CONLINX 2006 HANDLEIDING INSTALLATEUR Copyright (C) 2004-2006 Cottyn & Partners b.v.b.a.; Luc Cottyn; Henri Cottyn (BELGIUM)



Vergelijkbare documenten
Remote Powercontrol for TCP/IP networks

TW100-S4W1CA Breedband Router (met 4-Poort Schakelaar) Snelle Installatie Gids

1. Laad de software voor de camera van op het menu

Handleiding integratie CF iviewer CT-iViewer

Aandachtspunten voor installatie suse in vmware server

Datum 15 juni 2006 Versie Exchange Online. Handleiding voor gebruiker Release 1.0

VoIP Netwerking Configuratie Gids. Vox Davo VoIP Netwerking Configuratie Gids

VU POINT Camera Toevoegen

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

ipact Installatiehandleiding CopperJet 816-2P / P Router

Klantenservice. Onze camera's zijn volledig Plug and Play

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA

Er zijn diverse andere software platformen en providers die werken met SIP, maar in dit voorbeeld gaan we uit van de volgende software:

Wijzigen Standaard Wachtwoord (Siemens 5400/5450/SE565)

IP VIDEOFOON 2 draads SNEL AAN DE SLAG

MxStream & Linux. Auteur: Bas Datum: 7 november 2001

Manual Debug software. VMC next

IAAS HANDLEIDING - SOPHOS FIREWALL

Handleiding Dahua recorders (WEB Service)

Hoe de 2N EasyRoute te configureren

EN Versie: 1.0. H.264 Handleiding

Softphone Installatie Handleiding

Instellen Zyxel modem als stand-alone ATA

Selenium IDE Webdriver. Introductie

Klik met de rechtermuisknop in het scherm, er komen nu menu opties tevoorschijn. Ga naar hoofdmenu en daarna naar Systeem Algemeen

Inhoudsopgave. Inhoud

instellen. Copyright Starteenwinkel.nl

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

NX-595E VS UltraConnect

Microsoft Outlook 2011 voor Mac instellen

Handleiding NodeMCU. Handleiding NodeMCU l Pagina 1

Belangrijke Informatie

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Handleiding FT2100. Inhoud. 1. Doel Bekabeling Programmatie Inloggen MD s... 11

BUITEN IR-NETWERKCAMERA Serie

Cloud handleiding Versie: 1.0 Datum:

NX-595 App instelling instructie UltraConnect maart 2016

Handleiding telewerken GGD Amsterdam

Installatie Handleiding AP 1120 op HiPath 3000

PRO CAMERASYSTEEM HANDLEIDING BSM-DVRNL V2.0

SERVER MONITOR SMS SERVER

DS 65L. . BUS Ethernet Gateway TECHNISCHE OMSCHRIJVING. TECHNISCHE GEGEVENS Product ID Handleiding geldig voor firmware versie:

Camping Hotspot Installatie

Handleiding configuratie Linksys router BEFSR41v4 t.b.v. SSHN-complex Orion. Resetten van de router

Start de applicatie op om naar het inlogscherm te gaan. Onthoudt mijn gegevens

goes Secure Siemens Groep in Nederland Sander Rotmensen tel:

Howto make Exim work with Freesco 0.2.7

Sweex Broadband Router + 4 poorts 10/100 Switch

Triggers en Acties gebruiken

TA72 Configuration Manager

BIPAC 7402G g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

Koppelen Centix Datacollecter aan RS-232 device d.m.v. de W&T 58631

Installatiehandleiding

IPoE. Er zijn twee mogelijke oplossingen om IPoE op een DrayTek product te configureren, we zullen beide mogelijkheden in deze handleiding bespreken.

Getting Started. AOX-319 PBX Versie 2.0

Popsy Financials. Overstap Access-MSDE

Instellingen voor de C100BRS4 met Wanadoo kabel Internet.

Tutorial voor FTP, STMP en Telnet

Gebruikershandleiding. Multrix Cloud Portal

Computer vanop afstand overnemen via Extern Bureaublad.

3Com 4500G instellen voor Qmanage

DVR0404 / DVR0804 handleiding Web interface v1.1

Algemeen. Opmerking

Nabaztag verbinden met een Wi-Fi netwerk of een Airport

Handleiding Instellen Account In Microsoft Outlook 2010

HANDLEIDING DMS Plugin Installatie, configuratie & werking

Technote. EnGenius Senao EOM Mesh Layer 2 configuratie Transparant netwerk

Installatie King Task Centre

Getting Started. AOX-319 PBX Versie 2.0

TIMEMANAGER. Configuratie Lantronix TIMEmate. Werkwijze: Opmerking:

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Configureren van de Wireless Breedband Router.

MyNice Welcome MyNice Welcome app to control your home

VPN Remote Dial In User. DrayTek Smart VPN Client

BIPAC-7402 / 7402W (Draadloze )ADSL VPN Firewall Router met 3DES Accelerator Snelle Start Gids

FTP introductie

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

Voorbeeld handleiding SIP configuratie peer to peer in combinatie met een Grandstream VoIP toestel.

Praktijk opdrachten VMware

Beknopte handleiding SQ Vieuw software

RS BA-1 settings Opgesteld door Rens, PA1RVL op

Hands-on TS adapter IE advanced

LAN Setup middels Tag Based VLAN. DrayTek Vigor 2960 & 3900 icm G2240 & P2261

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

De print van de centrale is hardwarematig aangepast waardoor een upgrade is niet mogelijk is.

Gebruikers Handleiding Camera App. Voor C103 t/m C307 camera s en alle NVR s

In de General Setup kunt u het IP-adres aanpassen. Standaard staat het IP-adres op zoals u ziet in onderstaande afbeelding.

Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT

1 Auteursrecht en Copyright 1 2 Overzicht 3 3 Benodigd 3 4 IP adres instel mogelijkheden 3 5 Details om te weten 3. 6 IP adres instellen 5

Installatie MicroSoft SQL server 2012 Express

Temperatuur logger synchronisatie

Priva Blue ID Network scanner / Syslog Tool

Het configureren van uw netwerkkaart, computer en ADSL router voor volledig ADSL gebruik

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

HANDLEIDING. Dit document beschrijft de installatie, configuratie en gebruik van de Netduino Plus 2 monitoring oplossing

Gebruikershandleiding

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G

Hoe Oscam configureren

Transcriptie:

HANDLEIDING INSTALLATEUR Copyright (C) 2004-2006 Cottyn & Partners b.v.b.a.; Luc Cottyn; Henri Cottyn (BELGIUM) U dient voorafgaandelijke toestemming te krijgen om enige informatie te wijzigen en/of te (her)verdelen uit deze handleiding.

IInhoudsttaffell 1. Inleiding... 4 1.1. Voorwoord... 4 1.2. Start... 4 2. Hoe starten?... 4 2.1. Snelstart... 4 2.2. CONLINX topologie... 6 2.3. Bekabeling... 7 3. CONLINX wizard... 7 3.1. AUTHENTICATION (INLOGGEN)... 7 3.2. TRYOUT (PROBEER)... 8 3.3. LOGOUT (UITLOGGEN)... 8 3.4. SYSTEM (SYSTEEM)... 8 3.5. DS:LOG (VERZONDEN GEGEVENS LOG)... 9 3.6. DR:LOG (ONTVANGEN GEGEVENS LOG)... 9 3.7. S:CONFIG (SYSTEEM CONFIGURATIE)... 10 3.8. W:SETUP (WIZARD SETUP)... 15 3.9. CLEANUP (OPKUISEN)... 16 3.10. INFO (INFORMATIE)... 17 3.11. GLOBAL (GLOBAAL)... 18 3.12. PLACES... 21 3.12.1. PLACE > SETTINGS (PLAATS INSTELLINGEN)... 21 3.12.2. PLACE > SETUP MODES (PLAATS MODES)... 24 3.12.3. PLACE > SETUP SPECIAL MODES (PLAATS SPECIALE MODES)... 25 3.12.4. PLACE > SETUP C FEEDBACKS (PLAATS C FEEDBACKS)... 26 3.12.5. PLACE > SETUP U FEEDBACKS (PLAATS U FEEDBACKS)... 27 3.12.6. PLACE > SETUP C TIMERS (PLAATS C KLOKKEN)... 29 3.12.7. PLACE > SETUP U TIMERS (PLAATS U KLOKKEN)... 30 3.12.8. PLACE > SETUP REMOTE CONTROL (PLAATS AFSTANDSBED.)... 31 3.12.9. PLACE > CAMERA S (PLAATS CAMERA S)... 32 3.12.10. PLACE > SETUP TEMPERATURE (PLAATS TEMPERATUUR)... 33 3.12.11. PLACE > POWERUP (PLAATS HERSTELLEN)... 34 3.13. RCS (REMOTE CONTROLS)... 35 3.13.1. RCS > SETTINGS (AFSTANDSBED. INSTELLINGEN)... 35 3.13.2. RCS > SETUP CODES (AFSTANDSBED. CODES)... 36 3.13.3. RCS > SETUP SPECIAL CODES (AFSTANDSBED. SPECIALE CODES)... 37

