GemeenteBergenopZoom en regiowestelijknoord-brabant. Jaarverantwoording2014



Vergelijkbare documenten
Begeleid Wonen. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

IrisZorg. verslavingszorg. en maatschappelijke opvang. dicht bij mensen, ver in zorg

IrisZorg Preventieve wijkgerichte

GemeenteenstadsgewestBreda. Jaarverantwoording2014

Wegwijzer voor buurt- en wijkteams

Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018

Blauwdruk Samenhangende zorg bijzondere groepen gemeente Zaltbommel en Maasdriel

VERBETERPLAN MAATSCHAPPELIJKE OPVANG, VERSLAVINGSZORG EN OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Raadsinformatiebrief Nr. :

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Ambitie: de doelgroep maatschappelijke zorg woont passend en zo zelfstandig mogelijk, heeft passende ondersteuning en participeert naar vermogen.

FACT IDRIS. Idris is een onderdeel van de Amarant Groep

Op weg naar 2020: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Adviezen van de diverse raden voor het Regionaal Kompas Flevoland

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

M E M O. Aan : Commissie Samenleving Van : Eveline Tijmstra en Harry Rotgans. Datum : 20 oktober 2016 Onderwerp : Verwarde personen.

Gemeente Oss. Jaarverantwoording 2014

ACTIEPLAN VERBORGEN VROUWEN

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost

Beleidsnotitie Dak- en Thuislozen CSA Aanleiding

De Maatschappelijke zorg dichterbij. Op weg naar 2021: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Team Bemoeizorg Wageningen. Tientallen hulpvragen, twee organisaties, één meldpunt

B en W. nr d.d Onderwerp Brief aan de raad over ontwikkelingen in de huisvesting Maatschappelijke opvang 2012

Opmerkingen en onderzoeksuggesties vanuit de discussiegroepen symposium 16/10/2013 nav de tabellen over huisuitzettingen

1. Ongewenste situaties voorkomen

Topklinisch Centrum voor Korsakov. en alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen. Informatie voor verwijzers

Inhoud. Alcoholpreventie Jeugd Gemeente Dalfsen

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Slim leven. Motiveren tot een gezonde leefstijl

Vangnet en springplank. Stichting Maatschappelijke Opvang Verdihuis. Meerjarenbeleid. SMO Verdihuis Tel

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Bemoeizorg Parkstad. Volwassenen

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

1. Inleiding. 2. Doelen en uitgangpunten van het gemeentebestuur

Commissienotitie. Onderwerp Alcohol 16 min geen goed begin. Status Informerend

Waar kunnen we u mee van dienst zijn?

STAP IN KLANTROUTE Knelpunten Wmo Knelpunten Jeugdwet Positieve punten Aanbevelingen

Werkwijze & plaatsingsmogelijkheden binnen Traverse

Perceelbeschrijving JeugdzorgPlus

Regiovisie beschermd wonen en maatschappelijke opvang. donderdag, 7 maart, Agendapunt:

Sociaal kwetsbare burgers in Eersel. Antje Eugster Onderzoeksfunctionaris

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 januari 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Bijlage 1: Stand van zaken trajecten, in- door en uitstroom bij instellingen en van het proces werk en activering

Externe brochure : toelichting

Plan van Aanpak Maatschappelijke VAN DE STRAAT NAAR EEN THUIS

Plan van Aanpak Maatschappelijke VAN DE STRAAT NAAR EEN THUIS

Mentrum SAMEN WERKEN AAN HERSTEL EN EEN WAARDEVOL LEVEN. Onderdeel van Arkin

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

FACT. Informatie voor verwijzers en professionals

Bemoeizorg Parkstad. Wat is bemoeizorg? Bemoeizorg Parkstad

Gemeente Oss. Jaarverantwoording 2013

DE GGZ IN DE 9 PRESTATIEVELDEN

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

CATEGORALE OPVANG VOOR SLACHTOFFERS MENSENHANDEL

Memorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015

Maatschappelijke opvang: trends en ontwikkelingen Verdiepingssessie Stedelijk Kompas Gemeente Eindhoven 31 maart 2015 Mathijs Tuynman

Raadsinformatiebrief

IRIS in de Buurt effectieve preventie is community-based

Onze cliënt staat centraal!

Overlastgevende en verwarde personen Overlastgevende en verwarde personen 1

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Respijtzorg in de regio

Beleidsplan Opvang en Bescherming. Anne-Marie van Bergen (Movisie) en Daan Heineke (Talenter)

Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...7

December Hoofdlijnen Meerjarenbeleid ( ) De Brug Midden-Nederland

Sociaal Vangnet Apeldoorn. Preventieve aanpak van (multi) problemen

verslavingspreventie binnen het onderwijs

Overmatig alcoholgebruik aanpakken RODER. met hulp in uw eigen huisartsenpraktijk. Januari 2014 ONDERDEEL VAN DE NOVADIC-KENTRON GROEP

Factsheet alcohol. Think Before You Drink

Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat

Rapport Monitor decentralisaties Federatie Opvang

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Maatschappelijke opvang. Informatie over ondersteuning van dak- en thuislozen. Promens Care

Realisatie Plan van Aanpak Zwerfjongeren

Regionaal beleids- en afsprakenkader 2016

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Samenvatting. Adviesvragen

Welkom. Presentatie wijkteams in de gemeente Leeuwarden en hoe zij de financiële hulpverlening hebben ingericht

Preventie en voorlichting

Kwetsbare burgers in beeld? Workshop Symposium 10 februari 2014 Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant

Preventie en voorlichting

Memorandum. Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling. Aan Regionaal beleidsteam. Datum 17 februari 2015

BIJLAGE voortgangsrapportage mei 2007 Rapportage en planning activiteiten Den Haag Onder Dak. maart Bijgesteld op 4 mei 2007.

B&W. Advies. Noodopvang en woningen bijzondere doelgroepen. Zoetermeer steeds ondernemend. \u,/.,;/ 9P..\9\.\ Zocx C?.3-.l.l.--2:c.

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de verordening maatschappelijke ondersteuning B E S L U I T E N:

STICHTING ADDICTS FOR ADDICTS (A4A) voor het bieden van hulp en ondersteuning aan mensen met verslavingsproblemen BELEIDSPLAN 2014

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014

Maatschappelijke opvang. Informatie over ondersteuning van dak- en thuislozen. Promens Care

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Wmo subsidiekader Inleiding. Bijlage: Wmo subsidiekader Visie op maatschappelijke dienstverlening, outcome en indicatoren

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig

Welzijn Nieuwe Stijl. preventie zorg en opvang. 27 juni 2011

Vraag & Antwoord. De toetsingscriteria

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Transcriptie:

GemeenteBergenopZoom en regiowestelijknoord-brabant Jaarverantwoording2014

Gemeente Bergen op Zoom en regio Westelijk Noord-Brabant Jaarverantwoording 2014 In dit document treft u de jaarverantwoording aan van de gemeentelijk gefinancierde zorg en preventie. Deze is voorzien van een accountantsverklaring, die u separaat toegezonden wordt. De zorg die Novadic-Kentron in 2014 geleverd heeft vanuit de AWBZ, de ZVW en de forensische zorg wordt verantwoord in het maatschappelijk jaardocument zorg. In juni wordt ook een jaarbericht uitgegeven met de highlights van het afgelopen jaar. U vindt de complete jaarverslaglegging te zijner tijd op www.novadic-kentron.nl Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 1

