INHOUD. 1. Algemene informatie over Paint



Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave: Handleiding Paint

5.Technische fiche: tekenprogramma Paint

Handleiding Paint 2003

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

Om paint te openen volgen we dezelfde weg als bij de rekenmachine:

Workmate 1: Paint OnderwijsAdvies

Zelf albumbladen maken in Word 2003

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

Elementen bewerken. Rev 00

Deel 1: PowerPoint Basis

Cursus paint. Om Paint te openen klikken we op de knop "Start" in de taakbalk. We kiezen "Alle programma's" - "Bureau- Accessoires" - "Paint".

1 GIMP: een gratis en volwaardig alternatief voor Photoshop

de deur de schoorsteen het dak dak aanpassen bloempot schoorsteen bakstenen verkleinen &verfraaien...

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende:

Start , Programma s , Bureau-accessoires Paint Afbeelding Kenmerken centimeters Afbeelding

Hoofdstuk 8: Bewerken

PowerPoint Basis. PowerPoint openen. 1. Klik op Starten 2. Klik op Alle programma s 3. Klik op de map Microsoft Office

194 Aldi Windows Laatst gewijzigd 15 oktober 2012 Uw keuze voor het maken van een fotoboek is Aldi. Deze cursus bestaat uit 5 delen.

Tips; fotoboek maken (bron: hema.nl)

werken met Ms Paint Vulemmer...3 Opties...3 Kleur selecteren...3 Vergroten...3 Potlood...3 Kwast...3 Spuitbus...4 Opties...4 Tekst...

Zelf albumbladen maken in Word 2003

PLAKKEN Nadat u een gedeelte heeft geknipt of gekopieerd kunt u met dit icoon de selectie weer in het veld plakken.

Kennismaking. Versies. Text. Graph: Word Logo voorbeelden verschillende versies. Werkomgeving

OPDRACHTKAART. Thema: Prepress. Photoshop 2. Selecteren, verplaatsen en roteren PP Voorkennis: Introductie Photoshop (6.0) afgerond.

Microsoft Word Kennismaken

199 Kruidvat

Inwerkboek Fa MOS. Gilde Kleur. Versie voorjaar 2011

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

SG ANKER CONCRETE INVULLING LEERLIJNEN ICT

Afdrukken in Calc Module 7

Snelkoppeling op bureaublad

Fujifilm Krafter. Foto Luuk Schudde. Basis handleiding

Handleiding Visio

Coreldraw 12. Les 1 Artistieke tekst. The quick brown fox jumps over the lazy dog ARTISTIEKE TEKST EN ALINEATEKST.

Handicom. Symbol for Windows. Image Manager. (Versie 4) Handicom, 2011, Nederland

Tekenobjecten Module 12

198 Fotogoed

INHOUD. Ten geleide De computer van dichtbij bekeken 15

Opdracht 1 : Een eerste werkblad

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld.

handleiding v3.1 Overzicht toont u alle bladzijden van uw album Bladzijde toont een specifieke pagina van uw album

6. Reeksen

LINC vzw Maria-Theresiastraat Leuven Tel: 016/ Ontwerp LINC logo: Colofon

Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend.

Afbeeldingen Module 11

PowerPoint 2010: rondleiding (deel 1)

Handleiding Visio

Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1700

Een nieuwe presentatie maak je met de sneltoets <Ctrl+N> of via het tabblad,. Vervolgens kies je Lege presentatie en klik je op de knop Maken.

196 CEWE *)zie einde les

Je ziet het ontwerpscherm voor je. Ontwerpen is actief en dat zie je aan de linkeronderkant van je scherm net boven de taakbalk.

Schermopbouw. Het programma is op te delen in twee delen:

193 Albelli/Hema Windows

Gebruikershandleiding Edit

INSTALLATIE IN PRINT INSTALLEREN. Aan de slag met Communicate In Print

Start Word en sluit (of vink uit) zonodig het taakvenster Aan de slag

1. Kennismaken met Impress

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Kennismaken met Word 2010 Hoofdstuk 2: Vensters en knoppen Hoofdstuk 3: Dialoogvensters en rechtermuisknop

BASIS TEKSTBEWERKING deel 2

PDF XCHANGE EDITOR Waarom PDF XHCANGE Editor?

Bestanden ordenen in Windows 10

Opdracht ICT-trainer Reeks 2 Computergebruik. 2A Start en info

bigfreddy.com Handleiding BigFreddy software Oktober 2012 Big Freddy 3.2 Inhoudsopgave: Pagina Starten:

10. Pagina-instellingen

Hoe schermafdrukken op het forum plaatsen?

Fujifilm Krafter. Foto Luuk Schudde. Basis handleiding

Handleiding Albupad - Album Page Designer versie 1600

Een vis trekken met de vrije hand. CorelDraw (5) door: D. van Schoonhoven

INSTRUCT Samenvatting Basis PowerPoint 2010, H3 SAMENVATTING HOOFDSTUK 3

Handleiding Word de graad

Beginnersles 2 Computerles Windows 7

2 Kennismaking met het scherm

Safira CMS Handleiding

De Leerkrachtassistent bestaat uit twee onderdelen: het Digimenu en de Modellentool. Het programma opent in het Digimenu.

Handleiding Kerstpuzzel 2 - Photoshop + PowerPoint 2007 (2010)

PhotoShop. Les 1 - Werken met lagen, kleuren en transparantie

WERKGROEP BEELDBEWERKING

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

I. Vorming 4-5 (3&10/05/2012)

Via het tabblad Pagina-indeling, groep Pagina-instelling kun je de afdrukstand en het papierformaat instellen.

Microsoft Word Selecteren

Foto s verkleinen en Foto s in elkaar over laten lopen

Klikpuzzel - PP 2007 & 2010

3. Scannen van foto s en dia s

Sneltoetsen in PowerPoint 2016 voor Windows

WERKING TEKENPROGRAMMA

Nu de BMP goed is voorbereid kunnen we naar PE Design en kies voor Design Center.

Hoofdstuk 1. Microsoft Word

Vooraf: Word 2007 voorbereiden

Bijlage bij Kidspiration Getting Started Guide International English Edition Version 3

Zorg ervoor dat u dit leest voordat u de afbeeldingsconvertor gebruikt.

Grafieken in Word. Soort Leven 4,8 4,9 5,1 5,5 5,6 5,8 6,0 6,2 Annuïteiten 4,9 5,1 5,3 5,7 5,8 6,0 6,2 6,5

Handleiding MOBICROSS actie banners

Achtergrondinformatie Tips... 91

Microsoft PowerPoint Basics Hoe maak je een presentatie in Microsoft PowerPoint 2010? Handleiding voor kinderen

Symbol for Windows BlissEditor

Inhoud. 1 Starten 1. 2a Maken van een nieuw document 2. 2b Verder gaan met een opgeslagen document 3. 3 Mogelijkheden 4

Album samenstellen met behulp van de Hema album software.