3.14. C:CMDS (Concept 2000 COMMANDOS)... 38 3.15. U:CMDS (UNIVERSELE COMMANDOS)... 39 3.16. USERS (GEBRUIKERS)... 40 3.17. P:PERMS (PLAATS TOELATINGEN)... 41 3.18. E:CS (E-MAIL CONTACTEN)... 42 3.19. S:CS (SMS CONTACTEN)... 43 3.20. C:C (CAMERA CONFIGURATIE)... 44 3.21. M:PL (MUZIEK AFSPEELLIJST)... 45 3.22. P:S (AANWEZIGHEIDSSIMULATIE)... 46 3.23. LT:ACT (LEVENSDUUR ACTIES)... 48 3.24. IC:ACT (INGANGSTELLER ACTIES)... 50 3.25. IS:ACT (INKOMEND SIGNAAL ACTIES)... 52 3.26. IUC:ACT (INKOMENDE UNIVERSELE CODE ACTIES)... 54 3.27. IIT:ACT (INKOMENDE INGANGSTEMPERATUUR ACTIES)... 56 3.27. IIT:ACT (INKOMENDE INGANGSTEMPERATUUR ACTIES)... 58 3.28. IET:ACT (INKOMENDE KASTTEMPERATUUR ACTIES)... 60 3.29. T (TEMPERATUUR)... 62 4. CONLINX web interface... 63 4.1. Authentication (Inloggen)... 63 4.2. Place overview (Plaats overzicht)... 64 4.3. Place > Control (Plaats > Controle)... 65 4.4. Place > Status (Plaats > Status)... 66 4.5. Place > Thermostat (Plaats > Thermostaat)... 67 4.6. Place > C Timers (Plaats > C Klokken)... 68 4.7. Place > U Timers (Plaats > U Klokken)... 69 5. CONLINX shell... 70 5.1. Start... 70 5.2. Local Settings (Lokale Instellingen)... 70 5.3. Network Settings (Netwerk Instellingen)... 71 5.4. Programming (Programmeren)... 75 5.5. IP Calculator (IP Rekenmachine)... 75 5.6. View settings (Bekijk instellingen)... 76 5.7. Check network and sound (Controleer netwerk en geluid)... 77

4 1.. IInlleiidiing 1.1. Voorwoord is een besturingssysteem gebaseerd op GNU/Linux om zowel Concept 2000 modules van Conson als universele modules te sturen en te bewaken. Het is uitgegeven onder de General Public License (http://www.gnu.org/licenses/gpl.txt). bestaat uit verschillende programma s. Elk programma heeft zijn eigen licentie dat je kunt vinden onder de map /usr/doc/licenses op het CONLINX systeem. 1.2. Start Om met aan de slag te gaan, moet je het document DOC INSTALLATEUR nemen met informatie je nodig zal hebben in deze handleiding. 2.. Hoe sttartten? 2.1. Snelstart Neem eerst een kijkje naar CONLINX topologie (2.2.) and netwerk bekabeling (2.3.) om te starten met. Volg de 7 stappen om te starten: 1. CONLINX SYSTEEM Installeer het CONLINX systeem, voorzie het systeem van de nodige stroom en start het systeem. 2. C/U GATEWAY NETWERK Om Concept 2000 modules van Conson te sturen en te bewaken, heb je c gateways nodig (Concept 2000 gateways - RS485 <> Ethernet Converter). Bovendien heb je u gateways (universele gateways - RS485 <> Ethernet Converter) nodig om universele modules te sturen en te bewaken. Wanneer je gebruik maakt van één enkele c/u gateway, dan dien je een rechtstreekse verbinding maken tussen de c/u gateway en netwerk kaart 2 (L.A.N. 2) van het CONLINX systeem met een gekruiste netwerk kabel (CAT. 5) (UTP/STP met RJ45 Jack) (2.3.). Tenzij je gebruik maakt van meer dan één c/u gateway, dan dien je een onrechtstreekse verbinding te maken tussen de c/u gateway en een netwerk switch dat verbonden is aan netwerk kaart 2 (L.A.N. 2) van het CONLINX systeem door gebruik te maken van een rechte netwerk kabel (CAT. 5) (UTP/STP met RJ45 Jack) (2.3.). Voorzie de netwerk switch en de c/u gateways van de nodige stroom. 3. COMPUTER NETWERK Om de CONLINX wizard en de CONLINX web interface te benaderen, dien je een computer netwerk te maken door een netwerk switch te installeren. Deze netwerk switch moet rechtstreeks verbonden zijn met netwerk kaart 1 (L.A.N. 1) van het

CONLINX systeem door gebruik te maken van een gekruiste netwerk kabel (CAT. 5) (UTP/STP met RJ45 Jack) (2.3.). Eens de netwerk switch (computer netwerk) geïnstalleerd is, kan je een verbinding maken tussen de netwerk switch en één of meerdere computers door gebruik te maken van een rechte kabel (CAT. 5) (UTP/STP met RJ45 Jack) (2.3.). Bovendien dien je een IP-adresen subnet mask toe te wijzen aan elke computer. Een IPadresidentificeert een computer op het computer netwerk en waarbij het subnet mask de grootte van het netwerk definieert. Om het IP-adresen subnet mask aan te passen, moet je naar de netwerk instellingen van elke computer gaan. Indien je een (Internet) router op het computer netwerk hebt staan met DHCP ondersteuning, dan is het mogelijk om aan elke computer automatisch een IPadrestoe te wijzen. Ga hiervoor naar de netwerk instellingen van elke computer en verander de netwerk instellingen naar automatisch. Op deze manier zal elke computer van de (Internet) router een IP-adresand subnet mask verkijgen. Tenzij je manueel de network instellingen van een computer wil aanpassen, dan dien je een IP-adreste kiezen tussen begin netwerk en eind netwerk vermeld in CONLINX 2006 DOC INSTALLATEUR. Om een gekozen IP-adres(b.v. 192.168.0.1) met subnet mask vermeld in DOC INSTALLATEUR te gebruiken, dien je de netwerk instellingen van elke computer aan te passen. 4. CAMERA S Wanneer je gebruik maakt van één of meerdere camera s, dan moet je elke camera installeren op een specifieke plaats en de voorzien van de nodige stroom. Maak dan een verbinding tussen elke camera en de netwerk switch (computer network) door gebruik te maken van een rechte kabel (CAT. 5) (UTP/STP met RJ45 Jack) (2.3.). 5. CONLINX WIZARD CONLINX wizard (3.1.) (Om via een web browser volledig te werken): Start de web browser op een computer en gebruik de lokale/externe wizard URL vermeld in DOC INSTALLATEUR. Gelieve op te merken dat je de lokale wizard URL moet gebruiken op het lokale netwerk, terwijl je de externe wizard Url moet gebruiken wanneer je via het Internet werkt. Log in op de CONLINX wizard door gebruik te maken van de gebruikersnaam wizard en het wizard paswoord vermeld in DOC INSTALLATEUR. 6. CONLINX WEB INTERFACE CONLINX web interface (4.1.) (Om via een web browser volledig te werken): Start de web browser op een computer en gebruik de lokale/externe web interface URL vermeld in DOC INSTALLATEUR. Gelieve op te merken dat je de lokale web interface URL moet gebruiken op het lokale netwerk, terwijl je de externe web interface URL moet gebruiken wanneer je via het Internet werkt. Log in op de CONLINX web interface door gebruik te maken van de gebruikersnaam en het paswoord van de gebruiker die aangemaakt werd in de CONLINX wizard (3.1.). 7. CONLINX SHELL CONLINX shell (5.1.) (Om met een toetsenbord en scherm te werken): Verbindt een toetsenbord en klavier aan het CONLINX systeem en log in door gebruik te maken van de systeem gebruikersnaam en het systeem paswoord vermeld in DOC INSTALLATEUR. 5

6 2.2. CONLINX topologie

7 2.3. Bekabeling Rechte (U)(S).T.P. (CAT. 5) Gekruiste (U)(S).T.P. (CAT. 5) COMPUTER <> NETWERK SWITCH COMPUTER <> COMPUTER 3.. CONLIINX wiizard 3.1. AUTHENTICATION (INLOGGEN) Open je web browser en gebruik de CONLINX wizard URL vermeld in DOC INSTALLATEUR. Om in te loggen in de CONLINX wizard, moet je de wizard gebruikernaam en paswoord invullen vermeld in het document DOC INSTALLATEUR. In het geval dat je het wizard paswoord zou veranderd hebben in de CONLINX wizard (3.7.), dan gebruik je best dit paswoord.

8 3.2. TRYOUT (PROBEER) Je kunt slechts de CONLINX web interface uittesten met de TRYOUT knop indien je een plaats hebt toegevoegd (3.12.1.), een gebruiker (3.16.) en een toelating (3.17.). 3.3. LOGOUT (UITLOGGEN) Om uit te loggen uit de CONLINX wizard, dien je op de knop LOGOUT te drukken. 3.4. SYSTEM (SYSTEEM) Systeem acties zoals o.a.: Restart: om het CONLINX systeem opnieuw te starten, druk op de Restart knop. Stop: om het CONLINX systeem te stoppen, druk op de Stop knop.

9 3.5. DS:LOG (VERZONDEN GEGEVENS LOG) DS:LOG (DATA SENT LOG) geeft je een lijst weer van Conson modes en universele codes, die gezonden werden door een specifieke GATEWAY TYPE en GATEWAY. In het geval het GATEWAY TYPE op C staat, dan gaat het om een Concept 2000 gateway. Anderzijds wanneer het GATEWAY TYPE op U staat, dan gaat het om een universele gateway. De GATEWAY s hebben een waarde van 001 tot 500. Om de log te zien van de verzonden gegevens, Selecteer de GATEWAY TYPE en GATEWAY en druk op de Toon knop. Als je de log van de verzonden gegevens wilt wissen, druk op de Delete knop. Het CONLINX systeem houdt de laatste 500 records van elke c/u gateway bij. 3.6. DR:LOG (ONTVANGEN GEGEVENS LOG) DR:LOG (DATA RECEIVED LOG) geeft je een lijst weer van de terugmeldingen van de Concept 2000 modules en van de universele modules, die ontvangen werden door een specifieke GATEWAY TYPE en GATEWAY. In het geval het GATEWAY TYPE op C staat, dan gaat het om een Concept 2000 gateway. Anderzijds wanneer het GATEWAY TYPE op U staat, dan is het een universele gateway. De GATEWAY s hebben een waarde van 001 tot 500.

