Concept. Notitie. Techniek, Onderzoek & Projecten Onderzoek & Advies. nvt. 4 november 2013. R.J.Tijsen



Vergelijkbare documenten
Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari J.J.

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Vragen vanuit de bewonersvereniging aan de wetenschappelijke begeleidingscommissie en aan het Waterschap.

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Concept. Notitie. Afbeelding 1. Afkalving van een oever in de hoofdwatergang langs de Radioweg (foto Waternet, 2012). 1 Aanleiding

Watergebiedsplan Osdorperbinnenpolder-Laag. Kaartenbijlage. Behorend bij het. Cartografie: Jasper van Blerkum, Thijs Houdijk

Notitie. Startnotitie Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse Polder. Inhoudsopgave

Verslag. De bijeenkomst wordt geopend door voorzitter Berend Spoelstra. Welkom door Gerard Korrel lid Dagelijks Bestuur Amstel, Gooi en Vecht

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 28 juni 2016 Zuider legmeerpolder en Uithoornse Polder

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Notitie. Inhoud. 1 Aanleiding

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

2. Stuw Kortrijk blz Stuw Kerkweg-noord blz Stuw Portengen blz Stuw Schutterskade-west blz Stuw Schutterskade-oost blz 7

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Welkom bij de informatiebijeenkomst watergebiedsplan Westeramstel. 30 juni 2016 Noorder Legmeerpolder en Bovenkerkerpolder

Watergebiedsplan Greenport regio Boskoop Wateroverlast en zoetwatervoorziening Informatiebijeenkomst 30 september 2013

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Verslag plenaire gedeelte (26 april 2012)

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Ontwerp peilbesluit. Horstermeerpolder en. Meeruiterdijksepolder

Verslag. 1 Opening. 2 Inleiding

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Omschrijving wijziging

Notitie. Aanmeldnotitie vormvrije m.e.r. beoordeling

MEMO DHV B.V. Logo. : Albert Lubbinge : Joost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer. : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje

Bijlage 1 Kaartmateriaal

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Projectplan Spoorsloot De Reigerstraat Delden

Peilbesluit Horstermeerpolder. en Meeruiterdijksepolder

Evalueren van peilbeheer: ervaringen bij Waterschap Brabantse Delta

Concept. Legger van de Boezemwateren van Amstel, Gooi en Vecht in Amsterdam Achtergronddocument. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.

Watergebiedsplan Westelijke Venen

CONCEPTVERSLAG INFORMATIEAVOND CONCEPT-PEILBESLUIT ABTSWOUDE 12 OKTOBER Opmerkingen en vragen Noord-Kethelpolder

Horstermeerpolder en. Meeruiterdijksepolder. NBW-analyse. Rob Tijsen. Techniek, Onderzoek & Projecten Onderzoek & Advies

De bijeenkomst levert inbreng voor het opstellen van een concept ontwerp T (lokaal tarief) F

Algemene regels hoogwatervoorzieningen Hoeker- Garstenpolder

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII

Het college van hoofdingelanden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

Watergebiedsplan Noordelijke Vechtplassen

Memo Ter kennisname. Registratienummer: VV-commissie Voldoende Water

Verslag. 1 Opening. 2 Inleiding Planproces en Watersysteem

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Verslag meter ligt te laag en moet verhoogd worden: is dat zowel aan de west- als oostkant?

Draaiboek Voorkomen schade Waalenburg

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

Visie op de Twellose Beek

Werking Buffersysteem Siberië fase 1 en 2 in 2015

Horstermeerpolder en. Meeruiterdijksepolder. NBW-analyse. Rob Tijsen

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01

Zienswijze ontwerppeilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Toetsing waterhuishouding

Watergebiedsplan Groot Wilnis-Vinkeveen e.o.

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Kaartenbijlage behorende bij het peilbesluit Nieuwegein Nieuwegein-West, Plettenburg en Oudegein

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart

Onderzoek hoge grondwaterstanden regio zuid Kennemerland afgerond.

