Senioren Academie Europa - Van continent tot concept college 2. op vrijdag 3 oktober 2014 Europa en de Erfenis van de klassieke oudheid Hand-out met hoofdpunten en aanvullingen De thema s van dit college 1. De Griekse geschiedenis in vogelvlucht 2. De Romeinse geschiedenis in vogelvlucht 3. De nalatenschap van de Klassieke periode 4. De klassiek-griekse cultuur 5. Griekse vrijheid en democratie 6. Alexander de Grote en zijn nalatenschap 7. De Klassieke periode wordt de canon 8. De Griekse cultuur in Rome 9. De bibliotheek van Alexandrië 10. De Renaissance 11. De nieuwe bloei van de Klassieke periode 1. Griekse geschiedenis in vogelvlucht 5 e /4 e eeuw v. Chr. grootste bloeitijd van de Griekse stadstaten. Athene belangrijkste stad met democratie (begon in 508 v.c.) Grote vijand: de Perzen. Perzische oorlogen (ca. 500 tot ca. 450 v.c.) Perzen verslagen. Daarna door veel onderlinge strijd verzwakt. Philippus van Macedonië en zoon Alexander veroveren de Griekse steden in 338/336. 197 v.c. verovering Griekenland door de Romeinen. 146 v.c. Griekenland wordt Romeinse provincie. 30 v.c. Inlijving. Vrijheid en democratie verdwenen. De grootste bloeitijd van de Griekse stadstaten was in de 5 e /4 e eeuw v. Chr. Athene met haar democratie was de belangrijkste. De Grieken hadden een grote vijand: de Perzen die tussen ca. 490 en 479 zowel over land als overzee tot driemaal toe pogingen deden Griekenland te veroveren (Perzische oorlogen). De Griekse stadstaten waren echter gezamenlijk in staat de Perzen te verslaan. Het rijke Athene met haar democratie was een grote macht in de Middellandse Zee. Maar er waren veel onderlinge vijandelijkheden tussen de zelfstandige stadstaten. Vooral tussen Athene en het niet-democratische Sparta. Dit mondde 1
uit in de Peloponnesische oorlog (431-404). Deze onderlinge vijandelijkheden verzwakten de Griekse steden uiteindelijk zó dat de Macedonische koningen Phillipus II in 338 v.chr. en zijn zoon Alexander de Grote in 336 heel Griekenland veroverden en een einde maakten aan de Griekse vrijheid. Na de dood van Alexander viel zijn rijk uiteen. De Macedonische heersers die daarna kwamen hadden niets op met democratie. In 179 v.chr. veroverden de Romeinen Griekenland en Macedonië, in 146v.Chr. werd Griekenland een deel van de Romeinse Provincia Macedonia en in 31 v.chr. werd Griekenland ingelijfd en verloren de steden het laatste restje zelfstandigheid. 2. De Romeinse geschiedenis in vogelvlucht. Stadstaat Rome wordt in 509 v.c. republiek. Vanaf 6 e eeuw v.c. uitbreidingen en veroveringen. 27 v.c. Romeinse republiek wordt keizerrijk onder Keizer Augustus (63 v.c. tot 14 na C.). In Romeinse Provincie Palestina Jezus Christus geboren. Grootste omvang Romeinse rijk rond 300. Christendom krijgt geloofsvrijheid In 330 verplaatst Keizer Constantijn de Grote de hoofdstad naar Constantinopel. In 380 wordt christendom tot staatsgodsdienst verheven. 476 Einde West-Romeinse rijk. 1453 Einde Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk. Het Romeinse rijk begon als de stadsstaat Rome en breidde zich vanaf de 6 e eeuw v. Chr. uit. In 509 v. Chr. werd Rome een republiek die 478 jaar geduurd heeft en eindigde toen (Octavianus) keizer Augustus (63 v.chr. tot 14 na Chr.) er in 27 v. Chr. een keizerrijk van maakte. Het Romeinse rijk omvatte op zijn hoogtepunt alle landen rond de Middellandse Zee plus een groot deel van Europa, waaronder Engeland, Duitsland, Oostenrijk, Roemenië. Het bereikte rond 200 na Chr. zijn grootste omvang onder keizer Septimius Severus (145-211). Het keizerrijk eindigde officieel in 476 na Chr. toen de laatste keizer door een Germaanse bevelhebber werd afgezet. In de tijd van de regering van keizer Augustus werd in de Romeinse Provincia Palestina Jezus Christus geboren. Zijn volgelingen vonden aanhang in het oostelijk deel van het rijk en in Rome. In 313 kregen de christenen geloofsvrijheid en in 380 werd onder Keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst verheven. 2
