RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES



Vergelijkbare documenten
RVV 377 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het verzoek tot bescherming van de beroepstitel van interieurarchitect van de Unie van Designers van België (UDB).

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

N Interieurarchitect A 04 Brussel, MH/BL/JP A D V I E S. over

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KADERWET BETREFFENDE HET VOEREN VAN DE BEROEPSTITEL VAN EEN DIENSTVERLENEND INTELLECTUEEL BEROEP ***

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

N Vastgoedmakelaar A06 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

N Landmeters A05 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over DE GELIJKWAARDIGHEID VAN DIPLOMA'S VOOR HET BEKOMEN VAN DE TITEL VAN LANDMETER-EXPERT

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE NATUURLIJK MINERAAL WATER EN BRONWATER

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

N Auto-experts A04 Brussel, MH/JC/LC

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

BS 20/05/2014. HOOFDSTUK 3. - Psychotherapie. Afdeling 1. - Uitoefening van de psychotherapie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

De erkenning als beroepsorganisatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

10 DECEMBER Wet tot reorganisatie van de gezondheidszorg

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Medisch dossier Overeenkomst vaste huisarts patiënt

RVV 375 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. Over het voorontwerp actieplan Maatschappelijk verantwoord ondernemen in België.

Diverse Reglementeringen Brussel, MH/AB/LC A D V I E S. over

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

24 APRIL Ministerieel besluit. tot vaststelling van de criteria voor erkenning. waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde

Het beroep van de medisch laboratoriumtechnoloog

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

11 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de gemeenschappelijke criteria voor de erkenning van tandartsen-specialisten

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Doc. nr. E2:90004C04 Brussel, A D V I E S. over

N Beroepsreglementeringen A08 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over

- het vereenvoudigen van de lijst van titels en bekwamingen door enkel het begrip «bijzondere beroepstitel» in aanmerking te nemen en,

Coordinatie--ZIV--KB forfaitaire-honoraria-klinische-biologie--niet-in-ziekenhuis.doc

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

A D V I E S. over de

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

VLAAMSE RAAD VOOR RECLAME EN SPONSORING OP RADIO EN TELEVISIE. Advies nr. 1997/04 dd. 13/10/1997

De erkenning als interprofessionele organisatie

6 SEPTEMBER Koninklijk besluit tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK

Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit betreffende de mededeling van informaties in het wachtregister. (A/2009/034)

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

N Vastgoedexpert A2 Brussel, 29 april 2015 MH/BL/AS ADVIES. over EEN VERZOEKSCHRIFT TOT BESCHERMING VAN DE BEROEPSTITEL VAN DE VASTGOEDEXPERT

Doc. nr. E7:80005C09 Brussel, A D V I E S. over de PROBLEMATIEK BIJ DE OPRICHTING VAN EEN BEROEPSINSTITUUT VAN GEZWOREN LANDMETERS-EXPERTEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, A D V I E S. over

16 DECEMBER Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de huisartsenkringen.

Analyse van de algemene commentaren ontvangen tijdens de openbare raadpleging die door het IBR werd georganiseerd en standpunt van het IBR

KONINKLIJK BESLUIT VAN 10 AUGUSTUS 1998 TOT OPRICHTING VAN DE COMMISSIES VOOR DRINGENDE GENEESKUNDIGE HULPVERLENING. (B.S

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Intensieve-zorg--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Psychologencommissie. Vertrouwen in een erkend psycholoog. Informatie voor cliënten of patiënten van psychologen werkzaam binnen de gezondheidszorg

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

16 DECEMBER Ministerieel besluit tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de huisartsenkringen.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

De boekhoudkundige ruling. Congres IEC - IAB 5 oktober 2017

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES. over de behandeling van klachten en geschillen voor de bankdiensten-krediet-beleggingen.