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Lage Abtswoudschepolder Peilgebied V

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

Peilgebied Winterpeil (m t.o.v. NAP) Zomerpeil (m t.o.v. NAP)

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering A10 Oost Diemen

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Ontwerp - Partiële herziening van het peilbesluit Oudegein 2014 (2018)

Startnotitie Watergebiedsplan. Aetsveld-oost. Resultaat ambtelijke voorverkenning Voorstel planproces watergebiedsplan

Projectplan Vervangen stuw , polder Schieveen. Gemeente Rotterdam

Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Kaartenbijlage Watergebiedsplan Dorssewaard

PROJECTPLAN VERVANGEN GEMAAL HERBAIJUM

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

Samenvatting van de toelichting op de. Peilbesluiten Boezemstelsel Oude Rijn 2015 en. Boezemstelsel Leidsche Rijn 2015

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Watergebiedsplan Ambachtspolder. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet

Registratie van boringen.

Inspraak- en overlegnotitie crematorium Ter Borch

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

Transcriptie:

Concept Aan nvt Contactpersoon R.J.Tijsen Onderwerp actuele peilen en peilgebieden Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder (eindversie) Een concept van deze notitie is in augustus 2012 voorgelegd aan de wetenschappelijke begeleidingscommissie (WBC). In de voorliggende versie zijn de opmerkingen van de WBC verwerkt en enkele later beschikbaar gekomen gegevens toegevoegd. Doorkiesnummer 020 608 35 02 Fax afdeling 020 608 39 10 E-mail rob.tijsen @waternet.nl Inleiding In deze notitie is de huidige kennis samengevat horende bij de actuele peilgebiedenkaart van de Horstermeerpolder en de Meeruiterdijkse polder. Figuur 1 toont de kaart met de actuele peilvakken. Het waterpeil in al deze vakken wordt hoog gehouden door een stuw of bemalen met een gemaal. Uitzondering hierop zijn de vakken 28-5, 28-4.1 en 28-4.2. In deze vakken wordt het water opgezet door stuwende duikers en varieert het waterpeil in iedere sloot. Voor deze sloten is een gemiddeld waterpeil in de kaart opgenomen. Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370 1090 GJ Amsterdam T 0900 93 94 (lokaal tarief) F 020 608 39 00 KvK 41216593 www.waternet.nl Figuur 1: Overzicht peilgebieden in de Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder. 1/14

28-1 Het hoofdvak van de polder wordt op peil gehouden door het poldergemaal. Het gemaal slaat overtollig water via een 520 m lange maaltocht uit op de rivier de Vecht. Het streefpeil waarop het gemaal draait is NAP -3,45 m. Dit waterpeil wordt jaarrond nagestreefd. Een analyse van de waterpeilen in het hoofdvak is in een apart deelonderzoek uitgewerkt (notitie Peilmarges bij het Horstermeergemaal ). Op één uitzondering na wateren alle vakken in het kaartje hierboven uiteindelijk af op dit hoofdvak. Uitzondering daarop is vak 28-2 waar een tweede gemaal in de polder een deel van het overtollige water in de zomermaanden uit vak 28-2 naar de Kortenhoefse Plassen pompt. Het gemaal staat aan de Sniplaan. In het gebied 28-1 ligt een uitgebreid hoofdstelsel om overtollig water efficiënt naar het poldergemaal te laten afstromen. De werking van dit stelsel is eveneens een apart deelonderzoek in het traject naar een nieuw peilbesluit (notitie Een analyse van het afvoerstelsel in de Horstermeerpolder en Meeruiterdijksepolder ). 28-2 (ANKO-vak) Vak 28-2 wordt van april tot september ingesteld. In de wintermaanden is het gebied onderdeel van het hoofdvak (28-1). In april draait het waterschap drie klepstuwen omhoog die tijdens de wintermaanden met de klep op de bodem hebben gelegen. De kleppen worden op een hoogte gezet die gelijk is aan het streefpeil in de polder; NAP -3,45 m. Het water in vak 28-1 kan brak zijn en de kleppen voorkomen dat dit brakke water in de zomermaanden het gebied 28-2 instroomt. Instroom wordt ook verhinderd door een continu overschot aan zoet kwelwater in 28-2, zodat water altijd over de stuwen het gebied uitloopt. Vak 28-2 wordt intern ook wel het ANKO-vak genoemd. Een gemaal aan de Sniplaan pompt via een lange ondergrondse persleiding een deel van het overtollige water uit vak 28-2 naar de Kortenhoefse Plassen. In de zomermaanden heeft het plassengebied door wegzijging en verdamping te maken met een watertekort. Het tekort in de Kortenhoefseplassen kan aangevuld worden met water uit de rivier de Vecht, met IJmeerwater (via de s Gravelandsevaart) of water uit het zuidelijk deel van de Horstermeerpolder (vak 28-2). Aanvulling vanuit vak 28-2 is vanuit waterkwaliteitsoogpunt, en dan met name chloride, wenselijker dan aanvulling met water uit de rivier de Vecht of het IJmeer. Het is vanuit waterkwaliteitsoogpunt ook de reden dat de drie klepstuwen het brakke water uit vak 28-1 moeten tegenhouden. 2/14

