1 De tijd van jagers en boeren



Vergelijkbare documenten
1 De tijd van jagers en boeren

1 De tijd van jagers en boeren

Dit verslag is van Ylaine en Ryanne Mulder '03. Verslag van het oude Egypte Ylaine en Ryanne Mulder

De steentijd Jagers en verzamelaars

Brandaan samenvatting groep 7

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Oerboeren in de Friese Wouden.

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

De presentatie rond de trap

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Tijd van jagers en boeren

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

Egypte. Amber Badal 1. Werkstuk: Amber Badal Groep 7 Prinses Beatrixschool. Dit is de nationale vlag van Egypte.

Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Open toetsvragen

Tijd van jagers en boeren

De eerste boeren Het dorp

Geschiedenis hoofdstuk 3

b. Bekijk het laatste deel van de maquette, de kwelders. Waarom staat daar geen dorpje, denk je?

Les 1 de Nijl. De seizoenen in Egypte. De Nijl overstroomt. Zaaien en oogsten

Antwoordkernen bij Eureka 1 Prehistorie H. 1 t/m 4

Activiteitenschema Archeologie

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

Inhoud. 1. Wat weet je al? 2. Egypte van de oude steentijd tot de farao s. 3. Egypte in handen van anderen. 4. De Arabische Republiek Egypte

1 Belangrijk in deze periode

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen DEF

Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Gesloten toetsvragen

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren. Oriëntatie op het tijdvak

Andere boeken in deze serie:

HET TRECHTERBEKERVOLK. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei

Antwoordkernen bij Eureka 1 Het oude Egypte H. 5 t/m 7

Ontstaan landbouw vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Maak hier de gaatjes voor in je multomap. Leerlingenboekje WELKOM BIJ DE ROMEINEN. Dit boekje is van

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Werkboek IJstijden groep 5-6

Hunebedden de steentijd

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Egypte jaar voor Christus Gemaakt door Veerle, Eline en Sebastian. Inhoud Les 1. Les 2

Voor/na het bezoek. Museum voor Natuurwetenschappen.be Vautierstraat, Brussel

Het eerste schrift hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Soorten bronnen hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

De steen die verhalen vertelt.

GESCHIEDENIS. voor de onderbouw HANDBOEK

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika

Ik houd mijn spreekbeurt over de eerste mensen en mensachtigen op aarde, zoals de Neanderthalers.

Opdracht 1 en 2. Voorbeeld: Deze toets is dat wel moeilijk; maar het toen is erg belangrijk dat je laat hondje zien wat je kunt.

Hoe stierf Ötzi? hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden.

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

De mammoetjacht hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Verslag Geschiedenis De Grieken

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf

Kunstgeschiedenis Weten is Zien. Ron Augustus Basiscursus Westerse kunstgeschiedenis 2009

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Archeologen logboek Namen:....

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

De mensheid komt uit Afrika, ongeveer uit het gebied waar nu Ethiopië ligt,

Waterrijk. 1. Aanzetten. 1.a Waterrijk

Romeinen. Romeinen. Germanen

MUMMIES IN BRUGGE GEHEIMEN VAN HET OUDE EGYPTE

Ze gebruikten bijna alleen maar streepjes omdat ze het snel en makkelijk in stenen wilden krassen. Rondjes waren erg moeilijk!

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Hoe de Egyptenaren dieren behandelden, verschilde per streek. Een dier kon vereerd worden in de ene plaats en gegeten worden in de volgende plaats.

Doelgroep: groep 5 t/m 8 (vraag 9 is vooral geschikt voor groep 7/8. Groep 5/6 kan deze vraag overslaan)

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

1t/h GESCHIEDENIS HANDBOEK. voor de onderbouw

100% romeins. opdrachtenboekje

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

Les 1: Soorten bronnen. Jantine van der Weiden. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Kastelen in Nederland

Hoe maak je een werkstuk?

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

Het verhaal van onze kerststal

De exodus. Foto s van het materiaal

Ballingschap en terugkeer

1. Ontstaan van de mens

VAN VUISTBIJL TOT TRECHTERBEKER

Deze activiteit MOET worden voorbereid op school, anders kunnen de opdrachten tijdens de excursie niet uitgevoerd worden.

1 bk GESCHIEDENIS. voor de onderbouw HANDBOEK

5,1. Samenvatting door een scholier 1956 woorden 6 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Voorwoord. Rome en de Romeinen

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

8 4 Streken en klimaten

Schokland Werelderfgoed Kijktocht basis onderwijs

Paragraaf 1. delta. Neder-Egypte. Opper-Egypte

Schokland Werelderfgoed Kijktocht voortgezet onderwijs

Hij had dezelfde soort helm op als in het beeld vooraf...2 Mijn vader was verbaasd dat ik alles wist...3 Ik zat recht overeind in mijn bed te

Transcriptie:

o w v 1 S I N E D CHIE ouw GESor de onderb vo E O B K WER K

1 De tijd van jagers en boeren Planner Oriëntatie Te doen Datum klaar Score Oriëntatie op de tijd van jagers en boeren Kern 1 Jagers en verzamelaars 2 Een nieuwe manier van leven 3 Een geschenk van de Nijl 4 De samenleving verandert 5 Geloven in goden e Computerles kern Onderzoek 6 Cultuur: Gilgamesj en de moraal in Mesopotamië 7 Historische personen: Cheops en Toetanchamon 8 Nederland: De eerste landbouwers in onze streken e Computerles onderzoek Afsluiting e Computerles vaardigheden e Samenvatting e Oefentoets hoofdstuk 1 In deze planner kun je het werk voor dit hoofdstuk plannen. Vul de planner in overleg met je docent in. Ga als volgt te werk: 1 Zet een vinkje bij de onderdelen die je van je docent moet doen. De Oriëntatie en Kern zijn verplicht. Met de Computerles kern kun je alle kernstof nog eens oefenen. 2 In de kolom datum klaar kun je invullen wanneer je de paragraaf af hebt of af moet hebben. 3 In de kolom score kun je de score voor de oefentoets per paragraaf of hoofdstuk invullen. 4 Als je de Computerles onderzoek hebt gemaakt kun je ook in de kolom score je score invullen. 5 Als je klaar bent kun je bij de Afsluiting invullen of je de Samenvatting gaat maken. Je kunt ook aangeven of je de Oefentoets bij het hoofdstuk gaat maken en wat je score is. Van je docent krijg je bij dit hoofdstuk ook nog een tussentoets en een eindtoets. 6

oriëntatie HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren Oriëntatieopdrachten 1 Bekijk WB bron 1. Hoe kun je zien dat de Egyptenaren landbouw hadden ontdekt? 2 a Noem drie gereedschappen die je op de Egyptische muurschildering in het HB ziet. b Leg uit waarvoor deze gereedschappen werden gebruikt. 3 a Wat voor werk deden de mannen op het land? De tijd van jagers en boeren Dit hoofdstuk gaat over de geschiedenis van de eerste mensen. Deze periode noemen we de tijd van jagers en boeren. Je leert hoe jagers en verzamelaars leefden, hoe de landbouw is ontstaan en het leven van de mensen veranderde en hoe de eerste steden ontstonden. 5 Bekijk HB bron 1. Deze rotstekening komt uit de tijd van de jagers en verzamelaars. Kijk naar de voorwerpen die deze jagers en verzamelaars gebruikten. Zijn dat dezelfde voorwerpen als op de Egyptische muurschildering op de oriëntatiepagina s in het HB? b Wat voor werk deden de vrouwen op het land? 6 De Egyptische muurschildering past bij het ontstaan van de landbouw. Gebruik WB bron 2. a Wanneer ontstond de landbouw in Egypte? 4 a Hoe kun je uit de afbeelding opmaken dat er mensen in Egypte waren die konden lezen en schrijven? b Bedenk twee voordelen van het schrift. b In welk gebied gingen de mensen het allereerst aan landbouw doen? A in Egypte C in Mesopotamië B in Europa D in Midden-Amerika 7 Hieronder staan enkele kenmerken van het ontstaan van de landbouw. Welke kun je zien op de Egyptische muurschildering? Je mag meer antwoorden aankruisen. Mensen leefden op een vaste plaats. Mensen verbouwden gewassen om aan eten te komen. Door landbouw konden de mensen voorraden aanleggen. Door de landbouw ontstonden verschillende beroepen. Mannen en vrouwen werkten samen in de landbouw. MIDDEN- AMERIKA EGYPTE Nijl MESOPOTAMIË Tigris Eufraat Indus INDIA CHINA A N D E S bron 1 Een houten model uit het oude Egypte van ongeveer 2000 voor Christus. Je ziet onder andere twee vrouwen die graan malen (links) en een oven om brood te bakken. 0 3000 km landbouw 9000-6000 v.chr. landbouw 6000-4000 v.chr. landbouw 4000-2500 v.chr. bron 2 Gebieden waar de mensen voor het eerst aan landbouw gingen doen. 7