STAGEREGLEMENT KONINKLIJK BESLUIT VAN 13 MEI 1965 TOT GOEDKEURING VAN HET DOOR DE NATIONALE RAAD VAN DE ORDE DER ARCHITECTEN VASTGESTELD

VR 2016 DOC.0943/1BIS

Wondzorg en wetgeving

Voorstel voor Amendement op het

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

BS 31/05/2002 in voege 01/06/2002. Gewijzigd door: MB 16/01/2006 BS 10/02/2006 MB 23/03/2007 BS 05/04/2007

FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 11/06/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

VERSTREKKINGEN DIE WORDEN GEACHT IN DE BEVOEGDHEID VAN DE KINESITHERAPEUTEN TE VALLEN (art. 7).

Transcriptie:

RvV 392 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over het verzoekschrift van 6 beroepsfederaties (GNRPO, UBO, SBO, ABRO-ROB, ABOC- BAKO, UVO) tot bescherming van de titel van osteopaat, osteopaat D.O. en osteopaat DO. Brussel, 25 oktober 2007 1

SAMENVATTING De Raad brengt een negatief advies ten gronde uit wat betreft dit verzoekschrift en stelt dat er voldoende bezwaren zijn om de Minister van Middenstand te vragen, de beroepstitels van osteopaat, osteopaat D.O., osteopaat DO niet te beschermen. Ten eerste is de Raad verbaasd over dergelijk verzoek tot bescherming van de titel van osteopaat, aangezien dit beroep momenteel niet gereglementeerd is; het is wel zo, dat het beroep stilzwijgend wordt erkend door de wet van 29 april 1999 (zogenaamde wet Colla) waarvan verscheidene essentiële artikels nog steeds niet in werking zijn getreden (cfr : infra, punt IV 2.3. en punt V). Hiermee sluit de Raad volledig aan bij de mening van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren van 01/09/2007, die meent "dat het verlenen van de bescherming van de beroepstitel van osteopaat niet aangewezen is aangezien de artikelen 3, 8, 9, 10 en 11 van de wet Colla (nog) niet in werking getreden zijn. ( ) Vóór elke erkenning van de beroepstitel van osteopaat is het logisch en absoluut noodzakelijk duidelijk te bepalen welke handelingen volledig autonoom verricht mogen worden en welke een medisch voorschrift vergen. Men kan immers geen erkenning van (...), overwegen zonder op voorhand de verstrekte opleiding streng te hebben gecontroleerd". Aangezien het een verzoekschrift betreft ter reglementering van de beroepstitel van een gezondheidsberoep, oppert de Raad vervolgens dat het opportuun kan zijn om naast de wettelijk voorziene adviezen van de Middenstandsorganen, ook een advies van de bevoegde Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken te vragen. De Raad meent dat een duidelijke en leesbare omschrijving van de te beschermen beroepstitel primordiaal is en in het voorliggende verzoekschrift niet terug te vinden is. Bovendien is in het verzoekschrift geen verduidelijking van het onderscheid tussen de drie titels terug te vinden: osteopaat, osteopaat D.O. en osteopaat DO. De Raad acht het juridisch onverenigbaar met artikel 4 1 lid 2 van de kaderwet dat de opleiding van osteopathie met uitsluiting van een opleiding aan de Université Libre de Bruxelles (universitaire cursus van 3 jaar bachelor en 2 jaar Master bewegingswetenschappen met optie osteopathie) slechts aan private scholen of instituten kan worden gevolgd. Artikel 4 1 lid 2 schrijft voor dat de opleiding moet kunnen worden verworven in door het Rijk, de gemeenschappen of de gewesten erkende of gesubsidieerde inrichtingen. Bovendien is het volgens de Raad juridisch evenmin mogelijk een beroepstitel te reglementeren waarvoor aan Nederlandstalige zijde geen erkende opleidingstitel bestaat. De kaderwet bepaalt dat het verzoekschrift ten minste de basisregels van de deontologie met betrekking tot de informatie en de bescherming van de consument en in verband met de onverenigbaarheden moet bevatten. De Raad merkt op dat in het voorliggende verzoekschrift op geen enkel ogenblik enig artikel wordt vermeldt dat betrekking heeft op de voorgenoemde basiselementen van de deontologie en daarmee artikel 4 1 lid 4 van de kaderwet van 24 september 2006 schendt. 2

