Het Staatsexamen Nt2 als gemeenschappelijke taaleis; ook in het Hoger Beroepsonderwijs



Vergelijkbare documenten
Deficiënties. bij de overstap van vwo naar universiteit voor de opleidingen Geneeskunde Tandheelkunde Diergeneeskunde.

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K


Veelgestelde vragen opleiding Tandheelkunde

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

U I T S P R A A K

Is Nederland toe aan een Nt2-examen programma 3?

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

In de meeste gevallen moet uw kind een taaltest afleggen. Een vrijstelling hiervan is in sommige gevallen mogelijk, wanneer:

Toelating tot de opleiding

U I T S P R A A K

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

U I T S P R A A K

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

U I T S P R A A K

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

VOORBEREIDEN OP EEN OPLEIDING AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

U I T S P R A A K

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

U I T S P R A A K

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING Vanaf

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

U I T S P R A A K

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer WO/BS/2001/ maart 2001

U I T S P R A A K

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden &

U I T S P R A A K en 2 1 9

REGLEMENT SELECTIE EN PLAATSING

MINISTERIE VAN ONDERWIJS WETENSCHAP EN CULTUUR No. Ag Paramaribo, 30 juni 2017 DE MINISTER VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR GEHOORD:

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE. INFORMATIE OVER HET COLLOQUIUM DOCTUM Datum: juli 2006

U I T S P R A A K

Colloquium Doctum. Algemene Faculteit. Afdeling LOFO. Afdeling Tweedegraads Lerarenopleiding

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

COLLOQUIUM DOCTUM REGELING FACULTY OF PSYCHOLOGY AND NEUROSCIENCE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

PENPAK IK WIL IN NEDERLAND STUDEREN. SCHAKELJAAR HBO/UNIVERSITEIT

ECLI:NL:RVS:2004:AR4275

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR No. Ag Paramaribo, 30 juni 2017 DE MINISTER VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR GEHOORD:

Toelating. Toelatingsonderzoek en deficiëntietoetsing 2016

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

U I T S P R A A K

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Reglement in- en uitschrijving Universiteit voor Humanistiek

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid

Toelating. Toelatingsonderzoek en deficiëntietoetsing

m UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2009Z12369.

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

Toelating. Toelatingsonderzoek en deficiëntietoetsing

MINISTERIE VAN ONDERWIJS WETENSCHAP EN CULTUUR No. Ag.4409 Paramaribo, 30 juni 2017 DE MINISTER VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR GEHOORD: GELEZEN:

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Toelating. Toelatingsonderzoek en deficiëntietoetsing

REGLEMENT SELECTIE BACHELOR DIERGENEESKUNDE Collegejaar Zoals vastgesteld door de decaan op 31 juli 2017

U I T S P R A A K

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

U I T S P R A A K

Artikel 2.3 Instellingscollegegeld voor EER-studenten Artikel 2.4 Instellingscollegegeld voor niet-eer-studenten

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

U I T S P R A A K

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Regeling Colloquium Doctum Tilburg School of Catholic Theology. Toelatingsonderzoek voor de opleiding: Bachelor Theologie

U I T S P R A A K

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

U I T S P R A A K

Faculteit Rechtsgeleerdheid Toelatingsreglement Nederlandstalige opleidingen Rechtsgeleerdheid

Cambridge. Engels VWO Staring A5 brochure Cambridge Engels.indd 1

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM

U I T S P R A A K

Aanmelding Taal- en Schakelcursus Inholland. Wat stuurt u naar ons op?

Regeling Colloquium Doctum

U I T S P R A A K

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Decentrale selectie Klinische Technologie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Toelatings- en vrijstellingsbeleid Hbo Bachelor Verpleegkunde

U I T S P R A A K

Op zoek naar talent en ambitie!

U I T S P R A A K

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO

U I T S P R A A K

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.

