DOCENT: A. SEWSAHAI Havo HENRY N. HASSANKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Thema: Regeling



Vergelijkbare documenten
DOCENT: A. SEWSAHAI VWO KLASSE 6

Samenvatting Biologie Regeling

3 keer beoordeeld 15 maart Regelkring van de lichaamstemperatuur is homeostase. Homeostase is een voorbeeld van zelfregulatie.

Samenvattingen. Samenvatting Thema 6: Regeling. Basisstof 1. Zenuwstelsel regelt processen:

Normwaarde = is een waarde die je af leest, zoals bij de thermostaat, zie je 19 graden staan dan is dat de normwaarde. Zo warm moet het zijn.

Samenvatting Biologie Thema 6

Samenvatting Biologie Thema 6

Zenuwcellen. Samenvatting door een scholier 2435 woorden 24 juni keer beoordeeld

Regeling. Regeling is het regelen van allerlei processen in het lichaam. Regeling vindt plaats via twee orgaanstelsels: Zenuwstelsel.

H.6 regeling. Samenvatting

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 6 + 9: Regeling en Gedrag

H5 Begrippenlijst Zenuwstelsel

6.6. Boekverslag door D woorden 26 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie thema 5, Homeostase

6,4. Samenvatting door N woorden 6 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie H5 Homeostase

Samenvatting Biologie Zintuigelijke waarneming

Samenvatting Biologie Regeling en waarneming

Beide helften van de hersenen zijn met elkaar verbonden door de hersenbalk. De hersenstam en de kleine hersenen omvatten de rest.

De hersenen, het ruggenmerg en hun bloedvaten worden beschermd door drie vliezen.

Onwillekurig of Autonoom Ingedeeld in parasympatisch en orthosympatisch

Samenvatting Biologie Regeling

Samenvatting door Hidde 506 woorden 31 maart keer beoordeeld. Biologie Hoofdstuk 14: Zenuwstelsel Centraal zenuwstelsel

V5 Begrippenlijst Hormonen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 14 Zenuwstelsel

Samenvatting Biologie hoofdstuk 14 - zenuwstelsel

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Scan

2. Van welke van de onderstaande factoren is de hartslagfrequentie NIET afhankelijk? a. de wil b. lichamelijke activiteiten c.

7,3. Het zenuwstelsel. Zenuwcellen en zenuwen. Samenvatting door een scholier 1716 woorden 24 februari keer beoordeeld

REGELING. 1 G o e d g e r e g e l d. 2 Z e n u w s t e l s e l

Thema 5 Regeling en waarneming Doelstelling 1 Homeostase bij de mens Homeostase Dynamisch evenwicht Homeostatische regelkringen

6,7. Samenvatting door een scholier 1580 woorden 20 juni keer beoordeeld

Werkstuk Biologie Regeling en Gedrag.

H2 Bouw en functie. Alle neuronen hebben net als gewone cellen een gewone cellichaam.

Biologie SE4. Hoofdstuk 13 Paragraaf 1 Begrippenlijst:

Fysiologie / zenuwstelsel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 en 14

Samenwerking van bepaalde stelsels vb. zintuigstelsel, hormoonstelsel om de omstandigheden van je lichaam constant te houden.

Extra paragraaf. Hormonen

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 1. Het zenuwstelsel

Samenvatting NLT Hersenen en Leren

Examen Voorbereiding Waarneming Regeling

de productieplaats van groeihormoon 8 2. oorzaken van een groeihormoontekort 18 gemeten 24 symptomen van een tekort 30

Zenuwstelsel a3. Wat kun je hier intekenen wat goed weergeeft waar dit hoofdstuk over gaat?

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel-reactie vaststellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 Hormonen

Anatomie / fysiologie. Zenuwstelsel overzicht. Perifeer zenuwstelsel AFI1. Zenuwstelsel 1

Samenvatting Biologie H14 Reageren

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, Regeling door hormonen

Samenvatting Biologie voor Jou 1B Thema 6 Waarnemen, regeling en gedrag. Zintuig = orgaan dat reageert op prikkels uit de omgeving

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 18 brainwave

4 keer beoordeeld 30 mei 2017

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 9, Besturing

Samenvatting Biologie Havo 5. Nectar. Hoofdstuk 14 Reageren

Samenvatting Biologie voor Jou 2A Thema 4 Waarnemen en regeling

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 13 en 14

Thema 5 Regeling en waarneming

Uit waarnemingen en voorbeelden de relatie prikkel- reactie vaststellen

- Is een centrale hormoonklier die zich net onder de grote hersenen bevindt en een doorsnee van ongeveer één centimeter heeft.