Productgroep Ambulante zorg Relevante ontwikkelingen in de zorg 2014 heeft voor het zorglandschap in Nederland voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de drie transities. Daarnaast heeft Novadic- Kentron te maken gehad met de nieuwe ordening in de GGZ; Basis GGZ en Specialistische GGZ. Uitdagingen die hier voor Novadic-Kentron in 2014 uit voort zijn gekomen, hebben in het teken gestaan van de veranderende positie van Novadic- Kentron als specialistische aanbieder van verslavingszorg, met als uitdagingen onder andere de afstemming met collega instellingen over de positionering van begeleidingsactiviteiten voor cliënten met verslavingsproblemen, de aansluiting van de afdeling Preventie en behandelaren met de generalistische professionals in het wijkgerichte werken. Het aansluiten van de eerste lijn bij huisartsen voor korte zorgvragen en chronische ondersteuning en een goede samenwerking met ketenpartners voor de specialistische GGZ om de expertise adequaat in te zetten en toegankelijk te maken. In de regio Bergen op Zoom heeft een aantal specifieke thema s in 2014 veel aandacht gekregen, er is door Novadic-Kentron accent op gelegd. Hieronder staan deze thema s beschreven. GHB-problematiek Het aantal GHB-verslaafden lijkt te stabiliseren, maar de groep gemarginaliseerde gebruikers is gegroeid. In 2014 is door Novadic-Kentron in samenwerking met ketenpartners in de focusgroep acute psychiatrie van het ROAZ, een protocol opvang acute GHB-problematiek in de ketenzorg ontwikkeld. In 2014 en 2015 zal dit protocol in de verschillende regio s van de provincie geïmplementeerd worden. Om de behandeling aan GHB-verslaafden verder te verbeteren neemt Novadic-Kentron in samenwerking met het NISPA (Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction) deel aan een onderzoek dat wordt gefinancierd door het Ministerie van VWS en gericht is op onder andere methoden van Preventie, behandeling en terugvalpreventie. Begin 2014 is de GHB-monitor 2.0 gestart die de behandeling van alle klinisch opgenomen GHB-cliënten binnen zes instellingen volgt om te onderzoeken welke behandeling het meest effectief is. De monitor loopt nog door in 2015 zodat nog geen resultaten bekend zijn. GHB in de cel De GHB-cel op de Mijkenbroek in Breda is ook in 2014 weer veelvuldig gebruikt voor het in verzekering stellen van GHB-verslaafde arrestanten. De samenwerking tussen Novadic-Kentron en de politie verloopt naar volle tevredenheid en wordt ook in 2015 gecontinueerd. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 2

Woonvoorzieningen voor dak- en thuisloze verslaafden De procedure omtrent het vinden van een geschikte locatie voor de woonvoorziening voor dak- en thuisloze verslaafden in Roosendaal heeft ook in 2014 veel aandacht gehad. Als gevolg van de overheveling van gelden voor beschermd wonen van het zorgkantoor naar de gemeenten hebben de betrokken gemeenten de mogelijkheid bekeken om de geplande woonvoorziening te financieren. Helaas is het niet gelukt hier het benodigde budget voor vrij te maken. Omdat de noodzaak voor het realiseren van een woonvoorziening voor chronisch drugverslaafde mensen daarmee niet is verdwenen zal door middel van een lobby naar staatssecretaris Van Rijn in 2015 alsnog geprobeerd worden de financiering hiervoor te regelen. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 3

Productgroep Basiszorg en veiligheid Bemoeizorg Bemoeizorg richt zich op het signaleren en traceren van en contact leggen met (verslaafde) zorgmijders en leidt hen, indien mogelijk, naar reguliere zorgtrajecten. Het zijn veelal chronische, psychiatrische cliënten met verslavingsproblematiek, die in sommige gevallen ernstig dreigen te verloederen en overlast kunnen veroorzaken. Naast dak- en thuislozen bestaat deze doelgroep ook uit mensen die kampen met verborgen leed achter de voordeur. Zij vallen niet direct op door overlast of onwenselijk gedrag. Maatschappelijk rendement Net als de voorgaande jaren, zorgen steeds strenger wordende financieringskaders van zorgverzekeraars, voor situaties waarbij de reguliere hulpverlening steeds minder kan betekenen. Bemoeizorg kan juist in deze situaties adequaat handelen, zodat op het gebied van huisvesting, inkomen en dagbesteding samen met de cliënt naar passende hulp gezocht kan worden. Concreet betekent dit dat Bemoeizorg een belangrijke rol heeft in de ondersteuning van de doelgroep bij het zoeken naar onderdak, het aanvragen van een uitkering of zichzelf laten verzekeren bij een zorgverzekeraar. Daarnaast gaat Bemoeizorg met de cliënt op zoek naar een passende instantie die hulp kan bieden bij een zinvolle dagbesteding of behandeling. Dit heeft direct een positief effect op de veiligheid op straat, het gevoel van eigenwaarde voor de cliënt en de participatie van cliënt in de maatschappij. Bemoeizorgmedewerkers richten zich niet alleen op de doelgroep zelf, maar ook op diens omgeving en probeert vanuit een zorgvuldig opgebouwde samenwerkingsrelatie het sociale netwerk van de cliënt verder op te bouwen of te verstevigen. MASS-overleg Aanmeldingen voor Bemoeizorg in de regio Westelijk Noord-Brabant vinden voor het grootste deel plaats via de overleggen van de Maatschappelijke Steunsystemen (zogenaamde MASS-overleggen) waaraan de bemoeizorgmedewerkers van Novadic-Kentron deelnemen. In de MASS-overleggen wordt afgesproken wie de dossierhouder van een casus is en wordt een terugkoppeling gegeven over het verloop van een casus. Om de ketensamenwerking binnen Bemoeizorg beter gestalte te geven en te borgen worden in de werkgroep Bemoeizorg van het Regionaal Kompas concrete samenwerkingafspraken gemaakt. Dit heeft het afgelopen jaar geresulteerd in een aantal afspraken die zijn vastgelegd in het uitvoeringsplan MASS en Bemoeizorg voor de regio West-Brabant West. Casusoverleg huiselijk geweld Waar er vorig jaar een afname te bespeuren was in het aantal toeleidingen vanuit het casusoverleg naar Bemoeizorg, zien onze medewerkers over het algemeen dat het aantal toeleidingen zich stabiliseert. Door inzet van Novadic-Kentron in het HGO, zijn de lijnen nog steeds kort en kan er adequaat worden ingesprongen op hulpvragen omtrent huiselijk geweld door zowel de reguliere zorg als Bemoeizorg. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 4

Aanhoudende verzwaring en verharding In het algemeen valt op dat de ontwikkelingen van voorgaande jaren zich ook dit jaar blijven voortzetten. De dagopvang van de Maatschappelijke Opvang aan de Zuid-Oostsingel heeft haar programma geambulantiseerd. Het lukt nog niet alle verslaafden uit deze doelgroep om daadwerkelijk aan te haken bij het programma van de sociale activering waardoor onze medewerkers een toename van individuele cliënten en daarmee gepaard gaande overlast op straat zien. Vorig jaar was er een toename te bespeuren onder het aantal (middelen gebruikende) probleemjongeren op straat. Dit jaar zien onze medewerkers hierin een stabilisatie of zelfs een lichte afname. Daar de gemeente Bergen op Zoom momenteel geen voorzieningen heeft voor deze doelgroep, wordt er doorverwezen naar het zwerfjongeren pension in Breda. De groep dak- en thuislozen is in 2014, om dezelfde redenen als in 2013, wederom toegenomen waardoor de groep die gebruik maakt van een zwerversuitkering ook weer wat groter is geworden. GHB-problematiek De complexiteit van deze problematiek is net als voorgaande jaren onverminderd groot. Wel zijn er pieken en dalen te bespeuren in de mate van overlast en hulpvraag van de doelgroep gedurende 2014. Dit heeft volgens onze medewerkers vaak te maken met bewegingen van deze doelgroep naar andere regio s/provincies of het feit dat er een justitieel traject loopt, waardoor de doelgroep even uit beeld is. In de piekmomenten van overlast en teloorgang zien onze medewerkers dat de veelal zwervende GHB afhankelijke cliënten, zich van pand naar pand bewegen en dus geen vaste verblijfplaats hebben. Op deze adressen veroorzaken zij hevige overlast waarbij de buurt de overlast en de medische calamiteiten zoals out gaan als erg schokkend ervaart. In 2014 heeft een van onze medewerkers nadruk gelegd op de ketensamenwerking rondom deze specifieke problematiek, dit heeft onder andere geresulteerd in een vruchtbare samenwerking met St. Moedige Moeders uit Rucphen. Vanuit deze samenwerking wordt geprobeerd meer grip te krijgen op de doelgroep uit deze en omliggende gemeenten. De eerste resultaten zijn dat de doelgroep die in eerste instantie nog achter de voordeur verborgen bleef, nu meer in beeld lijkt te komen. Het straatteam In 2014 is een van onze bemoeizorgmedewerkers aangesloten bij het straatteam van de gemeente. Vanuit dit team bedient de medewerker zowel de reguliere doelgroep van bemoeizorg als de doelgroep van het straatteam, de burger zonder vaste woon- of verblijfplaats. De cliënten die deze medewerker bezoekt en doorleidt, zijn ook toegevoegd in de KPI s van bemoeizorg. KPI s Wat betreft de realisatie van uren zijn er in 2014, op een lichte overschrijding in uren na, geen bijzonderheden ten opzichte van de planning. Wat betreft het aantal personen in begeleiding van het bemoeizorgteam en het aantal personen toegeleid naar de zorg en/of opvangvoorzieningen wel. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 5