oriëntatie 8 Gebruik WB bron 3. In het Midden-Oosten en Egypte ontstonden de eerste steden. a Wat valt je op als je naar de ligging van de eerste steden kijkt? b Probeer hiervoor drie redenen te bedenken. a Wat was de belangrijkste oorzaak van dit verschil tussen jagers en boeren? A Boeren waren te lui om rond te trekken. B Jagers hielden van afwisseling en wilden steeds een andere omgeving zien. C Jagers konden geen geschikte woonplaats vinden. D Boeren moesten in de buurt van hun akkers blijven en wachten totdat er geoogst kon worden. b Kun je nog een andere oorzaak bedenken? Historisch denken Oorzaak en gevolg De begrippen oorzaak en gevolg zul je vaak tegenkomen bij het vak geschiedenis. Een oorzaak heeft te maken met waarom iets gebeurt. Een stuk glas in je fietsband is bijvoorbeeld de oorzaak van een lekke band. Een gevolg is iets wat volgt na een bepaalde gebeurtenis. Bij het voorbeeld van de lekke band kan het gevolg zijn dat je te laat op school bent. Ook geschiedkundigen willen antwoord op de vraag waarom iets gebeurde, bijvoorbeeld een oorlog, en wat de gevolgen daarvan waren. Oefening 9 V G Deze opdracht maak je in tweetallen. Op de afbeelding aan het begin van het hoofdstuk (HB) zie je mensen werken op het land in Egypte. Zij woonden op een vaste plaats. Jagers daarentegen trokken rond. c Wat waren gevolgen van dit verschil tussen jagers en boeren? Je mag meer antwoorden aankruisen. Jagers woonden in grotere groepen. Boeren woonden in dorpen. Jagers werden armer. Jagers woonden in tijdelijke kampen. d Bedenk minstens één ander gevolg. e Vergelijk je antwoorden met een ander tweetal. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? Eufraat Nineve Tigris Middellandse Zee Jericho Eufraat Akkad Tigris Babylon Gizeh Memphis E Oer Nijl Nijl Rode Zee Thebe Aswan 0 500 km bron 3 De oudste steden ter wereld. 8

kern HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 1 Jagers en verzamelaars Ontdekken Het leven van de mensen in de prehistorie De ontdekking van de muurschilderingen in de grotten van de Franse plaats Lascaux was een belangrijke archeologische vondst. Ook op allerlei andere plaatsen zijn archeologische vondsten gedaan die ons meer vertellen over het leven van de eerste mensen in de prehistorie. Ze geven bijvoorbeeld informatie over de werktuigen die ze gebruikten en de manier waarop ze woonden. In deze opdracht ga je een onderzoek doen naar het leven van de eerste mensen in de prehistorie. Daarvoor gebruik je de archeologische vondsten die in de bronnen zijn afgebeeld. Uiteindelijk vul je dan in het schema de resultaten van je onderzoek in. Om het onderzoek goed te doen, maak je gebruik van het stappenplan voor onderzoek. Achter in het HB vind je een volledig overzicht van dit stappenplan. STAP: INFORMATIE VERZAMELEN EN VERWERKEN 2 Bekijk HB bron 1. a Waarvoor zouden de mensen deze dieren hebben gebruikt? b We weten nog steeds niet waarom de mensen deze muurschilderingen hebben gemaakt. Wat zou een goede reden geweest kunnen zijn? STAP: VRAAG FORMULEREN 1 Als je een onderzoek doet, moet je een onderzoeksvraag hebben. Bij dit onderzoek ga je de volgende vraag beantwoorden: Hoe leefden de eerste mensen in de prehistorie? De onderzoeksvraag noem je ook wel hoofdvraag. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, moet je verschillende dingen weten. Je doet dus eigenlijk verschillende onderzoeken. Bij elk van die onderzoeken bedenk je ook weer een onderzoeksvraag. Deze vragen helpen je om een deel van de hoofdvraag te beantwoorden. Daarom heten ze deelvragen. Wanneer je het antwoord op deze vragen weet, heb je ook het antwoord op de hoofdvraag. We geven twee deelvragen die je in elk geval moet beantwoorden: Welke werktuigen gebruikten de mensen in de prehistorie? Hoe woonden de mensen in de prehistorie? Je kunt nog veel meer deelvragen bij de onderzoeksvraag bedenken. Wat zou jij verder nog willen weten over het leven van de mensen in de prehistorie? Schrijf nog twee deelvragen op. 3 Bekijk HB bron 2. Wat aten de mensen in de prehistorie? 4 Bekijk WB bron 1. a Waarvoor werden de speerpunten gebruikt? b Waar gebruikte men een schraper voor? Je mag meer antwoorden aankruisen. om huiden te snijden om beesten te doden om gaten te maken om huiden schoon te maken bron 1 Vuurstenen voorwerpen, gevonden in Egypte, uit de periode 3600-3200 voor Christus. Er zijn onder andere bijlen, speerpunten en schrapers afgebeeld. 9

kern 5 Bekijk WB bron 2 en HB bron 4. a Wat voor kleding dragen de mensen? b Welke werktuigen worden op deze bronnen gebruikt? c Hoe zien de woningen van de mensen eruit? d Welke middelen van bestaan zie je op deze bron? 8 Kijk even terug naar de eerste stap in je onderzoek, waar je zelf twee deelvragen bij het onderzoek hebt bedacht. Beantwoord daarna de volgende vragen: a Kon je deze vragen beantwoorden met de bronnen uit het HB en WB? b Op sommige vragen kon je misschien geen antwoord vinden. Hoe zou je wel achter het antwoord kunnen komen? e Welke taakverdeling tussen mannen en vrouwen zie je? c Bedenk nu twee voordelen en twee nadelen van het leven van jagers en verzamelaars. f Bij welke bron is het leven het minst primitief? Licht je antwoord toe. 6 Bekijk WB bron 1 en 2 en HB bron 4. Vuur was erg belangrijk voor de eerste mensen in de prehistorie. Ze maakten dit met vuurstenen. a Waar werd vuur voor gebruikt? Je mag meer antwoorden aankruisen. voor het bereiden van vlees voor het verbranden van stukken bos voor het op afstand houden van dieren als warmtebron b Welke voordelen heeft het koken van vlees? Je mag meer antwoorden aankruisen. Het vlees is makkelijker verteerbaar. Het vlees is sneller klaar. Het vlees is langer houdbaar. Gekookt vlees is gezonder dan rauw vlees. c Door de uitvinding van het vuur is de kaak van de mens korter geworden en zijn de tanden langzaam kleiner geworden. Geef daar een verklaring voor. STAP: VRAAG BEANTWOORDEN 7 Je gaat nu antwoord geven op de deelvragen die je bij stap 1 hebt gekregen en bedacht. Met behulp van de bronnen in het HB en WB en de antwoorden die je bij stap 2 hebt genoteerd, moet je het onderstaande schema kunnen invullen. HB H1 1 Leertekst Verwerken 9 Bekijk HB bron 2 en WB bron 1 nog een keer. a Welk middel van bestaan past bij HB bron 2? b Welk middel van bestaan past bij WB bron 1? c Verklaar met behulp van WB bron 1 de benaming steentijd. 10 Vul de ontbrekende woorden in de onderstaande tekst in. De eerste mensen leefden in. Ze ontwikkelden zich langzaam tot de mensen die wij nu zijn: de. Deze langzame ontwikkeling wordt genoemd. De mensen bleven in leven door de en het. Dit was voor hen het enige. Mannen en vrouwen hadden een. De mannen jaagden en de vrouwen verzorgden de kinderen en verzamelden voedsel. schema: Het leven van de eerste mensen in de prehistorie Werktuigen Woningen... (Eigen deelvraag 1)... (Eigen deelvraag 2) 1 0

