom. Er kan een keuze worden gemaakt uit verschillende lichtsoorten waarbij elke lichtsoort zijn eigen kenmerken heeft. Zo is het bij gebruik van bijvoorbeeld wit licht, in tegenstelling van geel licht gemakkelijker om kleuren en gelaatstrekken te onderscheiden. Daarom dient de keuze voor een bepaalde lichtsoort te zijn afgestemd op het te bereiken doel van de OVL. Doel van de openbare verlichting Openbare Verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis (circa 4100 uur per jaar = 47% van het jaar) zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de OVL wel bijdragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare omgeving. Dit zijn tevens de doelen van de Openbare Verlichting. Sturing op kwaliteit van de OVL hangt samen met de doelen ervan. In figuur 1 is een en ander schematisch weergegeven. Figuur 1 Relatie tussen doel en kwaliteit van de openbare verlichting 12

Doel van de openbare verlichting Sociale veiligheid Verkeersveiligheid Leefbaarheid/esthetica Veilig gevoel bij burger Vlotte en veilige afwikkeling van het verkeer Lage risicoaansprakelijkheid Sfeer Lichtkleur Vormgeving Kwaliteit van de openbare verlichting Sociale veiligheid Een sociaal veilige omgeving is een omgeving waar men zich zonder direct gevoel voor dreiging of gevaar voor confrontatie met geweld kan bewegen. De wijze van inrichting is voor een belangrijk deel bepalend voor de ervaring van het veiligheidsgevoel. Sociale veiligheid heeft te maken met alle soorten van ruimten waar mensen verblijven. Verlichting en sociale veiligheid staan in nauwe relatie tot elkaar. Bij duisternis is er een hoger risico voor vandalisme, openlijke bedreiging, geweld e.d., dan op klaarlichte dag. Met het oog op de sociale veiligheid moet de OVL het mogelijk maken om personen op een redelijke afstand te herkennen. Hierbij speelt zowel de herkenning van het gezicht als het onderscheiden van de kleur van de kleding een grote rol. Dit stelt specifieke eisen aan de openbare verlichtingsinstallatie. Deze kunnen verschillen van de eisen die vanuit de verkeersveiligheid worden gesteld. Overigens zijn niet alle problemen op te lossen door het aanleggen of het verbeteren van de openbare verlichtingsinstallaties. In veel gevallen ligt hier een rol voor de stedenbouwkundige. Deze plekken verdienen continue aandacht en er zal adequaat gereageerd moeten worden op signalen van overlast, onafhankelijk van de omvang en de aard. Verkeersveiligheid Onder verkeersveiligheid, en dan in het bijzonder buiten de bebouwde kom, wordt afhankelijk van de situatie een veilige en gepaste afwikkeling van het verkeer verstaan. De weg moet zodanig verlicht worden dat de situatie in de rijrichting te overzien is. De verkeersdeelnemers moeten het verloop van de weg en de aanwezigheid van zijwegen kunnen waarnemen, vooral bij ingewikkelde wegsituaties zoals kruispunten, verkeerspleinen en obstakels zoals verkeersdrempels. De eigen verlichting van auto s of fietsen verlicht slechts een klein weggedeelte en geeft pas in een laat stadium aan in welke richting de weg loopt. Het grootlicht van auto s kan dit bezwaar ondervangen, maar kan hoogstzelden worden gebruikt in verband met verblinding van tegenliggers. Verkeersveiligheid binnen de bebouwde kom is een totaal ander begrip door het feit dat de snelheden hierbij per definitie lager zijn. Door lichtmasten op verantwoorde afstanden van elkaar te plaatsen verkrijgt men een grote mate van gelijkmatigheid waardoor een duidelijk zicht op acceptabele afstand wordt verkregen. Openbare verlichting vergroot aan de ene kant de verkeersveiligheid. Aan de andere kant kunnen lichtmasten door de plaats waar ze staan, bij verkeersongevallen een gevaar vormen voor weggebruikers. Bij het ontwerp is belangrijk de plaats en de materiaalkeuze van de lichtmast te bepalen. Een goede wegmarkering hieraan toegevoegd kan de veiligheid extra ondersteunen. Leefbaarheid en esthetica Leefbaarheid heeft betrekking op het bevorderen van de herkenbaarheid, sfeer of het benadrukken van het bijzondere karakter van de openbare ruimte. Openbare verlichting speelt een belangrijke rol bij het tot zijn recht komen van die ruimte. Het bijzondere karakter van een plek kan met behulp van de OVL tot uitdrukking worden gebracht. Hierbij kan gedacht worden aan het verlichten 13