Het aantal personen in begeleiding is 119. Dit wijkt af van de planning van 75 en zit, door de eerder genoemde oorzaken, ruim boven het totaal van 98 van 2013. Bemoeizorg heeft in 2014 61 zorgwekkende zorgmijders toegeleid tot zorg of opvang. Dit wijkt ook af van de planning van 45 en zit ook hier, door de al eerder genoemde oorzaken, boven het totaal van 47 in 2013. Geconcludeerd kan worden dat de afgesproken normen gehaald zijn, echter zien we ten opzichte van 2013 wel een toename van zowel het aantal begeleide cliënten, als het aantal toegeleidde cliënten. Trends en vooruitzichten De GHB problematiek heeft in 2015 onverminderd onze aandacht, zo zal er in het eerste kwartaal een casuïstiekoverleg gepland worden tussen alle zorginstellingen die een rol spelen in deze problematiek. Dit overleg heeft als doel de zorgwekkende, overlast veroorzakende GHB gebruiker exact in kaart te krijgen zodat er op individueel niveau een plan gemaakt kan worden (crisiskaart) hoe te handelen bij deze persoon als deze actief in beeld is en welke hulpverleners/instanties hierbij betrokken zijn. Daarnaast zal de bijdrage vanuit Bemoeizorg aan het straatteam Bergen op Zoom gecontinueerd worden en zal er daar waar het nodig is ook een bijdrage plaatsvinden van onze andere bemoeizorgmedewerker. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 6

Productgroep Maatschappelijke Opvang De Maatschappelijke Opvang (MO) biedt opvang en begeleiding aan mensen die in een acute crisis verkeren, gecombineerd met een (dreigende) dakloosheid. De hulpverlening is gericht op mensen met sociaal-maatschappelijke en psychosociale problematiek waarbij een sociaal vangnet ontbreekt of onvoldoende draagkracht heeft. Een gedeelte van deze cliënten heeft te kampen met psychiatrische problematiek, sommigen zijn verslaafd of hebben een licht verstandelijke beperking. De meeste van onze cliënten ondervinden een combinatie van problemen waarbij financiële problematiek bijna altijd centraal staat. Onze kernactiviteiten zijn gericht op versterken van vaardigheden en competenties bij onze cliënten. Ketengericht doorverwijzen naar passende hulpverlening is ook een belangrijk onderdeel van onze werkzaamheden. Dit alles ter ondersteuning van de cliënt met als doel terugkeer in de samenleving. Maatschappelijke ontwikkelingen Financiële crisis De gevolgen van de financiële crisis zijn in 2014 nog steeds aanwezig. We zien een kwantitatieve druk doordat er meer mensen zijn die hun onderdak verliezen of dreigen te verliezen. Dit komt voort uit het verliezen van een baan, waardoor de huur niet meer op te brengen is, door scheiding/verbreken van de relatie of executieverkoop van de eigen woning. Vooral cliënten die een koopwoning hebben gehad, staan vaak niet ingeschreven bij de woningstichting en kunnen hierdoor nergens heen. Zowel intramuraal als extramuraal zien we dat er onvoldoende plaatsen zijn om volledige gezinnen op te vangen. Dit is wel een aandachtspunt om rekening mee te houden. Hierdoor kunnen maatschappelijke onverantwoorde situaties ontstaan, om nog maar niet te spreken van de hoge kosten die deze uitzettingen met zich meebrengen. Tevens zien we door de crisis een strengere toepassing van wet- en regelgeving, verscherpte procedures, maar ook verharding in de onderlinge relaties. Daarentegen krijgen we ook meer te maken met de eisende cliënt, of cliënten die hopen via de opvang versneld in aanmerking te komen voor huisvesting. Dit vraagt van onze medewerkers een voortdurende alertheid, een sensitiviteit voor kleine signalen, soms vertrouwen op het onderbuikgevoel en vaak ook het verlenen van voordeel van de twijfel. Huisvesting De druk op de sociale woningbouw neemt meer en meer toe. Vooral de mensen die tot onze doelgroep behoren, maken gebruik van de sociale woningbouw. Doordat de wachtlijsten toenemen, zien we dat er binnen onze voorzieningen een steeds slechtere doorstroom ontstaat. Vooral bij jongeren onder de 23 jaar is de match tussen uitkering en passende woning vrijwel nihil. We zien mensen in toenemende mate uitwijken naar nietpermanente huisvesting. De gemeente Bergen op Zoom, als wel de omliggende gemeenten kennen veel campings waar, naar schatting, zo n vijfhonderd mensen permanent verblijven. Doordat de wachtlijsten zolang zijn en cliënten lang in de opvang verblijven, missen cliënten perspectief. Het missen van een goede woonladder was in 2014 duidelijk merkbaar. Een deel van onze cliënten kan niet op de reguliere woningmarkt terecht, omdat zij te kampen hebben met specifieke multi-complexe problemen, huurschulden. Het ontbreken van gepaste huisvesting maakt dat deze cliënten vaak jaren in de nachtopvang, de camping en op straat verblijven. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 7

Positief is de pilot met betrekking tot de twee procent voorrangsregeling die heeft gedraaid. Deze bijzondere regeling ter bevordering van het huisvesten van mensen die zorg en/of begeleiding nodig hebben is, in de gehele regio, aangenomen door de woningbouwcoöperaties. Hierdoor is er een universele regeling ontstaan die ons in staat stelt om veel doelmatiger en meer van deze regeling gebruik te maken. Regionale ontwikkelingen In april 2014 zijn we overgeschakeld van dagopvang naar activering bij Stichting Samenwerken. Onder de noemer van passief naar actief zijn we deze weg ingeslagen om mensen meer in beweging te krijgen. De dagopvang zoals die was ingericht werkte passiviteit in de hand. De cliënten die gebruik maakten van de dagopvang waren moeilijk te motiveren en medewerkers van de opvang waren steeds meer gericht op beheersing in plaats van hulpverlening. Daarnaast hebben we de trajectbegeleiding gekoppeld aan de activering. Hierdoor zetten we de middelen en personeel veel doelmatiger en efficiënter in. Door het sluiten van de dagopvang en de activering buiten de deuren van de opvang te organiseren zien we dat de agressie / hospitalisatie drastisch is afgenomen en het begeleiding- en leefklimaat sterk is verbeterd binnen de nachtopvang. Doordat er een officieel gemarkeerde hangplaats is gekomen voor de doelgroep, is de overlast in de wijk ook afgenomen. Dit maakt dat de burgers in de wijk vaak wat milder zijn en meer begrip tonen voor deze doelgroep. Ook hier heeft het nieuwe samengestelde straatteam een rol te vervullen. Actief de straat op gaan om mensen te motiveren, aan te sluiten bij de hulpverlening en het direct inspelen op situaties met betrekking tot overlast. Voor de toekomst zou het een pre zijn om de maatschappelijke opvang te laten participeren in het straatteam. Dit omdat veel van de cliënten in de nachtopvang komen en bij hen bekend zijn. Multi-problematiek Cliënten van de maatschappelijke opvang kenmerken zich door een multi-problematiek: soms is het puzzelen om te kunnen ontleden wat er precies aan de hand is, wat het probleem onder het probleem blijkt te zijn, om van hieruit tot een duurzame oplossing te komen. We werken hiervoor samen met collega-instellingen en instanties waarbij de lange wachtlijsten voor diagnostiek, voor behandeling, voor een plaats bij een beschermde woonvoorziening, voor maatschappelijk werk, voor schuldhulpverlening etcetera, zorgen voor stagnatie van de doorstroom binnen de maatschappelijke opvang. Hierdoor verblijven cliënten vaak langer op de opvang dan noodzakelijk. Mensen met urgente problemen komen dieper in de problemen door de (te) late inzet. Daarnaast zien we in toenemende mate cliënten met somatische beperkingen. Het gaat om cliënten die een vorm van medische ondersteuning behoeven, maar onvoldoende hulpbehoevend zijn om te plaatsen in een verpleeg- of verzorgingstehuis. Ook is er een groep die we niet kunnen opvangen omdat de problematiek te complex is. Hierbij speelt agressie naar medewerkers en andere cliënten een grote rol. Bij deze groep cliënten is meestal sprake van ernstige psychiatrie en/of verslaving. Ook hier het gemis van een goede woonladder die voorziet in wonen en ondersteuning bij dit wonen. Jongeren Ook dit jaar waren er weer relatief veel aanmeldingen van jongeren. In totaal waren er in de regio 55 aanmeldingen van jongeren onder de 23 jaar. Dit is 15.5% van alle aanmeldingen en dus substantieel een groot aantal. De achtergrond van deze jongeren is divers. De problematiek is divers, niet altijd heel ernstig, maar soms zijn ze nog net niet sterk genoeg om het geheel zelfstandig te redden en missen ze een ondersteunend Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 8

