Capabel Examens 2011 Pagina 1



Vergelijkbare documenten
Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Capabel Examens 2011 Pagina 1

In welke volgorde vindt deze deling plaats?

BEHANDELPLAN GEZICHT HAND

Capabel Examens 2011 Pagina 1

HUIDANALYSE/ CLIËNTENKAART HUID DOEL VAN HUIDDIAGNOSE. Dia 1. Dia 2. Dia 3

Producten gezichtsverzorging

Capabel Examens 2011 Pagina 1

Fragiele intra-epidermale blaren

Maskers en pakkingen. Maskers: gebruik. Maskers: gebruik. Maskers: gebruik. Crème masker. Maskers: voorbehandeling

Gelaatsbehandeling deel 1 (3.16.1) Opleiding: Schoonheidsspecialist niveau 3

1.Wat is Differin Gel en waarvoor wordt het gebruikt?

21. Seborrhoïsch eczeem

Wat is seborrhoïsch eczeem? Hoe ontstaat seborrhoïsch eczeem?

Huidaandoeningen/ huidafwijkingen. Algemene pathologie. Efflorescenties Oorzaken van pathologische processen

Wat is juist? Spec. Anat. en Fys. Path en Orthopedie. 1. Waarvan is de kuitbeenslagader een rechtstreekse aftakking?

BIJSLUITER. CLOBETASOLPROPIONAAT 0,05% SALICYLZUUR 5% en 10% crème

Natuurwetenschappen. Opbouw van stoffen. De verschillen. Verbindingen. Elementen Indeling levende stoffen

Uw behandelend arts heeft Seborrhoïsch eczeem bij u geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelmogelijkheden.

Zeezout verkregen uit de Dode Zee bevat een veel hoger percentage mineralen en sporenelementen dan zeezout verkregen uit andere zeeën en oceanen

Acne Vulgaris, Jeugdpuistjes, Abcessen

acne Wat is acne? Wat zijn de verschijnselen? Hoe ontstaat het?

Doel van huiddiagnose. Huidanalyse. Inspectie. Anamnese. Huiddikte. Huidreliëf

BIJSLUITER. CLOBETASOLPROPIONAAT 0,05% SALICYLZUUR 5% en 10% crème

Jeugdpuistjes. Acne vulgaris. Poli Dermatologie

Seborr hoïsch ecze em

Natuurlijke. Kosmetiek

Acne VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Dermatologie. Seborrhoïsch eczeem. Afdeling: Onderwerp:

Bijna alles over voetzorg

Clindamycinelotion 10 mg/ml FNA Fagron, oplossing voor cutaan gebruik. Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Clindamycine hydrochloride hydraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Benzac Wash 5%, suspensie Benzoylperoxide

Cosmetische Ingrediënten Etten-Leur, 22 april

Instructies examendeelnemer. Proeve van bekwaamheid Acne Instructies examenkandidaat, augustus 2015

NATUURWETENSCHAPPEN DE VERSCHILLEN OPBOUW VAN STOFFEN VERBINDINGEN ELEMENTEN INDELING LEVENDE STOFFEN

BIJSLUITER. TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% ZWAVEL 5% cetomacrogolcrème

MODULE HYDROCORTISON-VASELINECRÈME DMB 1% FNA

BIJSLUITER. LCD 10% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% SALICYLZUUR 10% lanettezalf

Acne. Sommige vormen van acné ontstaan door uitwendige factoren

Ichthyosis. Wat is ichthyosis? Hoe ontstaat ichthyosis? Vissenhuid

4. Jeugdpuistjes (acne)

De aanwezige Antioxidanten in de BeautyStrips bieden bescherming tegen vrije radicalen in de huid van het gezicht met als resultaat een gezonde en

BIJSLUITER. HYDROCHINON 5% TRETINOÏNE 0,05% HYDROCORTISONACETAAT 1% crème HYDROCHINON 5% TRETINOÏNE 0,05% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% crème

Clindamycine 10 mg/ml Teva, oplossing voor cutaan gebruik clindamycine

HUIDVERZORGING NEODERMA NEODERMA-BEHANDELING

BIJSLUITER. PIX LITHANTHRACIS 1,5% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% SALICYLZUUR 1% crème en zalf

BIJSLUITER. HYDROCORTISONACETAAT 1% KETOCONAZOL 2% ZINKOXIDE 10% cetomacrogolcrème

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Hydrocortisonacetaat

Genezing van littekens Tijdens het genezingsproces kunnen er verschillende soorten littekens ontstaan:

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Clindamycine lotion 10 mg/ml FNA, oplossing voor cutaan gebruik Clindamycine hydrochloride hydraat

BIJSLUITER. TETRACYCLINE 3% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% crème en zalf

Dermatologie. Urticaria. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

De kracht van de natuur 4. Faromatique: laat de natuur haar gang gaan 5. Faromatique concentraten 8. Oogcontour/hals concentraat 15

Littekenvorming en littekenbehandeling

Patiënteninformatie. Acne. Informatie over jeugdpuistjes terTER_

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Benzac Wash 5%, suspensie voor cutaan gebruik Benzoylperoxide

Bijsluiter Triamcinolonacetonide 0,1% in paraffine capitis 10% lotion 100 g Versie 1.0

Dermatologie. Seborrhoïsch eczeem. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Dermatologie. Ichthyosis

Antirimpelbehandeling met injectietherapie

BIJSLUITER. LCD 10% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% vaselinelanettecrème

uiterlijke verzorging CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 17 A B X C D huidanalyseformulier

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dalacin-T 10 mg/ml, vloeistof voor cutaan gebruik Clindamycine

Dermatologie. Acne. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Prijslijst : geldig tot februari 2016 GRONDSTOFFEN Alcohol 96 %, zuivere ethanol 1000 ml 35,00

Exameneisen Schoonheidsspecialist niveau 3 Deel 2: Gezichtsbehandeling & Cosmetische Handverzorging

BIJSLUITER. TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% SALICYLZUUR 3% cetomacrogolzalf en TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% SALICYLZUUR 5%, 10% afwasbare lanettebasis

BIJSLUITER. TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% SALICYLZUUR 2% oplossing

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Desoximetason Bipharma 2,5 mg/g, hydrofobe crème desoximetason

Dermatologie. Urticaria. Slingeland Ziekenhuis

Dermatologie. Acne. Afdeling: Onderwerp:

beauty EEn VisaVi uitgave LEVEL basics 3 Katern

Dermatologie. Patiënteninformatie. Acne. Slingeland Ziekenhuis

IOSYSTEM INFORMATIE GIDS

Urticaria (galbulten, netelroos)

GEBRUIKSAANWIJZINGEN

GLY KO LINE GELAATSVERZORGING

uiterlijke verzorging CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 17 A B X C D huidanalyseformulier

Uw behandelend arts heeft acne bij u geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over deze aandoening en de behandelingsmogelijkheden.

12. Urticaria. Dermatologie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

4,5. Opstel door een scholier 1756 woorden 9 april keer beoordeeld. Verzorging

thalasso EXTENSO NATURAL SEA SALTS

ACNE FRANCISCUS VLIETLAND

Acne. Wat is acne? Hoe ontstaat acne? Acne wordt niet veroorzaakt door: Puistjes, jeugdpuistjes

Aandoeningen onder of in de huid

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwer tyuiopasdfghjklzxcvbnmqwerty uiopasdfghjklzxcvbnmqwertyui

BIJSLUITER. TRETINOÏNE 0,1% crème

Jeugdpuistjes en steenpuisten. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Exameneisen Acne Vastgesteld door : Bestuur ANBOS Datum : 18 juli 2011

Hydrocortison Teva 10 mg/g, crème hydrocortisonacetaat

BIJSLUITER. PIX LITHANTHRACIS 1,5% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% SALICYLZUUR 1% hoofdzalf

Wat houdt de ingreep in?

BIJSLUITER. HYDROCORTISONACETAAT 1% vaselinelanettecrème en vaselinecetomacrogolcrème

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Locasalen, zalf. Flumetasonpivalaat, salicylzuur

Transcriptie:

1. Wat wordt onder palpatie verstaan? A) Het bekijken van de huid door een loupe. B) Het bepalen van de huidspanning door middel van voelen. C) Het stellen van vragen aan de cliënt. 2. Hoe noemen we een licht glanzende huid met kleine zichtbare poriën? A) Droog. B) Gecombineerd. C) Normaal. 3. Waarvoor is een vertraagde genezing en littekenvorming kenmerkend? A) Voor een pustula. B) Voor een ulcus. C) Voor een urtica. 4. Welke verschijnselen zijn kenmerkend voor een plaatselijke ontsteking van de huid? A) Pigmentatie en zwelling. B) Roodheid en ontvelling. C) Warmte en zwelling. 5. Wat is een voorbeeld van pathogene micro-organismen? A) Commensalen. B) Gastheercellen. C) Parasieten. 6. Hoe noemt men de gifstoffen die afgescheiden worden door ziekteverwekkende bacteriën? A) Antitoxinen. B) Pustula. C) Toxinen. 7. Hoe wordt een open comedo ook wel genoemd? A) Een black head. B) Een talgcyste. C) Een white head. 8. Waar bevindt zich de haard van de ontsteking bij acne vulgaris? A) In de talgklier. B) In een open comedo. C) In het haarzakje. 9. Wat is kenmerkend voor ichthyosis? A) Een abnormale verhoorning. B) Een overvloedige talgafscheiding. C) Een sterke pigmentatie. Capabel Examens 2011 Pagina 1

