Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Vergelijkbare documenten
Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

S plant beschikbaar kg S/ha 5 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 690 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

S-totale bodemvoorraad mg S/kg 220 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

S plant beschikbaar kg S/ha 14 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 360 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 6

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

ANALYSERAPPORT SPURWAY TOTAAL VOORBEELD

Welkom op de Expertdagen Back to basics

Casus Bodemkwaliteit Gemengd op Klei

Fysische eigenschappen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

Thema 4: Een gezonde bodem

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bokashi als bodemverbeteraar. Resultaten van het veldonderzoek

Vernieuwing bemestingsadviezen op basis van capaciteit en intensiteit. Janjo de Haan, Wageningen UR

De positieve kant van onkruid Boomkwekerij Hans Puijk - Vlamings

RELEVANTE ONTWIKKELINGEN

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Werken aan bodem is werken aan:

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

5 Voederbieten. November

Bemesting kool en relatie tot trips.

Bodemvruchtbaarheid. Arjan Reijneveld. Dr. Arjan Reijneveld BLGG, Wageningen. August 27, 2013

2.2 Grasland met klaver

Mycorrhizae 3. Test met Micosat 3. Testen in het veld 5. Resultaten 6. Conclusie 7. Proefveld Noord-Brabant 1 8. Proefveld Noord-Brabant 2 10

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Module Plantenvoeding

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

Voederwaardeonderzoek Gras ingekuild Voeding compleet Plaat 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Organische stof, de kern van bodemkwaliteit voor de aardappel. Wageningen Potato Centre 20 september 2017 Janjo de Haan

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Programma: Studiemiddag Klein- en Steenfruit

Het gebruik van gips in de fruitteelt

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

Kuilkenner Gras ingekuild 1e snee alde silo. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet 3e snee. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Een moderne (bodem)analyse. begrijpt u het nog? Korte impressie ALTIC Uitleg (bodem)analyses Toepassing in de praktijk

Bemesting. Fosfaatgebruiksnormen. Mestwetgeving Wettelijk op maisland: 112 kg N/ha/jaar en bij hoge PW 50 kg P205/ha/jaar

Grondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee

Kennismiddagen 2017

ORGANISCHE STOF BEHEER

Organische stof in de vollegronds tuinbouw. 4 november 2013, Henk van Reuler

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Zwavel als oorzaak van problemen? dr. Guillaume Counotte

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

Programma Expertdag Tijd Onderwerp

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

Bodem-Plant-Dier Studiegroep Terschelling. Gerrit Hegen

Teelthandleiding wettelijke regels

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink

Analyse grondmonsters kavel 2

Analyse grondmonsters kavel 1

De bodem doorgrond: kengetallen op het grondverslag en ontwikkelingen in het bodemonderzoek. Dr. Petra van Vliet Blgg Oosterbeek (NL)

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

meststoffen voor meesterlijk grasland! groei door kennis

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

Goede bemesting geeft gezonde planten

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid van tuinen en openbaar groen in Vlaanderen.

GRONDONTLEDING, DE BASIS VOOR ELKE TUIN EN ELK PARK. 4 DECEMBER 2014 Stan Deckers BDB

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

BODEMANALYSE PAKKET 1

Bemesting aardappelen2017

Bodemverbetering Boomkwekerij Leune Ondertitel: onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

Het Wortelrapport 2017 De effecten van de toepassing van mycorrhiza, schimmels en bacteriën op de groei van wortels

Welkom. Themadag Blgg Akkerbouw De bodem doorgrond


landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt gesloten teelten CSPE KB minitoets bij opdracht 3

1 Gewassen en hun afwijkingen Kennismaking met de plant Afwijkingen in de teelt Afsluiting 24

Effluenten van de biologische mestverwerking

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Organische stof. Focus on Farming Wageningen, 27 november 2018 Janjo de Haan

Examenopgaven VMBO-KB 2004

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Transcriptie:

Bemestingswijzer Fruitteelt Uw klantnummer: 5001382 Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Kees Nieuwenhuizen: 0652761234 T klantenservice: 088 876 1010 E klantenservice@eurofins-agro.com I www.eurofins-agro.com Voorbeeldverslag Postbus 170 6700 AD WAGENINGEN Onderzoek Onderzoek-/ordernr: Datum monstername: Datum verslag: 110508/003034826 16-11-2017 28-11-2017 Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog N-totale bodemvoorraad kg N/ha 6650 4270-6770 Chemisch C/N-ratio 9 13-17 N-leverend vermogen kg N/ha 130 95-145 S-plantbeschikbaar kg S/ha 14 20-30 S-totale bodemvoorraad kg S/ha 1030 690-1175 C/S-ratio 60 50-75 S-leverend vermogen kg S/ha 17 20-30 P-plantbeschikbaar kg P/ha 4,4 7,6-10,6 P-bodemvoorraad kg P/ha 500 450-580 K-plantbeschikbaar kg K/ha 470 440-560 K-bodemvoorraad kg K/ha 805 485-645 Ca-plantbeschikbaar kg Ca/ha 165 210-495 Ca-bodemvoorraad kg Ca/ha 11145 8390-12585 Mg-plantbeschikbaar kg Mg/ha 240 230-290 Mg-bodemvoorraad kg Mg/ha 510 365-670 Na-plantbeschikbaar kg Na/ha 40 105-145 Na-bodemvoorraad kg Na/ha 70 70-100 Fysisch Si-plantbeschikbaar g Si/ha 25010 17650-94150 Fe-plantbeschikbaar g Fe/ha 3650 7360-13240 Zn-plantbeschikbaar g Zn/ha 470 1470-2210 Mn-plantbeschikbaar g Mn/ha 4710 5880-9120 Cu-plantbeschikbaar g Cu/ha 140 120-190 Co-plantbeschikbaar g Co/ha 10 15-25 B-plantbeschikbaar g B/ha 190 295-440 Mo-plantbeschikbaar g Mo/ha 9470 290-14710 Se-plantbeschikbaar g Se/ha 21 10-13 Zuurgraad (ph) 6,3 5,4-5,7 C-organisch % 2,1 Organische stof % 4,2 C/OS-ratio 0,50 0,45-0,55 Koolzure kalk % 0,5 2,0-3,0 Klei (<2 µm) % 44 Silt (2-50 µm) % 28 Zand (>50 µm) % 23 Slib (<16 µm) % 52 Klei-humus (CEC) mmol+/kg 211 > 260 CEC-bezetting % 100 > 95 Ca-bezetting % 90 80-90 Mg-bezetting % 6,8 6,0-10 K-bezetting % 3,3 2,0-5,0 Na-bezetting % 0,5 1,0-1,5 H-bezetting % < 0,1 < 1,0 Al-bezetting % < 0,1 < 1,0 Pagina: 1