netwerk. Anderen kampen met een verslaving. Soms is de problematiek wel ernstig, al dan niet gecombineerd met beginnend gebruik van middelen, zwaar gebruik van middelen of het net clean zijn. Een ontwikkeling van de laatste jaren is dat er steeds vaker jongeren door hun ouders uit huis worden gezet als zij 18 jaar zijn, onder andere omdat het inwonen van het kind gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld een uitkering van ouders. Voor de opvang van jongeren tot 23 jaar heeft SMO in Breda een zwerfjongerenpension gerealiseerd, De Omloop/het Koetshuis. Deze opvang is ook toegankelijk voor zwerfjongeren uit de regio Bergen op Zoom/Roosendaal. Helaas is de toeloop naar deze opvang groot zodat niet alle jongeren die worden aangemeld ook daadwerkelijk terecht kunnen. Ook de aansluiting op een traject na het verblijf in De Omloop is nog lastig. Het is belangrijk dat jongeren zo snel mogelijk teruggaan naar hun eigen regio omdat zij daar hun netwerk hebben. In de praktijk blijkt het moeilijk om passende en betaalbare woonruimte voor deze groep te vinden en zien we dat jongeren terug het daklozen/thuislozen-circuit ingaan, omdat zij in Breda hun netwerk (school/familie/werk) niet binnen bereik hebben. Hoe groot deze groep onzichtbare dakloze jongeren werkelijk is blijft gissen. Extramuralisering en vervolgplaatsen Afgelopen jaren hebben we de extramuralisering van andere instellingen van dichtbij meegemaakt. Verschillende instellingen hebben afdelingen moeten sluiten of het aantal bedden moeten reduceren. Mede hierdoor is er een toename in gebruik van de maatschappelijke opvang zichtbaar. Zorgelijk hierbij is dat er ook een toename is van cliënten met specifieke problematiek als psychiatrie of een verstandelijke beperking. Deze verschillen in problematiek maakt het binnen de maatschappelijke opvang moeilijk om iedereen op een juiste manier te begeleiden. Het vraagt veel specialistische kennis waaraan het binnen de maatschappelijke opvang ontbreekt. Het is ook de vraag of het wenselijk is om mensen met zo n grote diversiteit aan problematiek onder één dak te huisvesten. Om een beter en duidelijker beeld van de niet zichtbare problematieken te krijgen is het wenselijk om tijdens de aanmeld/intakefase ons meer te richten op cliënten met een verstandelijke beperking of een psychiatrisch ziektebeeld. Hierdoor kunnen we voorkomen dat we mensen verkeerd inschatten en daardoor overvragen. Tevens zien we dat er regelmatig cliënten aanhaken op de maatschappelijke opvang die vanuit een andere instelling of voorziening komen. Het is niet altijd vast te stellen, maar zeker niet ondenkbaar dat, bij eerdere inzet op huisvesting gedurende de behandeling/begeleiding, een beroep op opvang niet noodzakelijk was geweest. Het verkrijgen van een indicatie voor een verblijfsvoorziening wordt steeds moeilijker en de maatschappelijke ontwikkelingen richten zich weer meer op participeren en wonen in de wijk. Het gevaar hierbij is dat er een deel van deze groep cliënten de aansluiting in de maatschappij niet kan waarmaken. Toename van vereenzaming, overmatig gebruik alcohol/drugs en overlast zien we als gevolgen. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 9

Geleverde producten Maatschappelijk Opvang Dag- en nachtopvang Bergen Op Zoom In de nachtopvang ligt de nadruk op het bieden van eerste levensvoorwaarden zoals een verblijfplaats, maaltijden, een slaapplaats en gelegenheid tot verzorging. Begeleiding wordt aangeboden, maar is geen voorwaarde tot verblijf. De dagopvang is tot 1 april 2014 open geweest, daarna zijn we gaan activeren bij de locatie van stichting Samenwerken aan de parallelweg in Bergen op Zoom. Dit was met een tweeledige bedoeling. Ten eerste om de cliënt weer in beweging te krijgen en de passiviteit te doorbreken. Ten tweede om hospitalisatie tegen te gaan. Doordat cliënten eerst vaak bijna 24 uur per dag op de opvang verkeerde, ontstond er een begeleidings- en leefklimaat wat niet bijdroeg aan het versterken van de competenties en vaardigheden van de cliënten. Door dit te scheiden hebben we deze ongunstige ontwikkeling doorbroken. Er wordt goed gebruik gemaakt van de activering en in de avond zijn mensen veel rustiger en meer voldaan Door verschillende omstandigheden zien we een toename van diverse problematieken op de nachtopvang. Cliënten met een verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek nemen toe en dit heeft in 2013 meerdere keren tot ernstige incidenten geleid waarbij fors geweld is gebruikt door cliënten richting medewerkers. Hierdoor hebben we de regels en de schorsingen aangescherpt. Dit in combinatie met het sluiten van de dagopvang heeft tot een drastische daling geleid van het aantal incidenten. De toename van cliënten met deze problematieken zien we wel onverminderd stijgen. Ook de toename van gebruik zorgt soms voor zorgwekkende situaties. Gebruik van alcohol/drugs is binnen de opvang niet toegestaan en de opvang na sluitingstijd verlaten is ook niet toegestaan. Dit jaar zien we tevens een grote toename in cliënten met somatische klachten. Dit zijn cliënten die eigenlijk overdag niet de straat op kunnen vanwege medische zaken. In uitzonderlijke gevallen hebben we cliënten toch binnen gehouden in de opvang en tijdens de sluitingstijden gebruik laten maken van de opvang. Er was dan geen begeleiding aanwezig wat niet wenselijk is. In de nachtopvang zien we dat het bereik ruim is verdubbeld, de verwachte 90 cliënten werden er 227. Als we dan kijken naar vorig jaar waarin we op 156 zaten zien we weer een forse toename. Bovengenoemde financiële crisis en de extramuralisering zullen hier mede invloed op hebben gehad. Doordat de kwantitatieve stijging druk geeft op het uitvoerende personeel en op de voorzieningen is het vaak lastig werken, tel daarbij op, het tekort aan huizen, de verharding, het ontbreken van goede medische zorg en de multi-problematieke situaties waarin een cliënt verkeert en de vicieuze cirkel is compleet. Hierdoor is de druk op de bedden groot en de uitstroom klein. Opvallend is wel dat een groot aantal van onze cliënten doordat zij niet binnen kunnen in het alternatieve circuit belandt als het om wonen gaat. Campings, onderhuur, kraakpanden zijn momenteel erg in trek. Lastig en zorgwekkend hierbij is dat mensen uit beeld geraken en er zorgwekkende situaties kunnen ontstaan. Crisisopvang Brugstraat Roosendaal De opvang in Roosendaal biedt met tien kamers, die omgevormd kunnen worden tot gezinskamers, onderdak aan alleenstaanden en gezinnen. Het streven is dat vooral de gezinnen zo snel mogelijk doorstromen naar begeleid wonen, ofwel vanuit de maatschappelijke opvang, of weer Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 10

