De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten:



Vergelijkbare documenten
Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

De positie van etnische minderheden in cijfers

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

10. Veel ouderen in de bijstand

12. Vaak een uitkering

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

KRALINGEN-CROOSWIJK IN BEELD 2007

Armoede in de Stad. Armoedemonitor Groningen 2015

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Maatschappelijke zorg

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

maatschappelijke zorg

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Factsheet Demografische ontwikkelingen

STATISTISCH JAARBOEK. 10 maatschappelijke zorg

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

de Makassarbuurt De Staat van

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

10. Banen met subsidie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Werkloosheid 50-plussers

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Overzichtsrapport SER Gelderland

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Kinderopvang in Arnhem

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Jongeren op de arbeidsmarkt

Dordrecht in de Atlas 2013

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Tilburg

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Enschede

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Basisstatistiek Westfriesland

maatschappelijke zorg

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Amersfoort

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

5. Onderwijs en schoolkleur

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Jeugdhulp in Zoetermeer

Diversiteit in de Provinciale Staten

Een blik over de Grens: Profielschets Regierungsbezirk Münster

De leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie in Amersfoort

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Bijlage I. Sociaal-economische achtergrondcijfers en Nationale en Europese indicatoren voor sociale insluiting

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

De Tilburgse Integratiemonitor Analyse van beschikbare gegevens

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Gewicht en leefstijl van kinderen in Nieuw-West

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Samenvatting WijkWijzer 2017

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Quick Scan buurten Hoogezand-Sappemeer April Subtitel

Dorps- en wijkanalyse

Woningmarktrapport 3e kwartaal Gemeente Rotterdam

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

Werkloosheid in de Europese Unie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

van Almere 2008 trends en ontwikkelingen De belangrijkste Wonen, werken en vrije tijd

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, (procenten)

11. Stijgende inkomens

Migranten in de Nederlandse Antillen (2)

Transcriptie:

Analyse stadsdeel Noord, 2002 1. Opzet van de analyse De analyse van stadsdeel Noord is opgebouwd uit een drietal componenten: een tabel ( Onderliggende indicatoren van de bewonersscore, stadsdeel Noord, 2002 ) met daarin per onderliggende variabele de bijbehorende exacte score; een kaart ( Bewonersscore per subbuurt, stadsdeel Noord 2002 ) met daarop per onderscheiden subbuurt de bewonersscore; een beschrijving van elke subbuurt ( Karakteristiek van elke buurt en subbuurt ) waarin de belangrijkste sociale kenmerken zijn opgenomen. Deze analyse wordt gevolgd door een beschrijving van de demografische kenmerken en ontwikkelingen. 2. Technische toelichting De bewonersscore kan worden beschouwd als een totaalmaat voor het welzijnsniveau in een bepaald gebied. Doel is de extra aandacht die gebieden nodig hebben meetbaar te maken (deze extra aandacht komt tot uiting in de score: hoe hoger de score, hoe meer aandacht nodig is). Deze score is gebaseerd op een tiental indicatoren, die op een zodanige manier zijn gekozen dat de verschillende dimensies van welzijn er deel van uitmaken. Definitie bewonersscore De bewonersscore wordt vastgesteld op basis van de volgende dimensies en indicatoren. dimensie indicator definitie inkomen en werk GSD aantal cliënten GSD ten opzichte van het totaal aantal inwoners inkomen (indirect) sport aantal jeugdsporters t/m 17 jaar lid van sportverenigingen ten opzichte van de totale jeugd tussen 15 en 17 jaar (exclusief voetbal) etnische verschillen niet-westers aantal inwoners met een niet-westerse etniciteit ten opzichte van de totale bevolking woningomvang perceelsoppervlakte gemiddelde perceelsoppervlakte per inwoner woninginhoud gemiddelde woninginhoud (m 3 ) per inwoner mobiliteit mobiliteit het aantal interne verhuizingen binnen Enschede in de afgelopen 24 maanden ten opzichte van het totaal aantal huishoudens sociale problemen politie aantal sociale meldingen per 100 woonruimten gezondheid WAO aantal WAO-ers ten opzichte van totaal aantal huishoudens maatschappelijk werk aantal huishoudens dat gebruik heeft gemaakt van het maatschappelijke werk (excl. kort advies) in procenten van totaal aantal huishoudens onderwijs speciaal onderwijs aantal leerlingen in het speciaal onderwijs ten opzichte van bevolking van 5 tot en met 17 jaar

