BEROEPSPRAKTIJKVORMING. Leeuwarden



Vergelijkbare documenten
BEROEPSPRAKTIJKVORMING. Leeuwarden

Stage Informatie Schooljaar stage. [Geef

Middelbaar beroepsonderwijs (zie verder uitleg na dit schema) Beroeps Opleidende Leerweg (zie verder uitleg na dit schema)

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

Studentopdracht INtheMC

INtheMC. Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: Aanvinken v=voldoende a = aanpassen 2=2e gelegenheid

Academie voor Sportkader. Kwalificatieprofiel Wedstrijdadministratie (Official 2)

Stagewijzer. Stagiairs

Goed voorbeeld van een stageovereenkomst

Studentopdracht INtheMC

Model Praktijkbeoordelaar

Opleidingsinstituut b. Naam:Lentiz VMBO Maasland Adres: Commandeurskade 22 / Postbus 11

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

BPV handboek 2017 Informatie Beroepspraktijkvorming BPV HANDBOEK ALGEMEEN

BPV Begeleidingsmap Groenhorst Almere Cursusjaar

Beroepsopleidingen. BPV informatie voor de werkgever. Opleiden in het kappersvak 2014/2015

Stappenplan om een stageplaats te vinden

Inhoudsopgave Deel A - Algemene informatie... 4 Deel B - Informatie voor de stagiair...14 Deel C - Informatie voor de stageopleider...

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

2. Voorbereiding. Voor BOL-studenten Vaardig op stage = Vaardig op bpv

1. Algemene informatie over kwalificatie

Model Praktijkbeoordelaar

Talentcoach Kwalificatieprofiel

Beoordelingsformulier PVB 1.1 Assisteren bij lessen/activiteiten. Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie 1

Als stagebedrijf wilt u stagiairs uitgebreid kennis laten maken met uw vakgebied;

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Stageprotocol Beroepsoriënterende stage Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Stageovereenkomst. Faculteit Bètawetenschappen. Artikel 1

1. Wat is beroepspraktijkvorming

Algemene informatie over kwalificatie

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Stappenplan om een stageplaats te vinden

1. Algemene informatie over kwalificatie

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Maatschappelijke stage op het Trias 1. Verschil tussen maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage 2. Tips voor ouders 3

1.2.1 Begeleidt sporters bij toetsen/evenementen; Waarborgt de hygiëne; Maakt afspraken; Handelt formaliteiten af.

de Maatschappelijke Stage (MaS)

Maatschappelijke stage Farel College havo 4 / vwo /2015 1

Landelijke Kwalificaties MBO

Voorwoord. Den Haag, Augustus 2010, drs. K. Keep, manager Kenniscentrum PMLF. Profielschets, PRAKTIJKBEGELEIDER PMLF November 2010

Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO

Maatschappelijke Stage Boekje voor leerlingen en organisaties

OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

BPV GIDS ICT Opleidingen

Kwalificatieprofiel Squash Trainer 2

1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1

Studentopdracht INtheMC

ZONDER AKKOORD VAN SCHOOL EN COMPLEET INGEVULDE STAGEOVEREEN- KOMSTEN KAN DE LEERLING GEEN START MAKEN MET STAGE LOPEN!

VMBO Groen Den Bosch. Onze leerlingen op stage Informatie voor het stagebedrijf / Schooljaar

Kinderverblijf Het Strand. Organisatie: 1e locatie Burgemeester Amersfoordtlaan DM Badhoevedorp

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

Stappenplan om een stageplaats te vinden

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

1. Algemene informatie over kwalificatie

Regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Beroepsopleidingen. BPV informatie voor de werkgever. Schoonheidsverzorging niveau 3 en niveau /2015

CMV volleybaltrainer 2

STAGE HANDBOEK PRAKTIJKOPLEIDER

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Machinevaardigheid. Inleiding

Kwalificatieprofiel Schaatsbegeleider niveau 1

Informatie Rotterdamse Vrijwilligersverzekering

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Stageprotocol Beroepsoriënterende stage Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

STAGE HANDBOEK PRAKTIJK- OPLEIDER

Welkom! Informatieavond BPV NIVEAU 4 8 MAART 2018

Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.

Beroepspraktijkvorming

Praktijkovereenkomst. Versie september 2011

Maatschappelijke Stage Me4You (MAS) Baudartius College Zutphen

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling stages gemeente Den Helder

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

Sector Economie. BPV-informatie. voor studenten HORIZONCOLLEGE.NL ALKMAAR HEERHUGOWAARD HOORN PURMEREND

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

1. Algemene informatie over kwalificatie

S t a g e o v e r e e n k o m s t. Subfaculteit Wijsbegeerte, opleiding Cognitieve Kunstmatige Intelligentie

Kwalificatieprofiel NGS Wellnessmasseur

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK CHARLEMAGNE COLLEGE EIJKHAGEN / 4 VMBO-TL. Voor leerlingen en begeleiders van het sectorwerkstuk

Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3

BPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie

PROFIELWERKSTUK CHARLEMAGNE COLLEGE EIJKHAGEN HANDLEIDING / 4 VMBO-TL NAAM LEERLING:. NAAM BEGELEIDER:... BEOORDELING: VOLDOENDE / GOED

Beroeps oriënterende stage. Informatieboekje. 4 VMBO TL en GL. Naam leerling:. School: Stella Maris College. Stage bedrijf/instelling:.

producttoets Financiën

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

Formulier Beoordeling Proeve van Bekwaamheid

Beroeps Praktijk Vormingsplan

Praktijkovereenkomst Beroepsonderwijs. Ingaande schooljaar 2015/2016

Toelichting procedure deelname aan experimenten

Sector Techniek. BPV-informatie. voor studenten HORIZONCOLLEGE.NL ALKMAAR HEERHUGOWAARD HOORN PURMEREND

Inhoud. Artikel Artikel Artikel Artikel

Transcriptie:

BEROEPSPRAKTIJKVORMING Leeuwarden ALGEMENE STAGE-INFORMATIE MBO NIVEAU 3 en 4 Herkenbare Melkveehouderij Loonwerk / Plantenteelt 2014 2015 versie 2 Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 1

MBO 3-4 Leeuwarden Jansoniusstraat 2a 8934 BM Leeuwarden Postbus 878 8901 BR Leeuwarden Nordwin College telefoon 058-2846500 fax 058-2846592 http//3-4.mbogroen-leeuwarden.nl/ www.mbogroen-friesland.nl www.nordwincollege.nl Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 2

VOORWOORD Voor u ligt de algemene informatie over de Beroepspraktijkvorming van leerlingen van de onderstaande MBO- opleidingen Niveau 3 en Niveau 4 van MBO 3-4 Leeuwarden Nordwin College: - Loonwerk - niveau 3 - opleiding: Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd Loonbedrijf (crebo code 97150) - niveau 4 - opleiding: Manager gemechaniseerd Loonbedrijf (crebo code 97650) - Plantenteelt - niveau 3 - opleiding: Vakbekwaam medewerker Teelt (crebo code 97670) - niveau 4 - opleiding: Manager Teelt (crebo code 97681) - Veehouderij - niveau 3 - opleiding: Dierverzorger Melkvee (crebo code 97703) - niveau 4 - opleiding: Melkveehouder (crebo code 97713) Aan leerlingen wordt deze informatie aan het begin van hun opleiding verstrekt. De leerling wordt geacht gedurende de gehele opleiding van de inhoud van deze informatie op de hoogte te zijn. De nieuwste versie is steeds op de website van de betreffende opleiding te vinden De opleidingsbedrijven ontvangen deze informatie steeds opnieuw aan het begin van de stageperiode van een betreffende leerling. Ook voor het bedrijf en de praktijkopleider staat hierin belangrijke informatie met betrekking tot de stage en tevens is men zo op de hoogte van de informatie die de leerling behoort te weten. Iedereen nog veel succes met de stage toegewenst. Stagecoördinatie MBO 3-4 Leeuwarden Opleiding Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt: * Binnenland: Jan Benedictus tel. 058-2846500 / 2846558 mail j.benedictus@nordwincollege.nl * Buitenland: Gerrit Jouke Elsinga tel. 058-2846500 / 2846521 Mail g.elsinga@nordwincollege.nl Web www.mbo-veehouderij.nl www.mbo-plantenteelt.nl www.mbo-loonwerk.nl Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 3

