1. Taal: hoe begrijp jij mij en ik jou? (verbaal & non-verbaal)



Vergelijkbare documenten
= = = = = = =jáåçéêüéçéå. =téäòáàå. Het TOPOI- model

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Bijlage 1: interview. Interview

Wie zijn jouw vrienden? Opdracht:

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Luisteren en samenvatten

Verbindingsactietraining

Coachen. Interculturele communicatie

5 Assertiviteit. 1 Inleiding

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

ADHD: je kunt t niet zien

Didactisch partnerschap

Waar gaan we het over hebben?

Feedback geven en ontvangen

Onderhandelen en afspraken maken

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Respectvol reageren op gevoelens

Werk aan je winkel. Jongeren leren communiceren en zichzelf presenteren. Kirsten Barkmeijer & Johan Brokken

Kinderen, lief maar. Wegwijzer Steenwijk Woensdag 12 november Carolien Boschma en Sjoukje Huisman Centrum voor Jeugd en Gezin

Interculturele gespreksvoering

Drijfveren. Een belangrijke (on)bewuste drijfveer is dat ZELF beter wil zijn dan de ANDER

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

MOTIVEREN & STIMULEREN

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Bijlage interview meisje

Jezus maakt mensen gelukkig

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

Tekst: Job 16: 20 Thema: Doge jo wol? Bijzonderheden: Tweede zondag in de 40-dagentijd. Beste mensen,

Omgaan & Trainen met je hond Door: Jan van den Brand. (3 e druk) 2015, Jan van den Brand adviescentrum.nl

Denken over taal: ontleden #2.0

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Wees duidelijk tegen je klanten

Inleiding. Veel plezier!

Lessenserie over Taal & Respect. Klas 1 - VMBO

Gezinsinterventie Gezinsgesprekken voor gezinnen waarbij de ouder psychische problemen heeft

Luisteren naar de Heilige Geest

Mijn kind heeft een LVB

VRAGEN BIJ DE COMPETENTIES

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website:

Oefenvragen Management Assistent A - Communicatie

Lucas 10: Mag Jezus jouw naaste zijn?

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

gedragsregel in verhaal: pesten

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Informatie voor ouders

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

Kinderverhoor Je ouders gaan uit elkaar

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

KOPPen bij elkaar en schouders eronder. Informatie voor kinderen van ouders met psychiatrische problemen

Adviezen in een hulpverlenend gesprek: zegen of vloek? Door: Johan Clarysse, stafmedewerker Tele-Onthaal West-Vlaanderen

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

4 soorten relaties Is er een vraag om hulp?

Communicatie op de werkvloer

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

ATTRIBUEREN OF TOESCHRIJVEN

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

Luisteren: muziek (A2 nr. 1)

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Werkboek Het is mijn leven

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Als je ouders uit elkaar

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

Non-verbale communicatie

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Effectmeting onder leerlingen en leraren

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Luisteren, doorvragen en feedback geven

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

De bruiloft van Simson

Feedback is een mededeling aan iemand die hem informatie geeft over hoe zijn gedrag wordt waargenomen, begrepen en ervaren.

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Assertiviteitstest: kom jij op voor jezelf?

Leer hoe je effectiever kunt communiceren

Lees Zoek op Om over na te denken

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

workshop? 2. In welke situatie(s) voel je je wel eens onveilig in je werk? 3. Wat heb je nodig om je veilig te voelen

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

21 Niveaus van interveniëren in groepen 22

Jouw Belang Jouw ouders bespreken gezamenlijk over én met jou wat jouw belang is. Zodat jouw ouders

Tekst lezen en vragen stellen

Zondag 19 januari Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Deel het leven Johannes 4:1-30 & december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Transcriptie:

