VEELGESTELDE VRAGEN: MINSTENS EEN JAAR NAAR DE NEDERLANDSTALIGE KLEUTERKLAS



Vergelijkbare documenten
ADVIES. Algemene Raad. 25 september 2008 AR/PCA/ADV/002

Hoe/Wanneer het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)*** informeren?

b) Hoeveel kinderen slaagden voor deze test? Graag een opdeling per provincie met inbegrip van

1. Kan de minister meedelen aan hoeveel ouders uit Brussel deze folder is uitgedeeld?

Hoe/Wanneer het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi)*** informeren?

Wettelijke bepalingen Dit moet u doornemen

Janseniusstraat Leuven Aanmelden en inschrijven in het eerste leerjaar A of B

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Vraag nr. 17 van 1 oktober 2013 van IRINA DE KNOP

Commissievergadering nr. C167 OND15 ( ) 18 maart

Inschrijven en aanmelden

3 Zijn er op regionaal niveau netoverschrijdende afspraken gemaakt over het al dan niet toepassen van één of meerdere flexibele trajecten?

Toelatingsvoorwaarden 1STE GRAAD A-STROOM

Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders

INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL. in 15 vragen

Commissievergadering nr. C13 OND1 ( ) 8 oktober 2009

Hoe aanmelden en inschrijven in een Wijnegemse school?

Stappenplan. je kind inschrijven op een basisschool

Wat is een indicatorleerling?

Huisonderwijs Communicatie aan de CLB s

Je kunt je kind inschrijven op onze school:

Voor alle kinderen geboren in 2012 en ouder. Je kind inschrijven. in een basisschool. Voor alle kinderen geboren in 2014 en ouder.

Richtlijnen om uw kind aan te melden en in te schrijven in een school in Wijnegem:

Leerlingenbegeleiding inzake leerplichtcontrole in het secundair onderwijs

Scholengemeenschap Prins Boudewijn

Richtlijnen om uw kind aan te melden en in te schrijven in de gemeentelijke basisschool Cade van Aartselaar: voor schooljaar

INSCHRIJVEN IN HET BASISONDERWIJS IN LOKEREN

Richtlijnen om uw kind aan te melden en in te schrijven in de gemeentelijke basisschool Cade van Aartselaar: voor schooljaar

LEERRECHT in het SBSO

Het inschrijvingsrecht in een notendop

Voor alle kinderen geboren in 2012 en ouder JE KIND INSCHRIJVEN IN EEN BASISSCHOOL

AFWEZIGHEDEN VAN LEERLINGEN IN HET BASISONDERWIJS: wettelijke richtlijnen

Er is een nieuwe regelgeving in verband met de inschrijving van kinderen in het basisonderwijs "Inschrijvingsdecreet in het basisonderwijs".

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

INSCHRIJVINGEN IN HET EERSTE JAAR (schooljaar )

HET INSCHRIJVINGSRECHT IN SCHEMA Basisonderwijs

VCLB. E. VCLB IN DE ZONNEWIJZER p. 2

De adressen van onze scholen vindt u op de laatste pagina van deze folder.

Beersel Halle Sint- Pieters- Leeuw

Vergeet niet uw energie mee te verhuizen.

Inschrijvingsbeleid

Kinderbijslag na de leerplicht Studenten

ZEER BELANGRIJK! Afspraken en regelgeving betreffende de leerplicht en afwezigheden.

Wanneer begint de leerplicht? Is leerplicht hetzelfde als schoolplicht?

1. Hoe kan iemand jouw kinderdagverblijf contacteren voor informatie over de opvang? Persoonlijk langskomen Telefoon Fax Brief Ander antwoord :

Bij vragen over deze inschrijving kan u steeds terecht bij de begeleidsters of de coördinator.

Je kindininschrijven. een basisschool. Beersel, Halle en. Voor. alle kinderen geboren in en ouder

infosessie softwareleveranciers 29 mei 2018 Peter Van Poucke

NIEUWE RIJBEWIJSREGLEMENTERING CAT. B VANAF 03/02/2014

INSCHRIJVEN IN EEN SCHOOL. in 15 vragen

Schoolexamenreglement cursusjaar 2014/2015. College De Meer

Informatieavond september SBS Kermt

Beoordeling aanvragen voor extra vrije dagen. Ingrid Sloot Leerplichtambtenaar

Handleiding. Datums en statussen

2. In afwijking van paragraaf 1 moeten ouders van de volgende leerplichtigen, de leerplichtige niet inschrijven bij de examencommissie:

Ondergetekende, ouder van... (naam en voornaam)... (klas) verklaart hierbij dat zijn/haar kind niet op school aanwezig was

Stap voor stap in uw onderneming

Wanneer begint de leerplicht? Is leerplicht hetzelfde als schoolplicht?

Inschrijven in een kleuter- of lagere school in Halle. Schooljaar

Kleintjes worden snel groot!

Inschrijvingsformulier

Op Stapel juni Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

LEREN IN ANTWERPEN. Uw kind inschrijven in een kleuterschool of lagere school in Antwerpen

Afsprakenkader tussen de VGC Onderwijsinstelling en de ouders van haar leerlingen. Afspraken busvervoer ouders Schooljaar

Leerplicht. Naar school gaan, moet dat of mag dat?

Leerplicht. Naar school gaan, moet dat of mag dat?

Richtlijnen voor aanmelding en inschrijving

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Basis- onderwijs Algemeen schoolreglement kleuterscholen

BESTEMMELING. K i n d e r b i j s l a g n a d e le e r p l i c h t - S t u d e n t e n

Voorbeeld inschrijvingsformulier

Er zijn twee voorwaarden om als regelmatige leerling ingeschreven te kunnen worden:

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van Vrije Basisschool te HOUTHULST

Het traject start zoals een normaal traject met onthaal, vraagverheldering,

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Onderwijs

Is de jongere gestopt met studeren? Vul het formulier in a.u.b, onderteken het en stuur het dadelijk terug.

Opleiding voor schoolsecretariaten

Doorstroomdossier. 4 mavo > 4 havo

Evaluatie afsprakennota inschrijvingsbeleid Voorbereiding afsprakennota inschrijvingsbeleid Basisonderwijs regio Sint-Niklaas

Nieuwe aanvraagprocedure FAQ voor de burger

Inschrijven en aanmelden

Wat betekent het CLB voor u? Hoe kan ons multidisciplinair team VAPH u helpen?