Om de log te zien van de ontvangen gegevens, Selecteer de GATEWAY TYPE en GATEWAY en druk op de Toon knop. Als je de log van de ontvangen gegevens wilt wissen, druk op de Delete knop. Het CONLINX systeem houdt de laatste 500 records van elke c/u gateway bij. 3.7. S:CONFIG (SYSTEEM CONFIGURATIE) 10 (1) Verander één of meer lokale instellingen (LOCAL SETTINGS): WIZARD PASSWORD: Specificeer een wizard paswoord. Het wizard paswoord wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de CONLINX wizard. Je kunt het wizard paswoord gebruiken samen met de gebruikernaam wizard om in de CONLINX wizard in te loggen (3.1.). Je kunt het wizard paswoord vinden in het document DOC INSTALLATEUR. Standaardwaarde: wiz579+ WEB PASSWORD: Specificeer een web paswoord. Het web paswoord kan gebruikt worden door de web designer om de CONLINX web interface aan te passen. Je kunt het web paswoord samen met de gebruikersnaam web gebruiken om in te loggen via FTP. Gelieve zowel de handleiding HANDLEIDING WEB als het document DOC WEB te bekijken voor meer informatie. Standaardwaarde: web753.

EXTRA PASSWORD: Specificeer een extra paswoord. Het extra paswoord kan gebruikt worden om beelden te zien van de camera s. Elke camera heeft een unieke ID (3.20.), deze is gelinkt met de map /extra/camera s/id. Tevens is het mogelijke persoonlijke bestanden op te slaan in de map /extra/files. Je kunt een paswoord opgeven aan de gebruikernaam extra om in te loggen in het CONLINX systeem via FTP. Het extra paswoord kan je vinden in het document USER DOC. Standaardwaarde: ext159- SYSTEM PASSWORD: Specificeer een systeem paswoord. Het systeem paswoord kan gebruikt worden om toegang te krijgen tot de CONLINX shell. Je kunt het systeem paswoord gebruiken met de gebruikernaam root om in te loggen in de CONLINX shell (4.1.). Je kunt het systeem paswoord terugvinden in het document SYSTEM DOC. Standaardwaarde: sys135* TIME ZONE: Selecteer een tijdszone. Standaardwaarde: Europe/Brussels TIME & DATE: Specificeer de tijd en de datum formaat U:M JJJJ-MM-DD. KEYBOARD: Selecteer een toetsenbord. Standaardwaarde: azerty/be-latin1 GSM MEMORY TYPE: Selecteer SIM card of Internal memory. GSM BAUDRATE: Selecteer de baudssnelheid. Standaardwaarde: 115200 Druk op de Update knop om de veranderingen te bekrachtigen. Na deze actie zal je 20 seconden moeten wachten. 11

12 ( 3 ) ( 4 ) (2) Verander één of meer netwerk instellingen (NETWORK SETTINGS): C GATEWAY: Indien je een c gateway (Concept 2000 gateway) gebruikt, dan moet je het specifieke MAC adres (fysisch adres) invullen van de c gateway. Als je geen gebruik maakt van een c gateway, gebruik dan 00-00-00-00-00-00- 00 als MAC adres (fysisch adres). Standaardwaarde: 00-00-00-00-00-00 U GATEWAY: Indien je een u gateway (universele gateway) gebruikt, dan moet je het specifieke MAC adres (fysisch adres) invullen van de u gateway. Verder is het mogelijk van een specifieke delimiter character in te vullen (vb. <). Als je geen gebruik maakt van een u gateway, gebruik dan 00-00-00-00-00-00- 00 als MAC adres (fysisch adres). Standaardwaarde: 00-00-00-00-00-00

HOST NAME: Specificeer een host naam voor de CONLINX systeem. Je kunt een hostnaam gebruiken om toegang te krijgen tot CONLINX systeem via de intranet (L.A.N.) of het Internet. Volgende stappen om een hostnaam te gebruiken via de intranet (L.A.N.) op een Windows computer: 1. Start 2. Run 3. Notepad %systeemroot%\systeem32\drivers\etc\hosts 4. Voeg volgende lijn toe: 192.168.200.1 home.example.net Gelieve 192.168.200.1 aan te passen naar het IP-adres van het CONLINX systeem en home.example.net naar de hostnaam van het CONLINX systeem. 5. Sla het bestand op en start de browser met: http://home.example.net. Volgende stappen om een hostnaam te gebruiken via de intranet (L.A.N.) op een Linux computer: 1. Edit /etc/hosts 2. Voeg volgende lijn toe: 192.168.200.1 home.example.net Gelieve 192.168.200.1 aan te passen naar het IP-adres van het CONLINX systeem en home.example.net naar de hostnaam van het CONLINX systeem. 3. Sla het bestand op en start de browser met: http://home.example.net. Stappen te ondernemen om de hostnaam te gebruiken via de Internet: Contacteer uw netwerk expert. In plaats van home.example.net, kun je ook CONLINX.eender wat.net gebruiken. Standaardwaarde: home.example.net IP ADDRESS: Specificeer een IP-adres (1-255.0-255.0-255.1-254). Het CONLINX systeem vereist een IP-adres om toegang te kunnen krijgen. Vooraleer een IP-adrestoe te kennen, is het noodzakelijk da t je weet over welk type netwerk het gaat: o o o CLASS C netwerk (klein of middelgroot netwerk): Van 192.168.0.1 tot 192.168.255.254 CLASS B netwerk (middelgroot of groot netwerk): van 172.16.0.1 tot 172.31.255.254 CLASS Een netwerk (groot netwerk): van 10.0.0.1 tot 10.255.255.254 SUBNET MASK: Selecteer een subnet mask, deze is gekoppeld met het IPadres van het CONLINX systeem die de grootte van het netwerk bepaald. Je kunt de IP Calculator (3.7.) uitproberen. Standaardwaarde IP-adres& subnet mask: 192.168.200.1 & 255.255.0.0 13

EXTRA FTPD POORT: Specificeer een extra FTP daemon poort van 1025 tot 65535. Om de CONLINX FTP daemon te kunnen bereiken moet je FTP poort FTP gebruiken, Indien de Internet Service Provider de standaard FTP poort 21 blokkeert, dan kun je een andere FTP poort toewijzen om toegang te krijgen tot de FTP daemon. Standaardwaarde: 2121 EXTRA SSHD POORT: Specificeer een extra SSH daemon poort van 1025 tot 65535. Om de CONLINX SSH daemon te kunnen bereiken moet je de SSH poort 22 gebruiken. Indien de Internet Service Provider de standaard SSH poort 22, dan kun je een andere SSH poort van toewijzen om toegang te krijgen tot de SSH daemon. Standaardwaarde: 2222 EXTRA HTTPD POORT: Specificeer een extra HTTP daemon poort van 1025 tot 65535. Om de CONLINX HTTP daemon te kunnen bereiken moet je de HTTP poort 80 gebruiken, Indien de Internet Service Provider de standaard HTTP poort 80, dan kun je een andere HTTP poort van toewijzen om toegang te krijgen tot de SSH daemon. Standaardwaarde: 8080 GATEWAY: Specificeer het IP-adres(1-255.0-255.0-255.1-254) van de Internet router om een verbinding te kunnen maken tussen het CONLINX systeem en het Internet. Indien je geen verbinding wenst CONLINX met het Internet, wis dan de inhoud van de invulboxen. Standaardwaarde: niets NAMESERVER 1 & NAMESERVER 2: Specificeer de 2 naamservers van je Internet Service Provider. Het CONLINX systeem helpt de vertaling van deze IP adressen naar hostnamen en vice versa (vb. is noodzakelijk om e-mails te kunnen zenden en omvangen). Indien je geen verbinding wenst met naamservers, wis dan de inhoud van de invulboxen. Standaardwaarde: niets SMTP SERVER: Specificeer de SMTP server van je Internet Service Provider zo kan CONLINX e-mails zenden. Indien je wenst dat CONLINX geen e-mails kan zenden, wis dan de inhoud van de invulboxen. Standaardwaarde: niets NTP SERVER: Specificeer de NTP server van je Internet Service Provider om de tijd en de datum te synchroniseren. Dit zal elke dag geschieden om 05:00 uur. Indien je wenst dat CONLINX geen synchronisatie van tijd en datum uitvoert, wis dan de inhoud van de invulboxen. Standaardwaarde: niets Druk op de Update knop om de veranderingen te bekrachtigen. Na deze actie zal je 20 seconden moeten wachten. 14

(3) PROGRAMMING (PROGRAMMEREN): Indien je wenst om een data te versturen naar één of meerdere modules van het Concept 2000 van Conson en/of universele modules, dan ben je op de juiste plaats: C GATEWAYS: Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) van 001 tot 500 en specificeer c data (Concept 2000 data) (vb. <T0R-20_N1C1M>) U GATEWAYS: Selecteer een u gateway (universele gateway) van 001 tot 500 en specificeer een u data (universele data) (vb. TA x y). Verder kan je steeds een end of line (EOL) selecteren, deze kan niets zijn of LF (line-feed) of CRLF (carriage-return line-feed). Druk op de SEND knop om te programmeren. (4) IP CALCULATOR (IP REKENMACHINE): De IP Calculator is een nuttige tool om meer informatie te krijgen over het netwerk. Specificeer een IP-adresen Selecteer een subnet mask. Druk op de Calculate knop om het netwerk te berekenen. Voorbeeld: IP-adres 192.168.200.1 en subnet mask 255.255.0.0 : IP Adres: 192.168.200.1 Subnet Mask: 255.255.0.0 (Het subnet mask bepaalt de grootte van het netwerk) Begin Netwerk: 192.168.0.1 Einde Netwerk: 192.168.255.254 Aantal IP-Adressen: 65534 Waarom 65534? Vooreerst neem je het subnet mask 255.255.255.255 min 255.255.0.0, dat geeft je 0.0.255.255 als resultaat. Tel een 1 bij alle niet-nulwaarden, dan bekom je 0.0.256.256. Als laatste vermenigvuldig je alle niet nulwaarden met elkaar, het resultaat is dan ~65534. 3.8. W:SETUP (WIZARD SETUP) 15 Wizard setup acties zoals: Load: Zoek een geldig CONLINX WIZARD CONFIGURATION bestand met een extensie cwc en druk op de Load knop van het bestand in te laden.