De Raad voor het Verbruik die eerst officieus, vervolgens officieel, verzocht werd een advies uit te brengen over het verzoekschrift met het oog op het bekomen van de bescherming van de beroepstitel van "osteopaat", is op 11 oktober 2007 met zijn Dagelijks Bestuur bijeengekomen, onder het voorzitterschap van de heer Robert Geurts, en heeft huidig advies goedgekeurd. De Raad voor het Verbruik heeft de voorzitter verzocht dit advies over te maken aan de Minister van Middenstand, aan de Minister van Economie, aan de Minister van Consumentenzaken en aan de zes representatieve beroepsfederaties van de beroepssector van osteopatie (GNRPO, UBO, SBO, ABRO-ROB, ABOC-BAKO, UVO). ADVIES De Raad voor het Verbruik, Gelet op de brieven van 25 juni en 28 augustus 2007 waarbij de Algemene Directie KMO- Beleid van de FOD Economie - Dienst Intellectuele beroepen en Wetgeving - het verzoekschrift tot bescherming van het voeren van de titel "osteopaat" aan de Raad voor het Verbruik eerst officieus, vervolgens officieel, overzendt; Gelet op de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep; Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake geneeskunde, artsenbereidkunde, kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen (zogenaamde wet Colla); Gelet op de verzoekschriften van 6 juni en 10 juli 2007 van de zes representatieve beroepsfederaties van de sector van de osteopaten (GNRPO, UBO, SBO, ABRO-ROB, ABOC-BAKO, UVO) met het oog op het bekomen van de bescherming van de beroepstitel van "osteopaat, ostéopaat D.O. en osteopaat DO"; Gelet op de werkzaamheden van de Commissie "Handelspraktijken" tijdens haar vergaderingen van 4 juli en 19 september 2007; Gelet op de deelname aan de werkzaamheden van de volgende deskundigen : de dames van den Broeck (OIVO) en Depreeuw (UNIZO); Gelet op de uitwerking van het ontwerpadvies door de dames Van den Broeck (OIVO) et Depreeuw (UNIZO); Gelet op schriftelijke procedure, zoals voorzien in artikel 7 bis van het Huishoudelijk reglement, voor de definitieve goedkeuring door de Raad voor het Verbruik; BRENGT HET VOLGEND ADVIES UIT : 3

I. Inleiding Per brief van 25 juni 2007 ontving de Raad voor het Verbruik via officieuze weg, van de Algemene Directie KMO-beleid - Dienst Intellectuele Beroepen en Wetgeving binnen de FOD Economie, het verzoekschrift tot bescherming van het dragen van de titel osteopaat, osteopaat D.O. en osteopaat DO. In deze brief werd verduidelijkt dat het verzoekschrift zou worden onderzocht door de diensten van de bovenvermelde Algemene Directie en dat eventueel bijkomende informatie zou worden gevraagd. Ook werd gepreciseerd dat nadien bij de Raad voor het Verbruik een officiële adviesaanvraag zou worden ingediend. In het kader van de kaderwet van 24 september 2006 betreffende het voeren van de beroepstitel van een dienstverlenend intellectueel beroep, werd de Raad voor het Verbruik op 30 augustus 2007 ( B.S. 30.08.2007) door de bevoegde FOD economie, KMO, Middenstand en Energie gevraagd een officieel advies uit te brengen over het verzoekschrift tot bescherming van de titel van osteopaat, zoals aangevuld op 10 juli 2007. De officiële adviestermijn liep ten einde op 13 september 2007 om 24u. Op 13 september kwam het Bureau van de Raad voor het Verbruik bijeen over de voorliggende vraag tot adviesverlening over het verzoekschrift tot bescherming van osteopaat, osteopaat DO en osteopaat D.O. Omdat de Raad geen advies binnen de termijn kon uitbrengen richtte de Raad diezelfde dag nog een officieel schrijven aan de bevoegde Minister van Middenstand waarin de Raad naast een verwijzing naar de algemene procedurele opmerkingen uit het advies DB- RVV 377 inzake de interieurarchitecten, enkele bijkomende opmerkingen aan de Minister richtte 1. De Raad besloot de brief met de mededeling dat een advies ten gronde door de Raad op korte termijn kon verwacht worden. II. Algemene bemerkingen over de kaderwetprocedure De Raad verwijst naar de bemerkingen van algemene aard die hij in zijn advies nr. 377 van 10 april 2007 heeft geformuleerd en in het bijzonder naar het feit dat de termijn van 15 dagen waarover hij beschikt om een gemotiveerd en omstandig advies uit te brengen, veel te kort is. III. Algemene bemerkingen over het verzoekschrift De Raad is verbaasd over dergelijk verzoek tot bescherming van de titel van osteopaat, aangezien dit beroep momenteel niet gereglementeerd is; het is wel zo, dat het beroep stilzwijgend wordt erkend door de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake geneeskunde, artsenbereidkunde, kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen (zogenaamde wet Colla) waarvan verscheidene essentiële artikels nog steeds niet in werking zijn getreden (cfr : infra, punt IV 2.3. en punt V). Voorziet de kaderwet van 24 september 2006 in de procedure, een advies van de Raad voor het Verbruik en van de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO's. In het voorliggende verzoekschrift zijn de aanvragers een groepering van osteopatenverenigingen. Aangezien het 1 RvV, advies nr 377 van 10 april 2007 over het verzoekschrift tot bescherming van de beroepstitel interieurarchitect; http://mineco.fgov.be/protection_consumer/councils/consumption/pdf_avis_2007/377.pdf 4