Het TOPOI-model Communicatie is niet altijd even makkelijk en er kunnen misverstanden ontstaan omdat men elkaar niet goed begrijpt. De communicatie met iemand van een andere etnische achtergrond verschilt hier niet met iemand van dezelfde achtergrond. Je mag fouten maken hierin want je kan nooit volledig op de hoogte zijn van mensen met een andere etnische achtergrond. Wat belangrijk is dat je een zelfde houding aan neemt tegen over iemand met een andere achtergrond. Als trainer zijnde is het belangrijk dat je weet dat er verschillen zijn en dat je er rekening mee moet houden. Er is altijd een reden waarom mensen op een bepaalde manier reageren, al is het uit desinteresse, verontwaardiging, herkenning,. Het TOPOI-model helpt trainers in het herkennen en erkennen van deze verschillen en het hiermee kunnen omgaan. TOPOI staat voor Taal, Ordening, Personen, organisatie en inzet. Het is een model waardoor we de verschillende standpunten van mensen kunnen ontleden in praktijksituaties. Het model van Hoffman (2007) bestaat uit vijf basisaspecten die deel kunnen uitmaken van een bepaalde situatie. 1. Taal: hoe begrijp jij mij en ik jou? (verbaal & non-verbaal) 2. Ordening: hoe kijkt elk van ons naar de situatie? 3. Personen: hoe kijk jij naar mij en ik naar jou? 4. Organisatie: hoe verhouden de verschillende betrokkenen zich tegenover elkaar en welke autoriteits- en verantwoordelijkheidsposities moeten gerespecteerd worden? 5. Inzet: wat zijn de motieven van de verschillende betrokken? Welke doelen willen ze stellen doorheen hun gedrag? We zetten het TOPOI model uiteen op basis van Hoffmans Interculturele gespreksvoering: theorie en praktijk van het TOPOI-model (2006) en vullen we dit aan met voorbeelden uit het artikel Waarom loopt je interculturele communicatie vast? uit Klasse voor leraren (2001). We vullen dit ook aan met voorbeelden uit het dagelijks trainersleven. We geven eerst een voorbeeld van de miscommunicatie. Daarna overlopen we wat er mis loopt en ten slotte wat je kan doen om dit de vermeiden of te verhelderen.

1. Taal: hoe begrijp jij mij en ik jou? (verbaal & non-verbaal) Taal bevat zowel de non-verbale als de verbale communicatie tussen de gesprekspartners. De verbale taal is wat er wordt gezegd. Uitdrukkingen en gezegdes zijn voorbeelden van verbale taal dat niet bij iedereen uniform is. Elke cultuur heeft bijvoorbeeld gezegdes of uitdrukkingen die bij een andere cultuur niet gekend is. Als gevolg kan het gebeuren dat iemand dit letterlijk opneemt en er dus miscommunicatie kan ontstaan. Hetzelfde kan gebeuren bij non-verbale taal, Voorbeeld van verbale miscommunicatie: Vandaag zetten we alle mama s in het zonnetje, kondigt Trainer Tine vrolijk aan. Cinta barst in tranen uit: Ik wil mijn mama niet in de zon zetten. Oei, antwoordt juf, ben je boos op mama? Klasse voor leraren (2001) Aaron discussieert elke keer wanneer ik een oefening uitleg, verteld de trainer aan zijn vader. Zijn vader begrijpt dit niet, dat is toch juist goed? Wat loopt er mis? Bij het eerste voorbeeld wilt de leraar alle mama s positief belichten. Maar Cinta begrijpt dit verkeerd. Zij kent de uitdrukking in het zonnetje niet. Cinta neemt de uitspraak letterlijk want in haar geboorteland Indonesië doe je je moeder absoluut geen plezier door haar in de vlakke zon te zetten. Bij het tweede voorbeeld heeft de trainer het gevoel dat Aaron lastig wilt zijn terwijl zijn vader dit verstaat als betrokken. Aaron wil graag weten waarom ze een bepaalde oefening doen en wat het nut is van een oefening. Het begrijpen waarom er iets wordt gedaan volgens een bepaalde manier is belangrijk in de Joodse cultuur. Dit zijn voorbeelden van cultuurverschillen. Voorbeeld van non-verbale miscommunicatie: Jamal kwam voor de tweede keer in een week te laat op de training. Hij gaf hiervoor telkens een reden op die niet geloofwaardig leek. De trainer besprak dit onder vier ogen met hem. Jamal keek de trainer daarbij niet aan. Voor de trainer was dit een bevestiging dat Jamal niet eerlijk was geweest. Jamal daarentegen bleef vasthouden aan de opgegeven redenen. Wat loopt er mis? De trainer baseert zijn conclusies hier niet op feiten maar op de betekenis die hij zelf geeft aan het niet aankijken van Jamal. Voor de trainer betekent niet aankijken niet respectvol en oneerlijk zijn: Hij heeft vast iets te verbergen. Voor Jamal is het niet aankijken net een vorm van beleefdheid waarmee de positie van de trainer erkend.