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 11 Welke omschrijvingen passen bij de neanderthaler? Je mag meer antwoorden aankruisen. de oudste mensensoort jagen en verzamelen leefden over de hele wereld leefden in de prehistorie 12 V Jagers en verzamelaars hadden meestal geen vaste woonplaats, maar trokken rond als nomaden. Wat was daarvoor de belangrijkste oorzaak? A Ze konden nog geen huizen bouwen. B Het was te koud om lang ergens te blijven. C Ze trokken naar warmere gebieden. D Het voedsel in een gebied raakte op. 13 In Nederland eindigde de prehistorie veel later dan in Egypte. Leg uit hoe dat kan. Extra G Deze opdracht maak je in tweetallen. Volgens de evolutieleer is de mens langzaam ontstaan vanuit de aap. Niet iedereen gelooft echter in deze evolutie van de mens. Er bestaan ook andere opvattingen over het ontstaan van de mens. Zoek op internet wat je in de Bijbel kunt lezen over het ontstaan van de mens en beantwoord de onderstaande vragen. 16 a Hoe is de mens volgens de Bijbel ontstaan? b Waar lijkt de mens volgens de Bijbel op? c Verklaar nu waarom de evolutieleer zoveel opschudding heeft veroorzaakt. 14 Er was in de prehistorie een taakverdeling tussen mannen en vrouwen. Streep de foute woorden door. voor kleine kinderen zorgen mannen vrouwen op jacht gaan mannen vrouwen dicht bij het kamp voedsel verzamelen mannen vrouwen 15 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. d Geef nu zelf je mening over het ontstaan van de mens. bron 2 Het leven van de eerste mensen in de prehistorie. 11

kern 2 Een nieuwe manier van leven Ontdekken Jager of boer? Op een bepaald moment kwamen de mensen in de prehistorie voor een keuze te staan. Ga ik meer boerenwerk doen of blijf ik alleen jager? Het leven van een boer zag er immers heel anders uit dan het leven van een jager. Voor welk leven zou jij kiezen: dat van een jager of dat van een boer? In deze opdracht ga je uit deze twee verschillende leefstijlen een keuze maken. Je maakt daarbij gebruik van de bronnen die je in HB en WB kunt vinden. 1 Lees de leertekst en bekijk de bronnen uit deze paragraaf en vul daarna het onderstaande schema in. 2 Het leven van de jagers en verzamelaars heeft zowel voor- als nadelen. a Welke voor- en nadelen heeft het leven van jagers en verzamelaars? 4 Wat zou jij doen? Jager en verzamelaar blijven of boer worden? Maak je keuze. Geef hiervoor minstens twee redenen. HB H1 2 Leertekst Verwerken 5 Bekijk WB bron 3. Leg uit dat deze tekening het bewijs is voor het ontstaan van veeteelt. 6 Door veeteelt konden de mensen op één plek blijven wonen en waren ze zekerder van vlees. Noem een groot bijkomend voordeel van veeteelt in plaats van jagen. b Hoe kun je de nadelen van het leven van de jagers en verzamelaars oplossen? 3 Akkerbouw en veeteelt hebben ook voor- en nadelen. a Welke voordelen heeft het leven van de boeren? b Nadelen van het leven van boeren zijn onder andere het gevaar van misoogsten en veeziekten. Hoe zou jij de nadelen van de boeren oplossen? schema bij vraag 1 Jagers en verzamelaars bron 3 Een rotstekening uit de Sahara die rond 4000 voor Christus is gemaakt. Boeren Woning Belangrijkste dranken en voedsel Dagelijkse werkzaamheden 1 2

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 7 Lees WB bron 4 en bekijk HB bron 6. Kruis de juiste zinnen aan. Je mag meer antwoorden aankruisen. Voor 10 000 voor Christus... leefden de boeren in Afrika in de buurt van water. leefden de boeren in Europa in de woestijn. was het in Europa warmer dan nu. was het in Noord-Afrika kouder en vochtiger dan nu. waren zeeën minder diep dan tegenwoordig. 8 Lees WB bron 5 en bekijk HB bron 6. a De laatste ijstijd bracht grote veranderingen in het landschap. Welke tegenwoordige landen waren voor het grootste gedeelte bedekt met ijs? 11 a V Welke gevolgen zal de klimaatverandering voor planten en dieren in de Sahara hebben gehad? b Welk gevolg had dat voor het leven van jagers en verzamelaars in dit gebied? 12 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 13 a In de leertekst worden twee mogelijke verklaringen voor het ontstaan van de landbouw genoemd. Welke? b Mensen konden in de buurt van het ijs overleven door warme kleding aan te doen en hutten met dikke wanden te bouwen. Toch trokken ze altijd weg. Waarom? A Ze leefden liever in grotten dan in hutten. B Ze volgden de dieren waarop ze jaagden: die trokken weg. C Ze konden in koude gebieden onvoldoende bouwmaterialen vinden voor dikke muren. D Ze waren bang dat het nog veel kouder zou worden. 9 Bekijk HB bron 7. Hoe kun je zien dat de mensen in Syrië rond 8000 voor Christus als boer gingen leven? 10 Als mensen aardewerk gebruikten, is dat een aanwijzing dat ze een vaste woonplaats hadden, omdat... A aardewerk op één plaats werd gemaakt. B aardewerk lastig is mee te nemen als je steeds verder trekt. C aardewerk werd gebruikt om vlees te bewaren. D jagers en verzamelaars niet konden pottenbakken. b Welke verklaring vind jij het meest logisch? Verklaar je antwoord. c Een derde verklaring is dat mensen door de uitvinding van het vuur de mogelijkheid hadden gekregen vlees en vis te braden. Hierdoor was dit voedsel beter verteerbaar geworden en konden ze er meer van eten. Vlees en vis bevatten veel meer eiwitten en energie dan plantaardig voedsel. Daardoor werden de mensen sterker en slimmer en konden ze de landbouw uitvinden. Bedenk een argument tegen deze verklaring. De eerste dorpen In Afrika woonden de mensen in de steentijd aan de oevers van brede rivieren. Langs de rivierbeddingen, die er tegenwoordig droog en troosteloos bijliggen, maakten ze met de hand aardewerk. Bij dit aardewerk is ook visgerei gevonden, zoals speren gemaakt van dierenbeenderen. Visserij nam een belangrijke plaats in het leven van deze mensen in. Ongeveer 10 000 jaar voor Christus werd het in de Sahara steeds droger en zakte het peil van de rivieren. De volkeren die in de Sahara leefden, gingen steeds meer vee houden, terwijl men in de nederzettingen van het vruchtbare Nijldal graan begon te verbouwen. bron 4 Hoe leefden de eerste boeren in Afrika? De laatste ijstijd Tijdens de laatste ijstijd (21 000-10 000 voor Christus) daalde de temperatuur overal sterk; zelfs in de warmste gebieden. Toen het kouder werd, verspreidden zich vanaf de Noord- en Zuidpool grote ijsplaten, die ook het land opschoven. Dit had ingrijpende gevolgen voor het landschap. In de laatste ijstijd waren grote delen van Europa met ijs bedekt, terwijl Zuid- en Midden-Europa uit grasland bestonden (steppen en toendra s) waarop mensen jaagden en verzamelden. In deze tijd werd er op mammoeten en bizons gejaagd. Wetenschappers denken dat ijstijden onder andere worden veroorzaakt door variaties in de manier waarop de aarde om de zon draait. bron 5 13