een verzoekschrift betreft ter reglementering van de beroepstitel van een gezondheidsberoep, oppert de Raad dat het opportuun kan zijn om naast de wettelijk voorziene adviezen van de Middenstandsorganen, ook een advies van de bevoegde Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken te vragen. Het is immers die Minister die in de wet betreffende de nietconventionele praktijken inzake geneeskunde, artsenbereidkunde, kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen uitvaardigde, waaronder ook de activiteit van osteopathie valt. IV. Bemerkingen over de tekst van het verzoekschrift 1. De hoedanigheid van de verzoekende partij De Raad wijst op de juridische onjuistheid die zich in het verzoekschrift voordoet. Artikel 3 van de kaderwet van 24 september 2006 bepaalt dat het verzoekschrift dient uit te gaan van een belanghebbende beroepsfederatie. Volgens de Raad slaat de definitie van belanghebbende onder geen beding op het advocatenbureau dat werd geconsulteerd om samen met de verzoekende beroepsfederatie het verzoekschrift in te dienen. Nochtans vermengt de gemandateerde advocaat de twee hoedanigheden van cliënt en verzoekende partij. In artikel 2 stelt de advocaat die optreedt in naam van de verzoekende beroepsfederaties immers het volgende: Met het oog op de belangen van de patiënt, de kwaliteit van de verleende zorgen en de bescherming van de osteopaten door een eigen statuut willen onze cliënten vandaag om de bescherming van de beroepstitel verzoeken, iets waarvoor ze al meer dan dertig jaar ijveren. Het is duidelijk dat de gemandateerde advocaat hier beter het begrip aanvragers doorheen de hele tekst zou hanteren in plaats van afwisselend voor de begrippen cliënt. 2. Opmerkingen ten gronde 2.1 De te beschermen beroepstitel De aankondiging van het verzoekschrift tot bescherming van de beroepstitel van osteopaat doet blijken dat de verzoekende partijen slechts de titel van osteopaat wensen te beschermen. In de motivatie van het verzoekschrift onder punt 1.1. valt echter te lezen dat de verzoekende partijen beogen om behalve de titel van osteopaat ook de titels van osteopaat D.O. en osteopaat DO te beschermen. Nergens in het verzoekschrift, noch in de motivatie van de indieners valt ergens een verklaring voor de afkorting D.O. of DO te bespeuren. De Raad meent dat een duidelijke en leesbare omschrijving van de te beschermen beroepstitel primordiaal is en in het voorliggende verzoekschrift niet terug te vinden is. Bovendien is in het verzoekschrift geen verduidelijking van het onderscheid tussen de drie titels terug te vinden. 2.2 Verkrijgen van de beroepstitel 2.2.1 Geen erkende opleidingen die vereist zijn om de titel te mogen dragen De Raad acht het juridisch onverenigbaar met artikel 4 1 lid 2 van de kaderwet dat de opleiding van osteopathie met uitsluiting van een opleiding aan de Université Libre de 5

