PM10 in het binnenmilieu Het effect van het branden van kaarsen en van gourmetten



Vergelijkbare documenten
VentilatiemetenmetCO2alstracergas2009

Resultaat Initieel onderzoek Luchtkwaliteit KunstKring Ruurlo

FIJNSTOF TEN GEVOLGE VAN KOKEN. 22 januari 2015 Piet Jacobs & Wouter Borsboom

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid

Luchtkwaliteit in Zeist

Binnenluchtmeting. School te Badhoevedorp

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

2. Op welke punten schieten de huidige normen tekort? Hoe zouden ze moeten veranderen om effectief te kunnen handhaven?

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november Mortsel

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Roetmemo Roetkaart december 2014

Spinfeeder laat veel stof opwaaien

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

RIVM-onderzoek naar Thermphos

Monique Meijerink 30 maart Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Houtrook en gezondheid. Sjoerd van den Berg, arts Medische milieukunde GGD FLEVOLAND

'Your air.. Our care!'

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Afbeelding 1.1. Situering emplacement Rouaanstraat 2. TOETSINGSKADER

IS METEN WETEN? Worst case = Bad idea? NVvA Symposium 2011 Zeist, donderdag 14 april Jodokus Diemel, Arbeidshygienist, Arbode Consultancy

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Inspectierapport. Kinderopvang Allkidsz (BSO) Pieter Calandlaan SE AMSTERDAM Registratienummer:

PROTOCOL TEMPERATUUR, VOCHTBEHEERSING EN HITTE

Luchtkwaliteit en windmolens

Overheid verscherpt de binnenklimaat normen

> Verwarmen en ventileren

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Balansventilatie in Vathorst Effectstudie van de verbetermaatregelen

FIJN STOF IN HET BINNENMILIEU

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

BINNENKLIMAAT OP HET ACADEMIEPLEIN

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Witte Dakcoating Höften Strakschilders

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Geachte griffier, Wilt u dit bericht doorgeven aan de raadsleden, en het college van B&W? Tevens vragen om rookhinder tegen te gaan:

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S /N0003/902610/Nijm

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers

Proef door een scholier 2550 woorden 19 juni keer beoordeeld. Hart; autonome slimheid. Pagina 1 van 10

Ecoworks 4 u T.a.v. de heer S. Jansen Caselehof CD Melderslo (Horst a/d Maas) Datum: 29 januari 2013

Ventielventilatie. Beschrijving

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

Luchtkwaliteit t.g.v. wegverkeer. parkeren Spoorzone

BELANG VAN KOOKAFZUIGING IN LUCHTDICHTE WONINGEN. ISIAQ.nl symposium Piet Jacobs

Meten is weten als je weet wat je meet

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Ventilatie. Ton Knaapen Gezondheid/Comfort/Energiebesparing

Verwarmen en ventileren. Advies voor frisse lucht in huis

Meetprotocol fijn stof bepaling in kantoren en scholen

Ventileren. Op adem komen doe je thuis. Thuis is een huis van Servatius. servatius.nl

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

Vereniging van eigenaren

Gezond wonen. Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten

Beoordeling gezondheidsrisico's door sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat

Rapportage Klimaatonderzoek Gemeentehuis Drimmelen Archiefruimte

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

Aantal fietsen Kosten ( ) Verandering kosten ( )

Het hoofd in de wolken

Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

Indicator 10 Lucht. ) en fijnstof (PM 10

Luchtkwaliteit aansluiting. 2 rotondes Hamelandweg

MD751 CO-detectiecentrale Gebruikershandleiding

Ventilatie is het proces waarbij verse lucht van buiten naar binnen wordt toegevoerd en gebruikte lucht van binnen naar buiten wordt afgevoerd.

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Gezonde binnenlucht op school? Van belang voor je gezondheid!

Gezond wonen. Tips voor een gezond binnenmilieu van de GGD Zuid-Holland Zuid

Houtrook en gezondheid. Frans Duijm, milieuarts Bunnik Netwerkdag Slimme en Gezonde Stad

ENV-MB450-NV. CO2 s i g n a a l m e t e r G e b r u i k e r s h a n d l e i d i n g (versie maart 2015)

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Vergunningen, Luchtkwaliteit en Gezondheid. Wijkplatformvergadering IJmuiden Noord 8 juni 2016

Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten

Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Rapportage Samenvatting Amsterdam

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

Samenvatting. Invloeden op de gezondheid en op het cognitief functioneren

ClimaRad en binnenmilieu Achtergrondinformatie voor de consument CLIMARAD-EN-BINNENMILIEU NL