Presentatie bewonersscore De bewonersscore wordt voor elk postcodegebied in Enschede berekend. Voorwaarde is wel dat het betreffende postcodegebied ten minste vijf bewoonde woningen telt. Door middel van deze scores is vervolgens het gemiddelde per subbuurt bepaald (gewogen naar het aantal inwoners): het getal in de tabel. Voor de interpretatie van dit getal geldt: hoe hoger de waarde van de bewonersscore, hoe hoger de sociale voorrang (en des te groter de noodzakelijke extra inspanning) in het betreffende gebied is. Rangnummer Doordat alle buurten in Enschede een eigen bewonersscore hebben, kunnen deze buurten in volgorde van aflopende bewonersscore worden geplaatst: rangnummer 1: buurt met de meeste voorrang in Enschede (buurt Cromhoffsbleek, Kotman); rangnummer 53: buurt met de minste voorrang in Enschede (buurt t Stokhorst). Dit rangnummer staat ook achter de buurt weergegeven. Gehanteerde classificatie Deze aanduiding is ontleend aan classificaties zoals opgenomen in de Buurtatlas 2001/02 van I&O Research. Deze classificatie is niet alleen gebaseerd op de bewonersscore en de daarin opgenomen indicatoren, maar er wordt ook gebruik gemaakt van de score woonkwaliteit (een maat voor de fysieke gesteldheid van elke buurt in Enschede). Op basis van deze score wordt de fysieke positie van de buurt bepaald. Deze score woonkwaliteit maakt verder geen deel uit van de hier gerapporteerde buurt/subbuurt karakteristiek. De genoemde indicatoren perceelsoppervlak en woninginhoud representeren vooral een sociaal-economische dimensie en veel minder een fysieke dimensie. De classificatie is bepaald op basis van de verschillen ten opzichte van het gemiddelde van Enschede. Hoe verder de score van het gemiddelde ligt, des te groter de afwijking. Er worden vier type buurten onderscheiden: brede voorrangsbuurt (met zowel fysiek als sociaal hoge voorrangsscore); sociale attentiebuurt (met hoge sociale voorrangsscore); fysieke attentiebuurt (met hoge fysieke voorrangscore); gegoede buurt (met zowel fysieke als sociale lage voorrangsscore). Deze classificatie wordt vermeld bij de naam van de buurt. Bij de buurten die geen bijzondere afwijking vertonen wordt geen classificatie vermeld. Toelichting bij de kaart Bewonersscore per subbuurt, stadsdeel Noord 2002 Deze bewonersscore is op de kaart teruggebracht tot een viertal klassen. Met de term gemiddeld wordt het gemiddelde van Enschede bedoeld, dus niet het gemiddelde van de afgebeelde subbuurten. Een blauwe kleur duidt op een score beneden het gemiddelde van Enschede (de buurt kan zichzelf naar verhouding goed redden), een rode kleur duidt op een bovengemiddelde score (en op noodzakelijke extra aandacht). Toelichting bij de tabel Onderliggende indicatoren van de bewonersscore, stadsdeel Noord 2002 In de tabel zijn de bewonersscores op buurt en subbuurtniveau uitgesplitst naar de onderliggende indicatoren. Indien een indicator significant van het gemeentelijk gemiddelde verschilt, dan wordt deze gekleurd weergegeven. Bij een score die op een sociale voorsprong duidt, is deze blauw, bij een sociale achterstand rood. De basis voor deze tabel is het indicatorenstelsel 2002/03 met als peildatum 1 oktober 2002.

Vuurwerkramp Op 13 mei 2000 is Enschede getroffen door de vuurwerkramp, met alle gevolgen van dien. Het gaat hier om de buurt Roombeek/Roomveldje. Doordat registraties (zowel extern als intern) de basis vormen van het indicatorenstelsel moeten de data van deze buurt en onderliggende subbuurten met de nodige mate van voorzichtigheid bekeken worden. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat inwoners uit deze buurt in verschillende administraties nog wel staan terwijl ze er niet meer (kunnen) wonen. 3. Tabel (zie bijgevoegde tabel) 4. Kaart (zie bijgevoegde kaart)

3. Tabel: onderliggende indicatoren van de bewonersscore, Stadsdeel Noord, 2002 inkomen maatschapp. etnische woningomvang mobiliteit sociaal gezondheid onderwijs bewoners score totale betrokkenh. verschillen bevolking GSD sport niet perceel woning mobiliteit politie WAO maatsch. speciaal subbuurt/buurt westers oppervlakte inhoud werk onderwijs 3001-0,204 1.059 5,9 49,7 13,3 109,6 157,5 14,3 14,7 6,1 1,5 3,5 3002 0,120 849 8,7 27,4 17,4 83,2 120,8 18,9 19,2 12,3 2,8 7,1 3003-0,040 992 4,4 20,7 15,0 90,8 128,5 13,9 9,9 9,7 2,2 7,6 3004-0,152 2.233 2,7 30,7 10,8 68,0 111,8 13,4 5,1 7,3 2,0 4,8 30 Tubantia /Toekomst -0,100 5.133 4,7 33,2 13,2 83,5 125,9 14,6 10,2 8,3 2,1 5,3 3101 0,289 1.017 10,5 12,0 35,7 60,8 112,4 18,9 10,2 8,8 2,2 6,5 3102 0,339 971 14,7 9,0 27,0 69,0 133,8 25,3 14,2 14,6 1,2 9,4 3103 0,204 1.581 8,6 12,7 29,9 79,3 115,2 19,7 12,4 10,6 1,7 5,0 3104-0,120 651 3,8 24,7 13,1 121,7 114,2 13,4 9,4 9,8 1,3 4,8 31 Twekkelerveld 0,206 4.220 10,1 14,5 28,0 79,0 118,6 19,8 12,0 10,8 1,6 6,0 4001-0,102 819 1,6 21,8 11,8 72,1 142,7 21,4 21,5 9,2 1,6 5,5 4002-0,303 1.448 1,2 42,6 10,4 124,1 162,3 14,5 13,2 5,2 0,5 2,2 40 Walhof /Roessingh/ -0,230 2.267 1,4 34,8 10,9 105,3 155,1 16,9 15,7 6,6 0,9 3,4 41 Bolhaar -0,530 1.686 2,6 59,7 8,3 180,4 201,6 8,4 6,4 3,0 0,2 2,3 4201-0,150 805 2,0 35,4 11,3 96,3 138,6 14,1 13,4 7,6 1,3 7,1 4202-0,120 598 4,8 26,5 14,0 128,8 152,9 16,7 9,6 7,0 0,5 6,3 4203-33 X X X X X X X X X X 4204 0,047 430 4,8 21,3 17,9 75,3 127,9 15,3 12,5 8,7 1,5 13,6 4205-67 X X X X X X X X X X 42 Roombeek /Roomveldje -0,070 1.935 3,8 27,7 13,9 98,8 141,6 17,7 12,6 7,6 1,0 7,8 Bron: Indicatorenstelsel 2002/2003 I&O Research

