Vergadering Datum: -- Gaat niet door -- Locatie: Agendapunt: Onderwerp: --!! PHO Ruimte gaat niet door!! --



Vergelijkbare documenten
Klachtencommissie. Woonruimteverdeling. Rijnstreek

Datum: Informerend 18/

VERSLAG 2014 (inclusief vergelijking met de jaren ) URGENTIECOMMISSIE WOONRUIMTEVERDELING HOUTEN

M.k.g. afwezig: De heer I.G. Mostert (vanaf punt 3) en mevrouw T. Veninga (gemeente Nieuwkoop).

Kenmerk: Telefoon: (071) Bijlage: 1 Onderwerp: nieuwe inkomensgrenzen bij woningtoewijzing

CONCEPT-BESLUITENLIJST

1. Onderwerp Jaarstukken 2014 van Holland Rijnland

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 24 april mei 2014

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

1 Conceptbesluitenlijst Portefeuillehoudersoverleg Economische zaken d.d. 21 september 2011

1. Onderwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

1. Onderwerp Regionale projectorganisatie voor de voorbereiding op de 3 decentralisaties in het sociale domein

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

Huisvestingsverordening artikel Urgent woningzoekenden 1. Burgemeester en wethouders kunnen een in het register* ingeschreven woningzoekende

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

Nota van B&W. Onderwerp Reglement regionale urgentiecommissie en intrekken verordening

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

ECLI:NL:RVS:2017:1848

2017). Datum: Informerend. Datum: Adviserend

INFORMATIEBLAD. Huisvestingswet en huisvestingsverordening 2019

Jaarverslag Regionale Urgentiecommissie Woonruimteverdeling 2018

Aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland Postbus AN Leiden. Geachte Bestuur,

Basistaak. Datum: Informerend

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 27 september 2012

1. Onderwerp Leerlingbouwplaatsen/Social Return on Investment in Holland Rijnland 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

1. Onderwerp Planlijst woningbouwprojecten 2015

1. Onderwerp Jaarstukken 2013 van Holland Rijnland

Beleidsregels indicatiestelling aangepaste woningen gemeente Zaanstad 2015

Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur X Platformtaak volgens gemeente 3. Regionaal belang. Datum: Informerend

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 2 oktober Er zijn geen mededelingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

1. Onderwerp OGGZ: Uitvoeringnotitie Beschermd Wonen

Huurwoningen uit de hele regio!

Huurwoningen uit de hele regio! WoningNet A5 folder uitleg website indd 1 06/03/14 11:15

1. Onderwerp Regionale telefonische bereikbaarheid Centra Jeugd en Gezin 2. Rol van het

(concept) BESLUITENLIJST (versie 1) Vergadering portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken d.d. 11 februari 2015

Uw huidige woning is ongeschikt om te blijven wonen vanwege:

1. Onderwerp Bezwaar- en klachtenafhandeling bij jeugdhulp

CONCEPT-BESLUITENLIJST

Reglement Commissie Bezwaarschriften Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015

agendanummer Gelezen het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk d.d. 17 februari 2015;

Woonruimteverdeling. Een woning huren van St. Joseph

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d.

Geachte mevrouw Dekker,

CONCEPT-BESLUITENLIJST

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 14 april 2011

Commissie van advies voor de bezwaarschriften Gemeente Landerd

Bijlage 3 Was/Wordt tabel 1e wijziging Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

1. Onderwerp Gezamenlijk opdrachtgeverschap jeugdhulp

B&W-Aanbiedingsformulier

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 28 februari Akkoord met voorstel

1. Onderwerp Regionale afspraken Anonieme hulp op afstand/ telefonische hulpdienst 2. Rol van het

Openbaar. Onderwerp Evaluatie mantelzorgurgenties. Wonen Zorg & Welzijn. Portefeuillehouder B. Velthuis B. Frings

Orionis Walcheren. Jaarverslag bezwaarschriften 2018

1. Onderwerp Uitvoeringsafspraken contingentregeling bijzondere doelgroepen 2. Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

Oplegvel. 1. Onderwerp Beleidsplan leerplicht Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland. Efficiencytaak

Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling Noord-Veluwe 2015

CONCEPTBESLUITENLIJST (ambt. conceptversie 1) Vergadering portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken d.d. 9 maart 2011

REGLEMENT KLACHTENCOMMISSIE. Artikel 1: Begrippen In dit reglement wordt verstaan onder:

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 5 september 2013

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

Commissie bezwaarschriften

Nota van B&W. Urgentieregeling woningzoekenden

Naar een nieuwe regionale huisvestingsverordening

BIJLAGE 3 behorend bij Huisvestingsverordening Heiloo UITVOERINGSVOORSCHRIFT URGENTIEBEPALING. 1. Inleiding

1. Onderwerp Nadere contractering Jeugdhulp 2015

Datum: Informerend. 9. Financiële gevolgen Binnen begroting Holland Rijnland Buiten begroting (extra bijdrage gemeenten) te weten:

ECLI:NL:RBNHO:2016:10295

Beleidsregels indicatiestelling aangepaste woningen gemeente Zaanstad 2016

Oplegvel. 1. Onderwerp Werkplan 3D Rol van het samenwerkingsorgaan

Beslisdocument college van Peel en Maas

1. Onderwerp Inzet en aanpak Volwasseneneducatie 2013

Geacht college, geachte raad,

=CONCEPT= Beleidsregels voor urgentie

Jaarverslag Commissie van advies voor de bezwaarschriften van de gemeente Papendrecht

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer stelt de volgende beleidsregel vast:

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 16 februari 2012

VERSLAG 2016 (inclusief vergelijking met de jaren ) URGENTIECOMMISSIE WOONRUIMTEVERDELING HOUTEN

De klachtencommissie. Aantal klachten

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

1. Onderwerp Collectieve ziektekostenverzekering als maatwerkvoorziening inkomensondersteuning 2. Rol van het

1. Onderwerp Geactualiseerde projectbladen Uitvoeringprogramma Regionaal Verkeer en VervoerPlan (UP RVVP) met bijlagen 2.

Oplegvel. 1. Onderwerp Convenant Huisvesting Arbeidsmigranten. 2. Rol van het

Woonruimteverdeling. Een wonig huren van St. Joseph

Advies aan de gemeenteraad

VERSLAG 2017 (inclusief vergelijking met de jaren ) URGENTIECOMMISSIE WOONRUIMTEVERDELING HOUTEN

Aanvulling reglement urgentiecommissie

Olst-Wijhe, 2012 doc. nr.: Jaarverslag commissie van advies voor de bezwaarschriften 2011 gemeente Olst-Wijhe

1. Onderwerp Uitgangspunten voor een nieuwe Sociale Kaart, een gezamenlijke database (socard IV) en een lokaal portal.

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 20 juni 2013

Klachtenregeling ongewenst gedrag voor de decentrale overheid 2011

Aanvulling reglement urgentiecommissie

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 14 juni 2012

Riinland. Bovenstaande is verzonden aan: de leden van het portefeuillehoudersoverleg Ruimte van de regio Holland Rijnland

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

CONCEPT-BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 28 juni 2012

Commissie bezwaarschriften

Beslispunten de vijfde wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland vast te stellen.