Het vak is hydrologisch gezien niet helemaal afgesloten. Een aantal duikers in gronddammen vormen lekken waardoor water uit vak 28-2 naar 28-1 stroomt. In feite betekent dit ook dat er een risico is dat brak water het vak juist instroomt, en via het gemaal brak water naar Kortenhoefse Plassen wordt gepompt. Als het mogelijk is moet dat worden vermeden. Een deelonderzoek in het traject naar een nieuw peilbesluit voor de polder is een evaluatie van de werking van dit vak. De aanwezigheid van deze duikers die lekken vormen, wordt hierin meegenomen. Met het deelonderzoek wordt ook gekeken of niet meer water uit het gebied naar de Kortenhoefse Plassen kan worden gepompt. Het plassengebied zou hier profijt van kunnen hebben. Verder wordt onderzocht of het vak deze omvang moet houden. Er zijn enkele gebieden vanwaar het water slecht naar het gemaal aan de Sniplaan of het poldergemaal stroomt. Deze gebieden hebben daardoor snel te maken met hoge waterstanden. 28-3 Dit compartiment werd in 2000 in gebruik genomen. Het maximum peil in de vergunning is gesteld op NAP -2,3 m. In het gebied bevindt zich één sloot. Deze loopt langs de west rand, onderlangs via de zuid rand, en eindigt bij een stuw in het noord oosten. Figuur 2 toont een kaart van het vak waarop de watergang en de stuw zijn ingetekend. De stuw heeft een kruinhoogte van NAP -2,01 m en een breedte van 1,20 m. het waterpeil in de sloot ligt 32 cm lager dan de stuwrand 28-3 Figuur 2: In de afbeelding geeft de blauwe lijn de loop van de afwateringssloot weer. Aan het einde van de sloot bevindt zich een stuw welke op de foto is te zien. Het slootpeil ligt lager dan de kruinhoogte van de stuw. Dat is vooralsnog bij ieder veldbezoek geconstateerd. Bij het inmeten van de stuw is een waterpeil van NAP -2,44 gemeten. Dat is een waarde die goed overeen komt met de berekende stijghoogte in onderliggende Pleistocene zandlaag. Zie hiervoor in 3/14

het rapport Peilopzettingen in de Horstermeerpolder, de kaart in de bijlage met de titel: Verbeterde huidige situatie, Contourenkaart stijghoogte 1 WVP. Er lijkt zich hier een hydrologisch evenwicht te hebben ingesteld tussen het waterpeil en de stijghoogte. De waarde van NAP -2,44 m is op de actuele peilenkaart opgenomen. Uit aanvullende metingen van het peilverloopbovenstroomsvan de stuw, bleek dat de ondergrens van het peil in 2012 rond NAP -2,48 m lag en de bovengrens rond NAP -2,38 m, met enkele incidentele uitschieters naar NAP -2,32 m, zie figuur 3. Figuur 3 Peilverloop in peilgebied 28-3, bovenstrooms van de stuw. Het gebied in dit vak is grotendeels verland. Het voormalige patroon van drainagesloten en percelen is nog wel in de topografie terug te vinden en ook op de luchtfoto is het slotenpatroon nog te onderscheiden. Maar de verlandde sloten zijn nog slechts depressies waar met een stel goede laarzen te voet doorheen is te wandelen. Zuidelijk slotengebied Horstermeerpolder De gebieden 28-4.1, 28-4.2 en 28.5 liggen in het zuiden van de Horstermeerpolder, in het Natura2000-gebied. Het peil in deze gebieden verschilt van sloot tot sloot. Hierdoor is er geen sprake van een echt peilgebied. Het peil in de afzonderlijke sloten wordt bepaald door de manier waarop de sloot in verbinding staat met de watergang langs de Radioweg. Sommige sloten staan in open verbinding, andere staan in verbinding via een pijpje met een vaste overstorthoogte. Daarnaast varieert het peil per sloot ook in de tijd, ten gevolge van het neerslag en verdamping, plantengroei en het onderhoud van de overstorten. De op de actuele peilenkaart weergegeven peilen zijn een gemiddelde van een in de winter 2011/2012 4/14