Eens je het CONLINX WIZARD CONFIGURATION bestand geladen hebt, kan je weken met de CONLINX WIZARD CONFIGURATION. In het geval je een ander bestand wil laden, zal je tenminste 5 minuten moeten wachten (timeout). Save: Sla het actuele CONLINX WIZARD CONFIGURATION bestand op (een bestand met een cwc extensie) door te drukken op de Save knop. Je moet weten dat de logs (3.4. & 3.5.) en de muziek bestanden (3.21.) niet opgeslagen worden gezien hun grootte. Reload: Druk op Reload om de actuele CONLINX WIZARD CONFIGURATION te resetten. 3.9. CLEANUP (OPKUISEN) 16 Cleanup laat je toe van de lopende acties te stoppen zoals deze van de Concept 2000 modes, universele codes, muziek, e-mails, sms, etc. Druk op de Cleanup knop om dit uit te voeren.

17 3.10. INFO (INFORMATIE) De tab INFO geef je informatie over CONLINX zoals het CONLINX logo, de CONLINX versie () en de officiële URL van de CONLINX website. Wanneer je het CONLINX logo aanklikt of het vak WWW.CONLINX.NET, dan zal je web browser naar het adres http://www.conlinx.net gaan.

18 3.11. GLOBAL (GLOBAAL) ( 3 ) ( 4 ) Met de Global settings kun je veranderingen doorvoeren: (1) TIMERS (wanneer een onderhoud wordt uitgevoerd): C TIMERS STATUS: C timers (3.12.6.) zijn klokken voor de Concept 2000 modes. Indien je de status op ON zet, dan zal het CONLINX systeem de geconfigureerde c timers van elke plaats uitvoeren. Indien je wenst dat CONLINX de geconfigureerde c timers van elke plaats niet uitvoert, zet dan de status op OFF. U TIMERS STATUS: U timers (3.12.7.) zijn klokken voor de universele codes. Indien je de status op ON zet, dan zal het CONLINX systeem de geconfigureerde u timers van elke plaats uitvoeren. Indien je wenst dat CONLINX de geconfigureerde u timers van elke plaats niet uitvoert, zet dan de status op OFF. PRESENCE SIMULATION STATUS: De aanwezigheidssimulatie werkt alleen met de Concept 2000 modules van Conson. Indien je de status op ON zet, dan zal het CONLINX systeem de geconfigureerde aanwezigheidssimulatie uitvoeren. Indien je wenst dat CONLINX de geconfigureerde aanwezigheidssimulatie niet uitvoert, zet dan de status op OFF.

(2) E-MAIL/SMS (wanneer een onderhoud wordt uitgevoerd in een plaats): INCOMING E-MAIL/SMS STATUS: Indien je één of meerdere c commando s (Concept 2000 commando s ) (3.14.) aangemaakt hebt en/of u commando s (universele commando s ) (3.15.) waarbij het e-mail/sms vakje op Yes staat, dan kan het CONLINX systeem de inkomenden e-mails of sms verwerken indien de status op ON staat. Wens je deze bovenvermelde verwerking van e-mails en sms te stoppen, schakel dan het e-mail/sms vakje over naar OFF. OUTGOING E-MAIL/SMS STATUS: Indien je één of meerdere e-mails contacten en/of sms contacten met eender welke acties (3.23. - 3.28), dan kan het CONLINX systeem de uitgaande e-mails en/of sms uitvoeren in het geval dat de status op ON staat. Wens je deze bovenvermelde verwerking van e-mails en sms te stoppen, schakel dan het e-mail/sms vakje over naar OFF. (3) INFO (wanneer iemand een informatie wenst te bekomen): PLACE INFO CODE: Je kunt van één of meerdere plaatsen informatie bekomen door gebruik te maken van specifieke commando s en een code. De plaats informatie bestaat uit de temperatuur van de plaats (3.12.10. *) en/of de temperatuur van de schakelkast (3.12.10. *) en/of c feedbacks (Concept 2000 terugmeldingen) (3.12.4. *) en/of u feedbacks (universele terugmeldingen) (3.12.5. *) * Plaats E-MAIL/SMS op Yes indien je wenst de plaats informatie te bekomen, anderzijds op No indien je geen plaats informatie wenst te bekomen. Wil je informatie bekomen specificeer dan een code en druk de Update knop. Eens je de code aangepast hebt, zal je dit zien ******* om de code te verbergen. Om een code te wissen, wis de inhoud van de box en druk op de Update knop om de wijzigingen toe te passen. Het commando van om de plaatsinformatie te bekomen is: info p PLACE_NAME.CODE Indien je de plaatsnaam niet goed weet, kun je gebruik maken van * (een wildcard) met de plaatsnaam. Het kan zijn dat je informatie krijgt van één of meerdere plaatsen. Zend het commando via e-mail en/of sms om informatie te krijgen van één of meerdere plaatsen. E-MAIL CONTACT INFO CODE: Je kunt een e-mail adres bekomen van één of meerdere e-mailcontacten bekomen door gebruik te maken van specifieke commando s en een code. Wil je informatie bekomen specificeer dan een code en druk de Update knop. Eens je de code aangepast hebt, zal je dit zien ******* om de code te verbergen. Om een code te wissen, wis de inhoud van de box en druk op de Update knop om de wijzigingen toe te passen. Het commando om een de e-mail adres op te vragen is: info e FIRST_NAME.LAST_NAME.CODE Je bent verplicht gebruik te maken van een punt (.) tussen voornaam en de naam. Je kunt gebruik maken van een * (een wildcard) indien je de voornaam en/of naam niet goed weet. 19

Zend het commando via e-mail en/of sms om informatie te bekomen van één of meerder e-mailadressen. SMS CONTACT INFO CODE: Je kunt het sms nummer bekomen van één of meerdere sms-contacten bekomen door gebruik te maken van specifieke commando s en een code. Wil je informatie bekomen specificeer dan een code en druk de Update knop. Eens je de code aangepast hebt, zal je dit zien ******* om de code te verbergen. Om een code te wissen, wis de inhoud van de box en druk op de Update knop om de wijzigingen toe te passen. Het commando om een sms nummer te bekomen is: info s FIRST_NAME.LAST_NAME.CODE Je bent verplicht gebruik te maken van een punt (.) tussen voornaam en de naam. Je kunt gebruik maken van een * (een wildcard) indien je de voornaam en/of naam niet goed weet. Zend het commando via e-mail en/of sms om informatie te krijgen van één of meerder sms-nummers. 20

21 3.12. PLACES 3.12.1. PLACE > SETTINGS (PLAATS INSTELLINGEN) ( 3 ) Je kunt één of meerdere plaatsen toevoegen. Verder kan je de instellingen wijzigen van een plaats en verschillende zaken instellen. Toevoegen van een plaats: Specificeer een plaatsnaam. Specificeer een plaatsbeschrijving (niet vereist). Druk op de Add knop om een plaats toe te voegen. (1) Eens de plaats werd toegevoegd, kun je deze plaatsnaam vermeldt zien in het lijstvak van de plaatsen. Je kunt een andere plaats selecteren om de instellingen te zien van deze geselecteerde plaats. Gezien de plaats Room werd toegevoegd is deze automatisch geselecteerd.

(2) Je kunt in een plaats volgende zaken doen: De status veranderen van een plaats van ON of OFF. De plaatsbeschrijving veranderen. Indien je geen beschrijving meer, wis de inhoud van de box. Instellingen wijzigen: 1. Toon Status Knop: Indien op Yes, dan kun je de knop zien in een plaats. Indien de status gewijzigd wordt naar No, dan kun deze niet meer zien. 2. Toon Thermostaat Knop: Indien op Yes, dan kun je de knop zien in een plaats. Indien de status gewijzigd wordt naar No, dan kun deze niet meer zien. 3. Toon C Timers Knop: Je dient te weten dat de C Timers staat voor Concept 2000 timers. Indien op Yes, dan kun je de knop zien in een plaats. Indien de status gewijzigd wordt naar No, dan kun deze niet meer zien. 4. Toon U Timers Knop: Je dient te weten dat de U Timers staat voor universele timers. Indien op Yes, dan kun je de knop zien in een plaats. Indien de status gewijzigd wordt naar No, dan kun deze niet meer zien. 5. Status Poll Interval van 2 tot 900 seconden. Dit geldt voor zowel de terugmeldingen van het Concept 2000 van Conson als voor de terugmeldingen van universele modules. 6. Temperatuur Poll Interval van 1 tot 60 minuten. 7. Powerup: Indien op Yes, dan worden de powerup-modes (3.12.11.) uitgevoerd in geval van lichtnetonderbrekingen. Anderzijds op No, dan zullen de powerup-modes niet uitgevoerd worden. Configureer één van volgende zaken: 1. Setup Modes: Maak één of meerdere modeknoppen (3.12.2.) aan voor de CONLINX web interface. 2. Setup Special Modes: Deze knop is slechts zichtbaar in het geval je één of meerdere c commando s (Concept 2000 commando s ) (3.14.). aangemaakt hebt. Creëer één of meerdere speciale modeknoppen (3.12.3.) voor de CONLINX web interface. 3. Setup C Feedbacks: Je dient te weten dat C Feedbacks staat voor Concept 2000 terugmeldingen. Creëer één of meerdere c feedbacks voor de terugmeldingsmodes (3.12.4.) van de CONLINX web interface. 4. Setup U Feedbacks: Knop is zichtbaar in geval je een remote control toegewezen hebt in een de plaats. Je dient te weten dat U Feedbacks staat voor universele terugmeldingen. Creëer één of meerdere u feedbacks of feedback codes (3.12.5.) voor de CONLINX web interface. 5. Setup C Timers: Knop is zichtbaar indien je hebt toegevoegd één of meerdere modes (3.12.2.), één of meerdere special modes (3.12.3.) of in het geval dat je temperatuur toegewezen hebt in een plaats (3.12.10.). Je dient te weten dat C Timers staat voor Concept 2000 timers. Maak één of meerdere c timers (3.12.6.) aan. 22