Transcriptie:

Vergadering: PHO Ruimte Datum: 23 mei 2012 14.00 uur - 17:00 uur -- Gaat niet door -- Locatie: Gemeentehuis Katwijk Agendapunt: 1 Onderwerp: Aangepaste agenda ter informatie --!! PHO Ruimte gaat niet door!! -- (geen onderwerpen voor gezamenlijk deel met PHO EZ) Onderdeel Algemeen 01 Opening en vaststellen agenda 02 Vaststelling besluitenlijst d.d. 15 februari 2012 Voorstel: vaststellen besluitenlijst 03 Mededelingen, ingekomen stukken en uitgaande brieven 3M1 3M2 Stand van zaken SMASH; Zie memo 1 juni bestuurlijke tafel met provincie Zuid-Holland. De agenda hiervoor wordt binnenkort door de provincie naar u verzonden 3I1 Jaarverslag regionale urgentiecommissie 2011 (o.v.b.) 3I2 Jaarverslag klachtencommissie woonruimteverdeling Rijnstreek 2011 3I3 Jaarverslag Woerdens Beraad 2011 3I4 Aankondiging actualisering provinciale structuurvisie en verordening ruimte 2012. Conceptaanvragen aanleveren vóór 1 juni. 3I5 Jaarverslag Regionale Bezwarencommissie 2011 Onderdeel Natuur en Landschap 04 Reserveren financiële middelen gebiedsfonds Met dit voorstel wil Holland Rijnland voorsorteren op het oprichten en vullen van een gebiedsfonds groenblauwe diensten samen met provincie Zuid-Holland. Uit dit gebiedsfonds kan particulier beheer van landschapselementen en kleinschalige recreatie (boerenlandpaden) worden gefinancierd. Voorstel: Het Dagelijks Bestuur te adviseren de volgende beslispunten aan het Algemeen Bestuur voor te leggen: - In samenwerking met de provincie te werken aan het instellen van een gebiedsfonds groenblauwe diensten; - 100.000 als reservering vast te leggen in een voorziening voor dit gebiedsfonds; - Dit bedrag te dekken door van het rekeningsresultaat 2011 100.000 minder terug te storten aan de deelnemende gemeenten. Dit voorstel zou ook al besproken worden in het PHO Bestuur en Middelen. Nu wordt het hier in zijn geheel besproken. Ambtelijk is dit doorgegeven. Neemt u desgewenst ook zelf contact op met uw collega-wethouder. 1

Onderdeel Wonen 05 Regionale inbreng op Wonen, Zorg, Welzijn In vervolg op de bespreking in de portefeuillehoudersoverleggen Ruimte en Sociale Agenda van de monitor wonen, zorg en welzijn willen de wethouders die namens de regio lid van de stuurgroep wonen, zorg en welzijn de strategie voor de komende tijd bepalen. Zij hebben daartoe bijgevoegde notitie ter bespreking voorgelegd. Voorstel: Het PHO Ruimte een voorkeur te laten uitspreken voor: 1. de thema s binnen het beleidsterrein Wonen, zorg en welzijn waarvoor het regiobestuur zich hard maakt: a. De financiële mogelijkheden voor de realisatie van wonen, zorg en welzijn voorzieningen b. De verdeling van met name de zware wonen, zorg en welzijn voorzieningen over de regio 2. de wijze waarop de regio bijdraagt aan de realisatie van de doelen voor die betreffende thema s. a. Het nemen van een initiatief om samen met het Zorgkantoor, de VWHR (Vereniging woningcorporaties Holland Rijnland) en de zorgaanbieders een analyse te maken van de financiële mogelijkheden en verwachtingen voor het realiseren van wonen, zorg en welzijn voorzieningen. b. Na overleg met betrokken partijen een voorstel te maken voor een verdeling van met name de zware wonen, zorg en welzijn voorzieningen over de regio en dit vervolgens in te brengen bij de nog op te stellen regionale woonvisie c. Er voor te zorgen dat de wonen, zorg en welzijnopgave een goede plek krijgt in de regionale woonvisie. Dit voorstel schuift door naar het volgende reguliere PHO Ruimte 06 Rondvraag en sluiting 2

CONCEPT-BESLUITENLIJST Portefeuillehoudersoverleg Ruimte d.d. 15 februari 2012 Gemeente Naam Gemeente Naam Aanwezig: Alphen aan den Rijn T. Hoekstra Noordwijkerhout J.C.F. Knapp Hillegom J.G.M. van Griensven Oegstgeest Mw. W.E. Tönjann Kaag en Braassem A.G.M. Kea Rijnwoude H.R. Haarman Katwijk D.C.W. Binnendijk Teylingen J.H. Stuurman Leiden P.T. van Woensel (v.a. a.p. 07) Voorschoten F.F. Blommers Leiderdorp H.L. Zilverentant Zoeterwoude Mw. M.H.J.C. Ateş Lisse B.H.C. Brekelmans (tot a.p. 07) Holland Rijnland J. Wienen (vz) Lisse A.A.M. van Zelst (v.a. a.p. 07) Holland Rijnland Mw. C.G.F. de Kort Noordwijk L.A.W. de Lange Holland Rijnland V.M.J. Klein Afwezig: Nieuwkoop Mw. T. Veninga Nr. Agendapunt Voorstel Besluit Onderdeel Algemeen O1 Opening en vaststelling agenda 02 Vaststelling besluitenlijst PHO Ruimte d.d. 10 november 03 Mededelingen, ingekomen stukken en uitgegane brieven Onderdeel Ruimtelijke Ordening 04 SMASH en Contouren Schiphol (Lib) Besluitenlijst vast te stellen Kennis te nemen van de mededelingen, ingekomen en uitgegane stukken Kennis te nemen van de stand van zaken Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer (SMASH) en wijzigingen Luchthavenindelingenbesluit (Lib) Schiphol 1 -- Aan het verslag wordt toegevoegd dat de gemeente Voorschoten schriftelijke input heeft aangeleverd voor de agendapunten 05 en 06. Bij agendapunt 04 wordt opgemerkt dat niet de gemeente Oegstgeest, maar enkele raadsleden uit Oegstgeest hebben uitgesproken graag meer dan 30% van de sociale huurwoningen lokaal te willen toewijzen. Akkoord Naar aanleiding van de presentatie geven verschillende gemeenten aan dat zij het opportuun achten dat Holland Rijnland vertegenwoordigd is in de Stuurgroep SMASH. Immers, in SMASH worden uitspraken gedaan over mogelijke ontwikkelingen op het grondgebied van Holland

05 Eerste partiële herziening RSV 1. Het Dagelijks Bestuur te adviseren over de Nota van Beantwoording en wijzigingen eerste partiële herziening RSV Holland Rijnland; 2. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om bijgevoegd AB-voorstel vast te stellen. 2 Rijnland. Maarten Jenniskens van het ministerie van IenM geeft aan dat de regio vertegenwoordigd wordt door gedeputeerde De Bondt van de provincie Zuid Holland. Gedeputeerde De Bondt bespreekt de Stuurgroep SMASH voor met haar college Velthuizen met betrekking tot woningbouw en ruimtelijke ontwikkelingen. De gedeputeerde heeft toegezegd in de eerst volgende Stuurgroep SMASH de wens van de regio voor deelname aan de stuurgroep kenbaar te maken. De scope van SMASH is de metropoolregio Amsterdam (MRA). De heer Jenniskens zegt toe dat mogelijke ontwikkelingen buiten de MRA besproken worden met desbetreffende partijen. De heer Stuurman geeft aan dat SMASH ook kansen biedt voor de regio. Mede om die reden is het voor de regio van belang aan tafel te zitten bij dit proces. De heer Brekelmans vraagt of de Tweede Kaagbaan wel of niet opgenomen is in SMASH. De heer Jenniskens antwoordt dat binnen SMASH gekeken zal worden of de reservering voor de Tweede Kaagbaan behouden moet worden. Echter, binnen SMASH wordt niet besloten of en wanneer de Tweede Kaagbaan aangelegd zal worden. De heer Kea geeft aan dat de raad van Kaag en Braassem ook interesse heeft in informatie over SMASH. De voorzitter zegt toe dat Holland Rijnland de gemeenten zal informeren indien er meer inhoudelijke info voorhanden is. De heer Hoekstra vult hierop aan dat er behoorlijk tempo in het proces wordt gemaakt en het belangrijk is om tijdig geïnformeerd te worden. Indien nodig wordt er een extra overleg over dit onderwerp ingepland. Akkoord

