Tussentijdse evaluatie actieplan stage-werkervaringsplaatsen bij publieke werkgevers



Vergelijkbare documenten
OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR

OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR

OVERZICHTSTABEL GEREGISTREERDE AANVRAGEN OPENBAARHEID VAN BESTUUR

OVERZICHT OVERLEGSTRUCTUREN IN HET HOOG OVERLEGCOMITÉ VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

Lijst van entiteiten en financiële systemen die in staat zijn e-facturen te ontvangen via het Mercuriusplatform

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

VR MED.0495/2

VR MED.0495/3

In Het Algemeen Belang. Filip De Rynck

VR MED.0405/5BIS

VR DOC.0988/2

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet. houdende diverse financiële bepalingen

BEROEPSINSTANTIE INZAKE DE OPENBAARHEID VAN BESTUUR

Betrokkenen WERKGROEPBETROKKENEN Provinciale toeristische organisaties Kunststeden Toeristische industrie Lokale congresbureaus (MICE)

VLAAMSE RAAD ZITTING OKTOBER 1995 ONTWERP VAN DECREET

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende

MANAGEMENTRAPPORT MEI 2017/ GEBOUWEN Vlaams overheidsvastgoed in cijfers/ Vlaamse overheid

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

De Voorzitter Correspondent Onze referte Uw referte Datum EV/ev 03/02/2016

nr. 183 van EMMILY TALPE datum: 22 december 2015 aan PHILIPPE MUYTERS WIJ!-trajecten - Resultaten eerste oproep

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September

Brecht van Zwam 27 februari 2014

Beroepsinlevingsovereenkomst (BIO)

DE VLAAMSE MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND,

Overzicht. Toepassingsgebied Archiefdecreet. Page 1

Info-sessie VAC Leuven Agentschap voor Facilitair Management

Resultaten voor. Vlaamse Overheid. Mei - September - December 2006

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Lijst 2: Kredietvorming 2007

plage-lestijden onderwijzer

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt;

Werkzoekendencijfers april 2012

LIJST 4 - AANWENDING OVERGEDRAGEN KREDIETEN - JAAR 2007

3. Hoeveel bedroeg de provinciale spreiding in absolute cijfers en het aantal unieke klanten ten aanzien van de beroepsactieve bevolking in 2015?

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

RESULTATEN VAN 2 JAAR VOP GEKOPPELD AAN DE WERKLOOSHEIDSCIJFERS VAN PERSONEN MET EEN ARBEIDSHANDICAP

bijlage3_2008_uitvoeringlopendjaarngk_begrotingskenmerk2

ENTITEITEN BRON REGELING BELEIDSDOMEIN 7 WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

ONTWERP VAN DECREET. houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 AMENDEMENTEN

De startbaanovereenkomst

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2016

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Contactpersoon Team Vergunningen en Erkenningen Telefoon 02/ Bijlagen 1

NOVEMBER 2014 BAROMETER

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken

nr. 884 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 20 september 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderopvang - Centra voor Inclusieve Kinderopvang (CIK s)

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Activiteiten en instrumenten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de financiën en de begrotingen

Ok Overdr Ok Vorige Jaren

1/09/ /12/2015

VR DOC.1214/1BIS

Ruimtelijke. Ordening Planning. Ordening en Stedenbouw Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke ordening Provincieplein Leuven

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Afgeschermde selecties voor personen met een. arbeidshandicap

Graag een jaarlijks overzicht per beleidsdomein (zowel ministeries als rechtspersonen).

OK Ontv Variabel Krediet Totaal OK Aangevraagde OR

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Diversiteitsplannen. Volgende tabel geeft een beknopt overzicht van de soorten loopbaan- en plannen (LDP s). SUBSIDIE LOOPTIJD VOOR WIE

Hoofdstuk 6 : Volwassenenonderwijs

6 de staatshervorming

MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME

Adviesverlening vertraagt wetgevingsprocedure! Of toch niet? De advisering door de SERV in de voorbije legislatuur in cijfers