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed zeer goed Verkruimelbaarheid rapportcijfer 2,5 6,0-8,0 Verslemping rapportcijfer 6,6 6,0-8,0 Stuifgevoeligheid rapportcijfer 9,0 6,0-8,0 Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog Biologisch Vochthoudend vermogen mm 46 Bodemleven mg N/kg 58 60-80 Essentiële Nutriënten Elk gewas heeft voedingsstoffen nodig. De essentiële nutriënten waar een gewas het meest van nodig heeft, zijn stikstof (N), zwavel (S), fosfaat (P), kalium (K), calcium (Ca) en magnesium (Mg). De andere essentiële nutriënten zijn de sporenelementen ijzer (Fe), zink (Zn), mangaan (Mn), koper (Cu), borium (B), molybdeen (Mo) en chloor (Cl). Een gewas heeft van sporenelementen relatief weinig nodig, maar een tekort kan bij ieder gewas opbrengst- en of kwaliteitsverlies veroorzaken. Een aantal andere nutriënten (natrium, silicium, kobalt, selenium) kunnen ook van belang zijn voor onder andere opbrengst, kwaliteit, weerbaarheid, stevigheid, vruchtbaarheid, smakelijkheid en (dier)gezondheid. Elementen kunnen elkaar ook beconcurreren. Als bijvoorbeeld de Mg-toestand 'goed' is maar de K- toestand 'hoog' is, kan er alsnog een Mg-tekort ontstaan. De adviesgiften houden derhalve ook rekening met deze interacties. Bemestingsadviezen en wetgeving De bemestingsadviezen streven een landbouwkundig optimale opbrengst en kwaliteit na. De adviezen houden geen rekening met restricties vanuit wetgeving. Wanneer u op bedrijfsniveau niet voldoende ruimte heeft, adviseren we de giften van de minst behoeftige gewassen te verminderen, overleg met uw adviseur. Wetgeving Lever de resultaten van grondonderzoek ieder jaar opnieuw in voor 15 mei van het betreffende jaar. Dat kunt u doen op www.rvo.nl/aangifte. Voor dit perceel kunt u de volgende waarden doorgeven: P-Al = 39 mg P 2 O 5 /100 g Pw = 28 mg P 2 O 5 /l Pagina: 2

Advies Frequentie Gewas Adviesgift 2018 2019 in kg per ha per jaar Stikstof (N) Peren bestaand 90 90 Sulfaat (SO 3 ) Peren bestaand 0 0 Fosfaat (P 2 O 5 ) Peren bestaand 30 30 Kali (K 2 O) Peren bestaand 400 400 Bij uitstrooien in december/januari kan als kalimeststof chloorhoudende kali worden gebruikt. In alle andere gevallen chloorarme kali gebruiken. Op deze grond kan in belangrijke mate kalifixatie optreden waardoor een hogere kaligift nodig is dan geadviseerd. Calcium (CaO) Peren bestaand 140 140 Magnesium (MgO) Peren bestaand 75 75 Er wordt geadviseerd om de magnesiumbemesting begin maart uit te voeren. Zink (Zn) per jaar Peren bestaand 0,5 Mangaan (Mn) Er is Mn-gebrek te verwachten. Koper (Cu) per jaar Peren bestaand 0 Borium (B) per jaar Peren bestaand 0 Kalk (nw) eenmalig Peren bestaand 0 Bodemstructuur Effectieve org. stof per jaar 2360 Calcium (CaO) eenmalig 0 Magnesium (MgO) eenmalig 150 Toelichting De resultaten en/of het advies van dit bemestingsonderzoek kunt u t/m 2019 gebruiken. Laat het perceel daarna opnieuw bemonsteren. Dan krijgt u een betrouwbaar bemestingsadvies gebaseerd op de actuele bodemtoestand. Zwavel: Zwavel (S) komt vrij bij de afbraak van organische stof of mest. Deze afbraak vindt plaats door bodemleven. Bodemleven is onder koudere omstandigheden niet erg actief. Vroeg in het voorjaar komt er derhalve weinig S vrij uit de bodem. Voor veel vroege gewassen kan het dan ook verstandig zijn om S te bemesten, zelfs al is de bodemvoorraad goed of hoog (overleg met uw adviseur). Kali: Het K-getal is voor dit perceel 39 Calcium: Het calciumadvies is - afhankelijk van de bodemtoestand - deels gewasgericht en deels bodemgericht. Het gewasgerichte CaO-bemestingsadvies (direct onder het kaliadvies) is voornamelijk bedoeld om de kwaliteit van gewassen te verbeteren. Het bodemgerichte advies is bedoeld om de bodemvoorraad van calcium op peil te brengen en zal daarnaast een positief effect hebben op de bodemstructuur (zie CEC-driehoek). Let op: mogelijk krijgt u ook een kalkgift geadviseerd. U hoeft niet meerdere keren calcium te geven; calcium uit stikstof-, fosfaaten kalkmeststoffen dient u hierop in mindering te brengen. Magnesium: Het magnesiumadvies is gebaseerd op de K/Mg verhouding. Waardering en gift kunnen hierdoor in tegenspraak zijn met het streeftraject.. Natrium: Uit onderzoek blijkt dat een natriumgift voor deze teelt niet zinvol is. Er wordt dus geen waardering en advies gegeven. Natrium wordt echter wel gemeten omdat het onderdeel is van het klei-humuscomplex (CEC-bezetting). Mangaan: Bij de waardering van mangaan wordt rekening gehouden met de ph van de bodem. Gebrek is bij vele gewassen een oorzaak van kwaliteitsvermindering en opbrengstderving. Het gebrek is het eerst zichtbaar in de jongste bladeren, deze worden bleekgroen, vouwen zich samen en worden slap. Het advies is om in de periode dat het gewas het snelst groeit een bladbemesting uit te voeren. De gewassen aardappelen, bieten, granen, erwten, uien, bonen, kool, wortelen, sla en koolzaad zijn het meest gevoelig voor mangaangebrek. Pagina: 3