van een monumentaal bouwwerk, het plaatsen van klassieke lantaarns of de plaatsing van eigentijds vormgegeven lichtmasten op een stedelijk plein. Bij de realisatie van een meer decoratief georiënteerde verlichtingsinstallatie zal de ter plaatse vereiste functionele verlichtingskwaliteit het uitgangspunt blijven. De sfeer wordt in belangrijke mate beïnvloed door de gekozen lichtsoort en de mate waarin de omgeving wordt mee verlicht. Bij lage verlichtingsniveaus (2 tot 5 lux, verblijfsgebieden) wordt warm wit licht (kleur 830), als aangenamer ervaren dan koel wit licht (kleur 840). Bij het verlichten van de weg kan rekening gehouden worden met de aanwezige bebouwing, de eventuele groenvoorzieningen, de straatnaamborden en huisnummers in die zin dat deze in hun omgeving ook verlicht worden. Bij het verlichten van de omgeving moet de instraling in de woningen en het verblinden van weggebruikers tot een minimum worden beperkt. 3.3. Communicatie De communicatie met de omgeving van de organisatie voor het beheer van de OVL kan worden onderscheiden in een drietal lijnen: te weten Beleid, Beheer en Realisatie. Op elk van deze lijnen is communicatie noodzakelijk met betrokkenen zoals het ambtelijke apparaat, dienstverleners, leveranciers of bijvoorbeeld dorps- en kernraden en burgers. Communicatie mag niet worden onderschat, het is van groot belang dat het voorgenomen beleid en de daaruit voortvloeiende consequenties voldoende draagvlak vindt bij alle betrokkenen. Procedure Over het voorliggende Beleidsplan OVL is/wordt op de volgende wijze overleg gevoerd met de betrokken: - Gedurende het opstellen van het concept beleidsplan is er met de afdeling Openbare Werken overleg gevoerd. Dit heeft vooral geresulteerd in afstemming op de diverse beleidsterreinen. In het bijzonder het verkeers- en sociale veiligheidsaspect heeft hierbij een grote rol gespeeld. - Het beleidsplan dient op de gebruikelijke wijze voor de burgers ter inzage te worden gelegd. Het verdient aanbeveling om het plan op een actieve wijze ter kennis te brengen aan de diverse instanties en belangengroeperingen zoals: de politie, brandweer, dorpsraden en gemeenteraad. Alvorens het plan definitief vast te stellen kunnen eventuele op- en aanmerkingen worden meegenomen. - Het concept beleidsplan wordt na instemming door het college van Burgemeester en Wethouders gepresenteerd aan de opiniërende raad. - Na verwerking van de reacties wordt het concept behandeld in de besluitvormende raadsvergadering. Communicatie over het beheer Tijdens het dagelijkse beheer van de OVL vindt overleg plaats met leveranciers, aannemers en burgers. De gemeente voert zelf het administratieve beheer over de OVL installatie. Burgers kunnen zowel telefonisch, per e-mail als via de gemeentelijke website storingen aan de OVL melden. De wens is dat de melder van een storing via de website de status van het herstel kan volgen. Voor dringende zaken zoals vernielingen en aanrijdingen wordt direct actie ondernomen terwijl reguliere storingen worden hersteld tijdens de wekelijkse herstelronde. Communicatie over de realisatie Voor en tijdens realisatie van het herverlichtingsplan worden de dorps- en kernraden en burgers op de gebruikelijke