RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE



Vergelijkbare documenten
Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

EUROPEES PARLEMENT ***III VERSLAG. Delegatie van het Europees Parlement in het bemiddelingscomité. 5 november 2001

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2000 (27.09) (OR. en) 11366/1/00 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 5/2001. door de Raad vastgesteld op 30 november 2000

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

2. Het Europees Parlement heeft op 12 juni 2001 advies over het voorstel uitgebracht. 2

Instelling. Onderwerp. Datum

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

5933/4/15 REV 4 ADD 1 LAS/mt 1 DPG

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 LIMITE ENFOPOL 64

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 januari 2000 (18.01) (OR.en) 5168/00 Interinstitutioneel dossier: 97/0359 (COD) LIMITE PI 3 CULTURE 2 CODEC 12

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

- Politiek akkoord over een gemeenschappelijk standpunt

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

De tekst zoals die er nu uitziet, staat in document 12932/99 CONSOM 70 ECOFIN 238 CODEC 684.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 september 2000 (29.09) (OR. fr) 11702/00 LIMITE CATS 58 COPEN 63 JAI 97

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité hebben respectievelijk op 20 april 1994 en op 30 juni 1993 advies uitgebracht.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

6424/15 rts/sv 1 DG B 3A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 december 2002 (OR. en) 14052/2/02 REV 2 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0046 (COD)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2003 (21.01) (OR. fr) 5252/03 JUR 10 FIN 10 EUROJUST 1

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 september 2003 (15.09) (OR. en) 11374/1/03 REV 1 LIMITE CRIMORG 53 MIGR 66 ENFOPOL 69

1. De Commissie heeft haar voorstel op 10 september 2007 bij de Raad en het Europees Parlement ingediend.

15730/14 ver/ons/hw 1 DG D 2C

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Instelling. Onderwerp. Datum

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2012 (OR. en) 5651/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0361 (NLE) LIMITE

11064/09 nes/jel/sv 1 DG H 3A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

6812/15 cle/gra/hh 1 DG D 2A

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Moldavië

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 februari 2002 (01.03) (OR.en) 6445/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0236 (COD) 2000/0237 (COD)

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 april 2009 (30.04) (OR. fr) 6094/1/09 REV 1 LIMITE JUSTCIV 32 CO SOM 21

B8-0551/2018 } B8-0552/2018 } RC1/Am. 47

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

5135/02 CS/mm DG H NL

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

9975/16 mak/cle/sv 1 DRI

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

PUBLIC. Brussel, 24 oktober 2008 (30.10) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 14625/08. Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) 2008/0059 (C S)

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 juni 2003 (17.06) (OR. fr) 10445/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS) LIMITE

RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 november 2014 (OR. en)

10728/4/16 REV 4 ADD 1 cle/mak/ev 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

RICHTLIJN 2005/60/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2003 (03.09) (OR. en) 12057/03. Interinstitutioneel dossier 1996/0198 (CNS) 1996/0190 (CNS)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

PUBLIC. Brussel, 2 juli 2004 (06.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /04 Interinstitutioneel dossier: 2002/0254 (COD) LIMITE

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE EF 76 ECOFIN 269 CRIMORG 137 CODEC 744 NOTA van: nr. Comv.: Betreft: het voorzitterschap 10541/99 EF 27 ECOFIN 139 CRIMORG 117 CODEC 460 - COM(99) 352 def. voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Richtlijn 91/308/EEG van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-preambule van de bovengenoemde richtlijn zoals die eruitziet na de vergadering van 5 oktober 2000. 12089/00 eck/las/lm 1

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 47, lid 2, eerste en derde zin, en op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie 1, Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité 2, Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag 3, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 10 juni 1991 is Richtlijn 91/308/EEG van de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (hierna "de richtlijn" te noemen) aangenomen 4. (2) De Commissie heeft in twee rapporten die overeenkomstig artikel 17 van de richtlijn aan het Europees Parlement en de Raad werden voorgelegd, verslag uitgebracht over de toepassing van de richtlijn en over de bij het bestrijden van het witwassen van geld gemaakte vorderingen 5. (3) Het Europees Parlement heeft in zijn verslagen en resoluties naar aanleiding van de twee rapporten van de Commissie om bijwerking en uitbreiding van de richtlijn van 1991 verzocht 6. (4) In het Actieplan van de Groep op hoog niveau Georganiseerde Criminaliteit, dat door de Europese Raad van Amsterdam van 16 en 17 juni 1997 is onderschreven, en in het bijzonder in aanbeveling nr. 26 van dit Actieplan, werd aangedrongen op extra inspanningen om het witwassen van geld tegen te gaan 7. 1 2 3 4 5 6 7 PB PB PB PB L 166 van 28.6.1991, blz. 77. COM(95) 54 def. en COM(1998) 401 def. Doc. A4-0187/96 en PB C 198 van 8.7.1996, blz. 245; doc. A4-0093/99 en PB C PB C 251 van 15.8.1997, blz. 1. 12089/00 eck/las/lm 2