uitgevoerde meetronde. Voor de peilgebieden 28-4.1 en 28-4.2 zijn de metingen uitgevoerd in november 2011 en voor peilgebied 28-5 zijn de metingen uitgevoerd in maart 2012. Behalve in de winter van 2011/2012 zijn peilen ingemeten in oktober 2010 en in november 2012. Voor een nadere toelichting op de actuele peilen en peilgebieden wordt verwezen naar hoofdstuk 4 en bijlage 2 van het achtergrondrapport bij het peilbesluit. 28-4.1 Het gebied 28-4.1 ligt zuidelijk van de Radioweg en telt zeven drainage sloten. Vijf van deze sloten wateren via een (stuwende) duiker af op de hoofdwatergang langs de Radioweg. Twee sloten staan in open verbinding met de hoofdwatergang. Wel bevindt zich in één van deze twee open sloten een rooster dat door verstopping met drijfvuil het achterliggende waterpeil opzet. In de actuele peilenkaart is voor gebied 28-4.1 een peil van NAP -3,39 m opgenomen, gemiddeld 6 cm peilopzet, gebaseerd op de peilmetingen die zijn uitgevoerd in november 2011. 28-4.2 Dit gebied telt 20 sloten. De peilvakgrens tussen gebied 28-4.1 en 28-4.2 is gemaakt op basis van de perceelsbreedte. In vak 28-4.2 is deze half zo groot als de percelen in gebied 28-4.1. In vak 28-4.2 wateren van de 20 sloten 19 stuks via een (stuwende) duiker af op de hoofdwatergang langs de Radioweg. Eén sloot staat in open verbinding met de hoofdwatergang. Deze sloot staat ook als enige sloot in verbinding met de zuidelijke dijksloot. De andere 19 sloten zijn allemaal afgedamd van de dijksloot. De hoofdwatergang langs de Radioweg is de enige afvoerroute. In de actuele peilenkaart is voor gebied 28-4.2 een peil van NAP -3,26 m opgenomen, gemiddeld 19 cm peilopzet, gebaseerd op de peilmetingen die zijn uitgevoerd in november 2011 28-5 (NERA gebied) Het waterschap heeft begin jaren 90 een aantal sloten in dit gebied aan de noordkant afgedamd en de al aanwezige gronddammen die voorzien waren van duikers dichtgemaakt. Deze ingrepen waren onderdeel van de waterhuishoudkundige inrichting van vak 28-2 (ANKO-zuid). Het overtollige water uit de sloten wordt nu aan de zuidkant opgevangen, in een wetering langs de Radioweg. Deze wetering ligt in vak 28-2. Vak 28-5 wordt ook wel het NERA gebied genoemd, naar het NERA gebouwd dat in dit vak staat. Er bevinden zich 11 sloten in gebied 28-5. Zeven sloten wateren via een 5/14