vanuit (tijdelijke) eigen woonruimte. Ondanks het feit dat zich veel gezinnen aanmelden, is er vaak weinig mogelijkheid om met name grotere gezinnen (met meer dan twee kinderen, of met oudere kinderen) op te nemen gezien de geringe capaciteit in de Brugstraat. In de realisatie is niet afgeweken van het aantal plaatsen. Het bereik van het aantal cliënten ligt echter ver onder de begroting (21 in plaats van 45 weer 2 minder dan vorig jaar) wat vooral te maken heeft met de slechte doorstroom. Particulier huren is vaak niet meer haalbaar voor deze mensen, gezien de toenemende schuldenproblematiek die ze met zich meebrengen. Ook zien we binnen regelingen met de woningcorporatie dat het aanbod beperkt wordt omdat er ook daar minder doorstroom plaatsvindt. Bij de woningbouwcoöperaties is ook aangegeven dat de druk omhoog gaat en er onder andere ook asielzoekers en geextramuraliseerde groepen gehuisvest moeten worden. Doordat de doorstroom minder is, kost elke cliënt op jaarbasis steeds meer om deze op te vangen. Een kleine rekensom leert ons dat in 2013 een cliënt 10.100, - aan opvang kost en nu in 2014 kost een cliënt 11.060, - dit allemaal te wijten aan stagnatie van de doorstroom. Doorgerekend naar een gezin van 4 personen kost dit de maatschappij ruim 44.000, - om deze mensen van opvang te voorzien. Voor de toekomst zeker iets om bij stil te staan. Door de crisisopvang te ambulantiseren kunnen we met hetzelfde budget veel meer mensen helpen. Lang verblijf Erasmuslaan Bergen op Zoom Begin 2010 werden er tien verblijfplaatsen gerealiseerd in de opvang aan de Erasmuslaan. Deze woonvoorziening voor zorgwekkende zorgmijders, gefinancierd vanuit de AWBZ, werd gestart als doorstroomvoorziening vanuit de dag- en nachtopvang waar ook de alcoholverslaafde cliënt terecht kan. In 2011 jaar werd flink geïnvesteerd in het gebouw en na een aanzienlijke verbouwing voldoet de voorziening weer volledig aan de eisen zoals die nu gesteld worden. Langzaam zien we een verandering in de doelgroep op de Erasmuslaan. Wat van oorsprong een voorziening was voor chronische alcoholverslaafde cliënten, biedt nu onderdak aan een zeer gemêleerd gezelschap. Dit komt mede door de benodigde AWBZ-indicatie die afgegeven worden op een verstandelijke beperking of een psychisch/psychiatrisch ziektebeeld. Inzet in 2014 is vooral geweest om mensen meer en meer naar de zelfstandigheid toe te begeleiden. Met de veranderende regels ten aanzien van beschermd wonen en de extramuralisering zullen een aantal van de cliënten die nu op de Erasmuslaan wonen later zelfstandig moeten gaan wonen omdat de indicatie niet meer toereikend is. We zijn dan ook langzaam aan het veranderen en de begeleiding vindt meer en meer op een individuele basis plaats. De groepsgerichte aanpak wordt steeds minder. Daar de Erasmuslaan in het verleden enkel en alleen een woonfunctie had is het nu ook veel meer gericht op doorstroom en verbeteren van vaardigheden en competenties. Voor een deel van de groep zal zelfstandigheid nooit haalbaar zijn en deze zullen begeleiding en ondersteuning moeten blijven krijgen in de toekomst. Aanmelding en preventieve interventie Bij de maatschappelijke opvang krijgen we, door de situatie en problematiek van de cliënten die zich aanmelden, door het gedrag van onze cliënten/bezoekers en door de samenwerking met andere organisaties een concreet beeld van maatschappelijke ontwikkelingen. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 11

In 2014 waren er 355 aanmeldingen met soms zeer schrijnende verhalen. Ten gevolge van de financiële crisis zien we een toename in mensen die hun onderdak verliezen of dreigen te verliezen. Dit komt voort uit het verliezen van een baan, waardoor de huur niet meer op te brengen is, door scheiding/verbreken van de relatie of executieverkoop van eigen woning. Vooral cliënten die een koopwoning hebben gehad staan vaak niet ingeschreven bij de woningstichting en kunnen hierdoor nergens heen. Tevens zien we door de crisis een strengere toepassing van wet- en regelgeving, verscherpte procedures, maar ook verharding in de onderlinge relaties. Problematiek wordt complexer en lastiger op te lossen doordat wachttijden voor bijvoorbeeld schuldhulpverlening aan het toenemen zijn. Daartegenover krijgen we ook meer te maken met de eisende cliënt, of de cliënt die zijn verhaal aandikt in de hoop om via de opvang versneld in aanmerking te komen voor huisvesting. Dit vraagt van onze medewerkers een voortdurende alertheid, een sensitiviteit voor kleine signalen, soms vertrouwen op het onderbuikgevoel en vaak ook voordeel van de twijfel. Wat soms terecht en soms ook niet terecht bleek te zijn. Aanmeldingen Totaal -23 jaar 23-25 jaar +25 jaar Bergen op Zoom 95 18 4 73 Roosendaal 109 19 9 81 Steenbergen 13 2 1 10 Woensdrecht 11 0 0 11 Halderberge 24 2 2 20 Rucphen 1 1 6 8 Buiten de regio 66 9 2 55 Onbekend 29 4 4 21 Totaal 355 55 30 275 Het preventief inzetten op voorkomen van huisuitzettingen zou mogelijk beter kunnen worden benut. In de MASS-overleggen wordt nauw samengewerkt met diverse ketenpartners om uithuiszetting te voorkomen, hier zijn ondertussen met de woningcorporatie diverse afspraken over gemaakt, echter het versterken van onderlinge samenwerkingen zou preventief handelen nog meer ten goede komen. Trajectbegeleiding Iedere cliënt die in begeleiding gaat bij de crisisopvang krijgt een trajectbegeleider toegewezen. Deze trajectbegeleider stelt een plan op met de cliënt, neemt de praktische hulpverlening op zich, voert casemanagement, stemt af met samenwerkingspartners, bewaakt de door- en uitstroom van cliënten, signaleert knelpunten. De trajectbegeleider fungeert op deze manier als spin in het web binnen de maatschappelijke opvang. De trajecten en de activering zijn voor de cliënten van de nachtopvang onlosmakelijk met elkaar verbonden. De cliënten die gemotiveerd zijn kunnen aansluiten bij de trajectbegeleider en vanuit hier wordt een plan gemaakt wat van de cliënt is. Deze cliënten krijgen ondersteuning vanuit de maatschappelijke opvang, praktische ondersteuning of doorverwijzingen naar meer specialistische hulpverlening. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 12