Publisher Handleiding

Transcriptie:

1. Algemene informatie over Paint INHOUD 2. Aan de slag met Paint 2.1. Eerst e kennismaking 2.2. Afbeeldingen laden 2.2.1. Afbeeldingen nader bekijken 2.2.2. Omvang van afbeeldingen wijzigen 2.3. Kleuren of patronen instellen voor achtergrond en voorgrond 2.3.1. Achtergrondkleur instellen 2.3.2. Voorgrondkleur instellen 2.4. Lijn-, rand- en penseeldikte 2.5. De gereedschappen 2.5.1. Vrije vorm selecteren 2.5.2. Rechthoek selecteren 2.5.3. Gum/kleurengum 2.5.4. Opvullen 2.5.5. Kleur selecteren met pipet 2.5.6. Vergroten 2.5.7. Potlood 2.5.8. Kwast 2.5.9. Verfspuit 2.5.10. Het tekstgereedschap 2.5.11 Lijn 2.5.12. Boog 2.5.13. Rechthoek 2.5.14. Veelhoek 2.5.15. Ovaal 2.5.16. Afgeronde rechthoek 2.6. Delen van een tekening bewerken 2.6.1. Spiegelen en draaien 2.6.2. Uitrekken en hellen 2.6.3. Negatief 2.6.4. Zwiepen 2.6.5. Pixels bewerken door de afbeelding te vergroten 2.6.6. Kleuren bewerken 2.7. Bestanden opslaan 2.8. Bestanden openen 2.9. Bestanden afdrukken 2.10. Iets over het inplakken 3. Extra: de klembordfunctie 3.1. Wat is het klembord? 3.2. Een handig hulpmiddel: de klembord-viewer 3.3. Overnemen van een cd-rom en internet 3.4. Een voorbeeld van het werken met PrintScreen 4. Integratie in de klas 5. Enkele toepassingen REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 1

1. Algemene informatie over Paint. < Paint is een eenvoudig bitmap-tekenprogramma dat meegeleverd wordt met Windows. Bitmapafbeeldingen bestaan uit afzonderlijke punten, pixels (beeldpunten) genaamd, die verschillend geordend en gekleurd zijn zodat ze een patroon vormen. Wanneer u inzoomt, ziet u de afzonderlijke vierkantjes die samen de totale afbeelding vormen. Door de afmetingen van een bitmap te vergroten, worden de individuele pixels vergroot, waardoor lijnen en vormen er gekarteld uitzien. Kleur en vorm van een bitmap zien er echter gelijkmatig uit wanneer de bitmap van grotere afstand bekeken wordt. Aangezien elke pixel afzonderlijk wordt gekleurd, kunt u effecten toepassen zoals schaduw en kleurversterking, zodat het resultaat er zeer realistisch uitziet. Andere tekenprogramma s (zoals Coreldraw) werken met vectorafbeeldingen (ze worden rekenkundig gedefinieerd als een reeks punten die door lijnen zijn verbonden). Elk voorwerp is een op zichzelf staande eenheid met eigenschappen zoals kleur, vorm, omtrek, grootte en positie op het scherm, die zijn opgenomen in de definitie van het voorwerp. Omdat elk voorwerp op zichzelf staat, kunt u steeds weer de eigenschappen ervan verplaatsen en wijzigen, terwijl de oorspronkelijke helderhe id en scherpte behouden blijven zonder andere vo orw erpen in d e illustratie te beïnvloeden. < Opstarten. Om Paint op te starten klik je op Start Programma s Bureau-accessoires Paint Eventueel kan een snelkoppeling worden aangemaakt naar het bureaublad (i.p.v. links te klikken om Paint op te starten, klik je rechts en kies je voor Kopiëren naar... Bureaublad (snelkoppeling maken).) < Mogelijkheden - bestandsformaten. Tekeningen, opgemaakt met Paint, worden weggeschreven als.bmp bestanden. Als je op de computer een bestand met extensie.bmp aanklikt zal in de meeste gevallen automatisch Paint worden gestart. Je kan met Paint ook bestanden met extensie.gif en.jpg openen en bewerken. Deze formaten worden vooral gebruikt op het internet. Paint kan niet enkel omgaan met tekeningen, ook foto s kunnen worden ingevoerd en bewerkt. Je kunt ook een tekening of foto rechtstreeks inscannen naar Paint. Via de klembordfunctie kan men ook figuren uit cd-roms, websites, importeren in een nieuwe of bestaande tekening. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 2

2. Aan de slag met Paint. 2.1. Eerste kennismaking. Na het starten van het programma opent het Paint-venster. Maximaliseer desnoods het venster om makkelijker te werken. Het tekengebied is dat deel van het scherm waarop u tekent. Daarbij gebruikt u de gereedschappen die u selecteert in de Werkset, samen met selecties in het Kleurenpalet. Als u op een geselecteerde tekening rechts klikt, verschijnt er een snelmenu met daarin een aantal opties dat ook in de menu's Bewerken en Afbeelding voorkomt, zoals knippen, kopiëren, plakken, uitrekken, negatief... De grootte van de afbeelding wordt bepaald door de hoeveelheid geheugen waarover de computer beschikt. Terwijl u aan de tekening werkt, is de hele afbeelding opgeslagen in het RAM-geheugen. Heeft u nog maar weinig geheugen vrij omdat er andere programma's open staan of omdat het geheugen van de computer te klein is, dan beperkt dat de omvang van de tekening. Wanneer er te weinig RAM-geheugen is om een grote tekening te laden, dan wordt u daarvoor gewaarschuwd. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 3

2.2. Afbeeldingen laden. Om een afbeelding te laden, gaat u als volgt te werk: 1. Selecteer Openen in het menu Bestand of druk op Ctrl-O. 2. Zoek het bestand in de lijst met bestanden en mappen in het dialoogvenster Openen. Als u een hogere map wilt bekijken, klik dan in de werkbalk op Bovenliggende map. Tip: ga op een icoontje staan met de muis, wacht een tweetal seconden en er verschijnt een hulpvenster. Heeft u het bestand gevonden, selecteer dit dan door erop te klikken (het bestand wordt blauw ) en klik dan op Openen of druk op Enter. 2.2.1. Afbeeldingen nader bekijken Soms is de hele afbeelding groter dan het tekengebied. Is de tekening niet veel groter, dan is het soms toch nog mogelijk de hele tekening in het scherm te zetten. Hoe dan ook, u kunt het zichtbare gebied op verschillende manieren vergroten: - Selecteer de optie Werkset in het menu Beeld. De Werkset en het vak daaronder langs de linkerkantlijn verdwijnen en maken zo meer ruimte voor een deel van de afbeelding. Hierna heeft u nog wel de beschikking over schuifbalken, het Kleurenpalet, de menuopties en het gereedschap waarmee u op dat moment werkt. - Klik op het Kleurenpalet in het menu Beeld. De markering naast de optie verdwijnt. Het Kleurenpalet verdwijnt weliswaar, maar ook dat levert weer meer ruimte op voor de afbeelding, net als hiervoor. - Selecteer de optie Statusbalk in het menu Beeld. Nu verdwijnt de statusbalk onder in het scherm. Ook hiermee krijgt u meer ruimte voor de afbeelding. - Klik op Bitmap weergeven in het menu Beeld (of druk op Ctrl-F). U kunt nu zoveel van de afbeelding zien als het scherm toelaat, hoewel dat niet de hele afbeelding hoeft te zijn. Overigens kunt u zo alleen maar uw werk controleren en niet bewerken. Door ergens anders in het scherm te klikken of op een willekeurige toets te drukken, komt u terug in het tekengebied. Om de hele afbeelding te bekijken, maar ook het gebied waar u niets heeft getekend, selecteert u de optie In- of uitzoomen in het menu Beeld. Er verschijnt een vervolgmenu, waarin u kunt kiezen uit de opties Normaal formaat (als u bent ingezoomd), Groot formaat, Aanpassen (waarmee u zoompercentages kunt instellen), Raster weergeven (dat het raster van de pixels weergeeft) en Schets weergeven (een klein overzicht van de hele afbeelding). Paint verkleint de afbeelding nu zo dat deze helemaal in het werkgebied past. De omvang van de getoonde afbeelding is afhankelijk van de omvang die u opgeeft in het dialoogvenster Kenmerken (zie de volgende paragraaf). In de ingezoomde modus kunt u tekenen, knippen, kopiëren en plakken, maar alleen REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 4

