Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement. Cohort

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement. Cohort"

Transcriptie

1 Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement Cohort Advies afgegeven door Opleidingscommissie, Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, Vastgesteld door het College van Bestuur, d.d d.d d.d Stenden Hogeschool Rengerslaan 8 Postbus CG Leeuwarden Algemeen T (058) info@stenden.com Opleiding T (058)

2 Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd, crohonummer NB: Uniformiteit Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deze OER bevat artikelen in de hoofdstukken 1 t/m 8 die voor een opleiding wel of niet van toepassing zijn. In geval een artikel(lid) niet van toepassing is wordt dit bij het betreffende artikel(lid) aangegeven. 2

3 Inhoudsopgave 1 Algemeen...7 Artikel 1 Begripsbepalingen... 7 Artikel 2 Inhoud van de OER... 9 Artikel 3 Reikwijdte van de OER... 9 Artikel 4 Vaststelling en looptijd van de OER Toelating tot de opleiding Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art lid 5 WHW Artikel 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept Artikel 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwo-diploma Artikel 8 Toelating tot een speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW Artikel 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) Artikel 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma s ex. art WHW Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art lid 3 en 4 WHW Artikel 14 Toelating tot de post-propedeutische fase Artikel 15 Doorstroom Associate degree (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) Artikel 16 Rechtsbescherming

4 3 Onderwijsprogramma Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling Artikel 2 Doelstelling van de opleiding Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding Artikel 4 Voertaal in het onderwijs Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) Artikel 9 Minor Artikel 10 Studeren in het buitenland Examens en getuigschriften Artikel 1 De examens van de opleiding Artikel 2 Toekenning graden Artikel 3 Getuigschriften Artikel 4 Toekenning getuigschriften Artikel 5 Ondertekening getuigschriften Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften Artikel 7 Cum laude Artikel 8 Verklaringen Artikel 9 Rechtsbescherming Tentaminering en beoordeling Algemeen Artikel 1 Examen Artikel 2 Onderwijseenheid

5 Artikel 3 Tentamen Artikel 4 Vrijstelling algemeen Artikel 5 Vrijstelling studenten IBC (site) [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] Artikel 6 Fraude en plagiaat Artikel 7 Onderwijscontract Artikel 8 Intellectueel eigendom Artikel 9 Gestelde eisen tentamens Artikel 10 Vorm van de tentamens Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens Artikel 13 Procedure inschrijven voor een tentamen Artikel 14 Schriftelijk tentamen Artikel 15 Digitale tentamen Artikel 16 Mondelinge tentamen Artikel 17 Toezicht bij tentamens Artikel 18 Vaststelling van de beoordelingen Artikel 19 Normering van de beoordelingen Artikel 20 Toekenning van studiepunten Artikel 21 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen Artikel 22 Inzage van tentamens Artikel 23 Geldigheidsduur van studieresultaten Artikel 24 Bewaring van afgelegde tentamens Artikel 25 Rechtsbescherming Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding

6 Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling Artikel 4 Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Artikel 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) Artikel 6 Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase Artikel 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] Artikel 8 Rechtsbescherming Examencommissie Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie Slot- en invoeringsbepalingen Artikel 1 Hardheidsclausule Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden Artikel 3 Bekendmaking van de OER Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding Bijlagen Bijlage A Competentiematrix van de opleiding Bijlage B Stroomschema van de opleiding Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase Bijlage D Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de post-propedeutische fase: Bijlage E Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de Verkorte Route: Bijlage F Instroom en vrijstellingen Verkorte Route

7 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze OER wordt verstaan onder: afstudeerrichting: een specialisatie binnen de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 WHW, niet zijnde een Associate-degreeprogramma of een minor; Associate-degreeprogramma: programma als bedoeld in artikel 7.8a WHW met een studielast van tenminste 120 studiepunten; bezwaar, beroep en klachtenloket: faciliteit als bedoeld in artikel 7.59a WHW; School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad: raad bedoeld als in artikel WHW. college van beroep voor de examens: college als bedoeld in artikel 7.60 WHW; college van bestuur: het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 en 10.8 WHW; competentie: een integraal geheel van beroepskennis, -houding en -vaardigheden die een persoon nodig heeft om binnen relevante beroepscontexten adequaat te kunnen functioneren; EC: european credit, zie studiepunt; EVC: eerder verworven competenties; examen: afsluitend onderdeel van een opleiding als bedoeld in artikel 7.3 WHW of de propedeutische fase als bedoeld in artikel 7.8 WHW; examencommissie: commissie als bedoeld in artikel 7.12 WHW; examinator: persoon als bedoeld in artikel 7.12c WHW, niet zijnde een student of extraneus; extraneus: degene die als extraneus als bedoeld in artikel 7.32 en 7.36 WHW is ingeschreven bij de opleiding die voltijds of deeltijds is ingericht; gedragscode internationale student: gedragscode internationale student hoger onderwijs, zoals deze geldt per 1 augustus 2014; instelling: Stenden Hogeschool; centrale medezeggenschapsraad: raad als bedoeld in artikel WHW; OER: onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 WHW; onderwijseenheid: onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 WHW, die in samenhang met andere onderwijseenheden het onderwijsprogramma van de opleiding vormt, waaraan één eindbeoordeling is verbonden. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op een praktische oefening; 7

8 opleidingscommissie: commissie als bedoeld in artikel 10.3c WHW; opleidingsjaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar en, indien men zich inschrijft per 1 februari, het tijdvak dat aanvangt op 1 februari en eindigt op de laatste dag van februari van het daaropvolgende kalenderjaar; opleidingsvariant: een opleiding kan in de voltijd-, deeltijd- en/of duale variant aangeboden worden; post-propedeuse: de hoofdfase van de opleiding direct volgend op de propedeuse; praktische oefening: een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.3 lid 2 WHW waarin de nadruk ligt op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van de instelling plaatsvinden. Een praktische oefening kan vormgegeven zijn in een project, werkstuk, of ontwerp, scriptie, mondelinge presentatie, doorlopen van een stage, deelname aan excursie, werken in (thema)groepen; programma: het samenhangend geheel van onderwijseenheden verzorgd door de opleiding; propedeuse: propedeutische fase van de opleiding, als bedoeld in artikel 7.8 WHW; progress: studenten informatie systeem; schooldag:alle dagen die in de jaarplanning doorgaans niet als vakantiedagen, zaterdagen, zondagen of reguliere feestdagen zijn aangeduid, zijn schooldagen, waarbij de zaterdag uitsluitend bestemd mag worden voor afname van tentamens. student: degene die als student als bedoeld in artikel 7.32 WHW is ingeschreven bij de instelling; studentenstatuut: statuut als bedoeld in artikel 7.59 WHW; studiejaar: het wettelijk studiejaar dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar; studieloopbaanbegeleider/studiecoach/studiebegeleider: degene die namens de opleiding is aangewezen om de student te begeleiden in zijn studie, keuze- en planningsprocessen, gericht op een effectieve studievoortgang; studiepunt: eenheid voor berekening van de studielast als bedoeld in artikel 7.4 WHW, waarbij 1 studiepunt gelijk staat aan 28 uren studie; tentamen: een onderzoek naar kennis, inzicht, vaardigheden als bedoeld in artikel 7.3 en 7.10 WHW, waarvan de uitkomst in een beoordeling wordt uitgedrukt en die de afsluiting vormt van een onderwijseenheid; WHW: Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. 8

9 Artikel 2 Inhoud van de OER 1. In deze OER wordt per opleiding de geldende procedures en rechten en plichten vastgelegd met betrekking tot het onderwijs en het propedeutisch examen en het postpropedeutisch examen. Artikel 3 Reikwijdte van de OER 1. Deze OER is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd, crohonummer 34644, verder te noemen: de opleiding. Het College van Bestuur kan in de bacheloropleiding als bedoeld in lid 1 een Associatedegreeprogramma instellen. Indien aan de orde is deze OER op dit Associatedegreeprogramma van toepassing. 2. Deze OER is van toepassing op de studenten en extraneï die staan ingeschreven bij de opleiding en op aspirant-studenten en -extraneï die verzoeken om toegelaten te worden tot de opleiding. 3. Wordt de opleiding aangemerkt als een gezamenlijke opleiding, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst die aan de gezamenlijke opleiding ten grondslag ligt anders is bepaald. 4. Kent de opleiding een of meer afstudeerrichtingen, dan is deze OER onverkort van toepassing, tenzij in de overeenkomst(en) die aan deze afstudeerrichting(en) ten grondslag lig(t)(en)anders is bepaald. 5. De OER geldt voor het cohort Voor cohorten en eerder geldt de OER van of eerder. In geval van wijzigingen in de OER van voorgaand(e) cohort(en), wordt een overgangsregeling bij de OER gevoegd. Artikel 4 Vaststelling en looptijd van de OER 1. Deze OER wordt, gehoord de Centrale Medezeggenschapsraad conform artikel WHW, vastgesteld door het College van Bestuur. 2. De opleidingscommissie wordt jaarlijks tijdig in de gelegenheid gesteld deze regeling te beoordelen en daarover advies uit brengen aan de Head of School. De opleidingscommissie zendt een afschrift van dit advies aan de School-/Cluster en Staf Medezeggenschapsraad (SCMR en SMR). 3. De OER geldt voor de duur van het studiejaar. Gedurende het studiejaar kan de regeling niet worden gewijzigd, tenzij dit als gevolg van overmacht noodzakelijk is en studenten daar niet onevenredig door worden benadeeld. Een tussentijdse wijziging behoeft de voorafgaande instemming van het College van Bestuur. 9

10 2 Toelating tot de opleiding WHW: 7.8a, 7.24, 7.25, 7.26, 7.27, 7.28, Artikel 1 Vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Voor de inschrijving voor een opleiding in het hoger onderwijs geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) of hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) of een diploma van een middenkaderopleiding of van een specialistenopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) (mbo-niveau 4). Met een diploma bedoeld in de eerste volzin wordt voor de toepassing van dit lid gelijkgesteld het diploma van de bij ministeriële regeling aangewezen vakopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder c, van de WEB. Artikel 2 Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen 1. Naast de in artikel 1 genoemde vooropleidingseisen gelden de volgende nadere vooropleidingseisen voor rechtstreekse toelating tot de opleiding. a. Met diploma mbo-niveau 4 MBO-domein HBO-sector Economie Gedrag en maatschappij Gezondheidzorg Landbouw en natuurllijke omgeving Onderwijs Taal en cultuur Techniek Opleiding Creatieve Therapie!! Bouw en infra * * * * * * * Afbouw, hout en onderhoud * * * * * * * Techniek procesindustrie en * * * * * * Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek * * * * * * * Media en * * * * * * * 10

11 vormgeving Informatie communicatietechnologie Mobiliteit voertuigen Transport, scheepvaart logistiek en en en * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * Handel en ondernemerschap * * * * * Economie administratie en * * * * * Veiligheid en sport * * * * * * * Uiterlijke verzorging * * * * * * * Horeca en bakkerij * * * * * * * Toerisme recreatie en * * * * * * * Zorg en welzijn * * * * * * Voedsel, natuur en leefomgeving * * * * * * * = geeft directe toelating!! = hier gelden aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel, zie artikel 6 lid 2 b. Met diploma havo: havo profiel NT NG EM CM Creatieve therapie!! * * * * * = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding!! = hier gelden aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel, zie artikel 6 lid 2 11

12 c. Met diploma vwo: vwo profiel NT NG EM CM Creatieve therapie!! * * * * * = dit profiel geeft toegang tot de betreffende opleiding # = dit profiel geeft geen toegang tot de betreffende opleiding!! = hier gelden aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel, zie artikel 6 lid 2 Artikel 3 Bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] Artikel 4 Toetsing bijzondere nadere vooropleidingseisen opleiding tot leraar basisonderwijs (pabo) [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] Artikel 5 Aanvullend onderzoek ex. art lid 5 WHW 1. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma genoemd in artikel 1, die niet voldoet aan de in dit artikel 2 genoemde voorwaarden, toch wordt ingeschreven, onder de voorwaarde dat blijkens een onderzoek wordt voldaan aan inhoudelijk daarmee vergelijkbare eisen. Aan deze eisen moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. 2. In geval van een aanvullend onderzoek wordt de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. Artikel 6 Aanvullende eisen vanwege beroepsprofiel/onderwijsconcept [ Indien aan de orde procedure vermelden bij lid 1 of 2, anders nvt invullen achter titel art. 6]. 1. Gelet op de organisatie en inrichting van het onderwijs van de opleiding Hoger Hotelonderwijs gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: 2. Gelet op de benodigde kennis en vaardigheden voor de opleiding Creatieve Therapie gelden in aanvulling op de vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 1, aanvullende eisen. De aanvullende eisen alsmede de hiermee verband houdende kosten, zijn neergelegd in een door het College van Bestuur vastgestelde selectieprocedure. Het betreft de volgende procedure: Het gewenste eindniveau van de student in het kunstzinnig medium van zijn keuze is dermate hoog dat al voor aanvang van de studie eisen aan het niveau van de aspirantstudent worden gesteld. Verwacht wordt dat de aspirant-student zich op een breed 12

13 gebied kunstzinnig kan uiten, daaraan vorm kan geven en op daarbij behorende ervaringen kan reflecteren. Dit wordt beoordeeld in een selectieonderzoek, voorafgaand aan de inschrijving bij de opleiding. Een positief advies op het selectieonderzoek leidt tot een besluit dat de aspirant-student toelaatbaar is voor de gekozen differentiatie binnen de opleiding. In geval van toelaatbaarheid kan de aspirant-student zich inschrijven voor de gekozen differentiatie binnen de opleiding. a. De kosten voor deelname aan het selectieonderzoek bedragen 25,- b. Een positief advies op het selectieonderzoek in het gekozen kunstzinnig medium is geldend voor alle erkende HBO CT Voltijd opleidingen in Nederland, gedurende 1 kalenderjaar. Artikel 7 Toelating tot versneld traject gericht op studenten met een vwodiploma [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] 1. Een College van Bestuur kan binnen een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs een versneld traject aanbieden dat toegankelijk is voor studenten met een diploma als bedoeld in artikel 7.24, tweede lid WHW, onder a of b dan wel een op grond van artikel 7.28, tweede lid WHW, bij ministeriële regeling als ten minste gelijkwaardig aangemerkt onderscheidenlijk naar het oordeel van het College van Bestuur daaraan tenminste gelijkwaardig diploma. Een student die aan de in de eerste zin bedoelde voorwaarde en de overige voorwaarden voor inschrijving voldoet, wordt voor een versneld traject ingeschreven indien hij daarom verzoekt. 2. Het College van Bestuur kan besluiten ook een andere student dan degene, bedoeld in het eerste lid, tot het versnelde traject toe te laten indien hij naar het oordeel van het College van Bestuur blijk heeft gegeven van geschiktheid voor dat traject. 3. In afwijking van artikel 7.4b, eerste lid WHW, bedraagt de studielast voor een versneld traject 180 studiepunten. Artikel 8 Toelating tot speciaal traject als bedoeld in art. 7.9b WHW (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Indien het College van Bestuur binnen een opleiding een speciaal traject aanbiedt dat gericht is op het behalen van een hoger kennisniveau van studenten, kan selectie worden toegepast. 2. Het College van Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de selectie, bedoeld in het eerste lid. Het betreft de volgende regels: 13

14 Artikel 9 Colloquium doctum (toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) 1. Het College van Bestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de vooropleidingseisen genoemd in artikel 1, noch daarvan krachtens art WHW zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek (Het Algemeen Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder) door een door het College van Bestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 2. De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. Alvorens deel te kunnen nemen aan het Algemene Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder vindt selectie plaats conform het bepaalde in artikel 4. Een positief advies op het selectieonderzoek, in combinatie met een positief afgerond Algemeen Toelatingsonderzoek 21 jaar en ouder, leidt tot een besluit dat de aspirant-student toelaatbaar is voor de gekozen differentiatie binnen de opleiding. In geval van toelaatbaarheid kan de aspirant-student zich inschrijven voor de gekozen differentiatie binnen de opleiding. 3. Het College van Bestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor het hoger onderwijs, afwijken van de in lid 1 genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het College van Bestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overlegd. Artikel 10 Eisen werkkring voor de deeltijdopleidingen (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Het College van Bestuur kan met het oog op de inschrijving voor een deeltijdse opleiding eisen omtrent het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van de opleiding stellen. 2. In het geval het College van Bestuur werkzaamheden aanmerkt als onderwijseenheden, kunnen er eisen gesteld worden aan de werkzaamheden. Artikel 11 Toelating duaal onderwijs, eisen werkkring (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Extraneï worden niet toegelaten tot een duale opleiding. 2. De beroepsuitoefening van een duale opleiding vindt plaats op basis van een overeenkomst, namens de instelling gesloten door de opleiding, de student en het bedrijf of de organisatie waar het beroep in de praktijk wordt uitgeoefend. 3. De overeenkomst als bedoeld in het tweede lid omvat tenminste bepalingen over: de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening, de begeleiding van de student, het deel van de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die een student bij beëindiging van de opleiding moet hebben verworven en die tijdens de beroepsuitoefening dienen te worden gerealiseerd, alsmede de beoordeling daarvan, en de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. 14

15 4. Degene die tot een duale opleiding wenst te worden toegelaten dient op het moment van toelating, dan wel uiterlijk zes maanden nadien te beschikken over een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid. Wordt niet voldaan aan de eis als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt betrokkene geacht niet te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot de duale opleiding te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. 5. Wordt een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid voortijdig beëindigd als gevolg van toerekenbaar verzuim van de student, dan wordt de student voor een periode van maximaal zes maanden in de gelegenheid gesteld een nieuwe overeenkomst te sluiten als bedoeld in het tweede lid. Lukt dit niet, dan wordt de student geacht niet meer te voldoen aan de voorwaarden om aan de duale opleiding deel te nemen. Dit betekent dat de Examencommissie alsdan kan besluiten de student de toegang tot dit onderwijs te ontzeggen. Over een besluit als bedoeld in de vorige volzin wordt de student schriftelijk geïnformeerd. Artikel 12 Vrijstelling van vooropleidingseisen op grond van andere diploma s ex. art WHW 1. Degene aan wie een graad (bachelor of master) is verleend, en de bezitter van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een instelling voor hoger onderwijs zijn vrijgesteld van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseisen, onverminderd het vierde en vijfde lid van dit artikel. 2. Van de vooropleidingseisen is eveneens vrijgesteld degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk onderwijs of het hoger beroepsonderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd, onverminderd de bevoegdheid van het College van Bestuur om op grond van artikel IV.1 van het genoemde verdrag een aanzienlijk verschil aan te tonen tussen de algemene eisen betreffende de toegang op het grondgebied van het bedoelde land waar de kwalificatie werd behaald en de algemene eisen bij of krachtens deze wet. 3. Het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie, verleent vrijstelling van de in artikel 1 bedoelde vooropleidingseis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat bij ministeriële regeling is aangemerkt als tenminste gelijkwaardig aan het in het desbetreffende lid bedoelde diploma, onverminderd het derde en vierde lid. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma dat niet in de in de eerste volzin genoemde ministeriële regeling is opgenomen, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur, na advies van de Examencommissie tenminste gelijkwaardig is aan het bepaalde in artikel 1. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. Het College van Bestuur kan, na advies van de Examencommissie tevens bepalen dat betrokkene niet wordt ingeschreven zolang het in de voorgaande volzin bedoelde bewijs niet is geleverd. 15