Onderliggende indicatoren van de bewonersscore, Stadsdeel Noord, 2002, vervolg bewoners score inkomen maatschapp. etnische woningomvang mobiliteit sociaal gezondheid onderwijs totale betrokkenh. verschillen bevolking GSD Sport niet perceels woning mobiliteit politie WAO maatsch. speciaal subbuurt/buurt Westers oppervlakte inhoud werk onderwijs 4301-0,301 233 0,0 31,0 9,9 82,0 140,3 14,5 6,1 7,5 0,9 0,0 4302 0,562 634 14,1 10,3 41,5 53,7 114,8 24,9 11,3 11,3 2,6 12,7 4303 0,194 452 15,5 18,9 20,1 114,5 130,2 22,5 6,7 9,8 1,0 8,1 4304 0,255 783 9,8 35,5 26,4 71,1 128,4 26,7 14,4 11,1 1,8 3,2 43 Mekkelholt 0,273 2.102 11,5 22,3 27,8 76,4 126,0 23,8 10,7 10,5 1,8 7,2 4401 0,297 604 19,2 22,8 20,9 108,0 127,8 35,0 6,6 8,4 0,0 1,8 4402 0,571 950 9,4 1,4 43,4 48,3 135,4 36,2 12,0 11,4 3,0 10,3 4403 0,656 726 15,3 13,1 49,0 95,7 114,5 24,7 23,2 10,5 4,6 11,2 4404-0,260 310 2,9 17,1 7,7 109,4 134,3 11,6 15,1 7,6 0,6 0,0 4405 0,437 714 10,3 5,9 36,0 59,4 118,6 48,9 15,4 12,9 1,9 9,9 4406-0,120 774 6,0 20,2 20,9 45,2 124,9 28,3 6,9 7,9 1,2 2,4 4407 0,420 762 12,2 12,2 44,6 75,4 117,8 28,2 7,4 9,4 3,4 7,1 44 Deppenbroek 0,346 4.840 11,0 11,3 34,6 72,2 124,4 31,6 12,3 10,0 2,2 7,5 4501 0,137 646 9,1 17,5 19,8 93,5 128,8 19,8 12,2 11,6 1,9 5,9 4502-0,200 767 0,8 53,6 6,0 548,0 117,9 13,0 0,9 53,8 0,2 5,6 45 Voortman /Amelink/ -0,050 1.413 3,7 30,2 12,3 340,2 122,9 16,0 4,3 35,5 0,8 5,8 46 Drienerveld /UT -0,020 2.352 0,3 39,6 26,1 158,5 98,3 27,1 1,6 1,4 0,0 0,0 90 Lonneker -0,560 1.835 1,3 73,3 3,3 209,9 165,2 15,6 4,6 5,8 1,3 0,8 Stadsdeel Noord -0,030 28.984 5,8 31,0 19,5 149,6 135,6 19,3 9,3 9,3 1,3 5,4 gemeente Enschede 0,000 152.095 7,5 27,8 19,3 115,3 135,3 17,5 13,0 8,9 1,8 6,7 Bron: Indicatorenstelsel 2002/2003 I&O Research

4. Kaart: Bewonersscore per subbuurt, Stadsdeel Noord 2002 Bewonersscore per subbuurt, Stadsdeel Noord 2002 Bewonersscore Laag Onder gemiddeld Boven gemiddeld 9000 Hoog Geen waarde 4600 3104 3101 3102 3103 3003 4100 4002 3002 4403 4402 4404 4405 4302 4303 4304 4401 4406 4407 4301 4501 4204 4203 4201 4001 4202 4205 4502 Buurten Hoofdwegen Spoorlijn 3004 3001