SIO, TOAH en andere initiatieven voor langdurig zieke leerlingen

Basisschool Franciscus Schoollaan BM Bunde T: E: Info@bsfranciscusbunde.nl. Betreft: aanmelding nieuwe leerling

Materiële hulp voor kinderen die illegaal verblijven

Webshop Gemeentebestuur Zwevegem Handleiding inschrijvingen

GON- BEGELEIDING Informatiebrochure voor ouders

Kiezen na de basisschool

Hiermee willen we de belangrijkste regels omtrent het inschrijven als leerling bij de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (= PIKOH) bundelen.

Aanmelding adoptie intrafamiliaal Pagina 1 van 10

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

elk kind een plaats... 1

Leerplicht. Naar school gaan, moet dat of mag dat?

Commissie Zorgvuldig Bestuur. 1.2 Verzoeker [X] LOP-deskundige, Basisonderwijs en Secundair Onderwijs.

Centraal aanmeldingsformulier leerlingen primair onderwijs Schoolbestuur L&E (

Aanmelden en inschrijven STAP VOOR STAP

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Kleuterschool - Zusters Maricolen te Maldegem

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON BASISONDERWIJS

FAQ Bevordering niveau A

Transcriptie:

VEELGESTELDE VRAGEN: MINSTENS EEN JAAR NAAR DE NEDERLANDSTALIGE KLEUTERKLAS Kinderen mogen op vijf of zes jaar pas naar het gewoon lager onderwijs in een Nederlandstalige school als ze eerst een jaar lang regelmatig naar de Nederlandstalige kleuterklas gaan of een taalproef afleggen. Deze nieuwe toelatingsvoorwaarde tot het Nederlandstalig gewoon lager onderwijs geldt vanaf het schooljaar 2010-2011. Voor het antwoord op vragen over deze nieuwe regelgeving klik door naar: Vragen van lagere scholen Vragen van lagere scholen die optreden als afnemer van de taalproef Vragen van kleuterscholen Vragen van ouders Vragen van clb s VRAGEN VAN LAGERE SCHOLEN 1. Welke zijn vanaf het schooljaar 2010-2011 de toelatingsvoorwaarden voor het lager onderwijs? Voor het buitengewoon lager onderwijs verandert er niets aan de toelatingsvoorwaarden. Hier gelden de leeftijd van het kind en het inschrijvingsverslag dat naar een bepaald type oriënteert. Voor het gewoon lager onderwijs komt er vanaf het schooljaar 2010-2011 een bijkomende toelatingsvoorwaarde. Vijf- of zesjarige leerlingen (*)1 die wensen over te stappen naar het gewoon lager onderwijs, moeten in het schooljaar voorafgaand aan deze overstap voldoende aanwezig geweest zijn in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige kleuterschool. Voor zesjarigen betekent voldoende aanwezigheid 220 halve dagen, voor vijfjarigen gaat het om 185 halve dagen aanwezigheid. Leerlingen die deze aanwezigheid niet bereiken, kunnen toch in het gewoon lager onderwijs instappen op basis van een taalproef die de kennis van het Nederlands peilt. Ook leerlingen die het voorafgaande schooljaar onderwijs hebben genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. In de praktijk gaat het hier om leerlingen die ingeschreven waren in een school in Nederland. 1 De leeftijd wordt altijd bekeken in functie van 1 januari van het schooljaar waarvoor men wenst in te schrijven. Voor het schooljaar 2010-2011 worden alle leerlingen die geboren zijn in 2005 beschouwd als vijfjarigen (zij zijn immers vóór 1 januari 2011 5 jaar geworden). Alle leerlingen die geboren zijn in 2004 worden voor het schooljaar 2010-2011 beschouwd als zesjarigen (zij zijn immers vóór 1 januari 2011 zes jaar geworden). Alle leerlingen geboren in 2003 worden beschouwd als zevenjarigen, etc. 1

Zevenjarige leerlingen of ouder kunnen op basis van hun leeftijd in het gewoon lager onderwijs instappen. Zij moeten dus geen voldoende aanwezigheid aantonen noch slagen in een taalproef. 2. Kan ik een leerling inschrijven voor het lager onderwijs op een ogenblik dat die nog niet aan (alle) toelatingsvoorwaarden voldoet? Ja. Aangezien de inschrijvingen veelal plaatsvinden voor 1 september, zullen heel wat leerlingen op dat ogenblik inderdaad nog niet aan de toelatingsvoorwaarden voldoen. De leerling wordt dan ingeschreven onder opschortende voorwaarde. De leerling moet aan alle toelatingsvoorwaarden voldoen op het ogenblik dat hij/zij effectief in het lager onderwijs instapt (meestal 1 september). Kinderen die pas na 1 september ingeschreven worden, zullen eerst onder opschortende voorwaarde ingeschreven worden, tot u zekerheid heeft over het aantal halve dagen aanwezigheid en/of de taalproef. 3. Hoe kan ik weten of een leerling voldoende aanwezig was in de kleuterklas? De aanwezigheden worden door de kleuterscholen bijgehouden. Voor leerlingen die het kleuteronderwijs in de eigen school gevolgd hebben, stelt er zich geen enkel probleem, aangezien de aanwezigheid gekend is. Ook voor leerlingen die binnen dezelfde scholengemeenschap van school veranderen, kan er wellicht gemakkelijk overdracht van gegevens geregeld worden. Voor leerlingen die uit een andere school komen, dient u bij inschrijving bij de ouders goed na te vragen in welke scho(o)len het kind het jaar voorafgaand aan de overstap naar het lager onderwijs naar het kleuteronderwijs geweest is. U vraagt dan bij deze kleuterscho(o)len het aantal halve dagen aanwezigheid op, die hiertoe een modelformulier (Word, 1 p.). Dat kan vrijblijvend gebruikt worden. Ook een mail, fax of ander papier voldoen. Vraag aan ouders dus ook steeds uitdrukkelijk of hun kind het afgelopen jaar in verschillende scholen geweest is. De aanwezigheden uit de verschillende scholen moeten dan opgeteld worden. Indien u bij inschrijving vóór 30 juni reeds zou merken dat het kind niet voldoende aanwezigheid in het kleuteronderwijs telt, maar daar in de rest van het schooljaar nog kan aan geraken, dan spoort u de ouders zo snel mogelijk aan om hun kind nog maximaal in het kleuteronderwijs aanwezig te laten zijn. Indien bij de inschrijving al geweten zou zijn dat het kind in de rest van het schooljaar onmogelijk nog aan voldoende halve dagen aanwezigheid kan geraken, dient er een taalproef te worden afgenomen. Het CLB waarmee de lagere school een beleidscontract heeft en de lagere school beslissen onderling wie van hen beide als afnemer van deze proef optreedt. Deze afspraak geldt dan voor alle leerlingen in de betrokken school. Er wordt dus geen afspraak gemaakt per leerling, maar wel per school. Indien de afspraak is dat de taalproef door de school zal worden afgenomen, moet de school dit uiterlijk 15 juni 2010 melden aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Is er op die datum geen melding ontvangen dat de school de taalproef afneemt, dan neemt het CLB de proef af. De volledige procedure hiertoe en het meldingsformulier vindt u in de omzendbrief. 2