INHOUDSOPGAVE Voorwoord blz. 3 Inhoudsopgave,, 4 1. De Beroepspraktijkvorming binnen het MBO,, 5 2. Leren in de praktijk,, 5 3. Van 4 naar 3 jaar (MBO niv. 4 - opleiding),, 5 4. Het opleidingsbedrijf,, 6 - Aequor-registratie - Bedrijfskeuze - Verplicht aantal opleidingsbedrijven 5. Informatievoorziening opleidingsbedrijf,, 7 6. Rol van het opleidingsbedrijf,, 8 7. Verplichtingen van de leerling,, 8 8. Stageperioden gedurende de opleiding,, 9 - Dagstage - Blokstage - Managementstage 9. Afstandsverplichtingen,, 10 - Veehouderij / Plantenteelt - Loonwerk 10. Buitenlandstage,, 10 11. Het kennismakingsbezoek,, 10 12. De stageovereenkomst,, 11 13. Verplicht karakter stage,, 11 14. Stagebegeleiding,, 12 15. Stagebezoek,, 12 16. Stageopdrachten,, 12 17. Stagebeoordelingslijst,, 12 18. Proeve van bekwaamheid,, 13 19. Werkzaamheden tijdens de stage (Arbo en trekker-rijbewijs),, 13 20. Werktijden,, 13 21. Dagboekje en uren verantwoording,, 13 22. Ongeval tijdens de stage,, 14 23. Voortijdige beëindiging stage,, 14 24. Beloning,, 14 25. Vrijwillige bijdrage stagebedrijven,, 14 26. Melding Sociale Verzekeringen,, 15 27. Stageverzekering,, 15 - Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen - Schoolverzekering - Stage- en reisverzekering buitenland 28. Studiefinanciering,, 17 29. Identificatieplicht,, 17 30. Zorgverzekering,, 17 31. Tips voor Praktijkopleiders,, 18 32. Praktijkopleiderscursus,, 18 Bijlagen:,, 20 - Overzicht van de 25 competenties - Stageovereenkomst - Artikelen behorende bij de stageovereenkomst (BOL opleiding) - Stage schema - Veehouderij - Loonwerk (in bewerking) - Plantenteelt (in bewerking) Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 4

1. De Beroepspraktijkvorming binnen het MBO Vanaf augustus 2008 is het MBO begonnen met de CKS-opleidding (de Competentiegerichte Kwalificatie Structuur) als opvolger van KS 2000 + : het zogenaamd Competentiegericht leren. In de CKS wordt in een kwalificatiedossier de eisen beschreven waaraan een beginnend beroepsbeoefenaar moet voldoen. Om tot deze beschrijving te komen is samen met het bedrijfsleven bekeken wat van een ervaren beroepsbeoefenaar wordt verwacht. Dit is vastgelegd in een beroepscompetentieprofiel. Onderwijs en bedrijfsleven hebben samen het kwalificatieprofiel vastgesteld: alles wat van een starter op de arbeidsmarkt mag worden verwacht na de opleiding. Een kwalificatieprofiel bestaat uit: - kerntaken geven de essentie van de taken van de beroepsbeoefenaar aan. - beroepsdilemma s: opgaven of problemen waar een beroepsbeoefenaar regelmatig mee in aanraking komt, die kenmerkend zijn voor het beroep en waarbij van de beroepsbeoefenaar een oplossing en een aanpak verwacht wordt. - werkprocessen: beroepshandelingen die nodig zijn om de genoemde kerntaken uit te voeren en beroepsdilemma s op te lossen - prestatie indicator: deze indicator laat zien of de beroepsbeoefenaar de competenties beheerst - competenties: Een competentie is een combinatie van kennis, inzicht, vaardigheid, houding en persoonlijke eigenschappen Naast de Beroepcompetenties worden de zgn. Leer- en Burgerschapscompetenties onderscheiden Elk kwalificatieprofiel wordt getoetst door middel van een Proeve van Bekwaamheid. De leerling laat door middel van de proeve zien dat hem/haar de kritische beroepssituatie kan worden toevertrouwd. De kritische beroepssituatie omvat routinematige handelingen die bij het beroep horen, maar ook dilemma s waar hij/zij mee te maken krijgt. Binnen het MBO is de Beroepspraktijkvorming ( voor de dagopleiding zal dit verder steeds zal worden aangeduid als stage) een erg belangrijk onderdeel van de opleiding. 2. Leren in de praktijk Competentiegericht leren is gericht op het vergroten van de persoonlijke vermogens van de leerling. Leren in de praktijk vormt hier een onmisbaar onderdeel van. Het opleidingsbedrijf heeft hierdoor een belangrijke rol binnen het competentiegerichte onderwijs. Het doel van de stage is het aanleren van de beroepsgerichte en sociale competenties die nodig zijn voor goed vakmanschap. Binnen het onderwijs wordt gewerkt met een standaardlijst van in totaal 25 competenties (zie bijlage). Het opleidingsbedrijf is verantwoordelijk voor het leerproces tijdens de stage en biedt de leerling alle mogelijkheden de benodigde competenties te ontwikkelen. Via stageopdrachten en stagebezoeken vindt vanuit de school de nodige aansturing van de stage plaats. Gedurende de stage wordt aan de hand van een stagebeoordelingsformulier de ontwikkeling van de benodigde competenties aan de hand van de werkprocessen gevolgd en wordt de leerling regelmatig van feedback voorzien. 3. Van 4 naar 3 jaar (MBO Niv. 4 - opleiding) Met in gang van schooljaar 2014-2015 wordt de opleidingsduur van de MBO niv. 4- opleiding terug gebracht van 4 naar 3 jaar. Per schooljaar komen er wel meer verplichte contacturen. In verhouding komt er echter minder stage in de opleiding De opleidingsduur van de MBO niv. 3 opleidingen blijf 3 jaar (ook hier met meer verplichte contacturen per schooljaar). Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 5