16 4. Indien bij ministeriële regeling nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25 WHW en opgenomen in artikel 2, zijn vastgesteld kan de bezitter van een diploma geen examens afleggen voordat hij op een door het College van Bestuur te bepalen wijze op grond van een aanvullend onderzoek heeft aangetoond te beschikken over de kennis en vaardigheden waarop de eisen, bedoeld in artikel 2 betrekking hebben. 5. Het College van Bestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in art. 1 niet kan worden ingeschreven indien dat bestuur van oordeel is dat de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in artikel 2 van dien aard zijn dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat niet tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de opleiding op grond van een aanvullend onderzoek als bedoeld in het vierde lid aangetoond kan worden dat betrokkene beschikt over de kennis en vaardigheden waarop die eisen betrekking hebben. Het College van Bestuur bepaalt op welke wijze betrokkene op grond van een aanvullend onderzoek met het oog op de inschrijving vrijgesteld kan worden van die eisen. 6. De bij het onderzoek, bedoeld in de leden 4 en 5, te stellen eisen zijn opgenomen in art Instappers die een verzoek tot vrijstelling indienen voor jaar 1 moeten aantoonbaar 51 EC in het eerste jaar behaald hebben op een vergelijkbare opleiding als CT. De student mag dan in het tweede jaar instromen, maar dient nog wel de ontbrekende 9 EC van jaar 1 te behalen. De toelatingscommissie bepaalt welke vakken / onderdelen nog behaald moeten worden. Zijn er minder dan 51 punten, dan start de student in de reguliere eerste module in het eerste jaar. Artikel 13 Aanvullend onderzoek ex. art lid 3 en 4 WHW 1. Indien de aspirant-student beschikt over een propedeutisch getuigschrift (hbo of wo), een hbo-getuigschrift of een wo-getuigschrift, maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst. 2. Indien een aspirant-student beschikt over een buitenlands diploma dat gelijkwaardig is aan een havo, vwo-diploma maar niet voldoet aan de nadere vooropleidingseisen, genoemd in artikel 2, wordt in het aanvullend onderzoek de kennis van de vereiste vakken dan wel het vereiste niveau, genoemd in artikel 2, getoetst en worden er ten aanzien van de beheersing van de Nederlandse taal of Engelse taal eisen gesteld. 3. Indien een aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Nederlandstalige opleiding moet het diploma NT2-tweede niveau aantoonbaar zijn behaald. In afwijking hierop kan voor een aspirant-student met een Duits gelijkwaardig diploma van deze eis worden afgeweken. a. Indien de aspirant student niet in staat is de NT2 cursus voorafgaand aan de start van de opleiding af te ronden is het mogelijk om gedurende de eerste drie modulen van het eerste studiejaar een in het CT rooster opgenomen Cursus Nederlands (twee dubbele uren p/wk) te volgen. De student ontvangt hiervoor geen algemene studiepunten. 16

17 b. Deze cursus dient met goed gevolg te worden afgerond in het eerste studiejaar om de opleiding na deze periode te kunnen continueren. In de afsluitende toets wordt de mondelinge en schriftelijke kennis van het Nederlands NT2 niveau 2 getoetst. De toets moet met tenminste het cijfer 5,5 zijn afgerond. De cursus leidt tot een Stenden certificaat. Aan de taalcursus is een buddysysteem gekoppeld. 4. Indien de aspirant-student als bedoeld in lid 2 zich wil inschrijven voor een Engelstalige opleiding moet de aspirant-student aantoonbaar hebben voldaan aan een IELTS score zes. Onder een - met een IELTS-test score 6.0 te vergelijken - test wordt verstaan: a. TOEFL10 Paper: 550; b. TOEFL Computer: 213; c. TOEFL Internet: 80: d. TOEIC11: 670; e. Cambridge ESOL12: CAE C. f. Artikel 14 Toelating tot de post-propedeutische fase Een student kan op verschillende manieren rechtstreeks toegang krijgen tot de postpropedeutische fase van een opleiding: 1. Voor de inschrijving voor een opleiding na het propedeutisch examen geldt als eis het bezit van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding. 2. Het College van Bestuur kan vrijstelling verlenen van de in het eerste lid bedoelde eis aan de bezitter van een al dan niet in Nederland afgegeven diploma, indien dat diploma naar het oordeel van het College van Bestuur ten minste gelijkwaardig is aan het in het eerste lid bedoelde getuigschrift. Indien het een buiten Nederland afgegeven diploma betreft, kan het College van Bestuur daarbij bepalen dat geen examens of onderdelen daarvan worden afgelegd dan nadat ten genoegen van de desbetreffende Examencommissie het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van het onderwijs. 3. De Examencommissie kan, in afwijking van het eerste lid, aan degene die is ingeschreven, op zijn verzoek, reeds de toegang tot het afleggen van een of meer onderdelen van het afsluitend examen verlenen voordat hij het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Voor de toelating tot de Verkorte Route Creatieve Therapie gelden de volgende eisen: a. Relevante, persoonlijke en actuele aantoonbare ervaring met het gekozen medium (Drama, Beeldend Vormen of Muziek) van tenminste 150 uur; b. Een HBO-opleiding op het gebied van welzijn, kunst of onderwijs en minimaal 2 jaar relevante werkervaring; of Een MBO opleiding op het gebied van welzijn, kunst of onderwijs en relevante werkervaring in de hulpverlening van minimaal 5 jaar; c. Het assessment, in plaats van de pré-selectie als bedoeld in artikel 4, is positief afgerond. Voor verdere uitwerking omtrent toelating tot de Verkorte Route en vrijstellingen binnen de Verkorte Route, zie bijlage F 17

18 Artikel 15 Doorstroom Associate degree (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Een student aan wie een graad als bedoeld in art. 7.10b lid 1 WHW is verleend, heeft het recht zijn bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs te vervolgen. Het College van Bestuur kan daarbij voorschrijven welke onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding nog moeten worden gevolgd. Artikel 16 Rechtsbescherming 1. Een (aspirant) student kan binnen zes weken na dagtekening tegen besluiten over de toelating via Elf@stenden.com bezwaar maken bij het College van Bestuur. Alvorens te beslissen wint het College van Bestuur advies in bij de Geschillen- en Klachtenadviescommissie. 2. Tegen een beslissing op bezwaar staat beroep open bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 3 Onderwijsprogramma WHW: 6.13, 7.2, 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8, 7.8a, 7.8b, 7.9, 7.9b, 7.11, 7,13, Artikel 1 Beoordeling Onderwijs- en examenregeling 1. Het College van Bestuur draagt zorg voor een regelmatige beoordeling van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en weegt daarbij, ten behoeve van de bewaking en zo nodig bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. Artikel 2 Doelstelling van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd de student zodanige kennis, houding en vaardigheden bij te brengen op het terrein van Creatieve Therapie, zodat deze bij het voltooien van de opleiding in staat is tot de professionele uitvoering van taken op dat gebied en tevens in aanmerking komt voor een eventuele voortgezette opleiding. Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de competenties op hbo-niveau zoals vermeld in bijlage A. Artikel 3 Inrichting en studielast van de opleiding 1. De opleiding heeft een studielast van 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten behoren tot de propedeutische fase en 180 studiepunten behoren tot de postpropedeutische fase. 18

19 De student dient een minimum van 150 studiepunten (van de totale 240 studiepunten) te behalen in het land waar de opleiding gevolgd wordt. 2. De opleiding is voltijds ingericht en wordt verzorgd door de School of Social Work and Arts Therapies. 3. De voltijds opleiding kent geen afstudeerrichtingen, maar differentiaties. De voltijds opleiding kent geen Associate-degreeprogramma. 4. De differentiaties Dramatherapie, Beeldende Therapie en Muziektherapie zijn voltijds ingericht. Dramatherapie en Beeldende Therapie worden zowel voltijd als verkort aangeboden, Muziektherapie kent alleen een verkorte variant. De differentiaties kennen ieder een studielast van 240 studiepunten. 5. Het Associate-degreeprogramma kent een studielast van aantal studiepunten invullen studiepunten. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 6. De student aan wie de graad Associate Degree is verleend en die de bacheloropleiding vervolgt, dient de door het College van Bestuur voorgeschreven onderwijseenheden binnen de bacheloropleiding te volgen. De student dient hierover in overleg te treden met de desbetreffende Examencommissie. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. 7. Voor studenten die de opleiding in duale vorm volgen, worden de perioden waarin werkzaamheden in de beroepspraktijk worden verricht, aangemerkt als een onderwijseenheid, voor zover deze werkzaamheden onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. Aan deze werkzaamheden worden de volgende eisen gesteld: a. de tijdsduur van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt omvang in maanden of weken invullen; b. de studielast van de perioden in de beroepspraktijk bedraagt omvang in studiepunten invullen; c. een zodanige inrichting van elke periode dat de student in staat wordt gesteld de competenties te ontwikkelen tot het niveau dat voor die periode is genoemd in de overeenkomst tussen instelling, student en bedrijf; d. onderwijseenheden die in de beroepspraktijk worden uitgevoerd, worden afgesloten met een tentamen. DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING. Artikel 4 Voertaal in het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt gegeven in het Nederlands, tenzij: a. het onderwijs betreft dat betrekking heeft op een andere taal; b. het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege gegeven wordt door een anderstalige gastdocent; c. de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten noodzaakt een andere taal te gebruiken. Het College van Bestuur heeft hiertoe een Gedragscode voor het gebruik van andere talen dan het Nederlands in het onderwijs, vastgesteld. 19

20 2. In een opleiding die in het Nederlands wordt aangeboden wordt gebruik gemaakt van anderstalige literatuur naast verplichte Nederlandstalige literatuur. 20

21 Artikel 5 Voorzieningen voor student met functiebeperking 1. De Head of School biedt aan studenten met een functiebeperking een onderwijsomgeving aan die zo veel als mogelijk gelijkwaardig is aan die van studenten zonder functiebeperking en die gelijkwaardige kansen op studiesucces biedt. De Regeling Studie & Handicap, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, voorziet in de benodigde en afgesproken facilitering van betrokkene. ( px) Artikel 6 Samenstelling van de propedeutische fase 1. De propedeutische fase heeft drie doelstellingen: a. oriëntatie; b. verwijzing; c. selectie. 2. De propedeutische fase van de opleiding omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage B, met de daarbij vermelde studielast (totaal 60 studiepunten). Artikel 7 Samenstelling van de postpropedeutische fase 1. De postpropedeutische fase van de opleiding - alsmede de daarmee verbonden afstudeerrichting(en-) omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage C, met de daarbij vermelde studielast (totaal 180 studiepunten). Artikel 8 Samenstelling Associate-degreeprogramma (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Het Associate-degreeprogramma als bedoeld in artikel 2 lid 5 omvat de onderwijseenheden zoals beschreven in bijlage D met de daarbij vermelde studielast. Artikel 9 Minor 1. Een minor is een samenhangend keuzeprogramma van in totaal 30 studiepunten, dat gevolgd wordt in de postpropedeutische fase, niet zijnde een afstudeerrichting. 2. De minor die een student volgt, is gerelateerd aan het Persoonlijk Ontwikkelings Plan van de student en heeft een duidelijke relatie met de eindcompetenties van de opleiding. De minor dient een aanvulling te zijn op overige onderdelen van de opleiding die de student volgt. 3. De Examencommissie van de School die de minor heeft ontwikkeld, is verantwoordelijk voor de inhoud van de minor en draagt er zorg voor dat de minor ten minste voldoet aan de eisen gesteld in het volgende lid. 21

22 4. De door de instelling aangeboden minoren worden voor het begin van het opleidingsjaar geplaatst op de voor alle studenten toegankelijke website. Op de website wordt tenminste vermeld: a. welke minoren binnen de instelling worden aangeboden; b. of het aanbieden van de minor wel of niet gebonden is aan een minimum aantal deelnemers; c. welke procedure wordt gehanteerd voor het inschrijven op een minor; d. welke toelatingseisen voor een minor van toepassing zijn; e. welke school verantwoordelijk is voor de inhoud van de minor en wie de verantwoordelijke is binnen het school; f. uit welke onderdelen de minor bestaat, met inbegrip van het aantal studiepunten en de wijze van toetsing en herkansing van elk onderdeel. ( 5. Gedurende het opleidingsjaar kan de inhoud van een minor niet worden gewijzigd. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan een aangeboden minor niet worden verzorgd, ingeval van onvoldoende belangstelling, mits op de website als bedoeld in het vierde lid is aangegeven dat voor het verzorgen van een minor een minimaal aantal deelnemers is vereist. 6. En minor kan pas worden gevolgd als het propedeutisch examen is behaald. 7. Ongeacht het voorgaande behoeft de toelating van een student tot een minor de goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding die de student volgt. De Examencommissie kan ervoor kiezen een lijst te publiceren van minoren die studenten mogen volgen zonder persoonlijk toestemming te hoeven vragen. 8. Buiten de door de instelling aangeboden minoren kunnen studenten minoren volgen via De toelating van een student tot een minor via deze route behoeft goedkeuring van de Examencommissie van de opleiding waar de student ingeschreven is. 9. De student dient een aanvraag voor minoren via Kies op Maat of een aanvraag voor Exchange ten minste 10 weken voordat de minor start, ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie. 10. Na sluiting van de inschrijftermijn voor de minoren via Progress, kan de student niet meer wisselen van minoren, tenzij een of meerdere van de gekozen minoren door onvoldoende inschrijvingen geen doorgang vindt. Art. 10 Studeren in het buitenland 1. Voor studeren in het buitenland geldt de Stenden beleidsregel dat maximaal 90 studiepunten van het onderwijsprogramma (30 studiepunten theorie en 60 studiepunten stage) in het buitenland mag worden gedaan. 2. Een student behoeft voorafgaande schriftelijke toestemming van de Examencommissie van de opleiding om in het buitenland te mogen studeren. 22

23 4 Examens en getuigschriften WHW: 7.10, 7.10a, 7.11, 7.12c, 7.19a, 7.33 Artikel 1 De examens van de opleiding 1. In de opleiding wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase afgerond met een afsluitend examen. Is aan de opleiding een Associate-degreeprogramma verbonden dan wordt de propedeutische fase afgesloten met een examen en de postpropedeutische fase met een afsluitend examen. 2. De examens als bedoeld in het eerste lid zijn behaald, indien alle onderwijseenheden van de betreffende fase dan wel programma met goed gevolg (examen en beoordeling tezamen) zijn afgelegd, dan wel daarvoor vrijstelling is verkregen. 3. Het afsluitend examen in de postpropedeutische fase kan niet eerder worden behaald dan nadat het propedeutisch examen is behaald, dan wel vrijstelling is verleend voor het afleggen daarvan. 4. De Examencommissie stelt de uitslag vast van de examens bedoeld in het eerste lid, nadat zij heeft onderzocht of de student aan alle voor het betreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 5. De Examencommissie reikt een getuigschrift uit aan de student die een examen heeft behaald en ook verder voldoet aan de wettelijke vereisten. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt. Geen propedeuse getuigschrift wordt uitgereikt aan degene die van de Examencommissie vrijstelling heeft verkregen om deze fase van de opleiding te volgen. 6. Het examen dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door het College van Bestuur gedurende een periode van ten minste zeven jaar bewaard. Artikel 2 Toekenning graden 1 1. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graag Bachelor of Arts Therapies, indien het afsluitend examen in de postpropedeutische fase met goed gevolg is afgelegd. 2. In geval van onderwijs in het buitenland is de notitie Gedragslijn Nederlands Onderwijs in het buitenland van de Minister van OCW van toepassing. 1 Als gevolg van de Wet Kwaliteit in Verscheidenheid zal mogelijk een afwijkende titulatuur bij de graad worden gevoerd. 23

24 3. De Examencommissie verleent namens het College van Bestuur de graad Associate Degree afgesproken aanduiding van de graad invullen, aan degene die met goed gevolg het examen heeft afgelegd van een Associate-degreeprogramma. [DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING.] Artikel 3 Getuigschriften 1. Het College van Bestuur hanteert het model van de getuigschriften en stelt de hierna genoemde bijlagen vast met inachtneming van artikel 7.11 WHW. In ieder geval wordt vermeld: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, zoals die worden vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO); b. welke onderwijseenheden het examen omvatte; c. in voorkomende gevallen welke minor is behaald; d. in voorkomende gevallen welke bevoegdheid met betrekking tot de uitoefening van een beroep aan het getuigschrift is verbonden; e. welke graad door het College van Bestuur is verleend; f. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel De toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan; 2. De onderwijseenheden van het examen en de behaalde minor worden benoemd in een gewaarmerkte bijlage, waarbij tevens per onderwijseenheid de omvang in studiepunten en de behaalde beoordeling worden vermeld. De beoordeling als bedoeld in de vorige volzin wordt uitgedrukt in gehele cijfers als bedoeld in artikel 19 van hoofdstuk De Examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een diplomasupplement toe dat voldoet aan het Europese overeengekomen standaardformat. Het diplomasupplement heeft tot doel inzicht te verschaffen in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het in het Nederlands of Engels gesteld diplomasupplement bevat in elk geval: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt, b. of het een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs dan wel een opleiding in het hoger beroepsonderwijs betreft, c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding, en d. de studielast van de opleiding, en e. een Grading Table van de opleiding. Artikel 4 Toekenning getuigschriften 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. 2. De student die aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan overeenkomstig door het College van Bestuur vast te stellen regels de Examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. 24

25 3. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR Information & Registration Centre. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk binnen vier schoolweken na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 4. Voor de datum op het getuigschrift wordt de datum aangehouden waarop de Examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de voorwaarden heeft voldaan. Als procedurele voorwaarde voor toekenning van het getuigschrift geldt dat de student ingeschreven moet staan bij de opleiding op het moment van toekenning. Artikel 5 Ondertekening getuigschriften 1. Het getuigschrift wordt namens het College van Bestuur ondertekend: a. Door de voorzitter en de secretaris van de Examencommissie of hun plaatsvervangers; b. Door de student. 2. Het diplomasupplement bij het getuigschrift genoemd in artikel 3 worden ondertekend en voorzien van naam door de voorzitter van de Examencommissie en secretaris of hun plaatsvervangers. 3. De namen van de tekenbevoegden worden geregistreerd in een handtekeningenregister. Dit register wordt beheerd door de afdeling ESR-Toetsbureau. Artikel 6 Data van de uitslag en uitreiking getuigschriften 1. Aan het begin van elk studiejaar stelt de Examencommissie de data vast waarop de uitslag als bedoeld in artikel 1 wordt vastgesteld, met inachtneming van het derde en vierde lid van artikel Aan het begin van elk studiejaar stelt de Head of School de data vast waarop de getuigschriften als bedoeld in artikel 3 in een openbare bijeenkomst worden uitgereikt. 3. Het vaststellen van de uitslag van het propedeutisch examen vindt tenminste tweemaal per jaar plaats, aan het einde van het opleidingsjaar, na verwerking van de resultaten van de laatste herkansingen. Op verzoek van de student kan de uitslag ook tussentijds in de loop van het opleidingsjaar vastgesteld worden. 25

26 Artikel 7 Cum laude 1. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het propedeusegetuigschrift van de bacheloropleiding of het daaraan verbonden associate degreeprogramma. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 2. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het associate-degreeprogrammagetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 3. De student dient bij de Examencommissie een verzoek in tot toekenning van het predicaat Cum Laude bij het bachelorgetuigschrift. Het verzoek wordt vergezeld van een door de student aangeleverd overzicht van alle door de student behaalde beoordelingen op basis waarvan de student meent aanspraak te kunnen maken op het predicaat Cum Laude. 4. Het beoordelen van de toekenning van het predicaat Cum Laude vindt plaats door de Examencommissie. 5. Indien van toepassing verklaard in lid 1 van dit artikel geeft de Examencommissie het predicaat cum laude bij het behalen van het propedeusegetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; f. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. g. Excellent programma: studenten die na de propedeutische fase het predicaat Cum Laude voor de propedeutische fase toegekend hebben gekregen, komen in aanmerking voor het Excellent programma van SW&AT. Met dit programma krijgt de student de mogelijkheid om, naast het reguliere onderwijsprogramma van studiejaar 2, uitdagende opdrachten in het werkveld uit te voeren. Alle opdrachten zijn gerelateerd aan de beroepskwalificaties van de Vaktherapeut. De student dient contact op te nemen met de studieloopbaanbegeleider voor deelname aan het Excellent programma. Deelname aan het Excellent programma leidt tot een aanvullend certificaat bij toekenning van het Bachelorgetuigschrift. 26