- Indien het CLB de taalproef zal afnemen, bezorgt u de gegevens van die kinderen en de reden waarom ze de taalproef moeten afleggen aan het CLB. U deelt tevens aan de ouders mee dat ze het CLB moeten contacteren met het oog op het afleggen van de taalproef. De CLB s zullen de taalproef kunnen afnemen vanaf 1 juni 2010, maar de afspraak om de taalproef af te nemen, kunnen de ouders al eerder met het CLB maken. - Indien de school de taalproef zal afnemen, maakt u in overleg met de ouders een afspraak met het oog op het afnemen van de taalproef. Ook hier zal de taalproef kunnen afgenomen worden vanaf 1 juni 2010 maar kan de afspraak vroeger gemaakt worden. Ook in dat geval spoort u ouders best aan het kind nog zoveel mogelijk naar de kleuterklas te laten gaan, aangezien dat de beste voorbereiding op de taalproef is. 4. Moet ik de informatie over het aantal halve dagen aanwezigheid schriftelijk (mail, papier, fax, ) opvragen of mag dit ook telefonisch? Met het oog op controle van de toelatingsvoorwaarden is een schriftelijk document (mail, papier, fax, ) waarop het aantal halve dagen aanwezigheid vermeld staat noodzakelijk. Er is hiertoe een modelformulier (Word, 1 p.) ter beschikking gesteld. Dat modelformulier is vrijblijvend: het kan gebruikt worden, maar een ander schriftelijk document volstaat eveneens. 5. Komt aanwezigheid in om het even welke Nederlandstalige kleuterscholen in aanmerking? Het moet gaan om aanwezigheid in een door de Vlaamse overheid erkende Nederlandstalige kleuterschool. Ook de Nederlandstalige onderwijsinstellingen uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie komen in aanmerking. In de praktijk zijn dat momenteel de scholen in Nederland. Alle andere scholen komen niet in aanmerking. Bijv. privéscholen (deze zijn niet door de Vlaamse overheid erkend), immersiescholen Nederlands in Wallonië evenmin,. 6. Wat als het kind helemaal niet ingeschreven was in het Nederlandstalig kleuteronderwijs? Indien de taalproef door het CLB zal worden afgenomen, contacteert u zo snel mogelijk het CLB om de gegevens van het kind en de reden waarom het de taalproef moet afleggen over te maken. Tegelijk vraagt u de ouders contact met het CLB op te nemen voor het afnemen van de taalproef. Het CLB kan de taalproef afnemen vanaf 1 juni 2010, maar de afspraak tussen ouders en CLB kan al voor die datum gemaakt worden. Indien de taalproef door de school zal worden afgenomen, maakt u, in overleg met de ouders, een afspraak met het oog op het afnemen van de taalproef. 3

7. Wat als de ouders mij niet kunnen of willen vertellen in welke kleuterschool hun kind ingeschreven was? Indien uw inspanningen om te weten te komen in welke kleuterschool het kind ingeschreven was, écht vruchteloos blijven, dan kan u bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten (mailadres: scholen.basisonderwijs.agodi@vlaanderen.be) opvragen in welke school het kind voorheen ingeschreven was. 8. Is het een verplichting voor de kleuterschool om mij het aantal halve dagen aanwezigheid door te geven? Ja. De kleuterscholen zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen en moeten u zo snel mogelijk de gevraagde gegevens bezorgen. Er is hiertoe een modelformulier (Word, 1 p.) ter beschikking gesteld. Dit modelformulier is vrijblijvend: het kan gebruikt worden maar ook mail, fax of ander papier voldoen. 9. Als de taalproef wordt afgenomen door het CLB mag dan om het even welk CLB de taalproef afnemen? Neen, het CLB waarmee uw school een beleidscontract heeft, is het enige CLB dat bevoegd is om de taalproef af te nemen (zie art. 13, 1, 2 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997). 10. Hoe kom ik het resultaat van de taalproef te weten als het CLB de taalproef afneemt? Indien de taalproef door het CLB werd afgenomen, bezorgt het CLB u een attest waarin vermeld is of de leerling geslaagd is voor de proef of niet. Indien u zelf de taalproef afneemt, dan bezorgt u een attest aan de ouders waarin het resultaat van de taalproef vermeld wordt (cfr infra: vragen voor de lagere scholen die optreden als afnemer van de taalproef). Het in te vullen attest vindt u in de omzendbrief. 11. Binnen hoeveel tijd dient de afnemer (CLB of lagere school) de taalproef af te nemen? De taalproef wordt zo snel mogelijk afgenomen. Indien de taalproef door het CLB wordt afgenomen, spreken de ouders de datum met het CLB af. CLB s zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef vanaf 1 juni 2010 af te nemen. De afspraak tussen ouders en CLB kan al eerder gemaakt worden. Tijdens het schooljaar kan de taalproef, in samenspraak met de ouders, op school worden afgenomen. Indien de taalproef door de school wordt afgenomen, wordt in onderling overleg tussen de ouders en de school een afspraak gemaakt voor het afnemen van de taalproef. Scholen zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef af te nemen vanaf 1 juni 2010. De afspraak tussen de school en de ouders kan al eerder gemaakt worden. 4

