FRONT Polyphonie LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN. Deel II: Naverwerking. To see is to know



Vergelijkbare documenten
HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN

tauberbach LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

AUGUSTUS. ergens op de vlakte. naverwerking lesmap voor leraren

EN AVANT, MARCHE! LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

Inhoudsopgave BIJLAGEN

H A N D L E I D I N G Verslaghulpen Culturele Activiteiten

Hoe schrijf ik een Recensie

Willemien Cuijpers en Marie-Thérèse van de Kamp, Interfacultaire Lerarenopleiding UvA

De Stilte danst Alice

Buurman in de Winter Plan D / Andreas Denk (Nederland)

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

LESMAP DE TITEL DE SCHRIJVER EN REGISSEUR COMPAGNIE CECILIA !! OPGELET!!

Shadow Games T42 (Zwitserland)

Werken als artiest drama

Conversatieleidraad. Je kan deze conversatieleidraad gebruiken bij de nabespreking van Zot van A in filmhuis Klappei.

Een voorstelling voor groep 5 en 6 van het primair onderwijs door Het Houten Huis

TJERK WORDT EEN BERK

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

Ons theaterwoordenboek

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

Filmische middelen Aspecten Extra aanwijzingen

LESBRIEF THEATERBEZOEK

LESBRIEF HARTENJAGERS 3.0

Mongens en Jeisjes De Stilte (Nederland)

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Het verhaal moet aanspreken, spannend zijn en een mooi einde hebben. Als je uit de bioscoop loopt moet je een goed gevoel hebben over de film.

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

SPOKEN VOOR DE VOORSTELLING

Shadow Games T42 (Zwitserland)

Lesbrief. Mongens en Jeisjes

Project 1. A new is born! Veel succes! Meester Stijn Zesde leerjaar haegemanstijn@gmail.com

Moet Je Doen Drama Lessen per spelvorm

Moet Je Doen Drama - Lessen per groep

LICHTTECHNIEK BIJ MUSICALS

LESMATERIAAL DE KONING ZONDER SCHOENEN

Lesbrief thema: Identiteit

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

KOL bijeenkomst

Filmverslag CKV The Discovery Of Heaven

TROEP LESBRIEF HOFPLEIN EDUCATIE

Streetdance door Dennis van Breukelen in de Artiance- zaal voor max. 20 leerlingen:

Feng Shui voor Liefde & Romantiek 10 tips voor je interieur

WERKBLAD 1. EIGEN GEDRAG IN HET VERKEER

Revue Ravage van een politicus

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

1 Kijkkaarten bij spelpresentaties

Spot 2+ La Baracca (Italië)

Lesbrief Schaap met laarsjes. Deel 1. Theater Anna s Steen

Theaterverslag CKV De Waker, de Slaper en de Dromer

Omvang Eén week (projectweek), 5 dagen van 8.30 uur tot uur.

De Stilte 3x3 Festival op school

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

Vliegende Koe de Stilte (Nederland)

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Schrijfschema voor Beeldende Kunst, Nederlands en CKV

Schaduwen Maart 2016

LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN

De manus branding stichting

Theater Speelman DO (8+)

BEZOEK Toneel/ cabaret/ musical

lesmap Wortel van Glas HETGEVOLG Wortel van Glas 16+

LESMAP: VANDENHOND BRAAKLAND/ZHEBILDING

Barrowland Ballet Tiger Tale / Tijgerverhaal

Lesbrief Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

IN DE STUDIO SUPER MEGA KNAP NATUURKNAP REKENKNAP MUZIEKKNAP ZELFKNAP BEELDKNAP SAMENKNAP BEWEEGKNAP TAALKNAP

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Tekst lezen en vragen stellen

Draaiboek voor een gastles

Cultuureducatie met Kwaliteit Nijmegen - Vaardigheidslijn Drama -

Weerwolven van Wakkerdam

Adios. Beste Docent(e), D O C E N T E N H A N D L E I D I N G

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

verwoording inhoud + vorm + functie 3 CA: verwoording eigen mening 3 Datum: verwerking recensie 1 Paraaf docent Titel voorstelling:

Het uiten van emoties en gedachten door je houding en/of gebaren

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

ALLEEN OP DE WERELD. LESBRIEF Voor groep 3 t/m 8 Primair Onderwijs. Door: Niels Brandaan Cotterink

LESBRIEF BIJ DE VOORSTELLING IEP!