Onderdeel Natuur en Landschap 06 Voortgang Regionaal Groenprogramma Onderdeel Wonen 07 Woonruimteverdeling 2012 regels voor stadsvernieuwingsurgentie Kennis te nemen van de voortgang van het regionaal Groenprogramma Meningsvormende discussie te voeren over de regels voor stadsvernieuwingsurgenten Akkoord De gemeenten geven ieder hun voorkeur met betrekking tot de vier uitgangspunten zoals verwoord in de ambtelijke notitie. 1. stadsvernieuwingsurgentie mogelijk voor a) iedereen of b) alleen huurders corporatiewoningen. De reden voor stadsvernieuwingsurgentie is om stadsvernieuwing in een gemeente mogelijk te maken. Om die reden moet iedereen in aanmerking kunnen komen voor stadsvernieuwingsurgentie. Bij andere eigenaren dan een corporatie dient daarover eerst contact met de gemeente te worden opgenomen. 2. De rangorde van stadsvernieuwingsurgenten t.o.v. andere urgenten wordt bepaald door de afgiftedatum van de urgentieverklaring. Unaniem eens. 3. Een sv-urgente kan a) tot een jaar voor de sloop alleen in de eigen gemeente gehuisvest worden dan wel b) vanaf dag 1 in de hele regio geherhuisvest worden. De meningen hierover zijn verdeeld. De voorzitter zal dit inbrengen in de stuurgroep die zal proberen een compromisvoorstel te formuleren. 4. Uitgesloten moet worden dat in twee opeenvolgende jaren meer dan 30% van het vrijkomende aanbod in een gemeenten wordt toegewezen aan sv-urgenten uit andere gemeenten. Hoewel dit nog nooit is voorgekomen, wordt er voor gekozen om deze regel toch op te nemen. 08 Woningbouwmonitor 2011 Kennis te nemen van de notitie over de provinciale Monitor Wonen 2011, met resultaten toegespitst op de regio Holland Rijnland Dit agendapunt wordt samen met het volgende besproken. 3

09 Woonvisie woningmarktanalyse 1. Van gedachten te wisselen over de ideeën voor de woonvisie die in bijgaande brief worden geschetst; 2. Opdracht te geven deze ideeën ambtelijk verder uit te werken in een plan van aanpak voor de woonvisie en dit in een volgend PHO te bespreken. De voorzitter leidt het agendapunt in met de opmerking dat hij zo snel mogelijk wil starten met het opstellen van een woonvisie. Daarbij maakt hij twee kanttekeningen: 1. er zijn twijfels over de noodzaak van een regionaal woningbehoefte onderzoek; 2. de regio moet externe capaciteit inhuren voor dit project. Aangezien het project nog niet in de begroting opgenomen is, moet er een voorstel komen over de financiering. 4 De heer Stuurman merkt op dat alle vijf de bollengemeenten de brief onderschrijven. Hij benadrukt het belang van flexibiliteit en de omslag van aanbodgericht naar vraaggericht. Mevrouw Tönjann vult aan dat bij de meeste gemeenten recente gegevens over woningbehoefte, huidige voorraad, etc. voorhanden zijn. Deze kunnen gebundeld worden om een regionaal beeld te krijgen. Voorwaarde is wel dat de verschillende gemeenten dezelfde termen en definities hanteren. De heer Hoekstra geeft aan dat de nadruk op kwaliteit i.p.v. kwantiteit moet komen te liggen. De voorzitter stelt voor om zo snel mogelijk te beginnen aan een nieuwe woonvisie en als basis hiervoor de lokale gegevens over onder meer woningbehoeften, bestaande voorraad en demografische gegevens te gebruiken. Na de inventarisatie van de lokale gegevens wordt een overweging gemaakt hoe dit op regionaal niveau aangevuld en uitgewerkt moet worden. De aanwezigen stemmen in met het voorstel van de voorzitter. Daar worden de volgende opmerkingen aan toegevoegd: - er komt een visie-deel (kaders) en een flexibel uitvoeringsprogramma; - fasering van bouwplannen wordt in beeld gebracht; - in het proces worden marktpartijen en financiële instellingen geconsulteerd waarbij we verder kijken dan de crisis. 10 Rondvraag en sluiting Mevrouw Ateş vraagt de gemeente Leiden om in het volgende PHO informatie te verstrekken over geplande

stadsvernieuwingsprojecten. De voorzitter antwoordt dat deze gegevens onderdeel zijn van de provinciale woningbouwmonitor. Iedere gemeente kan daar de cijfers van alle regio-gemeenten uit halen. Voor 1 april moeten alle gemeenten weer de actuele stand van zaken aanleveren bij de provincie. De volgende reguliere vergadering van het PHO Ruimte is op 23 mei 2012 te Katwijk 5

In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude MEMO / Mededeling PHO Ruimte d.d. 23 mei 2012 Aan: PHO Ruimte Datum: 20 april 2012 Van: Jos Wienen Onderwerp: stand van zaken SMASH Inleiding In het PHO Ruimte van 15 februari 2012 heeft het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een presentatie gegeven over het rijksprogramma SMASH (Structuurvisie Mainport Amsterdam Schiphol Haarlemmermeer). Het kabinet heeft de Metropoolregio Amsterdam (MRA) als prioritaire regio aangemerkt, en daarbinnen de Schipholregio (de zuidwestelijke hoek van de metropoolregio) als cruciaal aangewezen. In het gebied komen meerdere (rijks)belangen en opgaven samen, zoals de mainport Schiphol, infrastructuur (zoals de A4), de ZuidAs, energienetwerken (zoals de 380 kv-leiding), de Greenports Aalsmeer en Duin- en Bollenstreek en woningbouw. Het Rijk wil in SMASH onderzoeken welke ruimtelijke en infrastructurele randvoorwaarden hij moet borgen om versterking van de Schipholregio te realiseren. De samenhang met de overige ruimtelijke opgaven, zoals infrastructuur, waterberging, woningbouw en energie komen daarom ook integraal aan bod. De ruimtelijke keuzes, die het Rijk maakt in SMASH (bijvoorbeeld over de Westflank) zal het Rijk juridisch verankeren in het Luchthavenindelingsbesluit (de Algemene Maatregel van Bestuur Luchthavenindelingsbesluit (Lib)). Stand van zaken De stuurgroep SMASH heeft besloten om met name in het proces een pas op de plaats te maken. Het proces krijgt een meer besloten karakter met de direct betrokken partijen. Vooralsnog wordt afgezien van het opstellen van een rijksstructuurvisie. Er wordt ook geen periode voor zienswijzen gepland, die bij het opstellen van een structuurvisie hoort. Eerst zal een verkenning gemaakt worden met de direct betrokken partijen, waaronder Holland Rijnland. Inhoudelijk worden lopende studies, zoals bereikbaarheid, woningbouw en economie wel verder uitgewerkt. Tevens zal gewerkt worden aan een uitvoeringsagenda, waarin afspraken tussen partijen over concrete issues (bijvoorbeeld woningbouw) worden vastgelegd. Deze zal input geven aan de MIRT gebiedsagenda's. Binnenkort zal de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een brief hierover naar de Tweede Kamer sturen. Zodra deze brief beschikbaar is, zal ik deze ter kennis name aan het PHO Ruimte zenden. Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90 info@hollandrijnland.net www.hollandrijnland.net BNG 28.51.13.992

Tn Holland Rijnland wer ken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassenl, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Kic:mvkoop, Noordwijk, Noord\\~jkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude Aan het Dagelijks Bestuur van het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Postbus 558 2300 AN LEIDEN Leiden: 23 april 2012 Kenmerk: 12.04.38 Onderwerp: jaarverslag 2011 Geacht bestuur, Hierbij hebben wij het genoegen u het jaarverslag van de Regionale Urgentiecommissie woonruimteverdeling van 1 januari 2011-31 december 2011 aan te bieden. Hoogachtend, de Regionale l,.jrgentiecommissie, namens dezè, ~fol secretaris Samenwerkingsorgaan Holland Rijnlnnd Schuttersveld 9, 23 16 XG Leiden Postbus 558, 23 00 A. '\I Leiden Telefoon (071) 523 90 90 info@hollandrijnland.net www.llallandrijnland.nct BNG 28.5 1.13.992