We zijn hierin specifieker en toch wat eisender geworden. Daar in het verleden iedereen aan kon kloppen is er nu een kleine restrictie. Doordat we een drievoud aan verschillende bezoekers krijgen in de nachtopvang, krijgen de cliënten die gemotiveerd zijn en een plan willen voorrang op de rest. Het kan zo zijn dat cliënten er niet aan toe zijn. Dan zullen we de cliënt altijd trachten te motiveren tot aanhaken bij de activering. Of wanneer de cliënt niets wil en er spelen andere zaken die zorgelijk zijn dan spelen we de casus door aan het straatteam. Verder werken de onderdelen crisisopvang en woonbegeleiding met een trajectplan. In totaal hebben we bij de activering 74 trajecten geopend. Bij de crisisopvang zijn er dit 21 geweest en bij de woonbegeleiding 49. Woonbegeleiding Om het doorstromen vanuit de opvangvoorzieningen te bespoedigen, bieden we samen met de woningcorporatie Aramis AlleeWonen (een gedeelte van) onze cliënten die langdurig in begeleiding zijn, een woning aan onder een omklapconstructie. Hierbij wordt de woning eerst door de maatschappelijke opvang gehuurd en bij goed huurderschap gaat het contract over naar de cliënt. Van deze constructie hebben we in 2014 weinig gebruik gemaakt. Daarnaast bieden we cliënten via een voorrangsregeling met alle regionale woningbouwcoöperaties een gelegenheid om versneld in aanmerking te komen voor huisvesting, met als belangrijkste voorwaarde dat wij minimaal één jaar nabegeleiding bieden. Ook hebben we 2 eigen HAT-woningen ter beschikking voor begeleid wonen. En twee eigen huizen, huizen waarin cliënten in een kleine groep verblijven en begeleid worden. Grote aantallen Mede door de extramuralisering zien we een toenemende behoefte in vraag naar woonbegeleiding. In 2014 was de verwachting dat er twintig cliënten behoefte zouden hebben aan woonbegeleiding, vorig jaar waren er dit 54. We zien een kleine daling en dit werden er uiteindelijk 49. Het blijkt dat veel cliënten, mits begeleiding geboden wordt, prima in staat zijn zelfstandig te wonen en er worden minder vaak indicaties voor een verblijfsafdeling afgegeven. Preventieve woonbegeleiding Inzake preventie zou het voor de toekomst beter zijn om preventief woonbegeleiding te organiseren op een grotere schaal. Als we kunnen voorkomen dat mensen in de opvang belanden doordat er iemand een uur per week ondersteuning krijgt vanuit de woonbegeleiding dan is dit vanuit humaan en economisch oogpunt winst. Betere samenwerking met woningbouwcoöperaties is essentieel om hier meer in te betekenen. Vooral in de granieten dossiers zouden wij meer kunnen betekenen. Dit vergt wel een goede afstemming en een goede onderlinge samenwerking tussen partijen. Voor de toekomst zeker een punt om ons verder in te verdiepen en meer op in te zetten. Sociale Activering Door in april de dagopvang te sluiten heeft de activering een vlucht genomen. Dit komt ook doordat we de activering hebben verplaatst naar de Parallelweg en niet meer op de opvang plaats laten vinden. Hier hebben de cliënten samen met de medewerkers een eigen ruimte waarin diverse Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 13

activiteiten plaats vinden. Houtbewerking, fietsenreparatie, computerhoek, sport en spel zijn enkele van de activiteiten die daar plaats vinden. De omgeving is ook een speerpunt van de activering. Door het lopen van blikkenrondes houden we de buurt schoon en blik-vrij. Op vrijdag is er een uitgebreide lunch en een ontspanningsmiddag op de Zuidoostsingel om de week op een positieve manier af te sluiten. De cliënten vinden het jammer dat er in het weekend geen activering is. Ze missen dan de dagopvang om in het weekend bij te komen van een week lang activeren. Een ander en veel bezocht onderdeel van de activering zijn de lessen zelfkennis. Twee keer in de week worden er lessen zelfkennis aangeboden waar cliënten groepsgewijs aan de slag gaan met zaken waar ze tegen aanlopen. Door middel van spiegelen, confronteren en inzichten helpen mensen zichzelf en elkaar onder begeleiding van een coach. We merken aan heel veel van onze cliënten die de zelfkennis bezoeken dat ze er baat bij hebben. 2014 is de start geweest van de activering en deze is voorspoedig verlopen (111 verschillende bezoekers) Voor de toekomst is participatie d.m.v. activering van groot belang. Inzet vergroten en verdere specialisatie is in deze wenselijk. Afstemming ketenpartners (dienstverlening derden) De maatschappelijke opvang participeert in de regio in de aanwezige MASS-overleggen, het veelplegersoverleg en het hulpverlening casusoverleg. Daarnaast onderhouden we ten behoeve van onze cliënten zeer regelmatig contact met de sociale diensten in de verschillende gemeenten, Traverse, woningcorporaties, BJZ, MEE, SDW, GGZ etcetera. Er is door vele ketenpartners het verzoek gedaan aan de maatschappelijke opvang om deel te nemen aan diverse overlegvormen. De input vanuit de MO wordt als grote meerwaarde gezien en het preventief kunnen handelen op besproken casuïstiek is wenselijk. Opvolging voor 2015 Voor 2015 staat op de agenda de overgang van de maatschappelijke opvang naar een andere organisatie. In mei zal de gunnig plaats vinden en in oktober de overgang. Dit zal een hele omschakeling zijn en veel inzet en energie gaan kosten. Meer focus op preventie moet er aan bijdragen dat de meest kwetsbare cliënten ook in de toekomst toch kunnen blijven wonen. Tijdens de begeleiding wordt ingezet op het aanleren van woonvaardigheden in de breedste zin van het woord door middel van het 8-fasenmodel. Cliënten worden begeleid op een of meerdere levensgebieden die essentieel zijn bij het wonen. Woonbegeleiding is zeker een product voor de toekomst. Het is relatief de meest goedkope vorm van hulpverlening en het voorkomt een hoop onnodig leed, zoals huisuitzettingen en oplopende schulden. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 14

Productgroep Preventie, Voorlichting en Advies De belangrijkste doelen van verslavingspreventie zijn het voorkomen van verslavingsproblemen, de schade van gebruik beperken en personen die zorg nodig hebben vinden, begeleiden en/of de weg wijzen. Om dit te bereiken is het aanbod toegankelijk. Zo kent het aanbod geen financiële drempels en zoeken we de doelgroep in hun eigen omgeving op. We kunnen hierdoor een doelgroep bereiken waarvoor de zorg te hoogdrempelig is of waarbij informatieverstrekking noodzakelijk is maar waar (nog) geen zorgvraag is. Deze manier van werken zorgt ervoor dat er met een relatief beperkte inzet van middelen al een groot effect geboekt kan worden. Geen wonder dat preventie in de nieuwe jeugdwet als centraal uitgangspunt is gedefinieerd. De aandacht voor preventie is immers ingegeven uit de noodzaak om de gezondheid van burgers te verbeteren en de kosten in de hand te houden. Novadic-Kentron probeert ook zoveel mogelijk gebruik te maken van kosteneffectieve interventies. Daarvoor gebruiken we interventies die door het Trimbos-instituut onderzocht zijn. Een ander belangrijk uitgangspunt in de nieuwe jeugdwet is dat jongeren zo snel, dichtbij en effectief mogelijk hulp geboden wordt. Dit past bij het outreachende karakter van preventie en dat wij zo vroegtijdig en kortdurend mogelijk ondersteuning bieden. Ook willen we preventie daar inzetten waar de kans op problemen het grootst is of waar problemen zijn. We doen dit niet alleen op basis van de gezondheidsprofielen van wijken, maar vooral op basis van signalen van het netwerk, zoals van CJG-ers, jongerenwerkers, wijkagenten etc. Zo geven jongerenwerkers in de regio aan waar de problematische jeugdgroepen zijn en geven wijkagenten aan waar zij hun handen vol hebben aan de problemen met GHB-verslaafden Vooral interventies die ingezet kunnen worden bij kwetsbare jongeren krijgen voorrang (bijvoorbeeld hangjongeren). Kwetsbare jongeren worden gekenmerkt door een hoger risico op het ontwikkelen van problemen of zij ondervinden al beginnende problemen (selectieve en geïndiceerde preventie). Juist bij beginnende problematiek is de kans op herstel het meest succesrijk. Daarom besteden wij al in een vroeg stadium veel aandacht aan de oorzaken van de problemen. Preventie besteedt ook aandacht aan jongeren die niet geselecteerd zijn op basis van een risicofactor (universele preventie). Ook dit heeft resultaat. Op dit moment beginnen jongeren gemiddeld genomen op latere leeftijd met het drinken van alcohol en drinken zij minder. De preventieve interventies over de gevolgen van alcoholgebruik op jonge leeftijd en scherpere regels en handhaving van alcoholgebruik en -bezit onder de jeugd hebben gewerkt. Ten slotte heeft Preventie aandacht voor ouderen. Het aantal problematische drinkers onder 55-plussers neemt de laatste jaren toe. Door vroegtijdig te interveniëren hoopt Preventie deze trend een halt toe te roepen. Novadic-Kentron biedt haar activiteiten aan middels productkaarten. De productkaarten geven informatie over de doelgroep en de werkwijze. In deze verantwoording zullen per productkaart de activiteiten worden toegelicht. Alvorens dit te doen worden eerst de algemene trends van 2014 besproken. Algemene trends en ontwikkelingen 2014 Preventie- en Handhavingsplan Novadic-Kentron neemt deel aan zowel de projectgroep als de stuurgroep van het regionale alcoholmatigingsproject Think before you Drink, waar de regio Bergen op Zoom deel van uitmaakt. 2014 stond in het teken van het opstellen van het Preventie- en Handhavingsplan. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 15