In 330 werd de hoofdstad door keizer Constantijn (280-337) verplaatst van het oude heidense Rome naar het nieuw gebouwde christelijke Constantinopel. Dat werd het begin van het Byzantijnse rijk dat duurde tot 1453 toen Constantinopel door de Turken werd ingenomen. De Byzantijnen beschouwden zich als de opvolgers van het Romeinse rijk en noemden zich Romaioi, terwijl ze Grieks spraken. 3. De nalatenschap van de Klassieke periode De nalatenschap is zeker niet integraal of tegelijk overgenomen, maar alleen wat op een bepaald moment in de Europese geschiedenis van pas kwam. Dus heel vaak is er geen traditie door de eeuwen heen, maar greep men later terug op ideeën uit de oudheid. 4. De klassiek-griekse cultuur of de Gouden eeuw van Griekenland Nadat de Grieken het alfabet van de Feniciërs hadden overgenomen, ontwikkelden zij vanaf de 7 e eeuw v.chr. een hoogstaande cultuur, die later de Klassieke periode is genoemd. (Tussen haakjes: De Griekse cultuur is trouwens niet zomaar ontstaan, maar is sterk beïnvloed vanuit Mesopotamië, vooral wat betreft de belangstelling voor astronomie, wiskunde, geneeskunde en aardrijkskunde). Eén van de eersten en tevens beroemdste was de grote dichter Homerus uit de 8 e eeuw v. Chr. Hij schreef de Ilias, het verhaal van de Trojaanse oorlog (die veroorzaakt was door óók een ontvoering, namelijk van Helena, de vrouw van de Griekse held Menelaos door de Trojaanse prins Paris) en de Odyssee, het verhaal van de zwerftochten van Odysseus op weg naar huis. De goden maakten in de wereld van Homerus volledig de dienst uit. Het volgende fragment is uit de Ilias van Homerus boek III, regel 1-75 Toen allen nu opgesteld waren bij hun aanvoerders, rukten de Trojanen op onder geschreeuw en gekrijs, als kraanvogels, zoals het gekrijs van kraanvogels klinkt uit de hemel, wanneer zij de winter ontvluchten en de eindeloze stortregen: onder gekrijs vliegen zij naar Okeanos' stromen moord en dood aanbrengend voor de pygmeeën; want hoog in de lucht kondigen zij een kwade strijd aan. De Grieken trokken op onder stilte, blakend van strijdlust, vurig verlangend elkaar te beschermen. Zoals de zuidenwind over de bergtoppen nevel verspreidt, de herders onwelkom, maar de dief geliefder dan de nacht, - men kan slechts een steenworp afstand zien - zo dichte stofwolk rees op van onder hun voeten terwijl zij voortstapten: heel snel trokken zij door de vlakte. Toen zij elkaar al dicht waren genaderd, 3
trad de godgelijke Paris aan als voorvechter voor de Trojanen met een pantervel over de schouder en zijn gekromde boog en zijn zwaard: twee spiezen met bronzen punt zwaaiend, daagde hij al de besten der Grieken uit om een tweegevecht aan te gaan in een strijd op leven en dood. Toen hém nu de krijgshaftige Menelaos in het oog kreeg zoals hij daar voor de massa met grote passen voortstapte, verheugde hij zich als een leeuw die op een grote prooi stoot door een hoorndragend hert aan te treffen of een wilde geit, hongerig als hij is: hij schrokt hem op, ook al proberen hem snelle honden te verjagen en krachtige kerels: zo verheugde zich Menelaos toen hij de godgelijke Paris met eigen ogen zag, want hij dacht de overtreder te straffen. Terstond sprong hij met zijn wapens van zijn wagen op de