Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma



Vergelijkbare documenten
Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding stuurprogramma

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

PostScript 3 Supplement

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Installatiehandleiding stuurprogramma

Eigen PostScript- of PCL-printerstuurprogramma voor Windows installeren

PostScript 3 Supplement

Handleiding voor netwerkprinten

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

Software-installatiehandleiding

PostScript 3 Supplement

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Windows 98 en Windows ME

AL-1633 AL-1644 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Handleiding voor aansluitingen

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Praktijkoefening - Het installeren van een printer in Windows Vista

Handleiding software-installatie

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

PostScript 3 Supplement

DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

LASERPRINTER. Handleiding software-installatie VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

AR-NB2 NETWERK UITBREIDINGS KIT. SOFTWARE-INSTALLATIEGIDS (voor de netwerkprinter) MODEL

AR-M160 AR-M205 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Met het oog op een veilig en correct gebruik van dit apparaat dient u de Veiligheidsinformatie in deze gebruikshandleiding te lezen voordat u het

IVS-Basic 4.4 IVS-Professional 4.4 IVS-PowerPoint 1.1

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Installatiehandleiding software

Universele handleiding stuurprogramma s

Voor gebruikers met netwerkverbindingen via Windows

Installeer de C54PSERVU in Windows Vista

Wifi-instellingengids

HANDLEIDING INSTALLEREN MODEM XP/VISTA

Printerproblemen oplossen

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Handleiding software-installatie

Printerhandleiding. Gebruiksaanwijzing

Installeren van het stuurprogramma USB-Audiostuurprogramma Installatiehandleiding (Windows)

Printer- / Scannerhandleiding

Handleiding Wi-Fi Direct

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding

Netwerkhandleiding voor Windows bij hp deskjet 900c series-printer. Nederlands

Xerox EX136 Print Server Powered by Fiery voor de Xerox D136 kopieermachine-printer. Afdrukken

Handleiding PCL-stuurprogramma

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

Handleiding Wi-Fi Direct

2 mei Remote Scan

HANDLEIDING VOOR SNELLE NETWERKINSTALLATIE

SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

MULTIFUNCTIONELE DIGITALE SYSTEMEN. Printerstuurprogramma installeren

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Firmware Update Bijwerken

Korte installatiehandleiding voor de datakabel CA-42

Printopdrachten sturen vanaf een notebook op de campus en je pc thuis naar de printer/copiers voor studenten

Nederlands Italiano Español

Fiery Driver Configurator

Voor gebruikers van Windows XP

Handleiding software-installatie

Aansluitingengids. Windows-instructies voor een lokaal aangesloten printer. Voordat u de printersoftware installeert voor Windows

D4600 Duplex Photo Printer

tiptel 545/570 office tiptel 545/570 SD PC Software en Driver Installatie In Windows XP/ Windows 7 (32/64 Bit)

Graag voor gebruik lezen. Borduurwerk editing software. Installatiegids

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

PARALLEL PCI INTERFACE CARDPARALLELLE PCI-INTERFACEKAART

CycloAgent v2 Handleiding

In deze handleiding worden twee maateenheden gebruikt.

QL-580N QL-1060N. Handleiding voor de installatie van de software. Nederlands LB A

TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING

Inleiding. De instructies zijn primair bedoeld voor:

Schakel in Windows 10 automatische driver update uit : Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 10 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma Voor een veilig en correct gebruikt, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt.

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding Voorafgaand aan installatie...3 Hoe werkt deze handleiding?...3 Opmerkingen bij de installatie van het printerstuurprogramma...4 Installatieprogramma opstarten...5 Software en hulpmiddelen meegeleverd op de cd-rom...6 Printerstuurprogramma's... 6 De verbindingsmethode controleren...9 Netwerkverbinding... 9 Lokale verbinding...10 2. Snelinstallatie USB-snelinstallatie...11 Snelle installatie via een netwerk... 12 3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding Het printerstuurprogramma met gebruik van de geselecteerde poort installeren... 13 De Standaard TCP/IP-poort gebruiken...13 De IPP-poort gebruiken... 14 De LPR-poort gebruiken...15 De WSD-poort gebruiken... 16 De SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken...18 De poortinstellingen wijzigen voor SmartDeviceMonitor for Client... 19 Als netwerkprinter gebruiken...21 De Windows afdrukserver gebruiken... 21 De NetWare afdrukserver gebruiken... 22 Opmerkingen bij het gebruik van NetWare... 23 4. Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding USB-verbinding... 25 Windows XP, Windows Server 2003/2003 R2... 25 Windows Vista, Windows Server 2008...26 Windows 7/8/8.1, Windows Server 2008 R2/2012/2012 R2... 27 Parallelle verbinding... 29 5. Optie-instellingen voor de printer configureren Voorwaarden voor bidirectionele communicatie...31 1

Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld... 33 6. Problemen oplossen Weergegeven berichten tijdens het installeren van het printerstuurprogramma... 35 Als de USB-verbinding mislukt... 37 7. Het printerstuurprogramma installeren onder Mac OS X PPD-bestanden installeren... 39 De printer registreren... 40 USB-verbinding...40 Netwerkverbinding...41 Opties instellen voor de printer in Mac OS X...42 8. Het printerstuurprogramma bijwerken of verwijderen Het printerstuurprogramma updaten... 43 Windows-besturingssysteem...43 Mac OS X...43 Het printerstuurprogramma verwijderen... 45 Windows-besturingssysteem...45 Mac OS X...46 9. Bijlage Handelsmerken... 47 INDEX... 49 2