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

N204 - reconstructie ter hoogte van Linschoten. Luchtkwaliteitsonderzoek

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Rapportage BINNENMILIEU IN ZORGINSTELLINGEN. Project in samenwerking met de gemeente Arnhem gefinancierd door de

Huurdersinformatie. Goed ventileren, erg belangrijk

Meting energieverbruik decentrale Ventilatie. 12 juli 2018

Luchtkwaliteit in Cubicus-gebouw UT Twente

Meetprotocol fijn stof bepaling in kantoren. Piet Jacobs, onderzoeker Energie, Comfort en Binnenmilieu

Real-time Exposure to Substances In Dutch Undergrounds (RESIDU)

Dynamisch hulpmiddel ter ondersteuning van het advies inzake de correcte ventilatie van woningen

Luchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Onderzoek Luchtkwaliteit

Risicoschatting emissie PFOA voor omwonenden

Transcriptie:

PM10 in het binnenmilieu Het effect van het branden van kaarsen en van gourmetten samenvattend rapport mei 2010 G. Meijer F. Duijm GGD Groningen Postbus 584 9700 AN Groningen

Samenvatting Om een beeld te krijgen van de mogelijke blootstelling aan PM10 in het binnenmilieu als gevolg van bronnen binnenshuis zijn metingen gedaan in een aantal ruimten. Het onderzoek is gedaan bij verschillende soorten kaarsen en tijdens gourmetten met een elektrisch gourmetstel en tijdens gourmetten op spiritus. Uit de onderzoeken kan worden geconcludeerd dat het branden van kaarsen tot een lichte verhoging van de PM10-concentratie leidt. Na het uitblazen van kaarsen stijgt de concentratie PM10 sterk. Er bleek weinig verschil te bestaan tussen de uitstoot van verschillende soorten kaarsen, wanneer deze onder gelijke omstandigheden werden verbrand. Vergeleken werden kaarsen van was, stearine en paraffine van diverse kleuren. Gourmetten geeft een zeer sterke stijging van de PM10-concentratie. De uitstoot bij gourmetten was niet duidelijk afhankelijk van de verwarmingsbron (elektrisch of spiritus). Het is aan te bevelen om zowel na het uitblazen van kaarsen als bij gourmetten (of andere bak- en braadactiviteiten) extra te ventileren en goed te ventileren tijdens het branden van kaarsen. 2

Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Inhoudsopgave... 3 Voorwoord... 4 1. Inleiding... 5 2. Opzet en methode... 5 2.1 Branden van kaarsen... 5 2.2 Gourmetten... 5 3. Resultaten... 6 3.1 Kaarsenonderzoek, onderdeel 1... 6 3.2 Kaarsenonderzoek, onderdeel 2... 8 3.3 Kaarsenonderzoek, onderdeel 3... 12 3.4 Gourmetonderzoek, onderdeel 1... 14 3.5 Gourmetonderzoek, onderdeel 2... 15 4. Discussie... 16 5. Conclusies... 16 5.1 Branden van kaarsen... 16 5.2 Gourmetten... 16 6. Aanbevelingen... 16 Bijlagen... 17 3

Voorwoord De Gemeente Groningen stelt de GGD Groningen in de gelegenheid om onderzoek te doen op het gebied van milieu en gezondheid. In de afgelopen jaren zijn er een aantal onderzoeken uitgevoerd naar verontreinigingen in de lucht in woningen. Een deel van de onderzoeken richtte zich op PM10 in het binnenmilieu als gevolg van bepaalde activiteiten, zoals het stoken van open haard, het branden van kaarsen, bakken, braden en gourmetten. Twee milieukunde-studenten van het van Hall Instituut, Evelien Pol en Geert de Boer, hebben in 1996 en 1997 een aantal onderzoekjes gedaan naar de invloed van het branden van kaarsen en van gourmetten. Dit als voorbereiding op hun stage-opdracht: PAK-blootstelling en -belasting in woningen. De resultaten van deze onderzoekjes zijn echter niet openbaar gemaakt, terwijl de bevindingen wel interessant zijn. In dit rapport worden de resultaten van de vijf onderzoekjes van de studenten samengevat. Een woord van dank gaat uit naar Evelien Pol en Geert de Boer voor hun bijdrage. Ook dank aan mevrouw A. van Tellingen-Vooys voor het kunnen meten in haar woning tijdens de familiebijeenkomst met kerst. 4