grond. Maar toen de godgelijkende Paris hem zag verschijnen tussen de voorvechters, zakte hem de moed in de schoenen en hij week als de dood weer terug naar zijn mensen. Zoals men bij het zien van een slang ontzet terugdeinst in een bergdal, met knikkende knieën, hij stapt achteruit en zijn wangen verbleken, Zó dook de godgelijkende Paris terug in de drom der Trojanen, uit angst voor de zoon van Atreus. Maar Hektor voer tegen hem uit toen hij dit zag: 'WanParis, vrouwengek, verleider met je mooie uiterlijk, was jij maar nooit geboren, of omgekomen zonder geliefde, ja, dat zou ik liever willen, en het zou ook veel beter zijn dan dat je nu zo tot smaad strekt en verachting door ieder! Wat zullen de langharige Grieken nu schateren, zij dachten natuurlijk dat jij de beste voorvechter was, omdat je zo'n mooie jongen bent, maar wel zonder pit en weerkracht! Hoe heb je toch, hazenhart, met snelle schepen de zee op durven gaan met een verzameling trouwe vrienden en je onder buitenlanders durven mengen en een mooie vrouw durven schaken uit een ver land, de schoonzus van vechters, een ramp voor je vader en heel de stad en het land, tot vreugde voor de vijand, maar schande voor jezelf? Je zult de krijgslustige Menelaos wel niet afwachten, want dan zou je te weten komen van wat voor man je je jeugdige vrouw hebt geroofd! Dan baat je cither je niet of je gave van Afrodite, je haar noch je uiterlijk als je in het stof bijt. Erg laf zijn de Trojanen; anders was je allang in een stenen kleed gehuld om al het kwaad dat je hebt aangericht'. - Tot hem sprak daarop de godgelijkende Paris: "Hektor, je verwijt aan mij is terecht, niet minder dan dat: Jouw inzicht is altijd meedogenloos als een bijl, die door het hout gaat in de hand van een man, die kundig een scheepsbalk uithakt, en de kracht van die man vergroot, zó onverschrokken is jouw geest binnenin jou; 4
maar verwijt me nu niet de begeerlijke gaven van de gouden Afrodite, want niet toch zijn verwerpelijk de roemrijke gaven der goden, al wat zij maar wensen te schenken, zelf kan niemand ze kiezen. Nu dan, als je wilt dat ik de oorlog door vechten beslecht: laat de andere Trojanen en alle Grieken gaan zitten, maar laat in de kring de krijgshaftige Menelaos met mij een gevecht aangaan om Helena en alle bezittingen; wie van ons beiden zal overwinnen en de beste zal blijken, die zal terecht alles nemen en de vrouw naar zijn huis voeren. Jullie moeten een dure eed in eensgezindheid zweren, dat jullie het grofkluitige Troje beheren en de anderen teruggaan naar het paardenrijke Argos en Griekenland met zijn mooie vrouwen. - Uit de 5 e /4 e eeuw, de beroemde klassieke periode of Gouden eeuw van Griekenland, zijn een heleboel namen te noemen. Ik heb er enkele van de allerberoemdste uitgekozen: - Als eerste Socrates, de beroemde filosoof die zelf niets opgeschreven heeft maar wiens ideeën wel via Plato aan ons nagelaten zijn. - De wiskundige Pythagoras (572-500 v.chr. )"de stelling van Pythagoras"! - De geschiedschrijver en geograaf/antropoloog Herodotus (485-425/420). Ik zal straks een stukje uit zijn Historiën voorlezen, zodat u een idee heeft. - De geschiedschrijver Thucydides (460-400) die de Peloponnesische oorlog beschreef. - De tragedieschrijvers Aeschylos ( 525-456), Sophocles (496-406) en Euripides (480-406). - De komedieschrijver Aristophanes (446-386 v. Chr.). - De beeldhouwer en bouwmeester Phidias (ca.490-438 of 432), hij bouwde het Parthenon op de Akropolis in Athene en zijn beelden zijn eeuwen en eeuwen lang gekopieerd. - De geneesheer Hippocrates (460-370) denk aan de Eed van Hippocrates, hij wordt wel de