Jaarverslag Regionale Urgentiecommissie Woonruimteverdeling over de periode 1 januari 2011-31 december 2011 In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Jaarverslag Regionale Commissie Woonruimteverdeling over de periode 1 januari 2011-31 december 2011 Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de Regionale Urgentiecommissie Woonruimteverdeling van de regio Holland Rijnland, verder te noemen de Commissie. De Commissie oefent haar bevoegdheden onafhankelijk uit namens het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland (Hoofdstuk V van de Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2009). Op grond van genoemde bevoegdheden neemt de Commissie besluiten over urgentieaanvragen uit de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Hoewel de gemeente Noordwijkerhout ook behoort tot de regio Holland Rijnland heeft deze gemeente ten aanzien van de behandeling van urgentieaanvragen een geclausuleerd mandaat aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland verstrekt. De inhoudelijke en organisatorische voorbereiding en afhandeling van zaken geschiedt door het secretariaat van Holland Rijnland. De Commissie is belast met het beoordelen van de urgentieaanvragen in de regio Holland Rijnland, aan de hand van de in artikel 17 e.v. van de Verordening geformuleerde criteria, de in- en uitschrijving van urgent (stadsvernieuwing)woningzoekenden in het urgentieregister, het vaststellen van het zoekprofiel, de beslissing over eventuele verlenging van de urgentietermijn of de intrekking van de verleende urgentie en de eventuele toepassing van de hardheidsclausule voor het verlenen van een urgentie. De Commissie De Commissie kent de volgende samenstelling: o Mevrouw B.M. Reiss o De heer mr. M. Doeven o De heer G.P. Duivenvoorden o De heer W.J.A.J. Peters, MBA o De heer B. Donker Samenstelling secretariaat: o De heer mr. J.C.A. van Tol o Mevrouw mr. A. H.H. Aarts o Mevrouw J. Witteman Werkzaam (als, in, geweest) voorzitter (sector Zorg) lid en plv. voorzitter (sector Bestuurszaken) lid (sector Volkshuisvesting) lid (sector Zorg) lid (sector Financiële dienstverlening) secretaris secretaris plv. medewerker secretariaat Tijdens het verslagjaar hebben geen wisselingen plaatsgevonden. Het aantal gehouden zittingen bedroeg in 2011: 35 1.0 Algemeen 1.1 Specifiek o In september 2011 heeft de voorzitter het portefeuillehouderoverleg Ruimte (wethoudersoverleg) bijgewoond. In deze vergadering zijn de beleidsuitgangspunten besproken in het kader van de nieuwe huisvestingsverordening die na verwachting 1 januari 2013 in werking zal treden. Tijdens dit overleg was er geen ruimte voor de voorzitter om nadere vragen te stellen of het jaarverslag van de RUC toe te lichten. In een schrijven naar de Stuurgroep Woonruimteverdeling heeft de Commissie gevraagd om toch nog in de gelegenheid gesteld te worden een aantal aandachtspunten inzake de urgentiebehandeling toe te lichten. 1.2 Beleidspunten o Per 1 januari 2011 heeft de Europese Commissie de regels voor het krijgen van een sociale huurwoning (netto huur t/m 652,52 per 1 januari 2011) veranderd. Vanaf 1 januari 2011 mogen woningcorporaties deze woningen alleen nog verhuren aan huishoudens met een inkomen tot maximaal 33.614,00. 90% van de vrijkomende woningen moet aan deze woningzoekenden worden verhuurd.

Dit betekent dat maximaal 10% van de woningen met een huurprijs tot 652,52 nog mag wordt verhuurd aan huishoudens met een hoger inkomen. De opvatting van de corporaties is, dat uit de resterende 10% eerst, de stadsvernieuwingsurgenten geholpen moeten worden met een inkomen hoger dan 33.619,00. Wat overblijft, zou aan de reguliere woningzoekenden toegewezen moeten worden met een inkomen hoger dan 33.619,00. Urgenten met een inkomen hoger dan 33.619,00 zouden dan niet meer voor een woning in aanmerking kunnen komen. In een gesprek met een vertegenwoordiger van de woningcorporaties en een beleidsmedewerker van Holland Rijnland heeft de Commissie aangegeven hiermee niet akkoord te kunnen gaan. Uit de Huisvestingsverordening blijkt niet dat een urgentieverklaring kan worden geweigerd aan een huishouden met een inkomen hoger dan 33.619,00. Het Dagelijks bestuur van Holland Rijnland heeft aangegeven, dat voor urgent woningzoekenden eveneens een inkomenstoets moet worden vastgesteld. De Commissie kan zich hierin vinden mits voor woningzoekenden die echt met een urgentieverklaring gehuisvest moeten worden, deze inkomenstoets niet tegengeworpen kan worden. De afgifte van een urgentieverklaring kan volgens de Commissie gewoon op basis van de hardheidsclausule. De Commissie zal bij deze toekenningen in de toekenningbrief wel aangeven, dat de woningzoekende een woning van een bepaalde corporatie kan worden geweigerd indien deze corporatie denkt dat haar 10% "vrije" ruimte in gevaar komt. Om te constateren of er sprake is van bovenmatig inkomen' is naar de corporaties gecommuniceerd dat aanlevering van de meest recente inkomstenbelastinggegevens noodzakelijk is bij de urgentietoets. In 2011 zijn 21 aanvragen, waaronder 11 stadsvernieuwingsurgenties, toegekend aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan 33.619,00. Indien de GGD of de MO-zaak aangeeft dat kamerbewoning alleen mogelijk is wanneer het gaat om een kamer op de begane grond of dat deze kamer met een lift kan worden bereikt en woningzoekende niet in aanmerking komt voor studentenhuisvesting, wordt een urgentieverklaring toegekend. 2.0 Behandeling van de aanvragen De Commissie heeft in 2011 455 aanvragen behandeld. Ten opzichte van 2010 zijn de aanvragen gestegen met 16 %. In dit verslagjaar heeft de Commissie 106 aanvragen ter advisering voorgelegd aan de GGD en 103 aanvragen aan de MO-zaak. Totaal aantal 209. Naar aanleiding van deze adviezen heeft de Commissie 77 urgentieverklaringen afgegeven op basis van het GGD advies en 78 op basis van het advies van de MOzaak. 2.1 Overzicht reguliere urgentie aanvragen over de jaren 2009, 2010 en 2011. jaren 2009 % 2010 % 2011 % Toewijzin en 189 46 202 53 292 64 Afwijzingen 200 49 138 35 123 27 Lo end 21 5 30 7 30 6 Ve rva 11 e n/i n getrokken 0 0 21 5 10 3 Totalen 410 100 391 100 455 100 Percentage toe- of 1000/o 95 1 40/o 111,6 /o afname t.o.v. het vorige jaar. 1 In 2011 bedraagt het inkomen maximaal 33.614,00. 2

2.2 Overzicht urgentieaanvragen naar aangesloten corporaties in het jaar 2011 Reguliere aanvragen orooratie Aanvraoen oewiizinoen Afwïzinoen vervallen Looend lkemade 11 9 2 0 0 Rijnhart Wonen 37 24 10 3 0 Buitenlust 12 11 1 0 0 Dunavie 61 39 16 4 2 Ons Doel 46 31 11 3 1 N' wiikse. Wst. 25 16 6 2 1 Portaal 64 41 17 5 1 De Sleutels 96 61 26 6 3 A. van Padua 11 6 2 3 0 Stek 55 26 26 3 0 Vooruitoanq 12 9 3 0 0 Warmunda 8 5 1 0 2 Woonzorq NL. 17 14 2 1 0 otaal 455 292 123 30 10 Stadsvernieuwingsurgenties In 2011 heeft de Commissie wegens sloop in totaal 44 stadsvernieuwingsurgenties verleend aan de navolgende corporaties: Woningstichting Buitenlust 40 Gemeenten 4 2.3 Overzicht urgentieaanvragen naar grond Reguliere aanvragen naar 2009 % 2010 % 2011 % Grond Medisch a toemeen 105 26 95 24 61 13 Medisch met WMO-beschikking 37 9 41 11 57 13 Psychosociaal 131 33 21 5 31 7 Financieel 30 7 27 7 33 7 Echtscheidino 9 2 0 0 0 0 Rosa Manus 14 3 0 0 0 0 Hardheid 84 20 207 53 273 60 Totaal 410 100 391 100 455 100 Toekenningen naar grond 2009 % 2010 % 2011 % Medisch alqemeen 46 24 61 30 33 11 Medisch met WMO-beschikkinq 35 19 37 19 54 18 Psychosociaal 20 11 17 8 29 10 Financieel 14 7 16 8 19 7 Echtscheidino 4 2 0 0 0 0 Rosa Manus 13 7 0 0 0 0 Hardheidclausule 57 30 71 35 157 54 Totaal 189 100 202 100 292 100 *In de huisvestingsverordening Holland Rijnland 2009 zijn twee gronden opgenomen om in aanmerking te kunnen komen voor een urgentieverklaring, te weten: medische en/of psychosociale gronden of een financiële grond. Om voor een medische en/ of psychosociale problematiek in aanmerking te kunnen komen voor een urgentieverklaring, moet een aanvrager een zelfstandige woning bewonen. De huidige woning moet ongeschikt voor bewoning zijn. Het merendeel van de aanvragen is echter op hardheid aangevraagd. 3