4. Het opleidingsbedrijf A. Aequor-registratie In het MBO kan de leerling zijn of haar stage alleen doorbrengen op wettelijk goedgekeurde opleidingsbedrijven. Het opleidingsbedrijf moet perse een erkenning voor de betreffende opleiding en het bijbehorende MBO-niveau hebben. In de agrarische sector wordt deze erkenning geregeld door Aequor. Op het internet wordt een register bijgehouden van alle geregistreerde bedrijven; dit is te vinden op website: www.aequor.nl/ ; klik in de home site bij de rechterkolom op zoek een leerbedrijf. Via het aanvinken van de zoekcriteria kunnen opleidingsbedrijven in binnenland en buitenland (per land) worden opgezocht. Aangezien niet elk erkend opleidingsbedrijf even geschikt is voor elk type leerling moet de keuze van de leerling steeds worden voorgelegd aan de vakdocenten en in overleg met de stagecoördinator worden goedgekeurd. Ook de stage in het buitenland moet plaatsvinden op erkende opleidingsbedrijven. De mogelijkheid bestaat dat deze bedrijven een erkenning aanvragen via de Aequor website (Home site onder Voor leerbedrijven klik op aanmelden als leerbedrijf ). Nadere informatie hierover is bij de stagecoördinator-buitenland te verkrijgen. Belangrijk: De stage op een bedrijf is alleen toegestaan als het bedrijf bij de aanvang van de stage reeds is erkend voor de betreffende opleiding en het juiste mbo-niveau (zie crebo-code van de opleiding). B. Bedrijfskeuze: Het soort bedrijf waarop stage kan plaatsvinden is gekoppeld aan de opleidingsrichting: * Veehouderij: rundveehouderijbedrijf met melkvee * Plantenteelt: akkerbouwbedrijf, (glas)tuinbouw, boomkwekerij * Loonwerk: 1 e jaar: akkerbouwbedrijf overige jaren: loonbedrijf Voor de 4-jarige veehouderij-opleiding bestaat de mogelijkheid om in het 3 e leerjaar van de opleiding (een deel van ) de blokstage op een periferiebedrijf in de landbouwsector door te brengen. Voor de plantenteeltopleiding is deze periferie-blokstage verplicht. De stage kan alleen plaats vinden op een bedrijf dat reeds een erkenning heeft voor de opleiding (zie crebo code) van de leerling. Nadat de leerling de keuze voor een bepaald opleidingsbedrijf heeft gemaakt, moet dit eerst worden goedgekeurd door de vakdocent in overleg met de stagecoördinator. Om bijzondere redenen kan goedkeuring door school worden geweigerd. Pas na goedkeuring kan de leerling verdere afspraken gaan maken met het bedrijf. Belangrijk: De stage kan niet op het thuisbedrijf worden doorgebracht. Tevens is het niet toegestaan dat er meerdere leerlingen van hetzelfde leerjaar gelijktijdig op het zelfde opleidingsbedrijf de stage volgen. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 6

C. Verplicht aantal opleidingsbedrijven Veehouderij In de eerste 2 leerjaren (klas 1 en 2) moet de leerling naar minimaal 3 verschillende opleidingsbedrijven. De MBO niv. 3 leerling gaat in het 3 e leerjaar (klas 3) naar een nieuw bedrijf De MBO niv. 4 (4 jarig opl.) gaat in het 3 e leerjaar (klas 3) naar een nieuw bedrijf Plantenteelt In de eerste 2 leerjaren (klas 1 en 2) moet de leerling naar minimaal 3 verschillende opleidingsbedrijven. De MBO niv. 3 leerling gaat in het 3 e leerjaar (klas 3) naar een nieuw bedrijf De MBO niv. 4 (4 jarig opl.) gaat in het 3 e leerjaar (klas 3) naar een nieuw bedrijf Loonwerk In de eerste 2 leerjaren (klas 1 en 2) moet de leerling naar minimaal 2 verschillende opleidingsbedrijven. De MBO niv. 3 leerling gaat in het 3 e leerjaar (klas 3) naar een nieuw bedrijf De MBO niv. 4 (4 jarig opl.) gaat in het 3 e leerjaar (klas 3) naar een nieuw bedrijf 5. Informatievoorziening opleidingsbedrijf Het opleidingsbedrijf ontvangt voor of aan het begin van elke stageperiode de nodige informatie van school met betrekking tot de leerling, de opleiding en de stage. Het gaat hierbij o.a. om de naam/opleiding /niveau/leerjaar van de leerling, doel stage, stageperiode en aantal stagedagen, de stagedocent (staat vermeld op de stageovereenkomst), stagebeoordelingslijsten (kerntaken met bijbehorende werkprocessen), enz. De stageovereenkomst wordt (in drievoud) voor of aan het begin van de stageperiode aan de leerling meegegeven. Na ontvangst en controle de overeenkomst door alle betrokken partijen worden ondertekend; één exemplaar wordt door de leerling ingeleverd op school en één exemplaar is voor het opleidingsbedrijf. In de laatste 2 weken van de stageperiode ontvangt het opleidingsbedrijf opnieuw informatie van school met betrekking tot de afhandeling van de stage (beoordelingsformulieren, Donatieformulier vrijwillige Stagebijdrage, enz). Ook tijdens het stagebezoek wordt de nodige informatie uitgewisseld. Daarnaast worden op school of op locatie stage-informatieavonden voor praktijkopleiders georganiseerd, mede afhankelijk van de opleiding en van nieuwe ontwikkelingen op het onderwijsgebied. Algemene en bijzondere informatie met betrekking tot de opleidingen en de stage (BPV) is te vinden op de diverse websites van Nordwin College : - www.mbo-veehouderij.nl - www.mbo-plantenteelt.nl - www.mbo-loonwerk.nl Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 7

6. Rol van het opleidingsbedrijf Nordwin College gaat er vanuit dat het opleidingsbedrijf c.q. de praktijkopleider zich op de hoogte stelt van de opleiding en het opleidingsniveau van de leerling. Nordwin College kent namelijk veel opleidingen en heeft daardoor leerlingen met grote leeftijd- en niveauverschillen. Verder wordt verwacht dat het opleidingsbedrijf c.q. de praktijkopleider: de leerling op een goede manier begeleidt; de leerling inzicht geeft in de organisatie en werkmethoden van het bedrijf; de leerling in staat stelt de opdrachten en handelingen uit te voeren die door de opleiding worden aangegeven; de leerling de nodige informatie en tijd verstrekt voor het maken van de opdrachten en het verslag; de leerling in staat stelt om demonstraties, open dagen, beurzen, e.d. en door school georganiseerde activiteiten te bezoeken; de leerling in contact brengt met organisaties, instanties of personen die in de bedrijfstak werkzaam zijn of hiervoor van belang zijn; de leerling instructie geeft over gebruiksmogelijkheden en het gebruik van de aanwezige apparatuur; het eindbeoordelingsformulier in vult en naar school terug stuurt; regelmatig met de leerling de stage evalueert (wat gaat goed, waaraan moet gewerkt worden) aan de hand van het stagebeoordelingsformulier; de stageovereenkomst ondertekent; zich bewust is dat volgens de wet een stagiair valt onder de verantwoording van de stagebieder (art. 658 BW7). Dus behoort het stage-biedend bedrijf te zorgen voor een veilige werkomgeving, goede instructies, zorgplicht, enz.; zich houdt aan alle wettelijke verplichtingen die van toepassing zijn, o.a. het Arbeidsbesluit Jeugdigen en de Arbo-wet; de school zo spoedig mogelijk informeert indien de leerling tijdens de stage een ongeval heeft gehad; onverwijld aangifte doet bij de Arbeidsinspectie indien door een arbeidsongeval de leerling (ernstig) lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen (Regio Noord: 050-5225880 in Groningen). Tevens wordt de school hiervan direct op de hoogte gebracht. 7. Verplichtingen van de leerling Nordwin College gaat er vanuit dat de leerling een correcte en juiste houding aanneemt ten opzicht van het opleidingsbedrijf en zich schikt naar de bedrijfsomstandigheden. Verder geldt dat de leerling zich houdt aan de volgende afspraken: is op de hoogte van de inhoud van deze stage-info; houdt de werktijden van het bedrijf aan. Deze werktijden worden in overleg met de praktijkopleider vastgesteld (kunnen sterk afwijken van de schooltijden). Bij topdrukte (hoogseizoen) moet de werktijd wel binnen aanvaardbare grenzen blijven; is op tijd op het bedrijf aanwezig. Als dit door omstandigheden niet mogelijk is wordt het bedrijf en de opleiding hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gebracht; toont interesse in het totale bedrijfsgebeuren en is bereid tot het aanleren van vaardigheden; overlegt tijdig met de praktijkopleider met betrekking tot de door de school verstrekte stageopdrachten; neemt, voor zover mogelijk, deel aan alle activiteiten en werkzaamheden; neemt hierbij de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot wet- en regelgeving voor de betreffende branche in acht; draagt de juiste, voorgeschreven werkkleding, passend bij de te verrichten werkzaamheden; is alle stagedagen (volgens de leerjaarplanning van de opleiding) op het bedrijf aanwezig. Indien de leerling om dringende redenen niet aanwezig kan zijn, dan moet de leerling dit ruim van te voren met de praktijkopleider bespreken en wordt in overleg met de praktijkopleider een inhaaldag(-en) afgesproken; haalt alle gemiste stagedagen in (in overleg met de praktijkopleider); bij een ongeval tijdens de stage de school hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte brengt maakt geen bedrijfsgegevens aan derden openbaar; ondertekent de stageovereenkomst en zorgt er voor dat de getekende stageovereenkomst tijdig op school (bij de stagecoördinator of bij de leerlingenadministratie) is ingeleverd. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 8