grondlegger van de westerse geneeskunde beschouwd. - De filosofen, Plato (427-347) en Aristoteles (384-322 v.chr.), de grondleggers van de westerse filosofie. Hieronder volgt een fragment als voorbeeld van de tragedieschrijver Euripides, de Medea, in de vertaling van Chr. Deknatel. (De deuren openen zich en Medea, gevolgd door de voedster, treedt naar buiten). Medea: Ik kom hier tot u, vrouwen van Korinthe, opdat gij niets onbillijk mij verwijt. Gij weet, wat onvoorzien mij overviel; het deed mijn ziel vertwijfelen; heen is al mijn vreugd, en sterven ware mij verlossing. Hij, die mij alles was, wiens vrouw ik werd, hij, mijn vertrouwen, blijkt een harteloos mens. Van al wat adem heeft en rede, wacht ons, vrouwen, wel de zwaarste strijd in het leven. Eerst moeten wij door overmaat van goed 5
een man ons kopen, en als heer en meester over ons lichaam hem aanvaarden; want bij het eerste kwaad komt die nog groter pijniging. Het hoogste staat dan op het spel, of het lot ons een goede man dan wel een slechte geeft; want scheiden brengt een vrouw in opspraak en verstoten is haar immers niet vergund. In vreemde omgeving, onbekende zeden, behoeft zij zienersgave - want zij bracht daarvan geen kennis mee uit het ouderlijk huis, hoe zij de liefde van haar man moet winnen. Is het samenleven dank zij onzen zorgen voor hem niet slechts een torsen van het juk? dat is goed voor beiden: maar zo niet, dan is voor ons de dood een uitkomst. Wordt een man het leven thuis ondraaglijk, hij gaat heen en zoekt vertroosting elders en verstrooiing, het zij bij een vriend of in gezellige kring, terwijl een vrouw alleen blijft met haar ziel. Maar ons thuis-zittend leven, zegt men, is gevaarloos, waar de man strijdt met de lans. Een dwaling: liever ware ik driemaal voor het front van de vijand dan eens in barensnood. Maar laat ik hierover zwijgen: want dit gaat u niet zozeer als wel mij zelve aan. Gij zijt hier in uw eigen stad, thuis bij uw vader, welvaart ziet ge en vrienden om u heen. Maar ik, hier eenzaam in den vreemde, moet den spot verdragen van een man, die als zijn buit uit verre streken mij ontvoerde, terwijl geen moeder, broeder of verwant tot toevlucht mij kan strekken in mijn ellende. Nu wil ik u alleen deze gunst vragen: vind ik een uitweg, die een kans mij geeft de schennis van mijn eer op mijn man te wreken, zo zwijgt dan. Want vreesachtig mag een vrouw in andere dingen zijn, ja weerloos schier, maar is haar eer gekrenkt in het echtelijk leven, dan dorst geen mensenkind als zij naar wraak Het volgende fragment is uit de Historiën van Herodotus, vert. van Hein van Dolen p. 45 en 46 Herodotus is mijn naam, ik kom uit Halicarnassus en maak hierbij het verslag wereldkundig van het onderzoek dat ik heb verricht om de herinnering aan het verleden levend te houden en de grootse, indrukwekkende prestaties van de Grieken en andere volkeren te vereeuwigen. Ik stel bij dit alles voornamelijk aan de orde door welke oorzaak zij met elkaar in conflict zijn gekomen. Perzische bronnen leggen namelijk de verantwoordelijkheid voor dit geschil bij de Feniciërs. Van begin af aan hebben de Feniciërs verre zeereizen ondernomen en, beladen met Egyptische en Assyrische waren, handel gedreven op alle kusten. Daarbij zijn ze ook op Argos gekomen, in die tijd de belangrijkste plaats van het land dat tegenwoordig Hellas heet. Bij deze stad hebben ze hun koopwaar uitgestald en een kleine week later was alles al bijna uitverkocht, toen een stoet vrouwen naar het strand afdaalde om een kijkje te nemen. Onder hen bevond zich een prinses die bij de Perzen en Grieken dezelfde naam draagt: Io, de dochter van Inachos. De 6