1. Inleiding PM10 (fijn stof) in de buitenlucht heeft veel schadelijke effecten. De WHO adviseert een jaargemiddelde concentratie < 20 µg/m 3 voor PM10 en een daggemiddelde < 50 µg/m 3 dat maximaal 3 dagen per jaar overschreden mag worden. PM10 in de binnenlucht heeft deels een andere samenstelling dan PM10 in de buitenlucht. Er is geen norm voor PM10 in binnenlucht vastgesteld. De advieswaarde van het RIVM voor binnenlucht sluit aan bij de wettelijke advieswaarde van de WHO voor buitenlucht (Dusseldorp A, van Bruggen M. Gezondheidkundige advieswaarden binnenmilieu, een update. 2007. RIVM-rapport: 609021043). De GGD Groningen heeft een aantal onderzoeken gedaan naar PM10 in het binnenmilieu en de invloed hierop door het branden van kaarsen en van gourmetten. In deze rapportage worden de resultaten samengevat. Vraagstelling: Wat is de invloed van het branden en doven van kaarsen op de hoeveelheid PM10 in de binnenlucht? Is de samenstelling en kleur van de kaars van invloed op de hoogte van de PM10- concentratie? Tot welke hoogtes kan de concentratie PM10 in het binnenmilieu oplopen tijdens gourmetten en is dit afhankelijk van de verwarmingsbron? 2. Opzet en methode Er zijn verschillende deelonderzoeken gedaan in 2 woningen en 2 kantoorruimten met het branden van kaarsen en gourmetten. Hier worden de deelonderzoeken nader beschreven. Tijdens de onderzoeken zijn continu gemeten: PM10 met een MIE DataRam aerosol monitor, CO 2 met een Axiom 203, CO met een Dräger PAC II. Na afloop van de test zijn de data, die werden opgeslagen door de verschillende meters, uitgelezen en met de bijbehorende software verwerkt tot grafieken. 2.1 Branden van kaarsen Dit onderzoek bestaat uit drie onderdelen: 1. In een kantoorruimte van 47 m 3 zijn gelijktijdig 4 tot 35 van in totaal 36 kaarsen (8 soorten) gedurende ongeveer 3 uur gebrand en daarna uitgeblazen. 2. In een woonkamer met open keuken van 129 m 3 zijn telkens 10 tot 12 kaarsen tegelijk gebrand en daarna uitgeblazen. Er zijn verschillende soorten kaarsen gebruikt. 3. Op basis van de resultaten van het 2 e deelonderzoek is onder gelijke omstandigheden gekeken naar de uitstoot van de verschillende soorten kaarsen in een kantoorruimte van 59 m 3. 2.2 Gourmetten Dit onderzoek betaat uit twee metingen: 1. Tijdens een familiebijeenkomst met 17 personen in een woonkamer van 62 m 3 met gebalanceerde ventilatie is tijdens gourmetten met twee elektrische gourmetstellen (16 pannetjes) gemeten. 2. In een kantoorruimte van 59 m 3 zijn pannekoekjes gebakken op een tweepans spriritus gourmetstel. Er zijn gemiddeld 4 personen aanwezig in de ruimte met enkelzijdige ventilatie door middel van 2 ramen. 5

3. Resultaten 3.1 Kaarsenonderzoek, onderdeel 1 Gedurende circa 3 uur zijn 4 tot 35 van in totaal 36 kaarsen (8 soorten) gebrand in een kantoorruimte met een inhoud van 47 m 3. Niet duidelijk is of er is gemeten met de PM10 voorafscheider. De grafiek van de PM-concentratie is weergegeven in figuur 1. De plattegrond van de ruimte, een lijst van de gebruikte kaarsen, het tijdschema, de grafiek van CO 2, en de tabel met COwaarden zijn te vinden in bijlage 1. PM: Figuur 1. PM-concentratie gedurende het 1 e kaarsenonderzoek In figuur 1 is te zien dat de PM-concentratie stijgt als de kaarsen worden aangestoken, maar dat vooral het uitblazen van de kaarsen het grootste effect heeft op het PM-gehalte. Het aansteken van de 4 stearinekaarsen heeft een lichte stijging van het PM-gehalte tot gevolg. Het branden van de tuinkaars heeft daarintegen een zeer snelle stijging van het PMgehalte (maximaal 140 µg/m 3 ) tot gevolg. Na het uitblazen van de tuinkaars (14:30u) zakt het PM-gehalte tot een niveau van ongeveer 70 µg/m 3. Het laten branden van alle kaarsen heeft een zeer lichte stijging van het PM-gehalte tot gevolg. Vanaf 16:20u is er een sterke stijging van het PM-gehalte waar te nemen, aansluitend aan het uitblazen van alle kaarsen. CO 2 : CO 2 is een verbrandingsproduct. Bij het branden van 4 stearine kaarsen werd er al een verhoging van de CO 2 -concentratie waargenomen. Bij het tegelijk laten branden van 35 kaarsen liep de de CO 2 -concentratie zeer snel op. Door hierna te ventileren zakte de CO 2 - concentratie weer snel. De maximale geregistreerde CO 2 -concentratie was 3339 ppm. De uiteindelijke CO 2 - concentratie was nog veel hoger, maar dit kon niet worden geregistreerd door de logger. De grafiek van het CO 2 -verloop tijdens de test is te vinden in bijlage 1. 6

