Studiegids 2010-2011. Initiële beroepsopleiding AM-OA. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 1.



Vergelijkbare documenten
Studiegids Initiële beroepsopleiding AM-OA. Studiegids AM_OA Initiële Beroepsopleiding AM-OA 1.

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

De opleiding tot recoveryverpleegkundige 1. De context

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen van de opleiding tot Endoscopieverpleegkundige

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Studiegids Initiële beroepsopleiding AM-OA

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care neonatologie verpleegkundige

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Naast de patiënten uit de kliniek zijn er patiënten die worden doorverwezen vanuit diverse poliklinieken en door externe verwijzers.

Opleidingseisen van de opleiding tot endoscopieverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot obstetrische en gynaecologische verpleegkundige

Deskundigheidsgebied en de eindtermen van de opleiding tot Sedatie Praktijk Specialist

EINDTERMEN OPLEIDING SEDATIE PRAKTIJK SPECIALIST In deze eindtermen wordt voor de Sedatie Praktijk Specialist (SPS) de mannelijke vorm gehanteerd. Van

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De opleiding tot mediumcareverpleegkundige. De context

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE

De afdeling radiotherapie vormt een werkomgeving met zeer geavanceerde apparatuur.

Deskundigheidsgebied en eindtermen van de opleiding tot anesthesiemedewerker

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

De klinisch chemisch analist legt de verkregen waarden vast in de daarvoor beschikbare informatiesystemen.

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

De klinisch perfusionist maakt deel uit van een multidisciplinair behandelingsteam bestaande uit cardio-thoracaal chirurgen en andere specialismen.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De opleiding tot cardiaccareverpleegkundige. De context

Leren en werken bij Laurentius. Operatieassistent & Anesthesiemedewerker

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk

CanMEDS-rollen Praktijkleren. Hoe deze vertaald kunnen worden tijdens het Praktijkleren op de operatieafdeling 1

Kerntaak 3 opleiding doktersassistent: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg.

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Context. Eindtermen Opleiding Pijnconsulent Erasmus Zorgacademie / versie 6 mei 2011

Functieprofiel doktersassistent(e)

Toelichting aanvragen vrijstelling. Opleidingen Educatie Zorgsector

Bij de beroepsverenigingen NVAM en BRV is de vraag gekomen voor een opleiding specifiek voor medewerkers in de Acute Pijnservices in Nederland.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen van de opleiding tot Verpleegkundig Endoscopist

Gedragsindicatoren HBOV cohort en VMH

De 6 Friesland College-competenties.

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

De 7 kerncompetenties

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Toelichting aanvragen vrijstelling. Opleidingen Educatie Zorgsector

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

6 Kern van de verpleegkundige en verzorgende beroepen

Zorginnovaties en technologie

Mensen met niet-aangeboren hersenletsel

In de praktijk wat kan, op school wat moet

CanMEDS-rollen Praktijkleren. Hoe deze vertaald kunnen worden tijdens het Praktijkleren1 op de operatieafdeling AZT

Intern. Extern. En indien nodig met: Rolbeschrijving Zorgconsulent Palliatieve Zorg

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verzorgende IG. Werkversie /9 Verzorgende IG v0.1

Geschiedenis Zorg Academie Leiden

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Anesthesiemedewerker, de inservice opleiding

Unit beschrijving: Extra leerresultaten

Kwalificatie structuur en kwalificatie niveaus binnen het verpleegkundig onderwijs. Mw. Y. Lieuw A Soe

Deskundigheidsgebied van de opleiding tot operatieassistent

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

Studiegids Vervolgopleidingen Intensive care

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Informatiebrochure Verpleegkundige Vervolgopleidingen Intensive Care, Cardiac Care, Medium Care en Spoedeisende Hulp

Competenties. Overzicht

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Kwalificatieprofiel NGS Sportmasseur

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie /12 Verpleegkundige mbo v0.1

Transcriptie:

Studiegids 2010-2011 Initiële beroepsopleiding AM-OA Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 1.

Inleiding 4 Competenties, Deelkwalificaties en Eindtermen 5 1.1. Deelkwalificaties 5 1.2. Indeling van competenties, deelkwalificaties en eindtermen 6 1.3. Deelkwalificatie Methodische beroepsuitoefening en preventie (AM) 7 1.4. Deelkwalificatie Methodische beroepsuitoefening en preventie (OA) 9 1.5. Deelkwalificatie Professionele Communicatie en Psychosociale Zorg (AM/OA) 13 1.6. Deelkwalificatie Coördineren en Organiseren van Zorg (AM/OA) 14 1.7. Deelkwalificatie Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering en Professionalisering (AM) 15 2. Het onderwijsprogramma 16 Inleiding 16 2.1. Visie op het beroep van anesthesiemedewerker 16 2.2. Visie op het beroep van operatieassistent 17 2.3. Competentiegericht onderwijs 17 2.4. Duur van de opleiding 18 2.5. Het programma 18 2.6. Modulen 19 2.7. Programma en modulen 19 2.7.1 Eerste jaar 20 2.7.2 Tweede jaar 21 2.7.3 Derde jaar 21 2.8. Organisatie 24 2.9. Uitvoering van de opleiding 25 2.10. Contactpersonen opleiding 26 2.11. Het onderwijs 28 2.11.1 Lestijden 28 2.11.2 Locatie 28 2.12. Aanwezigheidsverplichting 29 2.13. Bronnenstudie 29 2.14. Studievaardigheden 29 3. Voorzieningen 30 3.1. Huisvesting 30 3.1.1 UMCG-pas 30 3.1.2 Centrale Medische Bibliotheek 30 3.1.3 Nestor 30 3.1.4 Labjassen en anatomische lab 30 3.2. Studiemateriaal 31 3.3. Studentenraad 31 4. Beoordeling van de student 32 4.1. Inleiding 32 4.2. Toetsbeleid Opleiding AM-OA 34 4.2.1 Beoordeling 1e jaar (AM-OA) 34 4.2.2 Beoordeling 2e jaar 36 4.2.3 Beoordeling 3e jaar 38 4.3. Beëindiging van de opleiding 39 4.4. Aanwezigheidsverplichting 39 4.5. Onderbreking van de opleiding 39 5. De praktijkcomponent 40 5.1. De student 40 Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 2.

5.2. Verwerkingsopdrachten 40 5.3. Begeleiding studenten in de praktijk 41 5.4. Voortgang van de opleiding 41 5.5. Stages 42 5.6. Duur en omvang 42 5.7. Ziekte tijdens de praktijkcomponent 42 5.8. Verdeling uren theorie praktijk 43 5.9. Procedure ziekmelding en beter melden onderwijsdag 45 6. Instroom- en vrijstellingenbeleid 46 6.1. Uitgangspunten vrijstellingen 46 6.1.1 Afgestudeerde HBO - en MBO ers 46 6.1.2 Afgestudeerde IC verpleegkundigen 46 6.2. Toetsing ter beoordeling van vrijstellingen 47 6.3. Aanvraag van vrijstellingen 47 6.4. Afsluiting van de opleiding 47 7. Diversen 48 7.1. Partime-opleiding 48 8. Overgangs- en examenregeling 49 8.1. Overgangs- en examenregeling 49 Bijlagen 56 Reglement Overleg Regionale Begeleidingscommissie 57 Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 3.