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de. Witte stof wordt gevormd door de met myeline omgeven neurieten

4,2. Samenvatting door Een scholier 2780 woorden 29 januari keer beoordeeld. Samenvatting biologie hoofdstuk 7 t/m 11:

Module: Pacemaker in het brein - h45. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

5,9. Samenvatting door een scholier 1581 woorden 10 april keer beoordeeld. Hypofyse. Tekening van de hypofyse:

Samenvatting Biologie Zenuwstelsel

Les 18 Zenuwstelsel 1

Lens plat of lens bol?

Samenvatting Biologie Thema 4:

Carol Dweck en andere knappe koppen

Samenvatting Biologie Basisstof 1 tot 10

Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE

Docent: A. Sewsahai Thema: Zintuigelijke waarneming

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren

7,3. Samenvatting door een scholier 2527 woorden 31 maart keer beoordeeld

De samenstelling van het interne milieu wordt ook constant gehouden d.m.v. stoffen opslaan, uitscheiden of opnemen.

Samenvatting Biologie homeostase, gedrag, bescherming

Algemeen. Het hormoonstelsel. Soorten. Soorten. Hormoonklieren: hypofyse. Soorten Hebben invloed op:

Fysiologie / Hormonen Endocriene stelsel

Profielwerkstuk Biologie Invloed van kou op het concentratievermogen

Zintuigelijke waarneming

Casuïstiek voor doktersassistenten Ik heb barstende hoofdpijn ISBN Hoofdstuk 1: Medische achtergrondkennis

Anatomie / fysiologie

1. Vegetatieve functies zorgen voor het in stand houden van het lichaam / samenstelling milieu interieur

We kunnen het zenuwstelsel daarom onderverdelen in de controlekamer: het centrale zenuwstelsel en informatiewegen: het perifere zenuwstelsel.

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

OMSCHRIJVING LESSTOF

Samenvatting NLT Hersenen en leren H2 en H3

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving

5,2. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 2 februari keer beoordeeld

Capabel Examens 2011 Pagina 1

WERKING VAN HET ZENUWSTELSEL

Wat een klier! Hormonen en klieren

Samenvatting Biologie Havo 4 en havo 5 boek sv examen 2012

Samenvatting Biologie Homeostase bij de mens en gedrag

Biologie samenvatting H6. Let op: ik weet niet of deze samenvatting helemaal goed is.

Thema: Zintuigen, zenuwstelsel en spieren - H 5

vwo hormoonstelsel 2010

Het zenuwstelsel. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. Figuur 3.7 boek p. 68.

Ooit nagedacht over wat er gebeurt onder een halsband?

6,8. Samenvatting door een scholier 2939 woorden 6 januari keer beoordeeld

Transcriptie:

DOCENT: A. SEWSAHAI Havo HENRY N. HASSANKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Thema: Regeling

Doelstellingen: De student moet: de bouw en functies van het zenuwstelsel kunnen beschrijven de functies en kenmerken van de delen van een zenuwcel (neuron) kunnen noemen moet de drie typen zenuwcellen kunnen noemen met hun functies en kenmerken kunnen omschrijven wat een zenuw is en drie typen zenuwen kunnen noemen met hun kenmerken kunnen beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt en wat er gebeurt bij kunstmatige prikkeling van een zenuwcel

de functies en kenmerken kunnen noemen van het ruggenmerg de functies en kenmerken van de delen van de hersenen kunnen noemen de functies van reflexen kunnen noemen en een reflexboog kunnen beschrijven de functies van de delen van het autonome zenuwstelsel kunnen noemen de kenmerken van hormonen kunnen beschrijven en met behulp van gegevens de werking van de hypofyse, de schildklier, de eilandjes van Langerhans en de bijnieren kunnen beschrijven

Zenuwstelsel vs Hormoonstelsel Zenuwstelsel Vervoert boodschappen via zenuwen m.b.v. impulsen Werkt snel, maar kortdurig Hormoonstelsel Hormonen via bloed (boodschappen - signalen) Werkt langzaam, maar langdurig effect

