Small Business en Retail Management



Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Onderwijs en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling

Small Business en Retail Management

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding. Chemie voltijd, crohonummer 34396

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Creatieve Therapie. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014]

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280

Onderwijs- en examenregeling cohort

Onderwijs- en examenregeling

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Onderwijs- en examenregeling cohort

Onderwijs- en examenregeling

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d ]

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en examenregeling cohort

Onderwijs- en examenregeling

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015

Onderwijs- en examenregeling cohort

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Onderwijs- en examenregeling cohort Logistiek en Economie voltijd, crohonummer Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436

Commerciële Economie

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement. Cohort

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel "leeruitkomsten" studiejaar

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Regeling cohort Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Toelating tot de opleiding

De onderwijs- en examenregeling

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

Algemene informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Commerciële Economie. CROHO-nummer 34405

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie. CROHO-nummer: 34570

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer CROHO-nummer (Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd. CROHO-nummer: 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer: 34570

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer CROHO-nummer (Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication

Examenreglement

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer(s) en Graad: Bachelor of Education

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Informatica. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of ICT

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie duaal. CROHO-nummer 34507

Onderwijs- en examenregeling

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer Graad: Bachelor of Science

Onderwijs- en examenregeling

Transcriptie:

Small Business en Retail Management Bachelor SBRM voltijds en duaal Associate degree SBRM voltijds en duaal Onderwijs- en Examenregeling 2014-2015 Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG LEEUWARDEN Algemeen T (058) 244 1441 info@stenden.com Opleiding T: (058) 244 1566/1443 F: (058) 244 14 61 E: Secretariaatrbs@stenden.com

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Small Business en Retail Management voltijd, crohonummer 34422 Small Business en Retail Management duaal, crohonummer 34422 Associate degree opleiding Small Business en Retail Management voltijd, crohonummer 80010 Small Business en Retail Management duaal, crohonummer 80010 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 12 juni 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 3 juli 2014 Vastgesteld door het College van Bestuur, d.d. 8 juli 2014 NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassen zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven. 2

Inhoud 1 Algemeen... 8 Artikel 1 Begripsbepalingen... 8 Artikel 2 Reikwijdte van de regeling... 9 Artikel 3 Vaststelling en looptijd van de regeling... 10 2 Toelating tot de opleiding... 11 Artikel 1 Vooropleidingseisenvooropleidingen... 11 Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen... 11 Artikel 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW... 11 Artikel 4 Aanvullende eisen... 12 Artikel 5 Toelating tot versneld traject voor studenten met een vwo-diploma... 12 Artikel 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW... 12 Artikel 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder)... 12 Artikel 8 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen... 12 Artikel 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring... 13 Artikel 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma s... 13 Artikel 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW... 14 Artikel 12 Toelating tot de post-propedeutische fase... 15 Artikel 13 Doorstroom Associate degree... 16 Artikel 14 Rechtsbescherming... 16 3 Onderwijsprogramma... 17 Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling... 17 Artikel 2 Doelstelling van de opleiding... 17 Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding... 17 Artikel 4 Voertaal in het onderwijs... 18 Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking... 18 Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase... 19 Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase... 19 Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma... 19 Artikel 9 Minor... 19 Artikel 10 Studeren in het buitenland... 20 3

4 Examens en getuigschriften... 21 Artikel 1 De examens van de opleiding... 21 Artikel 2 Toekenning graden... 21 Artikel 3 Getuigschriften... 22 Artikel 4 Toekenning getuigschriften... 22 Artikel 5 Ondertekening getuigschriften... 23 Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften... 23 Artikel 7 Cum laude-regeling... 23 Artikel 8 Verklaringen... 24 Artikel 9 Grading table van de opleiding... 24 Artikel 10 Rechtsbescherming... 25 5 Tentamens, toetsen en beoordelen... 26 Artikel 1 Vorm van de tentamens en toetsen... 26 Artikel 2 Schriftelijke Kennistoetsen... 27 Artikel 3 Mondelinge tentamens en toetsen... 28 Artikel 4 Opdrachten... 28 Artikel 5 Actieve participatie... 29 Artikel 6 Volgorde van tentamens en toetsen... 30 Artikel 7 Gestelde eisen tentamens en toetsen... 31 Artikel 8 Inschrijvingsprocedure voor schriftelijke tentamens en toetsen... 31 Artikel 8a Praktische gang van zaken bij schriftelijke tentamens en toetsen... 32 Artikel 9 Moduulvervangende opdracht postpropedeuse... 33 Artikel 10 Vaststelling en bekendmaking van de beoordelingen... 34 Artikel 11 Normering van de beoordelingen... 35 Artikel 12 Het verlenen van vrijstellingen... 35 Artikel 13 Toekenning van studiepunten... 36 Artikel 14 Geldigheidsduur van studieresultaten... 36 Artikel 15 Inzage van tentamens en toetsen... 37 Artikel 16 Bewaring van afgelegde tentamens en toetsen... 37 Artikel 17 Fraude en plagiaat... 38 Artikel 18 Intellectueel eigendom... 38 Artikel 19 Rechtsbescherming... 38 4