8. Stageperioden gedurende de opleiding Per leerjaar is er afhankelijk van de opleiding een dagstageperiode en/of een blokstageperiode. In de bijlagen zijn de stageperioden per opleiding per leerjaar schematisch weergegeven. A. Dagstage Bij de dagstage gaat de leerling 1, 2 of 3 dagen per schoolweek naar het opleidingsbedrijf. De opleidingen Veehouderij en Loonwerk/Plantenteelt hebben gedurende de gehele opleiding dagstage. B. Blokstage Bij de blokstage gaat het om een aaneengesloten periode (van 1 tot 11 weken); afgezien van eventuele terugkomdagen volgen de leerlingen in een blokstage-periode geen lessen op school. Ook in de weekenden mag het opleidingsbedrijf een beroep doen op de leerling (één keer in de 2 weken en in overleg met de leerling; zie hiervoor ook stageovereenkomst). Indien een leerling in de weekenden altijd andere verplichtingen heeft (bv. bijbaantje) en derhalve geen stage kan volgen, dan moet de leerling dit voordat de blokstage begint overleggen en regelen met de praktijkopleider van het opleidingsbedrijf. Indien het bedrijf hiertegen geen bezwaar heeft dan kan de blokstage daar gewoon plaatsvinden. C. Managementstage MBO niv. 4 MBO niv. 4 4 jarig In het 3 e en 4 e leerjaar van de vierjarige opleiding (MBO niveau 4) moet de stage op een voor niveau 4 (bedrijfsleider-manager) erkend opleidingsbedrijf worden doorgebracht. Deze zgn. managementstage gebeurt deels via dagstage en deels via blokstage. Hierbij horen Managementafstudeeropdrachten inclusief eindverslag. Aan het einde van het 2 e leerjaar krijgen de leerlingen van de opleiding Veehouderij en Loonwerk/Plantenteelt uitgebreide informatie over deze managementstage. MBO niv. 4 3 jarig (vanaf cohort 2014-2015) In het 2 e en 3 e leerjaar van de 3-jarige opleiding MBO niveau 4 moet de stage op een voor niveau 4 (bedrijfsleider-manager) erkend opleidingsbedrijf worden doorgebracht. Deze zgn. managementstage gebeurt deels via dagstage en deels via blokstage. Hierbij horen Managementafstudeeropdrachten inclusief eindverslag. Aan het einde van het 1 e leerjaar krijgen de leerlingen van de opleiding Veehouderij en Loonwerk/Plantenteelt uitgebreide informatie over deze managementstage. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 9

9. Afstandsverplichtingen Opleiding Veehouderij en Plantenteelt: Leerlingen mogen van deze opleidingen mogen alleen op stage naar bedrijven buiten hun directe woon- en leefomgeving. Hiervoor geldt dat de afstand van het opleidingsbedrijf tot het thuisadres (en/of woonadres) minimaal 5 km. moet bedragen. In het tweede leerjaar moet de blokstage (intern) worden doorgebracht op een bedrijf dat op minimaal 50 km. afstand ligt van het thuis- en/of woonadres. Deze stage kan in het buitenland worden doorgebracht Als bewijs van de afstand geldt alleen de kortste route volgens de ANWB route planner! Opleiding Loonwerk: Voor deze opleiding gelden geen afstandsverplichtingen. 10. Buitenlandstage De buitenlandstage wordt geregeld in overleg met de stagecoördinator buitenland Leerlingen van het 1 e leerjaar mogen in principe niet naar het buitenland op stage. In het 2 e leerjaar kunnen de leerlingen van de opleidingen Veehouderij en Plantenteelt in de blokstageperiode naar het buitenland op stage (alleen op een Aequor-erkend opleidingsbedrijf en geschikt opleidingsbedrijf). Leerlingen van de opleiding Loonwerk kunnen alleen in overleg met school en bedrijf een deel van de blokstageperiode van het 2 e leerjaar op Buitenlandstage op een Aequor-erkend opleiding bedrijf. Voor de Veehouderijopleiding MBO Niv. 4 en voor de Loonwerk/Plantenteelt-opleiding MBO Niv. 3 zijn er ook in het 3 e leerjaar mogelijkheden voor buitenlandstage. Voor de meeste opleidingen is een schoollijst met buitenlandse opleidingsbedrijven beschikbaar, maar een eigen bedrijf, mits Aequor erkend, kan in overleg met de stagecoördinator buitenland ook. Voor een erkende stage in Amerika (USA) en Canada is een werkvergunningen verplicht en voor Nieuw Zeeland en Australië is een visum verplicht (minimum leeftijd 18 jaar). De aanvraag hiervoor moet al in een vroeg stadium worden geregeld. De stagecoördinator-buitenland kan hierbij assisteren en adviseren. Alle kosten die voortvloeien uit stage/stage in het buitenland (bijv. reis- en verblijfskosten, kosten extra reis- en aanvullende ziektekostenverzekering) zijn voor rekening van de leerling. Buitenlandstage is niet verplicht, maar wel sterk aan te bevelen. 11. Het kennismakingsbezoek Na de voorlopige goedkeuring van het bedrijf door de studiecoach en/of de stagecoördinator, wordt er door de leerling contact opgenomen met het bedrijf en wordt er een afspraak gemaakt voor het verplichte kennismakingsbezoek. Bij het kennismakingsbezoek moeten onder andere de volgende zaken worden besproken met de praktijkopleider: - wie ben je, waar kom je vandaan, hoe ben je bereikbaar - van welke opleiding kom je, welke richting, het niveau (MBO Niveau 3 of 4), welk leerjaar - de stageperiode (begin en einde) en de dagstage-dag - de stagevoorwaarden: wat wordt van de leerling verwacht en wat wordt van het bedrijf verwacht - welke praktische vaardigheden heeft je al en waar moet nog aan gewerkt worden - waar gaat je belangstelling naar uit, welke ervaring heb je, wat wil je leren (leerdoel) - wat voor soort bedrijf is het, waaruit zullen je werkzaamheden bestaan, wat kun je hier leren - hoe zijn de begeleidingsmogelijkheden (aanwezigheid van de praktijkopleider) - wat zijn de werktijden en aanvangsuren - enz. Naar aanleiding van het kennismakingsbezoek wordt besproken of de stage op dit bedrijf kan plaats vinden en wordt de stagecoördinator hiervan zo snel mogelijk op de hoogte gesteld in verband met de definitieve goedkeuring. Pas na deze goedkeuring kunnen verdere afspraken worden gemaakt. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 10