Inleiding Deze studiegids heeft betrekking op de volgende Initiële Beroepsopleidingen: - de opleiding tot Anesthesiemedewerker - de opleiding tot Operatieassistent De opleidingen worden door het Wenckebach Instituut, de UMCG-School of Nursing & Health van Universitair Medisch Centrum Groningen verzorgd en zijn erkend door de Commissie van Ziekenhuis Opleidingen (CZO) sinds juni 2006. Deze gids bevat informatie betreffende zowel het theoretische deel als het praktische deel van de opleiding. Er wordt onder andere informatie verstrekt over verantwoordelijkheid voor de opleiding, de organisatie van de beide onderdelen en huishoudelijke aangelegenheden. Deze studiegids vormt in combinatie met de modulen en de proeven van bekwaamheden het curriculum van de bovengenoemde Initiële opleidingen. Het curriculum is ontwikkeld aan de hand van de competenties en eindtermen die zijn gesteld door de College Ziekenhuis Opleidingen (COZ). Het curriculum van de opleidingen is competentiegericht. Beroepscompetenties, een mix van kennis, vaardigheden en beroepshouding die in de praktijksituatie van de anesthesiemedewerker en operatieassistent wordt gevraagd, vormen het uitgangspunt van het onderwijs. De genoemde opleidingen vertonen onderling samenhang. Naast een generieke basis volgt de student specifieke onderdelen die toegespitst zijn op de eigen beroepsuitoefening. De opleiding voor anesthesiemedewerkers en operatieassistent is competentiegericht geschreven en sluit aan bij eerder verworven competenties van op basis van een afgeronde vooropleiding op MBO/HBO niveau. Tevens gaan we er van uit dat door de faciliteiten van het Skillscenter (simulatietrainingen) de student eerder inzetbaar is. Daarnaast staat de samenwerking tussen het anesthesiologische- en chirurgische team centraal. Dit betekent dat er waar mogelijk lessen generiek worden aangeboden. Iedere beroepsgroep werkt het vervolgens uit naar zijn eigen deskundigheid. Het algemene uitgangspunt van deze opleiding is de student in staat te stellen: - zich te vormen tot een beroepsbeoefenaar die als anesthesiemedewerker of operatieassistent in een anesthesie- of chirurgisch team werkzaam kan zijn op grond van eigen deskundigheid, en zo medisch ondersteunende werkzaamheden kan uitvoeren ten behoeve van de anesthesioloog of snijdend specialist; - voldoende kwalificaties te verwerven voor een voortdurende professionalisering van zichzelf en het beroep; - in organisatorische verbanden binnen de gezondheidsinstellingen vorm te geven aan functionele relaties. Wij hopen dat studenten, praktijkbegeleiders en andere belangstellenden na het lezen van deze studiegids een indruk hebben van de opleiding tot anesthesiemedewerker en operatieassistent en wensen alle studenten een leerzame en plezierige studieperiode toe. Team kerndocenten AM-OA Opleidingscoördinatoren AM-OA Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 4.

Competenties, Deelkwalificaties en Eindtermen Voor het initiële beroepsonderwijs van anesthesiemedewerker en operatieassistent wordt het functioneren van de ziekenhuisprofessional beschreven in eindtermen, De eindtermen zijn onderverdeeld in competenties. Er is tot op heden geen systematiek voor de indeling en beschrijvingen van kwalificatieniveaus ontwikkeld. Door middel van onderstaand schema wordt een indeling gecreëerd en is bedoeld om eenheid te brengen in de definiëring van de te bereiken kwalificatieniveaus in het beroepsonderwijs voor anesthesiemedewerkers en operatieassistenten en om een basis te leggen voor de aansluiting met het Hoger Beroepsonderwijs en Specialistische Verpleegkundige Vervolgopleidingen. 1.1. Deelkwalificaties De volgende deelkwalificaties zijn uitgewerkt: - Methodische beroepsuitoefening en Preventie - Professionele Communicatie en Psychosociale zorg - Coördineren en organiseren van zorg - Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering en professionalisering 1 e jaar instroom HAVO 5/MBO niveau 4 evt instroom HBO/MBO maart/sept 2 e jaar instroom HBO / MBO mrt/sept Kwalificatieniveau leergang 1 Propedeuse Kwalificatieniveau leergang 2 Beroepsvoorbereiding en Differentiatie Methodische Beroepsuitoefening 1 en 2 Basis Beroepsvoorbereiding (laag complex) Methodische Beroepsuitoefening 3 (Midden complex) 2 e jaar instroom IC verpleegkundigen nov/april Kwalificatieniveau leergang 2 Beroepsvoorbereiding en Differentiatie 3 e jaar Kwalificatieniveau leergang 3 Integratie en Afstuderen Methodische Beroepsuitoefening 4 (Midden complex) Professionele Communicatie en Psychosociale zorg Methodische Beroepsuitoefening 5 (Hoog complex) Coördineren en organiseren van zorg Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering en professionalisering Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 5.

1.2. Indeling van competenties, deelkwalificaties en eindtermen Vanuit de CZO wordt het functioneren van de ziekenhuisprofessional beschreven in eindtermen en verdeeld in 7 competenties. De opleiding bestaat uit een samenhangend theoretische en praktische component. Het aanleren van kennis, vaardigheden en attitude in de theoretische component (incl. vaardigheidsonderwijs) geschiedt tot (re)productief niveau. In de praktijk moeten de aangeleerde vaardigheden op productief niveau worden eigengemaakt Competenties 1. Vakinhoudelijk Handelen; De ziekenhuis professional integreert alle vakinhoudelijke kennis en vaardigheden en professionele attitude ten behoeve van een optimale patiënt -gecentreerde zorg en/of werkprocessen ten behoeve van optimale patiënt -gecentreerde zorg. 2. Communicatie; De ziekenhuis professional faciliteert op een effectieve wijze de patiënt -professional relatie en de communicatie voor, tijdens en na direct patiënten contact. 3. Samenwerken; De ziekenhuis professional werkt effectief samen binnen een multidisciplinair team ten behoeve van optimale patiëntenzorg. 4. Kennis en wetenschap De ziekenhuis professional committeert zich aan het werkzame leven met reflectief leren evenals met het creëren, verspreiden en toepassen van (wetenschappelijke) kennis. 5. Maatschappelijk handelen De ziekenhuis professional gebruikt op een verantwoorde wijze zijn expertise en invloed ten voordele van de gezondheid en het welzijn van de individuele patiënten, de gemeenschap en de bevolking. 6. Organisatielidmaadschap De ziekenhuis professional draagt als organisatielid bij aan de continuïteit en effectiviteit van de ziekenhuisorganisatie en de gezondheidszorg. 7. Professionaliteit De Ziekenhuisprofessional levert patiëntenzorg op integere, oprechte, professionele en betrokken wijze. (aandachtspunt; beroepsethiek en beroepscode) Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 6.