5. Karakteristiek van elke buurt en subbuurt. Buurt 30: Tubantia/Toekomst (rangnummer 35, fysieke attentiebuurt) Tubantia/Toekomst is qua inwonersaantal de grootste buurt van stadsdeel Noord; per 1 oktober 2002 wonen er 5.133 inwoners in deze buurt. Sociaal gezien is het een gemiddelde buurt. Op alle indicatoren wordt gemiddeld gescoord. De meeste subbuurten scoren net onder het gemiddelde op de bewonersscore. Het best scoort de subbuurt 3001 met een hoge percentage jeugdsporters (49,7%) en een relatief veel grote huizen. Subbuurt 3002 scoort hier het slechtst met het hoge percentage WAO-ers (12,3%) en cliënten van het maatschappelijke werk (2,8%). Buurt 31: Twekkelerveld (rangnummer 15, geen classificatie) Het Twekkelerveld is sociaal gezien een buurt die extra aandacht nodig heeft. Drie van de vier subbuurten scoren boven het gemiddelde op de bewonersscore, waarvan twee kunnen worden aangemerkt als sociale voorrangsgebieden. De subbuurt 3102 scoort hier het slechtst met een hoog percentage GSD-ers (14,7%), WAO-ers (14,6%) en een laag percentage jeugdsporters (9,0%). In de subbuurt 3101 wonen veel mensen met een niet-westerse achtergrond (35,7%). Buurt 40: Walhof/Roessingh (rangnummer 39, geen classificatie) Walhof/Roessingh is sociaal gezien een goede buurt met 2.267 inwoners. Op de meeste indicatoren wordt goed gescoord. De meest opvallende indicatoren zijn het lage percentage GSD-ers (1,4%) en cliënten van het maatschappelijke werk (0,9%). Het percentage jeugdsporters is het hoogst in de subbuurt 4002 (42,6%). Buurt 41: Bolhaar (rangnummer mer 50, gegoede buurt) De Bolhaar is zowel sociaal als fysiek een goede buurt, met 1.686 inwoners. In vergelijking met andere buurten van stadsdeel Noord blijkt Bolhaar er sociaal gezien het best van af te komen. Op alle indicatoren is sprake van een goede score. De meest opvallende indicatoren zijn een hoog percentage jeugdsporters (59,7%), een laag percentage WAO-ers (3,0%) en dito percentage cliënten van de sociale dienst (2,6%) en het maatschappelijke werk (0,2%). Buurt 42: Roombeek/Roomveldje (rangnummer 33, geen classificatie) Het Roombeek/Roomveldje is op 13 mei 2000 getroffen door de vuurwerkramp, met alle gevolgen van dien. Op 1 oktober 2002 wonen er 1.935 personen terwijl dit er twee jaar geleden 2.077 waren (voor de vuurwerkramp, per 1 oktober 1999 woonden er 3.214 inwoners in buurt 42). Het Roombeek/Roomveldje is sociaal gezien een gemiddelde buurt. Op de meeste indicatoren scoort de buurt als geheel relatief goed. Een nadere blik op de subbuurten laat sociale verschillen zien. Zo scoren twee van de vijf subbuurten (4201 en 4202) onder gemiddeld op de bewonersscore terwijl de subbuurt 4204 een minder goed resultaat bereikt (o.a. veel leerlingen in het speciale onderwijs).

Buurt 43: Mekkelholt (rangnummer 11, geen classificatie) Het Mekkelholt is sociaal gezien een buurt met een relatief hoog voorrangsniveau. Binnen deze buurt zijn echter wel duidelijke verschillen. Drie van de vier subbuurten (4302, 4303, 4304) scoren boven gemiddeld op de bewonersscore. De meest opvallende indicatoren zijn het hoge percentage cliënten GSD (15,5%) in de subbuurt 4303, het hoge percentage inwoners met nietwesterse etniciteit in de subbuurt 4302 (41,5%) en een hoge percentage mobiliteit in de subbuurt 4304 (26,7%). De subbuurt 4301 scoort op alle indicatoren goed. In deze subbuurt wonen geen GSD-ers en leerlingen die het speciale onderwijs volgen. Verder zijn er weinig cliënten van het maatschappelijke werk (0,9%) en weinig inwoners met een niet westerse achtergrond (9,9%). Buurt 44: Deppenbroek (rangnummer 7, geen classificatie) Deppenbroek is een buurt die als geheel sociaal gezien extra aandacht nodig heeft. Er zijn grote sociale verschillen in deze buurt. Het loopt uiteen van de gegoede gebieden (4404) tot sociale voorrangsgebieden (4402, 4403, 4405). Opvallende indicatoren voor de hele buurt zijn het lage percentage jeugdsporters (11,3%), het hoge percentage inwoners met een niet-westerse etniciteit (34,6%) en relatief hoge mobiliteit (31,6%). In de subbuurt 4402 wijkt het percentage mobiliteit van de bevolking (36,2%) duidelijk af van het gemeentelijke gemiddelde (17,5%). Buurt 45: Voortman/Amelink (rangnummer 31, geen classificatie) Voortman/Amelink komt sociaal gezien net bovengemiddeld uit (bewonersscore 0,050). Per 1 oktober 2002 telt deze buurt 1.413 inwoners. In subbuurt 4502 wonen veel WAO-ers (53,8%). Hier is ook een opvallend groot gemiddeld perceelsoppervlakte (548,0 m2 per inwoner). Buurt 46: Drienerveld UT (rangnummer 30, gegoede buurt) Het karakter van Drienerveld UT wordt in grote mate bepaald door de campus van de universiteit. Bij de perceeloppervlakte zijn de studenten niet meegenomen (in de woningcartotheek is dit niet duidelijk aangegeven; er zijn meestal wooneenheden), terwijl dit bij de gemiddelde woninginhoud wel het geval is. Drienerveld UT is zowel fysiek als sociaal gezien een goede buurt. Op de meeste indicatoren is sprake van een goede score. Buurt 90: Dorp Lonneker (rangnummer 52, gegoede buurt) Lonneker is een echte dorpskern buiten het centrum van Enschede. Het is zowel fysiek als sociaal een goede buurt met een laag percentage inwoners met een niet-westerse achtergrond (3,3%), een laag aandeel GSD-ers (1,3%) en hoog percentage jeugdsporters (73,3%).