Arbeidsmarkt personen met een arbeidshandicap

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0827/2

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012

Divers personeelsbeleid: personen met een arbeidshandicap

Overheveling bevoegdheden 6 e staatshervorming

Handleiding Lokale Statistieken Pagina 1

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN


Vlaamse Regering. Addendum. bij het. Protocol van samenwerking

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

1. Kan de minister een overzicht geven van alle organisatoren van time-outbegeleiding per arrondissement?

Sinds 1 januari 2014 is het Vlaamse Gewest bevoegd voor de dienstencheques aangekocht in Vlaanderen.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De drie belangrijkste verbeteringen worden op de website van VLAIO als volgt omschreven:

Werken in de social profit. Infoavond KULeuven, 19 maart 2015 Dirk Malfait

Resultaten bevraging van de Logo s. Suggesties voor een betere lokale samenwerking

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

1. Op welke manier wordt deze samenwerking tussen steden/gemeenten, de VDAB en de bouwsector concreet ingevuld?

Arbeidsmarkt vijftigplussers

Ontwerp van decreet. 19 ( ) Nr april 2014 ( ) stuk ingediend op

Inleiding: Elk stadscontract bestaat uit twee delen: een algemeen gedeelte, identiek voor alle 13 steden en een stadsspecifiek gedeelte.

Geef een jongere een kans met een instapstage, omdat instappen werkt, 1

bijlage3_2008_uitvoeringbegrotingsfondsenok

Sociale economie. 1 Tewerkstellingsgroei varieert van sociale economie initiatief. Streekpact Cijferanalyse

ACTIEPLAN VOOR MEER STAGE- EN WERKERVARINGSPLAATSEN. voorgelegd aan de Vlaamse Regering

Transcriptie:

1 Tussentijdse evaluatie actieplan stage-werkervaringsplaatsen bij publieke werkgevers 1. Situering tussentijdse evaluatie Met de verklaring van Lissabon (2000) en het pact van Vilvoorde (2001) werd het belang van een goede afstemming tussen werk en leren onderstreept. In het in 2005 afgesloten werkgelegenheidsakkoord tussen de regering en de sociale partners werden hierover een aantal concrete engagementen aangegaan. De minister voor Bestuurszaken, de minister voor Binnenlands Bestuur en de minister bevoegd voor Werk, Onderwijs en Vorming werkten voor het luik en lokale overheden een gezamenlijk actieplan uit voor meer stage- en werkervaringsplaatsen bij openbare besturen. Dit actieplan werd op 1 juli 2005 goedgekeurd door de Regering voor de schooljaren 2005-2006 en 2006-2007. Vanuit de verschillende bestuursniveaus ( overheid, regionale en lokale besturen) werden met het actieplan voor het eerst de handen in elkaar geslagen om te komen tot een uniforme en globale aanpak inzake stage- en werkervaringsplaatsen. De Vereniging voor Steden en Gemeenten nam ook een belangrijke voortrekkersrol op. Deze tussentijdse evaluatie van het actieplan werd voorzien na het eerste schooljaar, met het oog op eventuele bijsturing. Een randbemerking vooraf: er bestaat heel wat verwarring omtrent het gebruik van terminologie. Op de stuurgroep voor meer stage- en werkervaringsplaatsen bij publieke werkgevers d.d. 10 juli 2006 werd daarom afgesproken om voortaan volgende terminologie te gebruiken: - stagiair: leerlingen en studenten die in het kader van hun voltijdse schoolse opleiding een onbetaalde schoolstage volgen - leerwerker: leerling deeltijds beroepsonderwijs die alternerend leert en betaalde werkervaring opdoet In het actieplan en het vademecum gebruik(t)en we eerder de term werkervaringsplaatsen in plaats van leerwerkplaatsen. In de praktijk ontstaat er dan heel wat verwarring met de WEP-contracten (=Werkervaringsprojecten WEP-plus). We gebruiken dan ook voortaan liever de term leerwerk. Deze term benadrukt duidelijk het specifieke alternerende karakter, een permanente en voltijdse afwisseling tussen leren (schoolcontext) en werken (arbeidscontext). Leerwerkers worden voor het werkgedeelte gelijkgesteld met werknemers, het arbeidsrecht is dus op hen van toepassing. 2. Tussentijdse evaluatie van de 5 actiepunten In het actieplan dat vorig jaar door de Regering is goedgekeurd, werden 5 actiepunten naar voor geschoven: Actie 1: 20-80 leerwerkplaatsen Actie 2: Financiering medische onderzoeken stagiairs Actie 3: Toeleiding om stagegevers en kandidaat-stagairs met elkaar te linken Actie 4: Begeleiding voor de leidinggevende-stagegever Actie 5: communicatie-sensibilisatie