wijze op de hoogte gesteld van de planning en uitvoering. Voor zover als mogelijk dient met de opmerkingen en suggesties van de burgers rekening te worden gehouden tijdens de uitvoering van de diverse projecten. Communicatie kan zowel schriftelijk aankondiging via huis aan huis blad- als mondeling plaatsvinden. In de toekomst zal er met de burgers voortdurend terugkoppeling dienen plaats te vinden over de uitvoering van het vastgestelde beleid. Als de uitvoering van verbeteringsplannen wordt gerealiseerd zal regelmatig en per project met de eerder genoemde groepen overleg moeten worden gevoerd. Het daadwerkelijke resultaat dient te worden vergeleken met het gewenste resultaat. 14

4. HET BELEID TOT NU Voor het bepalen van nieuw beleid is het nodig te kijken naar het beleid wat de afgelopen jaren in de gemeente Woudrichem op het gebied van de OVL is gevoerd. Knelpunten worden hiermee gesignaleerd en kunnen worden opgenomen in het nieuw vast te stellen beleid. Allereerst vindt u hier een opsomming van het beleid tot nu en de daarmee bereikte resultaten. Aan de hand van de algemene uitgangspunten en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de OVL (hoofdstuk 5) zijn in hoofdstuk 6 de bijgestelde beleidsuitgangspunten geformuleerd. 4.1 Beknopte doelstellingen en beleid tot nu Onderstaand zijn in beknopte vorm- de doelstellingen en het gevoerde beleid op het gebied van de OVL tot nu opgesomd: Buiten de bebouwde kom - Verlichtingsplannen werden tot circa 2005 getoetst aan de Aanbevelingen van de NSVV (1999). Vanaf circa 2005 worden de nieuwe Richtlijnen NSVV (NPR 13201-1) als leidraad voorgeschreven 1. Het verlichtingsniveau afhankelijk stellen van de classificatie van de weg. - Verlichting aanbrengen op gevaarlijke kruispunten, bochten, bruggen en bushaltes. - Alle verlichting uitvoeren als avond/nacht branders. Binnen de bebouwde kom - Verlichtingsplannen werden tot circa 2005 getoetst aan de Aanbevelingen van de NSVV (1999). Vanaf circa 2005 worden de nieuwe Richtlijnen NSVV (NPR 13201-1) als leidraad voorgeschreven 1. Het verlichtingsniveau afhankelijk stellen van de classificatie van de weg. - In principe wit licht toepassen. - Alle verlichting uitvoeren als nachtbranders. Algemeen - Er vindt groepsremplace plaats. - Het beleid is voornamelijk gericht op het in stand houden van de openbare verlichting. - Het schilderen van masten gebeurt volgens een onderhoudsplan. - Ter voorkoming van aansprakelijkheidsstelling dient de installatie te voldoen aan de voorschriften zoals weergegeven in de NEN 1010 en NEN 3140. 4.2 Bereikte resultaten De tot nu bereikte resultaten als gevolg van het gevoerde beleid kunnen als volgt worden omschreven. Buiten de bebouwde kom Nagenoeg alle verlichting buiten de bebouwde kom voldoet aan de gestelde richtlijnen van de NSVV (NPR 13201-1). Gezien de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van aandacht voor donkergebieden en het voorkomen van lichthinder en lichtvervuiling is al enkele jaren pas op de plaats gemaakt met het uitbreiden van de OVL in het buitengebied. De aandacht is beperkt tot het in stand houden van de verlichting. Bij vervanging van armaturen zijn uitsluitend standaardtypen toegepast. Om energie te sparen zijn over het algemeen lampen met een laag vermogen toegepast. Binnen de bebouwde kom Nieuwe plannen voor de OVL worden opgesteld in overeenstemming met de gestelde richtlijnen van de NSVV (NPR 13201-1). Alle nieuwe verlichting wordt uitgevoerd als nachtbranders. Er worden uitsluitend lampen, zoals PLL met een laag vermogen toegepast. Er is nog geen verlichting uitgevoerd met dimschakeling. De afgelopen jaren zijn incidenteel enkele verbeteringsplannen uitgevoerd, welke met onderhoudsgelden zijn bekostigd. Kwaliteit