CO: Het laten branden van 36 kaarsen geeft een lichte stijging van de CO-concentratie. De maximaal bereikte CO-waarde is 10 ppm. Een tabel met de gemeten CO-waarden staat in bijlage 1. Conclusies 1 e kaarsenonderzoek Het effect van het branden van kaarsen in een kamer is: - een stijging van het PM-gehalte door het branden - een sterke stijging van het PM-gehalte door uitblazen - een sterke stijging van de CO 2 -concentratie - een lichte stijging van de CO-concentratie 7

3.2 Kaarsenonderzoek, onderdeel 2 Uit het 1 e kaarsenonderzoek bleek dat bij het branden van kaarsen PM, CO 2 en CO ontstaan. De eerste proef was indicatief en een worst case benadering (36 kaarsen in een kantoorruimte met een inhoud van 47 m 3 ). Om een beeld te krijgen van de concentraties in een normale situatie, is een test gedaan in een woonkamer van 129 m 3. Hier zijn 10-12 kaarsen tegelijk gebrand en na verloop van tijd uitgeblazen. De test is in totaal 5 maal uitgevoerd met verschillende soorten kaarsen, achtereenvolgens: bijenwaskaarsen, witte paraffinekaarsen, rode paraffinekaarsen theelichtjes (paraffine), stearinekaarsen. De kaarsen zijn voor en na de meting gewogen. De plattegrond van de ruimte, een lijst van de gebruikte kaarsen, het tijdschem en de tabel met meetgegevens zijn te vinden in bijlage 2. In figuur 2 tot en met 5 zijn de grafieken van PM10 en CO 2 van de verschillende tests weergegeven. De schaalverdelingen op de y-as van de figuren zijn verschillend. Figuur 2. Grafiek van PM10 bij het branden van bijenwas- en witte paraffinekaarsen 2 e kaarsenonderzoek. 8

Figuur 3. Grafiek van PM10 bij het branden van rode paraffinekaarsen 2 e kaarsenonderzoek. Figuur 4. Grafiek van PM10 bij het branden van theelichtjes 2 e kaarsenonderzoek. 9

Figuur 5. Grafiek van PM10 bij het branden van stearinekaarsen 2 e kaarsenonderzoek. Bespreking van de resultaten: Brandgedrag Alle kaarssoorten branden ongeveer even snel, met uitzondering van de waxinelichtjes. Deze branden met een snelheid van 2,6 g/uur per kaars (zie ook tabel 4 in bijlage 2). PM10 De PM10-concentraties stijgen iets als gevolg van het branden van kaarsen. Aangezien de achtergrondconcentratie verschilt en deze niet is gemeten, kan geen uitspraak worden gedaan over de absolute bijdrage van de verschillende soorten kaarsen aan de PM10-concentratie. Wel lijken de stearinekaarsen, in vergelijking met de paraffinekaarsen, regelmatiger te branden. De theelichtjes branden met kleinere vlammetjes en geven om die reden per kaars waarschijnlijk een lagere uitstoot. Na het uitblazen van de rode paraffinekaarsen bereikt de PM10-concentratie de hoogste waarde, nl. 504 µg/m 3. De theelichtjes geven na het uitblazen de laagste PM10-piek, nl. 86 µg/m 3. De overige kaarssoorten geven na het uitblazen een PM10-piek van 144 µg/m 3 (stearinekaarsen), 393 µg/m 3 (witte paraffinekaarsen) en 398 µg/m 3 (bijenwaskaarsen) (zie ook tabel 4 in bijlage 2). CO 2 De CO 2 -concentratie loopt tijdens het branden op. Tijdens het branden van de witte paraffinekaarsen bereikt de CO 2 -concentratie een top van 1528 ppm na ruim 4,5 uur branden en was nog steeds stijgende totdat de kaarsen werden uitgeblazen. Ditzelfde geldt voor de andere kaarsen behalve de stearinekaarsen. De CO 2 -concentratie steeg bij het branden van deze kaarsen tot een niveau van circa 1433 ppm (na ongeveer 2 uur) en bleef tot het uitblazen constant. De oorzaak hiervan is mogelijk meer ventilatie, want de verbrande massa van stearine was het grootst. De verbrande massa is bij het branden van de theelichtjes lager dan bij de andere kaarssoorten. De concentratie CO 2 die wordt bereikt is hierbij dan ook het laagst (zie ook tabel 4 in bijlage 2). 10