kern 3 Een geschenk van de Nijl Ontdekken Hoe komt het water op de akkers? De Egyptenaren waren volledig afhankelijk van de Nijl. Zonder het water van de rivier kon er niets groeien. Maar hoe kregen ze nu het water op de akkers? De Egyptenaren hadden daar een aantal middelen voor. In deze opdracht ga je een tekening maken, waarop je laat zien hoe de Egyptenaren het water op de akkers kregen. Gebruik de antwoorden op de vragen 1 t/m 4 bij het maken van de tekening. 1 Bekijk HB bron 11. Je kunt voor dit werk ook emmers gebruiken. Wat zijn de voordelen van een sjadoef? Je mag meer antwoorden aankruisen. Werken met een sjadoef kost minder geld. Het werk wordt lichter. Het werk gaat sneller. De putten worden dieper. 2 Lees WB bron 6. Waarmee zouden de Egyptenaren de greppels af kunnen sluiten? 3 Bekijk HB bron 9. De Egyptenaren kenden drie jaargetijden: overstromingstijd, zaaitijd en oogsttijd. Kleur met blauw op WB bron 7 voor elk seizoen de juiste waterstand in. Schrijf de namen van de seizoenen erbij. 4 De Egyptenaren gebruikten een aantal middelen om water op de akkers te krijgen. Hierna staan een aantal van deze middelen. Geef bij elk middel aan waarvoor het werd gebruikt. Dijk: Sluisjes: Kanalen: Waterbekkens: 5 a Maak in WB bron 9 een tekening waarop je laat zien hoe de Egyptenaren het water op de akkers kregen. Let bij het maken van de tekening op het volgende: Het water moet zo ver mogelijk het land in worden gevoerd. Het water mag niet teruglopen naar de Nijl. Het water mag niet te hoog komen te staan. Het water moet voor langere tijd bewaard kunnen worden. b Maak er ook een legenda bij. HB H1 3 Leertekst Verwerken 6 De titel van de paragraaf is Een geschenk van de Nijl. Wat was een geschenk van de Nijl? Je mag meer antwoorden aankruisen. vruchtbaar slib vis landbouw makkelijk vervoer 7 Bekijk WB bron 8. a Waarom noemen de Egyptenaren het zuiden van Egypte Boven-Egypte, terwijl het onder aan de kaart staat? b Kleur op WB bron 8 het water blauw, de woestijn geel en de gebieden waar aan irrigatielandbouw werd gedaan, groen. Kleur ook de legenda. Sjadoef: Irrigatie De Egyptenaren groeven greppels met kleine walletjes eromheen. Door deze greppels lieten ze het Nijlwater naar de verderop gelegen akkers stromen. Als het water terugvloeide naar de hoofdstroom, sloten de boeren deze greppels af, zodat ze een reservoir hadden voor later. De dijkje dijkje dijkje dijkje boeren gebruikten een sjadoef om het water te putten. Een sjadoef is een lange stok met aan de ene kant een emmer en aan de andere kant een gewicht. Door de sjadoef te draaien, konden ze het water overhevelen. dijkje dijkje water woestijn gebieden met irrigatielandbouw 0 500 km bron 6 bron 7 Dwarsdoorsneden van de Nijl. bron 8 Het oude Egypte. 1 4

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren c Schrijf op de stippellijn en in de vakjes op de kaart de volgende woorden op de juiste plaats: Boven-Egypte Beneden-Egypte Nijl 8 Bekijk HB bron 12. a Hoe kun je zien dat de farao veel macht had? b Waarom vereerden de Egyptenaren hem als god? c Wat is het verband tussen de irrigatielandbouw en het ontstaan van een bestuur? 9 Bekijk HB bron 13. a De Egyptische boeren moesten een deel van de oogst als belasting afstaan. Wat zouden de ambtenaren in het midden van de onderste tekening aan het doen zijn? b Noem drie dingen waarvoor de belastingopbrengsten werden gebruikt. b Waarom kende het echte hiërogliefenschrift veel meer tekens dan ons alfabet, denk je? 11 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 12 In de woordzoeker hieronder staan achttien woorden. Ze staan van links naar rechts, van rechts naar links, van boven naar beneden en van beneden naar boven. Als je alle woorden hebt weggestreept, vormen de overgebleven letters een woord. Schrijf dat woord hieronder op. Zoek deze woorden in de woordzoeker: jagers, Nijl, ambtenaar, bestuur, Champollion, woestijn, klimaat, oud, evolutie, akkerbouw, schrift, verzamelaar, water, belasting, prehistorie, vuur, papyrus, dijk. N IJ L I E I T U L O V E N R A M B T E N A A R R O T F I R H C S I K IJ D 10 Bekijk HB bron 10 en WB bron 10. a Bedenk dat WB bron 10 geen echt hiërogliefenschrift is. Het echte hiërogliefenschrift bestaat namelijk uit meer dan 700 tekens, terwijl ons alfabet er maar 26 telt. Schrijf met behulp van de bron je eigen voor- en achternaam. I E I R O T S I H E R P L G A W U O B R E K K A L R U U T S E B T D U O O V E R Z A M E L A A R P I R E L S R E G A J A M R E K L I M A A T N D A U T B N IJ T S E O W O H U A U P A P Y R U S W C V W G N I T S A L E B Nijl A B C D E F G H I...... J K L M N O P Q R......... bron 9 Het irrigatiesysteem van de Egyptenaren. S T U V W X Y Z bron 10 Een aantal tekens uit het hiërogliefenschrift. 15

kern 4 De samenleving verandert Ontdekken Kruip in de huid van Egyptische werklieden G Maak deze opdracht met een klasgenoot. In het oude Egypte bestonden veel beroepen. De meeste mensen waren boer, maar er waren ook veel mensen die allerlei andere beroepen uitoefenden. Deze beroepen stonden niet altijd in hoog aanzien. Sterker nog, soms werden de mensen zelfs slecht behandeld, zoals uit de staking blijkt. Je gaat je verplaatsen in de Egyptische werklieden die aan de rotsgraven van de farao werkten en tot staking overgingen. Je gaat in een brief aan de farao uitleggen waarom je staakt en wat je eist. Om je brief zo goed mogelijk te schrijven, maak je eerst de vragen 1 t/m 3. Oorzaken: geef redenen waarom jullie ontevreden zijn. Oplossing: vraag de farao beleefd wat hij aan jullie ontevredenheid gaat doen. Slot: zorg voor een passend slot. De brief moet ongeveer 200 woorden lang zijn. Je begint de brief met Hooggeëerde farao. Hoewel de Egyptenaren in hiërogliefenschrift schreven, mogen jullie de brief gewoon in het Nederlands schrijven. 5 In werkelijkheid zouden Egyptische werklieden geen brief aan de farao hebben geschreven. Bedenk hiervoor twee redenen. 1 6 1 Lees de ontdekken tekst in het HB en bekijk HB bron 14. Welke Egyptische werklieden werkten in het Dal der Koningen en wat waren hun taken? 2 Bekijk HB bron 15. a Wat kun je zeggen over de woonomstandigheden van de werklieden? b Bedenk waarom de wijk Deir el-medina achter een hoge muur verborgen was en goed werd bewaakt. 3 De werklieden waren, zoals je al hebt kunnen lezen, ontevreden. Bedenk minimaal drie redenen voor de ontevredenheid van de werklieden. Haal je informatie uit de ontdekken tekst en de bronnen in het HB. 4 Schrijf nu jullie brief aan de farao. Maak eerst een duidelijke taakverdeling. De brief bevat de volgende onderdelen: Introductie: vertel de farao wie jullie zijn en wat voor werk jullie doen. Doel: leg uit waarom je de brief schrijft. HB H1 4 Leertekst Verwerken 6 Zet de volgende zinnen in de goede tijdsvolgorde: 1 Boeren hielden een deel van de oogst over. 2 Er kwamen verschillende beroepen. 3 Niet iedereen hoefde boer te zijn; sommige mensen gingen zich specialiseren. 4 De irrigatielandbouw zorgde voor een hoge opbrengst. 5 Er ontstonden grote bestuurlijke eenheden (rijken). De goede volgorde is: 7 Bekijk HB bron 16. a Zet de volgende werkzaamheden in volgorde van belangrijkheid in de piramide in WB bron 11: bestuur land bewerken schrijven zwaar, onbetaald werk doen helpen bij het bestuur timmeren. b De werkzaamheden horen bij de verschillende sociale lagen. Waarom waren de meeste mensen boer? A In het oude Egypte stonden boeren in hoog aanzien. B De meeste Egyptenaren vonden het leuker om boer te zijn dan priester of bestuurder. C Als boer was je verzekerd van voldoende eten. D Er waren heel veel boeren nodig om voldoende voedsel te produceren voor mensen die wat anders deden. 8 Bekijk HB bron 17. Welke beroepen zie je op deze bron? A tekenaars en houtbewerkers B schrijvers en tekenaars C houtbewerkers en steenhouwers D schrijvers en steenhouwers 9 V In de leertekst staat dat steden zijn ontstaan als gevolg van de opkomst van landbouw en handel. Leg dit uit door de volgende zinnen in de goede tijdsvolgorde te zetten:

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 1 Rondom markten ontstonden steden. 2 De overschotten werden op markten verhandeld. 3 Veel mensen gingen in de buurt van markten wonen. 4 De landbouw produceerde overschotten. De goede volgorde is: 10 Bekijk HB bron 18. Deze bron gaat over de handel. a Sommige onderzoekers vinden dat je aan de bron kunt zien dat de Egyptische handelaren de producten op de bron niet zelf haalden. Waarom denken ze dat? b Andere onderzoekers vinden dat je niet uit de bron kunt afleiden of Egyptische handelaren de producten op de bron zelf haalden. Bedenk hiervoor een reden. 12 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 13 V De mensen uit Oeroek gebruikten het wiel. Ze hadden het uitgevonden rond 3500 voor Christus. Wat waren de gevolgen van de uitvinding van het wiel? Je mag meer antwoorden aankruisen. Er werden oorlogen gevoerd. Mensen betaalden belasting. Mensen legden wegen aan. Spullen konden makkelijker worden vervoerd. 14 Stelling: De uitvinding van het wiel is belangrijker geweest dan de uitvinding van het vuur. a Bedenk twee belangrijke voordelen van het wiel. c Hoe zou je erachter kunnen komen welke onderzoekers gelijk hebben? b Bedenk de twee belangrijkste voordelen van het vuur. 11 a Noem drie vormen van nijverheid. c Ben jij het met de stelling eens? Licht je antwoord toe. b Ambachtslieden werkten in het oude Egypte meestal in dienst van rijke Egyptenaren of de farao. Bedenk hiervan twee voordelen en twee nadelen. d Vergelijk je antwoorden op vraag a tot en met c met die van je buurman. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? bron 11 De gelaagde Egyptische samenleving. 17

kern 5 Geloven in goden Ontdekken Leven na de dood in Egypte De Egyptenaren geloofden in een leven na de dood. Dat leven vond plaats in het dodenrijk. Om zich goed voor te bereiden op het leven na de dood, maakten de Egyptenaren dodenboeken. Hierin stond wat je kon verwachten als je doodging en hoe het leven eruit zou zien na de dood. In deze opdracht ga je onderzoek doen naar de Egyptische ideeën over het leven na de dood. Met behulp van een aantal bronnen teken je zelf een gedeelte van een Egyptisch dodenboek. Om dat zo goed mogelijk te doen, maak je eerst de vragen 1 t/m 4. STAP: VRAAG FORMULEREN 1 De onderzoeksvraag van deze paragraaf is: Hoe dachten de Egyptenaren over het leven na de dood? Het dodenrijk staat hierbij centraal. Om dit onderzoek goed te kunnen doen, probeer je de volgende deelvragen te beantwoorden: 1 Hoe kwam je in het dodenrijk terecht? 2 Wanneer werd je toegelaten tot het dodenrijk? Stel nu zelf nog twee andere deelvragen. Kijk eerst naar de bronnen in het HB en WB om goede vragen te bedenken. Bedenk in elk geval één deelvraag waarvoor je WB bron 12 gebruikt. 3 4 STAP: PLANNEN Voor de tekening van het dodenboek heb je de volgende dingen nodig: (kleur)potloden, een gum, een liniaal, een pen en een A4-vel. STAP: INFORMATIE VERZAMELEN EN VERWERKEN De informatie die je voor je tekening nodig hebt, haal je uit de bronnen die je in deze paragraaf in HB en WB vindt. Maar maak eerst onderstaande vragen. 2 Bekijk HB bron 19. Op de weegschaal zie je rechts het hart van de dode en links een veer, een teken van rechtvaardigheid. Wat zal er gebeuren als het hart zwaarder is dan de veer? 3 Bekijk HB bron 19, 21 en 22. Zoek bij de onderstaande goden uit de linkerrij de juiste omschrijving uit de rechterrij. Schrijf de juiste combinaties op. 1 Anubis A zonnegod 2 Osiris B god van het balsemen 3 Isis C god van het schrijven en de wijsheid 4 Toth D beschermer van de farao s 5 Horus E godin van het moederschap 6 Re F god van het dodenrijk De juiste combinaties zijn: 4 Bekijk en lees de ontdekken tekst in het HB, HB bron 19, 21 en 23 en WB bron 12. Noteer in het onderstaande schema de gegevens die je helpen bij het beantwoorden van de deelvragen. STAP: VRAAG BEANTWOORDEN 5 Nu je alle bronnen hebt bestudeerd over het leven na de dood, ga je een gedeelte van een dodenboek tekenen en geef je daarmee antwoord op de vraag: Hoe dachten de Egyptenaren over het leven na de dood? Dat doe je op de volgende manier: schema bij vraag 4 Deelvraag Bronnen Belangrijkste gegevens Hoe kwam je in het dodenrijk terecht? HB bron 19 HB bron 23 Wanneer werd je toegelaten tot het dodenrijk? Ontdekken HB bron 19 HB bron 21 (Eigen deelvraag) WB bron 12 (Eigen deelvraag) 1 8

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren Kies het gedeelte van het dodenboek dat je wilt tekenen: de reis naar het dodenrijk of het leven in het dodenrijk. Teken het gekozen onderwerp op dezelfde manier als HB bron 19. Dat betekent onder andere met een aantal goden en de situatie van de dode. De tekening maak je op een apart A4-vel. Maak een bijschrift bij je tekening, waarin je uitlegt wat er op je tekening te zien is. HB H1 5 Leertekst Verwerken 6 Wat past bij een Egyptische priester? Je mag meer antwoorden aankruisen. Hij was een belangrijk persoon in Egypte. Hij bestuurde Egypte. Hij bracht offers aan de goden. Hij bepaalde of doden werden toegelaten tot het dodenrijk. 7 Het geloof van de Egyptenaren wordt een natuurgodsdienst genoemd. Noem drie gegevens uit HB bron 22 die met geloof en de natuur te maken hebben. 1 2 3 8 Bekijk HB bron 23 en lees WB bron 13. a Waarom werden de ingewanden uit het lijk gehaald? c Leg uit waarom arme Egyptenaren niet werden gemummificeerd. d Arme Egyptenaren lieten zich in foetushouding (de houding van een ongeboren kind) in de woestijn begraven. Bedenk hiervoor een verklaring. 9 Bekijk WB bron 14 en 15. Deze bronnen gaan over de bouw van piramides. a Wat is het voordeel van de schans in WB bron 14 in vergelijking met WB bron 15? b Welk voordeel had de schans van WB bron 15? c De meeste piramides hebben bovenaan kleinere stenen dan onderaan. Bedenk hiervoor een mogelijke verklaring. 10 Bekijk HB bron 20 en 24. a Welke wapens en andere strijdmiddelen gebruikten de Egyptenaren? b Waarom werden de canopen samen met de mummie begraven? Ik doe wat u vraagt O jij beeldje! Wanneer ik word opgeroepen om een van de taken uit te voeren die ieder moet volbrengen in de Vredige Velden, luister! Antwoord op elk moment namens mij: voor het beplanten van de velden, het bevloeien van het land in het oosten en het westen: Hier ben ik, ik zal doen wat u vraagt. Uit het dodenboek van Ani, ongeveer 1420 voor Christus. bron 12 Het leven in het dodenrijk leek veel op het dagelijks leven op aarde. Zo moesten de doden ook hier op het land werken om aan voedsel te komen. Rijke Egyptenaren wilden dat niet en namen in hun graf beeldjes van dienaren mee die dit werk moesten doen. Mummificeren Op de vierde dag na de dood begonnen de balsemers met hun werk. Ze haalden met ijzeren haken de hersenen via de neusgaten uit de schedel. Daarna maakten ze met een scherpe steen een snee in de zij van het lichaam. Op die manier konden ze alle organen en ingewanden verwijderen. De ingewanden werden met palmwijn gewassen en bestrooid met lekkere kruiden. Hiermee probeerden ze te voorkomen dat de ingewanden gingen rotten. Hersenen en ingewanden bederven namelijk sneller dan de rest van het lichaam. De hersenen en ingewanden kwamen in kruiken (canopen) terecht die later samen met de dode werden begraven. Na deze behandeling legde men het lichaam een dag of vijftig in een zoutoplossing. Daarna wreven ze het lichaam in met een zalfolie en wikkelden het in reepjes linnen. Ten slotte werd het lichaam in een houten kist gelegd en begraven. bron 13 19

