Inside 4-99 Van de natuur leren in een aangepaste omgeving: De belevingstuin Een samenwerkingsproject van zorg en onderwijs Ton Metselaar 1. Knorrende vlonders en waterfluiten Vanaf 1997 heeft, binnen de zorginstelling De Blauwe Kamer en de onderwijsinstelling Convergo, de werkgroep 'Belevingstuin' gewerkt aan de ontwikkeling van een tuin speciaal voor kinderen met een visuele en verstandelijke handicap. Uitgangspunt daarbij was dat er een tuin zou komen, zodanig ingericht dat iedere bezoeker door het aanbod van zintuigprikkels spontaan op verkenning zou gaan in een uitdagende buitenruimte: de belevingstuin. De belangrijkste randvoorwaarden waren hierbij duidelijkheid, veiligheid en toegankelijkheid, terwijl er ook aandacht moest zijn voor de ondersteuning van de zelfstandige mobiliteit. Nu, drie 20 jaar later, is deze wel heel bijzondere tuin gerealiseerd. Vele onderdelen in de tuin zijn in onderling samenspel bedacht, bijeengezocht, ontwikkeld en uitgevoerd. Naast dingen om te voelen is er gedacht aan alle andere zintuigen. Zo zijn er een aantal natuurlijke en spontane geluidsbronnen, maar er zijn ook een aantal voorwerpen en onderdelen die geluid maken op het moment dat een kind of bewoner er iets mee doet. Alle elementen in de tuin vinden in hun aard en oorsprong hun relatie met de natuur. De beplanting is gebaseerd op een natuurgerichte, ecologische benadering waarbij de diversiteit van soorten en het aanbod zijn afgestemd op de gehandicapte bezoeker. Hierbij zijn geur, kleur, vorm, smaak en tast van belang. 2. Zintuigeilanden De bezoeker van de tuin wordt over een halfverhard pad langs diverse zintuigeilanden geleid. Het pad, met een 'honingraat' ondergrond voor de drainage, is toegankelijk voor rolstoelen. Langs het pad loopt een gidslijn van dik sisal-touw om de route te markeren. De 'eilanden' liggen als open cirkels in een rijke be-
Inside 4-99 groeiïng van bomen struiken en planten. Tot op heden zijn de volgende zintuigeilanden gerealiseerd: Het reliefterras Met behulp van verschillende natuurlijke materialen zijn er een aantal bodemstructuren aangelegd. Zo is er een schelpenbak, een kiezelpad en een vloer met boomschors. Al luisterend, tastend en ruikend zijn de verschillen duidelijk merkbaar. Het voel- en testterras Hier ligt de nadruk op het onderzoeken van verschillende materialen met de handen; grof en fijn, zacht en hard, nat en droog, koud en warm. Het auditief terras Tussen compartimenten van een bamboescherm worden diverse elementen samengebracht die geluid maken. Zo is er een 'druipgrot', een zwerfkei met metalen stroken die als xylofoon gebruikt kan worden en een zaadwiel dat het geluid van regen nabootst. Het geur- en smaakterras Dit plein wordt omgeven door geurende planten als munt en lavendel. Midden op het plein staat een nostalgisch afdak met een 'geurorgel'; door de toetsen met de handen te beroeren komen geuren van bijv. drop en sinaasappelen vrij. 21 z l De waterpartij Voor kinderen werkt water als een magneet. Op het eind van de tuin, die in totaal zo'n 1300m` beslaat, ligt een vijver. Uiteraard
voorzien van een hek, biedt deze vijver bij uitstek elementen om kinderen te prikkelen. Zo is er een beweegbare brug, waarvan de stabiliteit instelbaar is. Met name hier ervaar je hoe het is om visueel gehandicapt te zijn. Kinderen en bewoners moeten veel angst overwinnen om de, in onze ogen, nauwelijks bewegende brug te passeren. 'Mees, hou jij hem even vast?', zegt een jongen die, op handen en voeten, het obstakel neemt. Heel leuk is de waterbak, waar het opgepompte water als een soort filmlaag naar beneden stroomt. Hier kan je heerlijk spetteren en de stroom van het water beïnvloeden. In de vijver staan 'waterfluiten' die je met een druk op de knop in werking kunt stellen. Hoewel ze voor de meeste kinderen niet zichtbaar zijn, zitten ze er toch in goudvissen! Ons idee van een vertrouwde omgeving zit soms dieper dan het creeëren van een omgeving voor de visueel gehandicapte medemens! Met de handen op de rug. Gijs van Gemert (1993*) heeft met betrekking tot de opvoeding van verstandelijk gehandicapten al eens aangegeven dat het de kunst is om in de begeleiding 'de handen op de rug te houden'. Het plezierige van de belevingstuin is, datje dit principe letterlijk kunt, zelfs moet uitvoeren. Als begeleider heb je de neiging kinderen langs alle 'attracties' te voeren. Maar dat is nou juist niet de bedoeling. Laat ze maar gaan. Al hebben ze alleen maar oog ( of oor en neus) voor de waterbak of het geurorgel; het kind bepaalt zelf frequentie en intensiteit. Het is belangrijk om niet de kinderen af te remmen, maar jezelf in te tomen! Juist in een wereld waarin zaken snel, dynamisch en vluchtig gaan, biedt een belevingstuin de mogelijkheid tot rust en verstilling. En dat geldt niet alleen voor de kinderen. 3. Veiligheid versus uitdaging In de begeleiding van visueel gehandicapten is er altijd het spanningsveld tussen: hoe maak ik de omgeving zo veilig mogelijk en hoe zorg ik voor een omgeving die uitdagend genoeg is. Zelf wel eens geblinddoekt geweest? Ik kan U uit eigen ervaring melden dat je daar erg onzeker en passief van wordt. Je kijkt wel uit, voor je het weet struikel je over lage objecten of stoot' J 'e hoofd tegen een paal. Maar als je niks onderneemt, kom je ook nergens! Het