6. Demografische kenmerken en ontwikkelingen 6.1 Bevolkingsopbouw In deze paragraaf wordt de bevolkingsopbouw op buurtniveau in stadsdeel Noord nader bekeken. Per 1 januari 2002 telt stadsdeel Noord 29.023 inwoners. Dit is 19% van de totale bevolking van Enschede (152.311). Figuur 6.1 Inwonersaantallen per buurt, per 1 januari 2003. 6.000 5.000 5.093 4.856 4.279 4.000 Aantal inwoners 3.000 2.000 2.323 1.669 1.930 2.106 1.366 2.356 1.817 1.228 1.000 0 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 73/92 Buurtnummer Tubantia/Toekomst (buurt 30) heeft de meeste inwoners (5.093). De Broeierd en Lonneker West hebben met 1.228 het laagste inwonersaantal. Deze buurten behoren tot het buitengebied van stadsdeel Noord.

Tabel 6.1 Leeftijdsverdeling stadsdeel Noord in procenten, per 1 januari 2003. 0-5 jaar 6-11 jaar 12-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-59 jaar 60-69 jaar 70-79 jaar 80 en ouder Tubantia/Toekomst 6,8 6,3 9,0 17,5 17,7 13,7 12,9 10,5 4,4 1,3 Twekkelerveld 5,1 4,5 8,3 27,3 14,4 10,0 9,0 8,8 8,3 4,3 Walhof/Roessingh 7,5 6,4 8,0 15,5 19,8 15,2 11,4 7,2 6,6 2,4 Bolhaar 5,0 5,6 8,2 5,3 9,5 13,4 13,7 18,4 15,5 5,4 Roombeek/Roomveldje 6,4 6,2 8,6 19,6 16,8 15,4 12,2 7,3 6,0 1,5 Mekkelholt 6,3 4,4 7,5 22,5 13,8 10,2 9,2 10,4 8,3 7,5 Deppenbroek 6,5 6,8 9,0 19,2 16,2 10,6 10,6 10,3 7,6 3,1 Voortman/Amelink 4,4 5,1 7,2 10,8 18,7 19,5 13,3 8,7 6,1 6,3 Drienerveld UT 0,5 0,6 15,6 67,2 6,0 2,8 3,3 2,5 1,1 0,2 Dorp Lonneker 6,8 5,9 8,8 8,0 12,8 13,4 18,6 13,3 9,2 3,2 Stadsdeel Noord 5,7 5,4 9,1 22,2 15,0 11,9 11,1 9,6 6,9 3,2 gemeente Enschede 6,9 6,8 9,5 16,6 16,0 13,3 12,5 8,7 6,4 3,3 In stadsdeel Noord is de groep inwoners van 20 tot 29 jaar oververtegenwoordigd (22,2%) in vergelijking met het gemiddelde van Enschede (16,6%). Dit is te verklaren door de aanwezigheid van de campus van de Universiteit Twente. De aanwezigheid van de studenten is vooral zichtbaar op Drienerveld UT. In deze buurt is het percentage inwoners tussen 20-29 jaar (67,2%) het hoogst. Kijken we naar de verschillende buurten dan zien we wat meer onderscheid. Bolhaar en Lonneker worden gekenmerkt door een oververtegenwoordiging van ouderen. In Bolhaar is 53,0% van de inwoners ouder dan 50 jaar en in Lonneker bedraagt dit percentage 44,3%. Het percentage mensen tussen 60 en 69 jaar (18,4%) ligt in Bolhaar duidelijk boven het gemeentelijk gemiddelde (8,7%).

Figuur 6.2 Huishoudens per 1 oktober 2002. 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Noord Gemeente 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% gezin + kind echtparen alleenstaanden In stadsdeel Noord wonen ten opzichte van het gemiddelde van Enschede veel alleenstaanden (63,2%). Vooral de buurt Drienerveld UT valt op met een hoog percentage alleenstaanden (95,4%). Dat wordt opnieuw in grote mate bepaald door de aanwezigheid van de campus. Verder is het aandeel gezinnen in stadsdeel Noord lager dan in heel Enschede (20,4% versus 26,3%). Het percentage echtparen is vergelijkbaar met het percentage in de hele stad. In dorp Lonneker wonen relatief veel echtparen (30,5%) en gezinnen (34,7%).

Figuur 6.3 Percentage éénoudergezinnen met kinderen tot en met 17 jaar, gebaseerd op het totaal aantal gezinnen met kinderen tot en met 17 jaar per 1 oktober 2002. 35% 30% 29,8% 25,9% 25% 22,7% 21,4% 20% 15% 15,0% 11,1% 14,1% 16,0% 10% 5% 4,7% 7,7% 0% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Gemeente Enschede = 18,7% Stadsdeel Noord = 17,4% Buurt In stadsdeel Noord ligt het percentage éénoudergezinnen met kinderen tot en met 17 jaar onder het gemeentelijke gemiddelde (17,4% versus 18,7%). In vier van de tien buurten wonen relatief veel éénoudergezinnen. Dit percentage is het hoogst in Twekkelerveld (29,8%) en in Bolhaar (4,7%) het laagst.

Figuur 6.4 Percentage inwoners met niet-westerse etniciteit, per 1 januari 2003. 40% 35% 34,6% Percentage niet-westers 30% 25% 20% 15% 10% 13,4% 28,1% 11,7% 8,5% 14,2% 27,7% 12,2% 25,8% 5% 3,5% 0% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Noord = 19,7% Gemeente Enschede = 19,5% Buurtnummer Het percentage inwoners met een niet-westerse etniciteit ligt in stadsdeel Noord net boven het gemeentelijke gemiddelde van 19,5%. Wel zijn er veel verschillen tussen de buurten. Het aandeel inwoners met een niet-westerse achtergrond is in Deppenbroek (buurt 44) het grootst en komt met 34,6% ruim boven het gemeentelijke gemiddelde uit. In het Lonneker is dit percentage het laagst en bedraagt 3,5%. Om beter inzicht te krijgen in de verschillende etniciteiten van inwoners, die zelf (of hun ouders) niet in een westers land zijn geboren, brengen we de landen van herkomst in kaart.