CO De hoogste CO-concentratie wordt waargenomen bij het branden van de stearinekaarsen (5,9 ppm). In verhouding tot de CO-concentraties bij de overige kaarssoorten is deze waarde afwijkend. Een verklaring hiervoor kan zijn dat tijdens het branden van de stearine kaarsen alcohol is genuttigd, waardoor o.a. ethanol in de lucht voorkwam. De CO-meter is ook gevoelig voor ethanol en registreert dit als CO. De overige kaarssoorten bereiken tijdens het branden een CO-concentratie van 0,5 (theelichtjes) tot 2,5 ppm (rode paraffinekaarsen). Conclusies 2 e kaarsenonderzoek - Tijdens het branden lopen de concentraties PM10 en CO 2 op. - Uitblazen van kaarsen geeft een sterke stijging van het PM10-gehalte. Bij de rode paraffinekaarsen is deze stijging het grootst. - Bij het branden van rode paraffinekaarsen wordt de CO-concentratie het hoogst, 2,5 ppm. (stearinekaarsen buiten beschouwing gelaten vanwege mogelijke verstoring door alcohol) Tussen de witte- en de rode paraffinekaarsen bestaan verschillen in PM10-concentratie na doven en in CO-concentratie tijdens het branden. Verder onderzoek naar de verschillen tussen witte en gekleurde kaarsen en de mogelijk schonere/slechtere verbranding van de verschillende soorten kaarsen is aan te bevelen. 11

3.3 Kaarsenonderzoek, onderdeel 3 Uit het 2 e kaarsenonderzoek bleek dat er grote verschillen zijn tussen de PM10-uitstoot na uitblazen en de CO-uitstoot tijdens het branden van de witte en rode paraffinekaarsen. Ook is bij de stearine-kaarsen een afwijking in de CO-uitstoot waargenomen. Daarom is de test nog eens gedeeltelijk herhaald met en witte en rode stearinekaarsen en paraffine kaarsen, onder standaardomstandigheden in een kantoorruimte van 59 m 3 met de deur gesloten. De theelichtjes en bijenwaskaarsen zijn niet bij dit onderzoek betrokken. Per soort kaars zijn vier kaarsen verspreid in de kantoorruimte neergezet. Na 45 minuten gebrand te hebben worden de kaarsen uitgeblazen. Na ongeveer 5 minuten wordt er gelucht door de ramen open te zetten. De plattegrond van de ruimte, het tijdschema, de tabel met meetgegevens en de grafieken van CO 2, relatieve luchtvochtigheid en temperatuur zijn te vinden in bijlage 3. In figuur 6 is de grafiek van PM10 van de verschillende tests weergegeven. Figuur 6. Grafiek van de concentratie PM10 van stearinekaarsen en witte en rode paraffinekaarsen 3 e kaarsenonderzoek. Bespreking van de resultaten: Brandgedrag De rode en witte paraffinekaarsen branden ongeveer even snel, namelijk circa 7 g/uur per kaars. In tegenstelling tot de resultaten van het 2 e kaarsenonderzoek branden de stearinekaarsen in deze test minder snel, namelijk 4,7 g/uur. Mogelijk dat er sprake is van een meetfout bij het wegen (zie ook tabel 6 in bijlage 3). 12

PM10 Er is weinig verschil tussen de gemiddelde concentraties PM10 voor het aansteken en tijdens het branden van de verschillende soorten kaarsen. Bij het branden van de witte paraffinekaarsen stijgt de concentratie na verloop van tijd, zonder dat er bij het branden iets is veranderd. Het verloop van de grafiek lijkt dan ook vooral afhankelijk van een wisselende achtergrondconcentratie. Na het uitblazen stijgt de PM10-concentratie aanzienlijk en bereikt een maximum van 754 µg/m 3 bij witte paraffinekaarsen, 659 µg/m 3 bij de rode paraffinekaarsen en 606 µg/m 3 bij de stearinekaarsen (zie ook tabel 6 in bijlage 3). CO 2 De gemeten maximale CO 2 -concentraties liggen dicht bij elkaar, rond 1200 ppm. Ook het verloop van de curves is vergelijkbaar (zie ook figuur 13 in bijlage 3). CO De gemeten CO-concentraties bij de verschillende soorten kaarsen zijn vergelijkbaar (zie ook tabel 6 in bijlage 3). Conclusies 3 e kaarsenonderzoek Uit bovenstaande blijkt dat er geen noemenswaardig verschil bestaat tussen de de PM10-uitstoot van de verschillende soorten kaarsen. De stearinekaarsen produceert tijdens het branden geen afwijkende CO-concentraties. 13