kern b Voltooi de tijdbalk van 3000 voor Christus tot het jaar 1, onder aan de pagina. Kleur de vier bloeiperiodes van Egypte in. Gebruik blauw voor het Oude Rijk, rood voor het Middenrijk, groen voor het Nieuwe Rijk en geel voor het Late Rijk. Geef ook op de tijdbalk aan wanneer de slag bij Kadesj plaatsvond. c Na uitbreiding van het Egyptische Rijk brak vaak een periode van bloei aan. Noem een mogelijke reden daarvoor. 1 2 3 4 12 10 8 9 11 e Je kunt op de site de oefentoets en samenvatting bij deze paragraaf maken. Extra 12 Alarm! Er is ingebroken in de piramide. Het graf van de farao is leeggeroofd. Er zijn drie verdachten. Piramidebouwer Kafura, wachter Amunes en het jaloerse neefje van de farao, Nukane. Help jij de dader opsporen? Geef antwoord op de vragen, vul de puzzel in, volg de aanwijzingen en vind het antwoord. Horizontaal 1 Re werd soms afgebeeld als dit zoogdier. 2 Groot bouwwerk waarin de farao begraven ligt. 3 In linnen gewikkeld lijk. 4 Re werd soms afgebeeld als dit insect. 5 God van het dodenrijk. 6 Maakten een eind aan het Egyptische Rijk. 7 Jakhalsgod. Verticaal 1 Plaats waar een belangrijke veldslag was. 2 Brengen offers om de goden tevreden te houden. 8 Volk waarmee Ramses II in oorlog was. 9 Beschermer van de farao s. 10 Vrouw van Osiris. 11 Moest je maken om in het hiernamaals te komen. 12 Bekende Egyptische farao. 5 6 11 7 Noteer hieronder: de vierde letter van het antwoord op 6 horizontaal; de tweede letter van het antwoord op 7 horizontaal; de tweede letter van het antwoord op 1 verticaal; de vijfde letter van het antwoord op 4 horizontaal; de vierde letter van het antwoord op 9 verticaal; de negende letter van het antwoord op 8 verticaal. De letters zijn: Als je deze letters omdraait, heb je de dader gevonden: bron 14 Via een grote schans worden de stenen omhoog gesleept. bron 15 Een piramide in aanbouw. 3000 v.chr. jaar 1 2 0

onderzoek cultuur HISTORISCHE PERSONEN HOOFDSTUK HOOFDSTUK 2 De 1 tijd De 1 van tijd de tijd Grieken van van jagers jagers en en Romeinen en boeren 6 Gilgamesj en de moraal in Mesopotamië Het Gilgamesjepos is in Mesopotamië (het huidige Irak) ontstaan, vele honderden jaren nadat Gilgamesj zou hebben geleefd. De wonderlijke belevenissen van Gilgamesj waren bedoeld om mensen te vermaken. Maar als je het epos goed leest, begrijp je ook hoe je zou moeten leven. Verder geeft het antwoord op enkele belangrijke levensvragen. In deze paragraaf ga je onderzoek doen naar het Gilgamesjepos. Je leest wat Gilgamesj heeft gedaan en wat de verklaringen zijn voor zijn gedrag. Je gaat bedenken wat je hiervan kunt leren. Uiteindelijk beantwoord je de vraag hoe de mensen zich volgens het epos zouden moeten gedragen. STAP: ORIËNTATIE OP HET ONDERWERP 1 Gebruik de introtekst en bekijk HB bron 3. In welk cultuurcentrum zijn de verhalen over Gilgamesj ontstaan? 4 Gebruik WB bron 1. Hoe komt het dat we niet de complete inhoud van het Gilgamesjepos kennen? 5 Bekijk HB bron 2. Gilgamesj wordt afgebeeld met een leeuw in zijn armen. Dit straalt kracht uit. Waarom was dat belangrijk in Mesopotamië? Je mag meer antwoorden aankruisen. Als je sterk was kon je slimme beslissingen nemen. Spierkracht was belangrijk tijdens oorlogen. Mensen keken tegen je op als je sterk was. Door spierkracht kon je landbouwwerkzaamheden langer volhouden. 6 Lees HB bron 1. Gilgamesj kracht bezorgde hem ook een slechte eigenschap. Welke? 2 Alle cultuurcentra op de kaart liggen op ongeveer dezelfde breedtegraad. Geef hier een verklaring voor. 3 Bekijk WB bron 1 en WB paragraaf 3, bron 10. Welk verschil zie je tussen het hiërogliefenschrift en het spijkerschrift? STAP: VRAAG FORMULEREN De onderzoeksvraag is: Hoe zouden de mensen zich volgens het epos moeten gedragen? Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag, probeer je de volgende deelvragen te beantwoorden: 1 Hoe is het gedrag van Gilgamesj te verklaren? 2 Wat waren de gevolgen van zijn daden? 3 Wat zouden de lezers van het Gilgamesjepos daarvan kunnen leren? Deze vragen ga je in de opdrachten uitwerken. bron 1 Beschadigde kleitablet met een deel van het Gilgamesjepos in spijkerschrift, gevonden in Mesopotamië. 21