in de normale weergave kunt u tekst toevoegen. Waarschijnlijk zult u de Werkset aanzetten en het Kleurenpalet uit om een groter stuk van de afbeelding te bekijken omdat u de gereedschappen vaak nodig heeft. Om de W erkset en het Kleurenpalet terug te halen, kiest u deze opdrachten opnieuw vanuit het menu Beeld. Wanneer een onderdeel wordt weergegeven, ziet u een vinkje naast de optie in het menu. 2.2.2. Omvang van afbeeldingen wijzigen Het eerste wat u moet bepalen wanneer u aan een nieuwe afbeelding begint, zijn de afmetingen van de uiteindelijke tekening die u wilt maken. Als u Paint voor de eerste keer start, onderzoekt het programma het scherm en de beschikbare hoeveelheid RAM-geheugen waarover de computer beschikt. Aan de hand van deze factoren wordt een geschikte tekeninggrootte bepaald. Het is echter heel waarschijnlijk dat u de afmetingen van bepaalde afbeeldingen wilt wijzigen. Dat doet u in het dialoogvenster Kenmerken dat u opent door de gelijknamige optie in het menu Afbeelding te selecteren: (of sleep met de handvaten) 1. Selecteer Kenmerken in het menu Afbeelding. 2. Specificeer de nieuwe breedte en hoogte van de tekening en klik op OK. In dit venster kunt u nog andere opties instellen: - Eenheden: bepaalt de maateenheid waarin u breedte en hoogte wilt opgeven. De standaard instelling is cm, maar u kunt inches of pixels kiezen. Pixels zijn ongeveer hetzelfde als bits, dat wil zeggen elke pixel komt overeen met een beeldpunt in het scherm. - Kleuren: bepaalt of de afbeelding in zwart-wit of in kleur wordt gemaakt. - Standaard: brengt de grootte en de kleuren van de tekening terug tot de optimale omvang en de kleuren die Paint oorspronkelijk aan de hand van het beschikbare beeldscherm heeft bepaald. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs de door u gewenste omvang te zijn. Nadat u deze instellingen heeft gemaakt, worden ze opgeslagen en gebruikt zodra u Paint start. Wel moet u onthouden dat deze instellingen geen invloed hebben op de huidige tekening. U moet de instellingen veranderen voordat u gaat tekenen. Daarna selecteert u pas de optie Nieuw in het menu Bestand. Wanneer u te hoge waarden kiest (bijvoorbeeld 500 cm bij 500 cm), verschijnt de melding dat het systeem te weinig geheugenruimte heeft om de afbeelding te kunnen bewerken. Als u de omvang van de afbeelding wijzigt, dan moeten de afmetingen die u opgeeft dezelfde verhouding hebben als die van de schermafbeelding van de tekening om tijdens het afdrukken ervan vertekening te voorkomen. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 5

2.3. Kleuren of patronen instellen voor achtergrond en voorgrond Als u de omvang van de tekening heeft ingesteld, is de volgende stap het selecteren in het Kleurenpalet van achter- en voorgrondkleuren. De term kleur beschrijft een in het palet geselecteerde kleur of kleurenpatroon. Werkt u met een zwart-wit scherm, dan verschijnen de kleuren in het Palet als grijstinten of stippelpatronen met uiteenlopende zwartschakeringen. De voorgrondkleur is de kleur die u aan een nieuw object toekent. Tekent u bijvoorbeeld een cirkel dan kunt u die een bepaalde kleur geven. Eigenlijk is dat dezelfde beslissing als in welke kleur verf u de kwast doopt voordat u gaat schilderen. De achtergrondkleur bepaalt de algehele kleur van het doek of van de achtergrond voor de afbeelding. Deze kleur heeft ook een invloed op de tekengereedschappen omdat ze de omtrekkleur van cirkels, vakken, gesloten veelhoeken en van schaduwen, omtreklijnen en achtergrond van tekst bepaalt. De huidige instellingen van de voor- en achtergrondkleur ziet u links van het Kleurenpalet. Het voorste rechthoekje geeft de voorgrondkleur aan en het achterste rechthoekje de achtergrondkleur. De standaard kleuren zijn zwart op wit. Deze kleuren verschijnen altijd wanneer u Paint start. 2.3.1. Achtergrondkleur instellen: De achtergrondkleur of het achtergrondpatroon stelt u in voor de hele achtergrond van een nieuwe afbeelding en w el als volgt: 1. Wijs de kleur of het patroon in het Kleurenpalet aan en klik met de rechtermuisknop. 2. Selecteer de optie Nieuw in het menu Bestand. Het nieuwe document wordt nu uitgevoerd in de toegekende achtergrondkleur. Om de toegekende achtergrondkleur te wijzigen nadat u al met een nieuwe afbeelding bent begonnen, voert u alleen stap 1 uit. De achtergrondkleur van de afbeelding verandert dan niet, maar heeft wel invloed op de gereedschappen, zoals eerder beschreven. De algehele achtergrondkleur voor een tekening kunt u maar éénmaal specificeren. Als u die later nog wilt wijzigen, dan moet u met één van de gereedschappen de nieuwe kleur over de oude heen schilderen. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 6

2.3.2. Voorgrondkleur instellen: De voorgrondkleur stelt u als volgt in: 1. Wijs de gewenste kleur of het gewenste patroon aan en klik. 2. Alles wat u hierna met de gereedschappen tekent, verschijnt in deze kleur, tot u de instelling weer verandert. Over het algemeen zult u de voorgrondkleur vaak wijzigen als u een tekening maakt die in het scherm moet worden bekeken. Doet u dat niet, dan krijgt alles dezelfde kleur, wat behoorlijk saai is. Tekent u een afbeelding die later op een zwart-wit printer moet worden afgedrukt, dan heeft u niet veel mogelijkheden. Paint probeert wel de kleuren in grijstinten weer te geven, maar slaagt daar minder goed in dan andere programma's. Het beste kunt u wat oefenen met de printer om te bepalen hoe kleuren worden weergegeven op een zwart-wit-printer. Als u niet tevreden bent met de resultaten, houd dan de standaard instelling zwart op wit voor voor- en achtergrond aan. 2.4. Lijn-, rand- en penseeldikte instellen: Het volgende wat u waarschijnlijk wilt instellen, is de lijndikte van de Werkset. In het vak onder de Werkset verschijnt, afhankelijk van het gereedschap dat u heeft geselecteerd, een lijst met mogelijke dikten (van lijnen, maar ook van kwasten). Hiermee bepaalt u hoe dun of hoe dik lijnen worden getekend. Deze lijndikte geldt ook voor lijnen om vakken en cirkels, voor gebogen lijnen, enzovoort. Om deze instellingen te veranderen, klikt u op de gewenste dikte in het vak. Dat wordt nu de standaard lijndikte tot u een andere dikte kiest. Let erop dat als uw achtergrond- en voorgrondkleur gelijk zijn, de lijnen rond de objecten die u tekent niet zichtbaar zijn. Als dat gebeurt, verandert u de achtergrondkleur en tekent u het object opnieuw. 2.5. De gereedschappen: Het beste kunt u aan de computer gaan zitten en terwijl u dit leest de gereedschappen gebruiken en daarbij kleuren wijzigen (als u met kleur werkt) en lijndiktes veranderen. Maak eerst een nieuw bestand zodat u geen andere bestanden verknoeit (selecteer Nieuw in het menu Bestand). Ga nu zelf oefenen. Daarna zult u ongetwijfeld heel snel de nodige hightech-rommel in het scherm toveren, maar met de optie Nieuw in het menu Bestand kunt u opnieuw beginnen. Als er wordt gevraagd of u het bestand wilt opslaan, klikt u op Nee (tenzij de tekening u echt bevalt). REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 7

REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 8

De selectiegereedschappen: Paint beschikt over twee gereedschappen waarmee u delen van een afbeelding kunt selecteren: Vrije vorm selecteren en Selecteren. 2.5.1. Vrije vorm selecteren Met deze functie kunt u een vrije vorm selecteren uit een deel van het scherm, door een lijn te trekken rond dat deel van de afbeelding dat u wilt knippen of kopiëren. Dat is vooral praktisch omdat u er een heel specifiek gebied mee kunt selecteren waarvan de vorm moet overeenstemmen met die van een object. Als u objecten heel dicht bij elkaar wilt plakken, dan moet u dit gereedschap gebruiken in plaats van de selectierechthoek. Zo kunt u ervoor zorgen dat de randen van de geplakte objecten elkaar niet overlappen. Als u Vrije vorm selecteren wilt gebruiken, selecteert u dat gereedschap en gaat u naar de plaats waar u wilt beginnen. Trek een lijn rondom het object of het vlak dat u wilt uitknippen of wijzigen. Als u een fout maakt, drukt u op Esc en selecteert u het betreffende vlak opnieuw. U kunt het object verplaatsen door het met de muis te verslepen. Ook kunt u het knippen of kopiëren of het op andere manieren bewerken met opties in het menu Afbeelding (dit wordt verderop beschreven in Delen van een tekening bewerken), zoals kleuren negatief weergeven of het object spiegelen. 2.5.2. Rechthoek selecteren Het verschil tussen Vrije vorm selecteren en Selecteren is dat u met de laatste een rechthoekig vlak selecteert. Dat werkt sneller omdat u alleen de muis hoeft te verslepen om het vlak te bepalen. 1. Klik op Selecteren. 2. Ga naar de linkerbovenhoek van het te selecteren gebied. Klik en houd de muisknop ingedrukt. 3. Sleep de muis omlaag en naar rechts. Laat de muisknop los. Een stippellijn geeft het vlak aan dat wordt geselecteerd. Ook hier geldt weer dat u kunt knippen, kopiëren, verslepen of de opdrachten in het menu Afbeelding kunt gebruiken. Door Ctrl ingedrukt te houden terwijl u sleept, maakt u een kopie van de selectie. In het vak onder de Werkset ziet u nu twee pictogrammen. Als u op het bovenste pictogram klikt en daarna de selectie versleept, wordt de afbeelding ondoorschijnend gekopieerd. Dat wil zeggen: achtergrond en afbeelding in het knipsel overlappen en verbergen wat er achter ligt. Klikt u eerst op de onderste knop, dan wordt de afbeelding transparant gekopieerd (achtergrondkleur en afbeelding achter het geselecteerde vlak schijnen door het REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 9

knipsel heen) aangenomen dat de achtergrond van het knipsel en de huidige geselecteerde achtergrondkleur dezelfde zijn. Als u Shift ingedrukt houdt tijdens het slepen van een selectie, dan blijft de oorspronkelijke selectie op zijn plaats staan en wordt de selectie meerdere malen achter elkaar gekopieerd. Zo kunt u een zich herhalend patroon van dezelfde afbeelding creëren. Dat heet zwiepen. Zie ook de gelijknamige paragraaf verderop in het hoofdstuk. Als u het knipsel versleept, dan ziet u de achtergrondkleur als kleur er doorheen. Als u van achtergrondkleur verandert en vervolgens een andere selectie versleept, verschilt de achtergrondkleur van de tweede uitsparing van de eerste, ook al verandert niet de achtergrondkleur van de hele tekening. Selecties opslaan en ophalen: Een deel van de afbeelding kunt u voor later gebruik op schijf opslaan en zo een voorraad van kleine grafische afbeeldingen aanleggen (net als clipart) die u van de schijf kunt ophalen en in andere tekeningen kunt zetten. Een deel van de afbeelding kunt u als volgt opslaan en ophalen: 1. Selecteer het deel met een van de selectiegereedschappen. 2. Klik op Kopiëren naar in het menu Bewerken. Er opent een dialoogvenster waarin u het bestand de ge wenste naam geeft. 3. Als u de afbeelding opnieuw wilt laden, klikt u op Plakken in het menu Bewerken en selecteert u het bestand met de afbeelding in het dialoogvenster. De afbeelding wordt in de linker bovenhoek van de huidige tekening in het scherm geplakt. 4. Verplaats het knipsel door het te verslepen. Om de volledige tekening te selecteren kies je voor Bewerken - Alles selecteren. Als je eerst een selectierechthoek tekent en dan een figuur uit het klembord plakt, dan zal de figuur uit het klembord in de selectierechthoek geplakt worden! REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 10

2.5.3. Gum/Kleurengum Zoals het pictogram al aangeeft, werkt het Gum/kleurengum net als een gewone vlakgum. U hoeft alleen niet te wrijven. Door het gum over het betreffende gebied te halen, wordt alles wat het aanraakt, gewist. Eigenlijk wordt het niet gewist, maar krijgt het de geselecteerde achtergrondkleur. Het Gum gebruikt u wanneer u iets wilt verwijderen dat al is ingeplakt of als u een paar lijnen of punten wilt bijwerken. 1. Selecteer het gereedschap Gum/kleurengum. De cursor in het tekengebied verandert in een leeg vakje. 2. Stel als achtergrondkleur dezelfde kleur in als het gebied w aarin u iets wilt wissen. Doet u dat niet, dan verdwijnt het object wel, maar wordt het vervangen door een andere achtergrondkleur. 3. Bepaal een lijndikte om de breedte van het Gum te bepalen. Voor heel fijn werk neemt u de dunste lijn. 4. Sleep de muis over het materiaal dat u wilt wissen. Om de bewegingen van de muis te beperken tot alleen horizontaal of verticaal houdt u, terwijl u de muis verplaatst, Shift ingedrukt. U kunt overigens ook alleen een bepaalde kleur wijzigen. U verandert dan de voorgrondkleur in de kleur die u wilt uitgummen en de achtergrondkleur in de vervangende kleur. Er is overigens een manier om de hele afbeelding te w issen: selecteer de optie Afbeelding wissen in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-Shift-N). Nu wordt de voorgrond van de afbeelding geheel gewist, maar blijft de achtergrond intact. 2.5.4. Opvullen Met het gereedschap Opvullen kunt u gebieden of objecten opvullen met een kleur. 1. Klik op het gereedschap Opvullen in de Werkset. Kies daarna een kleur in het Kleurenpalet. 2. Klik op het gebied of het object dat u wilt opvullen. Klik om het gebied op te vullen met de voorgrondkleur en klik met de rechtermuisknop om het gebied te vullen met de achtergrondkleur. De vorm die u opvult, moet helemaal zijn gesloten, anders lekt de kleur waarmee u opvult door naar de rest van het tekengebied. Let wel: het topje van het straaltje dient in het te vullen vlak te staan, niet de bus. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 11

2.5.5. Kleur selecteren met het pipet Soms is het handig om een bepaalde kleur in een afbeelding meteen te selecteren, zeker als u met duizenden of zelfs miljoenen kleuren werkt. In de Tekenset kunt u die kleur dan vaak niet meer terugvinden. 1. Klik op het gereedschap Kleur selecteren. 2. Klik in de afbeelding op de kleur waarmee u wilt werken. Klik dan op het Opvulgereedschap (de emmer). De muiswijzer krijgt nu de vorm van het gereedschap. U kunt nu met deze kleur werken. 2.5.6. Vergroten Dit gereedschap werkt als een vergrootglas (vandaar ook de vorm van de muiswijzer). Zodra u op dit gereedschap klikt, ziet u in het vak onder de Werkset verschillende zoomfactoren, variërend van 1 tot 8. Klik op een zoomfactor, waarna op de afbeelding wordt ingezoomd. U kunt overigens ook het gereedschap selecteren en klikken op de plek waarop u wilt inzoomen; het gebied dat u vergroot wilt zien, is dan meteen in beeld. Als u terug wilt naar de normale weergave, selecteert u het gereedschap Vergroten nogmaals en klikt u weer in de afbeelding. 2.5.7. Potlood Met dit gereedschap kunt u zeer nauwkeurig lijntjes trekken of correcties aanbrengen. De punt van het potlood is namelijk maar een pixel dik. Vooral in de vergrote weergave kan dat van pas komen. De dikte van het potlood kan niet gewijzigd worden. Als u Shift ingedrukt houdt, dwingt u de lijn in een horizontale of verticale stand of onder een hoek van 45 graden. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 12