12. De stageovereenkomst De leerling levert uiterlijk 3 weken voor aanvang van de stage een computeruitdraai van Aequor van het opleidingsbedrijf in bij de stagecoördinator (kan ook worden gemaild) waarop het volgende is vermeld: - naam en ov-nummer leerling - opleiding en leerjaar - naam praktijkopleider / contactpersoon opleidingsbedrijf - de studiecoach / stagebegeleider van school De leerling ontvangt, na goedkeuring van het bedrijf door de stagecoördinator (in overleg met de vakdocenten), de stageovereenkomst (in 3-voud) ter controle en ondertekening. De leerling is ervoor verantwoordelijk dat de 3 stageovereenkomsten worden ondertekend door de vertegenwoordiger van het opleidingsbedrijf, de leerling zelf en eventueel de wettelijke vertegenwoordiger van de leerling (bij minderjarigheid van de leerling); na ondertekening is 1 exemplaar voor het bedrijf (voor de eigen bedrijfsadministratie), 1 exemplaar is voor de leerling en 1 exemplaar moet terug naar de schooladministratie. Het is de verantwoordelijkheid van de leerling dat het schoolexemplaar voor of aan het begin van de stageperiode (bij blokstage uiterlijk in de eerste stageweek) weer wordt ingeleverd bij de stagecoördinator of onderwijsadministratie. Voor elke stageperiode wordt een stageovereenkomst opgesteld: zolang de overeenkomst niet is ondertekend en op school is ingeleverd, is de stage niet geldig (Onderwijsinspectie) en telt dus voor de leerling niet mee. Stage zonder getekende stage-overeenkomst is niet geldig en moet worden ingehaald. 13. Verplicht karakter stage Ongeveer 30-35 % van de totale opleidingsduur van de MBO 3-4 opleidingen aan Nordwin College wordt besteed aan de stage. De stage is een verplicht onderdeel van de opleiding: alle stage op het jaarrooster van de betreffende opleiding moet gevolgd (en behaald) worden om de opleiding met een diploma te kunnen afsluiten. Per MBO 3-4 opleiding wordt aangegeven in welke periodes en op welke momenten de dagstage en de blokstage plaatsvinden. Gemiste stagedagen moeten altijd worden ingehaald, uiteraard in overleg met de praktijkopleider. In bijzondere gevallen en bij langdurig verzuim van de stage door overmacht wordt in overleg met de stagecoördinator besproken in hoeverre gemiste stagedagen moeten worden ingehaald. Bij verzuim: Indien de leerling door ziekte geen stage kan lopen dan moet het bedrijf hiervan (ruim) van te voren op de hoogte worden gebracht. Ook over het verdere verloop hiervan wordt contact onderhouden met de praktijkopleider (zodat het bedrijf hiermee in de werkplanning rekening kan houden). Ziekteverzuim tijdens de stage moet ook direct (aan het begin van de dag) aan school worden gemeld. Wanneer de leerling tijdens de stageperiode andere verplichtingen (bijv. een begrafenis, een trouwerij, enz.) heeft of zelf ergens graag naar toe wil, dan moet dit tijdig aan de praktijkopleider worden voorgelegd en moet de leerling overleggen wanneer de gemiste stage kan worden ingehaald. In goed overleg met de praktijkopleider kan vaak veel geregeld worden (dus niet: ik moet, maar: is het mogelijk dat ). Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 11

14. Stagebegeleiding Elke leerling heeft op school een stagedocent, meestal is dit de studiecoach van de groep of van het leerjaar. De stagedocent is de contactpersoon tussen leerling, praktijkopleider (bedrijf) en stagecoördinator (school). Daarnaast komt de stagedocent op stagebezoek om het functioneren, de vorderingen en de aandachtspunten samen met de leerling en de praktijkopleider te bespreken aan de hand van het stagebeoordelingsformulier. Als een leerling tijdens de stage problemen heeft (bijv. met betrekking tot werktijden, werkzaamheden of in verband met privé-aangelegenheden) dan bespreekt de leerling deze problemen eerst met de praktijkopleider zelf. Als dit niet naar tevredenheid tot een oplossing leidt, dan bespreekt de leerling deze problemen met de stagedocent (dit geldt uiteraard ook voor andere problemen met betrekking tot het bedrijf of met de praktijkopleider) waarna eventueel overleg plaats vindt overleg met de praktijkopleider. Indien nodig wordt hierbij ook de stagecoördinator betrokken. In geval van (machts-)misbruik dient de leerling de stagedocent hiervan direct op de hoogte te stellen. 15. Stagebezoek Zowel tijdens de dagstage als tijdens de blokstage komt de stagedocent langs voor één of meer bezoeken nadat daarover een afspraak is gemaakt met de praktijkopleider. Dit bezoek neemt ca. 1,5 uur in beslag. Tijdens dit bezoek laat de leerling (zelfstandig, dus zonder praktijkopleider) de stagedocent het bedrijf zien en vertelt hierbij allerlei bijzonderheden over het bedrijf en de werkzaamheden. Op deze wijze krijgt de stagedocent een goede indruk hoe de leerling met de stage bezig is. Eventuele problemen die de leerling met betrekking tot de stage heeft, moeten hier ter sprake worden gebracht Tijdens het bezoek vindt een gesprek plaats tussen de praktijkopleider van het bedrijf, de leerling en de stagedocent over het verloop van de stage en het functioneren (vaktechnisch en sociaal) van de leerling aan de hand van het stagebeoordelingsformulier; eventuele problemen moeten ook hier besproken worden. 16. Stageopdrachten Tijdens de dagstage moeten er regelmatig opdrachten gemaakt. Deze opdrachten worden van tevoren uitgereikt en behandeld en sluiten zoveel mogelijk aan bij de theorie op school. De leerling bereidt de opdracht (thuis) eerst goed voor en zorgt ervoor dat de opdracht tijdig en op het juiste moment (bijv. s morgens tijdens de koffiepauze) met de praktijkopleider wordt besproken, zodat er voldoende tijd is om de nog ontbrekende informatie en gegevens te verzamelen. Vervolgens kan de opdracht thuis verder worden uitgewerkt. Voor de blokstage wordt een uitgebreide blokstage-opdracht verstrekt, waarbij diverse onderwerpen aan de orde komen. Ook hierbij is het van groot belang dat de leerling direct aan het begin van de stageperiode deze opdracht met de praktijkopleider bespreekt en direct al begint met het verzamelen van gegevens. Voor het maken en verwerken van deze opdrachten gelden richtlijnen waaraan voldaan moet worden. Deze richtlijnen worden vooraf meegedeeld of staan vermeld bij de opdrachten. 17. Stagebeoordelingslijst Tijdens de dagstage- en/of blokstageperiode ontvangt het opleidingsbedrijf (eventueel via de leerling) de stagebeoordelingslijst. Via deze beoordelinglijst geeft de praktijkopleider aan hoe in hoeverre de leerling de werkprocessen beheerst en hoe de bijbehorende competenties zich ontwikkelen. Ook wordt samen met de leerling en de stagedocent besproken waaraan nog gewerkt moet worden. De stagebeoordelingslijst wordt aan het einde van de stageperiode ingeleverd bij de stagedocent. De leerling is hiervoor verantwoordelijk. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 12