1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt de software op deze cd-rom uitgelegd en het bevat een kort overzicht van de verbindingsmethode. Voorafgaand aan installatie Hoe werkt deze handleiding? Symbolen De handleiding gebruikt de volgende symbolen: Geeft punten aan waar u rekening mee moet houden wanneer u het apparaat gebruikt en een uitleg van mogelijke oorzaken voor het vastlopen van papier, schade aan originelen of gegevensverlies. Lees deze uitleg zorgvuldig door. Geeft een aanvullende uitleg van de functies van het apparaat aan en instructies voor het oplossen van fouten die door de gebruiker zijn gemaakt. [ ] Geeft de namen van de toetsen aan die op het display verschijnen of refereren naar de (plastic) knoppen op het bedieningspaneel van het apparaat. Opmerkingen over deze handleiding Deze handleiding is bedoeld voor verschillende modellen en daarom worden er functies en instellingen beschreven die mogelijk niet beschikbaar zijn voor uw model. Functies en ondersteunde besturingssystemen kunnen afwijken van uw model. Windows 7 wordt als voorbeeld getoond voor de installatieprocedure, tenzij een ander besturingssysteem wordt aangegeven. De installatieprocedure is hetzelfde voor PCL 5c- en PCL 5e-printerstuurprogramma's. In deze handleiding wordt naar de PCL 5c- en PCL 5e-printerstuurprogramma's verwezen als het "PCL 5c/5e-printerstuurprogramma". 3

1. Inleiding Opmerkingen bij de installatie van het printerstuurprogramma Beheerdersrechten zijn vereist om de printerdriver te installeren. Meld u aan als beheerder. Sluit alle toepassingen behalve deze handleiding. Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] tijdens de installatieprocedure wordt weergegeven, klikt u op [Ja] of [Doorgaan]. Als het dialoogvenster [Windows-beveiliging] tijdens de installatieprocedure wordt weergegeven, klikt u op [Dit stuurprogramma toch installeren]. Het is mogelijk dat Auto Run met bepaalde instellingen van het besturingssysteem niet werkt. Is dit het geval, dubbelklik dan op "Setup.exe" in de hoofdmap van de cd-rom of klik op [Run SETUP.EXE] in het dialoogvenster [AutoPlay]. Indien u Auto Run wilt annuleren, houd dan de linker [Shift]-toets ingedrukt terwijl u de cd-rom in de cd-romspeler plaatst. Houd de [SHIFT]-toets ingedrukt totdat de computer de cd-rom heeft gelezen. Er verschijnt een bericht als er al een nieuwere versie van het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Als dit het geval is, kunt u het printerstuurprogramma niet installeren via Auto Run. U kunt het printerstuurprogramma in dit geval installeren via [Printer toevoegen]. Voor meer informatie over problemen bij de installatie van het stuurprogramma, zie Pag. 35 "Weergegeven berichten tijdens het installeren van het printerstuurprogramma". 4

Installatieprogramma opstarten Installatieprogramma opstarten Om deze printer aan te sluiten op een clientcomputer en documenten af te drukken, moet u de software installeren die op de cd-rom is meegeleverd. Het installatieprogramma start automatisch wanneer u de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation plaatst van een clientcomputer waarop Windows of Windows Server wordt uitgevoerd. Vervolgens kunt u het printerstuurprogramma installeren dat op de meegeleverde cd-rom staat. De inhoud (weergegeven items) van het installatieprogramma ziet er als volgt uit: USB-snelinstallatie U kunt het PCL 6-printerstuurprogramma installeren via een USB-verbinding en instellingen configureren om de printer aan te sluiten op een computer. Zie voor meer informatie Pag. 11 "USB-snelinstallatie" Netwerk-snelinstallatie U kunt het PCL 6-printerstuurprogramma installeren via een netwerkverbinding en instellingen configureren om de printer te gebruiken in een netwerk. Voor meer informatie, zie Pag. 12 "Snelle installatie via een netwerk" PCL-printerstuurprogramma Hiermee installeert u de PCL 6- en/of PCL 5c/5e-printerstuurprogramma's. Raadpleeg Pag. 13 "Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding" of Pag. 25 "Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding" voor details over installatie van het stuurprogramma. PostScript 3-printerstuurprogramma Installeer het PostScript 3-printerstuurprogramma. Raadpleeg Pag. 13 "Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding" of Pag. 25 "Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding" voor details over installatie van het stuurprogramma. Selecteer de taal Wijzig de interfacetaal. Blader door deze CD-ROM Blader door de inhoud van deze cd-rom. Handleidingen Installeren/Afdrukken Afsluiten Hiermee kunt u handleidingen installeren of afdrukken. Sluit het installatieprogramma af. 5

1. Inleiding Software en hulpmiddelen meegeleverd op de cd-rom Deze sectie geeft uitleg over de software en gebruikssoftware cd-rom die is meegeleverd met deze printer. De laatste informatie over het betreffende besturingssysteem vindt u in "Readme.txt" in de hoofdmap. Raadpleeg de website van de fabrikant voor de laatste informatie over Windows Terminal Service, Citrix Presentation Server en Citrix Xen App. Printerstuurprogramma's Voor afdrukken installeert u een printerstuurprogramma op uw computer. De volgende printerstuurprogramma's staan op de cd-rom: Printerstuurprogramma's Besturingssysteem *1 PCL 5c/5e PCL 6 PostScript 3 Windows XP *2 Windows Vista *3 Windows 7 *4 Windows 8 *5 Windows 8,1 *6 Windows Server 2003 *7 Windows Server 2008 *8 Windows Server 2012 *9 Mac OS X *10 : Ondersteund *1 Printerstuurprogramma's ondersteunen 32-bit en 64-bit Windows. *2 Microsoft Windows XP Professional Edition/Microsoft Windows XP Home Edition 6