Tabel 6.2 Etniciteit van bevolking in procenten van de totale bevolking, per buurt, per 1 januari 2003 Indonesië Suriname/ Antillen Turkije Marokko overige mediterraan Oost- Europa overig abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % Tubantia/Toekomst 97 1,9 51 1,0 149 2,9 33 0,6 113 2,2 79 1,6 159 3,1 Twekkelerveld 139 3,2 103 2,4 427 10,0 53 1,2 125 2,9 137 3,2 218 5,1 Walhof/Roessingh 59 2,5 22 0,9 47 2,0 6 0,3 27 1,2 28 1,2 83 3,6 Bolhaar 62 3,7 7 0,4 1 0,1 0,0 19 1,1 28 1,7 25 1,5 Roombeek/Roomveldje 46 2,4 25 1,3 67 3,5 18 0,9 41 2,1 22 1,1 56 2,9 Mekkelholt 62 2,9 42 2,0 229 10,9 76 3,6 48 2,3 39 1,9 87 4,1 Deppenbroek 75 1,5 77 1,6 875 18,0 216 4,4 119 2,5 90 1,9 227 4,7 Voortman/Amelink 27 2,0 25 1,8 56 4,1 8 0,6 18 1,3 14 1,0 19 1,4 Drienerveld UT 108 4,6 135 5,7 5 0,2 2 0,1 56 2,4 74 3,1 227 9,6 Dorp Lonneker 24 1,3 10 0,6 0,0 0,0 5 0,3 15 0,8 9 0,5 Stadsdeel Noord 699 2,5 497 1,8 1.856 6,7 412 1,5 571 2,1 526 1,9 1.110 4,0 gemeente Enschede 3.911 2,6 2.748 1,8 8.337 5,5 2.050 1,3 4.316 2,8 2.565 1,7 5.771 3,8 Stadsdeel Noord als geheel vertoont vrijwel geen afwijkend beeld in vergelijking met het gemiddelde van de gemeente Enschede. Er zijn veel verschillen te zien bij de buurten. Het aandeel inwoners afkomstig uit Turkije en Marokko is in de buurten Mekkelholt en Deppenbroek duidelijk boven het stedelijk gemiddelde (respectievelijk 5,5% en 1,3%). In Deppenbroek is 18,0% van de inwoners afkomstig uit Turkije en in Mekkelholt is dit 10,8%. Ook in Twekkelerveld zien we relatief veel inwoners met een Turkse achtergrond. In deze buurt wonen ook relatief veel Oost Europeanen (3,2%). Het percentage inwoners afkomstig uit Indonesië (4,6%) en Suriname of Antillen (5,7%) is het hoogst in Drienerveld.

Tot slot wordt de etniciteit en de herkomstlanden van de inwoners tussen 0-19 jaar met een niet-westerse etniciteit in kaart gebracht. Figuur 6.5 Percentage jeugd met niet-westerse etniciteit in procenten van totale jeugd, per 1 januari 2003. 60% 56,2% 50% 43,5% 42,8% Percentage niet-westers 40% 30% 20% 10% 13,2% 13,2% 10,2% 15,4% 23,2% 16,7% 3,6% 0% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Noord = 26,5% Gemeente Enschede = 26,5% Buurtnummer In stadsdeel Noord heeft gemiddeld 26,5% van de jongeren een niet-westerse achtergrond. Dat is gelijk aan het gemiddelde van Enschede. De percentages jeugdigen met een niet-westerse achtergrond liggen in de buurten Deppenbroek (56,2%), Twekkelerveld (43,5%) en Mekkelholt (42,8%) duidelijk boven het gemeentelijk gemiddelde. In de overige buurten ligt dit percentage onder het Enschedese gemiddelde. Met name in het Lonneker is het percentage laag en bedraagt 3,6%.

Figuur 6.6 Percentage jeugd met niet-westerse etniciteit in procenten van de totale jeugd, per 1 januari 2003. Indonesië Suriname/Antillen Turkije Marokko ov.mediterraan Oost Europa overig Gemeente Enschede Stadsdeel Noord Deppenbroek Mekkelholt Twekkelerveld 0 5 10 15 20 25 30 35 % In de buurten waar hoge percentages jeugdigen met een niet-westerse afkomst te vinden zijn, vormen de inwoners afkomstig uit Turkije de grootste groep. In deze buurten is het aandeel inwoners uit Turkije boven het gemiddelde (zowel gemeentelijk als dat van stadsdeel Noord). In Deppenbroek heeft éénderde van de jongeren (33,3%) een Turkse achtergrond. In Mekkelholt en Twekkelerveld is het ongeveer één op de vijf (respectievelijk 18,8% en 20,4%). Verder is het percentage inwoners met een Marokkaanse achtergrond en het percentage jeugdigen afkomstig uit overige niet-westerse landen in alle drie buurten bovengemiddeld.