10. Welke huidaandoening heeft een inwendige oorzaak? A) Epheliden. B) Furunkels. C) Tinea pedis. 11. Welke huidaandoening kenmerkt zich door de vorming van vlekken in de huid? A) Angulus infectiosus. B) Ichthyosis. C) Naevi pigmentosi senilis. 12. Welke erythemen hebben een fysische oorzaak? A) Erythema caloricum en erythema solaris. B) Erythema pudoris en erythema caloricum. C) Erythema solaris en erythema pudoris. 13. Welke bewering ten aanzien van hypertrichosis is juist? A) Hypertrichosis behoort altijd tot de verworven afwijkingen. B) Hypertrichosis is uitsluitend plaatsgebonden. C) Hypertrichosis kan ontstaan als bijwerking van bepaalde medicijnen. 14. Welke behandelingen hebben de voorkeur bij een atrofische huid? A) Hydraterende behandelingen. B) Kalmerende behandelingen. C) Stimulerende behandelingen. 15. Welke huidafwijking gaat gepaard met heftige jeuk? A) Folliculitis. B) Hidradenitis. C) Scabiës. 16. Welke huidaandoening is kenmerkend voor Berlock dermatitis? A) Hyperhidrosis. B) Hyperkeratose. C) Hyperpigmentatie. 17. Wat is kenmerkend voor een tweedegraads verbranding? A) Een bulla. B) Een ulcus. C) Een urtica. 18. Wat zijn fibromen? A) Bindweefselgezwellen. B) Epitheelgezwellen. C) Pigmentgezwellen. Capabel Examens 2011 Pagina 2

19. Welke huidafwijking mag niet door een schoonheidsspecialist behandeld worden? A) Fibroom. B) Teleangiëctasieën. C) Xanthelasma. 20. Welke aandoening berust op een storing in de onderhuid? A) Een carcinoom. B) Een melanoom. C) Panniculose. 21. Bij welke behandeling moet je bij cliënten met diabetes mellitus extra voorzichtig te werk gaan? A) Klassieke massage. B) Milia verwijderen. C) Wimpers verven. 22. Waar verloopt de incisielijn bij een correctie van een kromme neus? A) Aan de binnenkant van de neus. B) Aan de onderkant van de neus. C) Aan de zijkant, onder de neusvleugels. 23. Hoe kan een dikke onderkin door een plastisch chirurg worden gecorrigeerd? A) Door dermabrasie. B) Door een face-lift. C) Door liposuctie. 24. Wat is de herkomst van lanoline? A) Dierlijk. B) Mineraal. C) Plantaardig. 25. Welke producten bevatten vaak azuleen? A) After-sun producten. B) Crèmes voor een rimpelige huid. C) Lotions met een desinfecterende werking. 26. Wat gebruik je om de hoornlaag te verdunnen bij de behandeling van acne vulgaris? A) Allantoïne en benzoylperoxide. B) Benzoylperoxide en salicylzuur. C) Salicylzuur en magnesiumperoxide. Capabel Examens 2011 Pagina 3

27. Wat is een werking van citroen? A) Adstringerend. B) Kalmerend. C) Ontstekingswerend. 28. Welke stoffen hebben invloed op de huidcapillairen. A) Bergamotte en kastanje. B) Hamamelis en citroen. C) Kastanje en hamamelis. 29. Wat is één van de werkingen van menthol? A) Antiseptisch. B) Hydraterend. C) Verwekend. 30. Welke stof is vochtregulerend? A) Algen-extracten. B) Aluin. C) Azuleen. 31. Welke werkstoffen behoren tot de biostimulantia? A) Aloë vera extracten. B) Fytohormonen. C) Liposomen. 32. Welke werkstoffen worden voor een vette huid geadviseerd? A) Werkstoffen die rijk zijn aan fytohormonen. B) Werkstoffen die rijk zijn aan jodium. C) Werkstoffen die rijk zijn aan zwavel. 33. Wat is een kenmerk van een pasta? A) Het bevat minerale vetten. B) Het bevat vaste stoffen. C) Het bevat werkstoffen. 34. Welke bewering is juist? A) Stikstof behoort tot de elementen en is daarom niet te ontleden. B) Stikstof behoort tot de elementen en is daarom te ontleden in verschillende atomen. C) Stikstof behoort tot de verbindingen en is daarom niet te ontleden. 35. Welke elementen behoren tot de niet-metalen? A) Calcium en kalium. B) Jodium en chloor. C) Natrium en zwavel. Capabel Examens 2011 Pagina 4

