BIJLAGE 4 tekst herziene voorschriften van Aalanden

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE 2 tekst herziene voorschriften van Westenholte

BIJLAGE 2. Van toepassing zijnde regels na wijziging in de bestemming

BIJLAGE 1 tekst herziene voorschriften van Wipstrik

De op de plankaart voor "Wonen" (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen en woongebouwen; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

Artikel 6: Woondoeleinden 4

BESTEMMINGSBEPALINGEN

Bestemming Verblijfsrecreatieve

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

Wonen. 1.2 Bouwregels

Artikel 4: Woondoeleinden 2

INHOUDSOPGAVE VAN DE VOORSCHRIFTEN

Planregels. Wijzigingsplan Nieuw-Vennep 1e wijziging 2 e fase

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

Bestemming W-D1 woonkavels It Súd Hurdegaryp

LTS - park in Musselkanaal

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

Bestemming 2 ^1 kapwoningen W-B2 De Opslach Ryptsjerk

Planregels. wijzigingsplan 'Hoofddorp Noord 2e wijziging' ontwerp juni 2015

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: - print d.d.

Uitwerkingsplan. Assenrade, fase 2. Gemeente Hattem. Datum: 4 juni 2013 Projectnummer:

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

Correctief bestemmingsplan De Kamp

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 2. Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 6. Kenmerk: R02

B i j l a g e 2 : B e s t e m m i n g G e m e n g d

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDENDE EN ALGEMENE BEPALINGEN. Begripsomschrijvingen 2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

TE HUUR WERKERLAAN LK ZWOLLE

GEMEENTE LEEUWARDEN / BESTEMMINGSPLAN LEEUWARDEN - KLANDERIJBUURT/TULPENBURG INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN. Link naar de TOELICHTING

BIJLAGE 2 - VOORSCHRIFTEN - PLANKAART

GEMEENTE HEERENVEEN UITWERKING 3 e FASE SKOATTERWÂLD (WONINGBOUW TEN OOSTEN VAN DE BOSVELDEN, DEEL 1) INHOUDSOPGAVE

A r t i k e l 1 T u i n

ARTIKEL 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 ARTIKEL 2. WIJZE VAN METEN 2 ARTIKEL 3. ANTI-DUBBELTELBEPALING 2 ARTIKEL 4. VERWIJZING NAAR KAART 2

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving

R e g e l s rgl

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

P l a n r e g e l s vrs

o wonen $ max. hoogte D bouwvlak ~ max. goothoogte 1:",,:i:i::iro"1 tuin ~ waarde - archeologie

Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening Algemene vrijstellingsbevoegdheid

Regels, behorende bij "1 e herziening Uitwerkingsplan Mortiere fase 4 van het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg

Wijzigingsplan Locatie Kwekerij Slot. Gemeente Beemster

Uw eigen bouwkavel Nij Sân Ro en, Ro um

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 1. educatieve instellingen met inbegrip van kinderopvang;

bijlage 3 bestemming(en) na wijziging

GEMEENTE VLAARDINGEN BESTEMMINGSPLAN. BABBERSPOLDER OOST, 1 e herziening (Deelplannen 7+8)

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

TE KOOP MULTIFUNCTIONEEL PAND Smetsakker 47 - Eindhoven. Vraagprijs: ,- k.k

Uw eigen bouwkavel Roordahiem, Terkaple

Woondoeleinden 2 (W2)

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

Hoofdstraat 120 Stadskanaal

Partiële herziening van het bestemmingsplan Dronten Zuidelijk Deel (1090)

Wonen Bestemmingsomschrijving Bouwregels

Bijlage 1 Aanpassing verbeelding voor de locatie Zwarteweg 28

uitwerkingsplan Mortiere fase 7

a. op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

Bestemmingsplangebied. Legenda

Voorschriften behorende bij de Kerkstraat 6 Den Hoorn. Artikel 21 Wonen - Lint 21.1 Bestemmingsomschrijving

Artikel 2 Woondoeleinden IV (W IV) 5 Artikel 3 Erven III (E III) 7 Artikel 4 Tuinen II (T II) 9

BESTEMMINGSPLAN DA COSTASTRAAT 26 VAN DE GEMEENTE VLAARDINGEN PLANREGELS

2. BESTEMMINGSBEPALINGEN

Inhoud van de voorschriften 1

9.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

Bovenweg 1 - Grootegast manege Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand

GEMEENTE WINSUM / BESTEMMINGSPLAN WINSUM - OOST, FASE 2. INHOUDSOPGAVE blz

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat:

Voorschriften februari 2008

Uitwerkingsplan. Nassaulaan. Definitief. Gemeente Baarle-Nassau Postbus AC Baarle-Nassau. Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 juli 2012

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Fortuinlaan Krommenie Regels

Voorschriften 69. I Inleidende bepalingen 71. Artikel 1 Begripsbepalingen 71 Artikel 2 Wijze van meten 76 Artikel 3 Bestaande afstanden en maten 77

Inhoudsopgave. Bestemmingsplan Bestemmingsplan Luttermolenveld, 4e partiële herziening Vastgesteld

Wolvega Lindewijk - Deelgebied 1 REGELS

Voorschriften NL.IMRO OH01

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

GEMEENTE LELYSTAD / BESTEMMINGSPLAN LELYSTAD-HAVEN WERKEILAND INHOUDSOPGAVE

Perceel Hoofdstraat 220 Oostwold. Bestemmingsplan Buitengebied Leek Bestemming Wonen VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LEEK (2010)

Bouwkavel Nol Rendershof Nederwetten (gemeente nuenen)

Wijzigingsvoorstel bestemmingsplan naar aanleiding van zienswijze van de provinsje Fryslân

REGELS Inhoudsopgave

Voorschriften. vastgesteld 55

Ossenwaard (perceel tussen 3 en 5) - Cothen

Nota van Aanpassingen. Bestemmingsplan Stadscentrum-Zuid (Culturele As)

Artikel 8 Centrum Bestemmingsomschrijving

4 4 vr v ije j ka k ve v ls l s De Sche h ife f la l ar r 15, Veghe h l Vig i ere r nde d be b st s emming n 1

Wijzigingsplan Groenedijk 1 te Ouddorp. Gemeente Goeree-Overflakkee. Planstatus: vastgesteld wijzigingsplan Datum: 27 september 2016

Kom Eersel, eerste herziening, wijziging 6

... Voorschriften vrs

Regels. Kenmerk: R05

Voorschriften. bestemmingsplan De Weide I 2006

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN 1 Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 1 Artikel 2 WIJZE VAN METEN 5

Voorschriften. Kenmerk: V02

1. Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten Bestemmingsregels Artikel 3 Bos...

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m.

Ontwerp wijzigingsplan. Wormerweg 17. Gemeente Beemster

30.1 Bestemmingsomschrijving

Transcriptie:

BIJLAGE 4 tekst herziene voorschriften van Aalanden Artikel 1 Begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1.22 carport: een overdekt bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat blijkens zijn aard kennelijk is bestemd voor het stallen van een motorvoertuig; 1.27 erf: de grond deeluitmakende van een bouwperceel behorende bij één hoofdgebouw; Artikel 3 Woondoeleinden W 3.1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart met W voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; met daaraan ondergeschikt: c. garageboxen ten behoeve van woningen d. opritten, parkeervoorzieningen en paden; met de daarbijbehorende: e. tuinen en erven; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2 Bouwvoorschriften 3.2.1 Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende a. er mogen hoofdgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart in het bouwvlak aangegeven goothoogte bedragen; c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen; d. de dakhelling van een hoofdgebouw mag niet minder dan 30º bedragen; e. de dakhelling van een hoofdgebouw mag niet meer dan 50º bedragen. 3.2.2 Voor het bouwen van gebouwen buiten een bouwvlak gelden de volgende FVB 22/0/08 1

a. er mogen uitbreidingen van hoofdgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd; b. een gebouw mag niet worden gebouwd op de gronden die op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding carports ; c. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, welke gelegen zijn op het erf dat zich bevindt: 1 binnen deze bestemming; 2 buiten het bouwvlak; 3 achter de naar de weg toegekeerde grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan; mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van dat gedeelte van het erf tot een maximum van 75 m²; d. de goothoogte van een gebouw mag: 1. indien aangebouwd niet meer dan de hoogte van de bovenkant van de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen; 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen; e. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen. 3.2.3 Voor het bouwen op de gronden die op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding garageboxen gelden de volgende a. op deze gronden mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd; b. de goothoogte van een garagebox mag niet meer dan 3 meter bedragen; c. de bouwhoogte van een garagebox mag niet meer dan 3 meter bedragen. 3.2.4 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien: 1. op het erf of het terrein reeds een gebouw staat; 2. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg toegekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan; 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van de weg of het openbaar groen; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,50 meter bedragen. 3.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. een goede woonsituatie; d. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; f. een goede milieusituatie; g. de bescherming van de groenstructuur; FVB 22/0/08 2