vrouwen verdrongen zich bij de achtersteven om de spullen te kopen waar ze hun oog op hadden laten vallen. Plotseling hebben de Fenicische zeelui, na een blik van verstandhouding te hebben gewisseld, hen overvallen! De meeste meisjes zochten een veilig heenkomen, alleen Io en een paar anderen werden gegrepen en in het ruim gesmeten. Daarna staken de Feniciërs in zee en zetten koers naar Egypte. Volgens de Perzische traditie, die niet door de Grieken wordt gevolgd, is Io dus zo in Egypte beland. Dit zou de lange reeks van onrechtmatige daden geopend hebben. Naderhand zijn enkele Grieken die niet bij name genoemd worden, maar waarschijnlijk Kretensers waren, naar de Fenicische haven Tyrus gestevend en hebben vandaar de koningsdochter Europa ontvoerd. Tja, boontje komt om zijn loontje.... Maar de schuld van de volgende gewelddaad ligt toch bij de Grieken, die immers met een slagschip naar Asia, in Kolchis aan de rivier de Fasis (aan de oostkust van de Zwarte Zee) zijn gevaren en nadat ze hadden afgehandeld waarvoor ze waren gekomen, ook nog eens prinses Medea hebben geschaakt. De koning van Kolchis stuurde een heraut naar Griekenland om genoegdoening te eisen en zijn dochter terug te vorderen, maar hij kreeg nul op het rekest. De Grieken dachten er zelfs niet over om een vergoeding te geven, omdat zijzelf na de roof van Io uit Argos ook niets hadden ontvangen. Een halve eeuw later zou Priamus zoon Paris deze geschiedenis hebben aangegrepen om op zijn beurt een vrouw uit Griekenland te roven. Hij dacht dat hij dat straffeloos kon doen. Nogal wiedes, vond hij, want de Grieken hadden het voorbeeld gegeven. Dit is dus de schaking van Helena geworden. Aanvankelijk wilden de Grieken het diplomatiek oplossen en zo een schadevergoeding en de teruggave van Helena bewerkstelligen, maar hun eis werd afgewezen onder verwijzing naar de ontvoering van Medea. Zij kregen het verwijt te horen dat zij zelf ook nooit de zaak hadden vereffend of zelfs maar over uitlevering hadden gepiekerd, en die dus ook niet van anderen mochten verwachten. Tot dusver was het gebleven bij vrouwenroof over en weer, maar wat er toen gebeurde, komt vooral op rekening van de Grieken. Dat is althans de opvatting van de Perzen die beweren dat het eerder zo is dat Azië is aangevallen dan dat zij tegen Europa zijn opgetrokken. Kijk, zeggen ze, het ontvoeren van vrouwen is natuurlijk niet te billijken, maar het is reuze stom om daar zo n heibel over te maken en om wraak te roepen. Als je verstandig bent, laat je de zaak rusten, want geen vrouw wordt tegen haar wil meegenomen, of wel soms? Het zal ons, Aziaten, een zorg zijn als er vrouwen worden geschaakt, maar de Grieken moesten zo nodig vanwege een Spartaanse een heel leger op de been brengen om daarmee naar Azië te gaan en de macht van koning Priamus te breken. De eeuwige haat tussen Aziaten en Grieken is in hun ogen toen ontstaan. Voor de goede orde: de Perzen beschouwen Azië en alle volkeren van dat werelddeel als hun eigendom, terwijl de bewoners van Europa en alle Griekse staten naar hun mening daar niets te zoeken hebben. 5. Griekse vrijheid en democratie - 5 e en 4 e eeuw v. Chr.: de klassieke periode - Athene en andere Griekse stadstaten: hadden democratie (in 508 v.chr. ingevoerd door Kleisthenes). Het volk besliste en niet een koning, tiran of een groep edelen. - Republiek. - Volledige gelijkheid voor de wet voor alle vrije mannen. - Alle vrije mannen in Volksvergadering (10% van de bevolking) - Via loting in Raad van 500, het dagelijks bestuur en wetgevende lichaam. - De stemgerechtigden hadden meer invloed dan burgers in moderne democratieën. - Maar: vrouwen, slaven en vreemdelingen geen enkel recht. - Vrouwen binnenshuis waarschijnlijk wel veel invloed. 7