De jongen en de erwt

Lesbrief. Vliegende Koe (4+) De Stilte Nederland

Auditieve oefeningen thema: theater

LESBRIEF Jihad, de voorstelling

Bedoeling: Doelen: Leerplandoelen wiskunde (VVKBaO):

- het lezen van het boek van Soldaat van Oranje en het maken van de literatuurwijzer het bekijken van de film Soldaat van Oranje;

Lesbrief. Traverse (6+) Cie. Arcosm Frankrijk

EEN MEERKEUZEVRAGEN MAKEN MET HOT POTATOES IN 13 STAPPEN

THEATER ANALYSE. Omschrijving vraag antwoord-terminologie. begrip vraag antwoord-terminologie. beweging/houding van de acteur/ actrice

Lesbrief met leuke opdrachten voor bij de voorstelling Dag Meneer van Dalen

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

VERLIEFD WORDEN KAN IEDEREEN, MAAR HOE BLIJF JE VERLIEFD OP ELKAAR

Inschrijfformulier najaar 2014

Lesbrief Beestjes tekenen naar waarneming

ZO WORDEN VERGADERINGEN INTERESSANT VOOR JE. 4 SIMPELE TACTIEKEN

Lesbrief. Romeo en Julia. Een vertelvoorstelling van Niels Brandaan Cotterink

Blocks 2+ Puppet Theatre Maribor (Slovenië)

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

LESMAP VINKENSLAG. opdracht: help de vogels op de speelplaats en maak voor hen een voederplaats.

LESBRIEF. Wij wensen u en de leerlingen een prettige voorstelling!

Transcriptie:

FRONT Polyphonie LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN Deel II: Naverwerking To see is to know Wij gaan er bij Publiekswerking steeds van uit dat er geen vaststaande antwoorden zijn wat de tekentaal van een opvoering betreft. De associaties van de leerlingen zijn dus steeds correct, hoe verschillend ze ook zijn van de mogelijk bedoelde betekenis of van de persoonlijke kijkervaring van de leerkracht (!). Elke persoonlijke associatie is steeds rijker dan de som van uitbeelding en (mogelijk bedoelde) betekenis. Wat overigens voor elke toeschouwer geldt. Belangrijk blijft waarnemen, de waargenomen tekentaal proberen te ontwaren én een mogelijke beargumenteerde betekenis te geven.

Beste leerkracht, Deze lesmap naverwerking is anders dan vorige exemplaren die u van ons al in handen kreeg. Dat heeft alles te maken met de semi-documentaire voorstelling die jullie met de leerlingen hebben gezien, die echter wel rijk is aan tekentaal. Iconische, deiktische en dus symbolische tekens liggen in deze opvoering voor het grijpen, maar daarom misschien niet altijd voor het begrijpen. De kijkervaring van de leerlingen zal voor elk van hen anders zijn, afhankelijk van hun plaats in de zaal, hun fascinatie (of juist niet) voor 1 van de acteurs en hun personage, van wat hen is opgevallen wat een andere leerling juist niet heeft gemerkt, etc. Maar wel voer voor, naar we vermoeden, interessante discussies. Daarom willen we vooral focussen op: Wat hebben jullie waargenomen? (iconische tekens beelden) Wat is jullie opgevallen? Welke beelden kunnen jullie met elkaar verbinden? (deiktische tekens) Wat denk je, kan een mogelijke betekenis van het beeld zijn? (symbolische tekens) zie 1 Om de leerlingen goed en gestructureerd te laten nadenken over de voorstelling en over wat ze hebben gezien, bieden we daarom een tekentaalschema aan. Dit schema is gebaseerd op het gekende overzicht van Kowzan, maar is hier en daar aangepast. We probeerden het ook meer begrijpbaar en bevattelijk te maken. We gaan daarbij uit van opvoeringsanalyse, niet van tekstanalyse. Opvoeringstekens 1 De acteur 1 Visueel a Lichamelijk - fysiek voorkomen - mimiek - gestiek - bewegingen in de ruimte (op het toneel), op- en afgaan van het toneel. - bewegingen t.o.v. andere acteurs (op het toneel) / proxemiek