18. Proeve van Bekwaamheid Gedurende de opleiding worden de kwalificatieprofielen getoets en afgesloten met een Proeve van Bekwaamheid (PvB). In de meeste gevallen zal deze Proeve plaatsvinden op daarvoor geschikte opleidingsbedrijven. De leerling zal hiervoor op het huidige opleidingsbedrijf de kritische situaties voldoende moeten hebben kunnen oefenen; dit kan worden beoordeeld door de praktijkopleider en/of de stagedocent (via het stagebeoordelingsformulier). Belangrijk: Om aan de Proeve te mogen deelnemen zal het Prestatiedossier (theorietoetsen, schoolopdrachten, stageopdrachten, werkstukken, enz.) eerst voldoende moeten zijn. In bijzondere gevallen zal hier vooraf overleg worden gepleegd. 19. Werkzaamheden tijdens de stage (Arbo en trekker-rijbewijs) Er wordt van uitgegaan dat de leerling alle op het bedrijf voorkomende werkzaamheden moet kunnen uitvoeren (in overleg met de praktijkopleider en met inachtneming van de ARBO-wet en het Arbeidsbesluit Jeugdigen). De leerling neemt hierbij de veiligheidsvoorschriften met betrekking tot wet- en regelgeving voor de betreffende branche in acht en draagt de juiste, voorgeschreven werkkleding, passend bij de te verrichten werkzaamheden. De leerling mag o.a. niet werken met bestrijdingsmiddelen tenzij voldaan is aan alle daarvoor geldende wettelijke bepalingen. Ook het werken met een motorkettingzaag / bosmaaier is onder begeleiding alleen mogelijk voor deelnemers ouder dan 18 jaar. Voor het besturen van een trekker is een geldig trekker-rijbewijs vereist; zonder een geldig trekkerrijbewijs mag een leerling tijdens de stage geen trekker rijden. 20. Werktijden De leerling is op de afgesproken tijd op het bedrijf aanwezig. In overleg met de praktijkopleider worden de aanvangstijd en eindtijd van de stagedag in alle redelijkheid vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de werktijden zoals die voor de bedrijfstak gebruikelijk zijn. Deze werktijden op het opleidingsbedrijf komen vaak niet overeen met de schooltijden. Er wordt uitgegaan van ca. acht werk -uren per stagedag; in de stageovereenkomst wordt het totale aantal verplichte dagen (uitgaande van 8 uur/dag) vermeld. Richttijd stagedag: vanaf ca. 8.00 uur 's morgens tot ca. 18.00 uur 's middags Voor de stage op veehouderijbedrijven wordt er van uitgegaan dat de leerling tenminste 1 keer per dag tijdens het melken aanwezig is. Bij een interne blokstage zal blijken dat ook na zessen het bedrijf doordraait! Bij topdrukte (oogstseizoen) moet de werktijd wel binnen aanvaardbare grenzen blijven. 21. Dagboekje (verantwoording stage-uren) Voor een aantal opleidingen wordt in een dagboekje (of een logboek c.q. een werkzaamhedenlijst) de stagedagen, de uren, de werkzaamheden en de bijzondere leermomenten bijgehouden. Ook de dagen dat de leerling ziek is of anderszins is verhinderd, worden hierin genoteerd. Daarnaast worden de inhaaldagen van de eventueel gemiste stage bijgehouden. Het dagboekje moet gedurende de stage regelmatig worden besproken met de praktijkopleider en moet steeds worden voorzien van de handtekening van de praktijkopleider. Tijdens de dagstage wordt dit dagboekje ook regelmatig door de stagedocent gecontroleerd; bij het stagebezoek moet de leerling het dagboekje kunnen overleggen. Aan het einde van elke stageperiode moet het dagboekje worden ingeleverd, o.a. ter controle van de werkzaamheden, de werktijden, het aantal stagedagen, enz. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 13

22. Ongeval tijdens de stage Indien de leerling tijdens de stage een ongeval overkomt, dan moet het opleidingsbedrijf c.q. de praktijkopleider de school hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen. Indien de leerling ten gevolge van het ongeval (tijdelijk) geen stage kan volgen, dan moet de leerling dit zo spoedig mogelijk melden bij de stagecoördinator; in onderling overleg wordt besproken in hoeverre gemiste stage moet worden ingehaald. Het opleidingsbedrijf c.q. de praktijkopleider doet onverwijld aangifte doet bij de Arbeidsinspectie (Regio Noord in Groningen, tel. 050-5225880) indien door een arbeidsongeval de leerling (ernstig) lichamelijk of geestelijk letsel heeft opgelopen. Tevens wordt ook de school hiervan direct op de hoogte gebracht 23. Voortijdige beëindiging stage Indien tijdens de stage zodanige problemen ontstaan waarbij een (voor alle betrokken partijen) zinvolle voortzetting van de stage niet meer mogelijk lijkt, dan kan alleen in overleg met de stagedocent en de stagecoördinator de stage op het betreffende bedrijf voortijdig worden beëindigd. De stage kan dan op een ander bedrijf worden voortgezet. Indien de leerling zelf en zonder overleg als hiervoor beschreven de stage voortijdig beëindigd, dan wordt de reeds gelopen stage op het bedrijf afgekeurd (en moet dan in zijn geheel worden ingehaald); tevens bestaat de mogelijkheid dat de leerling in de resterende deel van de betreffende stageperiode geen stage meer mag volgen. Deze stage zal dan aan het einde van de opleiding moeten worden ingehaald. 24. Beloning De leerling kan tijdens de stage geen aanspraak maken op een (geldelijke) beloning. De stage is onderdeel van de opleiding en is bedoeld om te leren in de praktijk. De uiteindelijke beloning is het diploma van de gevolgde opleiding en de extra mogelijkheden en kansen die dat diploma biedt. 25. Vrijwillige bijdrage stage-bedrijven De opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk/Plantenteelt werken vanaf schooljaar 2012-2013 met een vrijwillige stage-bijdrage. Alle actieve stagebedrijven worden benaderd een vrijwillige bijdrage aan de betreffende opleiding te doneren. Als indicatie voor de vrijwillige stage-bijdrage wordt een bedrag aangehouden van 5,00 per stagedag. Deze vrijwillige stage-bijdragen worden voor minimaal 80 % besteed aan extra onderwijsfaciliteiten voor de leerlingen van die betreffende opleiding (o.a. inhuren van het bedrijfsleven bij bepaalde onderwijsactiviteiten of -projecten; extra excursies naar bedrijven in en rond de sector, enz.), waardoor het opleidingsniveau van de leerling nog beter aansluit bij praktijk van de sector. Daarnaast wordt een deel van de vrijwillige stage-bijdragen besteed aan het organiseren van activiteiten (zoals themadagen over actualiteiten in de sector, cursussen t.b.v. onderwijsactiviteiten, enz.) voor bedrijven die actief een bijdrage leveren aan het onderwijs in die opleiding. Tot slot wordt een klein deel van de vrijwillige stage-bijdragen besteed aan algemene kosten ten behoeve van de werving van de vrijwillige stage-bijdrage (administratie, voorlichtingsmateriaal, enz.) Tegen het einde van elke stageperiode (zie stage-overeenkomst) wordt een donatieformulier met betrekking tot een vrijwillige stage-bijdrage aan de opleiding naar het opleidingsbedrijf opgestuurd. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 14