2 De stand van zaken m.b.t. deze 5 actiepunten is de volgende: Actie 1: 20-80 leerwerkplaatsen a regelgeving In uitvoering van het actieplan werd de beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) ingevoerd. Tot aan deze invoering konden de overheidsbesturen jongeren uit het deeltijds beroepsonderwijs enkel een betaalde werkervaring bezorgen via een regulier deeltijds arbeidscontract. Dit maakte de drempel hoog gezien: een zwaar financieel kostenplaatje voor een leersituatie spanningen t.o.v. het reguliere personeel het schiep onrealistische (loon)verwachtingen naar de jongere. De beroepsinlevingsovereenkomst met een beperkte leervergoeding moest deze financiële problematiek oplossen. Specifiek voor de overheid werd regelgeving gecreëerd (decreet-besluiten); ten behoeve van de lokale en regionale besturen werd een omzendbrief opgesteld. Voor de uitwerking van deze regelgeving is vertrokken van de Programmawet van 282002; art. 104 e.v. (over beroepsinlevingsovereenkomsten). Vanuit financieel oogpunt is de beroepsinlevingsovereenkomst inderdaad een goede zaak om een stimulans te kunnen geven aan bezoldigde leerwerkplaatsen voor leerlingen uit het deeltijds beroepsonderwijs bij overheidsdiensten. Maar gezien er omtrent beroepsinlevingsovereenkomsten federaal geen duidelijk uitgewerkte wetgeving is, bleven er tijdens dit eerste jaar werken met de BIO s onduidelijkheden en verwarring. Voor een aantal zaken heeft de werkgever de vrijheid om zelf een aantal zaken te regelen; daarnaast blijven er een aantal juridische schemerzones die de rechtszekerheid niet bevorderen. Meer bepaald met betrekking tot: bedrijfsvoorheffing RSZ sociale bescherming de noodzakelijke verzekeringen vakantieregeling Voor de diverse problemen hebben we tijdens eerste jaar actieplan ofwel zelf invulling gegeven waar we de vrijheid hadden, of anders een advies van de federale overheidsdienst proberen bekomen. Op de stuurgroep voor meer stage- en werkervaringsplaatsen d.d. 10 juli 2006 is afgesproken dat de diverse voorstellen van oplossingen die in het kader van het actieplan werden uitgewerkt door het kabinet Vandenbroucke aan de federale diensten worden voorgelegd. De betrachting is dat federaal zich akkoord verklaart met de diverse uitgewerkte zaken en het document ondertekent. Dit document kan dan meteen ook de insteek zijn naar de uitwerking van een definitieve federale regeling toe. b concrete invulling van de geplande werkervaringsplaatsen: de vooropgezette 20-80 plaatsen werden ruimschoots gehaald o Bij de overheid De 20 vooropgestelde en via het startbanenbudget centraal betaalde leerwerkplaatsen met een BIO werden na intensieve bemiddeling van de