27 6. De Examencommissie geeft het predicaat cum laude bij het behalen van het associate-degreeprogrammagetuigschrift en/of bachelorgetuigschrift als de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. Het gewogen gemiddelde op basis van behaalde studiepunten van alle behaalde cijfers is 8,0 of hoger; b. De student moet voor alle studie-onderdelen van de propedeutische en postpropedeutische fase minimaal een voldoende hebben behaald en mag geen enkele herkansing hebben gedaan; c. De student mag voor maximaal 25% van het aantal studiepunten een vrijstelling hebben gekregen; d. Als studie-onderdelen zijn beoordeeld met een onvoldoende/voldoende/goed/uitstekend, dan moet de student voor minstens 80% van deze onderdelen minimaal een goed hebben behaald. e. De student heeft minimaal een 8,0 behaald voor de afstudeerscriptie. f. Als een student aanvullende studie-onderdelen heeft gevolgd, die niet tot het verplichte studieprogramma behoren, dan worden die niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde; g. Vrijstellingen worden niet meegenomen in de berekening van het gewogen gemiddelde. Artikel 8 Verklaringen 1. Een student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in artikel 4 kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd, mits binnen een jaar na uitschrijving van de student, een door de desbetreffende Examencommissie af te geven verklaring waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. Artikel 9 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 27

28 5 Tentaminering en beoordeling WHW: 7.3, 7.10, 7.12b, 7.13 Algemeen Artikel 1 Examen 1. Aan elke opleiding is een examen verbonden. 2. Aan de propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. 3. Aan de post-propedeutische fase van de opleiding is een examen verbonden. Artikel 2 Onderwijseenheid 1. Een opleiding is een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. 2. Een onderwijseenheid kan betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening en op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding van een het instellingsbestuur plaatsvinden. Artikel 3 Tentamen 1. Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. 2. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de examinandus, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. 3. Indien de tentamens van een tot de opleiding of propedeutische fase van een bacheloropleiding behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd, voor zover de examencommissie niet heeft bepaald dat het examen tevens omvat een door haar zelf te verrichten onderzoek als bedoeld in het tweede lid. 4. De examencommissie kan onder door haar te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg afgelegd hoeft te zijn om vast te stellen dat het examen met goed gevolg is afgelegd. 28

29 Artikel 4 Vrijstelling algemeen 1. De examencommissie heeft de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meerdere tentamens. 2. De OER bevat de gronden waarop de examencommissie voor eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens in het hoger onderwijs, dan wel voor buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, vrijstelling kan verlenen het afleggen van één of meerdere tentamens. 3. Een vrijstelling wordt door de Examencommissie altijd individueel verleend op basis van haar vrijstellingenbeleid en met in achtneming van de navolgende bepalingen van dit artikel. ( ginas/kan-ik-vrijstellingen-aanvragen.aspx) 4. Studenten met het diploma [Soort diploma invullen en zo nodig toevoegen van welke toeleverende school] zijn vrijgesteld van het afleggen van de tentamens van de volgende onderwijseenheden genoemd in de bijlage met de samenstelling van propedeutische en postpropedeutische fase: a. [Onderwijseenheid invullen] (... studiepunten); b. [Onderwijseenheid invullen] (... studiepunten); [DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING] 5. Vrijstellingen kunnen mede gebaseerd zijn op EVC. Degene die op basis van een EVC meent in aanmerking te komen voor een of meer vrijstellingen, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, met bijsluiting van de EVCrapportage. [DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING] 6. Degene die op andere dan in de vorige leden bedoelde gronden meent in aanmerking te komen voor vrijstelling van het afleggen van een tentamen, dient daartoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in bij de Examencommissie, waarbij tevens de bewijsstukken ter onderbouwing van het verzoek worden overgelegd. 7. De Examencommissie beoordeelt mede aan de hand van de overgelegde bewijsstukken of wordt voldaan aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid of onderdelen daarvan. 8. De Examencommissie kent een individueel verzoek om een vrijstelling toe, indien verzoeker aantoonbaar voldoet aan de vereisten gesteld voor de desbetreffende onderwijseenheid, dan wel voor in voldoende mate afgeronde - onderdelen daarvan. De Examencommissie informeert de student over haar beslissing binnen 4 tot zes schoolweken gerekend vanaf de datum waarop het verzoek is ontvangen. 9. Vrijstellingen worden in het resultatenoverzicht van de student getoond met de omschrijving vrijstelling. Een tentamen waarvoor de student vrijstelling heeft gekregen, telt niet mee in eventuele middelingen tot een eindcijfer van de onderwijseenheid waarbij dit tentamen is betrokken. 29

30 Artikel 5 Vrijstelling studenten IBC (site) [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] 1. Studenten studerend op één van de IBC s (site(s) van Stenden Hogeschool volgen op enig moment een representatief deel van het onderwijs van de opleiding met een omvang van 60 EC bij de Nederlandse instelling. Dit onderwijsprogramma wordt uitgewerkt in de betreffende bijlage. Dit is van toepassing voor studenten die ingeschreven zijn vanaf september Om toegelaten te worden tot het in lid 1 bedoelde opleidingsjaar bij Stenden Nederland geldt de procedure Diplomering sites en het bijbehorende vrijstellingenbeleid Examencommissie van de opleiding dat als bijlage bij het Studentenstatuut is opgenomen. Artikel 6 Fraude en plagiaat 1. Indien een student of extraneus fraudeert en of plagiaat pleegt, kan de Examencommissie betrokkene het recht ontnemen één of meer door de Examencommissie aan te wijzen tentamens of examens af te leggen, gedurende een door de Examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar. 2. Bij ernstige fraude kan het College van Bestuur op voorstel van de Examencommissie de inschrijving voor de opleiding van de betrokken student of extraneus definitief beëindigen. 3. Ten aanzien van fraude en of plagiaat geldt het Reglement Fraude en Plagiaat Stenden Hogeschool, zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. Artikel 7 Onderwijscontract 1. Een student met een functiebeperking kan aan de Examencommissie verzoeken gelegenheid te krijgen de tentamens op een zo veel mogelijk aan zijn individuele beperking aangepaste wijze af te leggen. De procedure is beschreven in de Regeling Studie & Handicap zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut. 2. Een student die voldoet aan de criteria van de Regeling Financiële ondersteuning student-topsporter zoals opgenomen als bijlage bij het Studentenstatuut, kan de Examencommissie verzoeken om een aangepaste inroostering van de tentamens, waarbij - indien dit naar het oordeel van de Examencommissie mogelijk is en voor de opleiding niet bezwaarlijk - zo veel mogelijk wordt aangesloten bij de individuele mogelijkheden van de student. 3. Afspraken als resultaat van de in lid 1 en 2 genoemde verzoeken worden vastgelegd in een individueel onderwijscontract. 30

31 Artikel 8 Intellectueel eigendom 1. Het auteursrecht van een werk komt toe aan de student, mits deze als maker ervan kan worden aangemerkt. 2. Als maker wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd degene die als zodanig op of in het werk is aangeduid. 3. Indien het werk tot stand is gebracht naar het ontwerp van een ander dan de student en onder diens leiding en toezicht, dan wordt deze ander als maker van dat werk aangemerkt. Artikel 9 Gestelde eisen tentamens 1. De Examencommissie maakt voor elk tentamen afzonderlijk tijdig bekend welke eisen worden gesteld bij het afleggen van dat tentamen, zodat de student zich zo goed mogelijk kan voorbereiden. De Examencommissie vermeldt daarbij ook welke hulpmiddelen zijn toegestaan en welke beoordelingsnormen zullen worden gehanteerd. [De eisen welke aan de tentamens worden gesteld zijn opgenomen in de moduulgidsen behorende bij elke moduulperiode. Eventuele wijzigingen hierop worden tijdig via ELO bekend gemaakt. Toegestane hulpmiddelen bij multiple choice tentamens worden op het voorblad per tentamen aangegeven]. 2. Van een tentamen dat bij herhaling binnen een opleidingsjaar wordt aangeboden, moet elke gelegenheid wat betreft inhoud, niveau en zwaarte gelijkwaardig zijn aan de voorafgaande gelegenheid. 3. Wanneer een student een onderwijseenheid niet heeft behaald in het opleidingsjaar waarin hij het onderwijs in die onderwijseenheid heeft gevolgd en in het volgende opleidingsjaar alsnog een tentamen in die onderwijseenheid wil afleggen, gelden ten aanzien van de gestelde eisen: - de eisen van het lopende opleidingsjaar Artikel 10 Vorm van de tentamens 1. De onderwijseenheden van het onderwijsprogramma worden getoetst op de wijze en in de vorm zoals aangegeven in de bijlage met de samenstelling van de propedeutische en postpropedeutische fase. 2. Van een tentamen dat bij herhaling in hetzelfde opleidingsjaar wordt aangeboden, moeten alle gelegenheden in dat opleidingsjaar dezelfde vorm hebben. 3. Van de bepaling in het vorige lid kan worden afgeweken in geval van overmacht. In dat geval mag de herkansing een andere vorm hebben, maar moet wel voldoen aan de eisen van gelijkwaardigheid zoals bedoeld in artikel Van de bepaling in lid 2 kan om organisatorische en/of onderwijskundige redenen worden afgeweken indien het niet mogelijk is een herkansing aan te bieden met dezelfde vorm als de eerste gelegenheid in het betreffende opleidingsjaar. 31

32 Artikel 11 Volgtijdelijkheid tentamens 1. De OER bevat het overzicht van het aantal en de volgtijdelijkheid van de tentamens alsmede de momenten waarop deze afgelegd kunnen worden. 2. De OER bevat de informatie over, waar nodig, de volgorde waarin, de tijdvakken waarbinnen en het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van de tentamens en examens. 3. De tentamens van de onderwijseenheden van het propedeutisch examen en van het afsluitend examen kunnen binnen de desbetreffende fase in een willekeurige volgorde worden afgelegd, met uitzondering van de bepalingen in de volgende leden van dit artikel. 4. Aan de tentamens van de hierna genoemde onderwijseenheden kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat de tentamens van de daarbij aangegeven onderwijseenheden zijn behaald: a. Voor buitenlandstage in het tweede jaar geldt dat deze alleen gedaan kan worden op de sites van Stenden (m.n.port Alfred) of bij instellingen in West Europa waar solide contacten mee zijn vanuit de opleiding. b. Om in aanmerking te komen voor buitenlandstage in het tweede jaar dienen studenten ten tijde van aanmelding voor de stage (eind periode 1.3) alle onderwijsonderdelen tot dat moment behaald te hebben. c. Studenten die de stage in het tweede jaar in het buitenland willen volgen dienen de propedeuse volledig behaald te hebben. d. Voor de jaarstage in het binnenland geldt dat alle onderdelen van het tweede opleidingsjaar met een voldoende zijn beoordeeld, met uitzondering van maximaal 1 theoretische (meerkeuze) toets. e. Voor de jaarstage in het buitenland geldt dat alle onderdelen van het tweede opleidingsjaar met een voldoende zijn beoordeeld. f. Voor de stages in het binnenland (jaar 2 en 3) geldt dat deelname aan de terugkomdagen/lesdagen verplicht is. g. Voor studenten die naar het buitenland op jaarstage gaan worden 2 weken georganiseerd, na moduul 2.4, waarin extra medium- en methodieklessen aangeboden worden ter voorbereiding op de stage in het buitenland. Deze weken zijn voorwaardelijk om op stage te mogen en worden gepland in SW5 en SW6 direct na moduulperiode 4. h. Voor deelname aan het afsluitend examen voor medium in het 4 e jaar geldt dat de jaarstage met een voldoende moet zijn beoordeeld, alsook de medium en methodiekvakken welke aangeboden worden tijdens de jaarstage. 5. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden kan een minor pas worden gevolgd als is voldaan aan het bepaald in artikel 9 van hoofdstuk 3. 32

33 Artikel 12 Tijdvakken en frequentie van tentamens 1. Tot het afleggen van de tentamens van de propedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, de eerste maal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 2. Tot het afleggen van de tentamens van de postpropedeutische fase wordt elk opleidingsjaar ten minste tweemaal gelegenheid gegeven, waarvan eenmaal direct aansluitend op het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid. 3. Bij het bepalen van de datum van de tweede tentamengelegenheid in een opleidingsjaar, wordt rekening gehouden met de vereiste studeerbaarheid van het totale programma voor een student. 4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt in een opleidingsjaar slechts eenmaal gelegenheid gegeven voor het afleggen van het tentamen van een onderwijseenheid waarvan het onderwijs in dat opleidingsjaar niet is gegeven. Tot het maken van het betreffende tentamen bestaat nog tweemaal de mogelijkheid, te rekenen vanaf het laatste opleidingsjaar waarin de bedoelde onderwijseenheid wordt aangeboden. 5. De tijdvakken waarin de tentamengelegenheden worden aangeboden, worden jaarlijks door de Examencommissie vastgesteld en uiterlijk bij aanvang van het opleidingsjaar bekend gemaakt. 6. Een student die verhinderd is van een tentamengelegenheid gebruik te maken, is aangewezen op de volgende tentamengelegenheid. In bijzondere gevallen kan de Examencommissie besluiten in een voor de student gunstige zin af te wijken van deze regel. VOORAFGAAND AAN TENTAMINERING Artikel 13 Procedure inschrijven voor een tentamen 1. Voor mondelinge tentamens en voor tentamens ter afsluiting van praktische oefeningen dient de student zich tijdig in te schrijven, op een nader door de Examencommissie aan te geven wijze. [DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING]. 2. Voor andere tentamenvormen dan genoemd in het eerste lid is de student verplicht zich te houden aan de volgende inschrijvingsprocedure voor deelname aan schriftelijke tentamens: a. De student is verplicht zich digitaal voor een schriftelijke tentamenkans in te schrijven, tenzij anders is bepaald. De student moet na inschrijving een bewijs van inschrijving uitprinten. b. Indien een student niet kan intekenen voor een tentamen dan neemt de student voor sluitingstijd van intekening rechtstreeks contact op met het ESR-Toetsservicebureau. Voor de vestigingen Emmen, Meppel en Assen geldt dat de student contact opneemt met het secretariaat van de opleiding, die vervolgens contact opneemt met het ESR- Toetsservicebureau. 33

34 c. Inschrijven betekent verplicht deelnemen aan het tentamen én een tentamenkans gebruiken, overmacht situaties uitgezonderd. d. Iedere secretaris van de Examencommissie meldt aan het ESR-Toetsservicebureau voor 15 mei van elk opleidingsjaar het aantal tentamengelegenheden dat een student aan de desbetreffende opleiding aangeboden krijgt. Bij overschrijding van dit aantal gelegenheden wordt de intekening voor deelname aan de betreffende tentamen geblokkeerd. e. Het ESR-Toetsservicebureau publiceert bij aanvang van het opleidingsjaar het jaartentamenrooster per opleiding. Het definitieve rooster wordt uiterlijk twee schoolweken voor een tentamenperiode gepubliceerd. f. Verzoek tot wijziging van intekening of na-inschrijving voor een tentamen moet altijd door de student ter beoordeling aan de secretaris van de Examencommissie worden voorgelegd, overmachtsituaties uitgezonderd. Na toestemming van de secretaris van de Examencommissie kan tegen betaling tot twee werkdagen voor aanvang van de tentamenperiode tot uur de toegestane wijzigingen door ESR-Toetsservicebureau worden verwerkt. [DIT ARTIKELLID IS NIET VAN TOEPASSING] g. Indien de student te laat is met digitaal intekenen én er is daarbij sprake van bijzondere omstandigheden dan neemt de student rechtstreeks contact op met de secretaris van de Examencommissie. TIJDENS TENTAMINERING Artikel 14 Schriftelijk tentamen Bij het afleggen van een tentamen moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: 1. De student dient zich te kunnen legitimeren door middel van zijn of haar Multifunctionele kaart (MFK). Daarnaast moet de student zich desgevraagd kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. 2. De student dient vijf minuten voor aanvang van het aanvangstijdstip in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen op de door de organisatie aangewezen plaats. 3. Degene die als gevolg van overmacht meer dan 30 minuten te laat arriveert, kan de toegang worden geweigerd. 4. Het is niet toegestaan om gedurende de eerste 30 minuten het lokaal te verlaten. 5. De aanwijzingen van de examinator of surveillant moeten worden opgevolgd. 6. De aangegeven tijd voor een tentamen is inclusief het uitreiken en verzamelen van tentamenopgaven en antwoordformulieren. 7. De student dient bij ontvangst van de tentamenopgaven te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. 34

35 8. Het is niet toegestaan om het tentamen te maken op andere dan door de surveillant uitgedeelde antwoordformulieren. 9. De student dient -indien van toepassing- op tentamenopgaven en het antwoordformulier te vermelden: a. naam b. studentnummer / relatienummer c. toets en/of tentamen d. aantal antwoordformulier-bladen dat wordt ingeleverd e. datum waarop aan het tentamen is deelgenomen f. handtekening van de student 10. Het gebruik van andere hulpmiddelen dan schrijfgerei en het ter plekke uitgereikte materiaal is uitsluitend toegestaan als dit uitdrukkelijk is aangegeven. 11. Elektronische apparaten waar gegevens op kunnen worden geraadpleegd of opgeslagen dienen vóór de aanvang te worden uitgezet en te worden weggeborgen in een afgesloten tas. 12. Het is niet toegestaan zonder toestemming van de examinator of surveillant te communiceren met andere personen in of buiten het lokaal waar het tentamen of de toets wordt afgenomen. 13. De examinator en de surveillant zijn bevoegd passende maatregelen te nemen indien de orde en rust worden verstoord. 14. De tentamenopgaven moeten tegelijkertijd met de antwoordformulieren bij aftekening worden ingeleverd bij de surveillant. 15. De student wordt geacht aan een schriftelijk tentamen te hebben deelgenomen als de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren is ingeleverd en de presentielijst is getekend. Dit artikellid is onverkort van toepassing op degene die het antwoordformulier niet dan wel onvolledig heeft ingevuld. 16. Aan studenten met een functiebeperking kan de Examencommissie een verlenging van de standaardduur van het tentamen en/of het gebruik van hulpmiddelen toestaan, naast de bevoegdheid bepaald in artikel 1 voor studenten met een functiebeperking de tentamenvorm nog verder aan te passen aan de mogelijkheden van de betrokken student. 17. Indien de student een klacht wil indienen betreffende de afname van een tentamen dan laat de student zijn/ haar klacht direct op het protocolformulier noteren door een surveillant van het tentamen. Daarnaast schrijft de student binnen twee werkdagen een schriftelijke klacht aan de betreffende Examencommissie. 18. Indien een student een klacht heeft betreffende de inhoud van het tentamen dan moet deze klacht schriftelijk binnen twee werkdagen ingeleverd worden bij de secretaris van de betreffende Examencommissie. Na afloop van deze termijn wordt de toetssleutel gepubliceerd. 35

36 19. Elke anderstalige student heeft tijdens het eerste studiejaar recht op een half uur extra toetstijd per toets. Daarnaast mag de anderstalige student gedurende het eerste studiejaar tijdens de afname van toetsen gebruik maken van een woordenboek. 20. Iedere eerstvolgende maandag na iedere toetsweek wordt studenten de gelegenheid geboden de betreffende toets en toetssleutel in te zien in een daartoe bekend gemaakt lokaal. Uiterlijk tot uur op die maandag kunnen studenten een bezwaar tegen toetsitem(s) indienen bij de secretaris van de Examencommissie. De benodigde toetsen/of tentamensleutel wordt binnen 24 uur na afloop van de toets en/of het tentamen beschikbaar gesteld. Tijdens de toetsweken voor de zomervakantie ( week 4.9/SW5/SW6/SW7) wordt de student zo spoedig mogelijk na de afname van de betreffende toets in de gelegenheid gesteld de toets in te zien en bezwaar aan te tekenen tegen toetsitem(s). Bezwaren dienen dan de volgende dag voor uur te worden ingeleverd bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 15 Digitale tentamen [DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING] 1. Bij het afleggen van digitale tentamens moet aan de eisen gesteld in de volgende leden worden voldaan: a... b... Artikel 16 Mondelinge tentamen 1. Mondeling wordt niet meer dan één student tegelijk getoetst, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald. 2. Het mondeling afnemen van een tentamen is niet openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald op verzoek van de student. 3. Bij het afnemen van een mondeling tentamen met een studiebelasting van minimaal 28 uur dient een tweede examinator aanwezig te zijn of dient het examen met behulp van audiovisuele middelen te worden vastgelegd. Artikel 17 Toezicht bij tentamens 1. De Examencommissie wijst (een) examinator/-en aan die aanwezig is bij in ieder geval de aanvang en het einde van de afname van de betreffende tentamen(s) en tijdens de betreffende tentamen(s) terstond beschikbaar. 2. Namens de Examencommissie zijn door het ESR - IRC toetsbureau surveillanten aangesteld die belast zijn met de handhaving van de orde tijdens de afname van het tentamen. De surveillanten dienen aanwijzingen van de examinator op te volgen. 36