woonomgeving In 2010 is een veiligheidsenquête onder de bewoners gehouden. Hieruit blijkt dat de kwaliteit van de woonomgeving door de bewoners van alle kernen beoordeeld is met een 7 of hoger. Dit is een goede score. Met de kwaliteit van de woonomgeving wordt bedoeld of er voldoende parkeerplaatsen zijn, hoe de openbare verlichting beoordeeld wordt en de beoordeling van de inrichting van pleintjes en/of open plekken in de buurt. Ondanks deze score komt uit de wijkscan naar voren dat in Aalburg (38%) en Werkendam (9%) de kwaliteit van de woonomgeving 1 De belangrijkste verschillen tussen de Aanbevelingen van de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde (1999) en de Nederlandse Praktijkrichtlijnen voor Openbare Verlichting (NPR 13201-1) zijn: - meer aandacht voor de gelijkmatigheid; - normen opgenomen voor verlichting in het buitengebied. 15

achteruit gegaan is en in Woudrichem is dit volgens politiële cijfers vooruit gegaan met 11%. Het is niet bekend hoe dit verschil verklaard kan worden. Overzicht veiligheidsenquête 2010: Bewonersoordeel kwaliteit woonomgeving (gemiddeld rapportcijfer, 0=hoog, 10=laag) Veiligheidsenquête Babyloniënbroek 8,0 Drongelen 7,4 Eethen 7,0 Genderen 7,6 Meeuwen 7,6 Veen 7,5 Wijk en Aalburg 7,7 Dussen 7,5 Hank 7,4 Nieuwendijk 7,2 Sleeuwijk 7,6 Werkendam 7,5 Almkerk 7,4 Giessen 6,8 Rijswijk 7,0 Uitwijk & Waardhuizen 8,1 Andel 7,7 Woudrichem 7,6 Algemeen De schakeltijden van de OVL is in alle kernen gelijk. De uitschakeltijd van de avondverlichting is 23.00 uur. In de ochtend wordt verlichting niet opnieuw ontstoken. Er is de afgelopen jaren nauwelijks naar standaardisatie toegewerkt door het gebruik van standaardmaterialen. Er zijn nog onvoldoende middelen in de begroting opgenomen om onderhoud op het gewenste niveau te plegen. Bij het vervangen en aanbrengen van nieuwe verlichting is er op kleine schaal aandacht voor toepassing van nieuwe ontwikkelingen, energiebesparing en het gebruik van energie-efficiënte lampen. 4.3 Resultaat in kengetallen Zoals gezegd zijn er de afgelopen jaren incidenteel enkele verbeteringsplannen uitgevoerd. In nieuwe plannen is het verlichtingsniveau wel op het gewenste niveau gebracht. De resultaten kunnen zichtbaar worden gemaakt door het gebruik van kengetallen, (zie uitgave NSVV Kengetallen Openbare Verlichting 2003). De maat voor de productie van de OVL in een gemeente wordt aangegeven als de lichtstroomproductie. Deze lichtstroomproductie wordt uitgedrukt in mega lumen per uur (MLh) en levert het totaal aantal lumenuur op dat daadwerkelijk theoretisch door de OVL in een jaar wordt geproduceerd. De mate van energie-efficiëntie van de installatie wordt weergegeven door het kengetal lampsysteemrendement. Voor een volledige analyse van de openbare verlichtingsinstallatie is het noodzakelijk over meerdere kengetallen te beschikken. Er zijn nu alleen kengetallen beschikbaar over 2010: - Het totale berekende energieverbruik van de installatie is berekend op 364.255 kwh. - Het lampsysteemrendement in Lumen per Watt is in 2010 is 83,73 Lumen/Watt. - De lichtstroomproductie (Mlh) is 31.401 MLh. - De lichtstroomproductie per lichtpunt is 3.023 L/st. In tabel: 2010 Landelijk gemiddelde Energieverbruik in KWH 364.255 nvt Lampsysteemrendement per Lumen / Watt 83,73 82,11 Lichtstroomproductie in MLh 31.401 nvt Lichtstroomproductie in L/st per lichtpunt 3.023 4.388 De hierboven aangegeven kengetallen uit 2010 zijn in figuur 2 en 3 in grafiekvorm weergegeven. De lichtstroomproductie is weergegeven in relatie tot het lampsysteemrendement en het totale berekende energieverbruik. Omdat (nog) geen gegevens uit de historie beschikbaar zijn is het niet mogelijk conclusies uit het gevoerde beleid zichtbaar te maken. In de figuren is wel de ontwikkeling aangegeven na uitvoering van de verbeteringsplannen. Als de nu bekende cijfers worden vergeleken met de mediane waarden zoals deze beschikbaar zijn in Kengetallen OVL (uitgave 2010) van de NSVV blijkt dat het lampsysteemrendement van de gehele OVL iets boven het landelijk gemiddelde waarden zit. Dit kan als positief worden gezien. 16