Wat kan je doen? Je kan proberen na te gaan wat de verschillende betrokkenen onder bepaalde concepten of vormen van (non-)verbale communicatie verstaan. Je spreekt hierbij vanuit de ik-boodschap en beschrijf hoe je je voelt bij de communicatievormen van de gespreksvormen. Breng de boodschap helder, gebruik eenvoudige taal. Schakel desnoods een tolk in. Dit moet geen professionele tolk zijn. Een tussenpersoon kan desnoods ook. Vragen is de boodschap. Waarom heeft iemand een bepaalde reactie? Elkaar leren en begrijpen van elkaars communicatie zorgt ervoor dat verdere miscommunicatie word vermeden. 2. Ordening: hoe kijkt elk van ons naar de situatie? Onder de ordening verstaat men de gesprekspartners hun kijk dat aan de orde is. Hoe kijkt de betrokkenen naar de kwestie, onderwerp of gebeurtenis. In de klas is Joran een echt lastpak, klaagt juffrouw Anaïs. Maar zijn moeder wil daar niet van weten, ze noemt haar zoon gewoon een levendig kind. Klasse voor leraren (2001) Een Islamitische vader was op grond van zijn geloof van mening dat zijn dochter niet mocht voetballen. De trainer toonde een video van de nationale vrouwenploeg van Iran. Dat zijn geen goede moslims, antwoordde de vader. Wat loopt er mis? Bij de eerste en tweede voorbeeld hebben iedere betrokken hun eigen kijk op de werkelijkheid. Zij willen dat de ander hetzelfde ziet. Op de training wilt Bart niet meewerken, verteld de trainer tegen de vader. Maar zijn vader vindt dat terecht. Hij vindt de oefeningen ook niet interessant. Expliciteer ieders kijk op de kwestie: wat zie ik, wat zie jij, wat verwacht ik, wat verwacht jij? Je hoeft niet akkoord te gaan, maar probeer te begrijpen. Zoek wat jullie gemeenschappelijk hebben en zet dit voorop.

3. Personen: hoe kijk jij naar mij en ik naar jou? Personen gaat over de gesprekspartners en hun relatie met elkaar. Wie zijn de partners voor elkaar? Welke ervaring, beeld hebben ze van elkaar? Zijn ze in verhouding gelijken van elkaar of is er iemand die boven de ander staat? Bijvoorbeeld de trainer, speler verhouding. Een docente vroeg naar aanleiding van een bepaald thema met betrekking tot religie aan één van haar studenten met Marokkaanse oorsprong: En hoe denken ze daar bij jullie over? De studente draait met haar ogen en weigert verder elke medewerking aan de les. In het begin van de training ontdekt de trainer dat een vast vriendengroepje ontbreekt. Hij vraagt aan Salim waar ze zitten. Salim haalt zijn schouders op. Hoe moet hij dat nu weten? Wat loopt mis? In het eerste voorbeeld ziet de docente de studente in de eerste plaats als een vertegenwoordigster van haar (etnisch-) culturele groep. De studente ziet zichzelf in de eerste plaats als een studente in plaats van als Turkse, Islamitische, In het tweede voorbeeld zoekt de trainer bij Salim de verklaring waarom er bepaalde mensen niet op de training zijn. Hij ziet Salim als een deel van dat vriendengroepje en dat hij dat wel weet. Terwijl Salim de andere enkel op training ziet maar er eigenlijk nooit mee spreekt buiten de voetbal. Hij is toch ook maar speler? Moet de trainer dat niet weten? De beelden, waarden, normen, opvattingen en betekenissen die personen hebben, zorgen ervoor dat je op een bepaalde manier waarop die personen denken? De mensen moeten zoveel mogelijk neutraal te zijn. Je moet bewust van je eigen waardeoordelen en die van de anderen. Herleid de ander niet tot één kenmerk: allochtoon, vrouw. Wat zegt de ander over zichzelf? Hoe spreekt hij/zij over zichzelf? Wat vertelt hij/zij over de manier waarop anderen hem bekijken? Onderzoek in welke rol de ander zichzelf plaatst en speel daarop in. Welk beeld heeft de ander over jou? Klopt dit met de werkelijkheid? Vraag de ander hoe hij/zij de onderlinge relatie ervaart. Wat vind jij vanzelfsprekend? Wat vindt de andere vanzelfsprekend? Stel een alternatief relatiekader voor wanneer de ander jou in een ongepast hokje steekt.