37 3. De surveillanten dienen 15 minuten voor aanvang van het tentamen in de tentamenruimte aanwezig te zijn om de vereiste voorbereidingen te treffen. De hoofdsurveillant dient 30 minuten voor aanvang in de toets- en of tentamenruimte aanwezig te zijn. 4. Bij schriftelijke tentamens is per ruimte tenminste één surveillant aanwezig. 5. Bij mondelinge tentamens kan worden volstaan met één examinator, tenzij bepaald is dat meer examinatoren noodzakelijk zijn. NA TENTAMINERING Artikel 18 Vaststelling van de beoordelingen 1. De examinator stelt de beoordeling vast. De termijn voor de vaststelling van de beoordeling is in de regel dertien werkdagen, nadat het schriftelijke werk is gemaakt. Indien deze termijn wordt overschreden, wordt dit door de Examencommissie met redenen omkleed aan de student gemeld. 2. Ten aanzien van de uitslagen van de laatste onderwijsperiode van een opleidingsjaar kan door de opleidingen een versnelde procedure worden toegepast. 3. De beoordeling van een tentamen door een examinator geschiedt voor elke student afzonderlijk, of in geval van een groepsopdracht tot een voor elke betrokken student herleidbaar individuele beoordeling. 4. Indien de voorlopige uitslag van een tentamen door meer dan één examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord, de definitieve uitslag vastgesteld door de voorzitter van de Examencommissie. 5. De datum waarop een student een tentamen heeft behaald is de datum waarop het afgelegde tentamen is beoordeeld. Antedatering is niet toegestaan. 6. De examinator stelt de beoordeling van een mondeling tentamen vast direct, dan wel dezelfde dag na het afnemen van dat tentamen en verstrekt de student een schriftelijke verklaring met de uitslag. 7. De Examencommissie stelt vast of de student aan de gestelde eisen voor het tentamen heeft voldaan. Artikel 19 Normering van de beoordelingen 1. De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer op een schaal van 1 tot en met 10 met ten hoogste één decimaal dan wel in een kwalificatie uitmuntend /goed/ voldoende/ onvoldoende. 2. Als laagste kwalificatie voldoende geldt het cijfer 5,5. 37

38 3. Voor het afronden van decimale getallen gelden de volgende regels: a. Het gemiddelde van meerdere cijfers wordt naar beneden afgerond (=afgekapt) op één decimaal. b. Indien aan de orde wordt een cijfer met één decimaal op de normale, rekenkundige manier afgerond op een geheel getal (het cijfer 5,5 wordt dan afgerond tot een 6). 4. Indien de tentamenuitslag samengesteld wordt uit verschillende deelresultaten, wordt de wijze waarop de uitslag berekend wordt (bijvoorbeeld een rekenkundig of gewogen gemiddelde) nauwkeurig in de OER beschreven. 5. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer één of de kwalificatie onvoldoende. 6. Indien een tentamen niet met goed gevolg is afgelegd kan een student een verzoek indienen bij de Examencommissie tot een second opinion van de betreffende toets en of tentamen. De termijn voor het indienen van het verzoek bedraagt 2 werkweken na publicatie van de definitieve resultaten in Progress. 7. Indien de student een reeds eerder afgelegd tentamen nogmaals aflegt, is de hoogst behaalde beoordeling bepalend voor de vraag of de student aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Artikel 20 Toekenning van studiepunten 1. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student voor het tentamen een voldoende resultaat heeft behaald. 2. Als een onderwijseenheid wordt afgesloten met twee of meer (deel)tentamens, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend indien de student als beoordeling voor de onderwijseenheid een voldoende resultaat heeft ontvangen en tevens de resultaten voor de (deel)tentamens en of (deel) tentamens voldoen aan de daaraan gestelde eisen. 3. Als de student voor een onderwijseenheid een vrijstelling heeft gekregen, is de onderwijseenheid behaald en worden de bijbehorende studiepunten toegekend. 4. Een minorprogramma is behaald en de bijbehorende studiepunten worden toegekend indien de student alle onderwijseenheden heeft behaald waaruit het minorprogramma is samengesteld. 5. Als datum waarop de studiepunten zijn behaald, wordt geregistreerd de datum waarop het afgelegde tentamen, c.q. de laatste deeltoets is beoordeeld inclusief de beoordeling die heeft geleid tot het behalen van de onderwijseenheid c.q. de minor. Antedatering is niet mogelijk. 6. Heeft een onderwijseenheid in het voltijd of deeltijd onderwijs betrekking op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, dan worden aan die onderwijseenheid alleen studiepunten toegekend als de activiteiten onder begeleiding van de opleiding plaatsvinden. 38

39 Artikel 21 Vastlegging en bekendmaking van de beoordelingen 1. De beoordelingen die een student heeft behaald, worden uiterlijk vijftien werkdagen na het maken van het tentamen en of toets, opgenomen in een geautomatiseerd systeem van studievoortgangregistratie (ProgRESS.NET). Op het gebruik van dit systeem is de Regeling Bescherming Persoonsgegevens van de instelling van toepassing. 2. De registratie van studieresultaten vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de Examencommissie. 3. De student ontvangt van de behaalde beoordelingen geen schriftelijk bewijsstuk maar kan deze inzien in ProgRESS.NET. 4. Indien de student een fout constateert op zijn resultatenoverzicht dan dient de student direct contact op te nemen met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. Indien daar geen fout wordt geconstateerd dan dient hij uiterlijk vier schoolweken, na vaststelling van de definitieve uitslag van een onderwijseenheid, schriftelijk te reageren naar de Examencommissie. 5. Indien er een tentamenuitslag ontbreekt op de publicatielijst dan neemt de betreffende student direct contact op met de afdeling ESR-Toetsservicebureau. 6. Bij het ontbreken van een tentamenuitslag worden protocolformulier, presentielijst en tentamenopgaven door de afdeling ESR-Toetsservicebureau gecontroleerd. 7. Indien de student op protocolformulier en presentielijst als aanwezig staat geregistreerd en de tentamenopgave ontbreekt dan dient de student schriftelijk een klacht in bij de secretaris van de Examencommissie. Artikel 22 Inzage van tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte en beoordeelde schriftelijk tentamen kan inzien binnen twee maanden na de laatste dag van een tentamenperiode of tenminste tien schooldagen voor een eventuele herkansing, tenzij afgeweken moet worden van gestelde termijnen op grond van redelijkheid en billijkheid Een student kan alleen inzage worden geboden in schriftelijk en beoordeeld tentamenwerk in het bijzijn van de betrokken examinator of diens plaatsvervanger. 3. De Examencommissie kan bepalen, dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op een vast tijdstip. 2 De landelijk verplichte toetsen van de opleiding Leraar Basisonderwijs zijn hier van uitgezonderd. 39

40 Artikel 23 Geldigheidsduur van studieresultaten 1. De geldigheidsduur van examenonderdelen is in beginsel onbeperkt. In afwijking hiervan kan de Examencommissie aan de student een aanvullend dan wel een vervangend tentamen opleggen indien het examenonderdeel langer dan acht jaar geleden is behaald. 2. Als wettelijk bewijs gelden de resultaten zoals vastgesteld door de Examencommissie. Artikel 24 Bewaring van afgelegde tentamens 1. De Examencommissie draagt er zorg voor dat de inspectie en organisaties in het kader van het accreditatieproces kennis kunnen nemen van de opdrachten, de opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de schriftelijke en praktische examenonderdelen, alsmede inzage kunnen hebben in het schriftelijk tentamenwerk. 2. In geval van beroep tegen de uitslag van een schriftelijk tentamen wordt het werk bewaard gedurende de periode dat nog niet op het (hoger) beroep is beslist. 3. De Examencommissie draagt er zorg voor, dat van elke student de tijdens het (post-) propedeutisch examen behaalde cijfers dan wel kwalificaties en de uitslag van het examen en het bijbehorende tentamenwerk bewaard blijven in het archief van de opleiding, conform de Selectielijst voor de administratieve neerslag van de openbaar gezagtaken en niet-publiekrechtelijke werkprocessen van Nederlandse hogescholen, Wanneer een student na afloop van een schriftelijk tentamen de tentamenopgaven en het totale aantal antwoordformulieren heeft ingeleverd wordt dit door de surveillant afgetekend op het protocolformulier. Op dat moment gaat de verantwoordelijkheid tot zorgvuldige bewaring van een schriftelijke tentamenwerk over op de hogeschool. 5. In het geval dat tentamenwerk als bedoeld in artikel 15.4 desalniettemin zoek raakt waardoor geen beoordeling kan plaatsvinden, wordt deze gang van zaken door de Examencommissie vastgesteld. Vervolgens wordt, na de betreffende student te hebben gehoord, door de betrokken docent, onderscheidenlijk coördinator, vastgesteld op welk tijdstip en in welke vorm het tentamen opnieuw moet worden afgelegd. 6. De Examencommissie geeft de documenten bedoeld in de vorige leden op zodanige wijze in bewaring dat de authenticiteit van de documenten gedurende de bewaartermijn gewaarborgd is. 7. De student is gehouden een afschrift (schriftelijk en/of digitaal) van het ingeleverde tentamen(onderdeel) onder zich te houden gedurende één jaar na inlevering, voor zover de omstandigheden zich hiertegen niet verzetten. 8. Een kopie van het getuigschrift en diplomasupplement wordt gedurende vijftig jaren in het archief bewaard. 40

41 Artikel 25 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met een beslissing van de Examencommissie op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 6 Studieloopbaanbegeleiding en Studieadvies WHW: art. 5.5, 7.8b, 7.13, 7.34, 7.51, 7.59, Artikel 1 Studieloopbaanbegeleiding 1. De Head of School draagt zorg voor de studieloopbaanbegeleiding van elke student, mede ten behoeve van zijn oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. 2. De Head of School besteedt bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten met een functiebeperking waarvan de deelname in het hoger onderwijs in belangrijke mate achterblijft bij de deelname van studenten die hier niet toe behoren. 3. De Head of School besteedt namens het College van Bestuur bij de studieloopbaanbegeleiding bijzondere zorg aan de begeleiding van studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan deelname aan het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid. 4. De student kan zich wenden tot zijn studieloopbaanbegeleider voor problemen die rechtstreeks samenhangen met de studie. 5. De student kan zich wenden tot de decaan voor problemen van persoonlijke aard, al dan niet rechtstreeks samenhangend met de studie. Artikel 2 Studieadvies aan het einde van het eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie aan iedere student aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling voor de propedeutische fase van de opleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen de opleiding. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 41

42 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord jaar vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februari-instroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 4. Het studieadvies heeft een bindend afwijzend karakter indien de student minder dan 51 studiepunten uit de propedeutische fase heeft behaald, alsmede niet de door de opleiding aangewezen onderwijseenheden uit de propedeutische fase met een voldoende heeft afgesloten op het moment dat het advies wordt uitgebracht. 5. De door de opleiding aangewezen onderwijseenheden als bedoeld in de vorige volzin zijn: a. Alle medium en methodiek onderdelen moeten met minimaal een 5.5 zijn beoordeeld. 6. Resultaten behaald door vrijstelling tellen wel mee bij de vaststelling of het minimum van 51 studiepunten is behaald. 7. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 8. Studenten die zich bij een opleiding hebben ingeschreven, de studie staken en zich vervolgens weer opnieuw inschrijven bij dezelfde opleiding bij dezelfde instelling worden wettelijk beschouwd als studenten tweede jaar van inschrijving. Dit betekent dat deze studenten aan het einde van hun tweede jaar van inschrijving aan al hun propedeuse verplichtingen moeten hebben voldaan. Artikel 3 Studieadvies aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling 1. Namens het College van Bestuur brengt de Examencommissie een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit indien de student aan het einde van het tweede jaar van inschrijving aan dezelfde opleiding aan dezelfde instelling het propedeutisch examen niet heeft behaald. 2. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de september-instroom niet later worden verstuurd dan in de derde week van de maand juli. 3. Voor de februari-instroom wordt in afwijking van lid 1 het woord jaar vervangen door 13 maanden. Deze uitzondering ten opzichte van de reguliere instroom in september vindt plaats op grond van organisatorische redenen die worden veroorzaakt door een afwijkende opbouw van het opleidingsjaar bij de februari-instroom. De brief waarin de Examencommissie het advies aan de student kenbaar maakt, mag in geval van de februari-instroom niet later worden verstuurd dan in de laatste week van februari. 42

43 4. Studenten die hun inschrijving bij de opleiding in de loop van het opleidingsjaar tussentijds hebben beëindigd ontvangen uiterlijk aan het einde van het opleidingsjaar een studieadvies propedeuse en dat kan ook een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zijn, tenzij er - gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student - voor de Examencommissie aanleiding bestaat geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) uit te brengen. 5. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel kan geen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer worden uitgebracht. Artikel 4 Voorwaarden Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) wordt niet uitgebracht wanneer de student gedurende het opleidingsjaar niet tijdig ten minste eenmaal via de opleiding en op een redelijke termijn door de opleiding is gewaarschuwd dat hij bij ongewijzigde omstandigheden een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) zal kunnen ontvangen, alsmede wat de gevolgen daarvan zijn. 2. Indien aan de orde meldt een student bijzondere omstandigheden tijdig bij de studentendecaan en eventueel de studiecoach en verzoekt de Examencommissie deze mee te wegen in haar besluit over het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA). Slechts met toestemming van de student kan de Examencommissie de betrokken studentendecaan en studiecoach om nader advies vragen ten aanzien van mogelijke persoonlijke omstandigheden die kunnen rechtvaardigen dat wordt afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) aan de betrokken student. 3. Een melding van een bijzondere omstandigheid wordt aangemerkt als tijdig wanneer de student de omstandigheden meldt zodra deze zich voordoen dan wel zeer spoedig daarna. 4. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt: a. ziekte b. zwangerschap c. bijzondere familieomstandigheden d. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis e. bestuursactiviteiten die een student in het kader van de medezeggenschap van Stenden verricht, waarbij sprake is van een substantiële tijdsbesteding, ter beoordeling aan het College van Bestuur, onder voorwaarde dat de student kan aantonen dat de geldende facilitering de studievertraging niet compenseert en derhalve als bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt. 5. De situaties genoemd onder a t/m d dienen schriftelijk te worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige. 6. Als de Examencommissie besluit af te zien van een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) in gevallen zoals bedoeld in het vorige lid, dan is de Examencommissie bevoegd om in plaats daarvan een niet-bindend advies uit te brengen aan de betrokken student. 43

44 7. Afhankelijk van de aard van de persoonlijke omstandigheden kan de student de Examencommissie verzoeken de informatie verstrekt in het kader van het advies als bedoeld in het tweede lid vertrouwelijk te behandelen. 8. Ongeacht het bepaalde in de vorige leden stelt de Examencommissie - alvorens tot een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) over te gaan - de student in de gelegenheid om door of namens de Examencommissie te worden gehoord. Artikel 5 Gevolgen bindend studieadvies met afwijzing (BSA) 1. Indien een student een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) ontvangt, wordt de inschrijving beëindigd door het College van Bestuur conform de geldende uitschrijfprocedure in hoofdstuk 2 van het Studentenstatuut. 2. De Examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van het verstrekken van een Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) mochten voordoen. 3. Degene die een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) heeft ontvangen, kan zich gedurende minimaal één jaar niet meer aan de instelling voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. Na deze periode moet bij een hernieuwde inschrijving ten genoegen van de Examencommissie van de opleiding aannemelijk gemaakt worden dat de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 4. Een student dient bij een hernieuwde inschrijving als bedoeld in lid 1 wettelijk te worden beschouwd als een student derde jaar van inschrijving, op basis waarvan aan deze student geen Bindend studieadvies met afwijzing (BSA) meer kan worden verstrekt. Artikel 6 Doorstroom van propedeutische naar postpropedeutische fase 1. Aan het einde van het eerste opleidingsjaar stelt de Examencommissie vast welke studenten kunnen doorstromen van de propedeutische fase naar de postpropedeutische fase. De volgende categorieën studenten zijn toelaatbaar: a. studenten die het propedeutisch examen hebben behaald; b. studenten die ten minste 51 studiepunten hebben behaald in de propedeutische fase, alle medium- en methodiekvakken hebben behaald in de propedeutische fase en niet om andere redenen een bindend studieadvies met afwijzing (BSA) hebben gekregen. 2. De student die 51 of meer maar minder dan 60 studiepunten van de propedeutische fase heeft behaald, dient in overleg met de studieloopbaanbegeleider een studieplan op te stellen primair gericht op het inlopen van de achterstand in de propedeuse, maar heeft daarna rechtstreeks toegang tot alle onderwijseenheden van de postpropedeutische fase. 44

45 3. Bij de uitwerking van de beide vorige leden wordt er rekening mee gehouden dat het de student niet is toegestaan deel te nemen aan een onderwijseenheid uit de postpropedeutische fase die een rechtstreekse voortzetting vormt van een onderwijseenheid uit de propedeuse die hij nog niet heeft behaald. Ook wordt rekening gehouden met de bepalingen van hoofdstuk 5, artikel 2 over de volgorde waarin toetsen en of tentamens kunnen worden afgelegd. 4. Aan het volgen van onderwijs uit zowel de propedeutische fase als de postpropedeutische fase kan de student geen rechten ontlenen ten aanzien van de wijze van inroostering. Het is dus mogelijk dat dergelijke onderwijsactiviteiten gelijktijdig gegeven worden. Artikel 7 Verwijzing in de postpropedeutische fase (DIT ARTIKEL IS NIET VAN TOEPASSING) 1. Alternatief 1. Indien dit alternatief van toepassing is, de tekst van lid 2 en 3 vervangen door Niet van toepassing. Studenten van de opleiding hebben toegang tot alle afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel Alternatief 2. De Examencommissie kan beslissen dat een student in de postpropedeutische fase slechts toegang heeft tot één of enkele van de afstudeerrichtingen beschreven in hoofdstuk 3, artikel De Examencommissie baseert haar beslissing op: a. de studieresultaten van de student: Nadere eisen invullen b. en/of in hoeverre het door de student gevolgde studieprogramma voldoende aansluit op de door de student gewenste afstudeerrichting: Nadere eisen invullen. 4. De Examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens tot een beslissing over te gaan. Bij de beslissing houdt de Examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. Artikel 8 Rechtsbescherming 1. De student die het oneens is met het verstrekte studieadvies op grond van de bepalingen in dit hoofdstuk kan daar tegen beroep instellen bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). 2. De student heeft de mogelijkheid om tegen de uitspraak van het COBEX in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs in Den Haag. 3. Het instellen van beroep bij het COBEX of het CBHO heeft geen schorsende werking, in die zin dat het verstrekte bindend studieadvies met afwijzing (NBSA) in stand blijft totdat in het beroep een andersluidende onherroepelijke uitspraak is gedaan. 45

46 7 Examencommissie WHW: 7.10,7.11,7.12,7.12b, 7.12c, 7.13, 7.28, 7.30, 7.42a, 7.61 Artikel 1 Instelling en samenstelling Examencommissie 1. Elke opleiding of groep van opleidingen heeft een Examencommissie. De Examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die deze regeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad als bedoeld in artikel 2 van Hoofdstuk 4 van deze OER. De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de Examencommissie zijn uitgewerkt in het Reglement Examencommissies van Stenden Hogeschool behorende bij het Studentenstatuut

47 8 Slot- en invoeringsbepalingen WHW: Artikel 1 Hardheidsclausule 1. De examencommissie is bevoegd in bepaalde gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die zich bij toepassing van dit hoofdstuk mochten voordoen. Artikel 2 Onvoorziene omstandigheden 1. In gevallen waarin dit hoofdstuk niet voorziet en waaromtrent een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de examencommissie op basis van redelijkheid en billijkheid. Artikel 3 Bekendmaking van de OER 1. De Head of School draagt zorg voor een passende en tijdige bekendmaking van deze OER. Artikel 4 Citeertitel, inwerkingtreding 1. Deze OER wordt, gehoord de centrale medezeggenschapsraad conform artikel WHW, vastgesteld door het College van Bestuur, vervangt de eerder voor de opleiding geldende Onderwijs- en examenregeling en kan worden aangehaald als Onderwijs- en examenregeling opleiding Creatieve Therapie voltijd, crohonummer en treedt in werking op 1 september