6. Setup U Timers: Knop is zichtbaar indien je een afstandsbediening hebt toegewezen aan een plaats (3.12.9.). Je dient te weten dat U Timers staat voor universele timers. Maak één of meerdere u timers (3.12.7.) aan. 7. Setup Remote Control: Knop is zichtbaar indien je één of meerdere afstandsbedieningen aangemaakt hebt (3.12.8.). Ken een remote control toe aan een plaats. 8. Setup Camera s: Knop is zichtbaar indien je één of meerdere camera s aangemaakt hebt (3.12.9.). Ken één of meerdere camera s toe aan een plaats. 9. Setup Temperatuur: Knop is zichtbaar indien je één of meerdere CP485 modules toegevoegd hebt in combinatie met één of meerdere c gateways (Concept 2000 gateways) om een te temperatuur te krijgen (3.29.). Om de plaatstemperatuur (3.12.10.) te activeren: Wijs een ingang (met thermistor) toe van een CP485 module in combinatie met een c gateway. Om de schakelkasttemperatuur (3.12.10.) te weten: Ken een CP485 module toe in combinatie met een c gateway. 10. Setup Powerup: Knop is zichtbaar indien je één of meerdere modes toegevoegd hebt (3.12.2.). Ken één of meerdere powerup modes toe (3.12.11.). In in het geval van een stroomuitval, zal het CONLINX systeem de powerup-modes uitvoeren. Druk op de Update knop om de wijzigingen door te voeren. Indien je de knop Delete drukt dan wordt de plaats verwijderd. 23

24 3.12.2. PLACE > SETUP MODES (PLAATS MODES) ( 3 ) ( 4 ) Een mode is een knop in de CONLINX web interface en laat je toe van één actie uitvoert. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module door te drukken op de Selecteer knop. Om de modes te verwijderen die zijn toegewezen aan de de c gateway in combinatie de CP485 module, druk op de Delete knop. (3) Om een mode toe te voegen: Selecteer een module type: CP20, CP70A, CP70B, CP70C of CP70D. Selecteer een link van 1 van 4. Selecteer een kanaal van 1 tot 8. Selecteer een flag: Make of Break. Specificeer een mode naam.

Specificeer een vertragingstijd: 1-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je wenst een feedbackmode uit te voeren, dan wijzig je FEEDBACK van Yes, anderzijds FEEDBACK naar No. Druk op de Add knop om de mode toe te voegen. (4) Hier kan je de modes zien voor de plaats Room. Om te wissen selecteer de modes en druk op de delete knop. Je kunt alle modes wissen ineens door SEL te veranderen naar ALL en druk dan op Delete. 3.12.3. PLACE > SETUP SPECIAL MODES (PLAATS SPECIALE MODES) 25 ( 3 ) Een special mode is een knop in de CONLINX web interface en laat je toe één of meerdere acties uit te te voeren door gebuik te maken van de c commando s (Concept 2000 commando) (3.14.). (1) Terug naar de plaats door op de knop << te drukken (2) Specificeer een speciale modenaam, selecteer een c commando en druk op Add. (3) Hier kan je de speciale modes zien voor de plaats Room. Om de geselecteerde speciale modes te wissen, druk op de Delete knop. Je kunt alle speciale modes wissen ineens door het vakje SEL te kiezen en dan Delete te drukken.

26 3.12.4. PLACE > SETUP C FEEDBACKS (PLAATS C FEEDBACKS) ( 3 ) ( 4 ) Wanneer je een c feedback (Concept 2000 feedback) creëer, dan zal je zijn status zien in de CONLINX web interface. Verder is het dan het mogelijk van een feedback mode te maken, deze zal dan werken zoals een on/off knop (een twee-in-één knop) in de CONLINX web interface door gebruik te maken van y using twee modes (mode on/mode off). (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module en druk dan de Select knop. Om de c feedbacks te wissen, die toegewezen werden aan een c gateway in combinatie met een CP485 module, druk dan Delete knop. (3) Toevoegen van een c feedback: Selecteer een ingang van 1 van 16. Specificeer een c feedback naam. Indien je wenst dat de c feedback-knop werkt zoals een on/off knop, dan moet je Yes inschakelen, anderzijds No. Indien je gekozen hebt voor Yes, Selecteer dan een geldige mode voor MODE ON en MODE OFF (3.12.2.). Verander E-MAIL/SMS naar Yes om de status van de c feedback met de plaatsinformatie te krijgen via e-mail en/of sms (3.11.). Indien je deze informatie niet wenst, Selecteer dan E-MAIL/SMS No. Druk op de Add knop om de c feedback-knop toe te voegen. Indien je voor Yes gekozen hebt, dan zal de c feedback-knop werken zoals een feedback mode, deze terug te vinden is in de CONLINX web interface als een on/off knop.

(4) Hier kun je de c feedbacks zien voor de plaats Room. Om de geselecteerde c feedbacks te wissen, druk op de Delete knop. Je kunt alle c feedbacks ineens wensen door SEL te kiezen en dan Delete te drukken. 3.12.5. PLACE > SETUP U FEEDBACKS (PLAATS U FEEDBACKS) 27 ( 3 ) ( 4 ) Wanneer je een u feedback (universele terugmeldingen) creëer, dan zal je zijn status zien in de CONLINX web interface. Verder is het dan het mogelijk van een feedback mode te maken, deze zal dan werken zoals een on/off knop (een twee-in-één knop) in de CONLINX web interface door gebruik te maken van twee modes (mode on/mode off). (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module en druk dan de Select knop. Om de u feedbacks te wissen, die toegewezen werden aan een c gateway in combinatie met een CP485 module, druk dan Delete knop. (3) Om een u feedback toe te voegen: Specificeer een code. Je kunt * gebruiken en eveneens? om te zoeken naar meerdere specifieke code. Om één of meerdere karakters te vinden gebruik * en voor een enkelvoudig karakter een?. Specificeer een u feedback naam. Indien je wenst dat de u feedback-knop werkt zoals een on/off knop, dan moet je Yes inschakelen, anderzijds No.

Indien je gekozen hebt voor Yes, Selecteer dan een geldige code voor CODE ON en CODE OFF (3.13.2.). Verander E-MAIL/SMS naar Yes om de status van de u feedback met de plaats-informatie te krijgen via e-mail en/of sms (3.11.). Indien je deze informatie niet wenst, Selecteer dan E-MAIL/SMS No. Druk op de Add knop om de u feedback-knop toe te voegen. Indien je voor Yes gekozen hebt, dan zal de u feedback-knop werken zoals een feedback mode, welke terug te vinden is in de CONLINX web interface als een on/off knop. (4) Hier kun je de c feedbacks zien voor de plaats Room. Om de geselecteerde u feedbacks te wissen, druk op de Delete knop. Je kunt alle u feedbacks ineens wensen door SEL te kiezen en dan Delete te drukken. 28 ( 3 ) ( 4 )

29 3.12.6. PLACE > SETUP C TIMERS (PLAATS C KLOKKEN) ( 3 ) C Timers (Concept 2000 timers) zijn klokken die modes, speciale modes en de thermostaat on/off kunnen uitvoeren. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Om een c timer toe te voegen: Je kunt een datum in het formaat JJJJ-MM-DD voor het geval dat je wenst van CONLINX een c timer met datum uit te voeren. Anderzijds kan CONLINX een c timer uitvoeren voor één of meerdere specifieke dagen. Selecteer een uur van 00 van 23. Selecteer de minuten van 00 tot 59. Selecteer een mode (3.12.2.), special mode (3.12.3.) of thermostaat on/off (3.12.10.). Specificeer een informatie (niet vereist). Druk op de Add knop om een c timer toe te voegen. (3) Hier kun je een c timers zien. Om te wissen, Selecteer de c timers en druk op de Delete knop. Je kunt alle c timers ineens wissen door SEL te kiezen en druk dan Delete.

Om de status te wijzigen van elke c timer, selecteer status en het vinkje ernaast, en druk op Update. 3.12.7. PLACE > SETUP U TIMERS (PLAATS U KLOKKEN) 30 ( 3 ) U Timers (universele timers) zijn klokken die codes en speciale codes kunnen uitvoeren. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Hoe een u timer toevoegen: Je kunt een datum in het formaat JJJJ-MM-DD voor het geval dat je wenst van CONLINX een u timer met datum uit te voeren. Anderzijds kan CONLINX een u timer uitvoeren voor één of meerdere specifieke dagen. Selecteer een uur van 00 van 23. Selecteer de minuten van 00 tot 59. Selecteer een code (3.13.2.), special code (3.13.3.). Specificeer een informatie (niet vereist). Druk op de Add knop om een u timer toe te voegen.

(3) Hier kun je een u timers zien. Om te wissen, selecteer de u timers en druk op de Delete knop. Je kunt alle u timers ineens wissen door SEL te kiezen en druk dan Delete. Om de status te wijzigen van elke u timer, selecteer status en het vinkje ernaast, en druk op Update. 3.12.8. PLACE > SETUP REMOTE CONTROL (PLAATS AFSTANDSBED.) 31 Je kunt gebruik maken van een afstandsbediening in de CONLINX web interface. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Om een afstandsbediening (3.13.1.) toe te wijzen aan een plaats, Selecteer een afstandsbediening en druk op Update. Om een remote control te wissen in een plaats, Selecteer deze uit de lijst en druk op de delete.

32 3.12.9. PLACE > CAMERA S (PLAATS CAMERA S) ( 3 ) Toon één of meerdere camera s (3.20.) in een plaats. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Om een camera toe te voegen, Selecteer een camera en druk op de Add knop. (3) Hier kun je de camera s zien voor de plaats ROOM. Om deze te wissen, Selecteer de camera( s) en druk op de Delete knop. Je kunt alle camera s ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL van ALL en druk dan Delete.

