Capabel Examens 2011 Pagina 1

Transcriptie

1 1. Waarmee kan opeenhoping van micro-organismen worden voorkomen? A) Door tijdens behandelingen geen sieraden te dragen. B) Door tijdens het werk bedrijfskleding te dragen. C) Door voor de behandeling de handen te wassen. 2. In de branche-codeboeken worden normen gegeven voor het arbeidsproces. Welk symbool duidt op een optimale situatie die geadviseerd wordt? A) B) C) 3. Wat is het doel van de Codeboeken? A) Het beschermen van het leefklimaat van mens, dier en plant. B) Het bevorderen van hygiënisch, veilig en gezond werken. C) Het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening. 4. Hoe kun je jezelf zo goed mogelijk beschermen tegen de gevolgen van een prikaccident? A) Je laten vaccineren tegen een ziekte die door bloedcontact wordt overgebracht. B) Voor iedere cliënt een steriele set instrumenten gebruiken. C) Zorgen dat je bij alle handelingen handschoenen draagt. 5. Waarmee kan stof het beste van het meubilair verwijderd worden? A) Met een stofdoek. B) Met een stofzuiger. C) Met een vochtige doek. 6. Waaraan moet de werkstoel voldoen als je deze goed wilt kunnen reinigen? A) Hij mag geen vocht opnemen. B) Hij moet een glad oppervlak hebben. C) Hij moet tegen schuurmiddelen bestand zijn. 7. Wat is belangrijk bij het op de juiste wijze opruimen en afvoeren van disposable materialen? A) Dat men de materialen in de originele verpakking afvoert. B) Dat men zich bewust is van de milieuschade die ontstaat door het gebruik van deze materialen. C) Dat men zich houdt aan de gemeentelijke richtlijnen. Capabel Examens 2011 Pagina 1

2 8. Beoordeel de volgende uitspraken. I Gebruikte alcohol 70-80% mag verdund via het riool geloosd worden. II Gebruikte mesjes en naalden moeten in een disposable container verzameld worden. A) I en II zijn juist. B) Alleen I is juist. C) Alleen II is juist. 9. Beoordeel de volgende uitspraken. I Een voordeel van kernenergie is dat de lucht weinig vervuild wordt. II Een voordeel van kernenergie is dat het verhoudingsgewijs goedkoop is. A) I en II zijn juist. B) Alleen I is juist. C) Alleen II is juist. 10. Welke brandstof is het minst milieuvervuilend? A) Aardgas. B) Aardolie. C) Steenkool. 11. Waardoor wordt zure regen voornamelijk veroorzaakt? A) Door cfk's. B) Door het gat in de ozonlaag. C) Door uitlaatgassen van auto's. 12. Welk gevolg heeft het gebruik van te veel waspoeder in de wasmachine? A) De was wordt daardoor minder schoon. B) Het is extra vervuilend voor het rioolwater. C) Het veroorzaakt verzuring van het milieu. 13. Welk drijfgas mag niet meer gebruikt worden in spuitbussen? A) Butaan. B) Cfk. C) Propaan. 14. Wat is een gevolg van de afbraak van de ozonlaag? A) Daardoor neemt het aantal gevallen van huidkanker toe. B) Daardoor warmt de aarde langzaam op, waardoor de zeespiegel stijgt. C) Daardoor wordt meer CO 2 gevormd. Capabel Examens 2011 Pagina 2