48 Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd, crohonummer Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Competentiematrix van de opleiding Stroomschema van de opleiding Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de post-propedeutische fase Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de Verkorte Route Instroom en vrijstellingen Verkorte Route 48

49 Bijlage A Competentiematrix van de opleiding Na voltooiing van de opleiding moet de student als beroepsbeoefenaar zelfstandig en met kritische instelling kunnen werken en beschikt de student over de volgende competenties op hbo-niveau: Toelichting op de competentiematrix: De kerncompetenties zijn geconcretiseerd in handelingsdimensies. Deze handelingsdimensies zijn in vier niveaus of stadia beschreven. ABC D Staan voor de verschillende stadia waarin de competentie zich ontwikkeld gedurende de studie. Dit kan per student verschillen, daar zij ook bij binnenkomst een andere basis qua opleiding dan wel levenservaring hebben. De normen ABC zijn gehanteerd als maatstaf waaraan de student minimaal moet voldoen bij toelating van het volgende studiejaar. Staat voor eindterm. Dat wat als competentie volledig dient te zijn behaald aan het einde van de opleiding. A: Het aanvangsniveau van leren: Kennis ontvangen; leren op basis van instructie; handelen volgens regels. Kennis ontvangen en deze kunnen reproduceren op theoretisch vlak. Kan zelf oplossingen overwegen vanuit het theoretisch kader. Kan de kennis en handelswijzen verwoorden en helder overbrengen aan derden Kan handelen volgens regels en benadert problemen via de opdrachten en volgens bijbehorende aanwijzingen Kan bij enkelvoudige problemen gegevens verzamelen en kan deze zodanig interpreteren binnen een theoretisch kader Leert op basis van instructie, uitvoering en feedback van anderen en kan op basis daarvan persoonlijke leerdoelen opstellen B: Het onder begeleiding uitvoeren hetgeen is geleerd: Het eigen leerproces vorm geven op eigen initiatief; kan dit toelichten en delen. Maakt een begin met het zelfstandig verwerven van kennis. Kan de betekenis hiervan voor het beroepsmatig handelen vanuit eigen gezichtspunt onderbouwen. Kan de gekozen kennis en handelwijzen toelichten en delen met vakgenoten en betrokkenen. Verricht handelingen volgens eigen keuze binnen een begrepen en gekende methodiek, onder begeleiding/supervisie Onderzoekt en interpreteert meer complexe problematiek en kan aangeven in welke richting de behandeling dient te gaan. Is zelf in toenemende mate initiatiefnemer van het eigen leerproces, middels eigen competentieontwikkeling 49

50 C: Het zelfstandig uitvoeren: Kennis onafhankelijk t.b.v. het leerproces opzoeken; meervoudige problemen analyseren en hanteren. Hierover verantwoording afleggen en kritisch communiceren. Verwerft onafhankelijk relevante kennis om zowel het probleem te stellen als op te lossen. Kiest een methode uit een breed scala van werkwijzen en beargumenteert de inzet van de specifieke werkwijze. Communiceert hier kritisch over met diverse betrokkenen met inachtneming van tegenstrijdige belangen. Diagnosticeert en oordeelt zelfstandig ten aanzien van een meervoudig complex probleem. Opereert daarbij op basis van zelfstandige besluitvorming en verbindt daaraan navenante initiatieven. Legt hierover verantwoording af. Leert zelfstandig aan de hand van zelf geformuleerde doelen en weet daarbij kritisch gebruik te maken van diverse bronnen. D: Het eindniveau: Bezit een brede, multidisciplinaire basis. Is toegerust met actuele en multidisciplinaire kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden teneinde taken zelfstandig te kunnen uitvoeren. Is in staat relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren. Kan de gestelde kennis uitbouwen richting nieuwe professionele inzichten. Kan probleemgericht werken. Kan de relevante (wetenschappelijke) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden toepassen bij het definiëren, analyseren en oplossen van complexe problemen. Kan creatief, methodisch en reflectief denken en handelen in uiteenlopende situaties, gebaseerd op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke wetenschappelijke en ethische aspecten. Ook en juist daar waar standaard oplossingen ontbreken. Is in staat tot vakoverstijgend (innovatief) denken. Is sociaalcommunicatief bekwaam. Kan intern en extern expertise overbrengen; teamgericht samenwerken; leiding geven aan projecten in een multidisciplinaire, multiculturele en internationale arbeidsomgeving. Leert autonoom op basis van een hoge mate van zelfsturing. Heeft de cognitieve vermogens ontwikkeld tot voortdurend professionaliseren van de eigen beroepsuitoefening en tot functioneren in uiteenlopende beroepssituaties. De niveaus A t/m C kennen een opbouw in laag (L) en hoog (H). Hiermee wordt een differentiatiemogelijkheid geboden om het beoogde niveau zo concreet mogelijk aan te duiden. Daarnaast is gebleken dat het niet vanzelfsprekend is dat een student aan het eind van elk studiejaar alle handelingsdimensies op hetzelfde niveau beheerst. Ook hierin voorziet de opbouw in laag (L) en hoog (H). 50

51 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 1. Methodisch therapeutisch handelen en reflecteren A B C D L H L H L H De CT er is in staat om in het kader van behandelen, in voortdurende dialoog met de cliënt (de doelgroep), op cyclische wijze en op basis van systematische reflectie: via de inzet van een medium en op andere wijze systematisch relevante informatie te verzamelen; deze informatie te analyseren en een diagnose te stellen; op basis hiervan behandeldoelen te formuleren en activiteiten te plannen; binnen het kader van de geformuleerde doelen een plan op te stellen; en dit behandelen te evalueren op zijn effecten in relatie tot de gestelde doelen en eventueel bij te stellen en te waarderen Handelingsdimensie 1. Heeft kennis van- en inzicht in de grondslagen van het methodisch handelen. Deze kennis en inzicht betreffen methodisch handelen in het algemeen en het brede scala aan binnen de eigen medium specifieke én overige vaktherapie werkzame en gangbare methodische concepten en modellen; Handelingsdimensie 2. Is in staat om de dialoog met de cliënt aan te gaan en te onderhouden tijdens alle fasen van het methodisch handelen zowel op non-verbale wijze via een medium als via verbale communicatie. Is in staat om het zelf regulerend en zelf ontwikkelend vermogen van de cliënt te herkennen en te onderkennen en dit vermogen tot uitgangspunt te nemen van het therapeutisch (be)handelen Handelingsdimensie 3. Is in staat tot het systematisch verzamelen van relevante informatie, met gebruikmaking/afweging van een breed scala aan relevante concepten en modellen, om een volledig beeld te krijgen van de cliënt in zijn/haar probleemsituatie cliëntgericht/doelgroepgericht onderzoek a. Is in staat tot het observeren van de cliënt/doelgroep in het medium (ook in de relatie tot de therapeut en in relatie tot eventuele groepsgenoten); b. Heeft daarbij oog voor de waarden en culturele identiteit van cliënt en is in staat deze waarden en identiteit recht te doen. Heeft oog voor etnisch culturele diversiteit en is in staat intercultureel te werken; c. Is in staat tot het werken met voor vastleggen van informatie gangbare (cliënt)registratiesystemen binnen de creatieve therapie. Handelingsdimensie 4. Is in staat tot het opstellen van een diagnose op basis van onderzoek van de verworven informatie tegen de achtergrond van relevante vaktherapeutische concepten en modellen en is in staat bij te dragen aan het opstellen van een algemene diagnose binnen het behandelteam vanuit de eigen professie. Handelingsdimensie 5. Doelstelling therapie. Is in staat tot het beschrijven van de beoogde (behandel)doelstellingen op basis van diagnose, in concrete resultaatgerichte termen c.q. waarneembaar gedrag; Handelingsdimensie 6. Behandelplan. Is in staat om op basis van relevante creatief- of vaktherapeutische modellen en technieken de gewenste methoden en activiteiten en het gewenste handelen vast te stellen, om stapsgewijs en bewust van de (probleem)situatie naar de gewenste situatie te geraken. Is in staat tot het beschrijven van de stappen in het medium die noodzakelijk zijn om de geformuleerde doelen te bereiken, in de gewenste volgorde en het gewenste tijdsbestek. 51

52 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 1. Methodisch therapeutisch handelen en reflecteren A B C D L H L H L H a. Is in staat om in het behandelplan de inzet, werking en beperking van het medium (drama of beeldend) voor en naar deze specifieke cliënt/doelgroep te verantwoorden. Handelingsdimensie 7. Interveniëren. Is in staat tot het daadwerkelijk bewust (be)handelen, het uitvoeren van de geformuleerde activiteiten, om de beoogde doelen te realiseren; Handelingsdimensie 8. Evalueren, bijstellen en afronden. Is in staat tot het in kaart brengen van de effecten van het interveniëren in relatie tot de geformuleerde doelen en het bijstellen van zowel activiteiten als doelen indien gewenst, dan wel een nieuwe cyclus in gang zetten c.q. een behandeling af te ronden. Is in staat om te evalueren en bij te stellen, gezien het cyclische karakter van het methodisch handelen, niet alleen op de formele momenten, maar bij elke relevante aanleiding. a. Is in staat om de grenzen van cliënt te bewaken ten aanzien van de mogelijkheden en beperkingen van creatieve therapie en de cliënt; b. Kan evalueren vanuit binnen CT en de instelling gangbare kwaliteitszorgsystemen en registratiemodellen c. Kan aantonen welke resultaten bereikt zijn Handelingsdimensie 9. Reflecteren en waarderen. Is in staat tot het voortdurend en systematisch reflecteren op gemaakte keuzes, tijdens elke fase van het methodisch handelen, op basis van de dialoog met de cliënt, vanuit observaties in het medium en met inachtneming van normatieve kaders en relevante creatief- of vaktherapeutische concepten en modellen. Is in staat om op basis van deze reflectie te komen tot een realistische waardering van het eigen methodisch handelen. a. Is in staat om op basis van reflectie en onderzoek naar eigen methodisch handelen en dat van anderen een bijdrage te leveren aan methodiekontwikkeling (vorm van publicatie, presentatie) t.a.v. de inzet van het eigen medium; b. Verantwoorden. In staat tot het afwijken van het geplande handelen in de ontstane situatie, achteraf te verantwoorden, in relatie tot het vastgestelde doel en plan. In staat tot verantwoording afleggen van de effectiviteit en efficiency van het eigen professioneel handelen. Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 2. Handelen in het medium A B C D L H L H L H De CT er is in staat tot experimenteren in het medium, kan de therapeutische werking van het medium vertalen en daar anderen daarover voorlichten. Kan integreren en kan de eigen grenzen aangeven in het medium en hanteren. Handelingsdimensie 1. Experimenteren: Is in staat om het gekozen medium vanuit verschillende invalshoeken in te zetten en te ontwikkelen a. Is bekend met de artistieke, persoonlijke en methodische betekenis van het medium; b. Is in staat tot werken met het medium qua technieken en vormen tot een aanvaardbaar niveau; 52

53 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 2. Handelen in het medium A B C D L H L H L H c. Is bekend met de mogelijkheden en onmogelijkheden van het medium, gerelateerd aan de professionele doelstellingen waarvoor het medium wordt ingezet mede op basis van persoonlijke ervaring en reflectie op die persoonlijke ervaring; d. Is in staat om de mogelijkheden en onmogelijkheden van het gekozen medium te onderzoeken en te exploiteren (toe te passen) in het licht van de inzet voor de methodisch professionele doelen; e. Is in staat onderzoek te verrichten naar mogelijke settings en doelgroepen waarmee gewerkt wordt in het medium. Handelingsdimensie 2. Vertalen en voorlichten: Is in staat de therapeutische werking van het medium in volle breedte te exploiteren en over het voetlicht te brengen van de cliënt, andere hulpverleners cq contexten/doelgroepen waarmee in het medium gewerkt wordt a. Is in staat de cliënt cq, systeem te instrueren omtrent het gebruik van het medium; b. Is in staat de relatie tussen het medium en bewustwordingsprocessen inzichtelijk maken, zodanig dat het werken in het medium daadwerkelijk de beoogde (therapeutische) werking heeft; c. Is in staat het medium in andere context dan de psychotherapeutische relatie in te zetten ten behoeve van ontwikkeling van de cliënt en/of doelgroep. Handelingsdimensie 3. Integreren. Is in staat via ontwikkeling in het medium de beoogde c.q. geobserveerde ontwikkeling, voortgang op doelen te herkennen, te benoemen en ze te koppelen aan de klachten c.q. de beoogde plannen. Handelingsdimensie 4. Grenzen aangeven en hanteren. Is in staat tot het herkennen en benoemen van de werking van het eigen medium en is in staat te adviseren over de inzet van andere dan het eigen medium t.b.v. de cliënt. 53

54 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 3. Conceptueel en normatief handelen A B C D L H L H L H De CT er is in staat tot het analyseren en integreren van actuele inzichten en (wetenschappelijke) theorieën, die relevant zijn voor zowel het eigen beroepsmatig handelen als het therapeutisch aanbod als het verantwoorden van het eigen beroepsmatig handelen en het therapeutisch aanbod. Handelingsdimensie 1. Analyseren. Is in staat tot het onderzoeken van relevante theoretische, normatieve en ethische kaders op hun betekenis voor het eigen beroepsmatig handelen en het therapeutische aanbod. a. Heeft voor wat de theoretische kaders betreft, kennis van en inzicht in de volgende wetenschapsgebieden: psychologie, ontwikkelingspsychologie, sociologie, culturele antropologie, biomedische kennis, organisatiekunde, filosofie, communicatietheorie. Is bekend met wat volgens de theorie normaal gedrag is en wat afwijkend is en betrekt dit bij de analyse; b. Heeft kennis van en inzicht in actuele resultaten van onderzoek naar de medium specifieke werking, methoden en ontwikkelingen; c. Is in staat tot het verrichten van divers praktijkonderzoek naar de medium specifieke werking, methoden en ontwikkeling; d. Is in staat op een gestructureerde manier gegevens te verzamelen uit literatuur en praktijk in het kader van de hulpverlening aan cliënten. Kan deze gegevens analyseren en interpreteren en daaruit heldere conclusies trekken die bruikbaar zijn voor de praktijk/zorg. e. Voor wat betreft het ethisch kader: de professional is in staat het handelen te relateren aan de voor hem of haar geldende waarden. Handelingsdimensie 2. Integreren. Is in staat tot het innemen van een eigen standpunt gerelateerd aan relevante theoretische, normatieve en ethische kaders en is in staat het eigen professioneel handelen daarmee in overeenstemming brengen. a. Is in staat om het methodisch handelen expliciet te relateren aan het voor de creatief therapeut geldende waardesysteem; is in staat tot kritisch en waarde gericht professioneel handelen. Handelingsdimensie 3. Verantwoorden. Is in staat tot het onderbouwd verantwoording afleggen van het eigen methodisch handelen en van het therapeutisch aanbod aan betrokkenen (cliënt, andere behandelaars, instelling), gerelateerd aan geldende theoretische, normatieve en ethische kaders. Handelingsdimensie 4. Signaleert voor beroepsbeoefening relevante maatschappelijke en beroepsmatige ontwikkelingen en is in staat de betekenis van deze ontwikkelingen vorm te geven via zijn of haar methodisch handelen. a. Bezit brede bekendheid met de vijf vaktherapeutische invalshoeken; b. Is in staat tot rekenschap afleggen i.v.m. vermaatschappelijking van de zorg; c. Is in staat om intercultureel te kunnen denken en daarnaar te handelen d. Is in staat tot resultaatgericht en bewijsgericht te werken met het oog op de verzakelijking van de zorg; e. Is gericht op mogelijkheden m.b.t. BIG-registratie. 54

55 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 4. Communiceren A B C D L H L H L H De CT er is in staat om mondeling te communiceren, therapeutische (c.q. doel gerelateerde) gesprekken te voeren, schriftelijk te communiceren, situationeel te reageren en is in staat tot non-verbale communicatie Handelingsdimensie 1. Is in staat verstaanbaar, correct en begrijpelijk Nederlandstalig en Engelstalig mondeling te gebruiken, ruis in de communicatie te onderkennen en de eigen communicatievorm aan te passen aan reacties, niveau en context. a. Is in staat tot communicatie met anderstaligen; b. Is in staat tot het presenteren van bevindingen met behulp van diverse middelen. c. Kan onderzoeksresultaten op een heldere manier presenteren afgestemd op diverse doelgroepen. Handelingsdimensie 2. a. Is in staat tot het voeren van de verschillende soorten voor creatief therapeutische beroepsbeoefening relevante gesprekken. b. kan ruis in de communicatie onderkennen en de eigen communicatievorm aanpassen aan reacties, niveau en context c. Is in staat in de communicatie met de cliënt non-verbale uitingen te verstaan en in te zetten Handelingsdimensie 3. Is in staat tot het schrijven van gespreksverslagen, behandelplan, diverse onderzoeksverslagen (ook literatuuronderzoek) en beleidsnotitie; Enerzijds met een duidelijke, correcte spelling, logische zinsbouw en opbouw, afgestemd op de doelgroep. Anderzijds met een heldere, logische en samenhangende inhoud. Handelingsdimensie 4. Is in staat tot situationeel reageren, d.i. zich te verplaatsen in anderen en de situatie en zichtbaar rekening houden met behoefte, niveau en belangen van anderen; Handelingsdimensie 5. Is bekend met voor CT inzetbare moderne digitale communicatiemiddelen en kan werken met voor CT relevante moderne digitale middelen en toepassingen; Handelingsdimensie 6. Kan voorlichting geven aan derden over creatieve therapie. 55

56 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 5. Zelfhantering A B C D L H L H L H De CT er is in staat om op een adequate wijze zichzelf te hanteren binnen de gegeven context, door middel van betrekken en distantie door grenzen aan te geven en te hanteren, keuzes te maken op basis van inzicht in de eigen (on)mogelijkheden, zichzelf in stressvolle situaties te hanteren en te reflecteren op deze zelfhantering. Handelingsdimensie 1.Is zich bewust van de permanente emotionele betrokkenheid en bezit zodanige professionele distantie dat deze betrokkenheid mede als een therapeutisch middel kan werken Handelingsdimensie 2.Grenzen aangeven en hanteren. Is in staat tot het herkennen en erkennen van eigen grenzen (en waarden) en die van de ander en is in staat deze grenzen (en waarden) aan te geven en te bewaken; Handelingsdimensie 3.Keuzes maken. Is in staat tot het maken van persoonlijke keuzes op basis van inzicht in de eigen (on)mogelijkheden en is in staat om richting te geven aan gedrag, passend bij de gemaakte keuzen, het gedrag vanuit die keuzes aan te passen aan de omstandigheden; Handelingsdimensie 4.Zelfhantering in stressvolle situaties. Is in staat om spanning bij zichzelf en anderen te herkennen en deze om te zetten in adequaat handelen; Handelingsdimensie 5.Reflectie op de zelfhantering. Is in staat om afstand te nemen van de zelfhantering, deze te doordenken en op basis van deze reflectie hieraan waardering te geven. Is tevens in staat om conclusies te trekken voor de zelfhantering in toekomstige situaties. Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 6. Anticiperen A B C D L H L H L H De CT er is in staat tot het voorzien en doorzien van veranderende omstandigheden en/of onverwachte gebeurtenissen, hierop in te spelen, het doelgericht vorm te geven aan het eigen handelen op basis van de nieuwe situatie en het achteraf te verantwoorden. Handelingsdimensie 1.Voorzien en doorzien. In staat tot het waarnemen van niet verwachte veranderingen in het gedrag van de cliënt/doelgroep in omstandigheden en/of gebeurtenissen en is in staat kansen en bedreigingen te voorzien op hun mogelijke consequenties Handelingsdimensie 2.Inspelen op. Is in staat tot proactief de mogelijke effecten flexibel te beïnvloeden zodat zij in een gewenste richting worden omgebogen; Handelingsdimensie 3.Vormgeven. Is in staat om, afhankelijk van de ontstane nieuwe situatie, in de context van het moment, doelgericht handelen; Handelingsdimensie 4.Verantwoorden. Is in staat om afwijken van het geplande handelen in de ontstane situatie achteraf te verantwoorden, in relatie tot het vastgestelde doel en plan. 56

