Witteveen 2015. 1. Algemeen



Vergelijkbare documenten
Prinsjesdagspecial De pensioennota. Samenvatting

Wijziging CDC-regeling TBI

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015

ONDERDEEL Leven Zakelijk

Datum 23 mei Behandeld door Dhr. A. Beheerder Onderdeel Leven Zakelijk Team Pensioenleeftijd 68 Ons kenmerk A001

Bijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Datum 22 mei Behandeld door Dhr. A. Beheerder Onderdeel Leven Zakelijk Team Pensioenleeftijd 68 Ons kenmerk A001

veel gestelde vragen 1. Over de toets

70 De Pensioenwereld in 2015

Verlenging van uw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

100K+/Netto Pensioen/Netto Lijfrente. Versie 19 januari 2015

Verlenging van uw pensioencontract: wat verandert er voor u en voor uw werknemers?

Wijzigingen in de pensioenwetgeving Belangrijke gevolgen van de pensioenwijzigingen... 4

KPMG Meijburg & Co ABCD. Wetsvoorstel Witteveen 2015

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014

Fiscale kader aanvullende pensioenen minder beperkt

68 De Pensioenwereld in 2014

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

NIEUWSBRIEF (2 augustus 2017)

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M

Pensioen Voorbeeldteksten laag 1 voor DC-regelingen VOORBEELDTEKST

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Pensioen Voorbeeldteksten laag 1 voor nettopensioenregeling VOORBEELDTEKST

Dit besluit is per 1 januari 2015 vervangen door het besluit van 23 september 2014, nr. BLKB2014/1702M) Het vervallen besluit is hierna opgenomen.

Overzicht van voor- en nadelen van pensioenopbouw in eigen beheer

Bijlage I bij instemmingsverzoek BoMa Ondernemingsraad. Elementen van de per 1 januari 2015 voorgestelde pensioenregeling

Basiscursus collectief Pensioen. Wat je moet weten over een belangrijke arbeidsvoorwaarde

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

een goedkeuring voor pensioenregelingen met een toezegging van partner en wezenpensioen voor werknemers geboren voor 1950;

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

Seminar MontClair. pensioenrichtleeftijd

BIJLAGE 1: Vergelijking Nettopensioen ABP en Nettolijfrente Loyalis

Aanpassing pensioenregeling zorginstellingen per voor bestuurders

100K + markt: klantbelang en innovatie gaan hand in hand

Wijziging pensioenregeling

Vragen en antwoorden rondom verhoging pensioenrichtleeftijd

Circulaire. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

78 De Pensioenwereld in 2015

Aegon Levensverzekering N.V.

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Deelnemerspresentatie november 2018

Uniform Pensioenoverzicht <eejj>

Vergelijking op hoofdlijnen van de pensioenregelingen van SPMS en PFZW

Het wetsvoorstel is op 3 juli 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. ChristenUnie, SGP, VVD, Van Vliet, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013

Loonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen

Gaat u met pensioen? Dan krijgt u ouderdomspensioen.

AANPAK 100K+ COMPENSATIE PENSIOEN

Witteveen 2015: Wat te doen met plus pensioen?

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Uniform Pensioenoverzicht <eejj>

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

BeterExcedent. Pensioenregeling 2015

Loonheffingen. Pensioenen; beschikbare-premieregelingen

Het inrichten van een nettopensioenregeling bij een pensioenfonds

white paper september 2014

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Workshop pensioenwijzigingen en financiële planning. 3 september 2014 Diana Du?lh

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI bpfhibin.nl

Kemira Rotterdam B.V.

Dit besluit is vervangen door het besluit van 23 juni 2014, nr. BLKB2014/0351M. Het ingetrokken besluit is hierna opgenomen.