3 15. Wat zijn verschillen tussen bedrijfsafval en huishoudelijk afval? 1. Bedrijfsafval is meestal meer verontreinigd dan huishoudelijk afval. 2. Bedrijfsafval is meestal giftiger dan huishoudelijk afval. 3. Huishoudelijk afval wordt makkelijker verwerkt dan bedrijfsafval. A) 1 en 2. B) 2 en 3. C) 1, 2 en Wat wordt gerekend tot huishoudelijk afval van een salon? A) Bloedbesmet afval en gootsteenontstopper. B) Folders, krantjes en verpakkingsmateriaal. C) Koffieresten en batterijen. 17. Welke van de volgende afvalproducten mogen bij het huisvuil gedaan worden? 1. Lege batterijen. 2. Oude cassettebandjes. 3. Lege spuitbussen. 4. Kapotte spaarlampen. A) 1 en 2. B) 2 en 3. C) 3 en Hoe kun je milieuvervuiling het beste verminderen? A) Door gebruik van disposable handschoenen. B) Door gebruik van navulverpakkingen. C) Door gebruik van papieren handdoeken. 19. Beoordeel de volgende uitspraken. I Een airconditioning kan de temperatuur en de luchtvochtigheid verlagen. II Het rookverbod in de salon draagt bij aan het behoud van de luchtkwaliteit. A) I en II zijn juist. B) Alleen I is juist. C) Alleen II is juist. 20. Het gebruik van bepaalde disposable materialen in de praktijk is verplicht. Wat hoort daar in het kader van het milieu niet bij? A) Handschoenen. B) Koffie- en theekopjes. C) Naaldcontainers. Capabel Examens 2011 Pagina 3

4 21. Welke van onderstaande richtlijnen met betrekking tot energieverbruik is voor bedrijven wettelijk verplicht? A) De thermostaat 's nachts op nachttemperatuur inschakelen. B) De verwarmingsinstallatie minimaal 1 x per jaar controleren. C) Een tochtportaal gebruiken. 22. Wat is altijd nodig om een elektrisch apparaat te laten werken? A) Een aardleiding. B) Een transformator. C) Energie. 23. Welke soort energie wordt gebruikt voor de opwekking van elektriciteit in een batterij? A) Chemische energie. B) Kernenergie. C) Warmte. 24. Wat is een negatief gevolg van het verbruik van grote hoeveelheden chemische energie? A) Aantasting van de ozonlaag. B) Aantasting van het milieu. C) Overbelasting van het electriciteitsnet. 25. Wat is een doel van de Arbowet? A) Het controleren van de kwaliteit van producten en arbeid. B) Het scheppen van veilige, gezonde arbeidsomstandigheden. C) Het opstellen van goede arbeidsvoorwaarden. 26. Voor de uitvoering van welke wet zijn de werkgever en de werknemer samen verantwoordelijk? A) De Arbowet. B) De Wet Milieubeheer. C) De WIA. 27. Hoe worden ademhalingsklachten door het werken met irriterende producten zo veel mogelijk voorkomen? A) Door altijd door de neus te ademen. B) Door het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. C) Door het inschakelen van de airconditioning. 28. Wat is bij staand werk de beste maatregel om doorgezakte voeten te voorkomen? A) Het dragen van verantwoord schoeisel. B) Rechtop staan. C) Schoenen met steunzolen dragen. Capabel Examens 2011 Pagina 4

5 29. Waarom wordt er in gebruiksaanwijzingen altijd op gewezen dat water en elektrische apparaten een gevaarlijke combinatie vormen? 30. A) Omdat het water dan verandert in stoom en verbranding kan veroorzaken. B) Omdat water de afvoer van elektrische stroom naar de aarde blokkeert. C) Omdat water de elektrische stroom geleidt. Wat betekent dit symbool? A) Aardaansluiting. B) Dubbel geïsoleerd. C) Wisselstroom. 31. Wat wordt bij elektriciteit uitgedrukt in volt? A) De spanning. B) De stroomsterkte. C) Het vermogen. 32. Waaraan kun je een geaard stopcontact herkennen? A) Aan de plaats van de twee pengaten. B) Aan de twee metalen contacten in de rand. C) Aan het KEMA keurmerk. 33. Wat is het doel van de inhoudsopgave van een verbandtrommel? A) Hulp bieden bij het kiezen van het juiste middel bij bepaalde verwondingen. B) Informatie geven over eventueel benodigde aanvullingen. C) Instructie geven over het behandelen van verschillende verwondingen. 34. Waarom mag je een brand in een elektriciteitskast nooit met water blussen? A) Omdat blussen overbelasting van het elektriciteitsnet tot gevolg heeft. B) Omdat door kortsluiting de hoofdstop kan doorbranden. C) Omdat je dan onder stroom kan komen te staan. 35. Wanneer is sprake van een aandoening met een thermische oorzaak? A) Bij een brandwond. B) Bij een schaafwond. C) Bij een zwelling door stoten. 36. Aan welke eis moeten beschermende handschoenen voldoen, die gebruikt worden tijdens de werkzaamheden in de salon? A) Ze moeten gesteriliseerd zijn. B) Ze moeten ruim om de knokkels zitten. C) Ze moeten ruim om de vingers zitten. Capabel Examens 2011 Pagina 5

