Ontwikkelingsgroep Continuïteit & Coördinatie E. Deproost J. De Fruyt Continuïteit & Coördinatie 4 indicatoren weerhouden: 1. Synthesebrief 2. Zorgnetwerkplan 3. Tijdig contact na ontslag 4. Zorgoverleg 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 2 Continuïteit & Coördinatie 4 indicatoren weerhouden: 1. Synthesebrief 2. Zorgnetwerkplan 3. Tijdig contact na ontslag 4. Zorgoverleg 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 3 1
Synthesebrief Percentage dossiers waarin bij afronding van een zorg- en ondersteuningsperiode in setting x tijdig een brief wordt gestuurd naar huisarts en/of verwijzer en/of daaropvolgende zorgaanbieder en/of medezorgaanbieder 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 4 Synthesebrief Motivatie: Voorkomen van breuken in informatie Nadelig voor ggz-gebruiker Nadelig voor zorg en ondersteuning Ondersteuning & complementariteit van deskundigheid 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 5 Synthesebrief Aantal ggz-gebruikers in de steekproef waarbij er op ogenblik van afronding dossier een synthesebrief is die voldoet aan de kwaliteitscriteria tijdig : het versturen van de brief uiterlijk 14 kalenderdagen na afronding van een zorg- en ondersteuningsperiode Totaal aantal ggz-gebruikers in de steekproef 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 6 2
Synthesebrief steekproef van N ggz-gebruikers waarbij het zorg- en ondersteuningsdossier >14 kalenderdagen afgerond is. Hierbij wordt volgende sleutel gebruikt: De steekproef dient gerandomiseerd te worden volgens meegeleverde richtlijnen. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 7 Synthesebrief Hoe omgaan met ggz-gebruikers die expliciet geen toestemming verlenen tot (via synthesebrief) contacteren van huisarts en/of verwijzer en/of daaropvolgende zorgaanbieder en/of medezorgaanbieder? Exclusie of toch inclusie (vermits oké indien synthesebrief gemotiveerd afwezig)? Zinvol om ratio (aantal exclusies/totaal aantal dossiers in de steekproef) te laten berekenen? 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 8 Continuïteit & Coördinatie 4 indicatoren weerhouden: 1. Synthesebrief 2. Zorgnetwerkplan 3. Tijdig contact na ontslag 4. Zorgoverleg 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 9 3
Zorgnetwerkplan Aanwezigheid zorgnetwerkplan in dossier Zorgnetwerkplan beantwoordt aan vooropgestelde dataset 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 10 Motivatie: Zorgnetwerkplan Voor patiënten bij wie er een specifieke zorgbehoefte blijft bestaan na ontslag uit een voorziening, kan een zorgnetwerkplan een belangrijke bijdrage leveren aan de transmurale zorgorganisatie en continuïteit. Streefdoel: een (naad)loze samenhang van de transmurale zorg, afgestemd op de mogelijkheden en behoeften van de patiënt Concreet: (transmuraal) zorgnetwerkplan als onderdeel van het patiënten dossier 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 11 Zorgnetwerkplan Aanwezigheid in medisch dossier aantal patiënten bij wie er in de ontslagfase een zorgnetwerkplan aanwezig is in het dossier aantal dossiers van patiënten in ontslagfase 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 12 4
Zorgnetwerkplan beantwoorden aan vooropgestelde dataset aantal patiënten waarbij het zorgnetwerkplan beantwoordt aan de vooropgestelde dataset aantal patiënten waarbij er in de ontslagfase een zorgnetwerkplan aanwezig is in het dossier 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 13 Continuïteit & Coördinatie 4 indicatoren weerhouden: 1. Synthesebrief 2. Zorgnetwerkplan 3. Tijdig contact na ontslag 4. Zorgoverleg 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 14 Tijd contact na ontslag Het percentage patiënten, gehospitaliseerd omwille van een primair psychiatrische stoornis, bij wie na ontslag een tijdig ambulant contact is vast gelegd bij een GGZ hulpverlener: een psychiater, een klinisch psycholoog of een hulpverlener verbonden aan een mobiele (crisis)team, een revalidatiecentrum, een CGG of een therapiehuis vanuit de geestelijke gezondheidszorg. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 15 5