2.5.8.Kwast Met de Kwast kunt u uit de vrije hand tekenen. In het vak onder de Werkset kunt u kiezen uit verschillende vormen van uiteenlopende dikten. U heeft keuze uit een ronde en een vierkante vorm en u kunt zelfs kalligrafische tekens maken (kies voor de schuine strepen ). 1. Klik op de knop Kwast. 2. Bepaal een kleur, een kwastvorm en een lijndikte. 3. Klik en begin met tekenen. Houd de muisknop zolang ingedrukt als nodig is om de lijn te trekken. Herhaal dit om een andere lijn te trekken. Als u met de rechter muisknop werkt, tekent u met de achtergrondkleur. 2.5.9.Verfspuit Dit gereedschap is een legale uitlaatklep voor miskende graffiti-artiesten. De Verfspuit werkt net als een spuitbus met verf, gebruikt de geselecteerde voorgrondkleur en zolang u de muisknop ingedrukt houdt, spuit de verfspuit erop los. De muisknop kunt u vergelijken met de knop bovenop de spuitbus. 1. Klik op de kleur of op het patroon dat u met de Verfspuit wilt opbrengen. 2. Klik op de lijndikte waarmee u wilt spuiten. 3. Zet de muiswijzer in het tekengebied en klik. 4. Houd de muisknop ingedrukt, haal de verfspuit heen en weer en spuit de kleur op het tekengebied. Let erop dat de snelheid van bewegen de dichtheid van de kleurlaag beïnvloedt, net als bij een echte verfspuit. Snel bewegen van de muis levert een fijnere nevel. Houdt u de verfspuit lang op dezelfde plaats of beweegt u deze langzaam, dan wordt de verflaag op het oppervlak dichter. 2.5.10. Het tekstgereedschap Met het gereedschap Tekst kunt u tekeningen van tekst voorzien. Lettertypen en grootten, die u kunt gebruiken, worden bepaald door de mogelijkheden van de geïnstalleerde printer. 1. Klik op het gereedschap Tekst. 2. Wilt u dat de tekst in een ondoorzichtig kader wordt geplaatst, klik dan op het eerste pictogram onder de Werkset. Als de tekst op de achtergrond moet worden gezet klikt u op het tweede pictogram. 3. Klik in het tekengebied. Er wordt automatisch een kader gemaakt en er verschijnt een werkbalk, Lettertypen geheten. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 13

Indien deze werkbalk niet verschijnt, dan klikt u op Beeld - Werkbalk tekst (er verschijnt nu een vinkje voor dit item). Met behulp van deze werkbalk kunt u het lettertype, de tekengrootte en opmaakkenmerken (vet, cursief, onderstrepen) veranderen. 4. Kies in het Kleurenpalet de (voorgrond)kleur voor de tekst. Heeft u een ondoorzichtig kader gekozen, dan kunt u ook de kleur van dit kader kiezen (de achtergrondkleur). 5. Bepaal in de vervolgkeuze-lijsten van de tekstwerkbalk de gewenste lettergrootte en het lettertype. Zet de muiswijzer op het punt waar de tekst moet beginnen en klik. Dit markeert de plaats van het invoegpunt. Automatische terugloop is niet mogelijk zodat u lange regels met een druk op Enter moet afbreken. Je kan wel nog het kader vergroten of verkleinen door de handgrepen te gebruiken. Tot het moment dat u de tekst inplakt, kunt u fouten herstellen met Backspace. Eenmaal buiten het tekstkader klikken maakt van deze tekst een afbeelding! Je kan niks meer aan de opmaak van de tekst wijzigen, o ok geen tikfoutje herstellen!!! Dat geldt ook voor opmaak, lettergrootte, lettertype en tekstkleur. Tekst die is ingeplakt, moet u verwijderen met het Gum of de knipsel-gereedschappen. 2.5.11. Lijn Het gereedschap Lijn gebruikt u om rechte lijnen te trekken. Als u Shift ingedrukt houdt, dwingt u de lijn in een horizontale of verticale stand of onder een hoek van 45 graden. 1. Selecteer het gereedschap. 2. Bepaal kleur en lijndikte. 3. Zet de muiswijzer in het tekengebied. Hij verandert nu in een kruiscursor. 4. Houd de muisknop ingedrukt en verplaats de muis. Er verschijnt dan een rechte lijn tussen het begin (ankerpunt) en het eindpunt. 5. Zet het eindpunt op de gewenste plaats. U kunt het eindpunt zelfs in een cirkel rondom het ankerpunt bewegen. 6. Als de lijn lang genoeg is, laat u de knop los. In de statusbalk onder in het venster ziet u gegevens over de positie van de muiswijzer. Dat komt van pas bij het uitlijnen van objecten zoals lijnen. U ziet de kolom en de rij van de huidige positie van de muiswijzer. De maateenheid wordt bepaald door de in het dialoogvenster Kenmerken ingestelde optie. Nog een tip: Om een lijn snel te wissen zonder daarbij Ongedaan maken, Backspace of de Gum te moeten gebruiken, laat u de linker muisknop niet los, maar houdt u die REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 14

ingedrukt en klikt u rechts. Zo wist u alleen de lijn die u op dat moment tekent. Dat geldt ook voor de boog, de rechthoek, de veelhoek, de ovaal en de afgeronde rechthoek. 2.5.12. Boog De Boog is een vreemd gereedschap. Deze werkt in eerste instantie als een lijn, maar daarna kunt u twee keer aan die lijn trekken - vanaf twee verschillende punten - zodat er een gekromde lijn ontstaat. 1. Kies de Boog en trek een lijn zoals u dat met de rechte lijn ook zou doen. 2. Zodra u de lijn heeft getekend, laat u de muisknop los. 3. Zet de cursor aan een kant van de lijn, houd de muisknop ingedrukt en trek de cursor van de lijn weg of beweeg hem er naar toe. U rekt de lijn dan als het ware elastisch uit. Laat de knop los als de lijn de juiste kromming heeft. 4. Wilt u nog een andere kromming in de lijn aanbrengen, zet de cursor dan bij een ander punt op de lijn, bijvoorbeeld aan de andere kant en versleep vervolgens de cursor opnieuw. Ook nu wordt de lijn weer elastisch uitgerekt. Wanneer u tevreden bent met de vorm van de lijn laat u de muisknop los. 5. Als u verder geen andere kromming in de lijn wilt aanbrengen, klikt u op het eindpunt (niet op het ankerpunt). 2.5.13. Rechthoek Met het gereedschap Rechthoek tekent u vierkanten en rechthoeken. In het vak onder de Werkset heeft u keuze uit drie mogelijkheden: - een lege rechthoek maken waarvan de rand de voorgrondkleur krijgt. - een rechthoek die wordt gevuld met de achtergrondkleur en waarvan de rand de voorgrondkleur krijgt. - een rechthoek zonder rand die wordt gevuld met de achtergrondkleur. Om perfecte vierkanten te tekenen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u het vak tekent. 1. Selecteer het gereedschap Rechthoek. 2. Kies de soort rechthoek die u wilt maken in het vak onder de Werkset en stel daarna eventueel de voor en achtergrondkleur in. 3. Klik op het punt waar u een hoekpunt van het vak wilt neerzetten. 4. Sleep vervolgens de kruiscursor omlaag en naar links of rechts. Er verschijnt een vak dat u door verplaatsen van de cursor kunt vergroten of verkleinen. 5. Als het vak de gewenste grootte heeft, laat u de muisknop los. (Zolang u de muisknop niet heeft losgelaten, kunt u het vak verwijderen door rechts te klikken.) REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 15