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Reglement excedent-premieregeling. Versie: 1 juli 2017

Pensioen Voorbeeldteksten laag 1 voor DC-regelingen VOORBEELDTEKST

Veelgestelde vragen nettopensioenregeling

1. Pensioenstelsel in Nederland

Uit dienst. Versie

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Veranderingen in de Pensioenwereld

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Uw eigen pensioenregeling bij Pensioenfonds PGB

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Stichting CRH Pensioenfonds. 18 december 2013 Dordrecht

Percentage van de pensioengrondslag (opbouw gericht op 2,25% per dienstjaar bij middelloonstelsel) OP en uitgesteld opgebouwd PP

Reglement excedent-premieregeling Versie: 1 januari 2018

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Je bouwt partnerpensioen op met de pensioenregeling van Pensioenfonds Detailhandel. Voor je kinderen is er wezenpensioen.

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

CAPGEMINI PENSIOENFONDS. Wat krijgt u in onze pensioenregeling? Hoe is uw pensioen geregeld?

Wet Witteveen 2015 voor IBondernemers

Pensioenbericht februari Nettopensioen UPDATE

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Geen verandering voor u. U kunt de beleggingsmogelijkheden voor uw werknemers beperken.

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren

Pensioen Informatie sessie

Fiscale wetgeving beauty or the beast?

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015

OR-Seminar Johan van Soest & Evert van Ling, 10 april Werk aan de winkel I - rol OR - wijziging pensioenwetgeving

Transcriptie:

Witteveen 2015 1. Algemeen Eind vorig jaar zijn tussen de regeringsfracties van de VVD en de PvdA enerzijds en de oppositiepartijen D66, de SGP en de CU anderzijds pensioenafspraken gemaakt. Een groot deel van deze afspraken is nu vastgelegd in het zogenoemde Witteveenakkoord 2015. Op grond van dit akkoord worden de fiscale mogelijkheden met betrekking tot de pensioenopbouw vanaf 2015 beperkt. De wet met deze fiscale voorstellen is op 27 mei 2014 door de Eerste Kamer aangenomen en zal op 1 januari 2015 in werking treden. Hierna behandelen wij de voor de pensioenpraktijk belangrijkste onderwerpen uit deze wet. 2. Verlaging opbouwpercentage middelloonregeling naar 1,875% Het fiscaal maximum opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen bij een middelloonregeling wordt bij een pensioenrichtleeftijd van 67 jaar verlaagd naar 1,875% (nu 2,15%). Voor eindloonregelingen wordt het maximum verlaagd naar 1,657% (nu 1,9%). De maximumpercentages van de opbouw voor het partnerpensioen en het wezenpensioen worden evenredig verlaagd. Opbouwpercentage Opbouwpercentage middelloon Opbouwpercentage eindloon Ouderdomspensioen 1,875% 1,657% Partnerpensioen 1,313% 1,160% Wezenpensioen 0,263% 0,232% Voor beschikbare premieregelingen zijn inmiddels de bijbehorende (maximale) 4%- en 3% premiestaffels gepubliceerd. Deze staffels hebben wij in bijlage 1 opgenomen. Dit zijn nettostaffels; dat wil zeggen dat de stortingen verhoogd kunnen worden door kostenopslagen en eventuele risicopremies voor de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Het is nog steeds mogelijk om een lagere pensioenrichtleeftijd dan 67 jaar te hanteren. De fiscaal maximale opbouwpercentages zijn dan lager. Een lagere pensioenrichtleeftijd dan de AOW-leeftijd geeft wel vaak juridische complicaties. 3. Aftopping pensioenopbouw op 100.000 (bedrag 2014) Binnen de huidige pensioenregelingen mag er vanaf 1 januari 2015 geen pensioen (in fiscale zin) meer worden opgebouwd over het salaris boven de 100.000: over premies die betaald worden voor een pensioenopbouw die betrekking heeft op het salaris boven 100.000 moet vanaf 1 januari 2015 loonbelasting worden ingehouden. Voor het tot 1 januari 2015 opgebouwde pensioen blijven de oude regels gelden. Er mag echter bij toekomstige salarisverhogingen boven de 100.000 geen backservicepensioen toegekend worden aan de jaren vóór 2015. SV-2014-0487 mei 2014 1