Deelkwalificaties en eindtermen De school of Nursing & Health (SOHN) heeft ervoor gekozen om de eindtermen van de opleiding anesthesiemedewerker en operatieassistent onder te verdelen in deelkwalificaties. De eindtermen geven een beeld van de beroepscompetenties (kennis, vaardigheden en attitude) die in de praktijksituatie van de anesthesiemedewerker en operatieassistent worden gevraagd. Binnen het curriculum zijn de volgende deelkwalificaties uitgewerkt: - Methodische beroepsuitoefening en Preventie - Professionele Communicatie en Psychosociale zorg - Coördineren en organiseren van zorg - Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering en professionalisering In de nu volgende beschrijving worden onder de deelkwalificaties de competenties en bijbehorende eindtermen beschreven: Onder de deelkwalificatie methodische beroepsuitoefening worden de competenties Vakinhoudelijk handelen, Maatschappelijk handelen, Organisatielidmaatschap en Professionaliteit beschreven. Onder de deelkwalificatie Professionele Communicatie en Psychosociale zorg wordt de competentie Communicatie beschreven met de daarbij behorende eindtermen. Onder de deelkwalificatie Coördineren en Organiseren van zorg wordt de competentie samenwerking beschreven met de daarbij behorende eindtermen. Onder de deelkwalificatie Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering en Professionalisering wordt de competentie Kennis en Wetenschap beschreven met bijbehorende eindtermen. 1.3. Deelkwalificatie Methodische beroepsuitoefening en preventie (AM) Competentie 1: Vak inhoudelijk handelen AM Eindtermen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1 De anesthesiemedewerker verzamelt continue gegevens, maakt een situationele analyse van patiënt, omgeving, operatietechniek en anesthesie en stelt de complexiteit van de anesthesielogische zorgsituatie vast bij een patiënt in het peri-operatieve proces en/of behandelproces. Hierbij wordt rekening gehouden met: - de zorg en begeleidingsvraag van de patiënt; - de fysieke, psychische en sociale toestand van de patiënt; - het anesthesiologisch proces / het operatieve proces. Plannen van zorg 1.2 De anesthesiemedewerker plant de anesthesielogische zorg en bewaking van een patiënt in het perioperatieve proces en de prioriteitstelling van interventies en ondersteuning van het anesthesiologisch proces. Hierbij wordt rekening gehouden met: - het zorgpad waar de patiënt zich in bevindt; - specifieke instructies van de medisch specialist. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 7.

Uitvoeren van zorg en bewaking 1.3 De anesthesiemedewerker voert op een verantwoorde en doeltreffende wijze bewaking uit van de vitale functies en verleent anesthesielogische zorg bij een patiënt tijdens het peri-operatieve proces en/of behandelproces, rekening houdend met: - de zorg- en begeleidingsvraag van de patiënt; - de fysieke, psychische en sociale toestand van de patiënt; - de reacties van de patiënt tijdens de algehele anesthesie; - de reacties van de patiënt tijdens regionale anesthesie; - de omgevingsfactoren die invloed hebben op de patiënt. 1.4 De anesthesiemedewerker voert de medisch ondersteunende handelingen uit ten behoeve van het anesthesielogische en operatieve proces, bestaande uit: - voorbehouden en risicovolle handelingen; - het observeren, registreren en analyseren van de vitale functies van de patiënt tijdens de anesthesie en operatie / behandeling; - het nemen van initiatieven tot adequaat handelen betreffende het anesthesielogische proces bij bedreiging van de vitale functies op basis van gestelde diagnose / gemaakte analyse; - voorbereidende handelingen in het kader van stralingshygiënisch handelen ter bescherming van de patiënt; - het anticiperen betreffende het anesthesielogische proces op het veranderend operatie- en anesthesieverloop bij de inleiding, de voortzetting en de uitleiding van de algehele anesthesie; - het anticiperen betreffende het anesthesielogische proces op het veranderend operatie- en anesthesieverloop bij de regionale anesthesie; - Basic Life Support en Advanced Life Support; - Het gebruiksklaar maken, controleren en bedienen van apparatuur, het signaleren van eventuele defecten en het nemen van maatregelen om het defect te verhelpen; - Het vervoeren van de patiënt binnen en buiten het OK-complex; - (be)handelingen op het gebied van de chronische pijnbestrijding en acute pijnservice. 1.5 De anesthesiemedewerker voert de medisch ondersteunende handelingen uit ten behoeve van het anesthesielogische en operatieve proces, rekening houdend met: - de volgorde van handelingen op anesthesielogisch gebied bij de diverse operaties/behandelingen; - het infectiepreventiebeleid; - de mogelijke complicaties; - de veiligheid van de patiënt; - zelfbeschermende maatregelen bijvoorbeeld Arbo-eisen; - specifieke instructies van de medisch specialist. 1.6 De anesthesiemedewerker bereidt de patiënt voor op, continueert de bewaking en de zorg tijdens het transport en geeft mede begeleiding bij intern (en extern)transport. 1.7 De anesthesiemedewerker reguleert en coördineert het anesthesiologisch zorgproces ten behoeve van de patiënt en de behandelaars binnen het door de anesthesioloog aangegeven kaders en opdrachten en anticipeert daarbij op het anesthesielogische proces in alle voorkomende situaties. 1.8 De anesthesiemedewerker voert zijn werkzaamheden uit aan de hand van protocollen en standaarden gebaseerd op aanwezige evidence based- en/of best practice. De anesthesiemedewerker legt Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 8.

verantwoording af over zijn werkzaamheden, de keuze van interventies, die afwijken van protocollen en standaarden en over interventies in situaties waarin standaarden en protocollen ontbreken. 1.9 De anesthesiemedewerker draagt zorg voor de ruimten, apparatuur, materialen en middelen (medicamenten) op basis van het operatieprogramma, rekening houdend met: - de verschillende anesthesietechnieken; - de ingreep; - de positionering van de patiënt; - de handelingen van de snijdend specialist; - de fysieke, psychische en sociale toestand van de patiënt; - de mogelijke complicaties; - laboratoriumonderzoeken; - logistieke en administratieve processen; - gebruiksaanwijzingen o.a. betreffende het instellen, aansluiten, controles, defectsignaleringen en reparaties; - werkafspraken en protocollen; - afstemming tussen beschikbaarheid en urgentie; - het infectiepreventiebeleid; - een verantwoorde en kostenbewuste inzet van middelen; - de veiligheid van de patiënt; - een veilige werkomgeving. Evalueren en rapporteren over verleende zorg 1.10 De anesthesiemedewerker evalueert continu de anesthesielogische en operatieve gegevens van de patiënt in het peri-operatieve en/of behandelproces, rapporteert en draagt over, en stelt de bewaking en de anesthesielogische zorg bij aan de hand van de resultaten. 1.4. Deelkwalificatie Methodische beroepsuitoefening en preventie (OA) Competentie 1: Vak inhoudelijk handelen OA Eindtermen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1 De operatieassistent verzamelt continue gegevens, maakt een situationele analyse van patiënt, omgeving, operatietechniek en anesthesie en stelt de complexiteit van de anesthesielogische zorgsituatie vast bij een patiënt in het peri-operatieve proces en/of behandelproces. Hierbij wordt rekening gehouden met: - de zorg en begeleidingsvraag van de patiënt; - de fysieke, psychische en sociale toestand van de patiënt; - het operatieve proces. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 9.