- Andere stadstaten namen democratie over, behalve Sparta. - Grieken waren trots op hun vrijheid, gewaarborgd door democratie en wetten, en hadden gevoel van superioriteit tegenover de onvrije Aziatische Perzen, onderworpen aan hun despotische koningen. - Gevoel van superioriteit krijgen door zich af te zetten tegen de Ander' - is iets dat later in Europa een grote rol zou spelen op het moment dat Europeanen in aanraking kwamen met vreemde culturen die ze anders, maar vooral ook 'minder' vonden: minder beschaafd, minder geletterd, nietchristelijk, niet levend volgens de Europese normen en wetten. Dit bracht in de 19 e eeuw enerzijds debatten voort over de rol en de missie van Europa in de wereld, maar groeide anderzijds ook uit tot racistische theorieën, waarbij het Europese blanke ras, in alle opzichten superieur was aan andere rassen. Deze theorie is in de 20 eeuw niet vrijblijvend gebleken! - Het moderne vrije democratische Europa beschouwt zich superieur aan het ondemocratische onvrije oost-europa. - Tijdens de 18e eeuwse Verlichting debatteerde men over de beste staatsvorm en kwam men uit bij de Griekse democratie. Tijdens Amerikaanse vrijheidsoorlog (1775-1783) en de Franse Revolutie (1789) werd de basis gelegd voor de latere democratie en werd iedereen gelijk voor de wet. - Grote verschillen met Griekse democratie: o.a. er kwam geen directe democratie, maar via gekozen vertegenwoordigers en geen lotingsysteem. In de meeste Europese landen werd de democratie ingevoerd in de tweede helft van de 19e eeuw. Pas in eerste kwart 20e eeuw algemeen kiesrecht ingevoerd voor alle burgers boven een bepaalde leeftijd. - Door wetten beschermde Griekse vrijheid, politieke rechten en republikeinse staatsvorm heeft grote betekenis gehad voor latere wetsysteem in Europa via de Romeinen, gecodificeerd door keizer Justinianus (482/83-565) (het Corpus Iuris Civilis) en via Napoleon in zijn Code Civil of Code Napoléon. - Griekse vrijheid nog altijd onderschreven door alle regeringen van Europa. 6. Alexander de Grote en zijn nalatenschap - Alexander veroverde niet alleen de vrije Griekse stadstaten maar ook het gigantische Perzische rijk. - Zijn expansie ging gepaard met bewuste vergrieksing of hellenisering, overal waar hij kwam. - Bij Alexanders dood in 323 v.chr. viel immense rijk uiteen en ontstonden er kleinere en grotere rijken waarin de vergrieksing, hellenisering die Alexander begonnen was, werd voortgezet. - Aan het hoofd van de nieuwe rijken stond een Griek. - Griekse beschaving en cultuur voerden boventoon. Deze periode: Hellenisme d.i. de vermenging van Griekse en inheemse cultuur. 7. De Klassieke periode wordt de canon - Griekse kunst, cultuur en wetenschap uit klassieke periode, dus uit de tijd van vóór Alexander de Grote, gaf de toon aan en werd dé standaard, de canon van de Griekse cultuur. De cultuur uit eigen tijd werd als minderwaardig beschouwd. 8
- Griekenland uit de klassieke tijd werd later gezien als de bakermat van de Europese beschaving. 