(5) Het verdient aanbeveling dat de richtlijn, die één van de voornaamste internationale instrumenten voor de bestrijding van het witwassen van geld vormt, wordt geactualiseerd overeenkomstig de conclusies van de Commissie en de wensen van het Europees Parlement en de lidstaten. De richtlijn zou aldus niet alleen de beste internationale praktijken op dit terrein weerspiegelen, maar ook hoge normen blijven opleggen tot bescherming van de financiële sector en andere kwetsbare activiteiten tegen de schadelijke invloed van de opbrengsten van misdrijven. (6) De GATS staat de leden toe maatregelen te nemen ter bescherming van de goede zeden, om redenen van bedrijfseconomisch toezicht en ter verzekering van de stabiliteit en integriteit van het financiële stelsel. Deze maatregelen mogen geen restricties opleggen die verder gaan dan hetgeen gerechtvaardigd is om deze doelstellingen te bereiken. (7) In de richtlijn wordt geen duidelijk antwoord gegeven op de vraag aan welke nationale autoriteiten de bijkantoren van kredietinstellingen en financiële instellingen met hoofdkantoor in een andere lidstaat verdachte transacties moeten melden, en evenmin op de vraag welke nationale autoriteiten erop toe moeten zien dat deze bijkantoren artikel 11 van de richtlijn naleven. (8) Deze materie is door het bij artikel 13 van de richtlijn ingestelde Contactcomité Witwassen van geld besproken. De autoriteiten van de lidstaten waar de bijkantoren zijn gevestigd, dienen deze meldingen te behandelen en de bovenbeschreven bevoegdheden uit te oefenen. (9) Deze verdeling van bevoegdheden dient duidelijk in de richtlijn te worden geregeld door de in artikel 1 van de richtlijn vervatte definities van "kredietinstelling" en "financiële instelling" te wijzigen. (10) Het Europees Parlement heeft zijn bezorgdheid uitgesproken over het feit dat de activiteiten van wisselkantoren en geldovermakingskantoren zich ertoe lenen voor witwasdoeleinden te worden misbruikt. Deze activiteiten zouden reeds onder het toepassingsgebied van de richtlijn moeten vallen. Om alle twijfels terzake weg te nemen dient in de richtlijn op ondubbelzinnige wijze te worden bevestigd dat deze activiteiten worden bestreken. 12089/00 eck/las/lm 3

(10 bis) Het zou wenselijk zijn dat alle lidstaten regelgevende autoriteiten specifieke verantwoordelijkheid geven voor het toezicht op de activiteiten van wisselkantoren en geldovermakingskantoren, teneinde te zorgen voor de deugdelijke toepassing van deze richtlijn te garanderen. (11) Met het oog op het waarborgen van een zo volledig mogelijk bestrijken van de financiële sector moet eveneens duidelijk worden gesteld dat de richtlijn van toepassing is op de activiteiten van beleggingsondernemingen in de zin van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (Richtlijn Beleggingsdiensten) 8. (12) De richtlijn verplicht de lidstaten enkel tot het bestrijden van het witwassen van de opbrengsten van drugsmisdrijven. De afgelopen jaren tekent zich een tendens af naar een veel ruimere definitie van het witwassen van geld, die berust op een breder spectrum van basisdelicten of aan het witwassen ten grondslag liggende strafbare feiten. Deze tendens komt onder meer tot uiting in de in 1996 afgeronde herziening van de 40 aanbevelingen van de financiële actiegroep witwassen van geld (FATF), de internationale instantie die bij de bestrijding van het witwassen van geld een leidende rol vervult. (13) Een breder spectrum van basisdelicten is bevorderlijk voor de melding van verdachte transacties en voor de internationale samenwerking op dit terrein; daarom moet de richtlijn op dit punt worden bijgewerkt. (14) De lidstaten hebben in het gemeenschappelijk optreden van 3 december 1998 door de Raad vastgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van de opbrengsten van misdrijven 9 toegezegd alle ernstige strafbare feiten als omschreven in het gemeenschappelijk optreden voor de strafbaarstelling van witwassen als basisdelicten te beschouwen. 8 9 PB L 141 van 11.6.1993, blz. 27. PB L 333 van 9.12.1998, blz. 1. 12089/00 eck/las/lm 4