Software en hulpmiddelen meegeleverd op de cd-rom *3 Microsoft Windows Vista Ultimate/Microsoft Windows Vista Enterprise/Microsoft Windows Vista Business/ Microsoft Windows Vista Home Premium/Microsoft Windows Vista Home Basic *4 Microsoft Windows 7 Home Premium/Microsoft Windows 7 Professional/Microsoft Windows 7 Ultimate/ Microsoft Windows 7 Enterprise *5 Microsoft Windows 8/Microsoft Windows 8 Pro/Microsoft Windows 8 Enterprise *6 Microsoft Windows 8,1/Microsoft Windows 8,1 Pro/Microsoft Windows 8,1 Enterprise *7 Microsoft Windows Server 2003 Standard Edition/Microsoft Windows Server 2003 Enterprise Edition/ Microsoft Windows Server 2003 R2 Standard Edition/Microsoft Windows Server 2003 R2 Enterprise Edition *8 Microsoft Windows Server 2008 Standard/Microsoft Windows Server 2008 Enterprise/Microsoft Windows Server 2008 R2 Standard/Microsoft Windows Server 2008 R2 Enterprise *9 Microsoft Windows Server 2012 Foundation/Microsoft Windows Server 2012 Essentials/Microsoft Windows Server 2012 Standard/Microsoft Windows Server 2012 R2 Foundation/Microsoft Windows Server 2012 R2 Essentials/Microsoft Windows Server 2012 R2 Standard *10 Mac OS X 10.5 of later PCL-printerstuurprogramma's PCL 5c/5e en PCL 6-printerdrivers zijn inbegrepen. Een computer waarop deze stuurprogramma's geïnstalleerd zijn, kan communiceren met deze printer via een printertaal. Adobe PostScript printerstuurprogramma Een computer waarop het Adobe PostScript printerstuurprogramma geïnstalleerd is, kan communiceren met de printer via een printertaal. PPD-bestanden Als het PostScript 3-printerstuurprogramma wordt gebruikt, maken PPD-bestanden printerfuncties mogelijk met behulp van de PostScript 3-printertaal. Het PCL 5c/5e printerstuurprogramma moet worden geïnstalleerd voor sommige toepassingen. In dit geval kunt u PCL 5c/5e installeren zonder PCL 6 te moeten installeren. Raadpleeg Pag. 13 "Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding" of Pag. 25 "Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding" voor details over installatie van het stuurprogramma. Ondersteunde talen Hieronder staat welke talen in elk printerstuurprogramma worden ondersteund: Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Nederlands, Zweeds, Noors, Deens, Fins, Hongaars, Tsjechisch, Pools, Portugees, Russisch, Catalaans, Turks, Braziliaans Portugees, Grieks 7

1. Inleiding Het PCL 5c/5e-printerstuurprogramma biedt geen ondersteuning voor Braziliaans Portugees en Grieks. Gebruik de Engelse versie van het stuurprogramma. De PCL 6- en PostScript 3-printerstuurprogramma's gebruiken dezelfde interfacetaal als de taal die is opgegeven door uw besturingssysteem. De PostScript 3-printer wordt echter in het Engels weergegeven als uw besturingssysteem een van de volgende talen gebruikt: Fins, Hongaars, Tsjechisch, Pools, Portugees, Russisch, Catalaans, Turks, Braziliaans Portugees of Grieks. 8

De verbindingsmethode controleren De verbindingsmethode controleren Deze printer ondersteunt een netwerk- en lokale verbinding. Controleer hoe de printer is aangesloten, voordat u het printerstuurprogramma installeert. Volg de installatieprocedure voor het stuurprogramma die hoort bij de betreffende verbindingsmethode. Netwerkverbinding De printer kan worden gebruikt als een Windows-afdrukpoort of netwerkprinter. De Windows-afdrukpoort gebruiken Netwerkverbindingen kunnen tot stand worden gebracht via Ethernet en Wireless LAN. Welke poorten beschikbaar zijn, hangt af van welke Windows-besturingssystemen worden gebruikt met beschikbare verbindingsmethoden. Ethernet Verbindingsmethoden Draadloos LAN Beschikbare poorten Standaard TCP/IP-poort IPP-poort LPR-poort WSD-poort * 1 SmartDeviceMonitor for Client-poort * 2 *1 De WSD-poort wordt niet ondersteund door Windows XP. *2 De SmartDeviceMonitor for Client-poort wordt niet ondersteund door Windows 8/8.1 en Windows Server 2012/2012 R2. Voor meer informatie over hoe u printerstuurprogramma's dient te installeren voor deze poorten, zie Pag. 13 "Het printerstuurprogramma met gebruik van de geselecteerde poort installeren". Deze printer als netwerkprinter gebruiken Deze printer kan als externe printer worden gebruikt via de afdrukserverfunctie van Windows of NetWare. De printerstuurprogramma's die Windows-servers ondersteunen zijn de volgende: Windows XP-afdrukserver 9

1. Inleiding Windows Vista-afdrukserver Windows 7-afdrukserver Windows 8-afdrukserver Windows 8,1-afdrukserver Windows Server 2003/2003 R2-afdrukserver Windows Server 2008/2008 R2-afdrukserver Windows Server 2012/2012 R2-afdrukserver NetWare-afdrukserver (alleen via IPv4) * NetWare-bestandsserver (alleen via IPv4) * * Een NetWare-server ondersteunt clientcomputers met Windows XP en Windows Server 2003/2003 R2. Voor details over hoe u stuurprogramma's op afdrukservers installeert, zie Pag. 21 "Als netwerkprinter gebruiken". Lokale verbinding Lokale verbindingen kunt u maken via parallelle en USB-verbindingen. Voor meer informatie over hoe u printerstuurprogramma's kunt installeren met behulp van beschikbare verbindingsmethoden, zie Pag. 25 "Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding". 10

2. Snelinstallatie In dit hoofdstuk wordt de procedure "Snelinstallatie" beschreven. Deze installatiemethode staat gebruikers toe gemakkelijk de stuurprogramma's te installeren en te configureren. USB-snelinstallatie Met behulp van Snelinstallatie, kunt u het PCL 6-printerstuurprogramma installeren via een USBaansluiting en de instellingen configureren om de printer aan te sluiten op een computer. Controleer, voor het installeren, of er geen programma gestart is op de computer en of er geen afdruktaken worden uitgevoerd. 1. Verifieer dat de printer is uitgeschakeld. 2. Klik op [USB-snelinstallatie] in het installatiescherm. 3. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst] en klikt u op [Volgende]. 4. Selecteer [Een nieuwe printer toevoegen] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Selecteer de printer die u wilt verbinden met USB en klik op [Volgende]. 6. Klik op [Volgende]. De installatie begint. 7. Sluit het apparaat aan op de computer met behulp van de USB-kabel. Sluit de USB-kabel goed aan. 8. Zet de printer aan. 9. Volg de instructies op het scherm. 11