57 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 7. Samenwerken A B C D L H L H L H De CT er is in staat om functioneel met anderen samen te werken in multidisciplinaire behandelteams en met collega s uit de eigen organisatie en kan daarmee een bijdrage leveren aan een gemeenschappelijk doel. Handelingsdimensie 1. Functioneel samenwerken. Is in staat om met samenwerkingspartners van eigen en andere disciplines werkbare afspraken te maken die een bijdrage leveren aan het te bereiken behandelresultaat, waarbij het tezamen beoogde resultaat boven het eigen belang staat. Is in staat tot functioneel informeren en communiceren van creatief therapeutische invalshoeken, standpunten, argumenten en mogelijkheden en de voortgang van het proces; Handelingsdimensie 2. Is in staat een bijdrage te leveren aan het vaststellen van en het werken aan een gemeenschappelijk (behandel)doel, de eigen inbreng af te stemmen op het gemeenschappelijk doel en bereid te zijn daarvoor concessies te doen c.q. de waarde van de eigen medium specifieke discipline over het voetlicht te brengen in interdisciplinair samenwerkingsverband. a. Kan vanuit de eigen medium specifieke discipline bijdragen aan een integrale aanpak; b. Is in staat om binnen de instelling een zakelijke, bedrijfsmatige, resultaatgerichte aanpak te bevorderen ook in het licht van de ontwikkeling naar vraaggericht werken; Handelingsdimensie 3. Denken en doen vanuit gemeenschappelijk belang. Is in staat tot het aansturen op oplossingen die voor alle partijen acceptabel zijn (pragmatisch), uitgaande van het resultaat en rekening houdend met verschillende belangen en behoeften, en in staat tot onderhandelen en conflicten aanpakken zodanig dat recht wordt gedaan aan alle partijen. a. Kan in het kader van denken en doen vanuit gemeenschappelijk belang, als onderzoekende professional in de praktijk onderzoek verrichten of hier aan een bijdrage leveren in nauwe samenwerking met diverse betrokkenen. b. Is in staat de eigen waarden over het voetlicht te brengen en geldend te maken; Handelingsdimensie 4. Is in staat gebruik te maken van de meerwaarde van de groep/ de ander. Is in staat om vanuit de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de groep synergie bereiken door gebruik te maken van kennis, inzichten en ideeën van de afzonderlijke groepsleden en een resultaat te bereiken dat recht doet aan alle partijen (win-win, teamvorming). a. Draagt bij aan intercollegiale kwaliteitszorg. 57

58 Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 8. Innoveren A B C D L H L H L H De CT er is in staat tot introduceren, inspireren en initiëren, vanuit een breed maatschappelijk, politiek en economisch bewustzijn, van nieuwe ideeën, beleid, werkwijzen en toepassingen in het behandelaanbod en het medium specifieke handelen. In de context van de beroepsuitoefening, deze vorm te geven in het behandelaanbod, eigen professioneel handelen en de organisatie, en tevens te implementeren en te evalueren. Handelingsdimensie 1.Introduceren. Is in staat te komen met niet-alledaagse ideeën, vanuit de betrokkenheid op de hulpvrager, de hulpverlener en de organisatie, door actief op zoek te gaan naar nieuwe inzichten, kennis en ontwikkelingen, binnen en buiten het vakgebied van de vaktherapeut, multidisciplinair en internationaal; Handelingsdimensie 2.Inspireren en initiëren. Is in staat om op alle niveaus te communiceren, mensen te stimuleren tot meedenken, draagvlak te creëren en mensen te mobiliseren om samen vernieuwingen in het aanbod te realiseren; Handelingsdimensie 3.Vormgeven, implementeren en evalueren. Is ondernemend; is in staat om nieuwe ontwikkelingen te zien en daarop in te spelen. a. Is in staat om vernieuwingen in het aanbod op een gestructureerde manier te evalueren of daaraan mee te werken. Eerste jaar Tweede jaar Derde jaar Vierde jaar 9. Leiding geven A B C D L H L H L H De CT er is in staat om vanuit algemene (beleids)kaders binnen het vaktherapeutisch aanbod collega s aan te sturen, besluiten te nemen die gevolgen hebben voor zowel cliënten, collega s als de organisatie, collega s te coachen en de beleidsuitvoering ten overstaan van anderen te verantwoorden. Handelingsdimensie 1. Aansturen en beheren. Is in staat om de ander op doelgerichte, transparante en motiverende wijze aan te zetten tot denken en doen vanuit de taak/functie, passend binnen de situatie en het beleid van de organisatie. a. Heeft kennis van en inzicht in het organisatiebeginsel van de instelling; b. Is in staat tot beheer van voor creatief therapeutische uitvoering benodigde materiële benodigdheden en accommodaties; Handelingsdimensie 2. Nemen van besluiten. Is in staat om in complexe situaties te kiezen uit een aantal alternatieven die consequenties hebben voor het werk van anderen in de organisatie; Handelingsdimensie 3. Coachen. Is in staat tot het begeleiden van een (andere) collega of medewerker met aandacht voor de specifieke mogelijkheden en belemmeringen van die ander, waarbij de nadruk ligt op het stimuleren en motiveren van zelfsturing en empowerment in dialoog met de ander. Handelingsdimensie 4. Verantwoorden. Is in staat om ten overstaan van cliënten, collegae en instanties, standpunten te onderbouwen met argumenten, en verantwoording te nemen voor de beleidsuitvoering. a. Is in staat een bijdrage te leveren aan het beleid en beheer van de eigen instelling en is in staat te handelen binnen het vigerend beleid en beheer; b. Is in staat bij te dragen aan het kwaliteitssysteem van de instelling. 58

59 Bijlage B Stroomschema van de opleiding Creatieve Therapie Voltijd Jaar 1 Oriëntatie op opleiding en beroep Gezonde ontwikkeling van de mens in relatie tot de omgeving Stoornissen in de ontwikkeling en het gedrag van de mens Oriëntatie op (be)handelen binnen Vaktherapie Jaar 2 Ortho-agogisch en supportief werken Leren in de praktijk (stage) De re-educatieve en reconstructieve werkwijze Professionalisering en actualiteit in hulpverlening Stage Stage Stage Stage Jaar 3 CWS CWS 4.1 & Professionalisering en Integratie Minor I Minor II Jaar 4 CWS 59

60 Creatieve Therapie Verkorte Route Semester 1 Voorbereiding Semester 2 Stage Jaar 1 Semester 3 Stage Semester 4 Methodiekproject Jaar 2 CWS Semester 5 Afstuderen Medium Jaar 3 CWS 60

61 Bijlage C Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum van de opleiding voor de propedeutische fase: Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CT11 MODUUL 1.1 CT1VG1 H 6 1t/m10 CT1VG1-A Medium I D Arts 5.5 CT1VG1-B Methodiek I D Methodology 5.5 CT1VG1-C Mondelinge Communicatie I - Act. Part. D Communication I - Act. Part. 5.5 CT1TH1 H 5 1t/m10 CT1TH1-A Theorietoets D Theoretical exam 5.5 (Onderzoek) (Research) (Sociale psychologie) (Social psychology) CT1TH1-B TO deel III - Paper D Module assignment: Paper 5.5 (Onderzoek) (Research) CT1IN1 H 3 1t/m10 CT1IN1-A TO deel I - Workshop D Module assignment: Workshop 5.5 (MoCom I) (Communication I) CT1IN1-B TO deel II - Presentatie D Module assignment: Presentation 5.5 (MoCom I) (Communication I) CT1IN1-C PGO D PBL CT1ZM1 SLB I H Studycoaching 1 1t/m Min/Passing grade

62 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak CT12 MODUUL 1.2 CT1VG2 H 6 1t/m10 CT1VG2-A Medium II D Arts 5.5 CT1VG2-B Methodiek II D Methodology 5.5 CT1VG2-C Mondelinge Communicatie II - Act. Part. D Communication II - Act. Part. 5.5 CT1TH2 Theorietoets H Theoretical exam 4 1t/m (Onderzoek) (Research) (Ontwikkelingspsychologie) (Developmental psychology) (Psychiatrie) (Psychiatry) CT1IN2 H 4 1 t/m 10 CT1IN2-A TO - Levensboek D Module assignment: Biography 5.5 (Onderzoek) (Research) CT1IN2-B PGO D PBL 5.5 CT1ZM2 SLB II H Studycoaching 1 1t/m EC Score Min/Passing grade 62

63 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak CT13 MODUUL 1.3 CT1VG3 H 6 1t/m10 CT1VG3-A Medium III D Arts 5.5 CT1VG3-B Methodiek III D Methodology 5.5 CT1VG3-C Mondelinge Communicatie III - Act. Part. D Communication III - Act. Part. 5.5 CT1TH3 Theorietoets H Theoretical exam 4 1t/m (Onderzoek) (Research) (Psychologie) (Psychology) (Methodiek) (Methodology) CT1IN3 H 4 1t/m10 CT1IN3-A TO - Paper D Module assignment: Paper 5.5 (Onderzoek) (Research) CT1IN3-B PGO D PBL 5.5 CT1ZM3 SLB III H Studycoaching 1 1t/m EC Score Min/Passing grade 63

64 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak CT14 MODUUL 1.4 CT1VG4 H 6 1t/m10 CT1CT4-A Medium IV D Arts 5.5 CT1CT4-B Methodiek IV D Methodology 5.5 CT1CT4-C Mondelinge Communicatie IV - Act. Part. D Communication IV - Act. Part. 5.5 CT1TH4 H 4 1t/m10 CT1TH4-A TO deel II - Verantwoording D Module assignment: Paper 5.5 (Onderzoek) (Research) CT1TH4-B Theorietoets D Theoretical exam 5.5 (Onderzoek) (Research) (Psychopathologie) (Abnormal psychology) (Medische Kennis) (Medical Knowledge) CT1IN4 H 3 1t/m10 CT1IN4-A TO Deel I - Sessie D Module assignment: Assessment 5.5 (MoCom IV) (Communication IV) CT1IN4-B PGO D PBL 5.5 CT1ZM4 H 2 1t/m10 CT1ZM4-A SLB IV D Studycoaching 5.5 CT1ZM4-B ASP D General studypoint 5.5 EC Score Min/Passing grade 64

65 Module 1.1 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Oriëntatie op opleiding & beroep Mw. J. Kingma en Dhr. K.H. Duursema 420 sbu 15 EC Geen Aangeboden in Periode 1 Kernproblemen Centraal thema Waar word ik voor opgeleid, hoe word ik hierop voorbereid en wat moet ik weten en kunnen/beheersen om mijn beroep uit te kunnen oefenen? Het thema van deze module is de oriëntatie op het beroep van CT-er. Het werk van een CT-er is specialistisch, vandaar dat ervoor gekozen is om direct aan de start van de opleiding de studenten de gelegenheid te geven meer over hun toekomstig werkveld te leren. Dit biedt direct de mogelijkheid om bij zichzelf te controleren of dit wel het beroep is waar zij voor gekozen hebben of dat de student toch liever een ander beroep zou kiezen. De oriëntatie is zowel een theoretische als een praktische. De eerste oriëntatie op het medium (drama of beeldend vormen) heeft een belangrijk accent in deze eerste module van de opleiding. Daarnaast is het een oriëntatie op wat je kunt verwachten en kunt tegenkomen op deze hbo-bachelor opleiding. Basiskennis van methodiek, methodisch handelen, onderzoek en sociale psychologie worden behandeld. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen Toetsvormen Theorietoets, geïntegreerde themaopdracht en reflectieverslagen voor de verschillende programma onderdelen. Module 1.2 De gezonde ontwikkeling van de mens en de relatie tot zijn omgeving. Moduulcoördinator Mw. J. Kingma en Dhr. K.H. Duursema Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Moduul 1.1 CT (eventueel via examencommissie instap SPH) Aangeboden in Periode 2 Kernproblemen Hoe wordt de mens zoals hij is, wat heeft daar invloed op en hoe zou je die invloed bewust kunnen gebruiken als therapeut? Wat gebeurt er met een kind wanneer er iets niet goed gaat in de ontwikkeling, waar kunnen stagnaties optreden, wat is het verschil tussen nature en nurture en wat is het verschil tussen een stoornis en een belemmering? Centraal thema De mens staat centraal en dan vooral de levensloop van de mens. Om later hulp te kunnen bieden in situaties waar er sprake is van een gestoorde of bedreigde ontwikkeling, is kennis en ervaring van de normale ontwikkeling onontbeerlijk en een basis voor het werk. Binnen Vaktherapie is de hulpverlener cruciaal als het gaat over het contact tussen de cliënt en de hulpverlening. De hulpverlener zelf is dus een belangrijk middel tot succesvol hulp verlenen. Vandaar dat de hulpverlener zichzelf goed moet kennen en moet weten welke factoren haar/zijn leven beïnvloeden en hebben beïnvloed. Denk hierbij aan opvoeding, omgeving, familie, economische situatie enzovoort. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen. Toetsvormen Theorietoets, geïntegreerde themaopdracht en reflectieverslagen voor de verschillende programma onderdelen. 65

66 Module 1.3 Stoornissen in de ontwikkeling en het gedrag van de mens Moduulcoördinator Mw. J. Kingma en Dhr. K.H. Duursema Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Moduul 1.1 en 1.2 CT VT (eventueel via examencommissie instap SPH) Aangeboden in Periode 3 Kernproblemen Hoe ontstaat menselijk gedrag en welke verklaringen zijn er voor het ontstaan van stoornissen in dit gedrag? Hoe kijk ik als persoon en aankomend beroepsbeoefenaar naar het ontstaan en verklaren van gedrag en stoornissen in het gedrag? Welke tendens is er gaande in het werkveld? Centraal thema In module 1.3 wordt dieper ingegaan op de ontwikkeling van de mens door verschillende psychologische theorieën over menselijk gedrag te bestuderen. Deze zijn de psychoanalyse, behaviorisme, humanistische psychologie, cognitieve psychologie, systeemtheorie, omgevingspsychologie en de biologische psychologie. Al deze theorieën gaan uit van een bepaalde visie op de mens en op ontwikkeling. In deze module gaan studenten op basis van de kennis over deze theoriëen naar hun eigen visie kijken en die (verder) ontwikkelen. Van de studenten wordt daarbij ook gevraagd om te motiveren welk(e) theoretisch(e) referentiekader(s) in welke situatie(s) de voorkeur verdient (verdienen) en welke de persoonlijke voorkeur heeft (hebben). In de module wordt tevens aandacht besteed aan (multi)culturele en ethische aspecten die van invloed zijn op het denken en handelen van de aankomend therapeut en het werken in de maatschappij. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, W.O, SPB. Toetsvormen Theorietoets, geïntegreerde themaopdracht en reflectieverslagen voor de verschillende programma onderdelen. Module 1.4 Een oriëntatie op (be)handelen binnen CT Moduulcoördinator Mw. J. Kingma en Dhr. K.H. Duursema Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC (nadere onderverdeling staat in het moduleboek) Instapvoorwaarde 1.1,1.2,1.3 CT Aangeboden in Periode 4 Kernproblemen Hoe wordt een diagnose gesteld? Met welke doelgroepen en problematieken kom je in aanraking? Wat bied je aan bij welke doelgroep, problematiek en ziektebeeld? Centraal thema Dit is de vierde en laatste module voor de eerstejaars studenten Creatieve therapie. Moduul 1.4 is een (oriënterende) voorloper op het tweede studiejaar. De student maakt kennis met, en krijgt basaal inzicht in het behandelproces (klinisch redeneerproces) van begin tot eind. In deze module komt de oriëntatie op behandelen en handelen binnen vaktherapie aan de orde. Dit betekent dat er aandacht is voor het stellen van een diagnose, voor ziektebeelden, voor doelgroepen en wat je als vaktherapeut kunt aanbieden bij welke doelgroep en welk ziektebeeld. Kennis over doelgroepen en over ziektebeelden komt uitgebreid aan bod in zowel hoorcolleges, PGO-taken als ook in het medium, hoewel nog op een basaal niveau. Aan het einde van deze vierde module moet het voor studenten helder zijn of zij verder willen (en kunnen) gaan met de beroepsopleiding tot vaktherapeut. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, Sollicitatietraining, SLB. Toetsvormen Theorietoets, geïntegreerde themaopdracht in de vorm van assessment en reflectieverslagen voor de verschillende programma onderdelen. 66

67 Bijlage D Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de post-propedeutische fase: Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CT21 MODUUL 2.1 CT2VG1 H 6 1t/m10 CT2VG1-A Medium D Arts 5.5 CT2VG1-B Methodiek D Methodology 5.5 CT2VG1-C Mondelinge communicatie I - Act. part. D Communication I - Act. part. 5.5 CT2ZM1 SLB H Studycoaching 1 1t/m CT2IN1 H 4 1t/m10 CT2IN1-A PGO D PBL 5.5 CT2IN1-B Themaopdracht D Module assignment 5.5 (Onderzoek) (Research) (MoCom) (Communication I) CT2TH1 Toets H Theoretical exam 4 1t/m (Onderzoek) (Research) Min/Passing grade 67

68 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CT22 MODUUL 2.2 CT2VG2 Medium/Methodiek H Arts/Methodology 6 1t/m Min/Passing grade CT2IN2 Stage - Eindverslag H Internship - evaluation paper 6 1t/m CT2ZM2 H 3 1t/m10 CT2ZM2-A SLB - Werkplan D Studycoaching - internship proposal 5.5 CT2ZM2-B SLB - Stagebegeleiding/Intervisie D Studycoaching - supervision/intervision 5.5 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CT23 MODUUL 2.3 CT2VG3 H 6 1t/m10 CT2VG3-A Medium D Arts 5.5 CT2VG3-B Methodiek D Methodology 5.5 CT2VG3-C Mondelinge communicatie II - Act.part. D Communication II - Act. part. 5.5 CT2ZM3 SLB H Studycoaching 1 1t/m CT2IN3 H 4 1t/m10 CT2IN3-A PGO D PBL 5.5 CT2IN3-B Themaopdracht (Onderzoek) (MoCom II) D Module assignment (Research) (Communication II) CT2TH3 Theorietoets H Theoretical exam 4 1t/m (Onderzoek) (Research) Min/Passing grade

69 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score Min/Passing grade CT24 MODUUL 2.4 CT2ZM4 SLB H Studycoaching 1 1t/m CT2VG4 H 6 1t/m10 CT2VG4-A Medium + werkweek D Arts + field expedition/experience 5.5 CT2VG4-B Methodiek D Methodology 5.5 CT2VG4-C Mondelinge communicatie III act.part D Communication III - Act. part. 5.5 CT2IN4 H 4 1t/m10 CT2IN4-A PGO D PBL 5.5 CT2IN4-B Themaopdracht deel I D Module assignment part I 5.5 (Onderzoek) (Research) CT2IN4-C Themaopdracht deel II D Module assignment part II 5.5 CT2TH4 Theorietoets H Theoretical exam 4 1t/m (Onderzoek) (Research) 69

70 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CT32 SEMESTER 1 - Stage Min/Passing grade CT3IN2 H 21 CT3IN2-A Stage tussenevaluatie en attitude D Internship - interim evaluation 1t/m CT3IN2-B Supervisie tussenevaluatie en attitude D Supervision - interim evaluation 1t/m CT3TH2 H 9 CT3TH2-A Methodiek periode 1 en 2 D Methodology 1t/m Medium expressie, reflectie en CT3TH2-B 1t/m attitude D Arts CT3TH2-C Therapeutische Gespreksvoering D Therapeutic conversational skills 1t/m Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CT34 SEMESTER 2 - Stage Min/Passing grade CT3IN4 H 21 CT3IN4-A Stage evaluatie en attitude D Internship - evaluation 1t/m CT3IN4-B Supervisie evaluatie en attitude D Supervision - evaluation 1t/m CT3TH4 H 9 CT3TH4-A Methodiek periode 3 en 4 D Methodology 1t/m Medium reflectie, attitude en CT3TH4-B 1t/m expressie D Arts 70