6.2 Sociaal (economische) kenmerken en ontwikkelingen In deze paragraaf worden de volgende sociaal-economische kenmerken behandeld: nietwerkende werkzoekenden (NWW-ers), huishoudens zonder werk, leerlingen in het speciaal onderwijs en eigendomsverhouding van de woningen. Figuur 6.7 Niet-werkende werkzoekenden per 1 januari 1998-1 oktober 2002, ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking 1. 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% Centrum Noord Oost Zuid West Totaal 1998 10,5% 9,8% 8,5% 10,3% 10,6% 9,9% 1999 8,8% 8,0% 7,4% 8,6% 8,9% 8,3% 2000 7,8% 7,4% 6,5% 7,7% 8,3% 7,5% 2001 6,1% 5,2% 4,9% 6,3% 6,8% 5,9% 2002 5,8% 4,9% 4,6% 6,1% 6,4% 5,6% 2002* 6,6% 5,0% 5,1% 6,7% 6,5% 6,0% Op 1 oktober 2002 behoort in stadsdeel Noord 5,0% van de potentiële beroepsbevolking (de totale bevolking van 15 tot en met 64 jaar) tot de niet-werkende werkzoekenden. Dit is lager dan het gemeentelijke gemiddelde van 6,0%. In de periode 1 januari 1998-1 januari 2002 kunnen wij in alle stadsdelen een dalende trend terug vinden. In stadsdeel Noord is het percentage NWW-ers in deze periode gedaald van 9,8% tot 4,9%. In de tweede helft van 2002 zien we dat het aandeel NWW-ers blijft op vrijwel gelijk niveau ten opzichte van de vorige meting. 1 De gegevens over het percentage NWW-ers in Enschede zijn per 1 oktober 2002 weergegeven en niet net als vorig jaar per 1 januari. Vanaf 2003 worden geen gegevens meer op lager niveau dan stadsniveau geleverd. Dit heeft te maken met landelijke privacyregeling die het CWI hanteert.

Figuur 6.8 Niet-werkende werkzoekenden ten opzichte van de potentiële beroepsbevolking per 1 oktober 2002. 10% 9% 9,1% 8,5% 8% 7,8% Percentage NWW-ers 7% 6% 5% 4% 3% 4,2% 2,4% 4,6% 4,7% 2,8% 2% 1% 0,9% 1,0% 0% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Stadsdeel Noord = 5,0% Gemeente Enschede =6,0% Buurtnummer Tussen de verschillende buurten bestaat veel onderscheid. Zo is het percentage niet-werkende werkzoekenden in de buurten Mekkelholt (9,1%), Deppenbroek (8,5%) en Twekkelerveld (7,8%) duidelijk boven het gemiddelde van Enschede, terwijl in Bolhaar en Drienerveld UT dit percentage het laagst is (respectievelijk 0,9% en 1,0%). De werkzoekenden worden onderscheiden naar duur van de werkloosheid. Eén groep vormen de werklozen die korter dan één jaar als niet-werkende werkzoekenden staan ingeschreven, de tweede groep bestaat uit de personen die één tot twee jaar werkloos zijn. In de laatste groep bevinden zich langdurig werklozen, dus de mensen die langer dan twee jaar op zoek naar werk zijn.

Figuur 6.9 Percentage langdurige niet-werkende werkzoekenden ten opzichte van alle NWW-ers, per 1 oktober 2002. 45% 40% 35% 35,3% 32,5% 37,5% 38,4% 34,4% 39,1% 32,4% Percentage NWW-ers 30% 25% 20% 15% 28,9% 24,2% 10% 9,1% 5% 0% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Stadsdeel Noord = 33,2% Gemeente Enschede = 34,7% Buurtnummer Het percentage van de NWW-ers dat langer dan twee jaar op zoek naar werk is, is in stadsdeel Noord (33,2%) iets lager dan het gemeentelijke gemiddelde 2. Dit percentage verschilt per buurt. Zo is het aandeel werklozen in Mekkelholt (38,4%), Voortman/Amelink (39,1%), Tubantia/Toekomst (35,3%) en Bolhaar 3 (37,5%) boven het gemiddelde van Enschede. Voor de meeste buurten ligt dit percentage onder het gemiddelde van Enschede. In de buurt Drienerveld UT wonen verhoudingsgewijs weinig langdurige NWW-ers (9,1%). 2 Deze percentages zijn duidelijk hoger dan per 1 januari 2002 (respectievelijk 26,0% en 26,3%). Per 1 oktober 2002 wonen in het stadsdeel Noord 340 langdurige NWW-ers. Dat is 81 meer dan per 1 januari 2002. Verhoudingsgewijs betekent dit een toename van 31%. Ook in de gehele gemeente Enschede is deze toename groot (462; +42,2%). Tegelijkertijd zien we dat een stijging van het totaal aantal NWW-ers in Enschede minder sterk is (+444; 7,6%). Dat betekent dat de personen die op zoek zijn naar werk meer tijd nodig hebben om een nieuwe baan te vinden. Dat kan door de algemene economische malaise verklaard worden 3 Per 1 oktober 2002 zijn in Bolhaar 8 niet-werkende werkzoekenden, waarvan drie langer dan twee jaar NWW-er zijn. Door het kleine aantal waarnemingen ontstaat dit grote procentuele verschil.