De lichtstroomproductie per lichtpunt is wat aan de lage kant. Als oorzaak hiervan kan worden aangewezen het groot aantal armaturen dat is voorzien van PLL en TL lampen met een laag vermogen. Figuur 1 Verdeling lampsoorten Verdeling lampsoorten Woudrichem 6% 5% 32% 0% 57% Lagedruk kwik(pll-tld-tlm) Hogedruk kwik (hpln) Lage druk natrium (sox) Hogedruk natrium (sont) Hogedruk gasontlading (cpo) Figuur 2 Ontwikkeling lichtstroom, energieverbruik en lampsysteemrendement Onderstaande grafiek geeft de verwachte ontwikkeling weer tussen het lampsysteemrendement, het energieverbruik en de lichtstroomproductie in de periode 2010-2020 na uitvoering van de voorgestelde verbeteringsplannen. Ontwikkeling lichtstroomproductie, energieverbruik en lampsysteemrendement 2010-2020 OVL gemeente Woudrichem Stijging in procenten Jaar 2010 2020 Lichtstroomproductie Energiegebruik Lamsysteemrendement 17

4.4 Interne analyse Organisatie Zoals aangegeven is de organisatie voor de OVL ondergebracht bij afdeling Openbare Werken. Zij hebben een coördinerende rol voor de organisatie van de OVL. Dit geldt zowel op het gebied van beheer en onderhoud evenals de aanleg van nieuwe installaties. Werkzaamheden zoals het administratieve beheer (in ontvangst nemen van storingen en aanrijdingen) en het melden daarvan aan de aannemer worden door de afdeling zelf gedaan. De wens is aanwezig om het administratief beheer te professionaliseren. Uitbesteding aan derden is hierbij een optie en heeft voordelen zoals: - altijd de beschikking over een actueel OVL-bestand; - geen zorgen over het bijhouden van mutaties; - steeds de meest actuele versie van een beheerprogramma; - volledig storingsbeheer, ondersteund door e-mail, fax, SMS en WAP; - storingsmelding en statusinzicht door de burgers via gemeentelijke website / klachtenafhandeling naar het gemeentelijk storingen meldsysteem; - groepsremplace en schilderwerkbeheer; - verbruiksberekeningen op basis van actuele inventaris en tarieven; - exploitatiekosten op basis van actuele inventaris en tarieven; - eenvoudige tools beschikbaar voor managementrapportage. Daarnaast is met uitbesteding mogelijk een financiële besparing haalbaar. Herstel van storingen en aanrijdingen alsook groepsremplace en het schilderwerk aan lichtmasten wordt sinds 2001 uitbesteed aan een onderhoudsaannemer. De huidige organisatievorm wordt als efficiënt ervaren. De afgelopen jaren is de gemeente met deze organisatie in staat geweest om de OVL installatie in stand te houden. Met het eventueel uitbesteden van het administratieve beheer wordt meer toegewerkt naar het rationeel beheer van de OVL. Klachtenmanagement De gemeente beschikt over een Centraal Meldpunt waar burgers klachten over de openbare ruimte kunnen melden. De kwaliteitsnormen zijn vastgelegd in een Kwaliteitshandvest. Klachtenmanagement zoals aangegeven in bijlage 3 wordt (nog) niet toegepast. Communicatie Zoals gezegd kunnen burgers storingen en klachten telefonisch en schriftelijk melden bij het Centraal Meldpunt van de gemeente. Voordeel van deze werkwijze is dat de melder kan aangeven of een terugkoppeling is gewenst nadat de storing of klacht is verholpen. Op deze manier is een actieve communicatie met de burger mogelijk. Dit past in de visie van de gemeente Woudrichem waarbij klantgerichtheid en resultaatgerichtheid voorop staan. Storingsanalyse Over de afgelopen jaren is geen historie van storingen