Plannen van zorg 1.2 De operatieassistent plant de anesthesielogische zorg en bewaking van een patiënt in het perioperatieve proces en de prioriteitstelling van interventies en ondersteuning van het anesthesiologich proces. Hierbij wordt rekening gehouden met: - het zorgpad waar de patiënt zich in bevindt; - specifieke instructies van de medisch specialist. Uitvoeren van zorg en bewaking 1.3 De operatieassistent verleent op een verantwoorde en doeltreffende wijze operatieve zorg bij een patiënt tijdens het peri-operatieve proces, rekening houdend met: - de zorg- en begeleidingsvraag van de patiënt; - de fysieke, psychische en sociale toestand van de patiënt; - de reacties van de patiënt tijdens de algehele anesthesie of regionale anesthesie; - de omgevingsfactoren die invloed hebben op de patiënt. 1.4 De operatieassistent voert de medisch ondersteunende handelingen uit ten behoeve van het operatieve proces, bestaande uit: - omloop, instrumenterende en assisterende handelingen; - voorbehouden en risicovolle handelingen; - voorbereidende handelingen in het kader van stralingshygiënisch handelen ter bescherming van de patiënt; - het anticiperen betreffende het anesthesielogische proces op het veranderend operatie- en anesthesieverloop tijdens het operatieve proces; - Basic Life Support en het assisteren van van het anesthesieteam bij Advanced Life Support; - Het gebruiksklaar maken, controleren en bedienen van apparatuur, het signaleren van eventuele defecten en het nemen van maatregelen om het defect te verhelpen; - het vervoeren van de patiënt binnen en buiten het OK-complex; - assisterende werkzaamheden bij (be)handelingen op het gebied van overige peri-operatieve zorg. 1.5 De operatieassistent voert de medisch ondersteunende handelingen uit ten behoeve van het anesthesielogische- en operatieve proces, rekening houdend met: - de volgorde van handelingen op anesthesielogisch gebied bij de diverse operaties/ behandelingen; - het infectiepreventiebeleid; - de mogelijke complicaties; - de veiligheid van de patiënt; - zelfbeschermende maatregelen bijvoorbeeld Arbo-eisen; - specifieke instructies van de medisch specialist. 1.6 De operatieassistent reguleert en coördineert het operatieve zorgproces tijdens de peri-operayieve periode ten behoeve van de patiënt en de behandelaars en anticipeert daarbij op het peri-operatieve proces in alle voorkomende situaties. 1.7 De operatieassistent voert zijn werkzaamheden uit aan de hand van protocollen en standaarden gebaseerd op aanwezige evidence based- en/of best practice. De operatieassistent legt Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 10.

verantwoording af over zijn werkzaamheden, de keuze van interventies, die afwijken van protocollen en standaarden en over interventies in situaties waarin standaarden en protocollen ontbreken. 1.8 De operatieassistent draagt zorg voor de ruimten, apparatuur, materialen en middelen (medicamenten) op basis van het operatieprogramma, rekening houdend met: - de verschillende operatietechnieken; - de ingreep; - de positionering van de patiënt; - de handelingen van de snijdend specialist; - de fysieke, psychische en sociale toestand van de patiënt; - de mogelijke complicaties; - laboratoriumonderzoeken; - logistieke en administratieve processen; - gebruiksaanwijzingen o.a. betreffende het instellen, aansluiten, controles, defectsignaleringen en reparaties; - werkafspraken en protocollen; - afstemming tussen beschikbaarheid en urgentie; - het infectiepreventiebeleid; - een verantwoorde en kostenbewuste inzet van middelen; - de veiligheid van de patiënt; - een veilige werkomgeving. Evalueren en rapporteren over verleende zorg 1.9 De operatieassistent evalueert de gegevens van de patient in het peri-operatieve proces, rapporteert en draagt deze over conform de procedures. Competentie 5: Maatschappelijk handelen Eindtermen AM/OA generiek: 5.1 De anesthesiemedewerker/operatieassistent kent en herkent de factoren, symptomen en/of ziektebeelden en reageert adequaat indien deze een bedreiging vormen voor de patiënt en/of diens omgeving. Zonodig neemt de anesthesiemedewerker/operatieassistent voorzorgsmaatregelen betreffende de verspreiding van infectieziekten. Specifiek aandachtspunt is: - resistentieproblematiek 5.2 De anesthesiemedewerker/operatieassistent handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen. 5.3 De anesthesiemedewerker/operatieassistent treedt adequaat op bij incidenten in de zorg- en werkprocessen. Specifieke aandachtspunten zijn: - meldingsprocedures betreffende fouten en ongevallen - procedures en het managementsysteem betreffende (patiënt- en medewerker) veiligheid. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 11.

Competentie 6: Organisatielidmaatschap Eindtermen AM/OA generiek: 6.1 De anesthesiemedewerker/operatieassistent werkt effectief en doelmatig binnen de organisatie van de afdeling van het ziekenhuis en de gehele keten van zorgverlening. 6.2 De anesthesiemedewerker/operatieassistent committeert zich aan de rechten en plichten als werknemer en professional in de arbeidssituatie. 6.3 De anesthesiemedewerker/operatieassistent draagt als organisatielid bij aan de continuïteit en effectiviteit van de zorgorganisatie. Competentie 7: Professionaliteit Eindtermen AM/OA generiek: 7.1 De anesthesiemedewerker/operatieassistent levert patiëntenzorg op integere, oprechte, professionele en betrokken wijze Specifiek aandachtspunt is: - beroepsethiek en beroepscode 7.2 De anesthesiemedewerker/operatieassistent levert een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van zorg aan de patiënt door het reflecteren op en het verbeteren van het eigen functioneren in de individuele zorg in samenwerkingsverbanden. 7.3 De anesthesiemedewerker/operatieassistent levert een bijdrage aan actuele beroepsontwikkelingen binnen het vakgebied van de anesthesielogische zorgverlening op afdeling-, organisatie- en landelijk niveau door bij te dragen aan de ontwikkeling van een specifieke beroepshouding en beroepsnorm met betrekking tot het verlenen van anesthesiologische zorg. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 12.