2. Snelinstallatie Snelle installatie via een netwerk Met behulp van Snelinstallatie, kunt u de PCL 6-printerdriver installeren in een netwerkomgeving en de standaard TCP/IP-poort kan worden opgegeven. 1. Klik op [Netwerk-snelinstallatie] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst] en klikt u op [Volgende]. 3. Klik op [Volgende]. 4. Selecteer het printermodel dat u wilt gebruiken in het dialoogvenster [Selecteer printer]. 5. Klik op [Installeer]. 6. Geef de gebruikerscode, de standaardprinter en de gedeelde printer op indien nodig. 7. Klik op [Doorgaan]. 8. Volg de instructies op het scherm. 12

3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerdrivers voor netwerkverbindingen onder het Windowsbesturingssysteem kunt installeren. Het printerstuurprogramma met gebruik van de geselecteerde poort installeren In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u printerstuurprogramma's installeert wanneer u de printer gebruikt via printerpoorten. Raadpleeg de volgende installatieprocedure voor de printerpoort die u gebruikt. Poorten Standaard TCP/IP-poort IPP-poort LPR-poort WSD-poort SmartDeviceMonitor for Client-poort Referentie Pag. 13 "De Standaard TCP/IP-poort gebruiken" Pag. 14 "De IPP-poort gebruiken" Pag. 15 "De LPR-poort gebruiken" Pag. 16 "De WSD-poort gebruiken" Pag. 19 "De poortinstellingen wijzigen voor SmartDeviceMonitor for Client" De Standaard TCP/IP-poort gebruiken 1. Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende]. Indien u het PostScript 3-printerstuurprogramma moet installeren, ga dan verder met stap 4. 3. Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende]. 4. Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Klik op [Standaard TCP/IP-poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 6. Klik op [Volgende]. 13

3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding 7. Voer de printernaam of het IP-adres in en klik op [Volgende]. Wanneer het scherm verschijnt waarin u een printer kunt selecteren, selecteert u "RICOH Network Printer C model". 8. Klik op [Voltooien]. 9. Vink het selectievakje [Printernaam] aan van het printermodel dat u wilt gebruiken. 10. Geef de gebruikerscode, de standaardprinter en de gedeelde printer op indien nodig. 11. Klik op [Doorgaan]. Volg de instructies op het scherm. De IPP-poort gebruiken Gebruik tevens de SmartDeviceMonitor for Client-poort om via IPP-SSL af te drukken. Installatie van certificaten is noodzakelijk voor gebruikers die willen afdrukken via IPP-SSL vanuit Windows Vista/7/8/8.1 of Windows Server 2008/2008 R2/2012/2012 R2. Neem, voor meer informatie over deze functie, contact op met uw beheerder. Als een certificeringsautoriteit een certificaat uitgeeft dat door een tussenliggende certificeringsautoriteit geverifieerd moet worden en het certificaat op dit apparaat geïnstalleerd wordt, moet er een tussenliggende certificaat op de client computer geïnstalleerd zijn. Anders kan de validatie niet correct uitgevoerd worden door de certificeringsautoriteit. Als de validatie niet goed kan worden uitgevoerd, verschijnt er een waarschuwingsbericht waarin u op de hoogte wordt gebracht dat de installatie niet mogelijk is, wanneer u een printer probeert toe te voegen met behulp van IPP-SSL onder Windows Vista/7/8/8.1 of Windows Server 2008/2008 R2/2012/2012 R2. Als u verificatie vanaf een clientcomputer wilt inschakelen, moet u het tussenliggende certificaat installeren op de clientcomputer en daarna de verbinding opnieuw opzetten. Tussenliggende certificaten kunnen niet op dit apparaat geïnstalleerd worden. 1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Als u een computer gebruikt waarop Windows 8 of Windows Server 2012 draait, klik op [Zoeken] op de taakbalk en vervolgens op [Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven]. 2. Klik op [Printer toevoegen]. Als u een computer gebruikt waarop Windows 8 of Windows Server 2012 draait, ga verder met stap 5. 3. Klik op [Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen]. 4. Klik op [De printer die ik wil, wordt niet genoemd]. 14

Het printerstuurprogramma met gebruik van de geselecteerde poort installeren 5. Voer in het vak [Een gedeelde printer op naam selecteren] "http://(ip-adres of hostnaam van de printer)/printer (of ipp)" in als het adres van de printer en klik op [Volgende]. 6. Klik op [Heb schijf...]. 7. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Klik op [Sluiten] als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt geopend. 8. Klik op [Bladeren...] en geef een locatie voor het INF-bestand op. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden van het printerstuurprogramma opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\ PCL5C of PCL5E \X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 9. Klik op [Openen]. 10. Klik op [OK] om het venster [Installeren vanaf schijf] te sluiten. 11. Selecteer de fabrikant en de modelnaam van de printer dat u wilt gebruiken en klik dan op [Volgende]. 12. Volg de instructies op het scherm. De LPR-poort gebruiken 1. Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende]. Indien u het PostScript 3-printerstuurprogramma moet installeren, ga dan verder met stap 4. 3. Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende]. 4. Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 15

3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding 5. Selecteer [LPR-poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 6. Voer in het vak [Naam of adres van server die LDP levert:] de naam of het IP-adres van de printer in. 7. Voer "lp" in bij [Naam van printer of afdrukwachtrij op die server:] en klik op [OK]. 8. Vink het selectievakje [Printernaam] aan van het printermodel dat u wilt gebruiken. 9. Geef de gebruikerscode, de standaardprinter en de gedeelde printer op indien nodig. 10. Klik op [Doorgaan]. Volg de instructies op het scherm. De WSD-poort gebruiken U kunt alleen verbinding maken met de printer als zowel de printer als de computer zich op hetzelfde netwerksegment bevinden, of als "Network discovery" is ingeschakeld. Zie de Windows Helpfunctie voor meer informatie. Windows Vista, Windows Server 2008 1. Klik op [Netwerk] op het [Start]-menu. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Installeren]. 3. Klik op [Lokaliseer en installeer software stuurprogramma (Aanbevolen)]. 4. Klik op [Zoek in mijn computer voor stuurprogrammasoftware (geavanceerd)]. 5. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Klik op [Sluiten] als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt geopend. 6. Klik op [Bladeren...] en geef een locatie voor het INF-bestand op. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden van het printerstuurprogramma opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL5C of PCL5E \X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 16