26. Melding Sociale Verzekeringen Sinds 1 januari 2006 bestaat de melding van werknemers en van stagiaires bij het UWV ( voorheen het GUO) niet meer. Hiermee is ook de afspraak vervallen dat Nordwin College de bedrijven met stagiaires kan aanmelden. Het opleidingsbedrijf moet deze melding nu zelf doorgegeven aan de Belastingdienst (bij Aangifte loonheffingen). Indien het opleidingsbedrijf aan de stagiaire geen beloning geeft, dan vervalt de meldplicht: het opleidingsbedrijf hoeft dan de stagiair(e) niet aan te melden bij de Belastingdienst. Het opleidingsbedrijf moet als bewijs de stageovereenkomst goed bewaren onder vermelding van de datum en het nummer van het besluit waarop deze algemene regeling is gebaseerd: 27 augustus 1996, nummer DON-LB 6/45 Indien het opleidingsbedrijf, naast eventueel een reëel aantoonbare onkostenvergoeding, ook nog een beloning aan de stagiair(e) zelf geeft, dan is er sprake van een echte (of fictieve) dienstbetrekking en gelden de zelfde regels als voor een werknemer. In dat geval moet het bedrijf de stagiair(e) aanmelden bij de Belastingdienst. NB. Kost en inwoning geldt ook als een beloning (in natura). Het opleidingsbedrijf moet hier rekening mee houden als de stagiair(e) intern is. 27. Stageverzekeringen 1. Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen De stagiair(e) valt onder de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering van het opleidingsbedrijf. Een stagiair(e) wordt beschouwd als een ondergeschikte van de praktijkopleider van het opleidingsbedrijf, aangezien het bedrijf invloed en toezicht heeft op de werkzaamheden van de stagiair(e). Schade die aan derden wordt toegebracht door de stagiair(e) in het kader van zijn/haar stagewerkzaamheden dienen derhalve ten laste worden gelegd van de aansprakelijkheidsverzekeringen van het opleidingsbedrijf. Het is dan ook belangrijk dat het opleidingsbedrijf zelf deze aansprakelijkheid afdoende heeft verzekerd. Daarnaast is het belangrijk dat het opleidingsbedrijf voldoende is verzekerd voor schade aan bezittingen van het eigen bedrijf via All-Risk verzekeringen, opstalverzekeringen, enzovoort (en bij voorkeur met een laag eigen risico). Wanneer de werkzaamheden door de stagiair worden uitgevoerd zijn de risico s in het algemeen groter dan wanneer deze werkzaamheden in eigen beheer (bijv. door de praktijkopleider of werknemers) worden uitgevoerd. Ook hier geldt dat een opleidingsbedrijf zelf hiervoor afdoende verzekeringen heeft afgesloten. Verantwoording stagebedrijf: volgens de wet valt een stagiair onder de verantwoording van de stagebieder (art. 658 BW7). Dus behoort het stage-biedend bedrijf te zorgen voor een veilige werkomgeving, goede instructies, zorgplicht, enz. 2. Schoolverzekering Door school wordt voor leerlingen die in Nederland op stage gaan een Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven afgesloten en een collectieve Ongevallenverzekering via Meeùs Assurantiën BV Het zijn beide aanvullende verzekeringen, dat wil zeggen dat altijd eerst de eigen verzekeringen van het bedrijf (de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekeringen, de All-Risk verzekeringen, de bedrijfs-waverzekering, de opstalverzekering, enz.) of van de leerling / ouders (bijv. de eigen WA verzekering, de Zorgverzekering, enz.) moeten worden aangesproken; zaken die dan niet zijn verzekerd kunnen onder de schoolverzekering van de leerling vallen. De polis van deze aanvullende verzekering ligt op school (op de Centrale Administratie van Nordwin College) ter inzage; de polisvoorwaarden zijn bindend. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 15

2a. De Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (stageverzekering): Deze verzekering geldt alleen als er door nalatigheid en/of door schuld van de leerling schade ontstaat gedurende de stageperiode en indien er een geldige stageovereenkomst is (die op school aanwezig moet zijn). In juridische zin moet er dan sprake zijn van bewust roekeloos handelen van de stagiair(e). De stagiair(e) moet een goede instructies hebben gehad, het materiaal waarmee gewerkt wordt moet deugdelijk, goed, veilig en vertrouwd zijn, het werk moet hem/haar in alle redelijkheid goed kunnen worden toevertrouwd en er moet voldoende toezicht zijn. Verzekerde bedragen van de aanvullende Aansprakelijkheidsverzekering: 2.500.000,- max. per gebeurtenis voor aansprakelijkheid jegens derden (max. 5.000.000,- per jaar) 25.000,- max. per gebeurtenis voor schade aan goederen van het opleidingsbedrijf (max. 100.000,- per jaar) Hierbij geldt een Eigen Risico per gebeurtenis van 250,- ; dit bedrag komt voor rekening van het opleidingsbedrijf. Het gebruik van motorvoertuigen is te allen tijde uitgesloten van deze aansprakelijkheidsverzekering; dit geldt niet voor schade ten gevolge van verwijtbaar gedrag van de stagiair bij gebruik van landbouwtractoren of zelfrijdend landbouwmaterieel aan goederen van het opleidingsbedrijf, waaronder de tractoren en het zelfrijdend landbouwmaterieel met aangekoppelde aanhangwagens of werktuigen. Hiervoor is extra aanvullend de trekker-verzekering afgesloten; deze verzekering geldt echter alleen indien de stagiair in bezit is van een geldig trekker-rijbewijs Uitgesloten van deze stageverzekering is onder meer schade ontstaan door: - het gebruik van motorvoertuigen, zoals (bedrijfs-)auto s, pick-ups, vrachtwagens, enz. (met uitzondering dus van trekkers en zelfrijdend landbouwmaterieel met geldig trekker-rijbewijs) - trekker rijden zonder geldig trekker-rijbewijs - opzet - overmacht - nalatigheid en / of slechte instructie door de praktijkopleider - onvoldoende toezicht - vermissing (bijv. het zoekraken van bedrijfspapieren bij leerling) - immateriële schade (bijv. wissen van computerbestanden, mengen van 2 verschillende partijen pootgoed) Bij een schadegeval moet de leerling of de praktijkopleider zo snel mogelijk contact opnemen met de stagecoördinator om de verdere afhandeling te bespreken. Indien de leerling met de praktijkopleider afspraken maakt over het verschuiven van de stage buiten de door de school aangegeven stageperiode, dan moet met de stagecoördinator worden overlegd en eventueel worden vastgelegd een aangepaste stage-overeenkomst. De leerling moet zich er goed van bewust zijn dat de eigen verzekeringen van bedrijf en van de leerling altijd als eerste moeten worden aangesproken en dat pas daarna de door de school afgesloten stageverzekering kan worden aangesproken. 2b. De collectieve Ongevallenverzekering: De Ongevallenverzekering geldt alleen indien er sprake is van lichamelijk letsel als gevolg van het ongeval en geldt de volle 24 uur per dag gedurende de aaneengesloten totale schoolperiode; dus ook gedurende de lesvrije dagen inclusief weekends en vakanties in binnen- en buitenland voor de periode dat de leerling ingeschreven staat). De polisvoorwaarden zijn bindend. Verzekerde bedragen van de aanvullende Ongevallenverzekering: Bij overlijden : 15.000,- Bij blijvende invaliditeit : 100.000,- Medische kosten : 5.000,- Tandheelkundige kosten : 5.000,- Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 16