1.5. Deelkwalificatie Professionele Communicatie en Psychosociale Zorg (AM/OA) Competentie 2: Communicatie Eindtermen AM/OA generiek: 2.1 De anesthesiemedewerker/operatieassistent communiceert zorgvuldig, systematisch, klantgericht en geeft relevante informatie over de ingreep en het anesthesielogisch proces en houdt rekening met: - de toegediende anesthesie, de operatie / behandeling, (mogelijke)complicaties en hun invloed op de psyche en de soma van de patiënt; - methoden en richtlijnen voor het begeleiden en voor het geven van informatie aan patiënten en wettelijke en/of andere vertegenwoordigers; - de eigen beroepsethiek, de beroepscode en het beroepsgeheim; - de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden 2.2 De anesthesiemedewerker/operatieassistent observeert en signaleert het psychosociale welzijn bij de patiënt en diens naasten in het anesthesielogische peri-operatieve en/of behandelproces en begeleidt de patiënt en diens naasten met respect voor culturele, maatschappelijke en religieuze normen en waarden en de ziektebeleving van de patiënt. Specifieke punten zijn: - inlevingsvermogen in de patiënt - onderkennen van (de eigen) gevoelens, normen en waarden; - onderscheid tussen de eigen gevoelens en waarden en die van de patiënt en diens naasten. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 13.

1.6. Deelkwalificatie Coördineren en Organiseren van Zorg (AM/OA) Competentie 3: Samenwerking Eindtermen AM/OA generiek: 3.1 De anesthesiemedewerker/operatieassistent neemt de overdracht van de patiënt op een systematische wijze in ontvangst en verwerkt de gegevens ui t de overdracht op een adequate wijze. Hij organiseert de zorg en behandeling op de operatiekamer als een onderdeel van ene keten van zorgverlening die de patiënt doorloopt. De anesthesiemedewerker draagt de zorg en de behandeling van de patiënt op een systematische wijze over aan anderen binnen de keten van zorgverlening. 3.2 De anesthesiemedewerker/operatieassistent werkt effectief samen binnen een multidisciplinair team ten behoeve van optimale patiëntenzorg op het operatiekamercomplex, de ziekenhuisorganisatie en in de gehele keten van zorgverlening. Specifieke aandachtspunten zijn: - de eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden - de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de leden van het OK- cq. behandelteam en de verdeling van functies en taken binnen het monddisciplinaire en het multidisciplinaire team: - het verband tussen taken en werkzaamheden, voortvloeiend uit een operatie- /behandelprogramma; - de prioriteiten die voortkomen uit het eigen vakgebied; - het hanteren van spanningsvelden in een situatie, waarin tegengestelde belangen overbrugd dienen te worden; - de eigen beroepethiek, beroepscode en het beroepsgeheim; - het stellen van grenzen en prioriteiten ten aanzien van voortgang van het operatieve zorgproces. 3.3 De anesthesiemedewerker/operatieassistent stemt in nauwe samenwerking met de verschillende disciplines, die bij de uitvoering van de behandeling van de patiënten in de peri-operatieve periode betrokken zijn, de anesthesielogische (keten) zorg af. Specifieke aandachtspunten zijn - de complexiteit van de gezondheidssituatie van de patiënt in de peri- - operatieve situatie en snelheid waarmee de gezondheidssituatie kan wisselen; - de proactieve werkwijze die van alle teamleden verwacht wordt; - de overdracht van relevante patiënten gegevens aan het team op professionele wijze; - verslaglegging. 3.4 De anesthesiemedewerker/operatieassistent communiceert op een doeltreffende en respectvolle wijze met de andere leden van het multidisciplinaire operatieteam, andere disciplines en afdelingen. Specifieke aandachtspunten zijn; - het stellen van grenzen en prioriteiten ten aanzien van de eigen deskundigheid; - de consequenties van eigen handelen voor de andere betrokkenen; - het geven en ontvangen van instructie en informatie; - het geven van feedback aan teamleden, andere disciplines en afdelingen; - het ontvangen en op een adequate wijze verwerken van feedback van teamleden, andere disciplines en afdelingen en zo nodig het eigen handelen bijstellen. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 14.

3.5 De anesthesiemedewerker/operatieassistent participeert op een actieve, doeltreffende en respectvolle wijze in overlegsituaties 3.6 De anesthesiemedewerker/operatieassistent vervult zo nodig een consultfunctie naar andere disciplines in de organisatie (AM specifiek onderandere. pre-operatieve screening, postoperatieve pijnbestrijding en reanimatie0 1.7. Deelkwalificatie Kwaliteitszorg en Deskundigheidsbevordering en Professionalisering (AM) Competentie 4: Kennis en Wetenschap Eindtermen AM/OA generiek: 4.1 De anesthesiemedewerker/operatieassistent houdt de eigen deskundigheid op peil. 4.2 De anesthesiemedewerker/operatieassistent lever een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van zorg aan de patiënt inde peri-operatieve periode door het toepassen van kwaliteitszorg, het participeren in werkgroepen en projecten op afdelingsniveau, intervisie en intercollegiale toetsing. 4.3 De anesthesiemedewerker/operatieassistent past evidence based / best practice toe in de dagelijkse beroepspraktijk. Hij; - formuleert op basis van ervaringen in de dagelijkse beroepspraktijk concrete probleem- of vraagstellingen om de beroepspraktijk te verbeteren; - Zoekt vanuit deze concrete probleem- of vraagstellingen relevante evidence based / best practice in de vakliteratuur; - handelt in de dagelijkse beroepspraktijk volgens deze evidence based / best practice. 4.4 De anesthesiemedewerker/operatieassistent bevordert actief de deskundigheid van collega s en andere disciplines bij de patiënt in de peri-operatieve periode. 4.5 De anesthesiemedewerker/operatieassistent levert een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van zorg aan de patiënt inde peri-operatieve periode door het participeren in de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek (laat zien hoe) 4.6 De anesthesiemedewerker/operatieassistent begeleidt en coacht (studenten) anesthesiemedewerkers en stagiaires van andere disciplines bij hun beroepsontwikkeling, rekening houdend met: - de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de verpleegkundige / stagiaire; - de eindtermen en het opleidingsprogramma - het beroepsprofiel. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 15.

2. Het onderwijsprogramma Inleiding Het onderwijsprogramma is geschreven vanuit: - De beroepscompetenties (kennis, vaardigheden, beroepshouding) die door de CZO 07 zijn vastgesteld. - De eindtermen die door de CZO 07 zijn vastgesteld. - De 4 deelkwalificaties die door de school of Nursing & Health (Wenckebachinstituut/UMCG) zijn vastgesteld - Visie op het beroep van anesthesiemedewerker. - Visie op het beroep van operatieassistent. 2.1. Visie op het beroep van anesthesiemedewerker De primaire taak van een anesthesiemedewerker is antwoord geven op de hulpvraag van de patiënt. De anesthesiemedewerker heeft inzicht in het geheel van factoren, dat bepalend is voor de kwaliteit van de gerichte zorg die een patiënt bij de pré- per- en postoperatieve anesthesiologische zorg nodig heeft. Daarom beschikt de anesthesiemedewerker over het vermogen om de verscheidenheid aan eigen medische en ondersteunende taken voor een chirurgische behandeling en/of behandeling van patiënten of de anesthesiologische zorg in teamverband deskundig uit te voeren. Het doel van het handelen van een anesthesiemedewerker is onder te verdelen naar: - patiënt gericht handelen: het beroepsmatig ondersteunen, dan wel overnemen van de zelfzorg van de patiënt. - artsgericht handelen: het beroepsmatig versterken, ondersteunen en/of aanvullen van het handelen van beroepsbeoefenaren van andere disciplines, die eveneens hulp bieden aan de patiënt. In het handelen, staan de medische, medisch-technische en agogische aspecten centraal. Een competente en beroepsmatig handelende anesthesiemedewerker handelt vanuit kennis, beschikt over vaardigheden en een correcte beroepshouding. In de opleiding wordt aan alle drie aspecten, zoveel mogelijk in samenhang, aandacht besteed. Daarnaast leveren anesthesiemedewerkers een bijdrage aan de ontwikkeling van hun vakgebied door nieuwe werkmethodes en procedures te initiëren, te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. Zij zijn mede verantwoordelijk voor de inrichting van hun werkomgeving en dienen zij bekwaam te zijn in het overdragen van vakspecifieke en beroepsoverstijgende kennis. Er is sprake van een toenemende professionalisering en zelfstandigheid van de anesthesiemedewerker. Ook de toenemende technologische ontwikkelingen, zorginhoudelijke ontwikkelingen, functiedifferentiatie en diverse doelgroepen hebben invloed op het handelen van de anesthesiemedewerker. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 16.