33 3.12.10. PLACE > SETUP TEMPERATURE (PLAATS TEMPERATUUR) ( 3 ) Toon de plaatstemperatuur en/of de schakelkast temperatuur van een plaats. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Om de plaatstemperatuur te verkrijgen in een plaats (3.29.): Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) van 001 tot 500. Selecteer een CP485 module van 0 tot 9 en van A tot V. Selecteer een ingang: 13 of 14 (met thermistor) Verander E-MAIL/SMS naar Yes om informatie over de temperatuur van een plaats te verkrijgen via e-mail of sms (3.11.). Wanneer je deze informatie niet wil zet dan het vakje E-MAIL/SMS op No. Druk op Update om de veranderingen toe te passen. (3) Om de schakelkasttemperatuur te verkrijgen in een plaats (3.29.): Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) van 001 tot 500. Selecteer een CP485 module van 0 van 9 en van Een tot V. Verander E-MAIL/SMS naar Yes om informatie over de schakeltemperatuur van een plaats te verkrijgen via e-mail of sms (3.11.). Wanneer je deze informatie niet wil zet dan het vakje E-MAIL/SMS op No. Druk op Update om de veranderingen toe te passen.

34 3.12.11. PLACE > POWERUP (PLAATS HERSTELLEN) ( 3 ) ( 4 ) In het geval van een lichtnetonderbreking, kan het CONLINX systeem één of meerdere powerup modes uitvoeren. (1) Terug naar een plaats door op de knop << te drukken. (2) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module, druk op de Select knop. Om de selectie te wissen druk op de knop Delete. (3) Om een powerup mode toe te voegen: Selecteer een ingang van 1 tot 16. Selecteer een mode (3.12.11.). (4) Hier kun je de powerup modes zien voor de plaats ROOM. Om deze te wissen Selecteer één of meerdere modes en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle modes ineens wissen door het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete.

35 3.13. RCS (REMOTE CONTROLS) 3.13.1. RCS > SETTINGS (AFSTANDSBED. INSTELLINGEN) ( 3 ) Je kunt één of meerdere afstandsbedieningen (IR, RS232, etc.) toevoegen. Verder kan je dan de instellingen van een afstandsbediening wijzigen en verschillende zaken instellen. (1) Om een afstandsbediening toe te voegen: Specificeer een remote control naam. Druk op de Add knop om een afstandsbediening toe te voegen. (2) Eens de afstandsbediening werd toegevoegd, kun je een lijst zien van één of meerdere afstandsbedieningen. Je kunt een specifieke afstandsbediening selecteren, haar instellingen wijzigen en ze ook wissen. Gezien we de afstandsbediening Remote control toegevoegd hebben staat deze automatisch geselecteerd. (3) Je kunt volgende zaken uitvoeren: Veranderen van de STATUS of de plaats van ON naar OFF. Configureer één van volgende zaken: 1. Setup Codes: Creëer code knoppen voor de CONLINX web interface. 2. Setup Special Codes: Deze knop is slechts zichtbaar in het geval dat je één of meerdere u commando s aangemaakt hebt (universele commando s) (3.15.). Creëer een special code knop voor de CONLINX web interface. Druk op de Update knop om up te daten en de veranderingen worden doorgevoerd. Indien je druk op de Delete knop drukt wordt de inhoud van een remote control verwijderd.

36 3.13.2. RCS > SETUP CODES (AFSTANDSBED. CODES) ( 3 ) ( 4 ) Een code is een knop in de CONLINX web interface en voert één actie uit. (1) Ga naar de remote control door te drukken op de << knop. (2) Selecteer een u gateway (universele gateway) met de knop Select. Om alle codes toegekend aan een u gateway te wissen, selecteer deze en druk op de Delete knop. (3) Om een code toe te voegen: Specificeer een code. Je kunt ook gebruik maken van end of line (EOL). Deze kan ook niets zijn, LF (line-feed) of CRLF (carriage-return line-feed). Specificeer een code naam. Specificeer een vertragingstijd: 1-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uur s). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uur, etc.) Indien je wenst een code aan een feedback code toe te kennen, verander dan het vakje FEEDBACK naar Yes, anderzijds FEEDBACK op No. Druk op de Add knop om een code toe te voegen. (4) Hier kan je de codes zien van de afstandsbediening REMOTE CONTROL. Om de codes te wissen, selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle codes ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete.

37 ( 3 ) 3.13.3. RCS > SETUP SPECIAL CODES (AFSTANDSBED. SPECIALE CODES) ( 3 ) Een special code is een knop in de CONLINX web interface en laat je toe één of meerdere acties uit te voeren door gebruik te maken van de een u commando (3.14.). (1) Terug naar menu remote control, druk op de knop <<. (2) Specificeer een special codenaam, Selecteer een u commando en druk op Add. (3) Hier kan je een speciale code zien van de afstandsbediening REMOTE CONTROL. Om deze code te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook

alle codes ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete. 3.14. C:CMDS (Concept 2000 COMMANDOS) 38 ( 3 ) ( 4 ) Een c commando (Concept 2000 commando) laat je toe van één of meerdere modes via e-mail en/of sms uit te voeren. Verder kun je gebruik maken van een c commando bij alle soorten van acties (3.23. - 3.28). (1) Specificeer een c commando. Indien je wenst gebruik te maken van een c commando via e-mail/sms, wijzig dan het vakje E-MAIL/SMS naar Yes. (2) Eens je een c commando toegevoegd hebt, dan zal je een lijst zien met één of meerdere c commando s. Je kunt een specifiek c commando wijzigen of één of meerdere modes wissen. Gezien we het c commando <clean 123> toegevoegd hebben, is het automatisch geselecteerd. (3) Een mode toevoegen: Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) van 001 tot 500. Selecteer een CP485 module van 0 tot 9 en van A tot V. Selecteer een module type: CP20, CP70A, CP70B, CP70C en CP70D. Selecteer een linknummer: 1 van 4. Selecteer een kanaal: 1 van 8. Selecteer een flag: Make of Break. Specificeer een vertragingstijd: 1-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.)

Druk op de Add knop om toe te voegen. (4) Hier kan je een c commando zien. Om dit commando te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle commando s ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete. 3.15. U:CMDS (UNIVERSELE COMMANDOS) 39 ( 3 ) ( 4 ) Een u commando (universele commando) laat je toe één of meerdere codes via e- mail en/of sms te versturen. Tevens kun je er gebruik van maken voor alle soorten acties (3.23. - 3.28). (1) Specificeer een u commando. Indien je wenst gebruik te maken van een u commando via e-mail/sms, wijzig dan het vakje E-MAIL/SMS naar Yes. (2) Eens je een u commando toegevoegd hebt, dan zal je een lijst zien met één of meerdere u commando s. Je kunt een specifiek u commando wijzigen of één of meerdere modes wissen. Gezien we het u commando <mtv 123> toegevoegd hebben staat deze automatisch geselecteerd. (3) Toevoegen van een u commando: Selecteer een u gateway (universele gateway) van 001 tot 500. Specificeer een code. Je kunt ook gebruik maken van end of line (EOL). Deze kan ook niets zijn, LF (line-feed) of CRLF (carriage-return line-feed). Specificeer een vertragingstijd: 1-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uur. (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Druk op de Add knop om een u commando toe te voegen.

(5) Hier kan je de codes zien van een u commando. Om de codes te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle codes ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete. 3.16. USERS (GEBRUIKERS) 40 ( 3 ) ( 4 ) ( 5 ) Een gebruiker is kan inloggen in de CONLINX web interface. (1) Specificeer een gebruikernaam en een paswoord en druk op de Add knop om een gebruiker toe te voegen. (2) Eens dat de gebruiker toegevoegd is, kun je een lijst zien van één of meerdere gebruikers. Je kunt een specifieke gebruiker selecteren en de instelling ervan wijzigen. Met de Delete knop wordt een gebruiker gewist. Gezien we een gebruiker X toegevoegd hebben is deze automatisch geselecteerd. (3) Je kunt de status van een gebruiker veranderen door op ON of OFF te drukken. Druk op de Update knop om de wijzigingen toe te passen. (4) Om het paswoord van een gebruiker te wijzigen, gewoonweg een nieuw paswoord opgeven en de Update knop drukken om de veranderingen door te voeren. (5) Hier kan je de plaatstoelatingen zien van een gebruiker. Om deze toelating te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle codes ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete.

41 3.17. P:PERMS (PLAATS TOELATINGEN) ( 3 ) Een plaatstoelating biedt aan een gebruiker toegang tot een bepaalde plaats. (1) Selecteer een plaats en een gebruiker om een plaatstoelating te creëren. Druk op de Add knop om een plaatstoelating toe te voegen. (2) Eens dat een plaatstoelating werd toegevoegd, kun je een lijst zien van één of meerdere plaatsen. Je kunt een specifieke plaats selecteren en de instelling ervan wijzigen. Met de Delete knop wordt een plaats gewist. Gezien we een gebruiker X toegevoegd hebben is deze automatisch geselecteerd. (3) Hier kun je zien welke gebruikers, een plaatstoegang hebben voor een bepaalde plaats. Om deze toelating te wissen van een bepaalde gebruiker, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle gebruikers ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete.

42 3.18. E:CS (E-MAIL CONTACTEN) Je kunt één of meerdere e-mail contacten creëren om alle mogelijke acties uit te voeren (3.23. - 3.28.). (1) Specificeer de voornaam, de familienaam, e-mailadres en druk op de Add knop om het e-mailcontact toe te voegen. (2) Hier kun je een lijst zien van de e-mailcontacten. Om een bepaald e-mailadres te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle e-mailcontacten ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete.