b Opmaak - kostumering en accessoires - grimering / maskers - kapsels / haartooi 2 Auditief a de tekst zoals hij is / het woord b de tekstzegging / de toonaard c muziek/zang door de acteur live gebracht d geluid door de acteur live (voort)gebracht 2. Het toneelbeeld 1 Visueel a locatiebepaling van de zaal (waar speelt de acteur, waar kijkt het publiek?) b decor c rekwisieten d belichting e gebruik van multimedia 2 Auditief a muziek (live/niet live gespeeld) b geluidsdecor /klankdecor (live/niet live gespeeld)

(mogelijke) Werkwijze Uiteraard mag u de dingen aanpakken zoals u wil, maar het blijft interessant voor deze voorstelling om tijd uit te trekken om gedetailleerd in te gaan op elk onderdeel van het schema. 1. Bespreek eerst voor elk item uit het schema (of voor een aantal indien de tijd voor nabespreking eerder beperkt is) wat de leerlingen hebben waargenomen rond dat item. Probeer te inventariseren wat de beelden zijn. Wat is hen bijgebleven, opgevallen? Probeer te vermijden dat onmiddellijk een interpretatie wordt gegeven, zodat de minst zekere leerlingen wat dit betreft, niet dadelijk in het gesprek afhaken. Bedenk en geef aan uw leerlingen mee dat ook de afwezigheid van iets een beeld kan zijn en dus bedoeld. (één voorbeeldje: de personages/acteurs gaan nooit af => is een belangrijk beeld en dus opvallend zie 2.) Doe zelf mee aan deze oefening! 2. Bedenk samen, na de inventarisatie, welke beelden opvallend duidelijk met elkaar kunnen verbonden worden, naar elkaar verwijzen en dus een groter beeld ophangen binnen het geheel. Ga dus na welke tekens voor jullie heel duidelijk naar een betekenis verwijzen. 3. Probeer die betekenis nu te benoemen, decodeer de tekentaal, denk na over de symboliek van een en ander. En onthoud dat er geen juiste antwoorden bestaan, omdat het publiek zelf een betekenis mag aandragen. Het is wel belangrijk om je symbolische decodering te argumenteren en te toetsen aan de gevonden beelden en aanwijzingen. 4. Misschien is het voor deze voorstelling wel interessant dat leerlingen die verwijzende beelden die niet geïnterpreteerd geraken, eens bij ons bevragen? Laat ze gerust via mail vragen stellen over de tekentaal, wij proberen die dan wat te duiden vanuit het repetitieproces. Mailen naar publiekswerking@ntgent.be

(U kan ook tekens vanuit het schema verdelen over groepen leerlingen en die zo bespreken.) Evaluatie 1. Wat vind je van de voorstelling? 2. Heb je een andere kijk gekregen op WO I? Op welke manier? 3. Wat vind je van de acteerprestaties? 4. Spreekt de enscenering je aan? Waarom wel of niet? 5. Spreekt de thematiek je aan? 6. Ben je zelf op een of andere manier emotioneel bij de voorstelling betrokken geraakt of juist niet? Verklaar. 7. Probeer even regisseur of acteur te zijn. Welke andere beelden zou jij maken op de momenten dat de acteurs uitbreken uit de rijopstelling waarnaar ze steeds terugkeren.. Waarom? 8. Ga je akkoord met de recensies over deze voorstelling? Laat ons gerust weten wat jullie er van vonden via publiekswerking@ntgent.be of post rechtstreeks op de productiepagina bij theaterganger je appreciatie. Bijlage: 1. Hier vind je nog een korte beschrijving van de theorie achter het drieluik iconische beelden, deiktische beelden en symbolische beelden. Iconische, deiktische en symbolische tekens De regisseur, spelers, decor-, kostuum- en lichtontwerper gebruiken bij de enscenering (of miseen-scène) de volgende hulpmiddelen: - gesproken tekst, intonatie en lichaamstaal; - decor, meubels en handrekwisieten; - kleding, haardracht en grime; - belichting, muziek en geluidseffecten.