(stuwende) duiker af op de wetering langs de Radioweg. Vier sloten staan in open verbinding met de wetering. In de actuele peilenkaart is voor gebied 28-5 een peil van NAP -3,23 m opgenomen, gemiddeld 22 cm peilopzet, gebaseerd op de peilmetingen die gezamenlijk met bewoners zijn uitgevoerd op 19 maart 2012 (figuur 4). Hierbij zijn de vier sloten met een open verbinding meegerekend als sloten zonder afvoerdrempel. gemiddeld waterpeil NAP - 3,23 m (maart 2012) Figuur 4: Het resultaat van de peilmetingen op 19 maart 2012. Om een indruk te krijgen van de variatie in het peil gedurende een seizoen is in de meest oostelijke sloot in gebied 28-5 het peil een half jaar lang continu geregistreerd (figuur 5). In de grafiek is te zien dat het peil gedurende dit seizoen enkele centimeters opliep en ook de fluctuatie toenam. De oorzaak hiervan is het begroeid raken van gedeelten van de sloot en/of het verstopt raken van de overstort. 6/14

Figuur 5: Peilverloop gedurende ca. zes maanden in de meest oostelijke sloot binnen gebied 28-5. 28-6 Een dwarswetering in dit vak, lopende parallel aan de Radioweg, vangt al het overtollige water op. De dwarswetering zelf watert via een stuw af op de hoofdwatergang langs de Radioweg. De stuw heeft een kruinhoogte op NAP -2,45 m. In de vergunning wordt een 'plas-dras' situatie toegestaan met een waterpeil dat mag variëren tussen de NAP -3,45 m en NAP -2,00 m. Het gebied 28-6 is intensief onderzocht door onder andere promovendi van de Vrije Universiteit. Zo is onderzoek gedaan naar de vastlegging van koolstof door veenvorming in het gebied. Er bevindt zich een meetstation van de Universiteit waar meteorologische metingen worden verricht. stuw (A) vak 28-6 : NAP -2,45 m stuw (B) vak 28-7 : NAP -2,66 m stuw (C) vak 28-8 : NAP -2,85 m keerschot (D) vak 28-7 : geen overstort mogelijk 7/14

C A D 28-4 28-8 28-6 B 28-7 Figuur 6: Afwateringssloot en peilregulerende kunstwerken in de gebieden 28-6; 28-7 en 28-8. vuil voor stuw verwijderd bij uitlezen van de apparatuur Figuur 7: Registratie van het waterpeil vak 28-6. Figuur 7 toont de waterpeil registratie die vier en een halve maand heeft plaatsgevonden. Met name slootvuil voor de stuw zorgt ervoor dat het waterpeil 5 a 10 cm wordt opgezet. De momenten waarop het slootvuil is verwijderd zijn in de grafiek aangegeven. Het peil zakt dan terug tot dezelfde 8/14

hoogte als de kruinhoogte. Voor de actuele peilenkaart is de kruinhoogte van de stuw aangehouden. Dat is NAP -2,45 m. 28-7 In dit gebied ligt een stuk van de dijksloot onder de zuidelijke ringdijk. Een stuw met een kruinhoogte op NAP -2,66 m zet het peil op. Het betreft stuw B op de kaart in figuur 6. De stuw heeft een vaste kruinhoogte en is in goede staat van onderhoud. In de vergunning wordt een peilopzet toegestaan van NAP -2,70 m. 28-8 Dit gebied markeert de sloot tussen twee stuwen. Zie eventueel ook de kaart in figuur 6, stuw C. De stuw heeft een kruinhoogte op NAP -2,85 m. De stuw heeft een vaste kruinhoogte en is in goede staat van onderhoud. De stuw is te zien vanaf de brug aan het einde van het verharde stuk van de Radioweg. In de vergunning wordt een peilopzet toegestaan van NAP -2,90 m. 28-9 Dit gebied markeert de afvoersloot van overtollig water afkomstig uit het zuidelijk deel van de Meeruiterdijkse polder (MUP), de gebieden 27-1, 27-3, 27-4 en 27-5. De sloot watert via een stuw met een kruinhoogte op NAP -2,69 m af op een duiker. De duiker komt uit in de maalkom van het poldergemaal Horstermeerpolder. Er is een grote ecologische diversiteit in de sloot aan te treffen. Er groeien naast de wat meer gangbare planten: Kleine Egelskop, Glanzig Fonteinkruid, Kleine Watereppe, Pijlkruid, Watergentiaan, Holpijp en Slanke waterkers. 28-10 Dit gebied begrenst een enkele sloot langs de Randweg (N523). De sloot watert af via een betonnen stuw (figuur 8). Opmerkelijk aan deze stuw is de lange schuin aflopende kruin. De kruin is ongeveer 3 meter lang en de achterkant van de kruin ligt op polderstreefpeil. Dit type stuw komt niet veel voor en is hier neergelegd ter bescherming van de effluentpersleiding van de rwzi, die onder de stuw doorloopt. De stuw ligt vlak naast het talud van de Randweg. De overstorthoogte is NAP -3,13 m. 9/14