2.2. Visie op het beroep van operatieassistent Het beroep van operatieassistent is een medisch ondersteunend beroep. De operatieassistent mag bekwaam en kundig worden geacht op zijn werkterrein. Enerzijds is het beroep gericht op een optimale zorgverlening aan de patiënt tijdens zijn verblijf op het operatiekamercomplex of daar waar patiënten aan de zorg van de operatieassistent is toevertrouwd. Anderzijds is dit beroep er op gericht een optimale behandeling van de patiënt mogelijk te maken. De operatieassistent dient inzicht te hebben in de meest voorkomende gevolgen en/of complicaties ten gevolge van een chirurgische behandeling. De operatieassistent dient bekwaam te zijn in de daaruit voortvloeiende specifieke zorg en is in staat deze zorg uit te voeren. In dit kader dient de operatieassistent bekwaam te zijn in het verlenen van ondersteunende medische taken aan patiënten met laag-, midden- en hoogcomplexe gezondheidsproblemen. De operatieassistent dient, binnen de grenzen van haar bekwaamheid en bevoegdheid, de verantwoordelijkheid te kunnen nemen en dragen voor de kwaliteit van de gerichte zorg die de patiënten op chirurgisch gebied behoeft. De zorg voor een patiënt vereist dat de operatieassistent kan omgaan met acute en onvoorspelbare veranderingen in de toestand van de patiënt, die ingrijpend van karakter kunnen zijn. De operatieassistent dient situaties snel te kunnen overzien en efficiënt en effectief te reageren. Zij dient bekwaam te zijn om zowel in complexe, voortdurende veranderde situaties als ook situaties waarin hoogcomplexe zorg wordt verleend, geschikte procedures te kiezen of te creëren en deze toe te passen. De beroepspraktijk vraagt afgestudeerden die competent kunnen handelen in gevarieerde probleemsituaties. Afgestudeerden die in staat zijn kennis, vaardigheden en beroepshouding zo te integreren dat die effectief kunnen worden toegepast in realistische en gevarieerde situaties. Daarnaast levert de operatieassistent een bijdrage aan de ontwikkeling van hun vakgebied door nieuwe werkmethodes en procedures te initiëren, te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. Zij is mede verantwoordelijk voor de inrichting van de werkomgeving en zij dient bekwaam te zijn in het overdragen van vakspecifieke en beroepsoverstijgende kennis. 2.3. Competentiegericht onderwijs Competenties zijn kort geformuleerd vaardigheden, toegepast in de eigen werksituatie. Deze vaardigheden, in een breder context, vragen om adequate theoretische kennis en een juiste beroepshouding. De competenties in het curriculum van deze opleidingen zijn gebaseerd op de activiteiten die de anesthesiemedewerker en de operatieassistent in de praktijk verricht. Deze variëren sterk van karakter. Competenties kunnen worden getoetst. Dit gebeurt tijdens de verschillende Proeven van Bekwaamheid. Bij de ontwikkeling van het onderwijsprogramma is daarom rekening gehouden met de kansen in de praktijk: praktijkopdrachten als voorbereiding op, of juist na een onderwijsbijeenkomst dragen bij tot het verwerven van competenties. Toetsing in de vorm van een Proeve van Bekwaamheid vindt bij voorkeur in de beroepspraktijk plaats. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 17.

Het doel van de opleidingen is, dat de studenten zelf verantwoordelijkheid krijgen en nemen voor de wijze waarop zij voor het beroep benodigde competenties verwerven en kunnen aantonen. Het uitgangspunt competentiegericht opleiden wil zeggen dat er een goede afstemming bereikt wordt tussen de onderwijs- en praktijkcomponent. Dit is terug te zien in de verwerkingsopdrachten die studenten in de praktijk uitvoeren, maar ook aan de onderwijsactiviteiten (bijvoorbeeld trainingen of instructie) die in het Skillscenter worden aangeboden. In onderwijskundige termen heet het curriculum competentiegericht. 2.4. Duur van de opleiding De opleidingduur is afhankelijk van de vooropleiding. Indien de student in het bezit is van een diploma HAVO 5 met het profiel Natuur en Gezondheid of Natuur en Techniek of MBO niveau 4 dan is de opleidingsduur 3 jaar. Indien de student in het bezit is van een afgeronde HBO- of MBO-opleiding is de opleidingsduur afhankelijk van eerder verworden competenties, de richting die de student kiest en de instaptoets die de student voor aanvang van de opleiding maakt. De opleiding tot anesthesiemedewerker duurt dan 2- of 2½ jaar en de opleiding tot operatieassistent 2½ jaar. 2.5. Het programma De school of Nursing & Health (SOHN) heeft ervoor gekozen om de eindtermen van de opleiding anesthesiemedewerker en operatieassistent onder te verdelen in deelkwalificaties. De eindtermen geven een beeld van de beroepscompetenties (kennis, vaardigheden en attitude) die in de praktijksituatie van de anesthesiemedewerker en operatieassistent worden gevraagd. De competenties en bijbehorende eindtermen zijn geclusterd in 4 afzonderlijke en samenhangende deelkwalificaties: 1. Methodische Beroepsuitoefening en preventie Ondersteunende vakken zijn: - Anatomie fysiologie - Pathologie - Medisch rekenen - natuur-scheikunde en techniek - Farmacologie - Leren leren en zelfsturende vaardigheden - stage 2. Professionele Communicatie en Psychosociale zorg 3. Coördineren en organiseren van zorg 4. Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering De deelkwalificaties zijn uitgewerkt in modulen. Elke module wordt afgerond met een Proeve van Bekwaamheid. Onder de deelkwalificatie Methodische beroepsuitoefening vallen nog een aantal ondersteunende vakken zoals boven beschreven. Deze vakken zij tevens uitgewerkt in specifieke modulen. De competenties en bijbehorende eindtermen vormen voor iedere module het uitgangspunt. Het curriculum kent een generiek en een specifiek deel. Generieke onderdelen zijn voor de studenten van de beide opleidingen gelijk. Dit generieke basisprogramma bestaat uit de module Methodische Beroepsuitoefening en preventie van het eerste jaar en de modulen Professionele Communicatie en Psychosociale zorg, Coördineren en organiseren van zorg en Kwaliteitszorg, deskundigheidsbevordering en professionalisering voor het 2 e en 3 e leerjaar. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 18.