3 administratie Personeelsontwikkeling (nu Agentschap voor Overheidspersoneel, AGO) ingevuld. Momenteel zijn er op volgende plaatsen BIO s (oude benamingen): VLOR: 1, VDAB: 9, OVAM: 1, Zeekanaal: 1, VLM Brugge: 1, DAB Catering: 1, Instituut voor Natuurbehoud: 2, LIN (logistiek): 1, LIN (natuur): 2, Ondersteuning werking WVC: 1 Via dit systeem krijg je automatisch doelgroepjongeren; alle jongeren zijn laaggeschoold aangezien ze geen diploma hoger secundair onderwijs hebben de helft van de geplaatsten bij de overheid is van allochtone afkomst. Bij De Lijn zijn er momenteel ook 19 leerwerkplaatsen met een BIO-contract. o Bij de lokale besturen De onduidelijkheden m.b.t. de BIO zorgen ervoor dat er nog maar een 7-tal jongeren met een dergelijk contract aan de slag zijn. De grotere besturen blijven voorlopig werken met een regulier deeltijds arbeidscontract. Momenteel zijn er op volgende plaatsen BIO s: OCMW Lokeren: 1, OCMW Wuustwezel: 1, Pick-Up project Meetjesland (Eeklo, Maldegem, Kaprijke, Assende, Evergem): momenteel 5, hier zouden komend schooljaar nog bijkomende BIO s afgesloten worden. Ook hier zijn deze jongeren uit de kansengroepen afkomstig. Een beperkt aantal besturen (o.a. Hasselt) gaven aan stappen te zetten om volgend jaar BIO s in te voeren. Via reguliere deeltijdse arbeidscontracten werden hiernaast 126 plaatsen ingevuld, samen goed voor 133 plaatsen leerwerk bij lokale besturen. o Bij de provincies Hier werden nog geen beroepsinlevingsovereenkomsten aangegaan. Het ERSV Vlaams-Brabant wil komend schooljaar met een proefproject bij de provincie Vlaams- Brabant starten. Dit proefproject zou goed zijn voor een tiental plaatsen. c uit een inhoudelijke evaluatie-bevraging omtrent de leerwerkplaatsen bleek: o Bij de overheid Tijdens een evaluatievergadering op 30506 met vertegenwoordigers van de entiteiten die de 20 leerwerkplaatsen hebben ingevuld, bleek het volgende: een centraal budget is absoluut nodig om plaatsen ingevuld te krijgen. Onder de huidige omstandigheden wil men volgend schooljaar wel opnieuw een jongere tewerkstellen er zijn zelfs al een aantal aanvragen voor bijkomende plaatsen

4 Voor 2007 heeft AGO een begrotingsvoorstel ingediend om verder centraal de 20 te kunnen betalen op de basisallocatie van de startbanen die voor de rest gedepartementaliseerd wordt. Dit voorstel is ondertussen aanvaard. o de begeleiding van de leerwerkers vraagt een grote tijdsinvestering, vooral aan de werkattitude van deze jongeren moet meestal worden gewerkt. Na enkele maanden van intensieve begeleiding slagen sommigen erin om zelfstandig werk te verrichten. De jongeren worden goed aanvaard op de werkplek; de contacten met de scholen centra voor deeltijds werken lopen over het algemeen ook vlot. o i.v.m. de BIO-contracten: ze hebben door de diverse onduidelijkheden in de federale wetgeving administratief toch voor wat overlast gezorgd. o Bij de lokale besturen De BIO s openen heel wat mogelijkheden tot tewerkstelling bij lokale besturen, maar: o er is nood aan een informatiecampagne: de omzendbrief bereikt niet noodzakelijk de juiste mensen, de kennis over de BIO bij lokale besturen is zeer beperkt minder dan 10 procent van de besturen die de bevraging beantwoorden, kent het systeem omwille van het bestaan van juridische schemerzones worden sommige werkgevers afgeschrikt nood aan zeer beknopte informatie (zie vraag-antwoord) VVSG plant een aantal infomomenten o er bestaat gevaar voor subsitutie-effecten: besturen wijzen erop dat het aantal beschikbare plaatsen en de draagkracht inzake begeleiding moet verdeeld worden over verschillende projecten en doelgroepen sommige OCMW s wijzen erop dat meer leerwerkplaatsen minder beschikbare plaatsen voor art. 60 7 betekent (kernopdracht versus preventieve acties t.o.v. kansengroepen) spanningsveld tussen brugprojecten en leerwerk veel besturen bieden plaatsen voor werkgestraften (alternatieve straffen) aan, in sommige arrondissementen zijn nagenoeg alle besturen aanbieders van dergelijke plaatsen o er is nood aan lokale netwerking en een brugfunctie: lokale besturen en de centra deeltijds onderwijs zijn vaak onbekenden voor elkaar in de praktijk blijkt een directe vraag van het CDO aan het bestuur de beste weg te zijn om leerwerkplaatsen in te vullen de sectorconsulent lokale besturen (VVSG) kan hier als ondersteuning en helpdesk optreden nood aan versterking van de onderlinge contacten (zie ook actie 5: communicatie-sensibilisatie)