43 3.19. S:CS (SMS CONTACTEN) Je kunt één of meerdere sms-contacten gebruiken voor alle soorten acties (3.23. - 3.28.). (1) Specificeer de voornaam, de familienaam, e-mailadres en druk op de Add knop om het sms-contact toe te voegen. (2) Hier kun je een lijst zien van de sms-contacten. Om een bepaald sms-contact te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle sms-contacten ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete.

44 3.20. C:C (CAMERA CONFIGURATIE) ( 3 ) Eén of meerdere camera s kunnen getoond worden met de CONLINX web interface (3.12.9.). (1) Het toevoegen van een camera: Specificeer een cameranaam. Specificeer de internetcode (niet vereist). Je kunt een HTML tabel creëren om één of meerdere camera s te zien in een matrix. (vb. 2 kolommen met elk 3 camera s) Specificeer de intranetcode (niet vereist). Je kunt een HTML tabel creëren om één of meerdere camera s te zien in een matrix. (vb. 2 kolommen met elk 3 camera s)

Specificeer het intranet-begin-netwerk en het intranet-einde-netwerk in het geval dat een intranetcode gespecificeerd hebt (vereist). Het intranet-begin-netwerk is een IP adres, welke het eerste IP-adresvan het netwerk is, echter is het intraneteinde-netwerk het laatste IP-adres van het netwerk. Om het eerste en laatste te kennen, gebruik de IP Rekenmachine S:CONFIG (3.7.). Specificeer een IP-adresen een subnet Mask overeenkomstig met het netwerk en druk op de Calculate knop. Je zult dan het Begin Netwerk en Einde Network zien. Druk op de Add knop om de camera toe te voegen. (2) Eens de camera werd toegevoegd zie je een lijst van één of meerder camera s. Je kunt van een specifieke camera de instellingen of een camera wissen. Gezien we de camera Camera Room toegevoegd hebben is deze automatisch geselecteerd. (3) Om een camera te wissen, druk op de Delete knop. 3.21. M:PL (MUZIEK AFSPEELLIJST) 45 Wanneer je wenst van een muziek of een bericht uit te voeren door alle soorten acties (3.23. - 3.28.), dan dien je een geldig OGG-muziekbestand te kiezen. De maximumgrootte van een OGG-muziekbestand is 7 MB. Om een OGG-muziekbestand te beluisteren, kun je gebruik maken van het programma AUDACITY beschikbaar op de GEBRUIKER CD-ROM/DVD-ROM of Je kunt het downloaden van de Vorbis web site op: http://www.vorbis.com/software. Om een MP3-bestand te converteren naar een OGG-muziekbestand, kun je het programma FREERIP gebruiken beschikbaar op de GEBRUIKER CD- ROM/DVD-ROM of je kunt het downloaden van de Vorbis web site op: http://www.vorbis.com/software.

1. Om een muziekbestand toe te voegen: Selecteer een geldig OGG-muziekbestand en druk op Add. 2. Hier kun je een lijst zien van de muziekbestanden. Om een bepaald muziekbestand te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle muziekbestanden ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete. 3.22. P:S (AANWEZIGHEIDSSIMULATIE) 46 ( 3 ) Wanneer je wenst één of meerdere aanwezigheidssimulaties te maken, dan dient je te weten dat alleen de 8 kanalen van link 1 van de CP70D module verstuurd worden van de geselecteerde CP485 module ( is een geselecteerde c gateway van het Concept 2000). (1) Selecteer een c gateway en een CP485 module door op de knop Select te drukken. Om de aanwezigheidssimulatie te wissen druk op de Delete welke je toegewezen hebt aan c gateway in combinatie met de CP485 module. (2) Om een aanwezigheidssimulatie toe te voegen: Selecteer een ingang van 1 van 16. Selecteer een kanaal van 1 tot 8. Selecteer een start uur tussen 00 van 23 (CONLINX voegt een random toe tussen de 0 en 3600 seconden). Specificeer een duurtijd: 1-99999 (m of h) (minuten of uren). (vb. 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Specificeer eendert welke informatie (niet vereist).

Druk op de Add knop om de aanwezigheidssimulatie toe te voegen. Elke aanwezigheidssimulatie kan slechts werken wanneer de geselecteerde ingang gesloten is. (vb. Wanneer het alarm aan staat, dan pas zal één of meerdere aanwezigheidssimulaties werken.) (3) Hier kun je de aanwezigheidssimulaties zien. Om een bepaalde aanwezigheidssimulatie te wissen, Selecteer deze en druk op de Delete knop. Je kunt ook alle aanwezigheidssimulaties ineens wissen door gebruik te maken van het vakje SEL naar ALL te plaatsen en druk dan Delete. Om de status te wijzigen van elke u timer, selecteer status en het vinkje ernaast, en druk op Update. In het geval dat je geen aanwezigheidssimulatie wenst, verander na het selecteren van de tab GLOBAL naar OFF (3.11.). 47

48 3.23. LT:ACT (LEVENSDUUR ACTIES) ( 3 ) LT:ACT (LEVENSDUUR ACTIES) laat je toe verschillende acties uit te voeren wanneer een bepaalde ingang van een CP485 module in combinatie tot een c gateway (Concept 2000 gateway) een bepaald aantal uren overschreden zijn.

(1) Selecteer een c gateway en een CP485 module door de Select knop te drukken. Om deze levensduur-acties te wissen die je toegewezen hebt aan een c-gateway in combinatie met een CP485 module druk op Delete, welke. (2) Om een levensduuractie toe te voegen: Selecteer een ingang van 1 van 16. Specificeer de gewenste te bereiken duur van 1 tot 99999. Acties: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. 3. MUSIC FILE (muziek): Selecteer een muziekbestand en bepaal eventueel een vertragingstijd: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je geen muziekbestand kunt terugvinden, voeg dan één of meerdere muziekbestanden toe bij de tab music playlist (3.21.) en probeer opnieuw. 4. E CONTACTS (e-mail contacten): Selecteer één of meerdere e-mail contacten (3.18.). Om een e-mail-contact te wissen uit de lijst, Selecteer een verwijderen e-mail-contact met een eenvoudige muisklik. 5. S CONTACTS (sms contacten): Selecteer één of meerdere sms contacten (3.19.). OM een sms-contact te verwijderen uit de lijst, Selecteer een te verwijderen sms-contact met een eenvoudige muisklik. (3) Om een levensduuractie te verwijderen druk op de Delete knop. 49

50 3.24. IC:ACT (INGANGSTELLER ACTIES) ( 3 ) IC:ACT (INGANGSTELLER ACTIES) laat je toe 5 verschillende acties uit te voeren wanneer een bepaalde ingang van een CP485 module in combinatie tot een c gateway (Concept 2000 gateway) een bepaald aantal ingangstellingen overschreden zijn. (1) Selecteer een c gateway en een CP485 module door de Select knop te drukken. Om deze ingangstelling-acties te wissen druk op Delete, welke je toegewezen hebt aan een c-gateway in combinatie met een CP485 module. (2) Om een ingangstelling-actie toe te voegen: Selecteer een ingang van 1 van 16. Specificeer de gewenste te bereiken telling van 1 tot 99999.

Acties: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. 3. MUSIC FILE (muziek): Selecteer een muziekbestand en bepaal eventueel een vertragingstijd: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je geen muziekbestand kunt terugvinden, voeg dan één of meerdere muziekbestanden toe bij de tab music playlist (3.21.) en probeer opnieuw. 4. E CONTACTS (e-mail contacten): Selecteer één of meerdere e-mail contacten (3.18.). Om een e-mail-contact te wissen uit de lijst, Selecteer een verwijderen e-mail-contact met een eenvoudige muisklik. 5. S CONTACTS (sms contacten): Selecteer één of meerdere sms contacten (3.19.). OM een sms-contact te verwijderen uit de lijst, selecteer een te verwijderen sms-contact met een eenvoudige muisklik. (3) Om een ingangstelling-actie te verwijderen druk op de Delete knop. 51

52 3.25. IS:ACT (INKOMEND SIGNAAL ACTIES) ( 3 ) IS:ACT (INKOMEND SIGNAAL ACTIES) laat je toe 5 verschillende acties uit te voeren wanneer een bepaalde ingang van een CP485 module in combinatie tot een c gateway (Concept 2000 gateway) een ingangsverandering kent van open of toe. (1) Selecteer een c gateway en een CP485 module door de Select knop te drukken. Om deze ingangsstatus-acties te wissen druk op Delete, welke je toegewezen hebt aan een c-gateway in combinatie met een CP485 module. (2) Om een ingangsstatus-actie toe te voegen: Selecteer een ingang van 1 van 16. Selecteer een ingangsstatus open of toe.

Acties: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. 3. MUSIC FILE (muziek): Selecteer een muziekbestand en bepaal eventueel een vertragingstijd: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je geen muziekbestand kunt terugvinden, voeg dan één of meerdere muziekbestanden toe bij de tab music playlist (3.21.) en probeer opnieuw. 4. E CONTACTS (e-mail contacten): Selecteer één of meerder e-mail contacten (3.18.). Om een e-mail-contact te wissen uit de lijst, Selecteer een verwijderen e-mail-contact met een eenvoudige muisklik. 5. S CONTACTS (sms contacten): Selecteer één of meerdere sms contacten (3.19.). OM een sms-contact te verwijderen uit de lijst, Selecteer een te verwijderen sms-contact met een eenvoudige muisklik. (3) Om een ingangsstatus-actie te verwijderen druk op de Delete knop. 53

54 3.26. IUC:ACT (INKOMENDE UNIVERSELE CODE ACTIES) ( 3 ) IC:ACT (INKOMENDE UNIVERSELE CODE ACTIES) laat je toe van 5 soorten van acties uit te voeren wanneer een code afkomstig van een universele module in combinatie met een u gateway (universele gateway) overeenstemt met de opgegeven code. (1) Selecteer een u gateway en druk op de Select knop. Om een inkomende-universele-code-actie te wissen, welke je toegewezen hebt aan een bepaalde u gateway, druk op de Delete knop.