Tijd contact na ontslag Motivatie: Voor de meeste cliënten, die residentieel behandeld werden omwille van een primair psychiatrische stoornis, is ambulante nazorg aangewezen. Tijdig ambulant contact na ontslag is een voorwaarde van goede nazorg: staat in voor opvolging van eventuele bijwerkingen van ingestelde medicatie en ondersteuning van het behandeltraject. is aangewezen gezien een verhoogd risico op suïcide in de eerste periode na opname. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 16 Tijd contact na ontslag Aantal patiënten, gehospitaliseerd omwille van een primair psychiatrische stoornis, bij wie binnen de 30 dagen na ontslag een ambulant contact ( contact op spoedgevallendienst) is vast gelegd bij een GGZ hulpverlener. Aantal patiënten, gehospitaliseerd omwille van een primair psychiatrische stoornis. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 17 Continuïteit & Coördinatie 4 indicatoren weerhouden: 1. Synthesebrief 2. Zorgnetwerkplan 3. Tijdig contact na ontslag 4. Zorgoverleg 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 18 6
Zorgoverleg De aanwezigheid van een neerslag in het patiëntendossier van een overlegmoment met minstens één andere actor die zorg verleent aan de patiënt of taken overneemt op minstens 1 levensdomein (lichamelijk welzijn, psychisch welzijn, huisvesting, vrijetijd, arbeid, onderwijs, dagelijks functioneren). Het overleg kan via een face-to-face contact of telefonisch. De andere actor kan zowel een professionele hulp- of zorgverlener zijn als een niet-professionele actor, bijvoorbeeld een mantelzorger die taken overnemen van de patiënt. Deze neerslag in het patiëntendossier bevat minstens de datum van het overlegmoment, de opsomming van de deelnemers aan het overleg en de gemaakte taakafspraken. In geval van overleg met andere actoren uit de GGZ, komen enkel zorg- en hulpverleners uit andere dan de eigen GGZ-voorziening in aanmerking. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 19 Zorgoverleg Motivatie: Heel wat patiënten zijn simultaan in zorg bij verschillende dienst-, zorg- en hulpverleners in verschillende voorzieningen en sectoren. Deze gelijktijdige zorg/ begeleiding of ondersteuning in eenzelfde periode noopt tot gegevensdeling en overleg in functie van taakafspraken om zo te komen tot gecoördineerde zorgverlening aan de patiënt. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 20 Motivatie: Zorgoverleg Om te komen tot kwalitatieve zorg is het aangewezen dat verschillende actoren die aan een zelfde patiënt zorg verlenen, met elkaar in overleg gaan om gegevens uit te wisselen, om af te stemmen en taakafspraken te maken. Hierbij wordt zorg breed geïnterpreteerd: m.b.t. psychische gezondheid, lichamelijke gezondheid, huisvesting, (Instrumentele) Activiteiten Dagelijks Leven, relaties, dagbesteding, werk Concreet gaat het over andere actoren binnen de GGZ, de welzijns- of gezondheidssector, huisvesting, arbeid, onderwijs, vrijetijd, justitie, 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 21 7
Zorgoverleg Motivatie: We gaan ervan uit dat mensen die hulp zoeken in een tweede of derdelijns GGZ-voorziening een verminderd functioneren vertonen op minstens twee levensdomeinen. Bijgevolg is de kans zeer groot dat ook andere actoren zorg (zouden moeten) verlenen. Om te komen tot deze taakafspraken is er overleg tussen de betrokken actoren nodig. Idealiter gaat er een gemeenschappelijk overleg door met alle actoren die rond eenzelfde patiënt actief zijn. Praktische beperkingen maken dit gemeenschappelijk overleg niet steeds mogelijk. Consecutieve overlegmomenten met andere actoren zijn dan een alternatief. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 22 Zorgoverleg Het aantal patiëntendossiers uit de steekproef waarin minstens 1 neerslag is te vinden van een recent overleg (jonger dan 6 maanden of 183 kalenderdagen) met andere actoren, waarbij de neerslag minstens de datum van het overlegmoment, de opsomming van de deelnemers aan het overleg en de gemaakte taakafspraken bevat. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 23 Zorgoverleg Het aantal patiëntendossiers in de steekproef Enkel patiëntendossiers van patiënten, die op het moment van de steekproeftrekking nog in zorg zijn, komen in aanmerking voor inclusie. Patiëntendossiers van patiënten, die minder dan 14 dagen zijn opgenomen in een residentiële setting of minder dan 5 sessies hebben gehad in een ambulante setting op de dag van de steekproeftrekking, worden niet geïncludeerd. 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 24 8