Tabel 6.3 Leeftijdsverdeling van de langdurige werklozen per 1 oktober 2002 tot 30 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50 en ouder totaal abs. % abs. % abs. % abs. % abs. Tubantia/Toekomst 5 9,0 14 25,5 14 25,5 22 40,0 55 Bolhaar 3 100,0 3 Mekkelholt 6 12,5 13 27,1 15 31,2 14 29,2 48 Deppenbroek 5 5,2 35 36,5 20 20,8 36 37,5 96 Voortman/Amelink 2 11,1 6 33,3 3 16,7 7 38,9 18 Stadsdeel Noord 28 8,2 110 32,3 72 21,2 130 38,3 340 gemeente Enschede 208 9,6 594 27,3 663 30,5 711 32,7 2.176 De leeftijdsverdeling van de langdurige werklozen verschilt in stadsdeel Noord van de verdeling in de totale gemeente. De groep NWW-ers ouder dan 50 jaar is hier met 38,3% oververtegenwoordigd. Eveneens is het percentage langdurig werklozen tussen 30 en 39 jaar in stadsdeel Noord hoger dan in Enschede. In Deppenbroek wonen verhoudingsgewijs veel langdurig werklozen die ouder dan 50 jaar zijn (36,5%).

Figuur 6.10 Huishoudens zonder werk, 2002. 45% 40% 42,7% 35% 30% 25% 20% 17,8% 18,5% 18,7% 20,9% 15% 10% 5% 0% 14,1% 12,9% 11,1% 5,8% 1,1% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Gemeente Enschede = 18,5% Stadsdeel Noord = 15,9% Buurt Het percentage huishoudens zonder werk bestaat uit het aandeel huishoudens dat in het ziekenfonds verzekerd is én afhankelijk van een uitkering in het kader van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, periodieke bijstand of AWW. In stadsdeel Noord is het percentage huishoudens zonder werk ongeveer 2,5 procentpunt lager dan in de gemeente Enschede (18,5%). Kijken we naar de verschillende buurten dan zien we dat dit percentage in de buurt Voortman/Amelink (42,7%) duidelijk boven het gemeentelijk gemiddelde ligt. In de buurten Roombeek/Roomveldje (14,1%), Lonneker (12,9%), Walhof/Roessingh (11,1%) en Bolhaar (5,8%) is het aandeel huishoudens zonder werk kleiner dan gemiddeld. In het Drienerveld/UT is dit percentage het laagst (1,1%).

Figuur 6.11 Leerlingen speciaal onderwijs per 1 oktober 2002. 9% 8% 7,8% 7,2% 7,5% 7% 6% 5,3% 6,0% 5,8% 5% 4% 3,4% 3% 2,3% 2% 1% 0% 0,0% 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 0,8% Gemeente Enschede = 6,7% Stadsdeel Noord = 5,4% Buurt Het percentage leerlingen in het speciale onderwijs ligt in stadsdeel Noord onder het Enschedese gemiddelde (6,7%). Er zijn veel verschillen te zien tussen de buurten. In Roombeek/Roomveldje (7,8%), Deppenbroek (7,5%) en Mekkelholt (7,2% wonen naar verhouding veel leerlingen die het speciale onderwijs volgen. In de overige buurten ligt dit percentage onder het gemiddelde van Enschede. In de buurten Lonneker (1,7%), Bolhaar (2,3%) en met name Drienerveld UT is dit percentage laag.

Figuur 6.12 Eigendomsverhouding woningen, per 1 oktober 2002. 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Noord Gemeente 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% woningbouwcorporatie particulier verhuur eigenaar-bewoner De eigendomsverhouding van de woningen in stadsdeel Noord wijkt iets af van die van geheel Enschede 4. Het percentage woningen dat in bezit is van woningbouwcorporaties is in stadsdeel Noord hoger dan in de hele stad (45,0% versus 40,8%). Kijken we naar verschillende buurten dan zien we wat meer onderscheid. Zo zijn de meeste huizen in Tubantia/Toekomst (65,9%), Walhof/Roessingh (67,1%), Lonneker (74,7%) en met name in Bolhaar (83,8%) bewoond door de eigenaar. In Twekkelerveld, Mekkelholt (allebei 70,9%), en met name in Drienerveld UT (94,4%) zijn de meeste woningen eigendom van woningbouwcorporaties. 4 Omdat van sommige woningen geen eigendomssituatie bekend is op de meetdatum, tellen de aantallen woonruimten in de drie groepen niet exact tot het totaal aantal woonruimten, en de percentages niet tot 100%.

Figuur 6.13 Woningen in stadsdeel Noord naar bouwwijze per 1 oktober 2002. 30 31 40 41 42 43 44 45 46 90 Noord Gemeente 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% rijenwoning 2 onder 1 kap vrijstaand hoogbouw wooneenheden + overig Bij vergelijking van de percentages naar bouwwijze valt het op dat het aandeel rijenwoningen in stadsdeel Noord lager is dan binnen de gemeente 5. Het percentage wooneenheden ligt in dit stadsdeel 8,2 procentpunten boven het gemeentelijk gemiddelde. Dit percentage is het hoogst in het Drienerveld UT (94,7%). Twekkelerveld (55,5%), Deppenbroek (48,4%) en Mekkelholt (45,3%) en wordt vooral gekenmerkt door het aandeel hoogbouw. Dorp Lonneker wordt gekenmerkt door het groot aandeel twee-onder-één kap (43,1%) en het aandeel vrijstaande woningen (26,2%). 5 Omdat van sommige woningen geen eigendomssituatie bekend is op de meetdatum, tellen de aantallen woonruimten in de drie groepen niet exact tot het totaal aantal woonruimten, en de percentages niet tot 100%.