Transcriptie:

Het Staatsexamen Nt2 als gemeenschappelijke taaleis; ook in het Hoger Beroepsonderwijs Paul G.P. Herfs Inleiding Met enig regelmaat blijkt er sprake te zijn van onduidelijkheid en verwarring over de toelatingseisen die universiteiten en hogescholen stellen ten aanzien van allochtone studenten met een buitenlandse vooropleiding. Een voorbeeld betreft de onlangs door de Partij van de Arbeid gestelde vraag aan minister Hermans m.b.t. het ontbreken van een duidelijk civiel effect van het staatsexamen Nederlands als tweede taal bij toelating van buitenlandse studenten tot HO-opleidingen. In dit artikel beschrijft Paul Herfs hoe de universiteiten kwamen tot een gemeenschappelijk beleid en de plaats van het Staatsexamen NT2 in dit beleid. HBOinstellingen roept hij op het universitaire voorbeeld te volgen. Het gemeenschappelijke universitaire beleid Sinds jaar en dag werken universiteiten samen met betrekking tot de toelating van studenten met buitenlandse diploma s. Meer dan 20 jaar geleden werd hiertoe de Kommissie Buitenlandse Studerenden 1 opgericht. Eén van de kwesties die de KBS reeds lang geleden bepleit heeft, is de wettelijke verankering van de toetsing van de beheersing van de Nederlandse taal als toelatingsvoorwaarde. De universitaire taalinstituten ontwikkelden ongeveer 15 jaren geleden het Interuniversitaire Toelatingsexamen Nederlands (ITN). Het samenwerkingsverband waarbinnen dit gebeurde draagt de naam Interuniversitaire Werkgroep Toelatingsexamen Nederlands (IWTN). Alle Nederlandse universiteiten, behalve de Universiteit Leiden en de Technische Universiteit Delft 2, participeren in de Interuniversitaire Werkgroep Toelatingsexamen Nederlands. Het Interuniversitair Toelatingsexamen Nederlands fungeerde als voorbeeld voor het Staatsexamen Nederlands als tweede taal. De voertaal in het Nederlandse hoger onderwijs is de Nederlandse taal. Een buitenlandse student die aan een reguliere opleiding van een Nederlandse universiteit wenst te studeren dient een toelatingsverzoek in. Eén van de toelatingsexamens betreft een examen Nederlands. De Nederlandse universiteiten, die participeren in de Interuniversitaire Werkgroep Toelatingsexamen Nederlands, erkennen twee examens 1 De Kommissie Buitenlandse Studerenden is meer dan 20 jaar geleden opgericht als onderafdeling van het Landelijk Beraad Studentendecanen. De KBS-leden zijn studentendecanen van alle Nederlandse universiteiten, incl. de Open Universiteit. Buitengewone leden zijn vertegenwoordigers van de Stichting voor Vluchtelingstudenten UAF, de afdeling Diplomawaardering en Onderwijsvergelijking van de NUFFIC, het LOS-HBO, het Studentenpastoraat en de Foreign Student Service. Aandachtsvelden van de KBS zijn onder meer: studenten met een buitenlandse vooropleiding, allochtone studenten, rechtspositie, taaleisen, diplomawaardering, verblijfsvergunningen, nieuwe wetgeving. 2 Het feit dat de Universiteit Leiden en de Technische Universiteit Delft niet participeren in IWTN-verband, betekent niet dat deze beide universiteiten geen taaleisen hanteren. Integendeel, beide universiteiten hebben voor hun (aspirant) buitenlandse studenten toelatingstoetsen Nederlands ontwikkeld.