5 Actie 2: Financiering medische onderzoeken stagiairs Ook voor volgend schooljaar is er federaal 5 miljoen euro voorzien voor de bekostiging van medische onderzoeken voor stagiairs. Actie 3: Toeleiding om stagegevers en kandidaat-stagairs met elkaar te linken In het actieplan was voorzien dat de stagedatabank wordwatjewil stagegevers en -zoekers met mekaar zou verbinden. De stagedatabank van DIVA raakte vorig schooljaar evenwel nog niet operationeel. Dit zal wel het geval zijn vanaf september 2006. Het Agentschap voor Overheidspersoneel en de Vereniging voor Steden en Gemeenten zullen een sensibiliseringsactie voorzien naar hun doelgroepen toe om te vragen hun aanbod aan stageplaatsen in te brengen. De Regering hechtte haar goedkeuring aan een gestructureerd gebruik van de stagewebsite binnen de administratie (VR20062007DOC.0777). a bemiddelende rol o Voor wat de overheid betreft nam het Agentschap voor Overheidspersoneel dit schooljaar verder een bemiddelende rol op om jongeren uit de doelgroepen aan een stageplaats te helpen. Specifiek voor doelgroepen zal de stagedatabank sowieso niet volstaan: uit de ervaring van het Agentschap voor Overheidspersoneel blijkt dat voor moeilijk plaatsbare jongeren sowieso altijd een zekere bemiddeling zal nodig zijn. Tijdens het schooljaar 2005-2006 heeft AGO bemiddeld voor 56 stageplaatsen voor onbezoldigde stagiairs (vorig schooljaar gebeurde dat voor 35 stagiairs). Van deze 56 plaatsen werden er 42 ingenomen door kortgeschoolden, 3 door gehandicapten en 26 door allochtonen. Een gehandicapte heeft een volledig jaar stage gelopen in kader van alternerend leren. Bovendien werden nog een aantal stagiairs, waarvoor binnen de overheid niet meteen een stageplaats beschikbaar was, na doorverwijzing met succes geplaatst bij een provinciebestuur. Het vinden van een stageplaats voor leerlingen uit de doelgroepen verloopt soms zeer moeizaam. De begeleiding van deze leerlingen vergt immers veel tijd. De toegenomen werkdruk van de laatste maanden (BBB) heeft een negatieve invloed gehad op het aanbieden van stageplaatsen. Vooral voor studenten met een handicap en in het bijzonder studenten met een visuele handicap is het vinden van een stageplaats problematisch. Daarom zullen in de toekomst extra inspanningen worden gedaan om stageplaatsen voor deze groep te vinden (in samenwerking met dienst Emancipatiezaken). Door het aanbieden van stageplaatsen aan personen uit de doelgroepen geeft onze organisatie een duidelijk signaal dat diversiteit belangrijk is. o Ook de VVSG fungeert als bemiddelaar om lokale besturen te overtuigen de stagedatabank te gebruiken (overeenkomst VVSG-DIVA). Vermits stage en leerwerkplaatsen veelal via het lokale netwerk ingevuld worden, is het onduidelijk of besturen de meerwaarde van de stagedatabank zullen inzien.

6 b bevraging cijfers stageplaatsen o Bij de overheid Het Agentschap voor Overheidspersoneel heeft in opvolging van de nulmeting die vorig jaar gebeurde naar aanleiding van het opstellen van het actieplan voor meer stageplaatsen opnieuw een bevraging gedaan om te peilen naar het aantal stagiairs dat er dit schooljaar waren bij de overheid. Er werd geopteerd voor een ad hoc elektronische bevraging naar de leidend ambtenaren. Volgend cijfermateriaal werd bekomen: Overheid Beleidsdomein Allochtoon Gehandicapt Kort geschoold universiteit. BZ 18 5 2 5 6 CJSM 336 10 0 0 327 EWI 54 1 3 0 36 FB 1 0 0 0 1 IV 5 0 0 0 4 LV 28 2 0 1 25 LNE 104 4 2 30 36 OND 33 3 3 16 13 RWO 73 1 0 0 38 DAR 6 0 0 0 3 WVG 738 46 0 6 387 WSE 126 34 9 13 48 MOW 88 2 0 1 16 Andere ent. 140 0 0 0 0 Totaal 1.750 108 19 72 940 Volgende definities werden gehanteerd: o Allochtoon: persoon met een nationaliteit van een land buiten de Europese Unie of persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een nationaliteit hebben van een land buiten de Europese Unie" o Gehandicapt: persoon met een arbeidshandicap: persoon met aantasting van zijnhaar mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden, voor wie het uitzicht op het verwerven en behouden van een arbeidsplaats en op vooruitgang op die plaats, langdurig en in belangrijke mate beperkt is. o : leerling(e) die in het schooljaar waarin hijzij stage loopt het diploma van secundair onderwijs niet zal behalen op het einde van het schooljaar. Gezien de reorganisatie BBB en de structuurreorganisatie die in volle gang is, was het bekomen van cijfergegevens allesbehalve evident.