Voor het partner- en wezenpensioen op risicobasis mag in 2015 een (eenmalige) pensioenknip in de berekening worden aangebracht, zodat over de jaren vóór 2015 geen rekening gehouden hoeft te worden met de maximering van het salaris op 100.000. Anders zou het partner- en wezenpensioen op risicobasis extreem verlaagd worden. Voor deeltijdwerkers geldt fiscaal een evenredig lager maximum. Het maximum van 100.000 geldt verder niet voor het arbeidsongeschiktheidspensioen: voor het arbeidsongeschiktheidspensioen zijn de regels niet gewijzigd.. Het maximum van 100.000 wordt jaarlijks verhoogd op basis van de stijging van de contractlonen. De eerste verhoging vindt per 1 januari 2016 plaats. Bijzonder aandachtspunt is dat (ook) het partner- en wezenpensioen per 1 januari 2015 voor vele werknemers ineens aanzienlijk lager kan worden. Betrokkenen zullen daarover zo spoedig mogelijk in ieder geval (goed) geïnformeerd moeten worden om problemen te voorkomen. Problemen kunnen bijvoorbeeld ontstaan als een werknemer op 5 januari 2015 overlijdt en de partner merkt dat het partnerpensioen veel lager is dan voordien altijd is opgegeven. 4. Faciliteit nettolijfrente en nettopensioen voor salarisdeel boven 100.000 Werknemers krijgen een extra mogelijkheid om vrijwillig op een fiscaal vriendelijke manier te sparen (of te beleggen) voor een nettolijfrente of een nettopensioen met betrekking tot het salaris boven de 100.000. Het sparen of beleggen vindt plaats uit het nettosalaris van de werknemer. Over het saldo van het gespaarde of belegde bedrag is geen vermogensrendementsheffing verschuldigd. Als de nettolijfrente of het nettopensioen wordt uitgekeerd, hoeft er op de uitkering geen belasting meer te worden ingehouden. Nettolijfrente De nettolijfrente is een extra spaarmogelijkheid in lijfrente- en bankspaarproductensfeer en kan worden ondergebracht bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling. De werkgever kan hierbij faciliterend optreden. De regeling moet echter voor de werknemer wel vrijwillig zijn. Ook geldt dat als de werkgever bijdraagt in de kosten van de lijfrente, hij aan alle werknemers die zich in een vergelijkbare positie bevinden maar niet deelnemen aan de regeling eenzelfde bijdrage moet verstrekken. Op de nettolijfrente is de Pensioenwet niet van toepassing. De nettolijfrente kan wel worden afgekocht. Er wordt dan alsnog vermogensrendementsheffing in rekening gebracht: via een bepaalde forfaitaire vaststelling, met terugwerkende kracht. Nettopensioen De nettolijfrente kan ook in de 2de pijler (in de pensioensfeer) worden ondergebracht. Dit moet nog bij wet worden geregeld en de voorwaarden moeten ook nog nader worden uitgewerkt. Deze nettolijfrente gaat waarschijnlijk nettopensioen heten en valt volledig onder de Pensioenwet. SV-2014-0487 mei 2014 2