De modulen Methodische Beroepsuitoefening en preventie 3, 4 en 5 in het tweede en derde jaar worden specifiek voor de opleiding aangeboden. Om te bereiken dat studenten de competenties verwerven die passen bij hun praktijksituatie, zullen zij voortdurend een persoonlijke leerweg vaststellen in de vorm van een werkplan met als kader het onderwijsprogramma. Ze maken hun eigen keuzes in de bronnenstudie en voeren op hun setting het werkplan uit. Tevens is er sprake van integratie van de modulen in de praktijk. Er is sprake van een cumulatief proces en aan het eind van de opleiding is de student in staat: - om de totale zorg aan een patiënt te kunnen leveren; binnen de context van de eigen eenheid en beroepsdeskundigheid; - tot zelfsturing. 2.6. Modulen Alle modulen vormen een geheel waarin de competenties en eindtermen het vertrekpunt zijn met daaromheen de ondersteunende vakken die nodig zijn om competenties en eindtermen te kunnen behalen. Een module vormt een geheel rond een aantal onderwijsbijeenkomsten. Tegelijk kent een module een samenhang met de overige modulen in het programma. Het onderdeel preventie, zoals genoemd in de eindtermen van de CZO 07 is geïntegreerd in de module Methodische Beroepsuitoefening. Dit is terug te zien in de competenties. 2.7. Programma en modulen De opleiding is verdeeld over drie jaren. Er zijn twee startmomenten. De periode begint voor de initiële kandidaten in september of in maart van het nieuwe studiejaar. Het theoretische gedeelte is verdeeld in jaren waar per jaar deelkwalificaties centraal staan. 1 e jaar Deelkwalificatie Centrale thema Generiek Methodische Beroepsuitoefening en preventie 1 AM-OA Generiek/ specifiek Methodische Beroepsuitoefening en preventie 2 AM-OA - De totale zorg rondom de patiënt in de ketenzorg op basis van methodische beroepsuitoefening. Ondersteunende vakken; - Leren leren - Anatomie & Fysiologie - Natuur & Scheikunde - Medische rekenen - Farmacologie - Pathologie - Communicatie en samenwerking - Stage 2 e jaar Deelkwalificatie Centrale thema Specifiek Methodische Beroepsuitoefening en preventie 3 en 4 De intensieve zorg rondom de patiënt op de specifieke zorgsetting op basis van methodische beroepsuitoefening. Generiek Professionele Communicatie Professionele communicatie, voorlichting, samenwerking en psychosociale zorg. 3 e jaar Deelkwalificatie Centrale thema Specifiek Methodische Beroepsuitoefening en De totale zorg rondom de hoogcomplexe patiënt op de Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 19.

preventies 5 specifieke zorgsetting op basis van methodische beroepsuitoefening. 1 Generiek Coördineren en organiseren van zorg Conform richtlijnen en voorschriften de zorg rondom de patiënt coördineren en organiseren. Generiek Kwaliteitszorg, deskundigheidsbevordering en professionalisering De nadruk ligt op deskundigheidsbevordering, kwaliteitszorg en professionalisering in de specialistische beroepsuitoefening. 2.7.1 Eerste jaar Leren leren, zelfsturende vaardigheden Bij het volgen van een opleiding is het voor studenten van belang om te kunnen functioneren in een groep en handvatten te krijgen voor het succesvol afronden van de opleiding. In deze periode wordt de student de basiscompetenties aangeleerd die nodig zijn om tijdens de opleiding zijn studie zelfstandig te plannen, te organiseren en vorm te geven. Met als doel dat de studenten zelf verantwoordelijkheid krijgen en nemen voor de wijze waarop zij voor het beroep benodigde competenties verwerven en kunnen aantonen. Methodische beroepsuitoefening 1 en 2 Generiek De competentie Vakinhoudelijk Handelen, staat centraal binnen de modulen Methodische Beroepsuitoefening waarbij de eindtermen betreffende verzamelen en interpreteren van gegevens, plannen van zorg, uitvoeren van zorg en evalueren en rapporteren van zorg een uitgangspunt vormen. De student krijgt methodieken en visies aangereikt die als uitgangspunt dienen voor de toekomstige beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een beroepshouding. De zorgvrager staat centraal in de toekomstige beroepsuitoefening en in het onderwijsprogramma. Naast de modulen methodische beroepsuitoefening worden ondersteunende vakken als anatomie en fysiologie, pathologie, medisch rekenen, natuur- scheikunde, techniek en communicatie geïntegreerd in de methodische beroepsuitoefening. De kennis van deze vakken zijn noodzakelijk om verantwoorde zorg uit te voeren en worden door middel van kennistoetsen en practica getoetst. Tijdens het eerste jaar zullen de studenten door middel van stages in de praktijk zorgtaken verrichten die gerelateerd zijn aan het toekomstige beroep. 1 Binnen de methodische beroepsuitoefening vindt integratie plaats van de overige deelkwalificaties: communicatie en psychosociale zorg, coördineren en organiseren van zorg en kwaliteitszorg. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 20.

2.7.2 Tweede jaar Methodische beroepsuitoefening Specifiek De competentie Vakinhoudelijk Handelen staat centraal binnen de modulen Methodische Beroepsuitoefening waarbij de eindtermen betreffende verzamelen en interpreteren van gegevens, plannen van zorg, uitvoeren van zorg en evalueren en rapporteren van zorg een uitgangspunt vormen. De student krijgt methodieken en visies aangereikt die als uitgangspunt dienen voor de toekomstige beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een beroepshouding. De zorgvrager staat centraal in de toekomstige beroepsuitoefening en in het onderwijsprogramma. De modulen Methodische beroepsuitoefening en preventie 3 en 4 wordt in het tweede jaar specifiek aangeboden. Voor de anesthesiemedewerkers vormen de vitale functies het uitgangspunt. Bij de operatieassistenten vormen de pré, per - en postoperatieve zorg rond de operatiepatiënt van de vijf chirurgische basisspecialismen het uitgangspunt. Professionele Communicatie Generiek De competentie Communicatie wordt specifiek aangeboden in de module Professionele Communicatie in het 2e leerjaar. In deze module zullen Communicatie en psychosociale zorg gericht zijn op de beroepsgroep waarbij de patiënt het uitgangspunt is. Professionele Communicatie en psychosociale zorg moeten voldoen aan bepaalde eisen en richtlijnen binnen de gezondheidszorg. Daarnaast heeft de student te maken met zijn eigen grenzen, beroepshouding, geheimhoudingsplicht en juridische kaders waarbinnen informatie verstrekt mag worden. Het kunnen samenwerken in een multidisciplinair team is een competentie van de anesthesiemedewerker en de operatieassistent. Hierbij neemt communicatie in al zijn facetten een belangrijke rol in. Daarnaast is het van belang om spanningsvelden te kunnen hanteren in een dubbele autoriteitsstructuur en tevens de patiënten adequaat kunnen begeleiden tijdens een operatie en daarbij coöperatief, tolerant, zelfstandig en informatiebereid Deze module wordt afgesloten met een Proeve van Bekwaamheid met behulp van simulatie patiënten. 2.7.3 Derde jaar Methodische beroepsuitoefening 5 Specifiek De competentie Vakinhoudelijk Handelen, staat centraal binnen de modulen Methodische Beroepsuitoefening waarbij de eindtermen betreffende verzamelen en interpreteren van gegevens, plannen van zorg, uitvoeren van zorg en evalueren en rapporteren van zorg een uitgangspunt vormen. De student krijgt methodieken en visies aangereikt die als uitgangspunt dienen voor de toekomstige beroepsuitoefening en het ontwikkelen van een beroepshouding. De zorgvrager staat centraal in de toekomstige beroepsuitoefening en in het onderwijsprogramma. De module Methodische beroepsuitoefening 5 wordt in het derde jaar specifiek aangeboden. Voor zowel de anesthesiemedewerker als operatieassistent wordt in deze Module de hoog complexe zorg aangeboden. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 21.