3.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften 3.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde de aanhef van in lid 2.1 van dit artikel en toestaan dat een bouwvlak wordt vergroot, mits de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; b. het bepaalde in lid 2.1 onder b van dit artikel en toestaan dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter; c. het bepaalde in lid 2.1 onder c van dit artikel en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter; d. het bepaalde in lid 2.1 onder d van dit artikel en toestaan dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verkleind dan wel dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak; e. het bepaalde in lid 2.1 onder e van dit artikel en toestaan dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt vergroot; f. het bepaalde in lid 2.2 onder b van dit artikel en toestaan dat een gebouw wordt gebouwd op de gronden die op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding carports, mits de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; g. het bepaalde in lid 2.2 onder d2 van dit artikel en toestaan dat de goothoogte van een vrijstaand gebouw wordt vergroot tot niet meer dan 4 meter; h. het bepaalde in lid 2.2 onder e van dit artikel en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot tot niet meer dan 7 meter; i. het bepaalde in lid 2.3 onder b van dit artikel en toestaan dat de goothoogte van een garagebox wordt vergroot tot niet meer dan 3,50 meter; j. het bepaalde in lid 2.3 onder c van dit artikel en toestaan dat de bouwhoogte van een garagebox wordt vergroot tot niet meer dan 6 meter. 3.4.2 De in lid 4.1 van dit artikel genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; d. de parkeergelegenheid; f. de milieusituatie; g. de groenstructuur; 3.5 Gebruiksvoorschriften 3.5.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 3.5.2 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.1 van dit artikel, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van woonhuizen voor meer dan 1 woning; FVB 22/0/08 3

b. het gebruik van een woonhuis voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, tenzij: 1. het gedeelte van de woning met inbegrip van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen dat voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep wordt gebruikt niet groter is dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m²; 2. het woonhuis of een gedeelte ervan is voorzien van de aanduiding afwijkend gebruik toegestaan in welk geval het gebruik is toegestaan voor een aan huis verbonden beroep voor een grotere dan de onder 1 genoemde maximum vloeroppervlakte; c. het gebruik van een woonhuis met inbegrip van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en het bijbehorende erf voor de uitoefening van een bedrijf; d. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang tenzij een afwijkend gebruik is toegestaan; e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning; f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; g. het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud; h. het gebruik van onbebouwde gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen. 3.6 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften 3.6.1 Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5.1 van dit artikel, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 3.6.2 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5.1 en lid 5.2 onder a van dit artikel en meerdere woningen in een woonhuis toestaan. 3.6.3 De in lid 6.2 van dit artikel genoemde vrijstelling kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; d. de parkeergelegenheid; f. de milieusituatie; g. de groenstructuur; 3.7 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5.1 van dit artikel wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a van de Wet op de economische delicten. FVB 22/0/08 4

Artikel 4 Woondoeleinden woongebouwen WWG 4.1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart met WWG voor woondoeleinden woongebouwen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; met daaraan ondergeschikt: c. opritten, parkeervoorzieningen en paden; met de daarbijbehorende: d. tuinen en erven; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2 Bouwvoorschriften 4.2.1 Voor het bouwen van gebouwen binnen een bouwvlak gelden de volgende a. er mogen hoofdgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd; b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart in het bouwvlak aangegeven goothoogte bedragen; c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart in het bouwvlak aangegeven bouwhoogte bedragen. 4.2.2 Voor het bouwen van gebouwen buiten een bouwvlak gelden de volgende a. er mogen uitbreidingen van hoofdgebouwen, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebouwd: b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen ten behoeve van een afzonderlijke woning mag niet meer bedragen dan 25 m² per woning; c. de goothoogte van een gebouw mag: 1. indien aangebouwd niet meer dan de hoogte van de bovenkant van de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen; 2. indien vrijstaand niet meer dan 3 meter bedragen; d. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen. 4.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 meter bedragen, maar de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, indien: 1. op het erf of het terrein reeds een gebouw staat; 2. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg toegekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan; 3. gebouwd wordt op een afstand van meer dan 1 meter van de weg of het openbaar groen; FVB 22/0/08 5