Voor het nettopensioen zijn de sociale partners verantwoordelijk. Pensioenfondsen, verzekeraars, PPI s en buitenlands pensioenuitvoerders kunnen hiervoor als uitvoerder optreden. Er gelden waarschijnlijk wel aanvullende eisen voor het nettopensioen. De belangrijkste daarbij zijn: 1. Het moet tijdens de opbouwfase gaan om een DC-regeling zonder garanties van het pensioenfonds. 2. Het overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico moet worden herverzekerd. 3. Er geldt een werkgeversbijdrage van ten minste 10%. 4. De 10%werkgeversbijdrage moet ook verstrekt worden aan werknemers die in dezelfde omstandigheden verkeren, maar niet aan de regeling van het nettopensioen deelnemen. 5. Het nettopensioen moet voor de werknemer een vrijwillige regeling zijn. 6. Het nettopensioen moet administratief en financieel volledig afgescheiden worden van het reguliere pensioen. Deze voorwaarden zijn nog niet definitief. De staatssecretarissen zijn hierover nog in overleg met het pensioenveld. De voorwaarden zullen worden opgenomen in een algemene maatregel van bestuur die vóór de zomer naar de Tweede en de Eerste Kamer zal worden gestuurd Het hiervoor genoemde nettopensioen nieuwe stijl is een fiscaal gefacilieerd pensioen: er hoeft geen vermogensrendementsheffing betaald te worden over het gespaarde of belegde pensioengeld. Op dit moment kennen we al een andere mogelijkheid van een nettopensioen: namelijk een splitsing tussen een fiscaal zuiver deel van een pensioenregeling en een fiscaal onzuiver deel. Deze mogelijkheid blijft bestaan. Bij een dergelijke splitsing van de pensioenregeling is er over het niet-fiscaal gefacilieerde deel van de nettopensioenregeling wel vermogensrendementsheffing verschuldigd. Ten aanzien van deze nettopensioenen oude stijl is in de onderhavige regelgeving bepaald dat het afkoopverbod van de Pensioenwet vervalt. Het afkoopverbod vervalt niet voor het nettopensioen nieuwe stijl. Er zijn voor de nettolijfrente en het nettopensioen nog geen tabellen gepubliceerd met maximale percentages voor de stortingen. Er is echter wel aangegeven welke tabel als basis zal dienen. Wij hebben daaruit de volgende tabel afgeleid met maximaal te storten bedragen in de nettolijfrente dan wel het nettopensioen: Leeftijdscategorie 15 tot en met 19 2,304 20 tot en met 24 2,736 25 tot en met 29 3,312 30 tot en met 34 3,936 35 tot en met 39 4,704 40 tot en met 44 5,664 45 tot en met 49 6,816 50 tot en met 54 8,256 55 tot en met 59 9,936 60 tot en met 64 11,904 65 tot en met 66 13,488 SV-2014-0487 mei 2014 3

Het is niet bekend hoe omgegaan moet worden met de kostenopslagen en/of de opslag voor vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid. Deze zitten niet in deze leeftijdsstaffel verwerkt. Verder is het voor pensioenfondsen te hopen dat de uiteindelijke nadere voorwaarden voor pensioenfondsen en werkgevers niet onwerkbaar worden. 5. Verlaging fiscaal minimale franchise naar 12.522 (bedrag 2014) Bij de nieuwe voorstellen geldt als maatstaf dat er in totaal een pensioen van (40 x 1,875% =) 75% van het gemiddelde loon kan worden bereikt. Daarbij hoort een lagere fiscaal minimale franchise dan nu geldt. Dit betekent dat de fiscaal minimale franchise in 2015 wordt verlaagd. Gerelateerd aan de bedragen van de huidige fiscaal minimale franchise betekent dit dat de franchise bijna 900 lager wordt: de franchise nu van 13.449 wordt dan 12.552 (bedragen 2014). Voorkomen moet worden dat bij pensioenregelingen die rechtstreeks zijn gekoppeld aan de fiscaal minimale franchise er binnen de pensioenregeling automatisch en ongewild een lagere franchise van toepassing wordt. Anderzijds geeft de verlaging van de franchise ruimte om de pensioenopbouw van vooral lager betaalden te verbeteren: voor degenen met een salaris tot ongeveer 20.000 kan daarmee de verlaging van het opbouwpercentage zelfs volledig worden gecompenseerd. Verder blijft het mogelijk bij een lager opbouwpercentage een lagere franchise te hanteren dan de hiervoor genoemde fiscaal minimale franchise. Hierna hebben wij de verwachte opbouwpercentages opgenomen bij de te verwachten lagere franchises in een middelloonregeling. Middelloonregeling Opbouwpercentage meer dan Opbouwpercentage niet meer dan Franchisebedrag 2015* - 1,701% 10.271 1,701% 1,788% 11.434 1,788% 1,875% 12.552 * Niveau gebaseerd op de bedragen in 2014; betreft benaderde bedragen (werkelijke bedragen zijn nog niet gepubliceerd) 6. Stopzetten koepelvrijstelling Het kabinet heeft het voornemen de koepelvrijstelling voor administratieve dienstverlening aan pensioenfondsen te schrappen. Als reden wordt de huidige ongelijke behandeling van uitvoerders op dit terrein genoemd: sommige uitvoerders kunnen deze diensten zonder btw aanbieden, andere niet. Daartoe zal het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 worden aangepast, zodat per 1 januari 2015 de pensioenuitvoering van de koepelvrijstelling wordt uitgezonderd. Daarmee verdwijnt per 1 januari 2015 de koepelvrijstelling voor administratieve dienstverlening aan pensioenfondsen. SV-2014-0487 mei 2014 4