3.4 Gourmetonderzoek, onderdeel 1 Tijdens een familiebijeenkomst met gourmetten zijn de concentraties PM10 en CO 2 gemeten. Hierbij waren 8 volwassenen en 9 kinderen aanwezig. Er werd voedsel bereid op 2 elektrische gourmetstellen met 16 pannetjes. Ook werden 12 kaarsen gebrand. De inhoud van de kamer is 62 m 3. De ventilatie vond plaats via gebalanceerde toe- en afvoer van lucht (debiet onbekend). Resultaten De grafieken van de concentratie PM10 en CO 2 staan weergegeven in figuur 7. De plattegrond van de ruimte en het tijdschema zijn te vinden in bijlage 4. Figuur 7. PM10-concentratie en CO 2 gedurende het 1 e gourmetonderzoek In de grafiek is te zien dat na de start van het gourmetten het gehalte PM10 sterk stijgt tot een maximale waarde van 1854 µg/m 3. Wanneer de balkondeur op een kier wordt gezet, daalt het gehalte. Als het gourmetten stopt en de deur een aantal malen helemaal open gaat, daalt het gehalte snel tot het niveau van voor het gourmetten. Te zien is ook dat vanaf 16:15u de CO 2 geleidelijk tot 3921 ppm stijgt. Wanneer er meer wordt geventileerd, daalt het gehalte. Conclusies 1 e gourmetonderzoek Gourmetten met 2 gourmetstellen en 16 pannetjes heeft in dit onderzoek geleid tot een maximale concentratie PM10 van 1854 ug/m3. Hierbij moet opgemerkt worden dat deze waarde nog stijgende was toen er een deur werd open gezet, dus kan het gehalte nog verder oplopen wanneer niet extra wordt geventileerd. De stijging van de CO 2 is veroorzaakt door de 17 personen die er in de kamer aanwezig waren tijdens de proef en door het branden van 12 kaarsen in combinatie met een niet optimale ventilatie. 14

3.5 Gourmetonderzoek, onderdeel 2 Tijdens het 1 e gourmetonderzoek bleek dat er grote hoeveelheden PM10 vrijkomen bij elektrisch gourmetten. In dit onderzoek is een gourmetstel gebruikt met spiritusbranders. In een kantoorruimte met een inhoud van 59 m 3 zijn pannekoekjes gebakken op een tweepans spiritus gourmetstel. Hierbij werden de concentraties PM10, CO 2 en CO gemeten. Gemiddeld zijn er 4 personen in het kantoor aanwezig. Er werd geventileerd door één of twee ramen open te zetten. Resultaten De grafieken van de concentratie PM10 staat weergegeven in figuur 8. De plattegrond van de ruimte, het tijdschema en de grafiek van CO 2 zijn te vinden in bijlage 5. Figuur 8. PM10-concentratie gedurende het 2 e gourmetonderzoek In de grafiek is te zien dat de PM10-concentratie snel oploopt als het gourmetten is gestart. Als er extra wordt geventileerd door middel van het openzetten van de ramen, daalt de concentratie. Wanneer er een tijdje niet wordt geventileerd, dan stijgt de concentratie zwevende deeltjes tot een maximum van 1730 µg/m 3. Na het gourmetten werd gelucht en daalt de concentratie naar het beginniveau. In de CO 2 -grafiek (zie bijlage 5) is hetzelfde patroon te zien als in de PM10-grafiek. Wanneer het gourmetten begint, stijgt de CO 2 concentratie en bij ventilatie daalt deze weer. De maximale waarde die in dit onderzoek wordt bereikt is 1670 ppm. Conclusies 2 e gourmetonderzoek Ook bij gourmetten op spiritus-branders komen grote hoeveelheden zwevende deeltjes en kooldioxide vrij. Er is geen opvallend verschil tussen gourmetten op spiritus en elektrisch gourmetten. 15