2.5.14. Veelhoek Het gereedschap Veelhoek is vergelijkbaar met het gereedschap Lijn, maar met één verschil: u voegt nu veel meer eindpunten toe die Paint vervolgens met elkaar verbindt. Met dit gereedschap kunt u een eindeloze verscheidenheid veelhoeken tekenen die vooral handig zijn om snel onregelmatig gevormde objecten te tekenen. U kunt zelf de kleur van de rand en van de opvulling bepalen met het Kleurenpalet en met de opties in het vak onder de Werkset. Om de zijden van een veelhoek in een verticale of horizontale stand of onder een hoek van 45 graden te dwingen, houdt u tijdens het tekenen Shift ingedrukt. 1. Selecteer het gereedschap. 2. Bepaal de soort veelhoek die u wilt maken in het vak onder de Werkset en de eventuele voor- en achtergrondkleur. 3. Klik op het punt waar het eerste ankerpunt moet verschijnen en houd de muisknop ingedrukt. 4. Ga nu naar het punt waar u een rechte lijn naar toe wilt trekken en laat de muisknop los. Er verschijnt een lijn die beide punten verbindt en de eerste zijde van de veelhoek vormt. 5. Ga naar het volgende punt en klik opnieuw. Er wordt nu een volgende lijn getrokken. Ga hiermee door tot u alle zijden van de veelhoek heeft getekend. Om de tekening te beëindigen, dubbelklikt u. (Het laatste en eerste punt worden door Paint verbonden, als u de veelhoek althans zelf niet heeft gesloten.) Let erop dat de zijden van een veelhoek elkaar mogen kruisen. Veelhoeken hoeven niet symmetrisch te zijn zoals zes- en achthoeken. U kunt op willekeurige punten in het scherm klikken en tot u dubbelklikt, verbindt Paint die punten steeds met elkaar. Nog een tip: Als u de lijnen wilt zien terwijl u ze tekent (in plaats van wanneer u klikt), past u uw tekentechniek een beetje aan door de muisknop ingedrukt te houden, zoals u dat bij een rechte lijn doet. Zodra u het gewenste eindpunt bereikt, laat u de muisknop los. Vervolgens houdt u de muis stil, klikt u en drukt u de knop weer in om de volgende lijn te trekken. De manier waarop Paint een omsloten vlak opvult, maakt het mogelijk kubistische, artistieke effecten te bereiken. Paint begint met het opvullen van vlakken boven in het scherm. Bestaat een veelhoek uit een aantal omsloten vlakken waarbij meer lijnen elkaar kruisen, dan wisselt Paint het opvullen af. Zo worden aangrenzende gesloten vlakken niet allemaal opgevuld. Het gebruik van dit gereedschap samen met de knipselgereedschappen en de opdracht Negatief kan interessante geometrische figuren opleveren. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 16

2.5.15. Ovaal Ook dit gereedschap werkt vrijwel net als het gereedschap Rechthoek, alleen worden nu cirkels of ovalen getekend. De handelingen zijn dan ook gelijk. Ook gelden voor Ovalen dezelfde regels voor opvul- en randkleuren. Als u Shift ingedrukt houdt terwijl u dit gereedschap gebruikt, tekent u perfecte cirkels. 2.5.16. Afgeronde rechthoek Deze twee gereedschappen gebruikt u net als de Rechthoek. Het verschil is dat de hoeken worden afgerond in plaats van hoeken van 90 graden te vormen. 2.6. Delen van een tekening bewerken. Tot zover de gereedschappen, nu de verfraaiingen. Op één uitzondering na (zwiepen) staan alle belangrijke functies in het menu Afbeelding. De volgende paragrafen beschrijven deze opdrachten. Voor deze opdrachten geldt dat, als u niets heeft geselecteerd, de opdracht op de volledige afbeelding van toepassing is. 2.6.1. Spiegelen en draaien De opdracht Spiegelen/draaien is een eenvoudige opdracht. Hiermee draait u een selectie om, net alsof u een dia uit de projector neemt, hem omdraait en weer in de projector terugzet. De afbeelding is dan horizontaal of verticaal gespiegeld. Met deze opdracht kunt u symmetrische tekeningen en patronen maken door een bepaalde vorm te selecteren, deze te kopiëren en weer in dezelfde afbeelding terug te plakken, te spiegelen en te verplaatsen. Ook kunt u de selectie in hoeken van 90 graden draaien. 1. Selecteer het deel van de afbeelding met een van de selectiegereedschappen. 2. Kopieer en plak de selectie indien gewenst. Als u het materiaal inplakt, dan wordt dat automatisch geselecteerd, zodat de opdrachten alleen de kopie beïnvloeden en niet het origineel. 3. Selecteer de optie Spiegelen/draaien in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-R). Er opent een dialoogvenster waarin u drie mogelijkheden heeft: Horizontaal spiegelen, Verticaal spiegelen en Draaihoek. Met deze laatste optie, wordt de REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 17

selectie niet gespiegeld, maar kunt u drie verschillende hoeken kiezen (90, 180 en 270 graden). Selecteer een van de opties, waarna de selectie dienovereenkomstig wordt gespiegeld of gedraaid. 2.6.2. Uitrekken en hellen Met de opdracht Uitrekken/hellen kunt u een geselecteerd gebied groter of kleiner maken en laten overhellen. Uitrekken: Stel dat u een deel van een tekening te klein heeft getekend. In plaats van de tekening te wissen en opnieuw te tekenen, kunt u die met deze opdracht vergroten (uitrekken in Paint-termen). U kunt deze opdracht als volgt proberen: 1. Selecteer de vorm die u wilt vergroten of verkleinen. 2. Mik op Uitrekken/hellen in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-W). 3. In het dialoogvenster Uitrekken en hellen kunt u in het groepsvak Uitrekken percentages invoeren voor Horizontaal en Verticaal uitrekken. Als u waarden lager dan 100 invoert, verkleint u de vorm. U kunt de vorm met verschillende afmetingen reproduceren (door te kopiëren en te plakken). U kunt de verhoudingen van de afbeelding vervormen door verschillende percentages voor Horizontaal en Verticaal uitrekken in te voeren Hellen: Met de opties in het groepsvak Hellen van het dialoogvenster Uitrekken en hellen kunt u een vorm onder een bepaalde hoek laten overhellen. 1. Selecteer het vlak dat u wilt uitknippen. 2. Klik op Uitrekken/hellen in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-W). 3. In het groepsvak Hellen van het dialoogvenster Uitrekken en hellen voert u in de tekstvakken Horizontaal en Verticaal het aantal graden in waarmee de vorm moet overhellen. Klik op OK. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 18

2.6.3. Negatief Met Negatief kunt u de kleur in een knipsel negatief weergeven. Met andere woorden zwart verandert in wit en wit in zwart. Werkt u met kleur, dan worden de kleuren vervangen door de complementaire kleuren ervan. Complementaire kleuren zijn de kleuren aan de tegenoverliggende zijde van de RGB-kleurencirkel (Rood, Groen en Blauw). Dit is een leuk gereedschap. Probeer in een afbeelding verschillende, elkaar gedeeltelijk overlappende vierkanten te selecteren en die achtereenvolgens negatief weer te geven. 1. Selecteer het gebied waarvan u de kleuren negatief wilt weergeven. 2. Klik op Negatief in het menu Afbeelding (of druk op Ctrl-I). 2.6.4. Zwiepen Het zwiepen van een selectie is een handige truc om een aantal kopieën van het knipsel over een afbeelding uit te smeren door de muis te verplaatsen. Met deze techniek kunt u beweging van een voorwerp suggereren maar ook interessante artistieke effecten creëren: 1. Selecteer een deel van de afbeelding. 2. Versleep de selectie terwijl u Shift ingedrukt houdt. Terwijl u sleept, wordt een aantal kopieën van het knipsel gemaakt. Net als bij kopiëren, kunt u ondoorschijnend of transparant zwiepen. Bij transparant zwiepen ziet u de afbeeldingen op de achtergrond door het knipsel heen. Ondoorschijnend zwiepen dekt de afbeeldingen op de achtergrond af. Om ondoorschijnend te zwiepen, drukt u voordat u versleept op het eerste pictogram in het vak onder de Werkset. Om doorschijnend te zwiepen, drukt u eerst op het onderste pictogram in het vak onder de Werkset. De achtergrondkleur van de selectie en de huidige achtergrondkleur moeten dezelfde zijn om een transparant effect te verkrijgen. 2.6.5. Pixels bewerken door de afbeelding te vergroten Bij het bewerken van pixels wordt een deel van de afbeelding zo vergroot dat u er een soort microchirurgie op kunt uitvoeren. In deze modus worden de beeldpunten waaruit de tekening is opgebouwd zo groot dat u ze kunt verfijnen en dat is vooral praktisch om lijnen een vloeiender verloop te geven, objecten te accentueren, minuscuul kleine patronen te creëren en dergelijke. 1. Selecteer de optie In- of uitzoomen in het menu Beeld en in het vervolgmenu de optie Aanpassen. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 19