Afwïzingen naar grond 2009 2010 2011 zwangerschap, inwoning 17 7 1 Kan op kamer 2S 20 2S Kan zelf voorzien; 30 28 14 Gezinsherenigin - uitbreiding 0 2 7 Vochtproblemen burenruzie slechte buurt, wontnokrapte e.d. 0 3 1 Neoatief GGD/MO-zaak 38 33 29 Teveel ei en vermo en 9 3 s Niet regionaal gebonden 26 14 23 Geen acute noodzaak 14 0 0 Financieel: geen woonkostentoeslag/inkomensgrens/eigen 0 3 1 schuld Echtscheiding/relatiebreuk. 32 27 24 Ti"deli"ke huur 3 0 0 Geen nieuwe feiten of omstandiqheden aanqetoond 1 7 1 Huurschuld/overlast 0 3 1 Diversen s 3 2 Heroverwogen na afwijzing 0-1S -11 Totaal 200 138 123 In eerste instantie heeft de Commissie 134 aanvragen afgewezen. Na het indienen van een bezwaarschrift of de behandeling van het bezwaarschrift bij de diverse Beroep- en Bezwaarschriftencommissies en/of de behandeling van een beroepschrift bij de rechtbank zijn alsnog urgentieverklaringen verleend. Deze correcties zijn in dit overzicht verwerkt. 24T oe k ennmgen op h ar dh e1 "d: 2011 Relatiebreu kj echtscheidino Dakloosheid 8 Woont in een sloo woning 9 Buiten de reqio 8 Zwanoerschao 2 Huiselijk geweld 10 Kan niet o een kamer 62 Remigratie 3 ss Totaal 1S7 Toelichting op de cijfers: 60% van de aanvragen wordt op basis van de hardheidsclausule aangevraagd. Ten opzichte van 2010 zijn deze aanvragen wederom toegenomen. Vele aanvragen worden ingediend naar aanleiding van het feit dat men niet meer weet hoe uit een situatie te komen. Dit heeft vooral te maken met de problemen die vrouwen en de kinderen ondervinden betreffende de gevolgen van een relatiebreuk c.q. echtscheiding. Deze groep komt op straat te staan en kan niet door anderen worden geholpen. Verder komen aanvragen voort uit diverse hulpverleningsinstanties. Deze instellingen die ook zelf via de bijzondere doelgroep in aanmerking komen voor een woning adviseren hun cliënten die niet bij deze instelling voor een woning in aanmerking komen een urgentieaanvraag in te dienen wegens het feit dat hun cliënten niet op een kamer kunnen wonen. De Commissie stelt zich wel op het standpunt dat woningzoekenden eerst moeten aantonen dat zij niet bij deze instellingen in aanmerking komen voor een woning voordat een urgentieverklaring in behandeling wordt genomen. Tevens worden aanvragen ingediend, ondersteund door brieven van Jeugdzorg, Kwadraad, Stichting Mee, Rivierduinen etc., waaruit blijkt dat deze woningzoekenden niet op een kamer kunnen wonen. 4

Al deze complexe aanvragen noopt de Commissie er toe in toenemende mate geregeld advies aan de GGD of MO-zaak te vragen. Naar aanleiding van deze deskundige en goed gemotiveerde adviezen zijn totaal 127 aanvragen op hardheid toegekend. De Commissie heeft zelf 30 aanvragen op hardheid toegekend. 3.0 Beroep en Bezwaar 3.1 Commissies voor de Beroep- en Bezwaarschriften Tegen een besluit van de Commissie staat conform de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) bezwaar open. Dit bezwaar wordt behandeld door de daarvoor ingestelde commissies voor de Beroep- en Bezwaarschriften (als bedoeld in artikel 7:13 AWB). Kamer 1 brengt voor de gehele regio, behalve de gemeente Katwijk en Noordwijkerhout, een advies uit aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. De gemeente Katwijk heeft de Bezwaarschriftencommissie wel gemandateerd aan het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland met de beperking dat bezwaarschriften uit de gemeente Katwijk behandeld moeten worden door de Beroep- en Bezwaarschriftencommissie van de gemeente Katwijk (Kamer 2) die advies uitbrengt aan het Dagelijks Bestuur. De eerste- en tweede kamer zijn verzocht de advisering op elkaar af te stemmen, zodat in identieke gevallen geen rechtsongelijkheid kan ontstaan. In 2010 is er naar het oordeel van de Commissie van rechtsongelijkheid geen sprake geweest. De gemeente Noordwijkerhout heeft de bezwaarschriftenprocedureniet gemandateerd. Dit betekent dat voor deze gemeente de al ingestelde gemeentelijke Beroep- en Bezwaarschriftencommissie adviezen uitbrengt. De gemeente Noordwijkerhout heeft conform de adviezen beslist. 3.2 Overzicht bezwaarschriften Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de in 2009, 2010 en 2011 ingekomen bezwaarschriften tegen een besluit van de Commissie en de adviezen van de Beroepen Bezwaarschriftencommissies hierop. Regionale Beroer- en Bezwaarschriftencommissie Kamer 1 Totaal Ongegrond Gegrond Niet Herzien Ingetrokken Aanhouden lopend ontvankelijk door commissie d.m.v. GGDadvies of MD-zaak 2011 58 25 0 3 16 5 9 2010 97 48 6 4 16 10 5 8 2009 86 24 10 2 13 12 2 25 Beroep- en Bezwaarschriftencommissie qemeente Katwiik (Kamer 2) Totaal Ongegrond Gegrond Niet Herzien Ingetrokken Aanhouden lopend ontvankelijk door commissie 2011 7 4 1 1 1 2010 21 12 1 2 5 1 2009 20 8 2 6 2 2 5

Beroep- en Bezwaarschriftencommissie qemeente Noordwijkerhout Totaal Ongegrond Gegrond Niet Herzien Ingetrokken Aanhouden lopend 2011 2 2 ontvankelijk door commissie 2010 5 2 1 2 2009 5 3 2 Toelichting bij de cijfers: In 2011 zijn 67 bezwaarschriften binnenkomen. Hiervan waren 11 bezwaarschriften gericht tegen het toegekende zoekprofiel. Één bezwaarschrift was gericht tegen de intrekking van de urgentieverklaring, één bezwaarschrift tegen een opschortende voorwaarde en één bezwaarschrift tegen de looptijd van een stadsvernieuwingsurgentieverklaring. Derhalve 53 bezwaarschriften tegen de afwijzing van een urgentieaanvraag. Dit aantal is 40% van de verzonden afwijzingen. Dit is 33% minder dan in 2010. In 2011 zijn ten aanzien van 2010 aanzienlijk minder bezwaarschriften ingediend, terwijl het aantal afwijzingen slechts met enige procenten is afgenomen. Uit onderzoek blijkt dat in 2010 ten opzichte van 2011 meer woningzoekenden in bezwaar zijn gegaan betreffende een negatief GGD/MO-zaak advies. Dit geldt ook voor woningzoekenden met een te hoog inkomen/vermogen. De Urgentiecommissie heeft verder geen reden gezien om, naar aanleiding van de adviezen van de Bezwaarschriftencommissies, het beleid aan te passen. 3.3 Algemeen: Het contact met de diverse secretariaten wordt wederom, eveneens als de vorige jaren, als plezierig ervaren. 4.0 Rechtbank In 2011 is in drie gevallen beroep ingesteld tegen besluiten van het Dagelijks Bestuur Holland Rijnland bij de Arrondissementsrechtbank te 's-gravenhage. In één zaak heeft de Rechtbank het beroep gegrond verklaard en het Dagelijks bestuur verzocht een nieuw besluit te nemen. Totaal Ongegrond Gegrond Niet ontvankelijk Ingetrokken Aanhouden 2011 3 2 1 2010 9 8 1 2009 10 4 1 2 3 4.1 Aandachtspunten Rechtbank: Geen 5.0 Raad van State Naar aanleiding van een ongegrondverklaring door de Rechtbank is in 2011 één hoger beroepszaak ingesteld bij de Raad van State. De Raad van State heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. 6