b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,50 meter bedragen. 4.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. een goede woonsituatie; d. de mogelijkheid om in voldoende mate te kunnen parkeren; f. een goede milieusituatie; g. de bescherming van de groenstructuur; 4.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften 4.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van: a. het bepaalde in de aanhef van lid 2.1 van dit artikel en toestaan dat een bouwvlak wordt vergroot, mits de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde; b. het bepaalde in lid 2.1 onder b van dit artikel en toestaan dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter; c. het bepaalde in lid 2.1 onder c van dit artikel en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot met niet meer dan 1 meter; d. het bepaalde in lid 2.2 onder c2 van dit artikel en toestaan dat de goothoogte van een vrijstaand gebouw wordt vergroot tot niet meer dan 4 meter; e. het bepaalde in lid 2.2 onder d van dit artikel en toestaan dat de bouwhoogte van een gebouw wordt vergroot tot niet meer dan 7 meter. 4.4.2 De in lid 4.1 van dit artikel genoemde vrijstellingen kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de woonsituatie; d. de parkeergelegenheid; f. de milieusituatie; g. de groenstructuur; 4.5 Gebruiksvoorschriften 4.5.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 4.5.2 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.1 van dit artikel, wordt in ieder geval gerekend: FVB 22/0/08 6

a. het gebruik van een woongebouw voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, tenzij het gedeelte van de woning met inbegrip van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen dat voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep wordt gebruikt niet groter is dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m²; b. het gebruik van een woongebouw met inbegrip van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en het bijbehorende erf voor de uitoefening van een bedrijf; c. het verhuren of anderszins beschikbaar stellen van woonruimte aan derden ten behoeve van de uitoefening van een beroep hoe gering ook van omvang tenzij een afwijkend gebruik is toegestaan; d. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning; e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; f. het gebruik van onbebouwde gronden als opslagplaats anders dan voor opslag ten behoeve van normaal tuinonderhoud; g. het gebruik van onbebouwde gronden als stallingsplaats of standplaats van kampeermiddelen. 4.6 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5.1 van dit artikel, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 4.7 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 5.1 van dit artikel wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a van de Wet op de economische delicten. Artikel 23 Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming) 23.1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart als dubbelbestemming voor archeologisch waardevol gebied aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen en andere dubbelbestemmingen) tevens bestemd voor: a. het behoud van de archeologische monumenten die ter plaatse aanwezig zijn; b. het behoud van de archeologische monumenten, waarvan de aanwezigheid redelijkerwijs vermoed wordt. 23.2 Bouwvoorschriften 23.2.1 In afwijking van het bepaalde bij de basisbestemmingen en de andere dubbelbestemmingen mag op deze gronden niet anders worden gebouwd ten behoeve van deze bestemmingen dan overeenkomstig de volgende bepalingen, indien door de bouw de bodem op een grotere diepte dan 0,5 FVB 22/0/08 7

meter en over een grotere oppervlakte dan 100 m² zal kunnen worden verstoord: a. de aanvrager van een reguliere bouwvergunning dient in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; b. aan een reguliere bouwvergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. 23.2.2 Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken ten behoeve van de dubbelbestemming archeologisch waardevol gebied worden gebouwd. 23.3 Aanlegvergunning 23.3.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, welke kunnen leiden tot het verstoren van de bodem op een grotere diepte dan 0,5 meter en over een grotere oppervlakte dan 100 m². 23.3.2 Het in lid 3.1 van dit artikel vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 23.3.3 De in lid 3.1 van dit artikel genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de archeologische monumentenzorg op grond waarvan de volgende bepalingen van toepassing zijn: a. de aanvrager van een aanleggunning dient in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; b. aan een aanlegvergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen; 3. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische FVB 22/0/08 8

monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties. 23.4 Gebruiksvoorschriften 23.4.1 Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 23.4.2 Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.1 van dit artikel wordt in ieder geval gerekend een gebruik ten behoeve van een basisbestemming of andere dubbelbestemming waardoor een onevenredige afbreuk aan het belang van de archeologische monumentenzorg wordt gedaan. 23.5 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4.1 van dit artikel, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 23.6 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 3.1 en lid 4.1 van dit artikel wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a van de Wet op de economische delicten. FVB 22/0/08