die blijk geven van voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Deze examens zijn: 1. het staatsexamen Nederlands als tweede taal (programma 2) dat wordt georganiseerd door de Afdeling Examendiensten van de Informatie Beheer Groep (afgekort: Nt2). 2. het examen Nederlands dat wordt georganiseerd door de verschillende universitaire taalinstituten. De naam van dit examen luidt: Interuniversitair Toelatingsexamen Nederlands (afgekort: ITN). Het is, na de invoering van het staatsexamen Nederlands als tweede taal in 1993, echter nooit de bedoeling geweest om studenten de vrije keuze te laten uit ofwel deelname aan het Nt2- of deelname aan het ITN-examen. De meeste universiteiten hanteren de regel dat studenten die in staat zijn deel te nemen aan het staatsexamen Nederlands als tweede taal, dit examen dienen af te leggen. Het Interuniversitair Toelatingsexamen Nederlands is een noodvoorziening waar op beperkte schaal gebruik van wordt gemaakt. Het niveau dat buitenlandse studenten bereiken door te slagen voor het staatsexamen Nederlands als tweede taal moet gezien worden als een startniveau en als een absoluut minimumniveau. Overigens is dat een constatering die geheel niet aansluit bij de beleving van de betreffende studenten. Verbetering van de beheersing van de Nederlandse taal tijdens de studie zou een veel belangrijkere plaats moeten innemen. Toch kan het niveau van het Staatsexamen Nt2 ook niet zonder meer verzwaard worden. Bedacht moet worden dat studenten die beschikken over een vergunning tot verblijf vanwege de voorbereiding op een HO-opleiding maximaal 12 maanden voorbereidingstijd krijgen vanaf het moment van inreis in Nederland (zie Vreemdelingencirculaire; Regulier B 6). Het Nt2-examen is derhalve niet alleen een minimum (wat betreft de toelatingsvoorwaarde) maar tegelijkertijd ook een maximum (wat betreft het niveau dat in een jaarcursus kan worden behaald). Verschillende rechtenfaculteiten eisen een hoger startniveau dan het Nt2 of ITN, omdat in deze opleidingen een hoger beheersingsniveau van de Nederlandse taal noodzakelijk wordt geacht. Ook aan de acht medische faculteiten worden inmiddels hogere eisen gesteld. Dit geldt in het bijzonder voor buitenlandse studenten die op basis van een reeds in het buitenland afgeronde artsopleiding in een hoger jaar van een opleiding geneeskunde worden toegelaten. Tijdens de co-schappen moeten deze studenten namelijk in staat zijn om in de Nederlandse taal te communiceren met patiënten. De Wet Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) Bij de totstandkoming van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal waren diverse instituten (CITO, 1992) betrokken, te weten de Informatie Beheer Groep, het Instituut voor de Leerplanontwikkeling (SLO), het Centraal Instituut voor de Toetsonwikkeling (CITO) en het Bureau voor Interculturele Evaluatie (ICE). Deze gezamenlijke activiteit was een voortvloeisel uit de werkzaamheden van de Adviescommissie Invoering Certificaten Nederlands als Tweede Taal, ook wel de commissie Hulstijn geheten. Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen gaf in november 1991 het eindrapport van genoemde commissie uit onder de titel: Certificaten Nederlands als Tweede Taal. Het eindrapport droeg de opmerkelijke ondertitel: Startbewijzen voor Onderwijs en Arbeidsmarkt. De minister deed bij invoering van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal echter geen uitspraak over het civiele effect ervan. Wel was de minister van 1

Onderwijs en Wetenschappen bereid relevante geledingen in de samenleving te stimuleren de certificaten te erkennen. De minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft eind 1991 het advies van de commissie Hulstijn overgenomen, waarin werd voorgesteld om het Nt2 examen programma 2 toelating te doen geven tot het Middelbaar Beroepsonderwijs, het Hoger Beroepsonderwijs en het Wetenschappelijk Onderwijs. Hoewel de minister vrij was om het bedoelde advies over te nemen, was het civiele effect van een diploma Nt2 niet helder. De Wet Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) bevat ten aanzien van de toelating van studenten op grond van buitenlandse diploma s de volgende bepalingen: WHW-artikel 7.28 lid 2: Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het instellingsbestuur bepalen dat de vrijstelling niet wordt verleend dan nadat ten genoegen van de desbetreffende examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. WHW-artikel 7.29 lid 1 bevat eveneens een eis met betrekking tot de beheersing van de Nederlandse taal: Het instellingsbestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de in artikel 7.24, eerste onderscheidenlijk tweede lid, bedoelde vooropleidingseis noch daarvan krachtens artikel 7.28 zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het instellingsbestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van dat onderwijs. Toelating van buitenlandse studenten tot HO-opleidingen geschiedt (voor het merendeel) op grond van de artikelen 7.28 (buitenlands diploma gelijkwaardig aan VWO-diploma) en 7.29 (colloquium doctum) van de WHW. De beide WHW-artikelen maken duidelijk dat niet de minister bepaalt of iemand die geslaagd is voor het staatsexamen Nt2 toegelaten kan worden, maar de examencommissie van de opleiding, waar de betreffende student toegelaten wenst te worden. Er is zelfs een wettelijke basis om eventueel bovenop het Nt2-examen aanvullende eisen te stellen, zoals nu reeds gebeurt aan een aantal rechtenfaculteiten (Erasmus Universiteit en Universiteit Utrecht). In Utrecht moeten buitenlandse diplomahouders slagen voor een aanvullend examen Nederlands van het James Boswell Instituut 3 om toegelaten te kunnen worden tot de studierichting rechten, vanwege het grote(re) beroep dat gedaan wordt op het kunnen doorschouwen van de nuances in de Nederlandse taal. Het WO-veld en de Staatsexamencommissie Nederlands als tweede taal De IWTN en de KBS volgen de ontwikkelingen ten aanzien van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal vanaf de invoering in 1993 op de voet. De IWTN houdt met name de inhoud van de toetsen in de gaten. De KBS heeft vanaf de invoering met name oog gehad voor de logistiek. Het was de Staatsexamencommissie Nederlands als tweede taal aanvankelijk een doorn in het oog dat de universiteiten het eigen ITN niet wensten op te geven. De vrees bestond dat het ITN en het staatsexamen Nt2 in een concurrentiepositie zouden komen te verkeren. Daarvan is echter nooit sprake geweest. Deelname aan het ITN 3 Het James Boswell Institituut is onderdeel van de Universiteit Utrecht. Studenten kunnen bij dit instituut terecht voor aanvullend onderwijs (cursussen Nederlands, Engels, scheikunde, wiskunde, enz.) 2