6 37. Wat is kenmerkend voor eczeem? A) De aandoening is sterk begrensd. B) De aandoening kan heftig jeuken. C) De huid is altijd droog en schilferig. 38. Beoordeel de volgende uitspraken. I Allergene stoffen kunnen eczeem veroorzaken. II Corrosieve stoffen veroorzaken irritatie. A) I en II zijn juist. B) Alleen I is juist. C) Alleen II is juist. 39. Waarmee kun je je handen behandelen om de nadelige gevolgen van ontvettende en vochtonttrekkende stoffen te herstellen? A) Met desinfecterende zeep. B) Met overvette zeep. C) Met stimulerende handcrème. 40. Hoe kun je het opbouwen van een nikkelallergie voorkomen? A) Alle metalen instrumenten voor het gebruik grondig desinfecteren. B) Contact met nikkelhoudend staal voorkomen. C) Jezelf laten testen op overgevoeligheid voor nikkel. Capabel Examens 2011 Pagina 6

7 Answer Key K:\Itembank\Examiner\BOV-bank\Ham-p&p.xam "HAM-VV " Exam ID: 788 K:\Itembank\Examiner\BOV-bank\Ham-p&p\WL TKY The answer key lists the item number, then item difficulty, then the correct answer. For multiple-choice items, this is followed by the points required for mastery, and, if there is more than one correct response, a list of points for each alternative. Other item types show the answer. The item identifier is listed below the item number. The Total Points is the number of possible points in the test. The Number of points required for mastery is the points required to pass the exam. Number Difficulty Answer 1: 0.50 A ( ) 2: 0.49 C ( ) 3: 0.50 B ( ) 4: 0.50 A ( ) 5: 0.71 C ( ) 6: 0.50 B ( ) 7: 0.46 C ( ) 8: 0.80 A ( ) 9: 0.21 A ( ) 10: 0.59 A ( ) 11: 0.50 C ( ) 12: 0.50 B ( ) 13: 0.73 B ( ) 14: 0.17 A ( ) Capabel Examens 2011 Pagina 1

8 Answer Key Number Difficulty Answer 15: 0.54 C ( ) 16: 0.50 B ( ) 17: 0.56 B ( ) 18: 0.83 B ( ) 19: 0.50 A ( ) 20: 0.50 B ( ) 21: 0.60 B ( ) 22: 0.50 C ( ) 23: 0.69 A ( ) 24: 0.50 B ( ) 25: 0.50 B ( ) 26: 0.83 A ( ) 27: 0.75 B ( ) 28: 0.31 A ( ) 29: 0.50 C ( ) 30: 0.50 C ( ) 31: 0.50 A ( ) 32: 0.50 B Capabel Examens 2011 Pagina 2

9 Answer Key Number Difficulty Answer ( ) 33: 0.36 B ( ) 34: 0.50 C ( ) 35: 0.65 A ( ) 36: 0.85 B ( ) 37: 0.50 B ( ) 38: 0.50 B ( ) 39: 0.72 C ( ) 40: 0.66 B ( ) Total points = 40 Percentage required for mastery = 65% (26 points) Capabel Examens 2011 Pagina 3