beschikbaar. Daardoor is het niet mogelijk een storingsanalyse uit te voeren. Rationeel en economisch beheer Op het gebied van beheer en onderhoud van de OVL kan er in de gemeente Woudrichem nog niet worden gesproken van rationeel economisch beheer. Hierbij wordt ernaar gestreefd dat over een meerjarige periode (10 jaar) de investerings- en onderhoudskosten zo laag mogelijk zijn onder gelijkblijvende randvoorwaarden en doelen. Onderhoud en vervanging worden hierbij planmatig aangepakt terwijl een grote nadruk ligt op preventief onderhoud. Er worden normen gehanteerd voor vervangingstermijnen van masten en armaturen. Daarbij hoort ook het opnemen van vervangingsinvesteringen op de meerjarenbegroting. Correctief onderhoud is per definitie niet planmatig. Wel is er op economisch gebied aandacht voor besparing op energiekosten. Verder is er oog voor toepassing van duurzame materialen en worden materialen waar mogelijk hergebruikt. 4.5 Beknopte weergave van het OVL areaal Omvang De omvang aan verlichtingsmiddelen is als volgt samengesteld (per 31 december 2010): - Aantal lichtmasten 2796 stuks - Aantal armaturen 2844 stuks - Aantal lampen 2966 stuks Toestandsinformatie Uit een globale inventarisatie blijkt dat de onderhoudstoestand van de verlichtingsinstallatie over het algemeen als redelijk kan worden beoordeeld. Er is vrijwel geen achterstallig onderhoud geconstateerd. Wel bestaat het OVL bestand voor bijna de helft uit sterk verouderde armaturen met lage lampvermogens, de masten verkeren in een redelijke staat. Vanwege de ouderdom kan 18

vernieuwing van armaturen als prioriteit worden gezien. De gemiddelde leeftijd op dit moment van de armaturen en masten is circa 25 jaar. Bij ruim 40 % van de masten is geen plaatsingsdatum bekend. Als deze masten vóór 1976 zijn geplaatst betekent dit dat bijna 40% van de masten ouder is dan 40 jaar = de afschrijvingstermijn. In onderstaande figuren een overzicht van het aantal masten en armaturen met plaatsingsjaar. Figuur 3 Aantal masten met jaar van plaatsing Aantal masten naar ouderdom Aantal masten 200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 1976 1978 1980 1982 1984 1986 1988 Jaar van plaatsing 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Opmerking bij figuur 4: van ruim 40 % van de masten is geen plaatsingsdatum bekend. Ervan uitgaande dat deze masten voor 1976 zijn geplaatst betekent dit dat bijna 40% van de masten ouder is dan 40 jaar = de afschrijvingstermijn. Figuur 4 Aantal armaturen met jaar van plaatsing Aantal armaturen naar ouderdom 250 200 150 100 50 0 1976 1979 1986 1988 Aantal masten 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Jaar van plaatsing Opmerking bij figuur 5: van ruim 47 % van de armaturen is geen plaatsingsdatum bekend. Aangenomen is dat deze armaturen voor 1976 zijn geplaatst. Daarmee is bijna 50 % van de armaturen ouder dan 25 jaar = de afschrijvingstermijn. Schakel- en dimtijden De gemeente Woudrichem heeft tot op heden evenals veel andere gemeenten avond/nacht schakeling toegepast. Hierbij wordt in de nachtelijke uren om en om een lamp gedoofd. Nadeel van dit systeem is dat de gelijkmatigheid geweld wordt aangedaan en de OVL installatie niet voldoet aan de richtlijnen. Op dit moment is het gebruikelijk om de avond/nacht schakeling te vervangen door armaturen met dimschakeling. Voordeel hiervan is dat de gelijkmatigheid blijft behouden wat van groot belang is voor de veiligheidsaspecten. De gemeente Woudrichem kent voor al haar kernen dezelfde schakeltijden. Hierbij gaat de nachtverlichting in op 23.00 uur terwijl in de ochtend de verlichting niet opnieuw wordt ingeschakeld. De branduren per lampsoort zijn voor een avondbrander 1675 uur, een nachtbrander 4154 uur en dimverlichting 2915 uur. 19

20