Zenuwstelsel Indeling op basis van ligging (bouw): Centrale zenuwstelsel (CZ): Grote hersenen Kleine hersenen Hersenstam Ruggenmerg Perifere zenuwstelsel: Zenuwen (uittredende zenuwen)

Zenuwstelsel Indeling op basis van functie: het animale zenuwstelsel: regelt vooral gewilde bewegingen (bewuste reacties) en reflexen; het autonome zenuwstelsel: regelt vooral de werking van inwendige organen. Werking van het zenuwstelsel: In zintuigcellen (receptoren) ontstaan impulsen onder invloed van prikkels. (Een prikkel is een invloed uit het milieu op een organisme.) Zenuwcellen (conductoren) geleiden impulsen naar het centrale zenuwstelsel, verwerken deze in het centrale zenuwstelsel en geleiden impulsen vanaf het centrale zenuwstelsel. Spieren of klieren (effectoren) reageren op de impulsen; de effectoren worden gestimuleerd of geremd.

Zenuwen vanuit het ruggenmerg

Werking CZ Prikkel Receptor (zintuig) impuls via conductor (zenuw) ruggemerg / hersenen impuls via conductor (zenuw) reactie door effector (spier of klier) Prikkel = invloed uit de omgeving van een organisme Impuls = elektrisch signaal

Bouw van een zenuwcel (neuron) Axon (Neuriet) = uitloper die impuls naar cellichaam af geleidt Dendriet = uitloper die impuls naar cellichaam toe geleidt Uitlopers met myelineschede (mergschede cellen van Schwann) kunnen, i.v.m. sprongsgewijze impulsgeleiding, een impuls sneller geleiden, t.o.v. uitlopers die deze mergschede niet bevatten.

3 soorten zenuwcellen (neuronen) 1. Sensorische neuron of gevoelszenuwcel - Van receptor naar CZ impulsgeleiding - 1 lange dendriet / 1 korte axon - Cellichaam ligt vlakbij CZ Sensorische zenuwcel schakelcel 2. Motorische neuron of bewegingszenuwcel - Van CZ naar effector impulsgeleiding - Meerdere korte dendrieten / 1 lange axon - Cellichamen in CZ 3. Schakel neuron of schakel cellen - Geleiden impulsen binnen het CZ Motorische zenuwcel

3 soorten zenuwen Zenuwcellen liggen bij elkaar in zenuwen. Hier omheen ligt bindweefsel 1. Gevoelszenuw of sensorische zenuwen: alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen 2. Bewegingszenuw of motorische zenuwen: alleen uitlopers van motorische zenuwcellen 3. Gemengde zenuwen: bevat beide

MS Multiple sclerose, meestal afgekort tot MS, is een aandoening van het centraal zenuwstelsel, waarbij de myelineschede die om veel zenuwvezels zit op sommige plaatsen volgens een willekeurig aandoend patroon pleksgewijs wordt aangetast door het immuunsysteem, waardoor bij de patiënt o.a. verlammingsverschijnselen kunnen ontstaan

Impulsgeleiding: voortgeleiden van impulsen langs het celmembraan. Rustfase Actiefase: de binnenkant van het celmembraan krijgt gedurende heel korte tijd een positieve lading ten opzichte van de buitenkant. Hierna wordt de oorspronkelijke lading hersteld. Herstelfase: het celmembraan kan na de actiefase gedurende korte tijd geen impulsen voortgeleiden. Sprongsgewijze impulsgeleiding: bij zenuwceluitlopers met een myelineschede springen de impulsen van insnoering naar insnoering. Dit vergroot de impulsgeleidingssnelheid.

Impulsgeleiding Impuls = elektrisch stroompje ontstaat als prikkel sterk genoeg is boven de prikkeldrempel impulssterkte is altijd gelijk bij sterkere prikkel worden meer impulsen per tijdeenheid doorgegeven - de impulsfrequentie neemt toe zenuwcel heeft na ieder impuls een korte herstelperiode nodig; kan dan niet geprikkeld worden Impulsfrequentie neemt af als bepaalde prikkel lang aanhoudt (gewenning)

Sprongsgewijze impulsgeleiding myelineschede Zenuwcel in rust - lading aan binnenkant celmembraan Actiefase binnenkant krijgt gedurende korte tijd + lading Herstelfase celmembraan kan gedurende korte tijd geen impulsen geleiden Door myelineschede sprongsgewijze impulsgeleiding