In verschillende uitbestedingsovereenkomsten is het wegvallen van de koepelvrijstelling als ontbindende voorwaarde opgenomen. Dit geeft pensioenfondsen dan in ieder geval de mogelijkheid om opnieuw onderhandelingen aan te gaan over de kosten van de administratieve dienstverlening. Als deze ontbindende voorwaarde ontbreekt kan deze maatregel tot behoorlijk aanvullende lasten voor het pensioenfonds leiden. 7. Wijziging pensioenregeling Er moeten binnen korte termijn zeer veel pensioenregelingen worden aangepast. In het algemeen is een fiscale wijziging zoals hiervoor beschreven arbeidsrechtelijk niet voldoende om een pensioenregeling geheel buiten de werknemers(vertegenwoordigers) om eenzijdig te kunnen wijzigen. Als er een ondernemingsraad is, zal de ondernemingsraad bovendien om instemming moeten worden gevraagd als het om rechtstreeks bij een verzekeraar ondergebrachte pensioenregeling gaat. Als een pensioenregeling niet op tijd is aangepast, vervalt de zogenoemde omkeerregel en ontstaat er een nettopensioenregeling oude stijl, met een jaarlijkse vermogensrendementsheffing. Dat is ongewenst. Verschillende werkgevers zullen de behoefte hebben om de nieuwe pensioenregeling voor de zekerheid vooraf bij de belastingdienst ter goedkeuring voor te leggen. De belastingdienst verwacht een grote toestroom van verzoeken. Ze gaan daarvoor een aparte taskforce opzetten. Het verzoek tot beoordeling van de nieuwe pensioenregeling moet vóór 1 januari 2015 bij de belastingdienst zijn ingediend; anders heeft het geen zin meer. Daarbij heeft de belastingdienst toegezegd dat de formele stukken (pensioenovereenkomst, pensioenreglement e.d.) dan nog niet af hoeven te zijn. Er moet vóór 1 januari 2015 echter wel overeenstemming zijn over de nieuwe pensioenregeling en de gemaakte afspraken moeten ook vóór 1 januari 2015 naar de belastingdienst worden gestuurd. Vaak geldt daarna bij de belastingdienst nog een termijn van 6 maanden voor het opstellen van de definitieve juridische stukken. Een en ander betekent dat werkgevers en werknemers niet te lang moeten wachten met het in gang zetten van het wijzigingstraject. Een ingegane premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikten moet in principe ook per 1 januari 2015 worden aangepast aan de nieuwe fiscale regels. Deze ingegane premievrije opbouw mag dus niet zo maar ongewijzigd op basis van de huidige premievrijstelling doorgaan. De regering heeft aangegeven dat de huidige premievrije pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid alleen bij een zogenoemde uitgewerkte rechtsverhouding ongewijzigd kan blijven. Uit de rechtspraak blijkt dat er niet zo snel sprake is van een uitgewerkte rechtsverhouding. Bij rechtstreeks bij een verzekeraar verzekerde pensioenregelingen zal er bij een premievrije voortzetting in het kader van een arbeidsongeschiktheid vaak wel sprake zijn van een uitgewerkte rechtsverhouding. Bij een pensioenregeling die bij een pensioenfonds is ondergebracht, zal dat veel minder vaak het geval zijn. SV-2014-0487 mei 2014 5