71 Code CT42 Titel/Vaknaam SEMESTER 1 (4.1 EN 4.2) Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score Min/Passing grade CT4VG21 Medium eindexamen H Arts - final exam 12 1t/m CT4VG22 Prof & Integratie Methodiek H Methodology - final exam 3 1t/m CT4ZM2 SLB H Studycoaching 3 1t/m CT4IN2 H 12 1t/m10 CT4IN2-A Afstudeeronderzoek - rapport D Bachelor dissertation - report 5.5 CT4IN2-B Afstudeeronderzoek - eindgesprek D Bachelor dissertation - interview 5.5 Code Minor Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak EC Score Ondernemen & Leiderschap 30 Min/Passing grade KCOLIT Literatuuropdracht H Literature assignment 6 1t/m KCOVL H 6 1t/m10 KCOVL-A Praktijkopdrachten D Practice KCOVL-B Partcipatie practica D Active participation KCOINT H 18 1t/m10 KCOINT-A Moduulopdracht 1 D Module Assignment KCOINT-B Moduulopdracht-2 D Module Assignment KCOINT-C Logboek D Logbook 6 5.5

72 Module 2.1 Behandelen deel I Moduulcoördinator Mw. E. Bouma en Dhr. M. den Otter Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Positief BSA Aangeboden in Periode 1 Kernproblemen Het ontwerpen en uitvoeren van een supportieve /ortho-agogische vaktherapeutische behandeling, beeldend of drama, aansluitend bij de hulpvraag en prolematiek van de cliënt(en) in samenwerking met andere disciplines. Centraal thema In het tweede studiejaar is het methodisch handelen het hoofdthema. Het methodisch handelen is gesplitst in deel één en twee. Deel één is gericht op de supportieve en ortho-agogische werkwijze van Smeijsters. Deel twee is gericht op de re-educatieve en reconstructieve werkwijze van Smeijsters. Opgedane kennis, vaardigheid en persoonlijk therapeutische attitude binnen observatie en diagnostiek in jaar 1, wordt verdiept uitgebreid binnen de vaktherapeutische behandeling. De student zal hierin moeten laten zien dat zij alle behandelaspecten kan integreren Werkvormen Toetsvormen en kan toepassen. Belangrijk onderdeel van het is daarbij de korte stage in periode 2.2. Daarin worden studenten nog niet geacht therapeutische interventies te kunnen plegen, maar wel binnen de therapeutische driehoek (therapeut-cliënt-medium) handelingen vanuit een supportieve werkwijze te kunnen verrichten onder directe begeleiding. Via onder andere onderzoek zullen ook de organisatorische en beleidsmatige kant van het werkveld aan bod komen. PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen. Theorietoets, assessment, reflectie, presentatie. Module 2.2 Praktijkstage Moduulcoördinator BEC; Mw. E. Hovius Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Moduul 2.1 Aangeboden in Periode 2 Centraal thema Tijdens module 2.2 loopt de student 9 weken, 3 dagen per week, stage in een hulpverleningsinstelling of het speciaal onderwijs. De praktijkstage maakt integraal deel uit van het onderwijsprogramma, wat enerzijds gericht is op ondersteuning van de stage en anderzijds op beroepsverdieping. De student komt 1 dag per week terug op de opleiding. In de stage is de student m.n. gericht op een supportieve houding in de begeleiding en coaching. Werkvormen Practica, trainingen, begeleidingsvormen intervisie en supervisie. Toetsvormen Stageproducten en evaluatieverslagen/gesprekken Reflectieverslag practicum medium/methodiek. Bijzonderheden Voor studenten die stagelopen in het buitenland worden afspraken gemaakt met de betreffende docent over (de begeleiding van) alternatieve opdrachten. 72

73 Module 2.3 Behandelen deel II Moduulcoördinator Mw. E. Bouma en Dhr. M. den Otter Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Moduul 2.1 en 2.2 Aangeboden in Periode 3 Centraal thema De focus ligt op het methodisch handelen in vooral de middenfase en de eindfase van de re-educatieve en reconstructieve behandeling. De re-educatieve werkwijze richt zich op het direct beïnvloeden en doorwerken van problemen. Het veranderen van het probleemgedrag kan gebeuren via gestructureerde, trainingsgerichte activiteiten of het behandelen van de bewuste psychische conflicten, die aan het probleemgedrag ten grondslag liggen. Bij de reconstructieve werkwijze gaat het om het ontdekken en oplossen van onbewuste conflicten, die vaak tot ervaringen in de kinderjaren terug te voeren zijn. In navolging van moduul 2.1 en 2.2. is de student steeds beter in staat interventies in het medium en in de relatie methodisch toe te passen. In een simulatie therapiegroep bij methodiek kunnen zij deze vaardigheden oefenen, verbeteren en demonstreren. Naast het oefenen van deze methodische vaardigheden is er dit moduul veel aandacht voor zelfhantering met het oog op overdracht en tegen overdracht in de therapeutische relatie bij deze werkwijzen. Het methodisch handelen moet in deze module zover ontwikkeld zijn dat de student er in het stagejaar mee aan de slag kan. Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, SLB. Toetsvormen Assessment, geïntegreerde themaopdracht, theorietoets, reflectie. Bijzonderheden Tijdens de methodieklessen wordt in een therapiegroep gesimuleerd. Hierin kunnen studenten experimenteren met (medium) interventies in een groep. Module 2.4 Professionalisering en actualiteit Moduulcoördinator Mw. E. Bouma (CT) en Dhr. D. Reedijk (SPH) Studiebelasting 420 sbu Studiepunten 15 EC Instapvoorwaarde Module 2.1, 2.2 en 2.3 Aangeboden in Periode 4 Kernproblemen Hoe profileer ik mij in een organisatie, hoe vorm ik onderdeel van een interdisciplinair team, wat is ondernemerschap voor mij? Centraal thema De inhoud van deze module is voornamelijk gerelateerd aan de toekomst van de hulpverlening en de toekomst (tweede fase van de opleiding) van de student die hulpverlener wordt. De student krijgt inzicht in strategisch beleidsontwikkeling in organisaties en ondernemerschap. Qua werkvormen wordt tijdens de module de overstap gemaakt naar projectmatig werken, een vorm die in het derde jaar en vierde jaar wordt gecontinueerd en aangescherpt. Methodiek en medium zullen voornamelijk gericht zijn op de toekomstige jaarstage. De student maakt in deze moduul een eigen werkplan dat gericht is op hetgeen er nodig is ter voorbereiding op het 3 de jaar. SLB zal ook in het teken staan van het vormgeven van de jaarstage in het 3 de jaar. Literatuur Staat in het moduulboek aangegeven Toetsvormen Theorietoets, geïntegreerde themaopdracht, presentatie, reflectie. Bijzonderheden De module wordt samen met SPH gevolgd. PGOgroepen krijgen een gemixte samenstelling 73

74 Studiejaar 3 Jaarstage Moduulcoördinator BEC; Mw. E. Hovius Studiebelasting 420 sbu per periode Studiepunten 15 EC per periode = 60 EC totaal Instapvoorwaarde Behaalde propedeuse en tweede studiejaar Aangeboden in Periode 1 t/m 4 Kernproblemen Het uitvoeren van een creatief therapeutische behandeling, beeldend of drama, volgens het klinisch redeneerproces, aansluitend bij de hulpvraag en problematiek van de cliënt(en) in samenwerking met de cliënt(en) en andere disciplines. Centraal thema Het derde studiejaar is een praktijkleerperiode (therapiestage), die drie dagen per week gedurende 10 maanden in een van de instellingen wordt doorgebracht, waar vaktherapeuten werkzaam kunnen zijn. De student leert zelfstandig te werken als beeldend- of drama therapeut. Vanuit de opleiding wordt de student begeleid door een supervisor en vanuit de instelling door een praktijkbegeleider. Wekelijks is er op de opleiding een terugkomdag met supervisie en ondersteunend medium/methodiek- en/of een therapeutische gespreksvaardigheden lesprogramma. Eén dag werkt de student aan stageopdrachten en in de tweede helft van de stage aan het Afstudeeronderzoek, wat afgerond wordt in het vierde jaar. In het stagejaar, dat uit 10 maanden bestaat, zijn vier perioden te onderscheiden, waarin een bepaald thema van de behandeling met bijbehorende periodedoelen centraal staan: Periode 1: Oriëntatie en observatie Periode 2: Diagnostiek en start behandeling Periode 3: Behandeling Periode 4: Evaluatie en onderzoek De student formuleert leerdoelen voor elke periode gericht op stage en supervisie. In de stageinstelling, de praktijkbegeleiding, supervisie, de terugkomdag en met stageopdrachten ontwikkelt de student zijn/haar competenties. Werkvormen Toetsvormen Bijzonderheden Module 4.1 & 4.2 Moduulcoördinator Studiebelasting Studiepunten Instapvoorwaarde Aangeboden in Centraal thema Werkvormen Praktijkbegeleiding en supervisie/intervisie Practicum medium, methodiek en therapeutische gespreksvoering, voorbereiding AO. Tussen- en eindevaluatieverslagen, therapieprocesverslagen, reflectie, opzet AO. Zie stagegids o.a. voor beoordeling- en voorgangscriteria. Studenten die stage lopen in het buitenland krijgen vooraf een aangepast lesprogramma. Professionalisering en Integratie Dhr. J. v.d. Zwaag 420 sbu 15 EC per periode Behaalde stage Periode 1 en 2 als semester Het semester 4.1/4.2 van de opleiding Creatieve Therapie staat in het teken van het afstuderen. De student doet hiervoor examen in de volgende drie onderdelen: Methodiek door het samenstellen van een behandelmodule Het Afstudeeronderzoek Medium door het verzorgen van eindpresentatie met schriftelijke verantwoording In het verlengde van het leren van en door de praktijk zal de student zich verder theoretisch en praktisch verdiepen en verbreden in de uitvoering van de drie examenonderdelen van het semester. De opgedane kennis en ervaring van de voorgaande jaren van de opleiding worden bij elkaar gebracht geïntegreerd tot een professionele benadering van het beroep van vaktherapeut. Hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, begeleidingsvormen, SLB Toetsvormen - Mediumpresentatie en verslag - Methodiekverslag - AO rapport en eindgesprek - SLB portfolio 74

75 Bijlage E Nadere uitwerking van de onderwijseenheden van het curriculum voor de Verkorte Route: Code CTVR12 Titel/Vaknaam SEMESTER 1 - De voorbereiding Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score Min/Passing grade CTVR1IN2 Methodiek opdracht H Methodology 6 1t/m CTVR1TH2 PGO actieve participatie en presentatie H PBL 6 1t/m CTVR1VG2 Medium reflectie, attitude en expressie H Arts 3 1t/m CTVR1ZM2 SLB POP en Portfolio H Studycoaching 3 1t/m CTVR1VR2 Vrijstelling 1 H Exemption 12 O/V Code CTVR14 SEMESTER 2 - Stage Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score Min/Passing grade CTVR1IN4 H 12 CTVR1IN4-A Stage tussenevaluatie en attitude D Internship - interim evaluation 1t/m CTVR1IN4-B Supervisie tussenevaluatie en attitude D Supervision - interim evaluation 1t/m CTVR1TH4 H 6 CTVR1TH4-A Methodiek periode 1 en 2 D Methodology 1t/m CTVR1TH4-B Medium expressie, reflectie en attitude D Arts 1t/m CTVR1VR4 Vrijstelling 2 H Exemption 12 O/V 75

76 Code CTVR22 Titel/Vaknaam SEMESTER 3 - Stage Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score Min/Passing grade CTVR2IN2 H 12 CTVR2IN2-A Stage tussen evaluatie en attitude D Internship - interim evaluation 1t/m CTVR2IN2-B Supervisie tussen evaluatie en attitude D Supervision - interim evaluation 1t/m CTVR2TH2 H 6 CTVR2TH2-A Methodiek periode 1 en 2 D Methodology 1t/m Medium reflectie, attitude en CTVR2TH2-B 1t/m expressie D Arts CTVR2VR2 Vrijstelling 3 H Exemption 12 O/V Code CTVR24 Titel/Vaknaam SEMESTER 4 - Professionalisering Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score Min/Passing grade CTVR2IN4 H 6 CTVR2IN4-A Methodiek verslag D Methodology - report 1t/m CTVR2IN4-B Methodiek presentatie D Methodology - presentation 1t/m CTVR2TH4 Capita Selecta H 6 1t/m CTVR2VG4 Medium expressie, reflectie en attitude H Arts 6 1t/m CTVR2VR4 Vrijstelling 4 H Exemption 12 O/V 76

77 Code Titel/Vaknaam Soort Hoofdvak/Deelvak Engelse vertaling EC Score CTVR32 SEMESTER 5 - Afstuderen Min/Passing grade CTVR3TH2 Afstudeeronderzoek (AO) H Dissertation 12 1t/m CTVR3VG2 Medium H Arts 6 1t/m CTVR3VR2 Vrijstelling 5 H Exemption 12 O/V CTVR3AS2 Vrijstelling 6 H Exemption 90 O/V 77

78 Semester 1 De voorbereiding Moduulcoördinator Dhr. S. Sophie en Dhr. T. Turkenburg Studiebelasting 840 sbu Studiepunten 30 EC Instapvoorwaarde Positieve selectie of schakeltraject Aangeboden in Periode 1 en 2 Centraal thema Dit is het eerste semester voor nieuwe studenten van de verkorte route van de opleiding creatieve therapie. Het thema van dit semester start met kennismaking en oriëntatie, gevolgd door observatie en behandeling. Er wordt kennis gemaakt met het beroep van beeldend-, muziek- of drama therapeut, met de studie en de studiegroep. Er vindt 1 lesdag per week plaats. De vakken staan wat lesvorm betreft op zichzelf, maar hebben qua inhoudelijk thema veel verbinding. De theorie is verweven in zowel de PGO en de Methodiek, terwijl de hoorcolleges daar een ondersteuning aan bieden. Door middel van taken en casuïstiek wordt de theorie eerst bediscussieerd en later omgezet in rollenspelen. De feedback van zowel de groep als de tutor wordt samen met de eigen reflectie gebruikt om het leerproces verder vorm te geven. De kennis en de vaardigheden van de studenten worden hierbij mede ingezet. Zij hebben immers allen beroepservaring. De groep leert hierdoor ook van en door zichzelf. SLB biedt hieraan ondersteuning en draagt ook bij aan het opstellen van relevante leerdoelen op basis van eerder verworven competenties voor de studie en op opgedane kennis en ervaring in de lessen. De student wordt geacht aan het einde van dit semester gegroeid te zijn van kijker (wat hoor ik te doen; wat wordt er verteld over het vak) naar doener (durven initiatief te nemen; eigen keuzes in te zetten; open staan voor reflectie) Werkvormen PGO, hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, SLB. Toetsvormen Theorietoets, assessment, reflectie, presentatie. Semester 2 & 3 Stage Moduulcoördinator Dhr. S. Sophie en Dhr. T. Turkenburg Studiebelasting 1680 sbu Studiepunten 60 EC Instapvoorwaarde Semester 1 Aangeboden in Periode 3/4 en periode 1/2 Kernproblemen Het uitvoeren van een creatief therapeutische behandeling, beeldend of drama, volgens het klinisch redeneerproces, aansluitend bij de hulpvraag en problematiek van de cliënt(en) in samenwerking met de cliënt(en) en andere disciplines. Centraal thema Waar de student het eerste semester alle facetten van het beroep heeft leren kennen en heeft leren toepassen op theoretisch/methodisch niveau, in gesimuleerde praktijksituaties en gebruik heeft kunnen maken van eerder opgedane praktijkkennis en ervaring in andere situaties, leert de student nu zijn verworven competenties toepassen in de beroepspraktijk. De student loopt 10 maanden 16 uur per week stage. De 4 perioden structureren zowel de behandeling van de cliënt als het leerproces van de student. Per periode zijn stageopdrachten geformuleerd, elke periode wordt op de stage afgesloten met een (zelf)evaluatie en beoordeling. Flankerend onderwijs op de terugkomdag ondersteunt het professionele en persoonlijke leerproces. D.m.v. supervisie leert de student van zijn werkervaringen en leert hij zelfstandig te reflecteren, wat het uiteindelijk zelfstandig functioneren als behandelaar van cliënten met complexe problematiek mogelijk maakt. Het mediumpracticum is gericht op verdere verdieping van het persoonlijke proces als de methodische toepassing, waarbij in het 3de semester het medium afstudeerproject wordt opgestart, wat doorloopt in semester 4 en 5. Eveneens start de student het derde semester met zijn afstudeeronderzoek,een praktijkgericht onderzoek, wat meestal in de stage-instelling wordt uitgevoerd en wordt afgerond in semester 5. Werkvormen Supervisie, methodiek, medium. 78

79 Semester 4 Professionalisering Moduulcoördinator Dhr. S. Sophie en Dhr. T. Turkenburg Studiebelasting 840 sbu Studiepunten 30 EC Instapvoorwaarde Semester 1, 2 en 3 Aangeboden in Periode 3 en 4 Centraal thema Professionalisering en integratie is het thema van het semester, dat de drie examenonderdelen met elkaar verbindt. Elk examenonderdeel slaat met eigen accenten een brug tussen de leerervaringen van het afgelopen stagejaar en het zelfstandig kunnen functioneren als beginnend professioneel vaktherapeut. De student krijgt de gelegenheid vanuit verschillende invalshoeken terug te kijken op de eigen praktijkervaringen en deze verder te integreren in de actualiteit van het beroep. Elk examenonderdeel stelt met zijn eigen accent de student in staat zijn eigen visie op het beroep verder vorm te geven in wisselwerking met de verdere uitbouw en verdieping van theoretische, praktische inzichten en zelf ontwikkelde toepassingen. De nadruk bij alle examenonderdelen ligt op de adequate geïntegreerde vaktherapeutische toepassingen in complexe opdrachten. Voor vaktherapie betekent professionaliteit het doelgericht inzetten van expressieve middelen (beeldende- en dramatische middelen) in een psychotherapeutisch beroep. De student leert de eigen expressieve mogelijkheden en zijn visie op de waarde en noodzaak van expressiviteit. In samenhang hiermee ontwikkelt de student zich als therapeut en is daarmee normatieve professional. Als vaktherapeut is de student in staat zelfstandig verantwoording af te leggen over wat hij met wie, wanneer en waarom doet. De examenopdrachten passen bij de realiteit en complexiteit van de beroepstaken van een beginnend vaktherapeut. De student reflecteert op zijn eigen ervaringen en geeft daar nu in samenhang met een bredere context van actuele theorieën en praktijken nieuwe betekenis aan. Werkvormen Toetsvormen Het zelfsturend leren in de uitoefening van het beroep wordt verder aangemoedigd door steeds een beroep te doen op het leren, dat uitgaat van de student zelf. In de verschillende onderdelen leert de student ook zijn eigen persoon op verschillende wijzen in te zetten als belangrijk instrument in contact met anderen. De student leert persoon en werk professioneel te integreren. hoorcolleges, werkcolleges, practica, trainingen, projectmatig werken. Verslag, presentatie, reflectie. 79

80 Semester 5 Afstuderen Moduulcoördinator Dhr. S. Sophie en Dhr. T. Turkenburg Studiebelasting 840 sbu Studiepunten 120 EC (30 EC regulier programma, 90 EC VR) Instapvoorwaarde Semester 1 t/m 4 Aangeboden in Periode 1 en 2 Centraal thema Vanuit ieders vooropleiding en werkervaring, getoetst op ingangsniveau middels een selectie en assessment, heeft de student in het eerste semester naast Medium en Methodiek in PGOgroepen gewerkt aan afgebakende probleemsituaties over kerntaken in het werkveld. In het afgelopen stagejaar jaar liep de student stage in de beroepspraktijk met een daarop aansluitend studieprogramma. De student heeft geleerd in wisselwerking met de processen in het werk, de omgang met cliënten en groepen cliënten, de samenwerking met collega s creatief therapeuten (interdisciplinair) en met collega s buiten de eigen discipline (multidisciplinair). De student is intensief bezig geweest met inhoudelijke vragen over het eigen vakgebied en met vragen vanuit andere vakgebieden en de inbedding daarvan in organisatorische en beleidsmatige processen. De student heeft ontdekt welke rol zijn persoon speelt in de uitvoering van het creatief therapeutisch werk en hij heeft geleerd zijn persoon professioneel in te zetten in samenhang met het medium en de hulpvraag van de cliënt. De onderwijsleersituatie van deze semesters biedt de ruimte voor verdere integratie van de leerervaringen en leervragen van het stagejaar. De student leert verder zijn persoonlijke betrokkenheid af te stemmen op zijn inzichten, gevoelens, houding en handelen in samenhang met het beroep. Het intentioneel leren van de opgedane leerervaringen wordt verder verdiept en verrijkt door deze te delen met medestudenten en deze vanuit verschillende professionele perspectieven te belichten. De examenonderdelen bouwen voort op deze leerervaringen uit de praktijk en het daarmee Werkvormen Toetsvormen verweven programma op school en de eerder voor deze opleiding verworven competenties. In het verlengde van het leren van en door de praktijk leert de student zijn leren verder theoretisch verdiepen in de drie afsluitende examenonderdelen van het semester. In deze drie examenonderdelen brengt de student de opgedane kennis en ervaring van de voorgaande jaren van de opleiding bij elkaar en integreert deze tot een professionele benadering van het beroep van Vaktherapeut. Wanneer de drie examenonderdelen: de ontwikkeling van een behandelmodule, AO en Medium gehaald zijn, is de student gekwalificeerd voor het beroep. De student beschikt dan over de kerncompetenties van de Vaktherapeut op het eindniveau. Hiermee kan de student het beroep van gaan uitoefenen op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. Hoor/werkcolleges, practica, trainingen. Onderzoeksrapport, eindgesprek, reflectie en presentatie. 80