6.0 Toekomst In 2012 zullen de contouren van de nieuwe Huisvestingsverordening zichtbaar worden die per 1 januari 2013 moet ingaan. De Commissie heeft begrepen dat per die datum de Rijnstreek in het kader van de woonruimteverdeling zal aansluiten bij Holland Rijnland en dat één woonruimteverdelingssysteem zal ontstaan. De Commissie denkt thans na over de wijze waarop na 1 januari 2013 invulling gegeven moet worden aan de extra werkdruk welke naar verwachting zal ontstaan. Of in de nieuwe verordening de urgentieregels worden aangepast is thans nog niet bekend. Het toepassen van de hardheidsclausule op basis van de huidige verordening baart de Commissie wel zorgen. De Commissie is bereid hierover in 2012 met Holland Rijnland van gedachten te wisselen om tot een adequate oplossing in de nieuwe verordening te komen. Verder gaat de Commissie er van uit dat haar onafhankelijkheid is de nieuwe verordening blijft gewaarborgd. 7.0 Tot slot Urgentieaanvragen worden in de vergaderingen van de Commissie op een uiterst zorgvuldige wijze behandeld. Ogenschijnlijk identieke urgentieaanvragen dienen toch apart behandeld te worden. De uitspraken van de Raad van State, rechtbank en de adviezen van de Beroep- en Bezwaarschriftencommissies worden, voor zover nodig in de besluitvorming betrokken. Waar nodig wordt het beleid van de Commissie aangepast, indien deze aanpassing niet in strijd is met de verordening. Uit de adviezen van de Beroep- en Bezwaarschriftencommissies over 2011 blijkt wederom dat de besluiten van de Commissie praktisch altijd worden overgenomen. De Commissie waakt samen met het secretariaat over consistente besluitvorming. Leiden, 1 aprjj~201-z. i {Woo~z itter, secreta}is, mr. J.C.A. van Tol 7

Klachtencommissie Woonruimteverdeling Rijnstreek Jaarverslag 2011

1. Inleiding Volgens het Reglement Klachtencommissie Woonruimteverdeling brengt de Klachtencommissie jaarlijks via het Portefeuillehoudersoverleg Wonen een openbaar verslag uit aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de regio, de woningcorporaties, het algemeen bestuur van Holland Rijnland, de woonconsumentenorganisaties in de regio en het bestuurlijk overleg als bedoeld in het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek 2009. Het verslag bevat een opgave over hoeveel klachten zijn ontvangen, alsmede hoeveel klagers zijn doorverwezen, de aard van de klachten, welke klachten niet voor behandeling in aanmerking kwamen en de reden daarvan, een korte samenvatting van door de commissie uitgebrachte rapporten en welke knelpunten de commissie signaleert naar aanleiding van de klachten, dan wel welke knelpunten zij tussentijds reeds schriftelijk heeft doorgegeven en onder de aandacht heeft gebracht bij Stichting Woonmarkt Rijnstreek. 2. Achtergrond, samenstelling en werkwijze van de commissie Achtergrond De regionale Klachtencommissie is op 23 februari 2000 ingesteld door de portefeuillehouders volkshuisvesting van de Rijnstreek. De instelling geschiedde in samenhang met de overgang naar het regionale systeem van woonruimteverdeling op 1 januari 2000. Op grond van artikel 4 van de Huisvestingswet is de functie en taak van de Klachtencommissie het waarborgen van de rechtsbescherming voor woningzoekenden. Samenstelling en werkwijze De commissie bestond in 2011 uit de drie vaste leden, mevrouw A. Eerdhuijzen (voorzitter), mevrouw S. Straten (plaatsvervangend voorzitter), de heer P. Vos en het plaatsvervangend lid de heer P. Fokkinga. Conform een schema van aftreden van de commissie had mevrouw Straten per 1 maart af moeten treden. De commissie verzocht het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland echter in januari om het aftreden van mevrouw Straten uit te stellen. Dit omdat zij rekening hield met de mogelijkheid dat het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek op 1 januari 2012 niet meer in werking zou zijn. De commissie achtte het niet zinnig om voor zo n korte termijn nog een wijziging in de samenstelling van de commissie aan te brengen. Zij verzekerde het DB dat, indien het in de loop van 2011 zeker zou worden dat de commissie langer zou blijven voortbestaan, bijvoorbeeld door een verlenging van de werkingsduur van het Convenant, mevrouw Straten per direct zou aftreden. Het Dagelijks Bestuur stemde in met het verzoek. In november zag het er naar uit dat het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek nog tot 1 januari 2013 in werking zal zijn. De commissie vond het vervolgens niet wenselijk om mevrouw Straten per 1 januari af te laten treden. Dit met name gelet op artikel 3 van het Reglement van de Klachtencommissie Woonruimteverdeling. Dit artikel gaat uit van een samenstelling van drie leden en drie plaatsvervangende leden. De commissie bestaat echter uit drie leden en één plaatsvervangend lid. Indien mevrouw Straten zou aftreden, dan zou er geen plaatsvervangend lid meer zijn. Deze situatie achtte de commissie onwenselijk. De commissie bracht echter wel een wijziging in de samenstelling van de commissie aan, in die zin dat mevrouw Staten vanaf 1 januari 2012 plaatsvervangend lid is, en de heer Fokkinga vast lid. De ambtelijk secretaris van de commissie is, sinds de instelling van de commissie in 2000, de heer E. van Staveren. 2

De commissie vergaderde in 2011 doorgaans één keer per maand. In totaal vonden 11 zittingen plaats. De commissie nodigde, evenals in de voorgaande jaren, klagers, waarvan het verzoek om urgentie was afgewezen, uit om gehoord te worden. Een vertegenwoordiger van Stichting Woonmarkt Rijnstreek was op verzoek bij de zittingen aanwezig om verweer tegen de klachten te voeren. 3. Het aantal ontvangen klachten De commissie ontving in 2011 in totaal 40 klachten. Hiervan waren 22 klachten bezwaren tegen de weigering van de urgentietoekenning en 18 klachten klachten van incidentele aard. De verhouding van het aantal klachten per categorie in 2011 tot het aantal klachten per categorie in de voorgaande jaren is in onderstaande tabel weergegeven. Jaar Aantal bezwaren tegen weigering van de urgentietoekenning Aantal bezwaren tegen intrekking van de urgentietoekenning Aantal bezwaren tegen de criteria aan de hand waarvan woonbonnen worden gerangschikt Aantal klachten van incidentele aard 2000 20 4 4 11 39 2001 19 5 4 10 38 2002 41 2 3 21 67 2003 40 0 1 14 55 2004 20 3 2 12 37 2005 19 0 0 17 36 2006 14 0 5 16 35 2007 12 0 3 22 37 2008 21 0 1 39 61 2009 36 0 1 28 65 2010 22 0 0 15 37 2011 22 0 0 18 40 Totaal Uit de tabel valt af te lezen dat door de jaren heen het aantal klachten per jaar ongeveer gelijk is, namelijk zo rond de 37. De jaren 2002, 2003, 2008 en 2009 zijn daarbij uitschieters. Oorzaak van het grote aantal in 2008 is dat er in dat jaar veel klachten zijn ontvangen die geen raakvlakken vertoonden met het systeem van woonruimteverdeling. Sinds 2009 is echter duidelijk op de website van Woonmarkt Rijnstreek het type klachten aangegeven, waarvoor de commissie niet ontvankelijk is. Gevolg is dat de commissie tegenwoordig dergelijke klachten niet meer ontvangt. In 2009 werd echter nog een redelijk aantal van dit soort klachten ontvangen. In 2009 werden relatief veel bezwaren tegen weigering van de urgentietoekenning ontvangen. Aanpassingen door de jaren heen aan de urgentieregeling In 2002, 2003 en in 2007 hebben aanpassingen van de urgentieregeling plaatsgevonden. De wijziging in 2002 betrof het punt dat Woonmarkt Rijnstreek vanaf dat jaar geen woningaanbod meer aan woningzoekenden met een urgentieverklaring doet. Woningzoekenden met een urgentieverklaring bepalen sinds 2002 zelf wanneer en op welke woning zij reageren. De wijziging in 2003 betrof het schrappen in de urgentieregeling van de urgentiegrond echtscheiding. De voornaamste wijzigingen in 2007 betroffen het invoeren in de urgentieregeling van een verblijf in een penitentiaire inrichting als urgentiegrond en het invoeren van een artikel, dat situaties beschrijft waarin juist geen urgentie kan worden afgegeven. 3