6 Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies... 39 Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding... 39 Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling... 39 Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling... 40 Artikel 4 Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA)... 40 Artikel 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA)... 41 Artikel 6 Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase... 42 Artikel 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase... 42 Artikel 8 Rechtsbescherming... 42 7 Examencommissie... 44 Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie... 44 8 Slot- en invoeringsbepalingen... 45 Artikel 1 Hardheidsclausule... 45 Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden... 45 Artikel 3 Bekendmaking van de regeling... 45 Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding... 45 Bijlagen... 46 A: Eindkwalificaties van de opleiding... 46 B: Uitwerking van de propedeutische fase... 46 C: Uitwerking van de postpropedeutische fase... 46 D: Uitwerking van het Associate degree programma... 46 Bijlage A: Eindkwalificaties van de opleiding... 47 A1. Competenties van de opleiding... 47 A2. Niveaus, studievarianten, en specialisaties... 50 A.2.1 Opleidingsniveaus: Associate degree en Bachelor... 50 A.2.2 Switchen tussen opleidingsniveaus... 51 A.2.3 De studievarianten: duaal en voltijd... 51 A.2.4 De specialisaties: Ondernemerschap, Retail en Fashion... 52 A3. Opbouw van de competenties in het curriculum... 54 5

Bijlage B: Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase:... 64 B1. De propedeutische-fase... 64 B1.1. Studiepuntenoverzicht per opleidingsvariant propedeuse... 65 B1.2. Contacturen 1 e studiejaar... 66 B1.3. Programma-onderdelen propedeuse... 67 Bijlage C: De post-propedeutische fase... 74 C1. Studiepuntenoverzicht per opleidingsvariant... 75 C2. Onderwijsprogramma tweede studiejaar: werken en leren... 77 C2.1. De Onderwijs-Arbeidsovereenkomst (OAO).... 78 C2.2. De Stage-overeenkomst... 78 C2.3. Programma-onderdelen studiejaar 2... 78 C3. Programma-onderdelen studiejaar 3: voltijd... 83 C3.1 Program description year 3 full-time, specialization Retail... 83 C3.2. Program description year 3 Full time, Small Business... 87 C3.3. Programme description year 3 Full time, Fashion... 89 C4. Programma-onderdelen studiejaar 3: duaal... 90 C5. Educational Program year four: full time... 94 C5.1. Program description year 4, full time... 94 C5.2 Minor / optional semester... 95 C5.2.1 Organisation of the minor semester.... 95 C5.2.2 Overview Minor / optional semester... 96 C5.2.3 Open Minor /Vrij keuzemoduul in de vorm van een projectaanvraag... 101 C5.2.4 Minors in het buitenland: exchange en grand tour... 101 C5.2.5 Kies op maat... 101 C5.3 Vrije studiepunten (cohort 2009 en eerder)... 102 C5.4 Bedrijfspresentaties SBRM voltijd... 103 C5.5 Afstudeerfase... 104 C6. Programma-onderdelen studiejaar 4, duaal... 107 C6.1 Opbouw van het vierde jaar duaal... 107 Bijlage D: Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het Associate degree-programma:... 111 D1. Algemeen... 111 D1.1. Studiepuntenoverzicht per opleidingsvariant propedeuse... 111 D1.2. Contacturen 1 e studiejaar... 113 6