Figuur 8: Stuw in sloot langs de Randweg (N532). 28-11 Het waterpeil in dit gebied wordt door een houten stuw opgezet. De stuw heeft een vaste kruinhoogte op NAP -2,88 m. De sloot die van de noordelijke ringdijk naar de Middenweg loopt, heeft het waterschap in onderhoud. Het gebied noordelijk van de ringdijk watert via een sifon onder de ringdijk af op de Horstermeerpolder. Tijdens alle velddagen is een waterstroom van ongeveer 1 m 3 /min over de stuw waargenomen. 28-12 Door een houten keerschot wordt het waterpeil opgezet in een sloot onder aan de Noordelijke Ringdijk. De kruinhoogte van het schot is NAP -2,80 m. Het schot is vervallen, of beter gezegd: het staat op instorten. De planken zijn verrot en er zitten gaten in. Het watergebiedsplan zal een maatregel moeten bevatten om 1) het keerschot op te knappen, dan wel 2) het object te verwijderen. 28-13 In dit gebied bevindt zich een sloot waarvan het waterpeil door een stuw wordt opgezet. De stuw heeft een vaste kruin op een hoogte van NAP -3,45 m. Dit peilgebied heeft dus een peil gelijk aan het peil in peilgebied 28-1, maar staat hier niet mee in open verbinding. De stuw watert af op peilgebied 28-14 (de onderbemaling) en vervolgens naar het polderpeilgebied 28-1. 28-14 Dit vak is een onderbemaling waarvan de oorsprong terug gaat tot in de jaren 90 toen het waterschap het ANKO-project startte. In 1992 verleende het toenmalige Hoogheemraadschap Amstel en Vecht een vergunning aan de agrariër voor onderbemaling tot NAP -3,75 m. Waternet en de betreffende 10/14

agrariër beheren nu de pomp. Naast de Machineweg bevindt zich in de sloot een peilschaal. In het begin van het voorjaar zet Waternet de schuif in het keerschot dicht. Dit keerschot bevindt zich naast een voormalige woning ten oosten van de Machineweg (beter bekend als de boerderij van Ineveld). In de winter staat de schuif open en stroomt het overtollige water in het vak naar de hoofdwatergang. De pomp staat in de wintermaanden uit. Bij een aantal bezoeken in 2011 en 2012 is telkens een waterpeil in de onderbemaling van NAP -3,50 m afgelezen, op één keer uitgezonderd, dat was in maart 2012. Met het nieuwe seizoen in het vooruitzicht was de pomp toen net aangezet. Op de peilschaal was een waterpeil van NAP -3,70 m af te lezen. Bij de oorspronkelijke vergunning uit 1992 is geen kaart met de begrenzing aanwezig. De actuele grenzen van het vak zijn op basis van een luchtfoto en verkenning in het veld ingetekend, en weergegeven in figuur 9. Het is dezelfde begrenzing die ook in een watersysteemmodel daterend uit 2002 is gevonden. afvoerpomp inlaatschuif Figuur 9: De onderbemaling in het noordoosten van de Horstermeerpolder. 27-1 Dit gebied ligt in de Meeruiterdijkse polder. Het gebied water via drie stuwen af op de Horstermeerpolder. Het water komt in de sloot in vak 28-9 terecht. De belangrijkste afwateringsstuw bevindt zich in het zuiden, bij de oude molen. De stuw is van het type schuifstuw en de 1 m brede schuif is 11/14