Hierin legt de gemeente vast hoe ze invulling geeft aan haar toezichts- en handhavingstaak in het kader van de Drank- en Horecawet (DHW) en welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, tegen te gaan. Novadic-Kentron heeft gemeenten hierbij geadviseerd. In ons advies proberen wij handhaving en preventie zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Demoralisering alcoholgebruik, startleeftijd alcohol omhoog Wat middelengebruik betreft hebben we in de afgelopen twaalf jaar in Nederland een ware cultuuromslag mogen waarnemen. Waar begin van deze eeuw nog overal de alarmklok werd geluid over het alcoholgebruik van jongeren, met hoge percentages scholieren die veel te veel alcohol dronken en zelfs op de lagere school al met alcohol kennis maakten (Monshouwer e.a., 2004), daar zien we nu dat in de afgelopen twaalf jaar het middelengebruik van jongeren (roken, drinken, blowen) aanzienlijk is afgenomen. Dat is een ongeëvenaarde ontwikkeling in gunstige richting, die ook hoopgevend is voor sceptici die menen dat gedrag van adolescenten niet of moeilijk te beïnvloeden zou zijn. Ouders zijn van groot belang gebleken bij de afname van middelengebruik onder jongeren. Zij hebben zonder meer aan deze cultuuromslag bijgedragen door thuis striktere regels over middelengebruik te hanteren, en met meer vertrouwen maatregelen te nemen om middelengebruik bij hun kind te voorkomen of verminderen. Preventie heeft dan ook onverminderd aandacht voor ouders. Meer gamen en internet Het computergebruik van jongeren op het voortgezet onderwijs is toegenomen naar gemiddeld zo n 2,5 uur per dag voor computerspelletjes (inclusief games op smartphones en gameconsoles) en 3 uur per dag voor andere zaken, zoals huiswerk maken en internetten (waarbij we overigens niet uit kunnen sluiten dat ze dat tegelijkertijd doen). Op het basisonderwijs zijn jongeren vooral vaker computerspelletjes gaan spelen (2 uur per dag in 2013). Zij besteden daarnaast een kleine 2 uur per dag aan andere zaken op de computer. Preventie speelt in op deze ontwikkelingen. In onze lesprogramma s in het onderwijs besteden wij aandacht aan gameverslaving. Ook nemen wij deel aan de landelijke chatservice alcohol & drugs, zodat we via internet bereikbaar zijn. Iedere werkdag kunnen jongeren tussen 13.00 en 17.00 chatten met een preventiewerker van een van de deelnemende verslavingszorginstellingen. Van deze chatservice wordt veelvuldig gebruikt gemaakt door jongeren uit Brabant en de vragen zijn zeer divers. De chatservice is te bereiken via de website www.novadic-kentron.nl. Verplaatsing gebruik In het land waren er hardnekkige geruchten dat door de verhoging van de alcoholleeftijd jongeren eerder geneigd zouden zijn om te gaan experimenteren met andere drugs. Het Trimbos Instituut heeft hier een verkenning naar gedaan en deze geruchten werden in het gehele land door professionals niet herkend. Ook in West-Brabant hebben wij geen signalen dat jongeren eerder geneigd zijn naar drugs over te stappen. GHB problematiek stabiliseert Het aantal GHB-incidenten bij de SEH s van ziekenhuizen, bij de politieartsen en bij de EHBO-posten lijkt te stabiliseren. In tegenstelling tot 2013 is er in 2014 wel een nieuwe aanwas aan GHB-verslaafden gesignaleerd door Preventie. Gelukkig is er ook enige uitstroom. Preventie heeft het afgelopen jaar veel inzet gepleegd op zowel de nieuwe aanwas als op terugvalpreventie/uitstroom. GHB krijgt extra aandacht doordat deze verslaving vaak gepaard gaat met multiproblematiek, zoals overlast, agressie en gezondheidsincidenten. Ook lijkt het afkicken van GHB moeilijker te gaan dan van andere middelen. Stijging van het aantal ecstasy-incidenten Het gebruik van XTC lijkt aanzienlijk minder vaak gepaard te gaan met verslaving en overlast dan GHB, maar het gaat wel steeds vaker gepaard met gezondheidsincidenten. Gegevens van de Monitor Drugsincidenten laten zien dat aanzienlijk meer XTC-gebruikers zich melden op de EHBOpost op een festival. In overlijdensgevallen waarbij gerechtelijke sectie en toxicologisch onderzoek heeft plaatsgevonden, werd in 2013 in negen Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 16

gevallen MDMA aangewezen als middel dat een rol kan hebben gespeeld bij het overlijden. In 2014 (tot november) waren dat er zeven. Daarnaast overleed volgens de NFI-gegevens in zowel 2013 als 2014 nog eens één persoon aan vervuilde ecstasypillen (PMMA). Vergelijken we deze cijfers met voorgaande jaren lijkt (je weet niet hoeveel overlijdensgevallen er zijn waarbij geen sectie is verricht) er sprake van een toename. Gezien het omvangrijke aantal gebruikers van uitgaansdrugs, is het aantal mensen dat overlijdt aan de gevolgen van het gebruik ervan relatief beperkt. De maatschappelijke en persoonlijke impact van dergelijke incidenten is desalniettemin groot. De oorzaken van het aantal toegenomen incidenten worden gezocht in de normalisering van het XTC-gebruik (meer gebruikers) en dat de gemiddelde dosering MDMA in ecstasytabletten is toegenomen. Ook op de XTC-ontwikkeling speelt Preventie in. Jongeren worden geïnformeerd over de risico s die zijn verbonden aan het gebruik van uitgaansdrugs en de mogelijkheden om die risico s te verkleinen. Dit gebeurt onder meer op straat en op dance-events (unity). Ook adviseert Preventie organisatoren van festivals hoe zij de uitgaansomgeving veiliger kunnen maken, bijvoorbeeld door vrije waterverstrekking, temperatuurregulatie en de aanwezigheid van EHBO s met deskundigheid van drugs. Daarnaast is er voor jongeren in Nederland de mogelijkheid om hun drugs te laten testen via het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). In Roosendaal is hiertoe elke dinsdag van 16 tot 18 uur de mogelijkheid. Samen met de (landelijke) waarschuwingen die daardoor gegeven kunnen worden bij de constatering van extreem gevaarlijke pillen en poeders, zogeheten Red Alerts, vormt dit eveneens een belangrijk onderdeel van het Nederlandse preventiebeleid. Aandacht nieuwe drugstrend Mede op initiatief van de gemeente Breda is Novadic-Kentron in de afgelopen twee jaar kartrekker geweest van een Europees project, te weten Local Pass. Het Europese project heeft ertoe geleid dat er instrumenten zijn ontwikkeld waarmee lokale overheden drugstrends vroegtijdig kunnen signaleren, de risico s taxeren en interventies kunnen uitzetten. De Europese subsidie is toegekend in het kader van de opkomst van zogenoemde New Psychoactive Substances (NPS). De Europese Unie definieert een NPS als een psychoactieve stof die niet genoemd wordt in één van de VN-verdragen maar die op basis van de farmacologische eigenschappen vergelijkbaar is met dat van stoffen die wel in de verdragen genoemd worden. In 2014 is een veldonderzoek afgerond onder hangjongeren in de gemeente Woensdrecht. Er zijn 55 jongeren op straat ondervraagd. De jongeren uit dit onderzoek zijn ook bevraagd over nieuwe drugstrends. Eén van deze ondervraagde jongeren noemde een NPS als nieuwe drugstrend. Het ging hier om de drug 4-fmp. Het feit dat slechts één jongere een NPS heeft benoemd suggereert misschien dat NPS niet populair zijn in de regio Bergen op Zoom. De opkomst van NPS gaat echter snel. NPS zijn vaak goedkoop en makkelijk via internet te verkrijgen. Veel websites spelen in op de groeiende markt van NPS. Ze hebben vaak een breed aanbod, stunten met prijzen en zorgen ervoor dat je het product binnen een paar dagen in huis hebt. Meer behoefte aan ouderondersteuning In 2014 werd door ouders vaker direct contact gezocht met Novadic-Kentron over gamen, middelengebruik en verslaving van hun kind. Middelenproblematiek is omkleed met schaamte, waardoor ouders behoefte hebben aan anonimiteit. Zij willen in eerste instantie geen beroep doen op hulp in de eigen omgeving. Ouders komen dan bij ons als gespecialiseerde instelling. Daarnaast zijn er steeds meer vragen die onderdeel zijn van een complexe problematiek. Er wordt door de preventieafdeling steeds vaker contact gezocht met professionals uit de keten rondom het gezin. Dat kan uiteenlopen van instellingen als GGZ, Traverse en MEE. Ook met Jeugdprofessionals en Centra voor Jeugd en Gezin wordt nauwer samengewerkt. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 17