Er opent een dialoogvenster w aarin u het zoompercentage kunt instellen. Kies als zoompercentage 800% en klik op OK. Het scherm verandert nu drastisch en laat u een close-up zien van de afbeelding. Als alternatief voor deze methode kunt u ook op het gereedschap Vergroten klikken en daarna in het vak onder de Werkset op zoomfactor 8 klikken. 2. Klik opnieuw op In- of uitzoomen in het menu Beeld en in het vervolgmenu op Raster weergeven (of druk op Ctrl-G). U ziet nu een raster. Klik nogmaals op Beeld en kies nu voor Schets weergeven. In de linker bovenhoek van het tekengebied ziet u in het venster Schets een overzicht van de afbeelding. Daarin kunt u ook het effect zien van de veranderingen die u erin aanbrengt. 3. Klik op het gereedschap Potlood. Dit gereedschap heeft een dikte van precies één pixel. Wanneer u op een van de blokjes klikt (die allemaal een pixel in het scherm voorstellen), dan wordt daar de geselecteerde voorgrondkleur aan toegekend. Met een rechtermuisklik kent u de achtergrondkleur toe aan een pixel. Eigenlijk bent u nu bezig de afbeelding punt voor punt in te kleuren. De aan de muisknoppen toegekende kleur kunt u op elk gewenst moment wijzigen. Ook kunt u de pixels met de Kwast bewerken. 4. Bent u tevreden bent met het resultaat klik dan op In- of uitzoomen in het menu Beeld en in het vervolgmenu op Normaal formaat (of druk op Ctrl-Pgup). 2.6.6. Kleuren bewerken U kunt desgewenst eigen kleuren maken. Ga als volgt te werk: 1. Klik op Kleuren bewerken in het menu Kleuren. 2. Het gelijknamige dialoogvenster opent met bovenin de basiskleuren. Wilt u zelf een aangepaste kleur maken, klik dan op Aangepaste kleuren selecteren. Het dialoogvenster wordt nu uitgebreid. Als u een nieuwe kleur wilt maken, klik dan op een leeg vakje bij Aangepaste kleuren. U kunt dan het grote vak met de kleurenmatrix en de schuifregelaar rechts in het dialoogvenster gebruiken om de kleurkenmerken aan te passen. De resulterende kleur verschijnt in het voorbeeldvak onder de kleurenmatrix. In de invoervakken van Tint, Intensiteit en Helderheid (of Rood, Groen en Blauw) kunt u zelf waarden invoeren. Als u met het resultaat tevreden bent, klikt u op Kleur toevoegen. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 20

2.7. Bestanden opslaan: U kunt bestanden opslaan in verschillende bitmapformaten. Normaal gesproken kunt u de keuze van het bitmap-formaat aan Paint overlaten. Het programma bepaalt dit aan de hand van het aantal kleuren waarmee uw videokaart werkt. Wanneer u een bestand opent, bewerkt en vervolgens weer sluit, gebruikt Paint hetzelfde formaat als w aarin dat bestand is gemaakt. Dit zijn de mogelijke bitmap-formaten: - Monochrome bitmap: voor monochrome Paint-bitmaps. - 16-kleuren bitmap: wordt gebruikt als in afbeeldingen 16 of minder kleuren voorkomen. - 256-kleuren bitmap: wordt gebruikt als in afbeeldingen meer dan 16 en minder dan 257 kleuren voorkomen. - 24-bits bitmap: wordt gebruikt als in afbeeldingen meer dan 256 kleuren voorkomen. - jpg-formaat: heel bruikbaar voor foto s. Een mooi resultaat en een klein bestand. Veel gebruikt op het internet. - gif-formaat: het meest gebruikt op het Internet. Vooral voor tekeningen. U kunt zelf bepalen welk bitmapformaat u kiest. Wel moet u bedenken dat hoe meer kleuren u opslaat, hoe groter de bestanden worden en hoe meer schijfruimte en RAM-geheugen u daarvoor nodig heeft. 2.8. Bestanden openen: Paint kan alleen bitmapbestanden lezen. In het dialoogvenster Openen, dat u opent met de gelijknamige optie in het menu Bestand (of door op Ctrl-O te drukken), verschijnen alleen bestanden met de juiste extensie. Zoek het bestand op in de tekstvakken of typ de naam. Voor het scannen van gedrukte afbeeldingen of foto's gebruikt u software en hardware die BMP-bestanden genereren. Overigens biedt de optie Plakken meer flexibiliteit dan de optie Openen, omdat u de algehele afmetingen van de tekening kunt bepalen en de ingeplakte afbeelding kunt verplaatsen. Als u alleen een tekening opent, dan komt deze waarschijnlijk in de linker bovenhoek terecht. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 21

2.9. Afbeelding afdrukken: Uiteindelijk zult u uw werk willen afdrukken. Voordat u dit doet, kunt u eerst controleren hoe het eruit ziet zoals het w ordt afgedrukt. Selecteer hiervoor de optie Afdrukvoorbeeld in het menu Bestand. Als u tevreden bent met wat u ziet, klik dan op Sluiten in de werkbalk boven in het Afdrukvoorbeeld of klik meteen op de knop Afdrukken. Als u wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk: 1. Open het bestand (als u dat nog niet heeft gedaan). 2. Klik op Pagina-instelling in het menu Bestand. Stel marges in en bepaal de afdrukstand en het papierformaat. Klik op OK. 3. Klik op Afdrukken in het menu Bestand. Het dialoogvenster Afdrukken opent, zoals hieronder. In dit dialoogvenster kunt u het volgende opgeven: - Naam: in deze vervolgkeuzelijst controleert u of de juiste printer is geselecteerd. - Eigenschappen: druk op deze knop om instellingen voor papierformaat en resolutie aan te passen. - Naar bestand: markeer dit vakje als u de afbeelding wilt afdrukken naar een bestand. Dat komt van pas als u het bestand wilt afdrukken op een printer die niet op uw computer is aangesloten. - Afdrukbereik: in dit groepsvak bepaalt u welke pagina's worden afgedrukt. Voer bij de optie Pagina's van de nummers in van de pagina's die u wilt afdrukken. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt laten afdrukken. In dit groepsvak kunt u verder nog de exemplaren laten sorteren. 4. Als u klaar bent met het aanpassen van de afdrukinstellingen, klikt u op OK. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 22