(15) De richtlijn legt verplichtingen op betreffende met name de melding van verdachte transacties. Het zou passender en beter met de geest van het Actieplan ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in overeenstemming zijn indien het krachtens de richtlijn geldende verbod op het witwassen van geld zou worden uitgebreid. (16) geschrapt. (17) De Raad heeft op 21 december 1998 zijn goedkeuring gehecht aan een gemeenschappelijk optreden op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de strafbaarstelling van deelneming aan een criminele organisatie in de lidstaten van de Europese Unie 10. Dit gemeenschappelijk optreden geeft uitdrukking aan de overeenstemming onder de lidstaten dat een gemeenschappelijke aanpak op dit terrein noodzakelijk is. (18) In elke lidstaat worden verdachte transacties door de financiële sector en met name door de kredietinstellingen gemeld, zoals dit door de richtlijn wordt voorgeschreven. Er zijn aanwijzingen dat de verscherpte controle in de financiële sector de witwassers ertoe heeft aangezet uit te kijken naar alternatieve methoden om de oorsprong van de opbrengsten van misdrijven te verhelen. (19) Witwassers gaan steeds meer van niet-financiële ondernemingen gebruik maken. Deze ontwikkeling wordt door het FATF-onderzoek naar witwastechnieken en -typologieën bevestigd. (20) geschrapt. (21) De problematiek van de kwetsbare niet-financiële activiteiten is reeds meermalen in het Contactcomité Witwassen van geld aan de orde gekomen. (22) De in de richtlijn vervatte verplichtingen betreffende de identificatie van cliënten, de bewaring van bewijsstukken en de melding van verdachte transacties moeten worden uitgebreid tot een beperkt aantal activiteiten en beroepen die voor het witwassen van geld kwetsbaar zijn gebleken. 10 PB L 351 van 29.12.1998, blz. 1. 12089/00 eck/las/lm 5

(23) De werkingssfeer van de bepalingen van de richtlijn moet worden uitgebreid tot notarissen en onafhankelijke beoefenaars van juridische beroepen, als gedefinieerd door de lidstaten, wanneer zij deelnemen aan financiële of zakelijke transacties, met inbegrip van het verstrekken van belastingadvies, waarbij er groot gevaar bestaat dat de diensten van deze beroepsbeoefenaars worden misbruikt om de opbrengsten van criminele activiteiten wit te wassen. (24) Wanneer echter een notaris een onafhankelijke advocaat of een advocatenkantoor de rechtspositie van een cliënt of een cliënt in rechte vertegenwoordigt, is het niet aangewezen om deze beroepsbeoefenaars krachtens de richtlijn de verplichting op te leggen vermoedens van witwassen te melden. Zij moeten worden vrijgesteld van elke verplichting om informatie te melden die is verkregen vóór, tijdens of na een gerechtelijke procedure, of bij het bepalen van de rechtspositie van hun cliënt. (24 bis) Rechtstreeks vergelijkbare diensten moeten op dezelfde wijze worden behandeld, ongeacht welke onder deze richtlijn vallende beroepsbeoefenaars de diensten verstrekken. Ter vrijwaring van de rechten van het EVRM en het Verdrag betreffende de Europese Unie mag, in het geval van financiële controleurs, externe accountants en belastingadviseurs die in sommige lidstaten een cliënt in rechte kunnen verdedigen of vertegenwoordigen, de informatie die hen bij de uitoefening van die taken ter ore komt, niet vallen onder de meldingsplicht van artikel 6, lid 3, van deze richtlijn. (25) In de richtlijn wordt enerzijds gerefereerd aan"de voor de bestrijding van het witwassen van geld verantwoordelijke autoriteiten" (gemeenlijk "financiële inlichtingeneenheid - FIE - genoemd) waaraan verdachte transacties moeten worden gemeld, en anderzijds aan de autoriteiten die krachtens wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen belast zijn met het toezicht op de activiteiten van alle onder deze richtlijn vallende instellingen of personen ("bevoegde autoriteiten"). De richtlijn verplicht de lidstaten niet dergelijke "bevoegde autoriteiten" in het leven te roepen wanneer zij niet bestaan. Balies en andere zelfregulerende instanties voor onafhankelijke beroepsbeoefenaars worden niet tot de "bevoegde autoriteiten" gerekend. 12089/00 eck/las/lm 6

(25 bis) In het geval van notarissen en onafhankelijke juridische beroepsbeoefenaars moet het de lidstaten, met het oog op de eerbiediging van de geheimhoudingsplicht van deze beroepsbeoefenaars jegens hun cliënten, worden toegestaan de balie of andere zelfregulerende instanties voor onafhankelijke beroepsbeoefenaars aan te wijzen als de instantie waaraan deze mogelijke gevallen van witwassen kunnen melden. De regels betreffende de behandeling van die meldingen en de eventuele overdracht daarvan aan de "voor de bestrijding van het witwassen van geld verantwoordelijke autoriteiten" en in het algemeen de passende vormen van samenwerking tussen de balies of beroepsorganisaties en deze autoriteiten worden door de lidstaten vastgesteld. (26) geschrapt. (27) Het Contactcomité zal binnen zijn bevoegdheden analyseren hoe de lidstaten artikel 3, lid 7, uitvoeren om voor een geharmoniseerde toepassing te zorgen. HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: 12089/00 eck/las/lm 7