4. De aard van de klachten 1. Bezwaar tegen weigering van de urgentietoekenning De klachten waren in 2011 voor het grootste gedeelte bezwaren, die gericht zijn tegen de weigering van de urgentietoekenning. Het totale aantal van 22 klachten dient hierbij in het licht gezien te worden van het totale aantal door Woonmarkt Rijnstreek in 2011 afgewezen urgentie-aanvragen van 74. Ter vergelijking: in 2010 zijn ook 22 bezwaren tegen de weigering van de urgentietoekenning ontvangen en zijn 72 urgentie-aanvragen afgewezen. Bij de afweging door het Platform Urgenties of sprake is van urgentie (en vervolgens de toetsing door de commissie) wordt getoetst of voldaan is aan één van de situaties (urgentiecriteria) uit artikel 7, lid 3 1 van het Reglement Urgenties 2007 van het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek. Gegrond verklaard Van de 22 bezwaren, gericht tegen de weigering van de urgentietoekenning, verklaarde de commissie 10 bezwaren gegrond. Dit aantal is fors hoger dan in voorgaande jaren, ofschoon in 2009 ook een redelijk aantal bezwaren gegrond werden verklaard, namelijk acht. Bij drie gegrond verklaringen had het Platform Urgenties geoordeeld dat de situatie van de klager niet voldeed aan één van de situaties uit artikel 7, lid 3, waarna de commissie bij de behandeling van het bezwaar van mening was dat dit juist wél het geval was. Bij één gegrond verklaring, die betrekking had op een bezwaar tegen een afgewezen verzoek om medische urgentie, baseerde de commissie haar besluit op het advies van de GGD, die vond dat er aan de klager een medische urgentie moest worden toegekend. Het Platform had het advies van de GGD niet opgevolgd. De commissie vond het advies van de GGD echter consistent. >>Gegrond verklaard met toepassing van de hardheidsclausule Bij drie gegrond verklaringen stelde de commissie dat de situatie van de klager strikt genomen niet voldeed aan één van de voorwaarden voor het verkrijgen van urgentie, en stemde daarmee in met het standpunt van het Platform. Echter, de commissie achtte de situatie van de klager ernstig of onaanvaardbaar. Zij vond daarom dat een toepassing van de urgentiecriteria op de situatie van de klagers tot een bijzondere hardheid leidde. Er diende ten gunste van de klager afgeweken te worden 1 Dit artikel luidt: Een aanvraag voor een urgentieverklaring kan in de volgende situaties worden gehonoreerd: Maatschappelijk-sociale omstandigheden a. aan personen, die verblijven in een opvangtehuis en /of personen uit erkende hulp- en dienstverleningsinstellingen afkomstig uit een van de Rijnstreekgemeenten. b. ingeval van geestelijke mishandeling en/of incest, mits dit aantoonbaar is door ter zake kundige instanties. c. bij lichamelijke mishandeling, mits dit wordt aangetoond door een aangifte bij de politie. d. daar waar een financiële noodsituatie buiten eigen schuld is ontstaan. e. wanneer dakloosheid een aantoonbare noodsituatie veroorzaakt, die leidt tot een crisis. f. na een verblijf in een penitentiaire inrichting. Bij de toetsing van een urgentieaanvraag aan de hierboven genoemde maatschappelijke en sociale omstandigheden speelt de acuutheid en de wel of niet voorzienbaarheid van de situatie een rol, evenals de in te schatten zelfredzaamheid van de aanvrager. Daarnaast speelt mogelijke verwijtbaarheid van de situatie een rol bij het toetsen van de aanvraag en zal het Platform meewegen in hoeverre voor de woningzoekende in kwestie geen andere oplossing voor het woonprobleem denkbaar is dan uitsluitend (andere) zelfstandige huisvesting in één van de Rijnstreekgemeenten. Medische omstandigheden Voorrangsindicatie wordt afgegeven aan de belanghebbende die deze aanvraagt vanwege een lichamelijke aandoening en/of psychische stoornis. Wel moet medisch worden aangetoond dat deze aandoening of stoornis chronisch is en overwegend wordt veroorzaakt door de woonsituatie, dan wel dat de behandeling van de aandoening/stoornis in hoge mate ongunstig wordt beïnvloed door de woonsituatie. 4

van deze criteria en met toepassing van de hardheidsclausule uit artikel 9 van het Reglement Urgenties urgentie aan de klager toegekend te worden. Bij twee gegrond verklaringen stemde de Klachtencommissie in met het standpunt van het Platform dat de klager niet dakloos was, en daarom niet in aanmerking kwam voor een urgentieverklaring. Echter, binnen afzienbare termijn zou er in de situatie van de klager wél sprake zijn van dakloosheid. Een toetsing van de situatie van de klager aan artikel 7, lid 3, sub e leidde derhalve naar het oordeel van de commissie tot een bijzondere hardheid. Zij vond dat voor deze situaties de hardheidsclausule toegepast moest worden en urgentie verleend moest worden. In de situatie was voldaan aan de vastgestelde voorwaarde voor het gebruik van de hardheidsclausule bij toekomstige dakloosheid, namelijk dat de dakloosheid optreedt binnen 12 weken na aanvraag van de urgentie. Ook een andere gegrond verklaring was gestoeld op toekomstige dakloosheid, hoewel de commissie in deze uitspraak de hardheidsclausule niet expliciet ter sprake bracht. Geen besluit genomen De commissie nam over vier bezwaren tegen een weigering van de urgentietoekenning geen besluit. Bij één bezwaar volstond de commissie met het standpunt dat de situatie van de klager voldeed aan de situatie uit artikel 7, lid 3, sub a zonder verder een uitspraak te doen over de gegrondheid van de klacht. Op het moment van beoordeling door het Platform was namelijk niet voldaan aan sub a. Met een dergelijke uitspraak van de commissie was de klager sneller geholpen, dan wanneer het Platform, op basis van de veranderde situatie, ten tweede male een besluit had moeten nemen over het verzoek om urgentie. Bij een tweede bezwaar, waarover de commissie geen besluit nam, gaf de voorzitter van het Platform tijdens de mondelinge toelichting aan dat de klager in aanmerking kwam voor een urgentieverklaring. Dit op grond van brieven van deskundigen, die de klager bij haar bezwaar gevoegd had. Er was naar de mening van de voorzitter met de brieven aangetoond dat de situatie van de klager voldeed aan artikel 7, lid 3, sub b. Bij twee bezwaren gaf de voorzitter van het Platform tijdens de mondelinge toelichting van de klager aan, dat hij het verzoek om urgentie van de klager opnieuw door het Platform wenste te laten behandelen. Reden was dat het bezwaar van de klager nieuwe informatie voor het Platform bevatte. Het Platform besloot vervolgens om het bestuur van Woonmarkt Rijnstreek te adviseren om aan de klagers urgentie toe te kennen. De commissie hoefde derhalve geen besluit meer te nemen over deze bezwaren. Aangehouden De commissie hield vijf bezwaren tegen een afgewezen verzoek om urgentie aan. Bij één aanhouding had de voorzitter van het Platform tijdens de mondelinge toelichting van de klager aangegeven dat het bezwaar van de klager nieuwe informatie bevatte, waarover het Platform ten tijde van beoordeling van het verzoek niet beschikte. De voorzitter gaf aan het verzoek opnieuw door het Platform te willen laten beoordelen. Een aanhouding door de commissie was het gevolg, waarna het Platform een week later alsnog een positief advies ten aanzien van het verzoek om urgentie uitbracht. Bij twee aanhoudingen verzocht de commissie de klager om een deskundige een verklaring op te laten stellen over de geestelijke toestand van de klager, zodat op grond van deze verklaring beoordeeld zou kunnen worden of op basis van geestelijke mishandeling urgentie aan de klager afgegeven kon worden. In beide gevallen werd een dergelijke verklaring overgelegd, op grond 5