12. Wat als ik op 1 september nog niet over alle informatie (aantal halve dagen, taalproef, ) beschik. Mag het kind dan in het lager onderwijs aanwezig zijn? Het streefdoel is dat er op 1 september duidelijkheid is over het feit of het kind tot het lager onderwijs toegelaten wordt, dit om te vermijden dat kinderen gedurende het schooljaar van niveau moeten veranderen. Toch kunnen er zich situaties voordoen waarbij dit onmogelijk is (bijv. ouders schrijven het kind pas in op of na 1 september). Het kind kan in afwachting van deze gegevens opgenomen worden in het lager onderwijs (indien het aan de leeftijdsvoorwaarde voldoet) op basis van een inschrijving onder opschortende voorwaarde. Voor inschrijvingen na 1 september kan de school of het CLB ervoor kiezen de taalproef in de school van de leerling tijdens de schooluren af te nemen. Indien het CLB als afnemer van de taalproef optreedt, maakt het hierover afspraken met de school. De afnemer van de proef informeert de ouders over het moment waarop de taalproef zal afgenomen worden. 13. Kan een kind meer dan één keer een taalproef afleggen? Neen. Elke leerling kan de taalproef slechts één keer afleggen. Indien ouders om een of andere reden (bijv. autopech) niet op de afspraak met de afnemer van de taalproef (het CLB of de school) geraken of het kind is ziek op het ogenblik van de taalproef, dan kan er wel een andere afspraak gemaakt worden. 14. Kan ik het kind voorbereiden op de taalproef? De beste voorbereiding op de taalproef bestaat erin met het kind zoveel mogelijk Nederlands te praten. Indien de ouders zelf geen Nederlands kennen, dan kan u de ouders aansporen het nog zoveel mogelijk naar een Nederlandstalige kleuterschool te laten gaan of, indien dit niet meer mogelijk is, het kind buiten de school zoveel mogelijk met Nederlands in contact te brengen. 15. Wanneer wordt de taalproef afgenomen? - Bij afname van de taalproef door het CLB: Het moment van afname wordt onderling afgesproken tussen ouders en CLB. U bezorgt de gegevens van de kinderen en de reden waarom ze de taalproef moeten afleggen aan het CLB. U deelt tevens aan de ouders mee dat ze het CLB moeten contacteren met het oog op het afleggen van de taalproef. De taalproef dient zo snel mogelijk te gebeuren zodat er zo snel mogelijk duidelijkheid is of het kind naar het lager onderwijs mag. De CLB s zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef af te nemen vanaf 1 juni 2010. De afspraak tussen ouders en CLB kan al voor die datum gemaakt worden. Tijdens het schooljaar kan de taalproef, in samenspraak met de school en de ouders, op school worden afgenomen. - Bij afname van de taalproef door de school: Ook hier wordt het moment van afname van de taalproef onderling tussen de ouders en de school afgesproken. De taalproef dient zo snel mogelijk te worden afgenomen. De scholen 5

zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef af te nemen vanaf 1 juni 2010. De afspraak tussen de ouders en de school kan al vóór die datum worden gemaakt. 16. Mag ik bij voorrang die kinderen inschrijven waarvan het al duidelijk is dat ze al aan alle toelatingsvoorwaarden voldoen? Neen. U moet alle kinderen op dezelfde manier behandelen. U mag dus bijv. geen voorrang geven aan kinderen waarvan u weet dat ze voldoende halve dagen aanwezigheid hebben ten nadele van kinderen die dit (nog) niet kunnen aantonen. 17. Wat als een kind zich na 1 september 2010 komt inschrijven. Gelden dan ook nog de voorwaarden van voldoende aanwezigheid en taalproef? De voorwaarden zijn van toepassing op alle kinderen die voor 1 januari van het lopende schooljaar vijf of zes jaar geworden zijn of worden. Het maakt dus geen verschil of het kind in het lager onderwijs ingeschreven wordt voor of na 1 september. Voor inschrijvingen na 1 september kan de school of het CLB ervoor kiezen de taalproef in de school van de leerling tijdens de schooluren af te nemen. Indien het CLB als afnemer van de taalproef optreedt, maakt het hierover afspraken met de school. De afnemer van de proef informeert de ouders over het moment waarop de taalproef zal afgenomen worden. Voor kinderen die zich na 1 september op uw school aanmelden en bij wie het een schoolverandering van een andere gewone lagere school naar uw school betreft, mag u ervan uitgaan dat de vorige lagere school de voldoende aanwezigheid of het geslaagd zijn voor de taalproef lager onderwijs nagegaan heeft, dit op voorwaarde dat het kind er al definitief (en niet onder opschortende voorwaarde) ingeschreven was. 6

VRAGEN VAN LAGERE SCHOLEN DIE OPTREDEN ALS AFNEMER VAN DE TAALPROEF Bij onderling overleg tussen het CLB en de lagere school zal bepaald worden wie zal optreden als afnemer van de taalproef. Deze afspraak geldt dan voor alle leerlingen van de betrokken school. Indien beslist wordt dat de school als afnemer van de taalproef zal optreden, wordt dit uiterlijk 15 juni 2010 meegedeeld aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Is er op die datum geen melding ontvangen dat de school de taalproef afneemt, dan neemt het CLB de proef af. De volledige procedure hiertoe en het meldingsformulier vindt u in de omzendbrief. Hieronder een aantal vragen en antwoorden indien er wordt bepaald dat de school zal optreden als afnemer van de taalproef. 18. Welke taken zal de school als afnemer van de taalproef opnemen in het kader van de taalproef? Na onderling overleg tussen school en ouders wordt een datum voor afname van de taalproef bepaald. Na afname en beoordeling van de taalproef communiceert de school het resultaat van de taalproef aan de ouders aan de hand van een attest dat het resultaat van de taalproef vermeldt. Hiervoor is een modelattest voorzien (bijlage van de omzendbrief). De school deelt het resultaat tevens aan het CLB mee zodat dit CLB de resultaten van de taalproef kan registeren. 19. Hoe moeten de scholen de taalproef afnemen? De scholen die als afnemer van de taalproef zullen optreden, vragen aan het CLB het toetsmateriaal en een handleiding, waarin alle richtlijnen voor de afname van de taalproef en de beoordeling uitvoerig beschreven worden. Deze handleiding bevat ook een modelattest voor het meedelen van het resultaat en een indicatie van de tijdsinvestering die gevraagd wordt voor afname en beoordeling van de proef. 20. Welke personeelsleden mogen de taalproef afnemen? De directeur van de school beslist welke personeelsleden hiervoor zullen worden ingezet. Hij/zij is de meest geschikte persoon om in te schatten welke personeelsleden over de competenties beschikken die nodig zijn om de proef in de beste omstandigheden af te nemen. 21. Wat houdt de taalproef in? De taalproef gaat na of een kind voldoende Nederlands begrijpt om in het lager onderwijs te kunnen starten. Het gaat dus om Nederlands begrijpen. De proef bestaat uit twee onderdelen: een gedeelte over de passieve woordenschat en een gedeelte over zinsbegrip. Het kind moet tijdens de taalproef niet actief Nederlands spreken. 7