Bruxelles (universitaire cursus van 3 jaar bachelor en 2 jaar Master bewegingswetenschappen met optie osteopathie) slechts aan private scholen of instituten kan worden gevolgd. Artikel 4 1 lid 2 schrijft nochtans zonder enige ruimte voor juridische interpretatie voor dat de opleiding moet kunnen worden verworven in door het Rijk, de gemeenschappen of de gewesten erkende of gesubsidieerde inrichtingen. Bovendien is het volgens de Raad juridisch evenmin mogelijk een beroepstitel te reglementeren waarvan aan Nederlandstalige zijde geen erkende opleidingstitel bestaat. Ze vragen zich daarom of dit beroepstitel slechts kan worden gereglementeerd zolang er een erkende opleidingstitel in beide landsgedeelten bestaat. 2.2.2 Recht op vrijheid van vereniging De Raad stelt dat de inschrijving als lid van een beroepsvereniging op geen enkele wijze een criterium kan zijn dat toegang geeft tot een recht, in dit geval het recht een beroepstitel te mogen dragen. De Raad meent dat artikel 4 2 daarom strijdig is met artikel 27 van de Belgische Grondwet en met artikel 11 van het E.V.R.M. 2.3 De zelfstandige beroepsactiviteit die door de titel wordt gedekt: onwettige uitoefening van de geneeskunde De Raad herinnert eraan dat de osteopaten op dit ogenblik geen gezondheidsberoep vormen dat onder het personeel toepassingsgebied van het KB nr 78 worden begrepen. Nochtans moet de consument volgens de verzoekende partijen onder de activiteit van osteopathie wel het volgende begrijpen: een osteopatische diagnose, een klinisch en paraklinisch onderzoek. Aangezien de osteopaten geen gezondheidsberoep in de zin van het KB nr 78 vormen, bezondigen de beoefenaars van de osteopathie zich aan de onwettige uitoefening van de geneeskunde en kunnen de verzoekers zich op geen enkele juridische grond baseren om te spreken van de osteopatische geneeskunst en een osteopatische geneeswijze zoals ze in de opgenomen deontologische code van het verzoekschrift herhaaldelijk doen. 2.4 Geen bescherming van de beroepsuitoefening De motivatie van het verzoekschrift maakt duidelijk dat de verzoekers naast de beroepstitel ook de uitoefening van het beroep willen beschermen. Zo valt in de motivatie onder punt 3.1.1 het volgende te lezen: Zodra de osteopaten definitief erkend zijn, kan hen een eigen nomenclatuur toegekend worden. Er komt langzaamaan schot in de zaak, en binnenkort zal het beroep van osteopaat in ons land eindelijk erkend zijn. Nochtans beoogt de kaderwet slechts de bescherming van de beroepstitel en in geen geval de bescherming van de uitoefening van het beroep. 2.5 Deontologische voorschriften De kaderwet bepaalt dat het verzoekschrift ten minste de basisregels van de deontologie met betrekking tot de informatie en de bescherming van de verbruiker evenals de regels die de onverenigbaarheden regelen moet bevatten. De Raad merkt op dat het voorliggende verzoekschrift echter een zeer exhaustieve deontologische code bevat maar op geen enkel ogenblik melding maakt van enige artikelen die betrekking hebben op de net genoemde basiselementen van de deontologie en schendt daarmee artikel 4 1 lid 4 van de kaderwet van 24 september 2006. 6