waarvan de commissie besloot alsnog urgentie aan de klager toe te kennen. In één van deze gevallen vond de besluitvorming plaats in 2012. Een vierde aanhouding had betrekking op een bezwaar tegen een afgewezen verzoek om medische urgentie. De commissie vond dat de GGD bij de beoordeling van het verzoek niet al de medische beperkingen, die de klager in haar huidige woonsituatie ondervond, in acht had genomen. De commissie stelde de klager in de gelegenheid om haar behandelend arts een verklaring op te laten stellen, waarin hij aangaf in welke mate de huidige woonsituatie de medische situatie van de klager beïnvloedde. De klager overlegde de commissie vervolgens een dergelijke verklaring. De commissie vond deze verklaring kort en algemeen, maar besloot om met toepassing van de hardheidsclausule urgentie aan de klager toe te kennen. Dit besluit vond plaats in 2012. Ook een vijfde aanhouding betrof een bezwaar tegen een afgewezen verzoek om medische urgentie. De GGD had geoordeeld dat geobjectiveerde medische klachten van de klager geen verklaring boden voor het feit dat betrokkene, woonachtig in een maisonette-woning, niet kon traplopen. De commissie vroeg de klager om aanvullende informatie te overleggen, zoals een kopie van het indicatiebesluit behorende bij de WMO-beschikking en schriftelijke informatie van de arts. Op grond van deze informatie kon de commissie beoordelen of de klager wel of niet in staat was tot traplopen en of haar huidige woning als medisch inadequaat dient te worden beschouwd. De klager overlegde de gevraagde informatie echter niet, waardoor de commissie geen besluit heeft genomen op het bezwaar. Ongegrond verklaard De commissie verklaarde drie bezwaren tegen weigering van de urgentietoekenning ongegrond. Bij deze bezwaren was de commissie van oordeel dat de situatie van de klagers niet voldeed aan één van de situaties uit artikel 7, lid 3, waarmee derhalve ingestemd werd met het standpunt van het Platform. In één geval had de situatie van de klager tijdelijk voldaan aan artikel 7, lid 3, sub a. De klager had verbleven in een opvangtehuis, maar had het opvangtehuis verlaten, waardoor haar situatie niet meer voldeed aan sub a. De commissie vond het merkwaardig dat de klager haar verblijf in het opvangtehuis niet voort had laten duren. 2. Incidentele klachten In 2011 was sprake van 18 zogenaamde incidentele klachten. Deze klachten zijn beschreven in de bijlage. De commissie besloot als volgt over deze klachten: - tien klachten zijn ongegrond verklaard - twee klachten zijn ter kennisgeving aangenomen - drie klachten zijn aangehouden, waarvan er later twee gegrond en één ongegrond werden verklaard - één klacht is niet-ontvankelijk verklaard - over één klacht is geen besluit genomen - één klacht is ingetrokken 5. Besluiten Klachtencommissie Naar aanleiding van de hiervoor genoemde 40 klachten heeft de commissie als volgt besloten: 6

Besluiten van de Klachtencommissie in 2011 ter kennisgeving; 2; 5% ingetrokken; 1; 3% niet-ontvankelijk; 1; 3% geen besluit; 5; 13% gegrond; 10; 24% aangehouden; 8; 20% ongegrond; 13; 32% - tien klachten zijn gegrond verklaard - dertien klachten zijn ongegrond verklaard - acht klachten zijn aangehouden - over vijf klachten is geen besluit genomen - één klacht is niet-ontvankelijk verklaard - één klacht is ingetrokken - twee klachten zijn ter kennisgeving aangenomen 6. Klachten die niet voor behandeling in aanmerking kwamen In 2011 heeft de Klachtencommissie twee klachten niet in behandeling genomen. Hiervan is één klacht niet-ontvankelijk verklaard en is één klacht door de klager voorafgaande aan de zitting van de commissie ingetrokken. 7. Knelpunten en aandachtspunten De Klachtencommissie formuleerde in 2011 bij de behandeling van de klachten de volgende aandachtspunten. Het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek 2009 legt ten onrechte een regionale bindingseis op aan woningzoekende gepensioneerden van buiten de Rijnstreek De commissie behandelde in 2011 een klacht van een 65-jarige inwoner van Amstelveen, die gereageerd had op de advertentie van een aanleunwoning in het Hof van Alphen te Alphen aan den Rijn. Na de rangschikking van de reacties was hij op de eerste plaats geëindigd. Hierbij speelde dat de klager bij Woonmarkt Rijnstreek geregistreerd was als zijnde een inwoner van de Rijnstreek. Nadat het Woonmarkt Rijnstreek duidelijk was geworden dat de klager niet in de Rijnstreek woonachtig was, maar in Amstelveen, wenste men de woning vervolgens niet aan de klager, maar aan een inwoner uit Alphen aan den Rijn toe te wijzen. De klager diende vervolgens een klacht in over deze toewijzing. 7

De commissie wenste nu te vernemen of Woonmarkt Rijnstreek toestemming heeft om af te wijken van het gestelde in artikel 13c, lid 1 van de Huisvestingswet. Zij vroeg hiervoor informatie op bij de Provincie Zuid-Hollland en hield daarom dit bezwaar aan. Artikel 13c, lid 1 van de Huisvestingswet schrijft namelijk voor dat geen onderscheid naar economische of maatschappelijke binding gemaakt mag worden ten aanzien van woningzoekenden waarvan redelijkerwijs niet of niet meer verwacht kan worden dat zij door het duurzaam verrichten van arbeid in hun bestaan kunnen voorzien, zoals onder meer gepensioneerden. Artikel 13c, lid 2 geeft echter aan dat gedeputeerde of provinciale staten kunnen toestaan dat, vanwege geringe mogelijkheden tot uitbreiding van de woningvoorraad, bij de toewijzing van woningen wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 13c, lid 1. De Provincie Zud-Holland gaf vervolgens aan dat de Rijnstreek geen toestemming heeft gekregen. De commissie verklaarde op grond van deze berichtgeving deze klacht gegrond. Zij vindt het niet terecht dat de aanleunwoning in het Hof van Alphen te Alphen aan den Rijn niet aan de klager was toegewezen. De afweging of er sprake is van hardheid in schriftelijke afwijzingen van verzoeken om urgentie van Woonmarkt Rijnstreek In schriftelijke afwijzingen van verzoeken om urgentie van Woonmarkt Rijnstreek is vaak de volgende passage vermeld: De aanvraag voldoet niet aan één van de vastgestelde criteria voor het verkrijgen van urgentie. Gezien het bovenstaande leidt deze situatie ook niet tot een bijzondere hardheid. De Klachtencommissie vindt dat deze wijze van afweging ten aanzien van het vraagstuk of er sprake is van hardheid niet correct is. Een dergelijke passage zou dienen te luiden: De aanvraag voldoet niet aan één van de vastgestelde criteria voor het verkrijgen van urgentie. En toepassing van deze urgentiecriteria op uw situatie leidt ook niet tot een bijzondere hardheid. Ook wordt niet gemotiveerd waarom toepassing van de urgentiecriteria niet leidt tot een bijzondere hardheid. Motivering van afwijzingen Het valt de Klachtencommissie op dat verzoeken om urgentie wel eens worden afgewezen op een grond, die verschilt van de grond waarop ze zijn aangevraagd. Er is bijvoorbeeld sprake van een verzoek om medische urgentie, waarna deze dan wordt afgewezen alsof het een verzoek om maatschappelijk-sociale urgentie betreft. Ook vindt de Klachtencommissie, dat indien het Platform Urgenties afwijkt van een advies van de GGD ten aanzien van een verzoek om medische urgentie, zij dient uit te leggen waarom zij van dit advies afwijkt en waarom zij het advies niet consistent vindt. 8