Ontwikkelingsgroep Depressie bij volwassenen en ouderen Dr. An Haekens Dhr. Johan Vancoillie Indicatoren OG Depressie Indicator ernstmeting Indicator betrekken van de context Indicator monitoring behandelproces Dit zijn 3 procesindicatoren. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 26 Motivatie ernstmeting Relatie tot de kwaliteit: In het diagnostisch proces is een ernstmeting een belangrijk criterium om te kunnen beslissen over de gepaste behandeling. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 27 9
Indicator ernstmeting Definitie: Het percentage patiënten met de diagnose depressie (DSM stemmingsstoornissen) bij wie er een ernstmeting heeft plaatsgevonden in de diagnostische fase aan de hand van een gevalideerde interview- en observatieschaal, specifiek voor depressie. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 28 Indicator ernstmeting alle patiënten bij wie de diagnose depressie (DSM) gesteld is en bij wie een ernstmeting gebeurd is in de diagnostische fase alle patiënten bij wie de diagnose depressie (DSM) gesteld is 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 29 Indicator 2: betrekken van de context Het percentage patiënten met de diagnose depressie (DSM-criteria) waarbij er een faceto-face contact met de familie of belangrijke derden is doorgegaan. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 30 10
Motivatie betrekken van de context Relatie tot de kwaliteit: Richtlijnen geven aan dat het betrekken van de familie/belangrijke derden duidelijke kwaliteitswinst oplevert, met name invloed heeft op het herstelproces van de patiënt Bij het betrekken van de familie is er zowel aandacht voor psycho-educatie als voor de beleving van de familie, betrokkenheid, ondersteuning van de familie Er gebeurt steeds een terugkoppeling naar de patiënt 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 31 Indicator betrekken van de context Teller: Het aantal patiënten met de diagnose depressie bij wie er een face-to-face contact met de familie/belangrijke derden plaatsvond. Noemer: aantal patiënten met de diagnose depressie (DSM) 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 32 Indicator betrekken van de context Als er geen contact is doorgegaan, moet de voornaamste reden gespecifieerd worden. Mogelijke redenen geen contact: - Het behandelend team heeft dit niet voorgesteld aan de patiënt - Patiënt heeft geweigerd - Familie/ belangrijke derde heeft geweigerd - Mobiliteitsprobleem - Bereikbaarheidsprobleem (telefonisch, mail) - Planningsprobleem (gezamenlijke afspraak onmogelijk) - Onvoorzien / plots ontslag of afbreken therapie - Patiënt heeft geen familie of belangrijke derden - Andere: omschrijving is verplicht 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 33 11
Indicator: opvolging van evolutie van ernst Het percentage patiënten met de diagnose depressie (DSM) bij wie er minstens een tweede ernstmeting is gebeurd 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 34 Motivatie van indicator: opvolgen van evolutie van ernst van depressieve symptomen Relatie tot de kwaliteit: Deze indicator maakt deel uit van een algemene evaluatie van de evolutie van de depressie. Naast de klinische evaluatie is een geobjectiveerde en gestandaardiseerde meting van de symptomen aangewezen. Richtlijnen geven aan dat monitoring van het behandelproces waarbij er feedback gegeven wordt aan de patiënt kwaliteitswinst oplevert. Monitoring impliceert enerzijds een opvolging van het behandelresultaat (ROM) maar anderzijds ook regelmatig overleg en feedback met de patiënt om het behandelproces te evalueren, beiden met als doel de behandeling te kunnen bijsturen. Met deze indicator zouden we (na de ernstmeting in de diagnostische fase), willen vragen dat er minstens één opvolgmeting van de ernst gebeurt. De setting dient zelf de termijn te bepalen wanneer deze opvolgmeting dient te gebeuren. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 35 Indicator monitoring ernst Teller: Aantal patiënten met de diagnose van depressie volgens de DSM-criteria bij wie er minstens één ernstmeting na het basisonderzoek gebeurt tijdens de behandelperiode. Noemer: Alle patiënten met de diagnose van depressie volgens de DSM criteria en bij wie er een basisonderzoek gebeurd is. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 36 12
Ontwikkelingsgroep Gedragsstoornissen bij kinderen Dr. Dirk Van West Dhr. Koen Lowet Indicatoren OG Gedragsstoornissen bij kinderen Zorgtraject Procesindicator Impact op levensdomeinen Uitkomstindicator Behandelrichtlijnen Structuurindicator 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 38 Motivatie voor zorgtraject Zorgtraject: - Verzadiging gespecialiseerde zorg; - Model van getrapte zorg; - Laat toe om gerichter aanmeldings - /opnamebeleid te voeren. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 39 13