22. Wanneer wordt de taalproef afgenomen? De taalproef wordt zo snel mogelijk afgenomen na inschrijving in de lagere school. Vanaf 1 juni 2010 kan de taalproef worden afgenomen, maar de afspraak hiertoe kan vroeger gemaakt worden. In elk geval is het de bedoeling dat de ouders tegen 1 september (bij voorkeur vroeger) uitsluitsel krijgen over waar hun kind toegelaten wordt. Indien het kind omwille van praktische overwegingen voor 1 september nog geen taalproef heeft kunnen afleggen, kan het wel ingeschreven worden in het eerste leerjaar, maar dient er zo snel mogelijk een afspraak voor de afname van de taalproef gemaakt te worden. In de praktijk betekent dit dat alle vijf- en zesjarigen (*) die in het lager onderwijs wensen in te stappen en die onvoldoende aanwezigheid kunnen aantonen de taalproef moeten afleggen, ook indien ze na het begin van het schooljaar ingeschreven worden. 23. Mag de school als afnemer van de taalproef zelf de datum van de taalproef kiezen? De datum van de taalproef wordt bepaald in overleg tussen de ouders en de school, maar de taalproef zal steeds zo snel mogelijk worden afgenomen. Indien de afspraak door overmacht, door ziekte van het kind, niet kan plaatsvinden, brengen de ouders de school hiervan op de hoogte en wordt een nieuwe afspraak gemaakt. 24. Kan de taalproef in groep worden afgenomen? Nee, de taalproef wordt individueel afgenomen. 25. Moeten de scholen, als afnemer van de taalproef, de taalproef zelf aankopen? Neen. De school vraagt de taalproef op bij het CLB, dat het materiaal van het Ministerie van Onderwijs en Vorming ontvangen heeft. 26. Is er een computer nodig om de taalproef af te nemen? Nee. De taalproef wordt afgenomen aan de hand van een platenboek. 27. Is het resultaat van de taalproef bindend? Het resultaat van de taalproef is bindend en wordt bepaald aan de hand van de scoringsrichtlijnen die in de handleiding uitgelegd worden. 28. Wat indien het kind een fysieke of mentale beperking heeft? Indien een leerling wegens een fysieke of mentale beperking niet in de mogelijkheid is de proef af te leggen, mag de taalproef niet door de school worden afgenomen maar dient steeds het CLB te worden ingeschakeld. Het CLB, waarmee de school een beleidscontract heeft, zal dan de kennis van het Nederlands toetsen aan de hand van proeven die het centrum zelf kiest. Het CLB dient hierbij ook te motiveren waarom de leerling in kwestie in de onmogelijkheid verkeert om de proef af te leggen en welke andere proeven zijn gebruikt om de taalkennis te beoordelen. 8

VRAGEN VAN KLEUTERSCHOLEN 29. Wat wordt van ons verwacht in het kader van de nieuwe toelatingsvoorwaarde? Het is heel belangrijk dat u ouders informeert en sensibiliseert over het belang van het kleuteronderwijs in het algemeen, en over het jaar voorafgaand aan de overgang naar het lager onderwijs in het algemeen. U dient ook voor alle kinderen het aantal halve dagen aanwezigheid bij te houden. Wanneer u merkt dat een kind dreigt niet aan een voldoend aantal halve dagen te geraken, dan kan u de ouders van het betrokken kind extra aansporen om het kind naar school te laten komen (voor die kinderen die nog aan hun dagen kunnen geraken). Wanneer u merkt dat een kind onmogelijk nog aan het aantal halve dagen aanwezigheid kan geraken, dan spoort u de ouders best aan contact te nemen met een lagere school, zodat die stappen kan zetten om het kind een taalproef te laten afleggen. Ook hier is het aangewezen de ouders aan te sporen hun kleuter zoveel mogelijk naar te kleuterklas te sturen, dit ter voorbereiding op de taalproef. 30. Ben ik verplicht om de gegevens over het aantal halve dagen aanwezigheid door te geven? Ja. De kleuterscholen zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen en moeten zo snel mogelijk de gevraagde gegevens aan de lagere school bezorgen. Er is hiertoe een modelformulier (Word, 1 p.) ter beschikking gesteld. Dit modelformulier kan vrijblijvend gebruikt worden. Ook mail, fax of een ander papier voldoen. 31. Aan wie moeten wij het aantal aanwezigheden van de kleuters bezorgen? De lagere school waar het kind ingeschreven wordt, zal u naar het aantal halve dagen aanwezigheid vragen. Het is van belang dat u de lagere school zo snel mogelijk, en zeker binnen de 10 schooldagen, de gevraagde gegevens bezorgt. De gegevens over de aanwezigheden van de kleuters dient u op 30 juni ook door te geven aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. 32. Wat als we merken dat een kleuter niet meer aan voldoende halve dagen kan komen? In dat geval is het van belang dat het kind snel de taalproef kan afleggen, zodat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over het feit of het het kind volgend jaar in het kleuteronderwijs blijft of naar het lager onderwijs gaat. De taalproef kan worden afgenomen door het CLB van de lagere school of de lagere school zelf. Dit wordt bepaald in onderling overleg tussen het CLB en de school en de gemaakte keuze geldt voor alle leerlingen. Indien de ouders kiezen voor lager onderwijs in dezelfde school als het kleuteronderwijs en indien het CLB zal optreden als afnemer van de taalproef, dan geeft uw school de gegevens aan het CLB door. Tevens vraagt de school aan de ouders het CLB te contacteren met het oog op het afnemen van de taalproef. 9