kern onderzoek cultuur STAP: INFORMATIE VERZAMELEN Je gaat eerst informatie verzamelen voor het beantwoorden van de deelvragen. Lees alle bronnen uit HB en WB. 7 In het schema onder aan de pagina staat al ingevuld welke bronnen uit het HB je nodig hebt om de verschillende deelvragen te beantwoorden. Vul voor de bronnen uit het WB zelf het schema in. STAP: INFORMATIE VERWERKEN Gebruik voor het beantwoorden van vraag 8 t/m 11 het schema van vraag 7. 8 a Gilgamesj doet wat hij wil. Hoe is dat gedrag te verklaren? (deelvraag 1) b Wat zijn de gevolgen van Gilgamesj gedrag? (deelvraag 2) c De dromen van Gilgamesj uit WB bron 2 gaan over een machtige kameraad. Wie is dat volgens jou? d Gilgamesj staakt het gevecht met Enkidoe. Hoe is dat te verklaren? (deelvraag 1) b Wat is het gevolg van zijn afwijzing? (deelvraag 2) c Wat kun je leren van de manier waarop de godin reageerde op Gilgamesj afwijzing? (deelvraag 3) d Deze les komt nog een keer voor in HB bron 4. Leg dat uit. Gilgamesj is diep bedroefd over de dood van Enkidoe. Het epos vertelt van het verschrikkelijke verdriet van Gilgamesj. Hij trekt zich de haren uit het hoofd en werpt zijn kleren af. En hij bedekt het dode gelaat van zijn vriend als dat van een bruid. 10 a Gilgamesj gaat op zoek naar het land Dilmoen. Hoe is die zoektocht te verklaren? (deelvraag 1) A De dood van Enkidoe heeft hem geschokt. B Hij wil Enkidoe weer tot leven wekken. C Hij beseft dat hijzelf sterfelijk is. D Hij wil weer jeugdig worden. b Wat zijn de gevolgen van zijn reis? (deelvraag 2) 9 a Gilgamesj wil Istjar niet als vrouw hebben. Hoe is dat te verklaren? (deelvraag 1) A Hij vindt dat echte liefde niet bestaat. B Hij vindt dat liefde onbelangrijk is. C Hij vindt de liefde minder belangrijk dan kameraadschap. D Hij vindt dat liefde eeuwig moet zijn. c Wat kun je leren uit de bronnen over de dood? (deelvraag 3) Je mag meer antwoorden aankruisen. De mens zal nooit onsterfelijkheid vinden. De mens moet genieten van het leven. Je weet niet wanneer je zult sterven. De goden zijn onsterfelijk. Gilgamesj is gemaakt van het vlees van een god en het vlees van een mens. schema bij vraag 7 bron 2 Deelvraag 1 Hoe is het gedrag van Gilgamesj te verklaren? 2 Wat waren de gevolgen van zijn daden? 3 Wat kun je hiervan leren? Bronnen HB bron 1, 4, 5, HB bron 1, 4, 5, HB bron 4, 5, Twee dromen van Gilgamesj Gilgamesj had twee dromen. De eerste ging over een vallende ster die op hem viel. Toen de steen was afgekoeld, was hij zo zwaar, dat Gilgamesj hem niet kon optillen of verplaatsen. De mensen verzamelden zich eromheen, en Gilgamesj omarmde hem als een vrouw. In de tweede droom zag Gilgamesj een grote bijl naar beneden vallen, boven op de verzamelde menigte van Oeroek. Ook de bijl omarmde hij, alsof die zijn vrouw was. Omdat Gilgamesj de betekenis van de dromen niet begreep, ging hij naar zijn moeder, de wijze godin Ninsoen. Hij vroeg haar de dromen uit te leggen. Ze vertelde hem dat zowel de ster uit de hemel als de bijl een kameraad voorstelde die in aantocht was. Deze kameraad is machtig, heeft een ontzagwekkende kracht en is in staat een vriend te redden. Maar ze voegde er ook aan toe dat de kameraad Gilgamesj weer zou verlaten. Naar het Gilgamesjepos. 2 2

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 11 Oetanapistjim (WB bron 3) en Sidoeri (HB bron 5) proberen Gilgamesj er allebei van te overtuigen zijn zoektocht op te geven. Ze doen dit echter op verschillende manieren. a Hoe probeert Oetanapistjim Gilgamesj over te halen? 14 Gilgamesj betekent in het Soemerisch: De goddelijke oude is jeugdig. Leg uit waarom deze naam niet helemaal bij de persoon Gilgamesj uit het epos past. b c En op welke manier doet Sidoeri dit? Welke manier vind jij de beste? 15 a Vind jij dat het Gilgamesjepos goede aanwijzingen geeft voor de manier waarop mensen zich moeten gedragen? Geef twee argumenten. d Wat kun je leren van Oetanapistjim en Sidoeri? (deelvraag 3) STAP: VRAAG BEANTWOORDEN 12 Beantwoord nu de vraag: Hoe zouden de mensen zich volgens het epos moeten gedragen? b Zou jij hetzelfde gedaan hebben als Gilgamesj of zou je anders hebben gereageerd? Geef per situatie je mening. 1 De afwijzing van Istjar. 2 De dood van Enkidoe. Het Gilgamesjepos is het oudste epos dat we kennen. Voordat het op kleitabletten werd vastgelegd, hebben ouders het eeuwenlang doorverteld aan hun kinderen. 13 Waarom zouden de mensen zo geboeid zijn geweest door de verhalen van Gilgamesj? 3 De raad van Sidoeri. bron 3 Over de dood Tijdens zijn reis naar Dilmoen werd Gilgamesj toegesproken door Oetanapistjim, een van zijn voorvaderen. Deze vroeg hem: Waarom ben je op zoek naar het verdriet, Gilgamesj? Je bent gemaakt van het vlees van een god en het vlees van een mens. Niemand kan de dood zien... Bouwen we een huis voor eeuwig? Leggen we een contract vast voor altijd? Verdelen broers hun erfenis voorgoed? Duurt vijandschap tussen tegenstanders voor altijd? Stijgt het water van een rivier almaar door, zodat een overstroming nooit ophoudt? Een libel drijft op het water en staart naar de zon... Dode mensen lijken op slapende mensen. Maar hoe de dood echt is, is niet te beschrijven, ook al kan de mens er niet aan ontsnappen. De grote goden hebben de dood en het leven ingesteld, maar ze hebben niet onthuld wat er vóór de dood was. Naar het Gilgamesjepos. 23

kern onderzoek historische personen 7 Cheops en Toetanchamon De tijd van Cheops en Toetanchamon 1 Lees HB bron 1 en 3. a Zet op de tijdbalk hieronder (bron 1) de namen van de farao s met hun geboortejaar en hun sterfjaar. b Hoeveel jaren liggen er tussen de sterfjaren van Cheops en Toetanchamon? c Het belangrijkste middel van bestaan in de tijd van Cheops en Toetanchamon was: A landbouw B nijverheid C handel D jagen en verzamelen 2 Gebruik HB bron 1 en 3 en WB bron 2. Zoek op de kaart de plaatsen op waar Cheops en Toetanchamon zijn begraven. a Wat valt je op als je deze plaatsen vergelijkt? Toetanchamon is begraven in het Dal der Koningen, dicht bij Thebe. Deze vallei was omgeven door rotsen en kende slechts één toegangsweg. b Gebruik HB bron 7. Er is geen piramide voor Toetanchamon gebouwd. Wat is daarvan de reden? 4 a V Lees WB bron 3. Herodotus schreef zijn verhaal circa 2125 jaar nadat Cheops was gestorven. Hij baseert zijn kennis op: het verhaal van een ooggetuige schriftelijke bronnen van ooggetuigen het verhaal van iemand uit zijn eigen tijd boeken van geleerden uit zijn eigen tijd. b Lees HB bron 1. Deze auteur schreef zijn verhaal ongeveer 4575 jaar nadat Cheops was gestorven. Hij baseert zijn kennis op: het verhaal van een ooggetuige schriftelijke bronnen van ooggetuigen het verhaal van iemand uit zijn eigen tijd boeken van geleerden uit zijn eigen tijd. c Welke bron is de meest betrouwbare? Licht je antwoord toe. 5 V Gebruik HB bron 1, 5 en 6 en WB bron 3. Je gaat de bronnen beoordelen in het schema op de volgende bladzijde. In de laatste kolom geef je aan of de bron over politiek, economie of cultuur gaat. Soms is een combinatie mogelijk. bron 2 Egypte. c Behalve Toetanchamon zijn er ook belangrijke farao s begraven in het Dal der Koningen. Bedenk een mogelijke verklaring voor het feit dat zij zich in dit dal lieten begraven. Wie was Cheops? 3 Lees HB bron 1. In de tijd van Cheops waren er veel kunstenaars. Noem een mogelijke reden hiervoor. - bron 1 2 4 3000 2500 2000 1500 1000 500 voor Christus 1 na Christus