(2) Om een inkomende universele-code-actie te maken: Specificeer een code. Je kunt gebruiken maken van de symbolen * en eveneens? die overeenkomen met meerdere specifieke codes. Om één of meerdere karakters gebruik het teken * en voor één enkel karakter?. Actions: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. 3. MUSIC FILE (muziek): Selecteer een muziekbestand en bepaal eventueel een vertragingstijd: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je geen muziekbestand kunt terugvinden, voeg dan één of meerdere muziekbestanden toe bij de tab music playlist (3.21.) en probeer opnieuw. 4. E CONTACTS (e-mail contacten): Selecteer één of meerdere e-mail contacten (3.18.). Om een e-mail-contact te wissen uit de lijst, Selecteer een verwijderen e-mail-contact met een eenvoudige muisklik. 5. S CONTACTS (sms contacten): Selecteer één of meerdere sms contacten (3.19.). OM een sms-contact te verwijderen uit de lijst, Selecteer een te verwijderen sms-contact met een eenvoudige muisklik. (3) Om een inkomend-universeel-signaal-actie te wissen, druk op de Delete knop. 55

56 3.27. IIT:ACT (INKOMENDE INGANGSTEMPERATUUR ACTIES) ( 3 ) IIT:ACT (INKOMENDE INGANGSTEMPERATUUR ACTIES) laat je toe van een thermostaat op te bouwen en te gebruiken in de CONLINX web interface. (1) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module en druk op de Select -knop. Om een inkomend-ingangstemperatuur-actie te wissen, welke je toegewezen hebt aan een bepaalde c gateway in combinatie met een CP485, druk op de Delete knop. (2) Om inkomend-ingangstemperatuur-actie toe te voegen: Selecteer een ingang: 13 of 14. Specificeer een voorwaarde (WHAT): GREATER THAN, EQUAL THAN of SMALLER THAN. Indien de voorwaarde van de temperatuur van de ingang overeenkomt met de gemeten temperatuur in de CONLINX web interface, dan zal het CONLINX systeem de nodige acties uitvoeren.

Specificeer een time-out: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Eens je de temperatuursinstelling wijzigt in de CONLINX web interface, is er pas reactie als de time-out voorbij is. Indien je wenst gebruik te maken van een thermostaat in de CONLINX web interface, wijzig THERMOSTAT naar Yes. Acties: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s ): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s ): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. Voor de werking van een thermostaat in de CONLINX web interface, heb je naargelang de toepassing 2 of 3 verschillende inkomend-ingangstemperatuuracties nodig met verschillende voorwaarden: SMALLER THAN: Voeg de nodige c commando s en/of u commando s toe (vb. start heating). EQUAL THAN: Voeg de nodige commando s en/of u commando s toe (vb. stop heating). GREATER THAN: Voeg de nodige c commando s en/of u commando s toe (vb. stop heating) 3. Om een inkomend-ingangstemperatuur-actie te wissen, druk op de Delete knop. 57

58 3.27. IIT:ACT (INKOMENDE INGANGSTEMPERATUUR ACTIES) ( 3 ) IIT:ACT (INKOMENDE INGANGSTEMPERATUUR ACTIES) laat je toe van 5 soorten van acties uit te voeren in relatie tot een temperatuuringang (met thermistor) van een CP485 module in combinatie met een c gateway (Concept 2000 gateway) wanneer een specifieke temperatuur bereikt wordt.

(1) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module en druk op de Select -knop. Om een inkomend-ingangstemperatuur-actie te wissen, welke je toegewezen hebt aan een bepaalde c gateway in combinatie met een CP485, druk op de Delete knop. (2) Om een inkomend-ingangstemperatuur-actie toe te voegen: Selecteer een ingang: 13 of 14. Specificeer een voorwaarde: GREATER THAN, EQUAL THAN of SMALLER. Selecteer een temperatuur tussen de -50 en 50. Specificeer een time-out: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Je zult moeten wachten tot de time-out verstreken is vooraleer het CONLINX systeem de nieuwe acties zal uitvoeren. Gezien je geen gebruik wilt maken van een thermostaat in de CONLINX web interface, laat de keuze TERMOSTAT op No staan. Acties: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s ): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s ): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. 3. MUSIC FILE (muziek): Selecteer een muziekbestand en bepaal eventueel een vertragingstijd: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je geen muziekbestand kunt terugvinden, voeg dan één of meerdere muziekbestanden toe bij de tab music playlist (3.21.) en probeer opnieuw. 4. E CONTACTS (e-mail contacten): Selecteer één of meerdere e-mail contacten (3.18.). Om een e-mail-contact te wissen uit de lijst, Selecteer een verwijderen e-mail-contact met een eenvoudige muisklik. 5. S CONTACTS (sms contacten): Selecteer één of meerdere sms contacten (3.19.). OM een sms-contact te verwijderen uit de lijst, Selecteer een te verwijderen sms-contact met een eenvoudige muisklik. (4) Om een inkomend-ingangsstemperatuur-actie te wissen, druk op de Delete knop. 59

60 3.28. IET:ACT (INKOMENDE KASTTEMPERATUUR ACTIES) ( 3 ) IET:ACT (INKOMENDE KASTTEMPERATUUR ACTIES) laat je toe van 5 soorten van acties uit te voeren wanneer de interne temperatuur van een CP485 module in combinatie met een c gateway (Concept 2000 gateway) een bepaalde temperatuur bereikt heeft. (1) Selecteer een c gateway (Concept 2000 gateway) en een CP485 module en druk op de Select -knop. Om een inkomend-kasttemperatuur-actie te wissen, welke je toegewezen hebt aan een bepaalde c gateway in combinatie met een CP485, druk op de Delete knop. (2) Om een inkomend-kasttemperatuur-actie toe te voegen: Selecteer een ingang: 13 of 14.

Specificeer een voorwaarde: GREATER THAN, EQUAL THAN of SMALLER. Selecteer een temperatuur tussen de -50 en 50. Specificeer een time-out: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Je zult moeten wachten tot de time-out verstreken is vooraleer het CONLINX systeem de nieuwe acties zal uitvoeren. Gezien je geen gebruik wilt maken van een thermostaat in de CONLINX web interface, laat de keuze TERMOSTAT op No staan. Acties: 1. C COMMANDS (Concept 2000 commando s ): Selecteer één of meerdere c commando s (3.14.). Om deze c commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het c commando met een eenvoudige muisklik. 2. U COMMANDS (universele commando s ): Selecteer één of meerdere u commando s (3.15.). Om deze u commando s te wissen uit de lijst, Selecteer het u commando met een eenvoudige muisklik. 3. MUSIC FILE (muziek): Selecteer een muziekbestand en bepaal eventueel een vertragingstijd: 0-99999 (m of s of h) (minuten of seconden of uren). (vb. 3600s voor 3600 seconden, 60m voor 60 minuten, 24h voor 24 uren, etc.) Indien je geen muziekbestand kunt terugvinden, voeg dan één of meerdere muziekbestanden toe bij de tab music playlist (3.21.) en probeer opnieuw. 4. E CONTACTS (e-mail contacten): Selecteer één of meerdere e-mail contacten (3.18.). Om een e-mail-contact te wissen uit de lijst, Selecteer een verwijderen e-mail-contact met een eenvoudige muisklik. 5. S CONTACTS (sms contacten): Selecteer één of meerdere sms contacten (3.19.). OM een sms-contact te verwijderen uit de lijst, Selecteer een te verwijderen sms-contact met een eenvoudige muisklik. (2) Om een inkomend-kasttemperatuur-actie te wissen, druk op de Delete knop. 61

62 3.29. T (TEMPERATUUR) ( 3 ) Indien je wenst te weten welke de interne temperatuur en de ingangstemperaturen (met thermistors) zijn van een CP485 module in combinatie met een c gateway (Concept 2000 gateway), dan ben je op de juiste plaats. (1) Selecteer een c gateway, een CP485 module, een temperatuur poll interval en druk op Add. (2) Eens je de Add knop gedrukt hebt, zal je een lijst zien van c gateways, waarin Je kunt selecteren om de temperatuur te zien van elke CP485 door op de knop Select te drukken. Je hebt ook de mogelijkheid een geselecteerde c gateway in combinatie met een CP485 module te wissen door de Delete knop te drukken. (3) Voor elke CP485 module, zal je de temperatuur-poll-interval, de interne temperatuur van de CP485 module, de temperatuur van de ingang 13 (met thermistor) en de temperatuur van de ingang 14 (met thermistor). Verder kun je een offset van -50 van 50 (met +/-) inbrengen om de gemeten temperatuur te wijzigen aan de realiteit. Om de temperatuurmetingen op te heven van een CP485 module, druk op de Delete knop. Je kunt de temperatuur van een plaats (via ingang 13 of 14 met thermistor) en/of de schakelkast (via de interne thermistor van de CP485) toewijzen aan een plaats (3.12.10.)

63 4.. CONLIINX web iintterfface 4.1. Authentication (Inloggen) Eens je één of meerdere plaatsen (3.12.1) toegevoegd hebt met één of meerdere modes (3.12.2.) en andere mogelijke zaken, kun je onmiddellijk de resultaten zien in de CONLINX web interface. Wanneer aan het werken bent in de CONLINX wizard, kan je de TRYOUT (3.2.) van de CONLINX web interface gebruiken of Je kunt een web browser openen en de CONLINX web interface URL gebruiken vermeld in het document DOC INSTALLATEUR (document voor de installateur). Indien het IP-adres of de host naam van het CONLINX systeem verschillend is met dit vermeld in het document DOC INSTALLATEUR, dan zal je het IPadresof de host naam moeten gebruiken vermeld in het CONLINX systeem tab S:CONFIG (SYSTEM CONFIGURATION) (3.7.). Vooraleer Je kunt inloggen in de CONLINX web interface, moet je dus één of meerdere plaatsen (3.12.1.) toevoegen, één of meerdere gebruikers (3.16.), en plaatstoelatingen (3.17.) van één of meerdere gebruikers.