Coördineren en organiseren van zorg Generiek De competentie Samenwerking staat centaal binnen deze module Het coördineren en organiseren van zorg is voor de anesthesiemedewerker en operatieassistent specifiek. In deze module staan twee onderwerpen centraal. - Coördineren en organiseren van zorg in relatie tot de kwaliteit van zorg. - Werkbegeleiding van studenten, stagières en gasten. Uitgaande van de ketenzorg is het coördineren van organiseren van de zorg van belang om kwaliteit van zorg te garanderen. De methodische beroepsuitoefening en preventie dienen als basis om de zorg te coördineren rondom de patiënt. De analyse van de taken en werkzaamheden die voorvloeien uit een operatie en behandelprogramma vormen de basis voor de verdere coördinatie van zorg, daarbij rekening houdend met de verantwoordelijkheden van jezelf de diverse teamleden en andere ondersteunende diensten. Daarnaast is het kunnen anticiperen op het operatie - en anesthesieverloop en de methoden van post -operatieve verzorging van materialen, middelen, instrumenten en ruimten adequaat uitvoeren van groot belang. Daarnaast is het begeleiden binnen de eigen werkeenheid van (student) anesthesiemedewerkers of operatieassistenten en stagiaires van andere disciplines van belang. Deze kunnen instrueren, begeleiden en supervisie kunnen geven en daarbij prioriteiten kunnen stellen. Dat wil zeggen rekening houdend met de veilige leeromgeving en de grenzen van de student en jezelf als werkbegeleider. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 22.

Kwaliteitszorg, deskundigheidsbevordering en professionalisering Generiek De competentie Kennis en Wetenschap staat centraal binnen de module Kwaliteitszorg, De kwaliteit van zorgverlening en zorgverbetering zijn belangrijke taken van een anesthesiemedewerker en operatieassistent en maakt deel uit van het professionaliseren van het beroep. In de afsluitende module van de opleiding ligt de nadruk op kwaliteitszorg, deskundigheidsbevordering en professionalisering in de beroepsuitoefening. Voor de anesthesiemedewerker en operatieassistent is het van belang om te weten op welke wijze zij een bijdrage kunnen leveren aan de integrale deskundigheidsbevordering, kwaliteitszorg en professionalisering. De laatste jaren is kwaliteitszorg, deskundigheidsbevordering en professionalisering extra in de belangstelling komen te staan door de nieuwe wetten die zijn aangenomen en in werking zijn getreden. In dit kader moeten genoemd worden de Kwaliteitswet Zorginstellingen, waarin de zorginstellingen verplicht worden om systematisch de kwaliteit van de zorg te bewaken en te verbeteren. Ten slotte zijn er ontwikkelingen die de visie, op wat kwaliteit van zorg is, doen veranderen, en de wens tot verbeteringen voeden. Deze ontwikkelingen komen voort uit veranderende maatschappelijke, professionele en wetenschappelijke opvattingen. Anesthesiemedewerkers en operatieassistenten moeten daarom betrokken zijn bij kwaliteitsbewaking en bevordering en moeten de kwaliteit van het gehele zorgtraject op systematische wijze kunnen bewaken, beheersen en bevorderen. Een eerste aanzet is het maken van een scriptie en het houden van een presentatie over een onderwerp dat van belang is voor de afdeling. In overleg met de leidinggevende van de eigen afdeling en de kerndocent, worden de onderwerpen voor de scriptie en de presentatie gekozen. In overleg met de praktijkbegeleider/vakconsulent en de kerndocent bepaalt de student een onderwerp voor zijn afstudeerscriptie. De beoordeling van deze scriptie gebeurt door de kerndocent en de praktijkbegeleider/vakconsulent daarnaast volgt een beoordelende presentatie van de scriptie waarbij de kerndocenten, praktijkbegeleiders/vakconsulenten, inhoudsdeskundigen en studenten worden uitgenodigd. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 23.

Organisatie en uitvoering van de opleidingen 2.8. Organisatie De Verpleegkundige Vervolgopleidingen en de Initiële Beroepsopleidingen zijn ontwikkeld in een samenhangend stelsel van opleidingen. Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Intensive -Care opleiding Opleidingen, die gericht zijn op bewaking van en stabilisering vitale functies Overige vervolgopleidingen Initiële opleidingen IC-verpleegkundige Spoedeisende Hulp (SEH) SVK Anesthesiemedewerker IC Kinderverpleegkundige IC neonatologieverpleegkundige Intensieve Zorgpraktijk Recovery verpleegkundige CCU Interventieverpleegkundige Acute Cardiologie Oncologieverpleegkundige Hematologieverpleegkundige Dialyseverpleegkundige Transplantatie verpleegkundige Operatieassistent Obstetrie en Gynaecologie Neurologieverpleegkundge Ziekenhuishygiëne Er is gekozen voor een samenhangend stelsel van opleidingen, waarin de inhoud van de modulen Professionele Communicatie en Psychosociale zorg, Coördineren en Organiseren van Zorg en Kwaliteitszorg, Deskundigheidsbevordering en Professionalisering generiek worden aangeboden. De genoemde opleidingen binnen de clusters vertonen onderling samenhang. Naast een brede generieke basismodule Methodische Beroepsuitoefening volgt de student de specifieke modulen Methodische Beroepsuitoefening die toegespitst zijn op de eigen werksituatie. Het voordeel hiervan is dat na het behalen van het diploma doorstroming naar andere afdelingen efficiënter kan verlopen. Het onderwijs vindt op deze wijze effectiever en efficiënter plaats. Indien een operatieassistent na diplomering de opleiding voor anesthesiemedewerker wil volgen kunnen vrijstellingen gegeven worden op basis van eerder verworven competenties en gevolgde generieke modulen. Het doel van deze opleiding is om een betere aansluiting te vinden bij de beginsituatie van de studenten. Studiegids AM_OA 2010-2011 Initiële Beroepsopleiding AM-OA 24.