4. Organisatie: hoe verhouden de verschillende betrokkenen zich tegenover elkaar en welke machtsverhoudingen moeten gerespecteerd worden? Bij organisatie hebben we de verwachtingen die de betrokkenen hebben tegenover elkaar. Sommige misvattingen ontstaan omdat de betrokkenen organisatorisch geen duidelijkheid hebben van de rol die zij spelen tegenover elkaar. Wat zijn de verwachtingen van elkaar? Een trainer frustreert zich over het feit dat de ouders van Mafoud nooit naar de training komen. Hij begrijpt niet hoe ouders zo ongeïnteresseerd kunnen zijn in hun zoon. Wanneer hij de vader opbelt om hem hierover aan te spreken zegt deze dat de problemen die zich op het veld voordoen de verantwoordelijkheid zijn van de trainer. Wat loopt mis? Uit latere gesprekken blijkt dat de ouders en de trainer verschillende verwachtingen hebben tegenover elkaar. Zo is de afwezigheid op trainingen en wedstrijden voor de ouders van Mafoud niet zozeer een vorm van desinteresse maar een uiting van respect tegenover de autoriteit en verantwoordelijkheid van de trainer. Daar tegenover proberen de ouders ook de problemen die ze thuis hebben af te schermen van de voetbal, omdat ze dit als hun verantwoordelijkheid beschouwen en niet die van de trainer. Jij het bloed, ik de beenderen, zegt een Turks spreekwoord. Dit verwijst naar gescheiden verantwoordelijkheden. Tijdens de voetbal moet de trainer zijn verantwoordelijkheid nemen. Thuis doen de ouders dat (Intercultureel Netwerk vzw, 2004, p21). Vraag na welke verwachtingen de andere heeft van jou of de voetbalploeg. Leg uit hoe wat jouw rol is of wat de gangbare verwachtingen, waarden en regelgevingen zijn binnen de schoolcontext.

5. Inzet: wat zijn de motieven van de verschillende betrokken? Welke doelen willen ze stellen doorheen hun gedrag? Bij inzet zijn het de motieven, behoeftes, verlangens van de gespreksdeelnemers dat men probeert te ontdekken. Naargelang de grote van de invloed kan men druk uitoefenen in het gesprek. Je bent een racist, roept Ali naar de trainer nadat hij niet opgesteld werd tijdens de wedstrijd. De trainer antwoordt gepikeerd: Doe niet zo flauw, je weet best dat ik geen racist ben. Ali loopt boos weg. Wat loopt mis? De trainer reageert alleen op de onterechte beschuldiging van Ali. Hij ziet de achterliggende boodschap niet. Waarom zegt Ali dit? Ali is teleurgesteld, hij had meer verwacht. Achterhaal vanuit welke dieperliggende motieven iemand op een bepaalde manier reageert. Wat is er werkelijk gaande? Erken de zienswijze van de andere. Vraag naar de achtergrond van die mening. Vraag verduidelijking als je iets niet begrijpt. Neem een geïnteresseerde houding aan. Wanneer iemand het moeilijk heeft om over gedachten en gevoelens te praten, probeer haar of hem dan eerst op zijn gemak te stellen. Hou je emoties onder controle en heb geen angst voor stiltes.