Bontheid BodemScout toont - gebaseerd op 9 jaar satellietbeelden - de structurele verschillen binnen een gewasperceel; waar deed het gewas het gemiddeld beter en waar slechter? Geeft de BodemScout aan dat uw perceel heel heterogeen is, dan kunt u eerst onderzoeken waardoor de verschillen veroorzaakt worden (zoals structuur, vochtbinding, (schadelijk) bodemleven, tekort aan nutriënten, phtoestand) en vervolgens uw management aanpassen aan deze informatie. Pagina: 4

Organische stof In de gekleurde balk staat de informatie over organische stof (kg/ha) die u moet weten om het organische stofgehalte niet te laten dalen. 119960 3610 1250 2360 3,8 % 4,2 % Organische stof Jaarlijks afbraakpercentage van de totale voorraad organische stof (%): 2,9 Voorraad organische stof die over 1 jaar in de bemonsterde laag nog aanwezig zal zijn als er geen (effectieve) organische stof wordt aangevoerd. Totaal benodigde aanvoer van effectieve organische stof als gevolg van afbraak van de organische stof. Aanvoer via gewasresten (gemiddeld binnen opgegeven bouwplan of gewassen). Nog aan te vullen via bijv. dierlijke mest, groenbemesters en/of compost. Gewas(rest) Peren bestaand 1250 ------- Gemiddelde aanvoer/jaar 1250 Aanvoer effectieve organische stof Als aanvoer uit grasresten is gerekend met 250 kg effectieve organische stof (50% dekking met gras). Bij volledige grasdekking kunt u nog eens 250 kg aanvoer extra inrekenen. Om het organische stofgehalte met 0,1% te verhogen dient u een extra hoeveelheid effectieve organische stof aan te voeren van: 2940 kg per ha. Weergave van de kwaliteit van de organische stof Organische stof bestaat uit met name C, N, P, S. Wanneer de organische stof relatief veel N en of S bevat is dit aantrekkelijk voor bodemleven. Bodemleven vreet deze organische stof graag. Hierbij komt N en S vrij en het gehalte aan organische stof daalt licht (dynamische organische stof). Organische stof kan ook veel C bevatten. Dat is over het algemeen minder aantrekkelijk voor bodemleven. De organische stof wordt derhalve minder aangevreten door bodemleven; de organische stof is stabieler. Stabiele organische stof draagt onder andere bij aan de bewerkbaarheid van de bodem en aan de rulheid. Dynamische organische stof draagt bij aan met name het vrijkomen van N en S en is daarmee een bron van deze nutriënten voor het gewas. De kwaliteit van de organische stof is (geleidelijk) aan te passen door onder andere te letten op de eigenschappen van bodemverbeteraars als dierlijke mest, compost en gewasresten. Fysisch De beoordeling van de potentiële structuur wordt gedaan op basis van de verhouding tussen calcium, magnesium en overige kationen aan het klei-humuscomplex. Uiteraard is de werkelijke structuur ook afhankelijk van weersomstandigheden en vochttoestand van de bodem tijdens berijden en bewerken en de zwaarte van machines. Weergave onderlinge verhouding van de CEC-bezetting optimale structuur goede structuur matige structuur zeer matige structuur slechte structuur huidige situatie van dit perceel Pagina: 5