Indicator zorgtraject Aanwezigheid eerder contact hulpverlening; Oplijsting mogelijke vormen hulpverlening; Duurtijd sinds eerste aanmelding. Alle kinderen DSM IV diagnose gedragsstoornissen aangemeld in voorziening GGZ Mineure aanpassing EPD Continue registratie Procesindicator 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 40 Motivatie voor Impact op levensdomeinen Impact op Levensdomeinen: - Disruptieve impact op levensdomeinen; - School, Vrije tijd, gezin - Levensdomeinen zijn protectieve factoren, hervalpreventie; - Laat toe om behandelingen gerichter bij te sturen. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 41 Indicator Impact op levensdomeinen Verbetering op één van de domeinen Behouden van wat goed liep Alle kinderen met een DSM IV diagnose gedragsstoornissen die een behandeling starten binnen GGZ Mineure aanpassing EPD Voor en nameting Outcome indicator 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 42 14
Motivatie voor Behandelrichtlijnen Behandelrichtlijnen: - Moeilijke te behandelen doelgroep; - Ernstige implicaties samenleving - Bestaan van goed uitgewerkte en gevalideerde richtlijnen; - Laat toe om behandelaanbod gerichter bij te sturen. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 43 Indicator Behandelrichtlijnen Beschikbaarheid richtlijnen Aanbod psycho educatie Aanbod pedagogische vaardigheden Aanbod netwerkondersteuning Aanbod sociale/probleemoplossende vaardigheden Beslissingsboom medicatie Alle voorzieningen GGZ die werken met kinderen met een DSM IV diagnose gedragsstoornissen Worksheet kwaliteitscoördinator Structuurindicator 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 44 Ontwikkelingsgroep Patiëntenparticipatie Dr. Kirsten Catthoor Dhr. Jan van Speybroeck Dhr. Peter Cosemans 15
Indicatoren OG Patiëntenparticipatie Gedeelde besluitvorming Procesindicator Outcome indicator Inzetten van ervaringsdeskundigen samenstelling van een aantal inputindicatoren en een aantal procesindicatoren 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 46 Motivatie voor gedeelde besluitvorming Gedeelde besluitvorming: - Verhoogt betrokkenheid van de patiënt in het zorgproces; - Vergroot de kennis, het vertrouwen, en stelt realistische verwachtingen bij patiënten; - Is positief geassocieerd betere zorgresultaten. 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 47 Indicator Gedeelde besluitvorming Gesprek met patiënt (Expliciteren van de zorgvraag); Teambespreking; Adviesgesprek. Alle patiënten die een teambespreking gehad hebben in een bepaalde periode; of Alle patiënten die opgenomen zijn in de meetperiode. Dossieranalyse: steekproefbepaling Procesindicator 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 48 16
Indicator Gedeelde besluitvorming Nog te bepalen Nog te bepalen Patiënten-vragenlijst wordt ontwikkeld in de loop van januari, paralel aan de procesindicator Outcome indicator 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 49 Motivatie voor inzetten van ervaringsdeskundigheid Via de inzet van ervaringsdeskundigheid / ervaringsdeskundigen (ED) worden de herstelprocessen van patiënten ondersteund / versterkt / gefaciliteerd: Door herstelcoaching van de patiënten zelf Door hulpverleners en beleidsmakers de weg te wijzen om de kwaliteit van de zorg te verbeteren en de zorg zò in te richten dat herstel mogelijk wordt. (Plooy, 2009) 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 50 Indicator: inzet van ED Indicator inzetten van ervaringsdeskundigheid 1. NIVEAU DIRECTE ZORG: (T) aantal koppen ED, ingezet in de directe zorg voor de patiënt t.o.v. (N) aantal zorgteams in de organisatie; 2. NIVEAU DIRECTE ZORG: (T) aantal FTE ED, ingezet in de directe zorg voor de patiënt t.o.v. (N) aantal FTE personeelsleden binnen de directe patiëntenzorg; 3. NIVEAU PROCES: (T) aantal ED, ingezet t.b.v. het proces (zorgproces, afdeling, projecten, (beeld)vorming) t.o.v. (N) aantal personeelsleden ingezet t.b.v. het proces 4. NIVEAU PROCES:(T) aantal zorggerelateerde educatiemomenten, door de organisatie ingericht, waarbij ED zijn betrokken t.o.v. (N) aantal zorggerelateerde educatiemomenten, door de organisatie ingericht 5. NIVEAU ORGANISATIE: (T) aantal ED ingezet op het niveau van de organisatie (beleid) t.o.v. (N) aantal leden van de raad van bestuur Via HRM-info (personeelsbestand) 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 51 17