2.10. Iets over het inplakken: U moet nog een ding weten voordat u verder gaat en dat heeft te maken met het inplakken van getekende objecten. Een prettige eigenschap van Paint is dat de objecten die u aan de tekening toevoegt niet onmiddellijk onverbrekelijk deel uitmaken van het oppervlak. Dat gebeurt pas als u een ander gereedschap pakt, een schuifbalk gebruikt, een andere toepassing opent of de venstergrootte verandert. Bij al deze handelingen wordt het nieuwe object ingeplakt en kan dat wat achter dat object zit niet worden teruggehaald. Om een object te verwijderen dat u heeft getekend nadat u voor het laatst iets heeft ingeplakt, selecteert u de optie Ongedaan maken in het menu Bewerken. Let wel: je kan maar driemaal na elkaar de functie Ongedaan maken gebruiken! Daar staat tegenover dat u - tot u een van de acties uitvoert waarmee u het nieuwe materiaal plakt - alles wat u heeft gedaan, kunt verwijderen of wijzigen met de opdracht Ongedaan maken of met Backspace. Ook als u een kapitale fout maakt, hoeft u daarmee nog niet de tekening te bederven. Probeer deze mogelijkheden zelf uit te voeren terwijl u met de gereedschappen werkt. Om het werk selectief te verwijderen dat u heeft gedaan nadat u voor de laatste maal heeft geplakt, drukt u op Backspace. De cursor verandert nu in een vierkantje met een kruisje erin. (U kunt de grootte van dat vierkantje aanpassen door een andere lijndikte te kiezen.) Dit vierkantje werkt als een selectief gum, dat alleen materiaal wist (Lijnen, cirkels, verfspuit enzovoort) dat nog niet is ingeplakt, maar alles wat daar achter staat intact laat. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 23

3. EXTRA: De klembordfunctie Deze bewerkingen zijn van heel groot belang om efficiënt met de computer om te gaan! Zodra men een item (tekst of afbeelding) knipt of kopieert, wordt het automatisch op het klembord geplaatst. Bij knippen verdwijnt het oorspronkelijk item uit de toepassing die gebruikt wordt, bij kopiëren blijft het behouden in de toepassing. Het geknipte of gekopieerde blijft op het klembord staan tot er een ander item geknipt of geplakt wordt. Men kan dus meerdere malen hetzelfde item plakken in een (andere) toepassing. Let wel: Er kan steeds maar één item per beurt naar het klembord geknipt of geplakt worden. Met de komst van Office 2000 is dit veranderd: binnen Office kan je nu tot 12 items op het klembord plaatsen. Heel wat cd-roms bieden de mogelijkheid om zowel tekst als afbeelding naar het klembord te kopiëren. De manier waarop is bij elke cd-rom verschillend! 3.1. Wat is het klembord? Het klembord is een plaats in het cache geheugen dat de computer vrijhoudt om tijdelijk belangrijke gegevens op te slaan die u snel weer nodig heeft. Telkens je iets kopieert wordt dit in het klembord opgeslagen. Wanneer je later plakt wordt de inhoud van het klembord in de actieve toepassing overgenomen. Zo kan je snel gegevens overbrengen van de ene naar de andere toepassing. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 24

3.2. Een handig hulpmiddel: de klembord-viewer! Het is soms niet helemaal duidelijk of iets al dan niet in het klembord aanwezig is. Daarom bevat Windows een handig hulpmiddel om de inhoud van het klembord zichtbaar te maken: de klembord-viewer. Je start dit handig hulpmiddel op door te klikken op programma s bureauaccessoires systeemwerkset klembord-viewer Er opent zich een venster waarin je de inhoud van het huidig klembord kunt zien. Het is handig om die klembord-viewer stand-by te houden. Klik op de knop helemaal rechtsboven (minimaliseren). De klembord-viewer is nu als knop bereikbaar in de taakbalk. Op elk ogenblik kan je de viewer openen. Het kan nuttig zijn om de klembord-viewer op deze manier bij te hand te hebben om aan de kinderen duidelijk te maken wat er precies gebeurt als ze kopiëren en plakken. Een voorbeeld: bovenstaande tekst werd gekopieerd. In de klembord-viewer vind je dan: 3.3. Overnemen van een cd-rom en internet. Hier is er een groot verschil van cd-rom tot cd-rom. Bij de ene kan je de tekst of een tekstselectie naar het klembord brengen, bij de andere kan je enkel de afbeeldingen kopiëren, of kan enkel het actieve scherm gekopieerd worden. Nog andere laten het kopiëren gewoonweg niet toe. Dan is de enige mogelijkheid: werken met PrintScreen. Let wel: met PrintScreen kan je altijd vanuit om het even welke toepassing een kopie van het volledige scherm naar het klembord brengen (de toets PrtSc vind je meestal naast F12)! Deze schermfoto plak je dan in een tekenprogramma (Paint leent zich uitstekend daartoe). Je selecteert nu het gewenste deel van je screendumb en via knippen en plakken breng je het onderdeel naar je werkdocument. Afbeeldingen van internet kan je kopiëren via het menu dat je activeert met de rechtermuisknop. Je muiscursor dient wel op de afbeelding te staan. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 25

3.4. Een voorbeeld van het werken met PrintScreen. Een afbeelding van een schip uit de cd-rom Kijk, zo werkt het! in een worddocument plaatsen. a. Zorg dat het schip op het scherm te zien is en druk op de toets PrintScreen. Het volledige scherm wordt nu gekopieerd naar het klembord. Je kan dit controleren daar de klembord-viewer te openen. b. Open Paint en plak daar de schermfoto. Paint vraagt soms of je de bitmap wil vergroten. Kies Ja want de afbeelding op het klembord is groter dan het werkblad van Paint (gebruik de schuifbalken). Je krijgt dan dit scherm in Paint: c. Nu selecteer je met een selectiegereedschap het schip. We gebruiken hier de selectierechthoek. REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 26

d. We kiezen nu voor Bewerken Kopiëren of Knippen. e. Open het worddocument en via Bewerken Plakken brengen we het schip in ons werkdocument. TIP: knip, kopieer, plak met het toetsenbord: knip met Ctrl+X - kopieer met Ctrl+C - plak met Ctrl+V REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 27

4. Integratie in de klas Als we een applicatieprogramma zoals Paint willen integreren in het onderwijsleerproces is het wenselijk na te gaan welke leervaardigheden we kunnen activeren. < PAINT is in de eerste plaats een tekenprogramma: het geeft de kinderen de kans om op een eenvoudige manier hun creativiteit i..v.m. het werken met beelden vorm te geven. De vaardigheden die ze tijdens het tekenen op papier opdoen i.v.m. de beeldaspecten lijn, kleur, vorm en compositie kunnen bij het werken met Paint een verlengstuk krijgen. (Muzische vorming - Beeld) < In PAINT kunnen tekst en beeld makkelijk gecombineerd worden. Dit laat toe om eenvoudige illustratiebladen te maken waarbij gefocust wordt op de relatie tussen figuur en tekst (eindtermen schrijven, lezen, muzische vorming,...). < PAINT laat ook toe om ervaringen op te doen met lijnen, hoeken en vlakke figuren (tekenen van vierkanten, rechthoeken, driehoeken, veelhoeken, cirkels, ovalen, spiegelen en draaien, vervormen, ). Heel wat doelen uit het leerplan meetkunde kunnen hier speels ingeoefend worden. < Kinderen kunnen ook een opdracht krijgen om een bepaalde tekening na te maken. Daarbij moeten ze de figuur analyseren (onderzoeken welke vormen er verwerkt zijn) en vervolgens nauwkeurig plannen in welke volgorde ze de verschillende deelelementen zullen uitvoeren (logisch denken). < Tenslotte is het mogelijk om de kinderen de vaardigheden aan te leren vanuit geschreven handleiding zoals dat vaak gebruikelijk is bij applicatiesoftware. Dit betekent dat de leerlingen de instructies op papier moeten lezen (begrijpend lezen). < Paint is een relatief eenvoudig softwarepakket. Toch zijn een aantal handelingen identiek als bij het werken met bijvoorbeeld een tekstverwerkingspakket. Tevens komen heel wat muishandelingen aan bod. Door het werken met Paint leren de kinderen een aantal ICTbasisvaardigheden op een speelse manier aan! REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 28

5. Enkele toepassingen: - Tip: De boeken Windows 95-98 voor kinderen van A.W.Bruna geven een héél overzichtelijke handleiding voor PAINT, met heel wat praktische voorbeelden!!! Een aanrader... (kijk even in de Slegte...) REN West-Vlaanderen Lijn en Vorm - Paint - 29