D1.3 Ad-duaal: De Onderwijs-Arbeidsovereenkomst (OAO)... 114 D1.4 Ad voltijd: De Stage-overeenkomst... 114 D2. De propedeutische-fase... 115 D2.1. Programma-onderdelen propedeuse Ad... 115 D3. Het tweede studiejaar... 122 D3.1. Studiepuntenoverzicht per opleidingsvariant... 122 D3.2. Programma-onderdelen studiejaar 2... 123 7

1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: afstudeerrichting:een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma:programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroepenklachtenloket:faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis,-houding en-vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie:commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per1 maart 2013; instelling: Stenden Hogeschool; les-, toets-en tentamentijden: 8.00 uur tot 21.30uur. centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel 10.17 WHW; minorprogramma: een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase,niet zijnde een afstudeerrichting; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd-en/of duale variant aangeboden worden; 8

post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening:een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progress: studenteninformatiesysteem; schooldag: alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens en of toetsen en of examens. School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel 10.25 WHW. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze-en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; toets: een onderdeel van een tentamen waaraan een beoordeling door een examinator is verbonden; WHW:Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Artikel 2 Reikwijdte van de regeling 1. Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Small Business en Retail Management voltijd, crohonummer34422, Small Business en Retail Management duaal, crohonummer 34422, Associate Degree Small Business en Retail Management voltijd, crohonummer 80010, Small Business en Retail Management duaal, crohonummer 80010, verder te noemen: de opleiding. 9

2. Deze regeling is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze regeling onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t) (en) anders is bepaald. 5. Indien van toepassing, een Associate-degreeprogramma is een onderdeel van de bachelor opleiding. Artikel 3 Vaststelling en looptijd van de regeling 1. Deze Onderwijs- en examenregeling wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel 10.20 WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De regeling geldt voor de duur van een studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van de Head of School; de bepalingen in dit artikel zijn alsdan van overeenkomstige toepassing. 10

2 Toelating tot de opleiding WHW: 7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, 7.29. Artikel 1 Vooropleidingseisen vooropleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkader opleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mboniveau4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen vooropleidingen 1. De volgende diploma s van middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau4), hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) geven rechtstreeks toegang tot de opleiding,waarbij op grond van een ministeriële regeling eisen aan het vakkenpakket kunnen worden gesteld: a. mbo-diploma niveau 4; b. havo-diploma, profiel natuur en techniek, mits Economie of M&O in vakkenpakket; c. havo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits Economie of M&O in vakkenpakket; d. havo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen; e. havo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits Economie of M&O in vakkenpakket; f. vwo-diploma, profiel natuur en techniek, mits Economie of M&O in vakkenpakket; g. vwo-diploma, profiel natuur en gezondheid, mits Economie of M&O in vakkenpakket; h. vwo-diploma, profiel economie en maatschappij, geen eisen; i. vwo-diploma, profiel cultuur en maatschappij, mits Economie of M&O in vakkenpakket. De diploma s vermeld onder de letters b tot en met i hebben betrekking op profielen havo/vwo die gelden vanaf 1 augustus 2007. Artikel 3 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.25 lid 4 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 11

2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 4 Aanvullende eisen NIET VAN TOEPASSING Artikel 5 Toelating tot versneld traject voor studenten met een vwo-diploma NIET VAN TOEPASSING Artikel 6 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW NIET VAN TOEPASSING Artikel 7 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art.7.28 WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Het toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder betreft een algemeen toelatingsexamen dat bestaat uit de volgende onderdelen die digitaal worden getoetst: IQ-test onderdelen (analogieën, cijferreeksen, figuren), bedrijfseconomie, Engels, motivatie. Van de gegevens wordt een rapport opgesteld, dat naar de contactpersoon van de opleiding wordt gestuurd. In dit rapport wordt een positief dan wel negatief advies over de toelaatbaarheid gegeven. Studenten die de opleiding in duale vorm willen volgen moeten naast de21+ toets met de teamleider duaal een intakegesprek voeren waarin wordt onderzocht in hoeverre de werkplek van de student geschikt is voor het beroepsuitoefeningsdeel van het onderwijsprogramma. De examencommissie van de opleiding bepaalt uiteindelijk of de aspirant student toelaatbaar is. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Artikel 8 NIET VAN TOEPASSING Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen 12