Het printerstuurprogramma met gebruik van de geselecteerde poort installeren 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 7. Klik op [Volgende]. 8. Klik op [Sluiten]. Als de installatie voltooid is, wordt het pictogram van de printer die op de WSD-poort is aangesloten, toegevoegd aan het venster voor het configureren van printers. De poortnaam die "WSD" volgt, maakt gebruik van willekeurige tekenreeksen. Dit kan niet zomaar worden veranderd. Als u de installatie wilt stoppen, klikt u op [Annuleren] voordat de installatie is voltooid. Om de WSD-poort opnieuw te installeren, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer in het venster [Netwerk] en klikt u vervolgens op [Installatie ongedaan maken]. Windows 7/8/8.1, Windows Server 2008 R2/2012/2012 R2 1. Klik in het [Start]-menu op [Computer]. Als u een computer gebruikt waarop running Windows 8 of Windows Server 2012 draait, klik op [Zoeken] op de taakbalk en klik op [Computer]. 2. Klik op [Netwerk]. 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Installeren]. 4. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Als u een computer gebruikt waarop Windows 8 of Windows Server 2012 draait, klik op [Zoeken] op de taakbalk en vervolgens op [Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven]. 5. Klik op [Printer toevoegen]. 6. Klik op [Lokale printer toevoegen]. 7. Vink het vakje bij [Bestaande poort gebruiken:] aan en selecteer een WSD-poort. 8. Klik op [Volgende]. 9. Klik op [Heb schijf...]. 10. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Klik op [Sluiten] als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt geopend. 11. Klik op [Bladeren...] en geef een locatie voor het INF-bestand op. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden van het printerstuurprogramma opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 17

3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 12. Klik op [Openen]. 13. Klik op [OK] om het venster [Installeren vanaf schijf] te sluiten. 14. Selecteer de fabrikant en de modelnaam van de printer dat u wilt gebruiken en klik dan op [Volgende]. Volg de instructies op het scherm. Klik op [Annuleren] voordat de installatie voltooid is om het installeren van het geselecteerde stuurprogramma te annuleren. Om de WSD-poort opnieuw te installeren, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer in het venster [Netwerk] en klikt u vervolgens op [Installatie ongedaan maken]. De SmartDeviceMonitor for Client-poort gebruiken Als u deze functie wilt gebruiken, moet u SmartDeviceMonitor for Client downloaden van de website van de fabrikant en op de computer installeren. Neem contact op met uw vertegenwoordiger om te controleren hoe u SmartDeviceMonitor for Client kunt downloaden. 1. Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende]. Indien u het PostScript 3-printerstuurprogramma moet installeren, ga dan verder met stap 4. 3. Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende]. 4. Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Selecteer [SmartDeviceMonitor] en klik vervolgens op [Volgende]. 18

Het printerstuurprogramma met gebruik van de geselecteerde poort installeren 6. Klik eerst op [TCP/IP] en daarna op [Zoeken] om de poortinstellingen te configureren met behulp van TCP/IP. Als u poortinstellingen wilt configureren met behulp van IPP, ga dan door met stap 8. 7. Selecteer de printer die u wilt gebruiken en klik vervolgens op [OK]. Alleen de printer die reageert op een uitzending van de computer verschijnt op het scherm. Om een printer te gebruiken die niet op het scherm wordt weergegeven, klikt u op [Adres opgeven] en voert u het IP-adres of de hostnaam van de printer in. Ga naar stap 13. 8. Als u poortinstellingen wilt configureren met behulp van IPP, klikt u op [IPP]. 9. Voer in het vakje [Printer-URL] http://ip-adres van de printer/printer in als het adres van het apparaat. Als verificatie van de server wordt uitgegeven, voert u het volgende in om SSL (een protocol voor gecodeerde communicatie) mogelijk te maken: "https://ip-adres van de printer". Voorbeeld IPadres: 192.168.15.16 http://192.168.15.16/printer https://192.168.15.16/printer U kunt http://ip-adres van de printer/ipp invoeren als het adres van de printer. 10. Voer een naam in het vak [IPP-poortnaam] in om de printer te identificeren. Gebruik geen naam die al is toegewezen aan een bestaande poort. Als hier geen naam wordt opgegeven, wordt het adres dat is ingevoerd bij [Printer URL] de IPPpoortnaam. 11. Klik op [Gedetailleerde instellingen] om de noodzakelijke instellingen te selecteren. Meer informatie over de instellingen kunt u vinden in de Help-functie van SmartDeviceMonitor for Client. 12. Klik op [OK]. 13. Vink het selectievakje [Printernaam] aan van het printermodel dat u wilt gebruiken. 14. Geef de gebruikerscode, de standaardprinter en de gedeelde printer op indien nodig. 15. Klik op [Doorgaan]. Volg de instructies op het scherm. De poortinstellingen wijzigen voor SmartDeviceMonitor for Client Volg de onderstaande procedure om de instellingen van SmartDeviceMonitor for Client te wijzigen, zoals de instellingen voor TCP/IP. 1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. 19

3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding 2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. 3. Klik op het tabblad [Poorten] en dan op [Poort configureren]. Het dialoogvenster [Poortconfiguratie:] wordt weergegeven. Voor IPP kunnen instellingen voor gebruikers, proxyservers en time-outs worden geconfigureerd. Raadpleeg de Help-functie van SmartDeviceMonitor for Client voor meer informatie over deze instellingen. 20