Impulsgeleiding

Impulsoverdracht: een synaps laat een impuls slechts in één richting door. Impulsgeleidingsrichting: receptoren -> conductoren -> effectoren. Bepaalde stoffen (o.a. geneesmiddelen en drugs) kunnen de impulsoverdracht beïnvloeden. Kunstmatige prikkeling van een zenuwcel (bijv. door toedienen van een stroomstoot). Bij kunstmatige prikkeling van een zenuwcel worden impulsen in twee richtingen voortgeleid. Prikkeling van een neuron: 1. Mechanisch 2. Cheminsch 3. Electrisch

Synaps = contactplaats van zenuwcellen, waar impulsen chemisch worden doorgegeven

Stimulerende en remmende werking op de synaptische spleet Drugs en veel pijnstillers werken op dit systeem! Remmend: morfine, alcohol, cannabis Stimulerend: nicotine, cocaine, XTC Leidt soms tot gewenning of verslaving

Ook geneesmiddelen en drugs kunnen de impulsoverdracht in synapsen beinvloeden. Leg dit uit! (Verrijkingsstof 1 blz. 121) Leg uit wat dubbele innervatie van een orgaan inhoudt.

Ruggemerg & Hersenen

4 1 = tussenwervelschijf 2 = wervel 3 = ruggenmerg 4 = ruggenmergszenuw

Ruggenmerg Witte stof (schors) uitlopers Grijze stof (merg) cellichamen van schakelcellen en motorische zenuwcellen (= vlindervormig) Zenuwknoop (spinale ganglia) liggen sensorische zenuwcellen

Aan de rugzijde komen gevoelszenuwen het ruggenmerg binnen. Spinale ganglia (ruggenmergszenuwknopen) bevatten de cellichamen van sensorische zenuwcellen. Aan de buikzijde verlaten bewegingszenuwen het ruggenmerg. In de schors ligt de witte stof. De witte stof bevat uitlopers van schakelcellen, die van en naar de hersenen lopen. In het merg ligt de grijze stof (vlindervormig). De grijze stof bevat cellichamen van schakelcellen (in het midden en aan de rugzijde) en cellichamen van motorische zenuwcellen (aan de buikzijde). Functies van het ruggenmerg: geleiden van impulsen van zenuwen in romp en ledematen naar de hersenen en omgekeerd; geleiden van impulsen in reflexbogen van romp en ledematen.

Zenuwcellen in de hersenen

Wist je dat: een mens 125 miljard hersencellen heeft? een ongeboren kind elke minuut 250.000 nieuwe hersencellen aanmaakt, maar dat je er na de geboorte elke dag 100 kwijtraakt? het aantal vertakkingen in de hersenen even groot is als het aantal takken in de bossen van het Amazone regenwoud? de hersenen twee procent van het lichaamsgewicht vormen, maar twintig procent van de energie verbruiken? de hersenen drie tot vier liter bloed per minuut nodig hebben om ze van zuurstof te kunnen voorzien?

1 = Schors grijze stof cellichamen van schakelcellen 2 = Merg witte stof uitlopers van schakelcellen Om de hersenen liggen drie hersenvliezen voor bescherming en bloedvoorziening

Grote hersenen Hersenschors: Centrale groeve 1)Sensorische centra: impulsen verwerken (+ bewustwording) 2)Motorische centra: ontstaan impulsen voor bewuste bewegingen

Ledematen naar verhouding tot grootte gebied in sensorische hersencentra

Kleine hersenen Coördinatie van alle bewegingen (o.a. evenwicht)

Hersenstam hersenstam Is voortzetting van ruggenmerg Bevat centra van autonome zenuwstelsel o.a. voor ademhaling, lichaamstemperatuur Aantal reflexen verloopt via hersenstam o.a. pupilreflex Let op: via hersenstam worden impulsen van linkerlichaamshelft geleid naar de rechterhersenhelft en omgekeerd.