Artikel 9 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 10 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma s ex. art. 7.28 WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling 13

verlenen aan de bezitter vaneen al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art.11. Artikel 11 Aanvullend onderzoek ex. art. 7.28 lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; 14

b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE C. Artikel 12 Toelating tot de postpropedeutische fase Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Door middel van een intakegesprek met de opleidingsmanager wordt onderzocht of vrijstellingen kunnen worden verleend op basis van curriculumvergelijking en/of opgebouwd portfolio. Voor alle vrijstellingen die de opleiding verleent is het volgende aan de orde: a. het voorstel voor vrijstellingen wordt op individuele basis vastgesteld b. de voorgestelde vrijstelling wordt ingediend bij de examencommissie ten behoeve van de uiteindelijke vaststelling Bovenstaande is aan de orde voor deelnemers aan een door de opleiding gevalideerd Prohbo traject, eerder behaalde diploma's en vrijstellingen voor deelnemers met meer jaren relevante werkervaring. In het bijzonder voor de duale opleidingsvariant geldt dat kandidaten met relevante werkervaring die voor vrijstelling in aanmerking wenst te komen een portfolio moeten samenstellen waarin is opgenomen een competentiebeoordeling van de eerst leidinggevende en van de kandidaat zelf. Op basis van dit portfolio wordt een criteriumgericht interview afgenomen volgens een vast format (formulier criteriumgericht interview) en daarnaast wordt een dit gesprek uitgebreid met reguliere intakevragen volgens een intakeformulier. Separaat wordt voor Engels en Be/Ba een eindtoets jaar 1 afgenomen om vast te stellen of deze kunnen worden vrijgesteld of niet. 15

Artikel 13 Doorstroom Associate degree 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 14 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via Elf@stenden.com bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staatberoep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 16

3 Onderwijsprogramma WHW: 6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a,7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, 7.14 Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Small Business en Retail zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken die passen bij het functieniveau van de opleiding en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. De opleiding maakt onderscheid tussen functies op associate niveau en functies op bachelor niveau. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De bachelor opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 2. De Associate opleiding heeft een studielast van 120 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 60 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 3. De associate en bachelor opleiding zijn beide voltijds en duaal ingericht en worden verzorgd door de School of Commerce. 4. De voltijds bachelor opleiding kent drie afstudeerrichting(en): Retail Management (180 EC), Fashion Retail (180 EC) en Small Business (180 EC). De duale bachelor duale opleiding kent alleen de afstudeerrichting Retail Management (180 EC). 5. Studenten kunnen kiezen om de opleiding in een andere variant (switch tussen duaal en voltijd) of over te stappen naar een ander niveau (switch tussen Ad en bachelor). De student dient het voornemen om te switchen aan te geven bij het secretariaat van de opleiding en hierbij de procedures te volgen die beschreven zijn op de opleidingspagina van Stenden Intranet. 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie 1. 1 Wetsvoorstel Kwaliteit in Verscheidenheid Hoger Onderwijs 17

7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt voor de Bachelor opleiding: 160 weken en voor de Associate degree opleiding : 80 weken. Binnen deze periode wordt als eis gesteld dat de student tenminste 24 uur per week werkzaamheden in de beroepspraktijk verricht, waarvan 10 uren specifiek gericht zijn op leren in de praktijk. Aan deze component praktijkleren is de studielast gekoppeld (zie lid 6b). ; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt Bachelor opleiding:48 EC; Associate degree opleiding: 24 EC; c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. De voertaal in het onderwijs in de duale variant van de opleiding is Nederlands. In de voltijds variant is de voertaal zowel Nederlands als Engels. Hiervan kan afgeweken worden als: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden kan gebruik gemaakt worden van anderstalige literatuur en overige onderwijsmaterialen. Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. 18

Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen:a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting (en- omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma 1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 3 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in de betreffende bijlage met de daarbij vermelde studielast. Artikel 9 Minor 1. Het minorprogramma heeft een omvang van in totaal 30 studiepunten en maakt deel uit van de postpropedeutische fase. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan de ambities van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de opleiding die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke opleiding verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen de opleiding; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, in geval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een 19

minimaal aantal deelnemers is vereist. Een minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen en tenminste [120] studiepunten zijn behaald. 6. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 7. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via www.kiesopmaat.nl. De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is. Artikel 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 20