Als de verzekerde ten gevolge van een ongeval materiele schade heeft aan de bril, kleding of studiemateriaal, dan geldt hier een maximale vergoeding van 125,- per geval. Bij een ongeval tijdens de stage moet de praktijkopleider en de leerling zo snel mogelijk contact met de stagecoördinator opnemen om de verdere afhandeling te bespreken. Indien de leerling buiten de stage om een ongeval heeft gehad, dan moet de leerling dit zelf direct melden bij de administratie van de school. 3. Stage- en Reisverzekering Buitenland Binnen Europa (EU): Leerlingen die voor de buitenlandstage binnen Europa (EU) blijven hebben via school al een stage- en reisverzekering (zie Polisvoorwaarden Meeùs, op school in te zien) Buiten Europa: Leerlingen die de buitenlandstage buiten Europa doorbrengen, moeten hiervoor zelf een schadeaansprakelijkheidsverzekering en reisverzekering afsluiten; hiervoor is de schoolverzekering niet afdoende. Deze leerlingen moeten via Meeùs een IPS-verzekering (Insurance Passport for Students ; zie ook www.ipsinsurance.info ; vervolgens Nederlandse taal instellen) afsluiten, inclusief het aanvullende trekkersrisico (indien gewerkt wordt met landbouwtractoren en zelfrijdend landbouwmaterieel). Deze verzekering geeft een wereldwijde dekking: het is een reisverzekering en het is inclusief schade aan goederen van het opleidingsbedrijf (er geldt ook hier weer een eigen risico van 250,- per geval voor de stage-verzekering). De polisvoorwaarden zijn bindend. Op school is hierover meer informatie verkrijgbaar. Eventuele schadegevallen moeten door de leerling zelf, in overleg met zijn/of haar verzekering, worden aangemeld en afgehandeld. Het is aan te bevelen om ingeschreven te blijven staan bij de eigen zorgverzekeraar; wel melden bij de Zorgverzekeraar dat leerling naar het buitenland gaat en de benodigde internationale kaart aanvragen Voor het buitenland geldt ook de eerder genoemde collectieve Ongevallende verzekering die door de school wordt afgesloten (zie 2b). 28. Studiefinanciering In verband met extra studiefinanciering wordt een leerling die tijdens de stageperiode intern is of in het buitenland, geadviseerd de uitwonende verklaring aan te vragen (formulieren zijn verkrijgbaar via internet of bij de schoolreceptie). Leerlingen die naar het buitenland gaan en daarbij aangeven geen gebruik te maken van het OV, moeten in dat geval wel hun OV- jaarkaart inleveren! Bij verzuim kan de boete zeer hoog zijn 29. Identificatieplicht Wettelijk is het verplicht dat iedere leerling zich te allen tijde kan identificeren, zowel op school als op het stagebedrijf; Nordwin College kan in verband met de wet op de privacy geen kopie verstrekken. 30. Zorgverzekering Tijdens de stage blijft de zorgverzekering van de leerling doorlopen. Leerlingen die naar het buitenland gaan, moeten dit wel melden bij hun zorgverzekeraar en de benodigde internationale kaart aanvragen. Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 17

31. Tips voor praktijkopleiders. Beroepspraktijkvorming is een uitstekende en effectieve vorm van leren. Leerlingen doen het graag en zeggen dat ze er veel van leren. Meestal gaat het goed, maar misschien kan het nog beter Hieronder volgen enkele tips voor u als praktijkopleider om de begeleiding zo goed mogelijk uit te voeren en het rendement voor de leerling en voor uzelf optimaal te maken Afhankelijk van het niveau en opleiding van de leerling zijn de tips meer of minder toepasbaar. Gesprek vooraf Voer vooraf met de leerling (liefst zonder bijzijn ouders) een gesprek (zie kennismakingsbezoek). U bepaalt daarna zelf of de leerling bij u kan komen voor de stage. Indien u liever niet met de leerling in zee gaat, vertel hem/haar dan ook waarom. Duidelijke afspraken Maak duidelijke afspraken. Vertel wat u verwacht van de stage en wat de huis- en / of bedrijfsregels zijn. Let hierbij op de volgende zaken: - de ondertekening van de stageovereenkomst (het formele bewijs, ook voor de verzekering en de Belastingdienst, enz.); - de informatiebrief over de stage die u aan het begin van de stageperiode van school ontvangt; - begin- en eindtijden van de stagedag - de begeleiding van de leerling en hoe en wanneer de opdrachten worden besproken; - de naam van de begeleidende stagedocent (vaak de studiecoach van de leerling) Tijdens de stage Tijdens de stage kunt u van alles doen om het goed te laten verlopen: - geef duidelijke instructies en controleer, zeker in het begin, of ze goed worden opgevolgd; - ga er niet vanuit dat de leerling alles direct begrijpt, ook al zegt hij/zij van wel; - maak een planning met de leerling waarin staat welke opdrachten / taken wanneer uitgevoerd moeten worden; - geef tijdig een pluimpje (ook al is de vordering soms minimaal), dat motiveert - bespreek regelmatig samen met de leerling het stageverloop ( hoe functioneert de leerling, worden afspraken nagekomen, hoe zijn de vorderingen, enz.) - geef bij eventuele problemen ook ondubbelzinnig aan wat er volgens u niet goed gaat en bespreek dit eerst met de leerling; - toon belangstelling voor de leerling zelf en de opleiding die hij/zij volgt Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 18

32. Praktijkopleiders-cursussen. Nordwin College geeft elk jaar in de periode van november t/m. februari speciale cursussen voor praktijkopleiders. Of de praktijkopleider nu voor het eerst deze rol op zich neemt of al jaren nauw betrokken is bij het begeleiden van medewerkers/leerlingen op het bedrijf, in beide gevallen draagt de cursus bij aan het verdiepen van het inzicht op allerlei terreinen. De kracht van deze cursussen zit in het leren kennen van eigen kwaliteiten en het aanleren van vaardigheden, zodat er goed als begeleider kan worden gefunctioneerd. Een aantal vaardigheden zijn: luisteren, grenzen aangeven, waarderen, motiveren, delegeren, betrekken bij beslissingen, omgaan met conflicten, omgaan met tegenslag. Naast de Basiscursus is er nu ook als vervolg de Verdiepingscursus Het programma van de cursus Beide cursussen bestaan uit vier dagdelen. Binnen ieder thema is er ruim tijd om de vaardigheden die hoervoor zijn genoemd te oefenen m.b.v. allerlei opdrachten. De cursus bestaat uit een aantal thema's, zoals: communicatie, leren, begeleidingsstijlen, reflectie, en het toepassen van bekwaamheden. Uiteraard komt ook het hedendaagse onderwijs binnen Nordwin College aan de orde. Kosten De kosten van de basiscursus van 4 dagdelen komen geheel voor rekening van Nordwin College. Inbegrepen zijn het boek Opleiden in de praktijk, een bewijs van deelname en de consumpties. Uitvoeringslocatie Leeuwarden. Zie voor data het aanmeldingsformulier dat op aanvraag verkrijgbaar is. Erkenning Bedrijven met praktijkopleiders, die deze basiscursus gevolgd hebben, behouden zo de erkenning als opleidingsbedrijf. Aequor De erkenning van de opleidingsbedrijven is in handen van Aequor, zie site www.aequor.nl. Meer informatie en/of aanmelding via de Afdeling Cursus en Contract van Nordwin College Leeuwarden ( Centrale Diensten tel. 058 2534000; fax 253 2534099 ; E-mail: cursus@nordwincollege.nl ) Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 19

Bijlagen Ter Informatie en ter kennisgeving: - Overzicht van de 25 competenties - Voorbeeld stage-overeenkomst (kopie, niet invullen!) - Artikelen behorende bij de stageovereenkomst voor de BOL-opleiding met donatie aan het Stagefonds - Stageschema s (afhankelijk van de opleiding): - Veehouderij - Loonwerk (in bewerking) - Plantenteelt (in bewerking) Algemene Stage-informatie MBO 3-4 Leeuwarden opleidingen Herkenbare Melkveehouderij en Loonwerk / Plantenteelt 20