8. De Griekse cultuur in Rome - 'Toen de Romeinen Griekenland veroverden, veroverde de Griekse cultuur Rome'. - De Romeinen bewonderden in hoge mate de Griekse cultuur en taal. - Qua cultuur waren de Romeinen in belangrijke mate schatplichtig aan de Grieken en het Grieks bleef tot in de late oudheid de belangrijkste voertaal voor wel opgevoede lieden, de taal voor filosofie en wetenschap. - Athene bleef de stad waar men ging studeren. - De bouwkunst van de Romeinen waren de Griekse tempels die eindeloos nagebouwd werden. - De beeldhouwkunst van de Romeinen waren de Griekse beelden uit de klassieke periode. Romeinen roofden ze uit Griekenland en kopieerden ze. - Beelden uit later tijd werden als minderwaardig beschouwd en zijn vaak niet bewaard gebleven omdat ze niet werden gekopieerd. - In de Griekse klassieke periode was, zo vond men, de hoogste vorm van cultuur en literatuur bereikt, het eindpunt, en daar bleef men, ook later, op teruggrijpen. - Uiteraard heeft ook het Hellenisme invloed gehad op Rome, b.v. in de schilderkunst. 9. De bibliotheek van Alexandrië - De bibliotheek met het Mouseion/Musaeon (instituut van de muzen) werd rond 300 v. Chr. gebouwd in het door Alexander de Grote gebouwde Alexandrië. - Grootste collectie boekrollen aan beschikbare kennis in toenmalige wereld. - Geschreven op papyrus, een vergankelijk materiaal: voortdurend kopieerwerk. - Enkele van de vele grote geleerden: Archimedes, de grote wiskundige, Euclides, wiens boek de Elementen tot eind 19 e /begin 20 e eeuw gebruikt werd. En dan Eratosthenes die de omtrek van de aarde berekende met een kleine fout: hij meende 4600 km terwijl het 4000 km is. - Helaas voor de wereld zijn de bibliotheek en het boekenbezit uiteindelijk in vlammen opgegaan. - Gelukkig was een deel van de manuscripten naar Constantinopel overgebracht. - In de 8 e /9 e eeuw kwamen geschriften met geneeskundige, astronomische en wiskundige teksten in handen van Arabieren, die ze in het Arabisch vertaalden. Door de goede contacten die er in de 12e en 13e eeuw waren met de Arabieren op Sicilië en in Spanje, werden deze teksten van het Arabisch in het Latijn vertaald. En zodoende behouden voor Europa, waar ze een grote bijdrage aan de wetenschap zouden gaan leveren. 9
10. De Renaissance - Door de mogelijkheid oude teksten te kunnen lezen, kwam de belangstelling voor het Klassieke erfgoed op gang. Ook het mooie Latijn uit de Romeinse hoogtij werd weer gelezen, met schrijvers als Cicero, Vergilius en Tacitus. - Door de pas uitgevonden boekdrukkunst kon ieder die wilde, kennis nemen van de oude Grieken en Romeinen. Dit werd de tijd van het Humanisme. - Samen met de herontdekking van de Grieks/Romeinse beeldenpracht werd dit het begin van een geheel nieuwe periode, de Renaissance. 11. De nieuwe bloei van de Klassieke periode - De 18 e en 19 e eeuw zagen een nieuwe verheerlijking van de Griekse klassieke bloeitijd: de wit-marmeren beelden en tempels, terwijl ze in werkelijkheid bont gekleurd waren), de Atheense democratie (die maar voor een beperkte groep mensen uit de samenleving gold) en de Griekse filosofie, dát was de wieg van de Europese beschaving. Gebouwen, vooral musea, werden gebouwd als tempels en de zonen van de elite bezochten gymnasia en lazen de beroemde schrijvers uit de Griekse en Romeinse bloeitijd. - Heel Europa beschouwde zich als erfgenaam van de hoogste cultuur die er ooit geweest was en identificeerde zich trots met de grootse beschaving die ze geërfd had. Slot - Door de verspreiding van het Griekse erfgoed via de Romeinen bleef de naam Europa bestaan. - De Romeinen waren zelf matig geïnteresseerd in Europa, maar Europa heeft een grote schat aan kennis, kunst, wetenschap, schoolsysteem, wetgeving, staatsvorm, taal en kritisch denken van de Romeinen geërfd. - Al die informatie kwam niet tegelijkertijd Europa binnen, maar stukje bij beetje, en soms werd het pas na honderden jaren herontdekt. - De erfenis van de oudheid heeft Europa voor een groot deel gemaakt wat het nu is en bijgedragen aan een eigen Europese identiteit. 10