handmatig in hoogte verstelbaar. In maart 2012 is de kruinhoogte van de stuw ingemeten op NAP -2.30 m. De twee andere stuwen staan hoger afgesteld. Beide hebben een kruinhoogte van NAP -2,22 m. De stuw bij de oprit is vervallen. Tijdens het watergebiedsplan moet voor deze stuw een maatregel worden opgenomen. De stuw aan het begin van de weg is van het type balkstuw. De kruinhoogte van dit type stuw kan worden veranderd door een balk te verwijderen of erbij te plaatsen. In het vigerende peilbesluit is een vast peil van NAP -2,22 m opgenomen. Het actuele peil is 8 cm lager dan het vigerende peil. De hoogte van de stuw bij de molen is de oorzaak van de peilverlaging. Het gebied noordelijk van de Randweg N523 watert via een betonnen duiker af op het zuidelijke deel. In de actuele peilenkaart is een peil van NAP -2,30 m opgenomen. veel neerslag vorst Figuur 7: Registratie van het waterpeil in de MUP, vak 27-1. 27-2 Dit gebied onder het dorp Overmeer ligt ook binnen de Meeruiterdijkse Polder. Het gebied kenmerkt zich door de diversiteit aan landgebruik. Een deel is in gebruik als woonwijk. De riolering van de wijk is van het type gemengd en heeft sinds 2010 een bergbezinkvoorziening met 12/14

overstortvoorziening naar een poldersloot. Als bij hevig neerslag de rioolpompen het water niet meer kunnen verwerken en het rioolstelsel en de bergbezinkvoorziening zijn volgelopen, stroomt water uit het rioolstelsel de polder in. Ook bevinden zich een aantal sportvelden in het gebied. Tennisvelden gemaakt van gravel en voetbalvelden van kunstgras en echt gras. Rond de parkeerterreinen van de sportclub zijn de sloten deels drooggevallen. Het maaiveld ligt hier weliswaar iets hoger, maar het komt ook door achterstallig slootonderhoud waardoor een grote hoeveelheid bagger zich in de sloten heeft opgehoopt. De bomen in het gebied dragen hier door bladval aan bij. In het peilbesluit zal een deel van de aandacht naar dit probleem moeten gaan. De gemeente heeft plannen om in een deel van het vak een nieuwe woonwijk te bouwen. Voor de actuele peilenkaart is een waterpeil van NAP -2,30 m opgenomen. Het peilvak watert via een stuw en duiker onder de Randweg N523 af op peilvak 28-10 in de Horstermeerpolder. 27-3 In dit gebied wordt het waterpeil opgezet door een stuw die voor zover bekend bij de realisatie van het vorige peilbesluit is neergezet. De stuw is van het type balkstuw. Alle balken van de stuw zijn verwijderd en verdwenen, zodat de vaste kruinhoogte van de stuw het peil opzet. De kruinhoogte van de stuw is NAP -2,27 m. In het peilbesluit is een vast peil van NAP -2,17 m opgenomen. In de aanloop naar het peilbesluit zal bekeken moeten worden of het nog steeds wenselijk is dat het peil slechts enkele centimeters wordt opgezet. In de actuele peilenkaart is een waterpeil van NAP -2,27 m opgenomen. 27-4 Dit gebied is een peilvak langs een deel van de westelijke dijk. Een duiker onder de Randweg N523 zorgt voor een verbinding. Via een stuw kan overtollig water het peilvak verlaten. De stuw heeft een kruinhoogte van NAP -1,43 m, een hoogte die ook in de actuele peilenkaart is opgenomen. Tijdens een veldbezoek in augustus stroomde er water over de stuw naar het lager gelegen gebied (peilvak 27-5). Vanaf hier stroomt het water in peilvak 27-5 verder via een duiker in de gronddam achter de woning aan de Vreelandseweg 43. De afvoer via peilvak 27-5 richting de Horstermeerpolder is niet de meest directe afvoerroute. 13/14

27-5 Het waterpeil in dit peilvak wordt bepaald door twee stuwen. De kruinhoogte van de zuidelijke van de twee stuwen is NAP -1,84 m, dit peil is in de actuele peilenkaart opgenomen. Het peilvak watert via de twee stuwen af naar peilvak 27-1. Via een duiker onder het weiland staan de twee watergangen die naar de stuwen afwateren met elkaar in verbinding (zie figuur 8). Vreelandseweg 37 Duiker 27-1 -2,30-1,85 Figuur 8: Afwatering van peilvak 27-5. 14/14