Als netwerkprinter gebruiken Als netwerkprinter gebruiken In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u printerstuurprogramma's voor afdrukservers kunt installeren. Raadpleeg de installatieprocedure voor de afdrukserver die u gebruikt. Om NetWare te gebruiken, is een optionele NetWare-eenheid vereist. De Windows afdrukserver gebruiken 1. Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende]. Indien u het PostScript 3-printerstuurprogramma moet installeren, ga dan verder met stap 4. 3. Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende]. 4. Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Selecteer [Netwerkprinter] en klik op [Volgende]. 6. Dubbelklik op de naam van de computer die u als een printerserver wilt gebruiken in het venster [Zoeken naar printer]. 7. Selecteer de printer die u wilt gebruiken en klik op [OK]. 8. Vink het selectievakje [Printernaam] aan van het printermodel dat u wilt gebruiken. 9. Geef de gebruikerscode, de standaardprinter en de gedeelde printer op indien nodig. 10. Klik op [Doorgaan]. 11. Volg de instructies op het scherm. Als u gaat afdrukken terwijl de afdrukserver is aangesloten op de printer via de SmartDeviceMonitor for Client-poort, kan 'Afdrukherstel' en 'Parallel afdrukken' vanaf de clientcomputer niet gebruikt worden. Als u afdrukt met een Windows Vista/7/8/8.1- of Windows Server 2008/2012/2012 R2- afdrukserver, kunnen de berichtgevingsfuncties van SmartDeviceMonitor mogelijk niet met de clientcomputer worden gebruikt. 21

3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding De NetWare afdrukserver gebruiken 1. Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst.] en klikt u op [Volgende]. Indien u het PostScript 3-printerstuurprogramma moet installeren, ga dan verder met stap 7. 3. Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende]. 4. Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Selecteer [Netwerkprinter] en klik op [Volgende]. 6. Dubbelklik in het netwerkoverzicht op de naam van de NetWare-bestandsserver. De gemaakte wachtrij wordt weergegeven. 7. Selecteer de wachtrij en klik op [OK]. 8. Controleer of de poort van de geselecteerde printer wordt vermeld in [Poort :]. 9. Klik op [Doorgaan]. De installatie begint. 10. Klik op [Voltooien] in het dialoogvenster [Selecteer het programma]. 11. Nadat de installatie is voltooid, selecteert u een van de opties om de computer nu of later opnieuw op te starten en klikt u vervolgens op [Voltooien]. Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien. 12. Na u de computer opnieuw heeft opgestart, klikt u in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten]. 13. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Eigenschappen]. 14. Klik op het tabblad [NetWare-instellingen]. 15. Verwijder het vinkje uit de selectievakjes [Paginadoorvoer] en [Scheidingspagina activeren]. Verander de aangevinkte selectievakjes die automatisch worden geconfigureerd door het printerstuurprogramma niet. Als u de instellingen verandert, drukt de printer mogelijk niet goed af. 16. Klik op [OK]. NetWare staat standaard uitgeschakeld. Schakel het protocol in op het bedieningspaneel of via Web Image Monitor. 22

Als netwerkprinter gebruiken Opmerkingen bij het gebruik van NetWare Form Feed Gebruik NetWare niet om Form Feed (paginadoorvoer) in te stellen. Paginadoorvoer is al ingesteld in het printerstuurprogramma van Windows. Als Form Feed in NetWare wordt ingesteld, werkt de printer mogelijk niet correct. Schakel form feed uit door het vinkje uit het selectievakje [Form Feed] te verwijderen op het tabblad [NetWare-instellingen] in het dialoogvenster Printereigenschappen. Scheidingspagina U kunt met NetWare geen scheidingspagina aanmaken. Schakel de scheidingspagina-instellingen uit door het vinkje van het selectievakje [Scheidingspagina activeren] te verwijderen op het tabblad [NetWare-instellingen] in het dialoogvenster Printereigenschappen. Om gebruik te maken van het PostScript 3-printerstuurprogramma Volg de onderstaande procedure om het PostScript 3-printerstuurprogramma in te stellen: 1. Klik in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Eigenschappen]. 3. Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen]. 4. Selecteer [Nee] in [CTRL-D vóór elke opdracht verzenden:] en [CTRL-D na elke opdracht verzenden:] en klik op [Toepassen]. 5. Klik op [OK]. Afdrukken na resetten van de printer Nadat de printerinstellingen gereset zijn, duurt het 30-40 seconden om de verbinding te hervatten. Wanneer de printer niet actief is, kunnen taken worden aanvaard (afhankelijk van de NetWarespecificaties), maar niet worden uitgevoerd. Om af te drukken na het configureren van de printer als externe printer, controleert u of de printer op afstand is uitgeschakeld of wacht twee minuten voordat u afdrukt. 23

24 3. Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding

4. Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerstuurprogramma's voor USB-of parallelle verbinding onder een Windows-besturingssysteem kunt installeren. USB-verbinding In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u printerstuurprogramma's installeert wanneer u de printer gebruikt via USB. Controleer, voor het installeren, of er geen programma gestart is op de computer en of er geen afdruktaken worden uitgevoerd. Windows XP, Windows Server 2003/2003 R2 1. Verifieer dat de printer is uitgeschakeld. 2. Sluit het apparaat aan op de computer met behulp van de USB-kabel. Sluit de USB-kabel goed aan. 3. Zet de printer aan. Als de wizard Nieuwe hardware is geïnstalleerd, begint het automatisch USB Printing Support te installeren. 4. Selecteer [Niet nu] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Klik op [Ik wil zelf kiezen (geavanceerd)], en klik daarna op [Volgende]. 6. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Als Auto Run wordt gestart, klikt u op [Annuleren] en dan op [Afsluiten]. 7. Vink het vakje [Op verwisselbare media zoeken (b.v. op een diskette of cd-rom)] aan onder [Op de onderstaande locaties naar het beste stuurprogramma zoeken] en klik op [Volgende]. 8. Selecteer de naam van de printer waarvoor u het stuurprogramma wilt installeren. Controleer waar de bronbestanden voor het printerstuurprogramma zijn opgeslagen. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\ PCL5C of PCL5E \X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 25

4. Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 9. Klik op [Volgende]. De installatie begint. 10. Klik op [Voltooien]. Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, wordt plug-and-play ingeschakeld en wordt het pictogram van de printer die is aangesloten op de "USB001"-poort toegevoegd aan het venster [Printers], [Printers en Faxapparaten] of [Apparaten en printers]. Het getal na "USB" is afhankelijk van het aantal aangesloten printers. Windows Vista, Windows Server 2008 1. Verifieer dat de printer is uitgeschakeld. 2. Sluit het apparaat aan op de computer met een USB-kabel. Sluit de USB-kabel goed aan. 3. Zet de printer aan. De Wizard Nieuwe hardware gevonden wordt gestart en USB-printondersteuning wordt automatisch geïnstalleerd. 4. In het scherm [Nieuwe hardware gevonden] selecteert u [Stuurprogramma's zoeken en installeren (aanbevolen)]. 5. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Klik op [Sluiten] als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt geopend. 6. Selecteer de naam van de printer waarvoor u het stuurprogramma wilt installeren. Controleer waar de bronbestanden voor het printerstuurprogramma zijn opgeslagen. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\ PCL5C of PCL5E\X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 26

USB-verbinding 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 7. Klik op [Volgende]. De installatie begint. 8. Klik op [Sluiten]. Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, wordt plug-and-play ingeschakeld en wordt het pictogram van de printer die is aangesloten op de "USB001"-poort toegevoegd aan het venster [Printers], [Printers en Faxapparaten] of [Apparaten en printers]. Het getal na "USB" is afhankelijk van het aantal aangesloten printers. Windows 7/8/8.1, Windows Server 2008 R2/2012/2012 R2 1. Verifieer dat de printer is uitgeschakeld. 2. Sluit het apparaat aan op de computer met een USB-kabel. Sluit de USB-kabel goed aan. 3. Zet de printer aan. De Wizard Nieuwe hardware gevonden wordt gestart en USB-printondersteuning wordt automatisch geïnstalleerd. 4. Klik in het [Start]-menu op [Apparaten en printers]. Als u een computer gebruikt waarop Windows 8 of Windows Server 2012 draait, klik op [Zoeken] op de taakbalk en vervolgens op [Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven]. 5. Dubbelklik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken in de categorie [Niet opgegeven]. 6. Klik op het tabblad [Hardware]. 7. Klik op [Eigenschappen]. 8. Klik op het tabblad [Algemeen]. 9. Klik op [Instellingen wijzigen]. 10. Klik op het tabblad [Stuurprogramma]. 11. Klik op [Stuurprogramma bijwerken...]. 12. Klik op [Op mijn computer naar stuurprogramma's zoeken]. 27

4. Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding 13. Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation van de computer. Klik op [Sluiten] als het dialoogvenster [Automatisch afspelen] wordt geopend. 14. Klik op [Bladeren] om de opslaglocatie van het printerstuurprogramma te selecteren. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden van het printerstuurprogramma opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 15. Klik op [Volgende]. De installatie begint. 16. Klik op [Sluiten]. Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, wordt plug-and-play ingeschakeld en wordt het pictogram van de printer die is aangesloten op de "USB001"-poort toegevoegd aan het venster [Printers], [Printers en Faxapparaten] of [Apparaten en printers]. Het getal na "USB" is afhankelijk van het aantal aangesloten printers. 28

Parallelle verbinding Parallelle verbinding 1. Klik op [PCL-printerstuurprogramma] of [PostScript 3-printerstuurprogramma] in het installatiescherm. 2. De softwarelicentieovereenkomst verschijnt in het dialoogvenster [Gebruiksrechtovereenkomst]. Na het lezen van de overeenkomst klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst] en klikt u op [Volgende]. Indien u het PostScript 3-printerstuurprogramma moet installeren, ga dan verder met stap 4. 3. Selecteer het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken en klik op [Volgende]. 4. Klik op [Specificeer een nieuwe poort] en klik vervolgens op [Volgende]. 5. Selecteer [Lokale poort] en klik op [Volgende]. 6. Voer een poortnaam in en klik op [OK]. 7. Vink het selectievakje [Printernaam] aan van het printermodel dat u wilt gebruiken. 8. Geef de gebruikerscode, de standaardprinter en de gedeelde printer op indien nodig. 9. Klik op [Doorgaan]. 10. Volg de instructies op het scherm. 29

30 4. Het printerstuurprogramma installeren voor een lokale verbinding

5. Optie-instellingen voor de printer configureren In dit hoofdstuk worden de voorwaarden voor bidirectionele communicatie tussen de computer en de printer uitgelegd. Ook wordt uitgelegd hoe u de printeroptie-instellingen handmatig kunt configureren. Voorwaarden voor bidirectionele communicatie Als bidirectionele communicatie is ingeschakeld, stuurt de printer automatisch informatie over opties, het papierformaat of de papierinvoerrichting naar de computer. Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan. Wanneer uw computer verbonden is met parallelle kabels De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen. De interfacekabel moet bidirectionele communicatie ondersteunen. De printer moet zijn aangesloten op de computer met een standaard parallelle interfacekabel en parallelle connector. Wanneer uw computer verbonden is met het netwerk De standaard TCP/IP-poort moet worden gebruikt. Het TCP/IP-protocol of het IPP-protocol moet worden gebruikt. (Indien gebruik wordt gemaakt van het IPP-protocol, moet de IPP-poortnaam het IP-adres bevatten.) Wanneer uw computer aangesloten is met een USB De printer moet zijn aangesloten op de USB-poort van de computer met behulp van de USBinterfacekabel. De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen. [Bi-directionele ondersteuning inschakelen] moet geselecteerd zijn, en [Printerpooling inschakelen] mag niet geselecteerd zijn op het tabblad [Poorten] in het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma. De PCL 6- en PostScript 3-printerstuurprogramma's ondersteunen communicatie in twee richtingen en automatische printerstatusupdates. Om printerinformatie automatisch te verkrijgen met behulp van de functie bidirectionele communicatie of het PCL 6- of PostScript 3-printerstuurprogramma, moet u het selectievakje [Printerinformatie automatisch updaten] aanvinken op het tabblad [Accessoires] in het eigenschappendialoogvenster van het printerstuurprogramma. 31