7 In de nulmeting vorig jaar bedroeg het totaal aantal onbezoldigde stagiairs voor de ganse overheid (MVG + VOI) 1.515. Dit jaar komen we aan 1.750, een stijging met ruim 200. Naar rapportering toe binnen de overheid moet (in overleg met het departement Bestuurszaken) verder bekeken worden wat naar de toekomst toe de meest aangewezen weg is. o Bij de lokale besturen Respons op bevraging: Gemeenten: 137308 (44,5%) OCMW s: 102308 (33%) Samen: 239616 (38,7%) t.o.v. 46% respons vorig jaar Volledig databestand op te vragen via sectorconsulenten@vvsg.be Totaal aantal stage- en leerwerkplaatsen bij lokale besturen Gemeente 1.796 stageplaatsen waarvan 537 voor hooggeschoolden en 1.259 voor laag- of middengeschoolden. Van deze laag- en middengeschoolden behoren 216 personen tot de kansengroepen 115 VDAB-stages 56 deeltijdse contracten leerwerk 5 BIO s OCMW s 3.637 stageplaatsen waarvan 382 voor hooggeschoolden en 3.255 voor laag- of middengeschoolden Van deze laag- en middengeschoolden behoren 166 personen tot de kansengroepen 89 VDAB-stages 70 deeltijdse contracten leerwerk 2 BIO s Totaal 5.433 stageplaatsen waarvan 919 voor hooggeschoolden en 4.514 voor laag- of middengeschoolden Van deze laag- en middengeschoolden behoren 382 personen tot de kansengroepen 204 VDAB-stages 126 deeltijdse contracten leerwerk 7 BIO s Ter vergelijking met vorig jaar: toen was er een totale respons van 282 besturen op 616 (46 procent). Zij waren toen goed voor samen 4.943 stageplaatsen en 75 bezoldigde werkervaringsplaatsen met een deeltijds arbeidscontract. Ook bij de lokale besturen waren er het voorbije schooljaar dus duidelijk meer stageplaatsen: minstens 500 meer dan het schooljaar voordien. o De grotere besturen blijven het merendeel van de stageplaatsen (64,3%) en leerwerkplaatsen (81,2%) leveren o Bevraging bij 618 besturen van deze gegevens is tijdrovend en arbeidsintensief. Een goede opvolging vanuit de dienst DBO (ook inzake cijfers en contactgegevens brugprojecten) zou wenselijk zijn

8 o Besturen geven aan dat slechts 17% van de stagiairs hooggeschoold (universitair of hogeschool) is o Besturen geven aan dat ongeveer 7% afkomstig is uit de kansengroepen, bij deeltijdse leerwerkcontracten en BIO s wijzen de begeleiders op de vaak multiproblematische achtergrond van de jongeren o Bij de provincies Bij de provinciebesturen werden er dit jaar niet opnieuw bevragingen gedaan. Uit een navraag door het Agentschap voor Overheidspersoneel bleek dat het aantal stagiairs bij de diverse besturen ongeveer gelijk bleef als vorig schooljaar. Alle provinciebesturen samen bieden rond de 300 onbezoldigde stageplaatsen aan.