4. Discussie Het is niet duidelijk of er bij het 1 e eerste kaarsenonderzoek gebruik is gemaakt van de PM10 voorafscheider. In de studentenrapportage wordt dat niet vermeld. Het kan zijn dat de concentratie totaal stof is vastgelegd. Voor de hoogte van de gemeten gehaltes is dit uiteraard van belang. De conclusies blijven echter gelijk. Bij het 2 e kaarsenonderzoek is wel sprake van een PM10 cycloon. In de studentenrapportage van het 3 e kaarsenonderzoek wordt ook niet expliciet gesproken over PM10, maar dit ligt wel voor de hand, aangezien het een vervolg is op onderzoek 2. In de studentenrapportage van de gourmetonderzoeken is PM10 gemeten. De gemeten gehaltes zijn waarschijnlijk wat hoger dan bij bakken in de keuken, omdat daar veelal relatief meer lucht wordt afgezogen. De bereidingstijd is in de keuken over het algemeen korter en er wordt minder gebakken en meer gekookt dan bij gourmetten. Het aantal blootgestelde personen is bij gourmetten groter dan bij voedselbereiding in de keuken. 5. Conclusies 5.1 Branden van kaarsen Het branden van kaarsen heeft tot gevolg: - een lichte stijging van de PM10-concentratie - een sterke stijging van de CO 2 -concentratie - een verwaarloosbare verandering van de CO-concentratie Het uitblazen van kaarsen heeft een sterke verhoging van de PM10-concentratie tot gevolg. In dit onderzoek zijn bij het branden van verschillende samenstelling en kleuren kaarsen geen grote verschillen in PM10-, CO 2 - en CO-uitstoot waargenomen. De verschillen die zijn waargenomen zijn waarschijnlijk voor een groot deel veroorzaakt door wisselende omstandigheden tijdens het onderzoek (walmen, achtergrondwaarden etc.). 5.2 Gourmetten Gourmetten leidt tot zeer hoge concentraties PM10 in het binnenmilieu. Tijdens het gourmetten is het gehalte PM10 opgelopen tot ruim 1800 µg/m 3. Bij gourmetten op spiritus is de concentratie PM10 in dezelfde orde van grootte als bij elektrisch gourmetten. 6. Aanbevelingen Tijdens het branden van kaarsen en vooral wanneer de kaarsen worden uitgeblazen is extra ventilatie van de woonkamer noodzakelijk. Ook tijdens bakken en braden dient voldoende geventileerd te worden. In de keuken kan dit met behulp van een goede afzuiging, maar bij voedselbereiding in de woonkamer, zoals bij gourmetten, is extra ventilatie noodzakelijk. Daarnaast worden tijdens gourmetten over het algemeen meer personen langere tijd blootgesteld en wordt er meer gebakken dan bij voedselbereiding in de keuken. 16

Bijlagen Kaarsenonderzoek, onderdeel 1 BIJLAGE 1 Situatieschets kantoorruimte (inhoud 47 m 3 ) met 36 kaarsen Figuur 9. Plattegrond kantoorruimte met locatie van de kaarsen. 17

Gebruikte kaarsen - 5 bordeaux rode kaarsen (HEMA) - 14 blauwe (fl 2.95) (ZEEMAN) - 4 rode gedraaide kaarsen (fl 1,-) (ZEEMAN) - 4 witte stearine kaarsen (GOUDA) - 1 blauwe (geur) tuinkaars (Eerlijk Ambacht) - 3 witte kaarsen (merk onbekend) - 2 groene kaarsen (merk onbekend) - 3 rode kaarsen (merk onbekend) De meeste kaarsen betaan waarschijnlijk vooral uit paraffine. Tijdschema datum tijd handeling 26/12/96 27/12/96 13:20 14:00 14:15 14:23 14:30 14:45 14:47 14:50 15:03 15:07 15:10 16:10 16:20 16:39 08:46 Tabel 1. Tijdschema 1 e kaarsenonderzoek geen kaarsen aan 4 Gouda kaarsen aangestoken tuinkaars aangestoken tuinkaars maakt veel roet tuinkaars uitgeblazen start aansteken rest kaarsen deur even open alle kaarsen zijn aan (behalve tuinkaars) deur even open deur even open deur +/- 30 sec. open één kaars uitgeblazen alle kaarsen uitgeblazen ventileren, 2 ramen open meting geeindigd 18

CO 2 (Het gehalte loopt op tot ver boven het maximale bereik van het meetapparaat) Beschrijving laag gem. hoog bereik eenheid Kooldioxide 330,75 663,995 3337,05 3006,3 ppm Figuur 10. Grafiek van de CO 2 -concentratie 1 e kaarsenonderzoek. CO tijd CO in ppm tijd CO in ppm 13:20 14:00 14:05 14:10 14:15 14:23 14:30 14:45 14:47 14:50 15:00 15:02 15:04 15:06 15:10 0 3 2 3 2 4 4 2 4 3 7 7 7 15:15 15:20 15:25 15:35 15:40 15:55 16:05 16:10 16:15 16:20 16:30 16:39 16:47 08:35 08:45 Tabel 2. Concentratie CO gedurende het 1 e kaarsenonderzoek. 8 7 9 8 8 8 8 8 10 10 7 9 4 1 1 19