Indien de lagere school als afnemer van de taalproef zal optreden, dan dienen de ouders en de school een afspraak te maken met het oog op het afnemen van de taalproef. Indien de ouders opteren voor een andere school, dan raadt u hen aan zich zo snel mogelijk tot deze lagere school te wenden, zodat die hen kan meedelen wie de taalproef zal afnemen. Indien het CLB de taalproef zal afnemen, zal de lagere school de gegevens aan het eigen CLB doorgeven. De lagere school zal de ouders vragen het CLB te contacteren met het oog op de taalproef. De CLB s zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef vanaf 1 juni 2010 af te nemen. Afspraken tussen ouders en CLB kunnen vroeger gemaakt worden. Indien de lagere school de taalproef zal afnemen, dan dient er een afspraak te worden gemaakt tussen de school en ouders voor de afname van deze proef. De scholen zullen in de mogelijkheid zijn de taalproef vanaf 1 juni 2010 af te nemen. Afspraken tussen de ouders en de school kunnen evenwel vroeger worden gemaakt. 33. Kan er voor gekozen worden om alle kinderen van de derde kleuterklas een taalproef te laten afleggen? Neen, de taalproef is enkel bedoeld voor kinderen die niet voldoende aanwezig waren. 34. Wat als een kind onvoldoende aanwezig is door ziekte en ouders kunnen dit verantwoorden met een medisch attest? De regelgeving gaat uit van een effectieve aanwezigheid op school. Voor die kinderen die, bijv. omwille van ziekte, niet voldoende dagen aanwezig waren, is er in de regelgeving toch een mogelijkheid gecreëerd om tot het lager onderwijs toegelaten te worden, nl. door het afleggen van de taalproef. 35. Wat als het kind uiteindelijk toch niet aan de toelatingsvoorwaarden voor het lager onderwijs blijkt te voldoen. Zijn wij verplicht om dit kind opnieuw tot het kleuteronderwijs toe te laten, ook al is onze school op dat ogenblik vol? Ja. Het kind was in de lagere school ingeschreven onder opschortende voorwaarde, wat betekent dat er pas een échte inschrijving is, als de voorwaarde vervuld is. Wordt de voorwaarde niet vervuld, dan is er geen inschrijving in de lagere school en moet het kind het derde kleuterklasje overdoen in de oorspronkelijke kleuterschool, waar de inschrijving in feite geen einde genomen heeft. Het staat de ouders uiteraard vrij om voor een andere kleuterschool te kiezen. U hebt er als kleuterschool dus alle belang bij om voldoende halve dagen aanwezigheid zéér sterk aan te moedigen bij alle ouders. Voor kinderen die niet aan de toelatingsvoorwaarden voor het lager onderwijs blijken te voldoen en voorheen niet in een kleuterschool ingeschreven waren, helpt het Lokaal Overlegplatform, indien dit er is, bij de zoektocht naar een kleuterschool. Indien er geen LOP aanwezig is, dan helpt het CLB bij het zoeken naar een school. 10

36. Kunnen/moeten wij de kinderen voorbereiden op de taalproef? De beste voorbereiding voor kinderen bestaat erin dat ze zoveel mogelijk met het Nederlands in contact komen. Dit gebeurt uiteraard op school. U wijst de ouders best ook zoveel mogelijk op het belang van het Nederlands buiten de school. 11

VRAGEN VAN OUDERS 37. Wanneer mag mijn kind naar het gewoon lager onderwijs? Voor het gewoon lager onderwijs komt er vanaf 1 september 2010 een bijkomende toelatingsvoorwaarde. Vijf- of zesjarige leerlingen (*) die wensen over te stappen naar het gewoon lager onderwijs, moeten in het schooljaar voorafgaand aan deze overstap voldoende aanwezig geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige kleuterschool. Voor zesjarigen betekent voldoende aanwezigheid 220 halve dagen, voor vijfjarigen gaat het om 185 halve dagen aanwezigheid. Leerlingen die deze aanwezigheid niet bereiken, kunnen toch in het gewoon lager onderwijs instappen op basis van een taalproef die de kennis van het Nederlands peilt. Ook leerlingen die het voorafgaande schooljaar onderwijs hebben genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Zevenjarige leerlingen of ouder (*) kunnen op basis van hun leeftijd in het gewoon lager onderwijs instappen. Zij moeten dus geen voldoende aanwezigheid aantonen noch slagen in een taalproef. 38. Moet ik zelf bijhouden hoeveel halve dagen mijn kind naar school gaat? Neen, de kleuterschool registreert per halve dag of uw kind aanwezig is of niet. 39. Moet ik bij inschrijving in de lagere school weten hoeveel halve dagen mijn kind naar school geweest is? De lagere school zal deze info opvragen bij de kleuterschool. U moet zo volledig mogelijk de gegevens vermelden van de kleuterschool (naam, adres). Is uw kind het afgelopen jaar in meerdere kleuterscholen geweest, dan is het zeer belangrijk dat u bij inschrijving in de lagere school àlle kleuterscholen vermeldt, zodat de lagere school bij al deze scholen de aanwezigheden kan opvragen en optellen. 40. Wat als mijn kind niet toegelaten wordt tot het lager onderwijs, kan het dan nog terugkeren naar zijn vroegere kleuterschool? Ja. Wanneer de opschortende voorwaarde waaronder uw kind ingeschreven was in het lager onderwijs, niet vervuld wordt, is er geen inschrijving in die lagere school en moet uw kind in het kleuteronderwijs blijven. U kunt daarvoor terecht bij de kleuterschool waar uw kind tijdens het schooljaar 2009-2010 schoolliep. Uiteraard staat het u ook vrij om voor een andere kleuterschool te kiezen. 41. Wat houdt de taalproef in? De taalproef gaat na of een kind voldoende Nederlands begrijpt om het lager onderwijs te kunnen starten. Het gaat dus om Nederlands begrijpen. Het kind moet tijdens de taalproef niet actief Nederlands spreken. 12