Reflex Reflex = snelle (onbewuste) reactie op bepaalde prikkel. (bv.: pupilreflex / kniepeesreflex / hoestreflex) Reflexen zijn belangrijk: - bij lichaamshouding - als bescherming (bv. als je per ongeluk iets heets aanraakt) - bij bewegingen / coördinatie van spieren (bv. bij lopen en fietsen)

Kniepeesreflex Leg uit op welke manier de kniepeesreflex zich onderscheid van de andere reflexen Animatie Bioplek reflexboog Animatie Bioplek kniepeesreflex

Grote hersenen. Functie: het verwerken van impulsen afkomstig van receptoren en het regelen van gewilde bewegingen (bewuste reacties). In de schors ligt de grijze stof: cellichamen van schakelcellen. In het merg ligt de witte stof: uitlopers van schakelcellen. Hersencentra: groepen cellichamen van schakelcellen in de hersenschors. In sensorische centra (bijv. gehoorcentra, gezichtscentra) worden binnenkomende impulsen verwerkt. De plaats waar impulsen aankomen en worden verwerkt, bepaalt van welke prikkel je je bewust wordt. In motorische centra (bijv. schrijfcentra, spreekcentra) ontstaan impulsen voor gewilde bewegingen. Kleine hersenen. Functie: het coördineren van bewegingen (o.a. het handhaven van het evenwicht). In de schors ligt de grijze stof: cellichamen van schakelcellen. In het merg ligt de witte stof: uitlopers van schakelcellen. Hersenstam. Functie: geleiden van impulsen van het ruggenmerg naar de grote en kleine hersenen en omgekeerd, van impulsen van zenuwen in hoofd en hals naar de grote en kleine hersenen en omgekeerd, en van impulsen in reflexbogen van hoofd en hals. In de hersenstam kruisen impulsbanen elkaar: de impulsen van de linkerhelft van de hersenen gaan naar de rechterlichaamshelft en omgekeerd. In de hersenstam bevinden zich centra die de activiteiten van het autonome zenuwstelsel coördineren.

Reflex: een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel. De snelheid is vaak nodig om het lichaam te beschermen. Reflexen hebben een functie bij het handhaven van bepaalde houdingen en bij bewegingen van het lichaam. Reflexboog: de weg die impulsen afleggen bij een reflex. Onder invloed van prikkels ontstaan in zintuigcellen impulsen. Via sensorische zenuwcellen worden de impulsen geleid naar schakelcellen in het ruggenmerg of in de hersenstam. Schakelcellen geleiden impulsen naar motorische zenuwencellen. Bepaalde motorische zenuwcellen geleiden impulsen naar spieren, andere motorische zenuwcellen juist niet. Bepaalde spieren trekken zich samen, andere ontspannen zich; er ontstaat een reflex. De grote hersenen maken geen deel uit van de reflexbogen. Toch komen bij veel reflexen ook impulsen in de grote hersenen aan.

Zojuist hebben we het zenuwstelsel bestudeerd op basis van de criteria bouw; we gaan nu het zenuwstelsel bekijken op basis van de criteria functie

Het zenuwstelsel Indeling op grond van werking (functie) Animale zenuwstelsel - staat onder invloed van de wil - verzorgd bewuste reacties en reflexen - centra liggen voornamelijk in grote hersenen Autonome zenuwstelsel - staat niet onder invloed van de wil - voor onbewuste functies van organen - regelt allerlei lichaamsfuncties o.a.hartslag, spijsvertering,ademhaling, nieren etc - centra in hersenstam Hormoonstelsel veel invloed op

Autonome zenuwstelsel Bestaat uit: 1) orthosympatisch deel 2) parasympatisch deel Naar ieder orgaan (doelwitorgaan) gaat een orthosympatische zenuw en een parasympatische zenuw (= dubbele innervatie) Deze hebben een tegengestelde werking

Orthosympatisch zenuwstelsel Stimuleert organen die met activiteit te maken hebben + versnelling ademhaling + versnelling hartslag + verhoging dissimilatie (verbranding om energie vrij te maken) - remt (vertraagt) spijsvertering

Orthosympatische deel wordt vanuit het ruggenmerg (4) via de grensstrengen (5) naar de organen geleid. Zowel links als rechts v.d. wervelkolom liggen deze ganglia

Parasympatisch zenuwstelsel + stimuleert spijsverteringsorganen + bevordert assimilatie (vormen organische stoffen voor opbouw lichaam) voor rust en herstel lijf - remt (vertraagt) hartslag en ademhaling