Kaarsenonderzoek, onderdeel 2 BIJLAGE 2 Situatieschets woonruimte (inhoud 129 m 3 ) met apparatuur en kaarsen Figuur 11. plattegrond woonruimte met locatie van de apparatuur en kaarsen. Gebruikte kaarsen - paraffine theelichtjes (HEMA) - bijenwaskaarsen (Kruidvat) - witte paraffinekaarsen (HEMA) - witte stearinekaarsen (Gouda) - rode paraffinekaarsen (HEMA) De kaarsen zijn voor en na het branden gewogen. 20

Tijdschema datum tijd handeling 22/12/96 23/12/96 24/12/96 25/12/96 26/12/96 13:00 14:45 17:40 22:15 18:35 20:35 22:35 20:00 22:35 19:10 24:35 11:00 Tabel 3. Tijdschema 2 e kaarsenonderzoek bijenwaskaarsen aan bijenwaskaarsen uit witte parafine kaarsen aan witte parrafinekaarsen uit rode parrafinekaarsen aan deur naar hal open, 2 kaarsen walmen erg rode parrafinekaarsen uit theelichtjes aan theelichtjes uit stearinekaarsen aan stearinekaarsen uit meetapparatuur uit Meetgegevens soort kaarsen aantal gebrand brandduur maximum maximum CO2 maximum CO totaal verbrand totaal gebrand (n) (uur) PM10 (µg/m 3 ) (ppm) (ppm) gewicht van alle kaarsen samen gewicht per uur per kaars (g) (g/uur) bijenwas 12 1,75 398 1470 1 153 7,3 paraffine wit 10 4,58 393 1528 1 317 6,9 paraffine rood 10 4,00 504 1496 2,5 292 7,3 theelichtjes 10 2,58 86 960 0,5 68 2,6 stearine 10 5,42 144 1433 5,9 463 8,6 Tabel 4. Meetgegevens 2 e kaarsenonderzoek 21

Kaarsenonderzoek, onderdeel 3 BIJLAGE 3 Situatieschets kantoorruimte (inhoud 59 m 3 ) met apparatuur en kaarsen Figuur 12. Plattegrond kantooruimte met locatie van de apparatuur en kaarsen. Tijdschama datum tijd handeling 08/01/97 12:15 13:00 13:05 13:30 14:15 14:20 14:45 15:30 15:35 16:30 witte stearinekaarsen aansteken witte stearinekaarsen uitblazen luchten witte parffinekaarsen aansteken witte paraffinekaarsen uitblazen luchten rode paraffinekaarsen aansteken rode paraffinekaarsen uitblazen luchten einde meting Tabel 5. tijdschema 3 e kaarsenonderzoek 22

Meetgegevens soort kaarsen aantal gebrand brandduur maximum PM10 maximum CO totaal verbrand totaal gebrand (n) (uur) (µg/m 3 ) (ppm) gewicht van alle kaarsen samen gewicht per uur per kaars (g) (g/uur) stearine 4 0,75 606 1 14 4,7 paraffine wit 4 0,75 754 1 22 7,3 paraffine rood 4 0,75 659 1 20 6,7 Tabel 6. gegevens 3 e kaarsenonderzoek CO 2 Figuur 13. Grafiek van CO 2, relatieve luchtvochtigheid en temperatuur 3 e kaarsenonderzoek. 23

Gourmetonderzoek, onderdeel 1 BIJLAGE 4 Situatieschets woonruimte (inhoud 62 m 3 ) met open keuken Figuur 14. Plattegrond woning met locatie van de apparatuur. Tijdschema datum tijd handeling 26/12/96 15:00 15:20 16:15 18:20 18:35 18:40 19.25 19:30 19:45 20:00 20:15 20:30 20:45 21:00 Tabel 7. Tijdschema 1 e gourmetonderzoek 16 personen aanwezig 0 personen aanwezig 17 personen, 12 kaarsen aangestoken stokbrood in oven start gourmetten balkondeur op een kier gezet balkondeur dicht balkondeur op kier gezet open einde gourmetten balkondeur aantal malen open ivm opruimen balkondeur dicht 12 personen weg einde metingen 24

Gourmetonderzoek, onderdeel 2 BIJLAGE 5 Situatieschets kantoorruimte (inhoud 59 m 3 ) met apparatuur en gourmetstel Figuur 15. Plattegrond kantoorruimte met locatie van de apparatuur. Tijdschema datum tijd handeling 22/01/97 13:50 13:55 14:00 14:27 14:30 14:55 15:00 15:04 15:55 Tabel 8. Tijdschema 2 e gourmetonderzoek spritus in branders aansteken branders start gourmetten twee ramen open ramen dicht één raam open beide branders uit aansteken branders, hervatten gourmetten einde 25

CO 2 Figuur 16. Grafiek van CO 2 2 e gourmetonderzoek. 26