5. Optie-instellingen voor de printer configureren Het PCL 5c/5e-printerstuurprogramma ondersteunt bidirectionele communicatie. U kunt de printerstatus handmatig bijwerken. 32

Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld Als bidirectionele communicatie is uitgeschakeld, configureer handmatig de instellingen voor opties, papierformaat of papierinvoerrichting op uw computer. In dit gedeelte wordt uitgegeld hoe u opties, het papierformaat of de papierinvoerrichting handmatig instelt op de computer. U moet toestemming hebben om de printereigenschappen te wijzigen. Log in als beheerder. 1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. 3. Klik op het tabblad [Accessoires]. Als de opties op het tabblad [Accessoires] zijn uitgeschakeld, is de bi-directionele verbinding ingeschakeld. In dit geval is het niet nodig om de optie-instellingen te wijzigen. 4. Selecteer de geïnstalleerde opties in het gebied [Opties] en configureer vervolgens de vereiste instellingen. 5. Klik op [Instellingen invoerlade wijzigen...]. 6. In [Invoerlade:], specificeer welke lades gebruikt moeten worden. Hierna geeft u in [Papierformaat:] het formaat op van het papier dat u in elke lade wilt plaatsen. Klik op [Invoerlade/pap.form wijzigen] om de instelling op elke lade toe te passen. 7. Klik op [OK]. 8. Klik op [OK] om het venster met printereigenschappen te sluiten. Voor details over het instellen van de opties voor de printer onder Mac OS X, zie Pag. 42 "Opties instellen voor de printer in Mac OS X". 33

34 5. Optie-instellingen voor de printer configureren

6. Problemen oplossen Dit hoofdstuk biedt oplossingen bij problemen met de installatie van het stuurprogramma of met de USBverbinding. Weergegeven berichten tijdens het installeren van het printerstuurprogramma In dit gedeelte wordt uitgelegd wat u moet doen als er een bericht verschijnt terwijl het printerstuurprogramma wordt geïnstalleerd. Berichten met nummer 58 en 34 geven aan dat het printerstuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd via Auto Run. Installeer het printerstuurprogramma via de wizard Printer toevoegen. Het bericht met nummer 58 wordt weergegeven als er een nieuwere versie van het huidige printerstuurprogramma is geïnstalleerd. 1. Open het printervenster. Windows XP, Windows Server 2003/2003 R2: Klik in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten]. Windows Vista, Windows Server 2008: Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm] en klik vervolgens op [Printers] in de categorie [Hardware en geluiden]. Windows 7, Windows Server 2008 R2: Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Windows 8/8.1, Windows Server 2012/2012 R2: Klik op [Zoeken] op de taakbalk en klik op [Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven]. 2. Klik op [Printer toevoegen]. 3. Volg de instructies in de wizard Printer toevoegen. Als uw cd-romstation D is, worden de bronbestanden van het printerstuurprogramma opgeslagen op de volgende locaties: PCL 5c/5e 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL5C of PCL5E\XP_VISTA\(Taal)\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\ PCL5C of PCL5E \X64\(Taal)\DISK1 PCL 6 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PCL6\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PCL6\X64\MUI\DISK1 35

6. Problemen oplossen PostScript 3 32-bits stuurprogramma D:\X86\DRIVERS\PS\XP_VISTA\MUI\DISK1 64-bits stuurprogramma D:\X64\DRIVERS\PS\X64\MUI\DISK1 Voor details over de talen die door de printerstuurprogramma's worden ondersteund, zie Pag. 7 "Ondersteunde talen". 4. Specificeer een poort. De beschikbare poorten hangen af van uw Windows-besturingssysteem of van het type interface. Voor meer informatie, zie Pag. 9 "De verbindingsmethode controleren". 36

Als de USB-verbinding mislukt Als de USB-verbinding mislukt In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een problemen met een USB-verbinding oplost. Probleem Oorzaken Oplossing De printer wordt niet automatisch herkend. Windows heeft de USBinstellingen al geconfigureerd. De printer herkent de USBverbinding niet, zelfs als de USB-kabel aangesloten is. De USB-kabel is niet op de juiste wijze aangesloten. Controleer of de computer de printer heeft geïdentificeerd als een nietondersteund apparaat. Als de USB-kabel aangesloten werd toen de printer uit was, dan kan het zijn dat het apparaat de USB-verbinding niet herkent. Haal de USB-kabel los en zet de hoofdstroomschakelaar uit. Zet het hoofdstroomschakelaar opnieuw aan. Wanneer de printer klaar is voor gebruik, verbindt u de USB-kabel opnieuw met de printer. Open Apparaatbeheer van Windows en verwijder onder [USB-controllers] alle conflicterende apparaten. Naast apparaten die voor conflicten zorgen, staat een pictogram [!] of [?]. Let op dat u geen vereiste apparaten per ongeluk verwijdert. Zie de Windows Helpfunctie voor meer informatie. Druk op de hoofdstroomschakelaar en haal de USB-kabel uit het stopcontact. Sluit de USB-kabel opnieuw op de printer aan als de printer weer gereed is. 37

38 6. Problemen oplossen

7. Het printerstuurprogramma installeren onder Mac OS X In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printerstuurprogramma's installeert en configureert voor het Mac OS X-besturingssysteem. PPD-bestanden installeren. Als u wilt afdrukken met de specifieke printerfuncties in Mac OS X, installeert u de PPD-bestanden. U heeft een beheerdersnaam en een wachtwoord of wachtwoordzin nodig. Neem voor meer details contact op met de netwerkbeheerder. 1. Dubbelklik op de map [Mac OS X]. 2. Dubbelklik op de map [(merknaam)]. 3. Dubbelklik op de map [MacOSX PPD Installer]. 4. Dubbelklik op het pictogram van het pakketbestand. 5. Volg de instructies op het scherm. PPD-bestanden worden automatisch geïnstalleerd op de volgende locatie: \Library\Printers\PPDs\Contents\Resources\ 39