wordt slechts op kleine schaal toegestaan en is met name bedoeld voor studenten die niet kunnen deelnemen aan het Staatsexamen Nederlands als tweede taal. De inhoud van het staatsexamen Nt2 heeft tot nu toe niet ter discussie gestaan. De logistiek daarentegen was reden voor veel zorg. Een delegatie van IWTN en KBS vergadert jaarlijks met de voorzitter en secretaris van de Staatsexamencommissie om gerezen problemen aan te kunnen pakken. Hieronder volgen enkele voorbeelden. Vanaf de invoering van het Staatsexamen Nederlands als tweede taal is de lange aanmeldingstermijn van vier maanden ter discussie gesteld. Na veel aandringen is de aanmeldingstermijn teruggebracht naar drie maanden. Omdat de delegatie van IWTN en KBS voorzag dat sommige studenten gedupeerd zouden raken door de aanmeldingstermijn van drie maanden is in overleg met voorzitter en secretaris van de Staatsexamencommissie Nederlands als tweede taal de volgende oplossing bedacht. Universitaire taalinstituten kunnen bij de Afdeling Examendiensten van de Informatie Beheer Groep zogenaamde blokreserveringen claimen. Dat wil zeggen, dat een taalinstituut een beperkt aantal examenplaatsen kan reserveren bij de Afdeling Examendiensten om studenten die zich te laat hebben aangemeld, alsnog te kunnen laten deelnemen. De IWTN-KBS-delegatie heeft vanaf de invoering van het Staatsexamen Nt2 aangedrongen op een drietal afnames per jaar. De spreiding door het jaar is zodanig gekozen dat de uitslagen van de examens van april en juli voor de start van het academisch jaar bekend zijn. Veelvuldig is aangedrongen op het vervroegen van de vaststelling van de examenuitslagen van het juli-examen. In de eerste jaren van het Nt2 vond de vaststelling van de examenuitslagen vlak voor de start van het academisch jaar plaats. Om te voorkomen dat de uitslag van het Nt2-examen van juli te laat bekend wordt bij de instelling, is de volgende werkwijze bedacht. Studenten geven, door plaatsing van hun naam en handtekening op een lijst, te kennen dat de uitslagen van het Nt2-examen door de Afdeling Examendiensten onmiddellijk worden doorgegeven aan het betreffende taalinstituut of de universiteit. Rechtstreekse doorgifte van examenuitslagen door de Afdeling Examendiensten aan taalinstituten/universiteiten voorkomt bovendien dat er gefraudeerd wordt met de uitslagen. Vooralsnog heeft rechtstreekse doorgifte van de resultaten niet plaatsgevonden, omdat zulks in strijd zou zijn met de Wet op de Privacy. De taaleis Nederlands als onderdeel van het HBO-toelatingsbeleid De afstemming ten aanzien van het verplichtstellen van deelname aan het Staatsexamen Nederlands als tweede taal zoals dat geschiedt binnen IWTN- en KBSverband verdient mijns inziens navolging in het Hoger Beroeps Onderwijs. Ten aanzien van de taaleisen bestaan er verschillen tussen universiteiten. Deze verschillen zijn echter te verwaarlozen als men de hantering van taaleisen aan verschillende HBO-instellingen in ogenschouw neemt. Sommige hogescholen eisen exact hetzelfde als universitaire opleidingen. Er zijn echter ook HBO-instellingen die nagenoeg geen eisen stellen ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal. Het komt voor dat de ene faculteit van een hogeschool volstrekt andere eisen stelt, dan een zusterfaculteit binnen diezelfde hogeschool. Ook komt het voor dat een medewerker van een hogeschool een verzoek indient bij een universitair taalinstituut om een aanstaande HBO-student te laten deelnemen aan het ITN-examen, terwijl een 3