De Raad heeft bij het onderzoek van verschillende verzoeken tot bescherming van de beroepstitel overigens altijd veel belang gehecht aan bijscholing en permanente vorming van de leden van beroepsorganisaties (zie zijn adviezen nr.336 van 2/06/2005, 352 van 18/05/2005 en 377 van 29/03/2007). In dit verband is de Raad van mening, dat de competentie van de beroepsmensen en de kwaliteit van de diensten die ze verlenen, heel vaak samenhangen met dergelijke bijscholing en/of permanente vorming 2. Vastgesteld wordt, in dit geval, dat de verzoekers zeer laconiek zijn wat permanente vorming en/of bijscholing betreft. De deontologische code van de BUO, bijgevoegd bij dit verzoekschrift, beperkt zich immers tot het volgende (titel 1, hoofdstuk 2, artikel 4) : "L'ostéopathe doit se tenir au courant des progrès scientifiques de sa profession afin d'assurer à son patient les meilleurs soins. Un ostéopathe maintient sa compétence par une formation continue". In de huidige formulering houdt dit artikel voor de osteopaten geen enkele reële verplichting in om zich permanent bij te scholen. De Raad is van mening dat deze deontologische code een algemene verplichting zou moeten inhouden, voor elke osteopaat die is aangesloten bij de ondertekenende federaties, om zich permanent bij te scholen gedurende minstens x uren (te bepalen) per jaar. 2.6 Overgangsbepalingen De verzoekende partijen stipuleren in artikel 12 onder hoofdstuk VI-Overgangsbepalingen dat geval per geval de situatie wordt geëvalueerd volgens de gegevens die de aanvrager bezorgt. De Raad acht dit volkomen onmogelijk en volledig tegengesteld aan de intrinsieke bedoeling van een overgangsregime. Een overgangsregime is er immers op gericht om aan de hand van een lijst van diploma s en andere middelen toch toegelaten te worden tot de bescherming van de beroepstitel zonder over de vereiste diploma s te beschikken bij het in voege treden van het toekomstig koninklijk besluit. De formulering die in het voorliggende verzoekschrift wordt gebruikt holt de essentie van een overgangsregime volledig uit door op een willekeurige basis de beroepsbeoefenaars die niet over de vereiste diploma s beschikken toch tot de beschermde beroepstitel toe te laten. V. Advies inzake het verzoekschrift De Raad stelt dat er voldoende bezwaren ten gronde zijn om de Minister van Middenstand te vragen, in de huidige stand van de wetgeving op de niet-conventionele praktijken inzake geneeskunde, artsenbereidkunde, kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen, de gevraagde beroepstitels van osteopaat, osteopaat D.O., osteopaat DO niet te beschermen. Hiermee sluit de Raad volledig aan bij de mening van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren, die meent " dat het verlenen van de bescherming van de beroepstitel van osteopaat niet aangewezen is aangezien de artikelen 3, 8, 9, 10 en 11 van de wet Colla (nog) niet in werking getreden zijn. 2 RvV, advies nr 336, 2 juni 2005, blz. 5; http://mineco.fgov.be/protection_consumer/councils/consumption/pdf_avis_2005/336.pdf 7

Het is een dwingende vereiste voor de volksgezondheid de uitoefeningsvoorwaarden voor osteopathie te bepalen vóór elke erkenning van de beroepstitel. Het is inzonderheid onmogelijk de beroepstitel van osteopaat te beschermen in de in artikel 2 van het verzoekschrift voorgestelde bewoordingen. Dit artikel vertrouwt de osteopaten niet-artsen uiterst ruime bevoegdheden toe. Vóór elke erkenning van de beroepstitel van osteopaat is het logisch en absoluut noodzakelijk duidelijk te bepalen welke handelingen volledig autonoom verricht mogen worden en welke een medisch voorschrift vergen. Men kan immers geen erkenning van (...), overwegen zonder op voorhand de verstrekte opleiding streng te hebben gecontroleerd 3. De Raad brengt daarom een negatief advies ten gronde uit. 3 Advies van de Nationale Raad van de Orde van geneesheren - Bescherming van de beroepstitel osteopaat - 1 september 2007. http://195.234.184.64/web-fr/fr/news/ix01-ann4_2007.htm 8