36. Wat kun je zeggen over kooldioxide? A) Het is een bestanddeel van de uitgeademde lucht. B) Het is een organische verbinding. C) Het is giftig bij inademing. 37. Welke ionen komen vrij voor in alle basen? A) H+ ionen. B) OH- ionen. C) Zuurstof-ionen. 38. Wat betekent hygroscopisch? A) Vochtaantrekkend. B) Vochtafstotend. C) Vochtopnemend. 39. Wat is in het algemeen de grondvorm van een bodymilk? A) Een o/w emulsie. B) Een suspensie. C) Een w/o emulsie. 40. Wat is de belangrijkste werking van een deodorant? A) Bacteriedodend en parfumerend. B) Desinfecterend en uitdrogend. C) Zweetafscheidingremmend en samentrekkend. Capabel Examens 2011 Pagina 5

Answer Key K:\Itembank\Examiner\SV-bank\SchVerz.xam "Anal2-110111" Exam ID: 1117 K:\Itembank\Examiner\SV-bank\SchVerz\1V000000.TKY The answer key lists the item number, then item difficulty, then the correct answer. For multiple-choice items, this is followed by the points required for mastery, and, if there is more than one correct response, a list of points for each alternative. Other item types show the answer. The item identifier is listed below the item number. The Total Points is the number of possible points in the test. The Number of points required for mastery is the points required to pass the exam. Number Difficulty Answer 1: 0.93 B (12.8.4.1.1.1.3) 2: 0.50 C (13.1.2.1.1.1.2) 3: 0.50 B (13.2.14.1.1.1.1) 4: 0.94 C (13.3.1.1.1.1.3) 5: 0.50 C (13.6.2.1.1.1.3) 6: 0.50 C (13.6.8.2.1.1.2) 7: 0.50 A (14.1.3.2.1.1.3) 8: 0.86 A (14.1.4.1.1.1.1) 9: 0.50 A (14.3.2.6.1.1.1) 10: 0.56 A (14.4.1.1.1.1.1) 11: 0.86 C (14.4.1.3.1.1.1) 12: 0.50 A (14.5.1.1.1.1.2) 13: 0.76 C (14.5.13.1.1.1.2) 14: 0.52 C (14.6.1.1.1.1.1) Capabel Examens 2011 Pagina 1

Answer Key Number Difficulty Answer 15: 0.50 C (14.7.4.1.1.1.4) 16: 0.50 C (14.8.1.1.1.1.2) 17: 0.85 A (14.9.1.3.1.1.1) 18: 0.50 A (14.10.1.3.1.1.6) 19: 0.71 C (14.10.1.3.4.1.3) 20: 0.50 C (14.11.1.1.1.1.1) 21: 0.50 B (14.12.1.1.1.1.1) 22: 0.50 A (15.1.1.1.1.1.2) 23: 0.89 C (15.4.3.1.1.1.1) 24: 0.00 A (16.2.2.1.1.1.3) 25: 0.65 A (17.1.7.1.1.1.2) 26: 0.50 B (17.1.8.1.1.1.1) 27: 0.50 A (17.1.15.1.1.1.2) 28: 0.67 C (17.1.24.1.1.1.2) 29: 0.50 A (17.1.35.1.1.1.1) 30: 0.50 A (17.2.1.1.1.1.3) 31: 0.56 A (17.2.2.1.1.1.2) Capabel Examens 2011 Pagina 2

Answer Key Number Difficulty Answer 32: 0.50 C (17.2.8.1.1.1.3) 33: 0.85 B (18.1.2.2.1.1.2) 34: 0.50 A (19.2.4.2.4.1.1) 35: 0.88 B (19.2.4.2.8.1.1) 36: 0.50 A (19.2.5.1.5.1.1) 37: 0.23 B (19.4.2.1.1.1.1) 38: 0.50 A (19.5.4.4.1.1.1) 39: 0.63 A (20.1.7.1.1.1.1) 40: 0.77 A (20.1.8.1.1.1.2) Total points = 40 Percentage required for mastery = 65% (26 points) Capabel Examens 2011 Pagina 3