Bijlage 1: Leeftijdsstaffels beschikbare premie bij 1,875% opbouw 4%-staffel (opbouw gericht op 1,875% per dienstjaar bij middelloonstelsel) en uitgesteld bereikbaar PP 15 tot en met 19 3,4 4,1 4,6 4,8 20 tot en met 24 3,9 4,7 5,3 5,7 25 tot en met 29 4,7 5,7 6,4 6,9 30 tot en met 34 5,8 6,9 7,7 8,2 35 tot en met 39 7,0 8,4 9,3 9,8 40 tot en met 44 8,6 10,2 11,3 11,8 45 tot en met 49 10,4 12,5 13,6 14,2 50 tot en met 54 12,8 15,4 16,5 17,2 55 tot en met 59 15,8 18,9 20,0 20,7 60 tot en met 64 19,6 23,6 24,3 24,8 65 tot en met 66 23,0 27,7 28,0 28,1 3%-staffel (opbouw gericht op 1,875% per dienstjaar bij middelloonstelsel) en uitgesteld bereikbaar PP 15 tot en met 19 5,9 7,2 8,1 8,4 20 tot en met 24 6,6 8,0 9,0 9,5 25 tot en met 29 7,6 9,3 10,4 11,0 30 tot en met 34 8,8 10,8 11,9 12,5 35 tot en met 39 10,3 12,5 13,8 14,4 40 tot en met 44 11,9 14,6 15,9 16,6 45 tot en met 49 13,9 17,0 18,4 19,1 50 tot en met 54 16,2 19,8 21,2 22,1 55 tot en met 59 19,1 23,3 24,6 25,4 60 tot en met 64 22,6 27,7 28,5 29,1 65 tot en met 66 25,6 31,5 31,8 31,9 SV-2014-0487 mei 2014 6

Bijlage 2: Leeftijdsstaffels beschikbare premie bij lage franchise (opbouw gericht op 1,701% per dienstjaar bij middelloonstelsel) en uitgesteld opgebouwd bereikbaar PP PP 15 tot en met 19 3,1 3,7 4,2 4,4 20 tot en met 24 3,5 4,2 4,8 5,1 25 tot en met 29 4,3 5,1 5,8 6,3 30 tot en met 34 5,2 6,3 7,0 7,4 35 tot en met 39 6,4 7,6 8,4 8,9 40 tot en met 44 7,8 9,3 10,2 10,7 45 tot en met 49 9,5 11,4 12,3 12,9 50 tot en met 54 11,6 13,9 14,9 15,6 55 tot en met 59 14,3 17,2 18,1 18,8 60 tot en met 64 17,8 21,4 22,0 22,5 65 tot en met 66 20,8 25,2 25,4 25,5 (opbouw gericht op 1,788% per dienstjaar bij middelloonstelsel) en uitgesteld opgebouwd PP bereikbaar PP 15 tot en met 19 3,2 3,9 4,4 4,6 20 tot en met 24 3,7 4,4 5,1 5,4 25 tot en met 29 4,5 5,4 6,1 6,6 30 tot en met 34 5,5 6,6 7,3 7,8 35 tot en met 39 6,7 8,0 8,9 9,3 40 tot en met 44 8,2 9,8 10,7 11,2 45 tot en met 49 10,0 11,9 13,0 13,6 50 tot en met 54 12,2 14,6 15,7 16,4 55 tot en met 59 15,0 18,1 19,0 19,7 60 tot en met 64 18,7 22,5 23,2 23,7 65 tot en met 66 21,9 26,5 26,7 26,8 SV-2014-0487 mei 2014 7