81 Bijlage F Instroom en vrijstellingen Verkorte Route De Verkorte Route Creatieve Therapie is een verkorte versie van het Voltijd programma. De studenten in dit programma hebben allen op een divers en breed terrein ervaringen opgedaan waardoor vrijstellingen gegeven kunnen worden t.a.v. het Voltijd programma. Om toegelaten te kunnen worden voor de Verkorte Opleiding zal de aankomende student moeten aantonen te beschikken over deze competenties. Dit zullen zij met een uitgebreide portfolio en een praktische assessment toets moeten aantonen. De vrijstellingen ten opzichte van de Voltijd opleiding worden verwerkt gedurende het programma. Toelatingseisen: Algemene basis: Relevante en actuele aantoonbare persoonlijke ervaring met het gekozen medium (beeldend vormen, drama of muziek) van minimaal 150 uur Met daarbij een afgeronde HBO-opleiding (sociaal-agogisch, kunst, onderwijs of andere relevantie) met minimaal 2 jaar relevante werkervaring in de hulpverlening. Of een MBO opleiding (sociaal-agogisch, kunst, onderwijs of andere relevantie) met minimaal 5 jaar relevante werkervaring in de hulpverlening. Bij aanmelding ontvangt de student een uitgebreide vragenlijst. Hiermee maken zij een portfolio waarin zij op papier aantonen over de benodigde competenties te beschikken om toegelaten te kunnen worden tot de Verkorte Opleiding CT. De vragenlijst is opgebouwd uit een CV waarin bovenstaande primaire toelatingseisen worden aangetoond een competentieprofiel met daarin de 9 kerncompetenties van de opleiding CT Stenden. In dit profiel toont de student zijn/haar ervaring met die competenties en kan daarin zijn/haar eigen leerproces aangeven. Het portfolio wordt beoordeeld door docenten Verkorte route. Criteria waaraan de student moet voldoen komen overeen met de eisen die gesteld worden aan de student eind 2 e jaars Voltijd. Zie leerniveau ontwikkeling schema CuCo zomer 2010 en de daarbij horende toetsmatrijs. Welke gebaseerd zijn op de Bachelor Dublin Descriptoren: Kennis en Inzicht, Toepassing, Oordelen, Communicatie en Leerzelfstandigheid. Indien de aankomende student in het portfolio heeft aangetoond dat zij beschikt over de primaire toelatingseisen in de CV en over het geldende startniveau van de competenties, dan volgt daarop een assessment. Daarin toont de student aan ook praktisch deze competenties toe te kunnen passen. Het assessment wordt afgenomen door 2 ervaren docenten Verkorte Route. Het assessment programma is zo samengesteld dat zoveel mogelijk facetten van de studie daarin zijn verwerkt. Daarmee kan ook de student ervaren of de studie een passende is. Onderdelen zijn de ook in het eerste semester gegeven vakken PGO, Methodiek, Medium en Studieloopbaan begeleiding. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de in de opleiding geldende leerlijnen Zelfmanagement, Theorie/ Integratie, Vaardigheden/ Medium. Alleen dan als aan alle gestelde eisen zijn voldaan wordt de student toegelaten tot het curriculum van de Verkorte Route. Het gehele toelatingspakket wordt dan meegenomen naar de start van de opleiding en dient als basis voor het dan op te stellen Persoonlijk Ontwikkelings Plan en is daarmee het fundament voor de rest van de studie. De verdiende vrijstellingen worden over de studie verdeeld en per semester aan de student uitgereikt indien deze dit heeft afgesloten met minimaal een voldoende. 81

82 Interesse/belangstelling/informa tie vragend Folder Telefoon Open dagen Internet Door iedereen: docent/pr etc Stap 1: start toelating - opsturen van de vragenlijst Blad 1 tm 4: CV vragenlijst - competenties Door CT adm: Henriette Stap 2: vragenlijst retour wordt beoordeeld Door Sjaak/Hannie/Mimy/ Ton/Joke Er is (nog) niet voldaan aan alle toelatingseisen Andere (externe) koers Stap 2a: individueel gesprek Coördinatie Verkorte Route Bv.: Ervaring opdoen; 21+ toets Stap 2b: deelnemer stelt uitgebreid Portfolio op met bewijslast; beoordeeld door Coördinatie VR Advies: bijwerken niveau/competenties Volledig compleet en aan alle toelatingseisen voldaan Stap 3: assessment Stap 4: na beoordeling door assessoren : advies toelating aan examencommissie voorleggen 82

83 Schakeltraject instroom Verkorte Route CT Indien een aankomend student voor de Verkorte Route niet voldoet aan de formele eisen omtrent vooropleiding, werkervaring en/of ervaring in het medium, dan zal een passend schakeltraject geadviseerd worden. Succesvolle afronding van dit schakeltraject i.c.m. succesvolle selectie/assessment zal leiden tot toelating tot de Verkorte Route. 83

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Regeling cohort Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Regeling cohort Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Regeling cohort 2016 Inclusief Eventuele overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd Crohonummer 34644

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Creatieve Therapie. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014]

Creatieve Therapie. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014] Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement 2014-2015 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 2014] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 9 juli 2014] [Vastgesteld

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Chemie voltijd, crohonummer 34396 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396

Onderwijs- en examenregeling Chemie voltijd, crohonummer 34396 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Chemie voltijd, crohonummer 34396 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 05-06-2014] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort Logistiek en Economie voltijd, crohonummer Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436

Onderwijs- en examenregeling cohort Logistiek en Economie voltijd, crohonummer Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436 Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Inclusief overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk. Bacheloropleiding - Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 - Logistiek en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding. Chemie voltijd, crohonummer 34396

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding. Chemie voltijd, crohonummer 34396 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding Chemie voltijd, crohonummer 34396 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 27-05-2015 Instemming verleend conform art. 10.20 WHW door

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 6-6-2014] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2015 2016. Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280

Onderwijs- en examenregeling 2015 2016. Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280 Onderwijs- en examenregeling 2015 2016 Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd/duaal, crohonummer 34280 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 11.06.2015 Instemming verleend conform art. 10.20

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement cohort 2016 2017 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, [d.d. 19-05-2016] Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, [d.d.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Informatica voltijd, crohonummer 34479 Associate Degree-opleiding ICT-Beheer voltijd, crohonummer 80071 Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement 2013-2014. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13-06-2013]

Creatieve Therapie. Onderwijs- en Examen Reglement 2013-2014. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13-06-2013] Creatieve Therapie Onderwijs- en Examen Reglement 2013-2014 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13-06-2013] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 03-07-2013] [Vastgesteld

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441253 Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952

Onderwijs- en examenregeling cohort Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015-2016 Bacheloropleiding Media en Entertainment Management voltijd, crohonummer 34952 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16-06-2015 Instemming verleend

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Commerciële Economie voltijd, crohonummer 34402 Associate Degree Opleiding Commerciële Economie voltijd, crohonummer 80103 Advies afgegeven door

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement voltijd, crohonummer 34438 en Vrijetijdsmanagement duaal, crohonummer 34438 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, [Instemming

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436 Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel "leeruitkomsten" studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel leeruitkomsten studiejaar Onderwijs- en examenregeling Experiment 'flexibel hoger onderwijs onderdeel "leeruitkomsten" studiejaar 2017-2018 Logistiek en Economie, Associate Degree duaal, crohonummer 80115, Flexibilisering, concept

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, 9 juni 2015 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad,

Nadere informatie

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808

Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 13 juni 2014] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441253 1 Onderwijs-

Nadere informatie

Small Business en Retail Management

Small Business en Retail Management Small Business en Retail Management Bachelor SBRM voltijds en duaal Associate degree SBRM voltijds en duaal Onderwijs- en Examenregeling cohort 2016 Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG

Nadere informatie

Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015

Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015 Onderwijs- en examenregeling Cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, crohonummer 34808 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 10 juni 2015 Instemming verleend conform

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 19 juni 2013 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016. Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441363 1 Onderwijs-

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd, crohonummer 34280. Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. mei 2012 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Informatica voltijd, crohonummer 34479 Associate Degree-opleiding ICT-Beheer voltijd, crohonummer 80071 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Personeel en Arbeid voltijd, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 31 mei 2012 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013

Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16 mei 2012 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling 2012 2013 Bacheloropleiding Creatieve Therapie voltijd, crohonummer 34644. [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 31 mei 2012] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement cohort 2015 2016 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 12-06-2015 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad, d.d.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde voltijd /duaal, crohonummer 34280 [Advies

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement 203-204 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 3-06-203] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 03-07-203]

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Logistiek en Economie voltijd, crohonummer 34436 Logistiek en Economie duaal, crohonummer 34436 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2015 2016 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, 5 6-2015 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschapraad,

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014

Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Onderwijs- en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs voltijd, chrohonummer 34808 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 17 juni 2013] [Instemming verleend door Centrale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021

Onderwijs- en examenregeling studiejaar Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021 Onderwijs- en examenregeling studiejaar 2017-2018 Bacheloropleiding Werktuigbouwkunde duaal crohonummer 81021 in het kader van het Experiment Vraagfinanciering hoger onderwijs en tevens en gelijktijdig

Nadere informatie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Bedrijfseconomie voltijd, crohonummer 34401 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 16 mei 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Sociaal Pedagogische Hulpverlening

Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Onderwijs- en Examen Reglement 204-205 [Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 5 juni 204] [Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap, d.d. 9 juli 204]

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609

Onderwijs- en examenregeling 2014 2015. Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Onderwijs- en examenregeling 2014 2015 Bacheloropleiding Human Resource Management, crohonummer 34609 Advies afgegeven door Opleidingscommissie, d.d. 19 mei 2014 Instemming verleend door Centrale Medezeggenschap,

Nadere informatie

Commerciële Economie

Commerciële Economie Commerciële Economie Bachelor Commerciële Economie voltijds Associate degree Commerciële Economie voltijds Onderwijs- en Examenregeling cohort 2015-2016 Stenden Hogeschool Van Schaikweg 94 Postbus 2080

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Commerciële Economie voltijd, crohonummer 34402 Associate

Nadere informatie

Toelating tot de opleiding

Toelating tot de opleiding DEEL 3: Toelating tot de opleiding Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende opleiding

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Onderwijs en examenregeling 2013 2014

Onderwijs en examenregeling 2013 2014 Onderwijs en examenregeling 2013 2014 Bacheloropleiding o o Small Business en Retail Management voltijd, crohonummer 34422 Small Business en Retail Management duaal, crohonummer 34422 Associate degree

Nadere informatie

De onderwijs- en examenregeling

De onderwijs- en examenregeling De onderwijs- en examenregeling Algemeen In de onderwijs- en examenregeling (OER) wordt informatie gegeven over het onderwijs van een opleiding of een groep van opleidingen. Heeft de OER betrekking op

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Datum: 23.04.2014 Ingevuld door: Yvonne Smeets Faculteit: BÈTA Betreft opleiding(en): Built Environment DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen

Nadere informatie

Small Business en Retail Management

Small Business en Retail Management Small Business en Retail Management Bachelor SBRM voltijds en duaal Associate degree SBRM voltijds en duaal Onderwijs- en Examenregeling 2014-2015 Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen: OER Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde 1 Het bestuur van de faculteit

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2012-2013 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel van het opleidingsspecifieke

Nadere informatie

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel van het opleidingsspecifieke

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

De OER voor de bacheloropleiding(en). is door het College van Bestuur vastgesteld op

De OER voor de bacheloropleiding(en). is door het College van Bestuur vastgesteld op Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel van het opleidingsspecifieke

Nadere informatie

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten Procedure aangaande de Onderwijs- en examenregeling van Fontys Dit is een uitgave van het Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten. Het CBA ondersteunt de medezeggenschap en inspraak binnen Fontys Hogescholen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding OPLEIDING LOGISTIEK EN ECONOMIE voltijd CROHO-nummer 446 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2009-2010 Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

Onderwijs- en examenregeling 2009-2010 Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen] Onderwijs- en examenregeling 2009-2010 Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen] CROHO-nummer [CROHO opleidingscode(s) invullen] [Vul hierboven alle officiële opleidingsnamen en alle CROHO-nummers

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer: 34570

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut. CROHO-nummer: 34570 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapeut CROHO-nummer: 34570 Graad: Bachelor of Physiotherapy De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Commerciële Economie. CROHO-nummer 34405

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Commerciële Economie. CROHO-nummer 34405 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Commerciële Economie CROHO-nummer 34405 Graad: Bachelor of Business Administration De Onderwijs- en examenregeling (OER) van

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van de voltijd Bacheloropleiding: Maatschappelijk Werk en Dienstverlening CROHO-nummer: 34 616 Graad: Bachelor of Social Work De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: 34402. Graad: Bachelor of Communication

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: 34402. Graad: Bachelor of Communication Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Communicatie CROHO-nummer: 34402 Graad: Bachelor of Communication De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie. CROHO-nummer: 34570

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie. CROHO-nummer: 34570 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot Fysiotherapie CROHO-nummer: 34570 Graad: Bachelor of Physiotherapy De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding 2014-2015 Eigenaar O2 Instemming van de CMR d.d. 17 december 2013 Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 17 december 2013 2013, Hogeschool van Amsterdam

Nadere informatie

Algemene informatie

Algemene informatie Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie CROHO-nummer 34507 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Communicatie. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Communication Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding Communicatie CROHO-nummer: 34402 Graad: Bachelor of Communication De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding OPLEIDING LOGISTIEK EN TECHNISCHE VERVOERSKUNDE voltijd en deeltijd CROHO-nummer 34390 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer CROHO-nummer (Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer CROHO-nummer (Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding Management in de Zorg inclusief Associate degree (Operationeel Management) CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek

Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding: Biologie en medisch laboratoriumonderzoek CROHO-nummer 34397 Graad: Bachelor of Applied Science De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer(s) 35288 en 35421. Graad: Bachelor of Education

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer(s) 35288 en 35421. Graad: Bachelor of Education Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Tweedegraads Lerarenopleiding Gezondheidszorg & Welzijn en Tweedegraads Lerarenopleiding Omgangskunde CROHO-nummer(s) 35288

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2013-2014

Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 Bacheloropleiding Technische Commerciële Confectiekunde CROHO-nummer 34254 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool

Nadere informatie

Wet op het Hoger Onderwijs- en Wetenschap Overzicht voor studenten relevantie wetsartikelen INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 7. Onderwijs...

Wet op het Hoger Onderwijs- en Wetenschap Overzicht voor studenten relevantie wetsartikelen INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 7. Onderwijs... Wet op het Hoger Onderwijs- en Wetenschap Overzicht voor studenten relevantie wetsartikelen INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 7. Onderwijs... 3 Artikel 7.2. Taal... 3 Artikel 7.3. Opleidingen en onderwijseenheden...

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd. CROHO-nummer: 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd. CROHO-nummer: 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie voltijd CROHO-nummer: 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 204-205 Bacheloropleiding BOUWKUNDE CROHO-nummer 34263 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam en is gebaseerd

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management

Hogeschool Leiden. CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate degree) Graad: Bachelor of Health Care Management Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Management in de Zorg inclusief Associate degree (Operationeel Management) CROHO-nummer 34538 CROHO-nummer 800011(Associate

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding Opleiding tot HBO-verpleegkunde CROHO-nummer 34560 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: 34560. Graad: Bachelor of Nursing

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: 34560. Graad: Bachelor of Nursing Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding tot verpleegkundige CROHO-nummer: 34560 Graad: Bachelor of Nursing De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding CROHO-nummer: 34609 Graad: Bachelor of Human Resource De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk

Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 inclusief (eventuele) overgangsbepalingen voor eerdere cohorten bij ieder hoofdstuk Bacheloropleiding Technische Informatica voltijd, crohonummer 34475 [Advies

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd CROHO-nummer 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling (OER)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding : HBO-Rechten. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Laws

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding : HBO-Rechten. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Laws Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding : HBO-Rechten CROHO-nummer: 39205 Graad: Bachelor of Laws De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd. CROHO-nummer 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie deeltijd CROHO-nummer 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling (OER)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 Bacheloropleiding Informatica/Technische Informatica en Business IT and Management CROHO-nummers 34479 34475 39118 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie. CROHO-nummer: 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie. CROHO-nummer: 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van de voltijd Bacheloropleiding: Toegepaste Psychologie CROHO-nummer: 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie duaal. CROHO-nummer 34507

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie duaal. CROHO-nummer 34507 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Toegepaste Psychologie CROHO-nummer 34507 Graad: Bachelor of Applied Psychology De Onderwijs- en examenregeling (OER) van

Nadere informatie

Examenreglement 2014-2015

Examenreglement 2014-2015 Examenreglement 2014-2015 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemeen 3 Hoofdstuk 2 Toelating tot opleidingen en cursussen 4 Hoofdstuk 3 Onderwijsprogramma 5 Hoofdstuk 4 Getuigschrift 7 Hoofdstuk 5 Doel en vorm

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 04-05 Bacheloropleiding Opleiding tot leraar basisonderwijs CROHO-nummer 4808 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Informatica. CROHO-nummer: 34479. Graad: Bachelor of ICT

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Informatica. CROHO-nummer: 34479. Graad: Bachelor of ICT Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Informatica CROHO-nummer: 34479 Graad: Bachelor of ICT De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding HBO-Rechten CROHO-nummer 39205 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam en is gebaseerd

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015

Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 Bacheloropleiding Voeding en Dietetiek CROHO-nummer 34579 Deze Onderwijs- en examenregeling is onderdeel van het Studentenstatuut van de Hogeschool van Amsterdam

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Human Resource Management. CROHO-nummer: 34609 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 0-04 van Bacheloropleiding: Human Resource Management CROHO-nummer: 4609 Graad: Bachelor of Human Resource De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening (SJD) CROHO-nummer: 34641

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening (SJD) CROHO-nummer: 34641 Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding: Sociaal-Juridische Dienstverlening (SJD) CROHO-nummer: 34641 Graad: Bachelor of Laws De Onderwijs- en examenregeling (OER)

Nadere informatie

Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Bio-informatica CROHO-nummer Graad: Bachelor of Applied Science

Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding Bio-informatica CROHO-nummer Graad: Bachelor of Applied Science Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2014-2015 van Bacheloropleiding Bio-informatica CROHO-nummer 39215 Graad: Bachelor of Applied Science De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of.

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. 150305 BA Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2015-2016 van Bacheloropleiding(en).. CROHO-nummer(s). Graad: Bachelor of. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding is onderdeel

Nadere informatie

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot Verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing Hogeschool Leiden Onderwijs- en examenregeling 2013-2014 van Bacheloropleiding tot Verpleegkundige CROHO-nummer: 34560 Graad: Bachelor of Nursing De Onderwijs- en examenregeling (OER) van een opleiding

Nadere informatie

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden

Leisure Management. Onderwijs- en examenregeling cohort Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus CG Leeuwarden Leisure Management Onderwijs- en examenregeling cohort 2016 2017 Stenden Hogeschool Rengerlaan 8 Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Algemeen T (058) 2441441 info@stenden.com Opleiding T (058) 2441363 Onderwijs-

Nadere informatie