Autonome zenuwstelsel

Het orthosympathische deel. Beïnvloedt organen zodanig dat het lichaam arbeid kan verrichten: de dissimilatie wordt bevorderd. Effecten: o.a. verhoging van de hartslag- en ademfrequentie en vertraging van de vertering. Impulsgeleiding: via ganglia in de twee grensstrengen en via orthosympathische zenuwen naar de doelwitorganen. Het parasympathische deel. Beïnvloedt organen zodanig dat het lichaam in een toestand van rust en herstel kan komen: de assimilatie wordt bevorderd. Effecten: o.a. verlaging van de hartslag- en ademfrequentie en versnelling van de vertering. Impulsgeleiding: vooral via de twee zwervende zenuwen naar de doelwitorganen. Dubbele innervatie van organen: naar elk doelwitorgaan loopt een orthosympathische en een parasympathische zenuw. Het autonome zenuwstelsel werkt nauw samen met het hormoonstelsel.

Hormoonstelsel

Het hormoonstelsel Hormonen zijn vetachtige of eiwitachtige stoffen Komen via de bloedbaan overal Doelwitorganen herkennen ze via receptoren op de celmembraan Concentraties zijn belangrijk. Er is sprake van een drempelwaardes en van hormoonspiegels

Hormonen zijn: Hormonen Regeleiwitten Afgegeven door endocriene klier aan het bloed Trager dan het zenuwstelsel, maar werken langer Hebben specifieke molecuulstructuur alleen herkend door receptormoleculen op doelwitorganen Staan o.i.v. autonome zenuwstelsel

Geef de werking van de volgende hormonen aan: GH (groeihormoon), prolactine,, TSH (SSH), FSH, LH, oxytocine, ADH Bepaalde hormoonklieren kunnen hormonen produceren, waarbij deze geproduceerde hormonen weer hun invloed kunnen uitoefenen op andere hormoonklieren die andere hormonen produceren. Geef hiervan voorbeelden. Het zenuwstelsel en het hormoonstelsel zijn met elkaar verbonden. De verbinding tussen het zenuwstelsel en de hypofyse verloopt via neuronen in de hypothalamus.

Hypofyse Produceert hormonen die de werking van andere hormoonklieren beinvloeden. De hypofyse staat o.i.v. de hypothalamus. De hypofyse bestaat uit de Voorkwab & Achterkwab

De hypofyse maakt hormonen die rechtstreeks werken (bv. GH) en hormonen die via een andere hormoonklier werken (bv. FSH en TSH) De hypofyse zelf kan ook weer aangestuurd worden door andere hormonen uit de hypothalamus

De belangrijkste hormoonklieren Hypofyse Groeihormoon TSH (schildklierstimulerend hormoon) FSH LH Oxytocine ADH (antidiuretisch hormoon)

1 = Epifyse(pijnappelklier) 2 = Hypofyse 3 = Schildklier 4 = Thymus 5 = Bijnieren 6 = Alvleesklier 7 = Eierstokken 8 = Testes

Eilandjes van Langerhans (komen voor in de alvleesklier of pancreas) Maken twee hormonen Insuline Glucagon Werken tegengesteld (antagonisten) Ze houden de bloedsuikerspiegel constant

De eilandjes van Langerhans

Insuline

Bijnier ( adrenaline) In bijniermerg: Adrenaline= stresshormoon FFF-situaties (fff-hormoon) Via neurosecretie (sneller) Is een neurohormoon Regelt hartslag, ademhaling en bloedverdeling In bijnierschors: cortisol en aldosteron en testosteron en oestrogeen

ADH=antidiuretisch hormoon (hypofyse-achterkwab) Osm. Waarde van het bloed wordt steeds gemeten via osmoreceptoren in de hypothalamus Stimulering van ADH afgifte door de hypofyse als osm. waarde te hoog wordt Meer ADH is minder urineproductie ADH = vasopressine (= bloeddrukregelaar): leg uit!

Bijnieren Hormoon adrenaline Heeft een snelle kortdurende werking in FFF-situaties Glycogeen wordt omgezet in glucose (in spieren en lever) Hartslag en ademhaling omhoog, verwijden bloedvaten naar skeletspieren en hersenen

De schildklier

Te weinig thyroxine?

VRAGEN? BEDANKT Info: www.ecoisonline.org www.examenbundel.nl www.biologiepagina.nl www.asewsahai.com asewsahai@yahoo.com