9 Actie 4: Begeleiding voor leidinggevende-stagegever Tijdens dit eerste jaar van actie werden eerstelijninformatiepunten in de administratie (bij het Agentschap voor Overheidspersoneel) en bij de VVSG gerealiseerd. Er werd ook een vademecum opgesteld met alle nuttige informatie omtrent stage- en werkervaringsplaatsen bij openbare besturen. Dit vademecum werd als een nuttig instrument ervaren. Er zal naar het nieuwe schooljaar toe een hergewerkte versie gemaakt en verspreid worden. De centra voor deeltijds onderwijs zijn vragende partij om dit vademecum op te splitsen in twee delen: onbezoldigde schoolstage en bezoldigd leerwerk. Onbezoldigde schoolstage en bezoldigd leerwerk in één vademecum opnemen, schept voor hen problemen inzake verkoopbaarheid. Wat vorming betreft: In het vademecum werden concrete tips gegeven over hoe stagiairs begeleiden. Ook de eerstelijnaanspreekpunten voorzien bijkomende informatie; belangrijk blijkt vooral om aan de behoefte naar informatie te kunnen voldoen. Uit een behoeftepeiling binnen de overheidsadministratie blijkt dat er naar bijkomende opleiding omtrent hoe een stagiair begeleiden niet echt vraag is, opvallend ook niet bij de 20 diensten die momenteel een jongere met een BIO-contract hebben. Naar lokale besturen toe wordt een algemeen pakket begeleiding op de werkvloer aangeboden, jongeren uit het deeltijds onderwijs krijgen hierbinnen bijzondere aandacht. Actie 5: communicatie-sensibilisatie Bij de verspreiding van het vademecum en de bevraging omtrent cijfers werd er telkens op alle niveaus gecommuniceerd en gesensibiliseerd. Een meer grootschalige communicatie werd tijdens het schooljaar 2005-2006 niet gedaan omdat de stagedatabank wordwatjewil nog niet operationeel was en het onmogelijk zou zijn om een meer grootschalige vraag naar persoonlijke bemiddeling aan te kunnen binnen de administratie. Bovendien was er ook nog te veel onduidelijkheid omtrent het BIO-statuut. Bij de lancering van de nieuwe stagewebsite van DIVA in september 2006 zal er binnen de administratie wel promotie voor worden gemaakt. Aan leidinggevenden zal worden gevraagd om stageplaatsen aan te bieden. Met de inrichtende onderwijskoepels zijn er alvast ook afspraken gemaakt omtrent een toelichting omtrent de BIO voor alle Centra voor Deeltijds Onderwijs medio september 2006. Bedoeling is om op duidelijke én correcte informatie te verspreiden naar alle Centra voor Deeltijds Onderwijs en werkgevers. Als algemeen besluit van deze tussentijdse evaluatie kan worden gesteld - dat er nu reeds 700 stagiairs meer terecht konden bij een openbaar bestuur dan het schooljaar voordien. Door de ingebruikname van de stagedatabank vanaf het komend schooljaar zou het aantal stageplaatsen nog moeten stijgen. Hiervoor zal verder worden gesensibiliseerd. - Er werden oplossingen en voorstellen geformuleerd met betrekking tot de lancunes in de federale wetgeving inzake de beroepsinlevingsovereenkomst : die zullen verder met de bevoegde federale instanties worden opgenomen.

10 Verdere verduidelijkende cijfers : onbezoldigde stages per beleidsdomein overheid Bevraging mei-juni 2006 Bestuurszaken Departem. 6 0 0 4 2 8 1 2 1 4 4 4 0 0 0 Totaal 18 5 2 5 6 Departem. voor Overheidspersoneel Vlaams voor Recr. en Sel. voor Fac. Man. voor Bin. Bestuur Cultuur, Jeugd, Sport en Media Kunsten en Erfgoed Sociaal Cultureel werk voor Jeugd en Volwassenen Vlaams Opera 0 0 0 0 0 2 0 0 0 2 4 0 0 0 2

11 Koninklijke Museum voor Schone Kunsten Antwerpen BLOSO 15 0 0 0 12 0 0 0 0 0 Regulator voor de Media VRT 315 10 0 0 311 Totaal 336 10 0 0 327 Economie, Wetenschap en Innovatie Departem. 1 0 1 0 0 Economie Ondernemen Instituut voor Innovatie door Wetensch. en Techn. Inst. voor Techn. Onderzoek Fonds voor Wetensch. Onderzoek Participatie maatschappij Participatie maatschappij 2 1 1 0 0 0 0 0 0 0 51 0 1 0 36 0 0 0 0 0

12 Vlaanderen Limburgse Reconversiemaatschappij Totaal 54 1 3 0 36 Departem.. Financiën en Begroting Centrale Acc. 1 0 0 0 1 Belastingsdienst Totaal 1 0 0 0 1 Internationaal Vlaanderen Departem. 0 0 0 0 0 voor Int. Samenwerking Toerisme Vlaanderen. 5 0 0 0 4 Vlaams 0 0 0 0 0 voor Int. Ondernemen Totaal 5 0 0 0 4