Die ensceneringsmiddelen vormen de tekentaal van het theater (zie ook het tekenschema). Binnen de tekentaal van het toneel bestaan er twee soorten tekens: opzettelijke en onopzettelijke. De opzettelijke zijn effectief als teken bedoeld; ze kunnen dus ook als dusdanig gedecodeerd worden. De onopzettelijke zijn niet echt als teken bedoeld, maar ze kunnen wel zo geïnterpreteerd worden. We onderscheiden drie soorten tekens: iconische, deiktische en symbolische. Iconische (of beeldende) tekens zijn heel gemakkelijk te herkennen: het gaat om elementen zoals ze echt op het toneel te zien zijn. Het volledige decor, een sofa, een deur, kledij, een grijze baard, een donker toneel, lichtwissels Ze zijn niet moeilijk te decoderen: een decor toont de plaats waar een verhaal zich afspeelt, een sofa is een zitplaats in de kamer, een deur geeft toegang tot een andere kamer (die er op het toneel vaak niet echt is), een grijze baard betekent ouderdom, donkerte toont de nacht, lichtwissels tonen een onweer Die tekens geven het antwoord op de vraag: wat neem je waar? Deiktische (of verwijzende) tekens (ook wel indices genoemd) wijzen de toeschouwer op een achterliggende betekenis. Ze roepen de kijker op om de code te breken, en na te denken over de bedoeling van het teken. De code breken kan makkelijk zijn of net zeer moeilijk. Alleszins is het zo dat die tekens plots de aandacht trekken, soms al heel vroeg in het stuk, soms pas op het einde ervan. Een rijkelijk decor geeft, zodra het doek opgaat, aan om welke sociale klasse het gaat. Een sofa van kisten ingeplant in zo n decor kan verwijzen naar een dissidente figuur. Een groep jongeren gaat in het wit gekleed, een andere groep in het zwart. Misschien zijn er heel hoge wanden en heel kleine deuren. Een grijze baard kan wijzen op levenservaring en wijsheid Zulke tekens zijn een antwoord op de vraag: wat valt je op? Bij symbolische tekens moet je de code breken vooraleer het duidelijk wordt wat de boodschap achter het teken is. Zo krijgen het toneelstuk en de opvoering een belangrijke meerwaarde. Wit en zwart kunnen symbool zijn voor twee rivaliserende bendes; een decor scheurt uiteen als een relatie stukloopt, kleine deuren symboliseren dat het voor de personages moeilijk is om uit hun situatie te ontsnappen, de nacht valt in op het ogenblik dat de geliefde sterft (al is dat een behoorlijk romantisch cliché). Alle symbolische tekens samen wijzen de toeschouwer op de thematiek van het verhaal. De vraag die we hierbij kunnen stellen is: wat betekent het signaal/het teken (voor jou én voor de acteurs/regisseur die het hanteren)? De dubbele betekenis bestaat inderdaad. Het is immers niet zeker dat elke toeschouwer aan het teken effectief de interpretatie geeft die de theatermaker er heeft willen inleggen. Hij kan (en mag!) in het teken zijn eigen symboliek zien. Uit de voorbeelden blijkt dat de drie soorten tekens onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Iconische tekens zijn alomtegenwoordig, een deel ervan wordt deiktisch, en een deiktisch teken kan vaak worden omgedacht/omgezet tot een symbool voor de inhoud, het concept, de visie van de regisseur en zijn acteursploeg. In die zin vormt de tekentaal van het toneel een complexe, niet altijd doorzichtige structuur. De manier waarop regisseur, spelers, decor-, kostuum- en lichtontwerper de verschillende ensceneringsmiddelen toepassen, laat zien hoe zij de dramatekst hebben geïnterpreteerd en welke ensceneringstijl zij hebben gebruikt.