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren Wie was Toetanchamon? 6 Lees HB bron 3. Leg uit waarom we van Toetanchamon veel meer weten dan bijvoorbeeld van Cheops. 7 Gebruik HB bron 2, 3, 4 en 7. Vul het schema hieronder in. b Waarom twijfelt de schrijver van de bron, denk je? Je mag meer antwoorden aankruisen. Hij heeft de bronnen over Cheops niet goed bestudeerd. Hij twijfelt aan Cheops verstand. Er is niet veel over Cheops bekend. De schrijver wil geen fouten maken. Meningen over Cheops en Toetanchamon 8 V In welke bron vind je een duidelijke mening over Toetanchamon? Noteer de woorden waaruit die mening blijkt. Wat vind jij van Cheops en Toetanchamon? 10 V Wie heeft volgens jou het meest gepresteerd tijdens zijn leven: Cheops of Toetanchamon? Licht je antwoord toe. 9 a In welke bron wordt een mening over Cheops gegeven? Noteer de woorden waaruit die mening blijkt. schema bij vraag 5 Cheops Zeker Onzeker Bronnummer(s) Politiek, economie of cultuur Er werden beeldjes gemaakt. Hij was een verfoeilijk mens. Niet van toepassing Egypte bloeide op. Er hebben 200 000 mensen aan de piramide gewerkt. De dochter van Cheops heeft de middelste piramide laten bouwen. Cheops werd als god beschouwd. schema bij vraag 7 Toetanchamon Zeker Onzeker Bronnummer(s) Politiek, economie of cultuur Hij bestuurde zijn rijk zelf. Het graf was uitgehakt in de rotsen. Egypte had een leger. Hij is gemummificeerd. bron 3 Cheops dochter De eerste echte geschiedschrijver was de Griek Herodotus (484-425 voor Christus). Hij reisde ook door Egypte en hoorde daar van een Egyptische priester een verhaal over Cheops. Hij schreef het volgende: Cheops was een zo verfoeilijk mens, dat hij in zijn geldnood zijn eigen dochter naar een bordeel bracht en haar beval een bepaalde som geld hoeveel, vertelde de priester mij niet te verdienen. Ze bracht de verlangde som geld bij elkaar en nam het besluit ook een monument voor zichzelf op te richten. Elke man die haar bezocht, vroeg ze om een steen voor de grote bouw. Uit deze stenen zou zij de middelste van de drie piramides hebben laten bouwen, die voor de grote piramide staat... Herodotus hoorde ook nog van zijn gids dat Cheops de tempels in Egypte sloot om geld te besparen voor zijn piramide. De Egyptische priester en Herodotus wisten blijkbaar niet veel over de bloeitijd van het oude Egypte. De Egyptenaren beschouwden de farao toen als god. Egypte met al zijn inwoners was zijn persoonlijk eigendom. De boeren op de velden en de werkers in de tempel of het paleis, ze werkten allemaal voor Cheops. Wanneer ze aan de bouw van een piramide meewerkten, dienden ze niet alleen de koning, maar ook hun eigen belang: eenmaal in het dodenrijk aangekomen, zou de farao ervoor zorgen dat het goed ging met zijn onderdanen. 25

kern onderzoek Nederland 8 De eerste landbouwers in onze streken 1 a Gebruik WB bron 1. In welke periode leefde de Krabbeplasman? b Waarom zou deze periode zo genoemd worden, als je kijkt naar de namen van de andere periodes? b Waarom zouden archeologen deze mensen naar hun aardewerk (bandkeramiek) hebben vernoemd? 4 In welke periode leefden de hunebedbouwers en in welke huidige provincies hebben ze geleefd? c Bekijk HB bron 5. Hierop is te zien waar de eerste boeren in Nederland woonden, ver voor de Krabbeplasman. Hoe heette de cultuur van zijn voorouders? HB H1 8 G Deze paragraaf gaat over het leven van de eerste boeren in ons land. Met behulp van de leestekst en een aantal bronnen ga je onderzoeken hoe het leven van deze mensen er in de prehistorie heeft uitgezien. Deze opdracht doe je in tweetallen. Om het onderzoek goed te doen, maken jullie eerst de vragen 2 t/m 10. Voor het beantwoorden van deze vragen moet je de leestekst van paragraaf 8 en de bronnen van zowel het HB als het WB gebruiken. 2 a V Het veranderende klimaat is een oorzaak van het ontstaan van landbouw in Nederland. Leg dat uit. 5 Wat zouden de boeren in de voorraadpotten hebben bewaard? Je mag meer antwoorden aankruisen. water vlees graan 6 a Van welk materiaal waren de boerderijen gemaakt? b Wat doen de vrouwen op de tekening in HB bron 4? c Wat zal de belangrijkste taak van de mannen zijn geweest? A het land bewerken B hunebedden bouwen C jagen en verzamelen D boerderijen bouwen 7 a Bekijk WB bron 2. Bij welke cultuur hoort deze bijl? b Leg uit waarom door het veranderende klimaat mensen wegtrokken uit het westen van het land. b De bijlen werden gebruikt voor het omhakken van bomen. Bedenk twee redenen waarom de eerste boeren bomen hebben omgehakt. 3 a In welke periode en waar leefden de eerste boeren in Nederland? Periode Jaartallen Oude steentijd Middensteentijd Nieuwe steentijd Bronstijd IJzertijd bron 1 De prehistorie in Nederland. bron 2 Prehistorische vuurstenen bijlen uit Noord-Nederland (4000-2000 voor Christus). 2 6

HOOFDSTUK 1 De tijd van jagers en boeren 8 V Lees WB bron 3. Leg uit waarom het maken van potten het gevolg is van het leven als boer. 9 Lees WB bron 4. a Waren het de mannen of de vrouwen die de vuurstenen bijlen gebruikten? Licht je antwoord toe. b Wie gebruikten de schrabbers? Licht je antwoord toe. 10 Bij de hunebedden die zijn onderzocht, zijn vaak kostbare voorwerpen gevonden. Geef hier een mogelijke verklaring voor. 11 G Vul met behulp van vraag 2 t/m 10 het onderstaande schema in. 12 Wat ben je te weten gekomen over de leefwijze van de eerste boeren in de prehistorie in Nederland? Leg in je antwoord in elk geval uit hoe de woningen eruitzagen, hoe de taakverdeling tussen mannen en vrouwen was en wat voor soort werktuigen ze gebruikten. Nederlandse en niet-nederlandse boeren 13 Er waren tijdens de prehistorie niet alleen in Nederland boeren. Zoals je in paragraaf 2 hebt gezien, werd op andere plaatsen in de wereld, zoals in Egypte en Mesopotamië, al veel eerder aan landbouw gedaan. Lees de leertekst van paragraaf 2. Wanneer werd er voor het eerst aan landbouw gedaan? 14 V Lees ook de leertekst van paragraaf 4 nog een keer door. De paragrafen 2 en 4 gaan over de oorzaken en gevolgen van de overschakeling op landbouw. Geef bij de onderstaande zinnen aan of het oorzaken of gevolgen zijn van de overschakeling op landbouw. Streep steeds het foute woord door. Mensen leven op een vaste woonplaats: gevolg oorzaak Mensen leerden de natuur beter kennen: gevolg oorzaak Er komen nieuwe beroepen: gevolg oorzaak Het gebied krijgt een bestuur: gevolg oorzaak Het klimaat verandert: gevolg oorzaak Er ontstaan steden: gevolg oorzaak schema bij vraag 11: de eerste boeren in de prehistorie in Nederland Eerste boeren Hunebedbouwers Krabbeplasman Periode Gebied Gebruikte materialen (zoveel mogelijk noemen) Naam van de cultuur Wel of geen geloof Potten De potten van de trechterbekercultuur werden gemaakt van rolletjes klei, die op elkaar werden gelegd. De rolletjes werden aan elkaar geplakt, waardoor een dunne wand ontstond. Als de klei hard was geworden, werden er met een spatel van been of hout versieringen aangebracht. Archeologen denken dat de versieringen een bepaalde betekenis hebben gehad. Maar wat ze precies betekenen, is nog niet duidelijk. bron 3 Bijlen, pijlen en schrabbers Tijdens de trechterbekercultuur investeerden de mensen veel tijd in het maken van vuurstenen bijlen. De bijlen werden net zolang bewerkt tot ze symmetrisch waren. Daarna werden ze geslepen en in een stevige houten steel gezet. De bijlen waren zo n 32 centimeter lang. Je kon er binnen een uur een boom van 30 centimeter dik mee omhakken. Naast de vuurstenen bijlen kende men in deze tijd ook stenen hamerbijlen. Deze bijlen werden vooral als wapen gebruikt. Archeologen hebben verder pijlpunten opgegraven en zogenoemde schrabbers of schrapers. Met de schrabbers werden huiden of hout bewerkt. bron 4 27