13 Landbouw en Visserij Departem. 1 0 0 0 1 voor LV 0 0 0 0 0 Instituut voor Landbouwen Visserijonderzoek Vzw Vlaams Centr. voor Agro- en Visserijmarketing 27 2 0 1 24 Totaal 28 2 0 1 25 Leefmilieu, Natuur en Energie Departem. 8 0 0 0 5 Openbare Afvalstoffen maatschappij Milieumaatschappij Landmaats chappij Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 5 0 1 1 2 12 1 1 0 5 18 1 0 0 16 Agentschap 61 2 0 29 8

14 voor Natuur en Bos Energieagentsch. VREG 0 0 0 0 0 Totaal 104 4 2 30 36 Maatschappij voor Energievoorziening Onderwijs en Vorming Departem. 9 1 1 6 3 AGODI 8 0 0 1 7 Totaal 33 3 3 16 13 Onderwijs- 7 1 1 3 0 Dienstencentrum Hog-Volw. Ond. 9 1 1 6 3 voor Onderwijscomm. AGIOn 0 0 0 0 0 Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departem. 0 0 0 0 0 Ruimtelijke Ordening Onroerend Erfgoed Vlaanderen 32 0 0 0 0

15 Wonen- 1 0 0 0 0 Vlaanderen 0 0 0 0 0 Maatschappij voor Sociaal Wonen Vlaams 40 1 0 0 38 Instituut voor het Onroerend Erfgoed Inspectie 0 0 0 0 0 RWO Totaal 73 1 0 0 38 Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Departem. 4 0 0 0 2 Studiedienst 0 0 0 0 0 van de Regering Int. Audit 0 0 0 0 0 van de Administratie 0 0 0 0 0 voor Geografische Informatie Vlaanderen Vzw De 2 0 0 0 1 Rand Totaal 6 0 0 0 3 Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Departem. 96 10 0 0 57

16 Inspectie 0 0 0 0 0 WVG Jongerenwelzijn.8 0 0 0 8 Zorg en 1 0 0 1 0 Gezondheid Vlaams voor Personen met een Handicap Kind en 194 0 0 0 170 Gezin Openbaar 116 0 0 0 40 Psychiatrisch Zorgcentr. Geel Openbaar 235 30 0 3 44 Psychiatrisch Zorgcentrum Rekkem Fonds 87 6 0 1 68 Jongerenwelzijn Zorg en 1 0 0 1 0 Gezondheid Vlaams Infra- structuur- fonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden Totaal 738 46 0 6 387 Werk en Sociale Economie Departem. 4 0 2 0 0 Vlaams 1 0 0 1 0

17 Subsidieagentsch. Voor Werk en Soc. Economie VDAB 117 34 7 12 48 Syntra- Vlaanderen Werkholding nv 4 0 0 0 0 Totaal 126 34 9 13 48 Departem. Agentschap Infrastructuur Agentshap dienstverlening en Kust Mobiliteit en Openbare werken 14 0 0 0 12 0 0 0 0 0 De Lijn 50 Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Waterwegen en Zeekanaal 11 1 0 0 2 Gemeenschapsonderwijs aantal Andere De Scheepvaart 13 1 0 1 2 Totaal 88 2 0 1 16 UZ-Gent 140 Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend VMW Totaal 140

18 Verdere cijfers: Overzicht stageplaatsen en leerwerkplaatsen bij gemeenten met meer dan 40.000 inwoners GEMEENTE Gemeente OCMW Stage LW Stage LW > 100.000 inw. Antwerpen 70 0 1500 40 Gent 146 26 323 0 Brugge 93 0 130 0 40.000-100.000 Leuven 12 0 60 0 Mechelen 50 16?? Aalst 162 0 120 0 Kortrijk 75 0 60 0 Hasselt 63 0 30 8 St. Niklaas 114 4 35 0 Oostende 71 0 12 0 Genk 46 1 10 0 Roeselare 25 0 100 1 Beveren 21 0 24 0 Dendermonde 30 0 66 12 Beringen 24 0 21 0 TOTAAL 1002 47 2491 61