Indicator inzetten van ervaringsdeskundigheid Indicator: ondersteuning van ED Zorg voor de individuele ED: 1. (T) aantal ED die ontwikkelgesprekken / coaching ontvingen t.o.v. (N) totaal aantal ED; 2. (T) aantal ED die de mogelijkheid hadden tot volgen van vormingen t.o.v. (N) totaal aantal ED; 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 52 Indicator inzetten van ervaringsdeskundigheid Zorg voor het proces via investering in de inschakeling en instandhouding van ED via: 3. (T) aantal ED die een functie- en taakomschrijving ontvingen t.o.v. (N) totaal aantal ED; 4. (T) aantal ED die een medewerkersbevraging / tevredenheidsmeting van de organisatie ontvingen t.o.v. (N) totaal aantal ED; 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 53 Indicator inzetten van ervaringsdeskundigheid Indicator: ondersteuning van ED ED is ingebed in de organisatie via: 5. Budget vergoedingen (T) budget voorzien voor vergoeding van ED t.o.v. (N) totaal budget; 6. Aanwervingsprocedure ED: (T) aantal ED voor wie een aanwervingsprocedure gevolgd werd t.o.v. (N) totaal aantal ED; Via HRM-info (1, 3, 4, 6), registratie vormingen (2), financieel plan (5) 18/12/2013 Vlaams Indicatoren Project GGZ 54 18
Ontwikkelingsgroep Patiëntveiligheid Dr. Chris Bervoets Mevr. Geert Van de Water Indicatoren OG Patiëntveiligheid Metabool syndroom Risicoassessment patiëntveiligheid Suïcidepreventiebeleid Volledig geneesmiddelenvoorschrift 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 56 Motivatie voor metabool syndroom Patiënten behandeld met antipsychotica vertonen een verhoogde prevalentie van metabool syndroom Metabool syndroom leidt tot sterk verhoogd cardiovasculair risico Screening op metabool syndroom is derhalve belangrijk 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 57 19
Indicator Metabool syndroom Aantal patiënten met een voorschrift voor antipsychotica bij wie in het dossier een weerslag te vinden is van een maximaal 1 jaar oud lipidogram en lycemie screening, en een longitudinale notitie van taille-omtrek en bloeddruk Aantal patiënten met een voorschrift voor antipsychotica Dossieranalyse dmv steekproefbepaling Procesindicator 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 58 Motivatie voor risico-assessment patiëntveiligheid Filosofie: beter voorkomen, dan genezen Veiligheidsmanagement start met goede risico-inschatting en communicatie van de resultaten Dit assessment concentreert zich op suïcidaal gedrag, zelfverwonding en agressie naar anderen 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 59 Indicator risico-assessment patiëntveiligheid Aantal patiënten waarbij een risico-assessment werd afgenomen en waarvan de resultaten van dit assessment binnen 8 uur na opname/intake in het patiëntendossier genoteerd staat Aantal patiënten bij wie een dossieranalyse is uitgevoerd Dossieranalyse dmv steekproefbepaling Procesindicator 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 60 20
Motivatie voor suïcidepreventiebeleid Suïcidaal gedrag kan ernstige letsels veroorzaken en fataal zijn Suïcidepreventiebeleid is zeer ruim en moet verschillende aspecten includeren. Deze indicator tracht dan ook alle aspecten, waarvan het nut is aangetoond, in kaart te brengen 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 61 Indicator suïcidepreventiebeleid Aantal gerealiseerde items / deelgebieden van het beleid Totaal aantal items / deelgebieden van het beleid Analyse van het uitgeschreven beleid Structuurindicator 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 62 Indicator suïcidepreventiebeleid 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 63 21
Motivatie voor Volledig geneesmiddelvoorschrift Medicatiefouten vertegenwoordigen een belangrijk aandeel in incidenten rond patiëntveiligheid Een volledig geneesmiddelen-voorschrift is de eerste cruciale stap om een correcte geneesmiddelen-toediening te garanderen 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 64 Indicator Volledig geneesmiddelvoorschrift Aantal volledige geneesmiddelenvoorschriftlijnen Aantal gecontroleerde geneesmiddelenvoorschriftlijnen Controle van geneesmiddelenvoorschriften op één dag door de ziekenhuisapotheker Procesindicator 18/12/2013 Brussel Vlaams Indicatoren Project GGZ 65 22