is boeiend te zien, dat dit spanningsveld ook terugkomt in het gebruik van de belevingstuin. Zo heeft het hoveniersbedrijf recent alle losse materialen (bladeren, eikels etc.) met een bladblazer verwijderd. Enerzijds geldt hier een esthetisch uitgangspunt: 'een tuin dient er verzorgd bij te liggen; schoon en overzichtelijk'. Bovendien geldt de begrijpelijke angst dat kinderen kunnen uitglijden over glibberige materialen. Maar... natte bladeren en opgehoopte eikels horen nu eenmaal bij de herfst. Het is juist de kunst om kinderen verantwoord te laten ervaren dat ze voorzichtig moeten zijn in deze tijd van het jaar! Te vroeg geopend In juni 1999 is de belevingstuin officieel geopend door Sap de Aardwortel uit het land van Ooit ('Ik ben Sap, een aardwortel jawel...) De tuin zal echter pas over een jaar op haar ecologische hoogtepunt zijn. Vaste planten zullen de slag aangaan met 'onkruiden' om hun bestaansrecht te verzekeren. Reeds nu is er de neiging om onkruid te wieden, want het oog wil ook wat! De tuinarchitect drukt ons echter op het hart de natuur zo veel mogelijk haar eigen gang te laten gaan. Vrijwel alle zintuigelementen zijn inmiddels geplaatst. Er is nog een optie voor een laatste terras. De gedachten gaan uit om dit terras uit te bouwen tot 'kunstterras'. We willen kunstenaars uitnodigen buitenobjecten te bedenken die bijv. lekker voelen (hout, keramiek), geluid maken, lekker zitten etc. 4. Goede raad is duur! Aan collega's die een soortgelijke tuin willen aanleggen, wil ik een aantal overwegingen meegeven. De aanleg van deze tuin is gerealiseerd door professionals. Een werkgroep bestaande uit enthousiaste medewerkers van beide instellingen heeft veel invloed gehad op de vormgeving en uitvoering. Hun kennis van de doelgroep was onontbeerlijk, maar ook hun visie op het gebruik van materialen, toegankelijkheid, veiligheid etc. Desalniettemin is de hulp ingeroepen van een tuinarchitect en een hoveniersbedrijf. Ook voor de technische objecten hebben we een beroep gedaan op een deskundige. Dit alles neemt niet weg dat instellingen veel zaken in eigen beheer kunnen doen. Het echte werk begint echter pas na de opening. Zorg voor een (vrijwillige) beheerder en sluit
een meerjarencontract af met het hoveniersbedrijf. Veel van dit soort projecten raken in de versukkeling omdat bezielende pioniers na verloop van tijd vertrekken. M.a.w.: laat de tuin niet afhankelijk zijn van personen! Leg de verantwoordelijkheid en zorg voor de tuin zo breed mogelijk weg in de organisatie. Laat niet alleen de doelgroep profiteren van de tuin, maar stel ook anderen in de gelegenheid om de tuin te bezoeken. In Breda heeft een vierdejaars Pabo-student de opdracht gekregen een lesbrief te ontwikkelen voor het jonge kind van de basisschool. Het mes snijdt zo aan twee kanten: jonge kinderen leren hun zintuigen te gebruiken, èn er is een mogelijkheid om gehandicapte en niet-gehandicapte kinderen elkaars wereld te laten verkennen. Integratie begint tenslotte aan de basis. Y".F y En tenslotte, de financiering. De tuin zoals wij die gerealiseerd hebben, kost geld, heel veel geld. Overbodig om te stellen dat we niet bij onze ministeries (VWS en OC&W) hoefden aan te kloppen. Je zult dus op zoek moeten naar een andere geldstroom, met name die van de fondsen. Dit kost veel tijd en energie, maar mijn ervaring is dat als je met een goed plan komt er veel mogelijk is in Nederland. Vergeet je sponsors niet na de opening. Blijf ze informeren over het wel en wee van je tuin. Succes!! Ton Metselaar, Namens de werkgroep Belevingstuin Breda.
De Belevingstuin is gemaakt in opdracht van Convergo Onderwijsinstelling Breda en De Blauwe Kamer Breda. Beide instellingen zijn werkzaam op het gebied van zorg en onderwijs aan mensen met een visuele en verstandelijke handicap. Adres: Galderseweg 65, 4836 AC Breda, tel. Convergo 076-5613739, tel. De Blauwe Kamer 076-5607500 Ontwerp: Bureau Aangepast Groen Groesbeek, Herman Berteler. Kunstobjecten: Acoustic Art Haarlem, Huub van der Laan. Realisatie: Hoveniersbedrijf Van Ginkel Veenendaal. Literatuurverwijzing: Gijs van Gemert. }^ 'Aangeleerde hulpeloosheid'. Tijdschrift De Klik, november 1993. 25