42. Wanneer zal de taalproef afgenomen worden? De taalproef wordt zo snel mogelijk afgenomen na inschrijving in de lagere school. De school zal u meedelen of de taalproef door de school zelf of het CLB zal worden afgenomen. Indien de taalproef wordt afgenomen door het CLB zal de school u de gegevens van het CLB bezorgen zodat u dit CLB kan contacteren. In elk geval is het de bedoeling dat u tegen 1 september (bij voorkeur vroeger) uitsluitsel krijgt over waar uw kind toegelaten wordt. De CLB s zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef af te nemen vanaf 1 juni 2010. De afspraak tussen ouders en CLB kan eerder gemaakt worden. Indien de taalproef door de school wordt afgenomen, dient u een afspraak te maken met de school voor de afname ervan. De scholen zullen in de mogelijkheid zijn om de taalproef vanaf 1 juni 2010 af te nemen. De afspraak tussen ouders en school kan eerder gemaakt worden. 43. Wat als mijn kind op 1 september nog geen taalproef afgelegd heeft? Indien door uitzonderlijke omstandigheden uw kind op 1 september nog geen taalproef afgelegd heeft, wordt het kind onder opschortende voorwaarde in de lagere school ingeschreven. Voor inschrijvingen na 1 september kan de school of het CLB ervoor kiezen de taalproef in de school van de leerling tijdens de schooluren af te nemen. Indien het CLB als afnemer van de taalproef optreedt, maakt het hierover afspraken met de school. De afnemer van de proef informeert de ouders over het moment waarop de taalproef zal afgenomen worden. 44. Mag ik zelf de datum van de taalproef kiezen? Indien de taalproef door het CLB wordt afgenomen, wordt de datum van de taalproef bepaald in overleg tussen ouders en CLB. De school zal u de gegevens van het CLB bezorgen zodat u het kan contacteren. De CLB s kunnen de taalproef afnemen vanaf 1 juni 2010 maar de afspraak tussen ouders en CLB kan eerder gemaakt worden. Tijdens het schooljaar kan de taalproef, in samenspraak met de school en de ouders, op school worden afgenomen. Indien de taalproef door de school wordt afgenomen, wordt de datum van de taalproef bepaald in overleg tussen de ouders en de school. De scholen kunnen de taalproef afnemen vanaf 1 juni 2010 maar de afspraak tussen de ouders en de school kan eerder gemaakt worden. 45. Wat als mijn kind niet slaagt? Als uw kind niet geslaagd is voor de taalproef, dan brengt het nog een jaar langer in het kleuteronderwijs door, zodat het beter voorbereid wordt op de overgang naar het lager onderwijs.. 13

46. Wat als ik niet op de afspraak aanwezig kan zijn? Indien u, door overmacht, door ziekte van het kind, niet op de afspraak aanwezig kan zijn, brengt u de afnemer van de taalproef, het CLB of de school, hiervan zo snel mogelijk op de hoogte en maakt u een nieuwe afspraak. 47. Wij zijn de hele grote vakantie in het buitenland. Kan mijn kind de taalproef voor of na de grote vakantie afleggen? De lagere school kan u meedelen wie de taalproef zal afnemen: het CLB of de school zelf. U dient dit af te spreken met de afnemer van de taalproef, het CLB of de school zelf. In elk geval is het belangrijk om de proef zo snel mogelijk af te nemen zodat er voor alle betrokken partijen duidelijkheid is of het kind op 1 september naar de kleuterklas gaat of naar het lager onderwijs overstapt. Dit geeft zowel u als de school duidelijkheid. 48. Mijn kind presteert niet goed als het onder druk staat en ik heb schrik dat het daardoor zal falen op de taalproef? De taalproef zal in de best mogelijke omstandigheden afgenomen worden waardoor er voor het kind zo weinig mogelijk druk ontstaat. Het gaat ook om een proef die de passieve kennis van het Nederlands test, waarbij het kind niet zelf Nederlands moet spreken maar enkel moet kunnen aantonen dat het Nederlands begrijpt. 49. Wat als ik niet akkoord ga met het resultaat van de taalproef. Is er een beroepsmogelijkheid? Kan mijn kind de toets een tweede keer afleggen? Neen. De taalproef wordt één keer afgelegd. 50. Mijn kind was het voorbije schooljaar ziek en ik heb hier medische attesten van. Moet mijn kind dan ook een taalproef afleggen? Ja. Als uw kind door ziekte onvoldoende halve dagen aanwezig kon zijn in het kleuteronderwijs, dan kan het toch toegelaten worden tot het gewoon lager onderwijs mits het afleggen van en slagen voor de taalproef. De taalproef is juist bedoeld om die kinderen die door bepaalde omstandigheden niet in de mogelijkheid waren om aanwezig te zijn op school, toch de kans te geven in het lager onderwijs in te stappen. 51. Wij komen pas in oktober in Vlaanderen wonen? Moet mijn 6-jarig kind dan ook nog een taalproef afleggen? Ja. De taalproef is van toepassing op alle 5- en 6 jarigen die in het lager onderwijs wensen in te stappen en die onvoldoende aanwezigheid kunnen aantonen. Het maakt hierbij geen verschil of het kind na het begin van het schooljaar ingeschreven wordt. Was uw kind in een school in Nederland ingeschreven, dan hoeft het geen taalproef af te leggen. 14

52. Is de taalproef overal in Vlaanderen dezelfde? Ja, de taalproef is overal gelijk. 53. Mag ik aanwezig zijn als mijn kind de taalproef aflegt? De taalproef vergt zeker niet de aanwezigheid van de ouders. Indien u dat echt wil, dan mag u aanwezig zijn, maar uiteraard enkel als toeschouwer. 54. Wat als mijn kind in het jaar voorafgaand aan het lager onderwijs in meer dan één kleuterschool aanwezig was? Indien uw kind in meer dan één kleuterschool aanwezig was, dan moet u bij inschrijving in de lagere school alle kleuterscholen vermelden, zodat de lagere school daar de aanwezigheden kan opvragen en het totaal in rekening kan brengen. 55. Kan ik mijn kind voorbereiden op de taalproef? De beste voorbereiding is Nederlands spreken met het kind. Indien u zelf (nog) onvoldoende Nederlands kent, brengt u het kind best zoveel mogelijk met het Nederlands in contact. 56. Wat als mijn kind door praktische omstandigheden nog geen taalproef voor 1 september heeft kunnen afleggen? Mag mijn kind dan op 1 september toch al beginnen in het eerste leerjaar? Het streefdoel is dat uw kind de proef afgelegd heeft voor 1 september. In uitzonderlijke omstandigheden zal dit niet het geval zijn. Uw kind kan dan onder opschortende voorwaarde ingeschreven worden. Voor inschrijvingen na 1 september kan de school of het CLB ervoor kiezen de taalproef in de school van de leerling tijdens de schooluren af te nemen. Indien het CLB als afnemer van de taalproef optreedt, maakt het hierover afspraken met de school. De afnemer van de proef informeert de ouders over het moment waarop de taalproef zal afgenomen worden. 15