week later een positief resultaat op het ITN aan diezelfde hogeschool niet geaccepteerd wordt. De onduidelijkheid ten aanzien van de hantering van taaleisen aan enkele HBOinstellingen heeft waarschijnlijk te maken met de decentrale afwikkeling van toelatingsverzoeken van studenten met een buitenlandse vooropleiding. Bijna alle Nederlandse universiteiten kennen een centraal toelatingsbureau of Admission Office. Een dergelijk bureau maakt onderdeel uit van het Bureau Studentendecanen en is werkzaam voor alle faculteiten en opleidingen. Centrale afwikkeling van alle toelatingsverzoeken van buitenlandse studenten werkt uniforme hantering van taaleisen (én uniforme waardering van diploma s) in de hand. Het komt voor dat medewerkers van een HBO-instelling, die zelden of nooit betrokken zijn bij toelatingsprocedures, een oordeel vellen over het beheersingsniveau Nederlands van een buitenlandse student. Een opleidingscoördinator beslist bijvoorbeeld na een kort gesprek met een buitenlandse student dat deze kan worden toegelaten, zonder dat deze geslaagd is voor het Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Vervolgens worden de docenten van de betreffende opleiding tijdens het onderwijs geconfronteerd met een buitenlandse student die de Nederlandse taal in het geheel niet beheerst. De bijzonder slechte ervaringen met die buitenlandse studenten zorgen er vervolgens voor dat één jaar later de taaleisen aanmerkelijk worden aangescherpt. De betreffende student is inmiddels vanwege het niet voldoen aan de eisen van het bindend studieadvies van de hogeschool verwijderd. Het is aanbevelingswaardig als alle HBO-instellingen, net als (bijna alle) universitaire instellingen, het Staatsexamen Nederlands als tweede taal als minimumvoorwaarde voor toelating eisen. Buitenlandse studenten worden niet overvraagd met een Nt2-eis. Sterker nog: de buitenlandse student voor wie het Nt2-niveau te hoog gegrepen is, heeft naar alle waarschijnlijkheid (nog) weinig te zoeken in het Nederlandse hoger onderwijs. De betreffende student, maar ook de docenten en de medestudenten wordt een dienst bewezen door eisen te stellen aan het beheersingsniveau van de Nederlandse taal. Tot slot verdient het aanbeveling het beheersingsniveau van de Nederlandse taal (algemeen en vaktaal) tijdens de HO-opleiding verder te verbeteren. Zoals eerder geconstateerd werd, is met het behalen van het Nt2 een minimaal beheersingsniveau van de Nederlandse taal bereikt. Verdere verbetering tijdens de studie is absoluut noodzakelijk. Het artikel is een bewerkte versie van een lezing gehouden tijdens een studiedag van het Hoger Beroepsonderwijs in mei 1998 te Rotterdam. De auteur is werkzaam als studentendecaan aan het Studenten Service Centrum en als adjunct-directeur van Bureau Buitenland van de Universiteit Utrecht 4

Literatuur Herfs, P.G.P. (1992): Ontwikkelingen m.b.t. het wettelijk verplicht gestelde examen Nederlands. Interne notitie t.b.v. de Kommissie Buitenlandse Studerenden van het Landelijk Beraad Studentendecanen. Universiteit Utrecht. Herfs, P.G.P. (1997): De toelating van studenten met een buitenlandse vooropleiding aan de Universiteit Utrecht. Afdeling Studentenzaken. Universiteit Utrecht. Ministerie van Justitie: Vreemdelingencirculaire 2000; hoofdstuk Regulier B 6; april 2001). Sdu Uitgevers. Den Haag. Instituut voor Toetsontwikkeling (1992): informatiebulletin examen NT2; nummer 1. CITO, Arnhem. Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (1991): Certificaten Nederlands als Tweede Taal. Eindrapport van de Adviescommissie Invoering Certificaten Nederlands als Tweede Taal. Sdu Den Haag. 5