Verantwoording per productkaart In 2014 had de gemeente Bergen op Zoon 4555 uur ingekocht bij de afdeling Preventie, Voorlichting en Advies. Er zijn in totaal 4564 uur gemaakt. Wat opvalt, is dat het nieuwe project Alcohol en Ouderen in uren niet is gehaald, maar dat dit wordt gecompenseerd door een overproductie op lokale gezondheidsbevordering, outreachend veldwerk en deskundigheidsbevordering. Er zijn in totaal slechts 9 uur teveel gedraaid. Omdat het beloofde aantal Ouderen wel is bereikt, is er vooral overproductie gemaakt op het outreachend veldwerk in de regio Bergen op Zoom. In de regio (met in de gemeenten Rucphen, Halderbergen, Roosendaal en in mindere mate Bergen op Zoom ) zijn veel GHB-gerelateerde hulpvragen geweest. De outreachend preventiewerker (veldwerker) heeft ervoor gekozen aan de slag te gaan met deze hulpvragen, ondanks dat dit tot overproductie heeft geleid. De casussen waren te urgent om te laten wachten. Extra uren zijn nodig geweest om vragen van ouders middels Info en advies gesprekken te beantwoorden. Onderstaand zullen per productkaart de activiteiten worden toegelicht. Deskundigheidsbevordering In deskundigheidsbevorderingen richten de preventiewerkers zich actief op groepen die beroepsmatig te maken krijgen met gebruik en misbruik van genotmiddelen, zoals leerkrachten, hulpverleners, politie en horecapersoneel. In 2014 is het aantal deskundigheidsbevorderingen hoger uitgevallen dan afgesproken (16 i.p.v. 6 ) Daarvoor is ook een wat hoger aantal uren nodig geweest (121% ) De uitvoeringen hebben zich vooral gericht op netwerkpartijen. Binnen verschillende onderwijsinstellingen (Prinsentuin Oudenbosch, ROC West-Brabant) en zorginstellingen (Factteam jeugd GGZ, Juzt, SDW) zijn deskundigheidsbevorderingen gegeven. Ook zijn er trainingen gegeven aan buurtpreventiemedewerkers in Bergen op Zoom, artsen in Ossendrecht en Hoogerheide en GGD jeugdverpleegkundigen. Opvallend is het SDW. Daar hebben verschillende trainingen plaatsgevonden. Er lijkt sprake van een groeiende vraag naar expertise over verslavingskunde bij professionals die werken met lichtverstandelijk beperkten. Deze trainingen zijn verschillend van aard. Soms heel uitgebreid waarbij een aantal dagdelen aandacht is voor middeleninformatie, signaleren en begeleiden van mensen die mogelijk problematisch gedrag vertonen en het inzichtelijk maken van de juiste mogelijkheden van doorverwijzen. Een andere keer is een korte instructie voldoende zodat docenten aan de slag kunnen met het onderwerp genotmiddelen in hun lessen. Lokale gezondheidsbevordering en alcoholmatiging In 2014 is dit product hoger uitgevallen (123%) dan afgesproken. Dit jaar stond in het teken van de ontwikkeling van preventie- en handhavingsplannen. In het kader van het regionale alcoholmatigingsproject Think before you Drink heeft Novadic-Kentron gemeenten geadviseerd bij het opstellen van de Preventie- en handhavingplannen en de uitvoeringsprogramma s die daar uit volgen waarin de concrete interventies worden benoemd. In verschillende gemeenten is nadrukkelijk samenhang gezocht met sportverenigingen en barvrijwilligers. Opvallend zijn ook hier het hoge aantal info- en advies gesprekken. In het kader van het regionale alcoholmatigingsproject Think before you Drink is het convenant alcoholintoxicatie van het Amphia ziekenhuis overgenomen in West-Brabant door beide locaties van de Bravisziekenhuizen. Zodra een jongere met een alcoholvergiftiging wordt opgenomen, wordt in het gesprek door de arts met de ouders aangedrongen op een informatie- en adviesgesprek met een preventiewerker van Novadic- Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 18

Kentron. Er waren in 2014 al enkele verwijzingen. Pas in de tweede helft van 2014 zijn de nieuwe protocollen geïmplementeerd en zijn er met kinderen en hun ouders gesprekken gevoerd. Opvallend in de regio Bergen op Zoom en Roosendaal zijn de ouders van jongeren die GHB gebruiken. Preventie biedt hulp aan ouders van jongeren die ondersteuning zoeken voor de problemen met hun gebruikende kind. Ouders zitten voor een aanmelding met veel vragen. Bemoeizorg, Veldwerk of zelfs Advies & Inschrijving verwijst ouders met vragen hoe daar mee om te gaan. Daarnaast biedt Preventie hulp aan volwassenen met een gebruikende partner. De vraag voor deze vormen van hulp lijkt te groeien. In 2014 zijn veel meer volwassenen bijgestaan voor ondersteuning bij het omgaan met het gebruik van hun kind dan wel partner. Uiteindelijk zijn al deze vragen beantwoord. Door snel en proactief, vanuit verslavingsexpertise, in een telefonisch contact de eerste handvatten te bieden, zijn er 110 contacten geweest, in plaats van de begrootte 50. Jongeren en Justitie Jongeren die een delict hebben gepleegd waarbij alcohol of drugs een rol speelde kunnen door HALT worden doorgestuurd naar Novadic- Kentron. Novadic-Kentron organiseert vervolgens voor zowel ouders als jongeren groepsbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten krijgen ouders uitleg over de schadelijkheid van middelen, het effect van regels stellen en er wordt aan de hand van casussen geoefend met hoe de regels gehandhaafd kunnen worden. Tijdens de jongerenbijeenkomsten wordt er aandacht besteed aan de schadelijkheid van middelen, maar jongeren gaan vooral oefenen hoe zij om kunnen gaan met groepsdruk. Jongeren die niet geschikt zijn voor het groepsaanbod krijgen een individueel traject aangeboden. In 2014 heeft Novadic-Kentron 4 van de 3 beloofde jongerengroepen gedraaid. Er was onder ouders te weinig animo om de oudergroepen door te laten gaan. Welwillende ouders zijn individueel bijgepraat. Er zijn meer individuele verwijzingen van Halt gedaan dan begroot, 16 in plaats van 10. Door de extra aandacht voor een extra groep verwezen via Halt en het hoger aantal individuele verwijzingen die, in plaats van de 20 jongeren in een residentiële setting, zijn gedaan. In 2014 is het begrootte aantal uur gemaakt. (106 uur). Testservice DIMS In Roosendaal kunnen gebruikers van synthetische drugs wekelijks terecht op een spreekuur van de testservice DIMS (Drug Information and Monitoring System). Bezoekers kunnen hier anoniem hun synthetische drugs laten testen op de samenstelling en het gehalte van de werkzame stoffen. In 2014 hebben in Roosendaal 125 mensen de testservice bezocht. Deze mensen hebben monsters ter analyse aangeleverd. In de helft van de gevallen ging het om XTC-monsters. Tijdens de testservice krijgen bezoekers informatie over wat zij kunnen doen om de risico s van het gebruik te verminderen. De gemiddelde dosering MDMA in pillen verkocht als XTC of MDMA schommelde sinds eind jaren 90 rond de 80 mg. Opvallend is de forse stijging van de gemiddelde hoeveelheid MDMA sinds begin 2010. In 2014 is het gehalte verder gestegen tot een gemiddelde van 140 mg MDMA per tablet. Ook is er in 2014 enkele malen PMMA (psychoactieve stof, met hoge gezondheidrisico s) in de XTC aangetroffen. Hiervoor is toen gewaarschuwd. Gemeentelijke jaarverantwoording 2014 19