VRAGEN VAN CLB s Naast onderstaande specifieke vragen zijn ook de vragen van lagere scholen en van ouders nuttig voor CLB s. 57. Welke taken zal het CLB moeten opnemen in het kader van de taalproef? Het CLB waarmee de lagere school een beleidscontract heeft en de lagere school, beslissen onderling wie van hen beide als afnemer van deze proef optreedt. De afspraak wie de taalproef afneemt geldt voor alle leerlingen in de betrokken school. Er wordt dus geen afspraak gemaakt per leerling, maar wel per school. Indien de afspraak is dat de taalproef door de school zal worden afgenomen, moet de school dit uiterlijk 15 juni 2010 melden aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Is er op die datum geen melding ontvangen dat de school de taalproef afneemt, dan neemt het CLB de proef af. De volledige procedure inzake de melding door de scholen vindt u in de omzendbrief. Indien de school de taalproef afneemt, dan bezorgt het CLB het toetsmateriaal en de handleiding aan de school. Indien het CLB de taalproef zal afnemen, bezorgt de lagere school het CLB de contactgegevens van het kind, alsook de reden waarom het de taalproef moet afleggen. De school deelt tevens aan de ouders mee dat ze het CLB moeten contacteren met het oog op het afleggen van de taalproef. Tijdens het schooljaar kan de taalproef, in samenspraak met de school en de ouders, op school worden afgenomen. Het CLB staat in voor de afname en de beoordeling van de taalproef. Vervolgens communiceert het CLB het resultaat van de taalproef aan de school en aan de ouders. Het CLB voorziet in een attest dat het resultaat van de taalproef vermeldt. Hiervoor is een modelattest voorzien (bijlage van de omzendbrief). Slechts in uitzonderlijke omstandigheden, indien een leerling wegens een fysieke of mentale beperking niet in de mogelijkheid is de proef af te leggen, mag de taalproef niet door de school worden afgenomen maar dient het CLB te worden ingeschakeld. Indien oorspronkelijk werd afgesproken dat de school de taalproef zou afnemen, dan wordt in deze omstandigheden dus afgeweken van deze afspraak. Het CLB, waarmee de school een beleidscontract heeft, zal dan de kennis van het Nederlands toetsen aan de hand van proeven die het centrum zelf kiest. Het CLB dient hierbij ook te motiveren waarom de leerling in kwestie in de onmogelijkheid verkeert om de proef af te leggen en welke andere proeven zijn gebruikt om de taalkennis te beoordelen. 58. Hoe moeten de CLB s de taalproef afnemen? De CLB s ontvangen uiterlijk 31 mei 2010 een handleiding waarin alle richtlijnen voor de afname van de taalproef en de beoordeling uitvoerig beschreven worden. Deze handleiding bevat ook het modelattest voor het meedelen van het resultaat en een indicatie van de tijdsinvestering die gevraagd wordt voor de afname en beoordeling van de toets. Alle CLB s zijn uitgenodigd voor een toelichting bij de handleiding. 59. Welke personeelsleden mogen de taalproef afnemen? 16

De directeur van het CLB beslist welke personeelsleden hiervoor zullen worden ingezet. Hij/zij is de meest geschikte persoon om in te schatten welke personeelsleden beschikken over de competenties die nodig zijn om de proef in de beste omstandigheden af te nemen. 60. Wat houdt de taalproef in? De taalproef gaat na of een kind voldoende Nederlands begrijpt om in het lager onderwijs te kunnen starten. Het gaat dus om Nederlands begrijpen. De proef bestaat uit twee onderdelen: een gedeelte over passieve woordenschat en een gedeelte over zinsbegrip. Het kind moet tijdens de taalproef niet actief Nederlands spreken. 61. Wanneer wordt de taalproef afgenomen? De taalproef wordt zo snel mogelijk afgenomen na inschrijving in de lagere school. Vanaf 1 juni van dit schooljaar zullen de CLB s kunnen starten met de afname. De afspraak kan vroeger gemaakt worden. In elk geval is het de bedoeling dat de ouders tegen 1 september (bij voorkeur vroeger) uitsluitsel krijgen over waar hun kind toegelaten wordt. Indien het kind door praktische omstandigheden nog geen taalproef heeft kunnen afleggen voor 1 september, kan het wel ingeschreven worden in het eerste leerjaar, maar dient de school het CLB zo snel mogelijk op de hoogte te brengen, zodat een afspraak voor de afname kan gemaakt worden. Tijdens het schooljaar kan de taalproef, in samenspraak met de school en de ouders, op school worden afgenomen. In de praktijk betekent dit ook dat alle vijf- en zesjarigen (*) die in het lager onderwijs wensen in te stappen en die onvoldoende aanwezigheid hebben de taalproef moeten doen, ook indien ze na het begin van het schooljaar ingeschreven worden. 62. Mag het CLB zelf de datum van de taalproef kiezen? De datum van de taalproef wordt bepaald in overleg tussen ouders en CLB, maar de taalproef zal steeds zo snel mogelijk worden afgenomen. Tijdens het schooljaar kan de taalproef, in samenspraak met de school en de ouders, op school worden afgenomen. Indien de afspraak door overmacht, door ziekte van het kind, niet kan doorgaan, brengen de ouders het CLB hiervan op de hoogte en wordt een nieuwe afspraak gemaakt. 63. Kan de taalproef in groep afgenomen worden? Neen. De taalproef wordt individueel afgenomen. 64. Moeten de CLB s de taalproef zelf aankopen? 17

Neen. Het Ministerie van Onderwijs en Vorming voorziet in het toetsmateriaal dat nodig is om de taalproef af te nemen. Indien beslist wordt dat niet het CLB, maar de school de taalproef afneemt, dan bezorgt het CLB het toetsmateriaal aan de school. 65. Is er een computer nodig om de taalproef af te nemen? Neen. De taalproef wordt afgenomen aan de hand van een platenboek. 66. Is het resultaat van de taalproef bindend? Het resultaat van de taalproef is bindend en wordt bepaald aan de hand van de scoringsrichtlijnen die uitgelegd worden in de handleiding. In die gevallen waarin het kind een fysieke of mentale beperking heeft waardoor het in de onmogelijkheid verkeert de taalproef af te leggen, mag het CLB de kennis van het Nederlands op een andere manier beoordelen. Die beoordeling leidt eveneens tot een bindende beslissing. 18