Fysisch Weergave van de textuurdriehoek Naast klei (lutum), worden ook de silt- en zandfracties weergegeven. Klei is kleiner dan 2 micrometer (µm), siltdeeltjes zijn 2-50 µm en zanddeeltjes groter dan 50 µm. De onderlinge verdeling van bodemdeeltjes wordt onder andere gebruikt om het verslempingsrisico van een bodem in te schatten. Bij verslemping wordt de bodem dichtgesmeerd met kleinere deeltjes (klei en silt). Een heel eenzijdige verdeling (bijvoorbeeld hoofdzakelijk zand- of kleideeltjes) levert het minste risico van slemp op. Bij 10-20% klei is het risico op slemp het grootst. Mediaan van de granulaire zandfractie (M50) = 184 µm M50 is een maat voor de grofheid van zand. We benutten dit bij het vaststellen van het waterbindend vermogen (pf). De verkruimelbaarheid - onderlinge binding tussen de bodemdeeltjes - is niet optimaal. De maatregelen om de verkruimelbaarheid te verbeteren zijn divers. Overleg met uw voorlichter. Gezien het resultaat is de kans op verslemping klein. Weergave van de waterretentiecurve De hoeveelheid plant beschikbaar water in de bemonsterde laag is 46 mm. Dit is wat u maximaal zou moeten beregenen. Alles wat u meer geeft spoelt af van het perceel of zakt naar diepere lagen. Als het vochtgehalte van het perceel daalt hebben gewassen moeite om voldoende water op te nemen, de grens ligt bij pf 3,3. Wanneer u het vochtgehalte kan bepalen, begin dan met beregenen als het vochtgehalte van dit perceel op 32,4 % vocht zit en geef dan 29 mm. Het actuele vochtgehalte kan bepaald worden door een vochtsensor of verzamel grond van een tiental plekken in het perceel. Meet het gewicht van de vochtige grond en het gewicht van de grond na 24 uur drogen. Het verschil tussen de twee is een indicatie van het vochtgehalte van het perceel. Pagina: 6

Contact & info Bemonsterde laag: 0-25 cm Grondsoort: Klei Monster genomen door: Eurofins Agro, Herman Dorresteijn Contactpersoon monstername: Kees Nieuwenhuizen: 0652761234 Bemonsteringsmethode: W-patroon, min. 40 steken; volgens Eurofins Agro standaard MIN 1010 Specificatie oppervlakte: Normaal Na verzending van dit verslag wordt, indien de aard en de onderzoeksmethode van het monster dit toelaat, het monster nog twee weken bij Eurofins Agro voor u bewaard. Binnen deze tijd kunt u eventueel reclameren en/of aanvullend onderzoek aanvragen. Methode Resultaat Eenheid Methode RvA Analyse N-totale bodemvoorraad 2260 mg N/kg Em: NIRS (TSC ) Q resultaten S-plantbeschikbaar 4,8 mg S/kg Em: CCL3(PAE ) S-totale bodemvoorraad 350 mg S/kg Em: NIRS (TSC ) Q P-plantbeschikbaar 1,5 mg P/kg Em: CCL3(PAE ) Q P-bodemvoorraad (P-Al) 39 mg P 2 O 5 /100 g PAL1: Gw NEN 5793 Q K-plantbeschikbaar 159 mg K/kg Em: CCL3(PAE ) Q K-bodemvoorraad 7,0 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Ca-plantbeschikbaar 0,7 mmol Ca/l Em: NIRS (TSC ) Ca-bodemvoorraad 204 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Mg-plantbeschikbaar 81 mg Mg/kg Em: CCL3(PAE ) Q Mg-bodemvoorraad 14,3 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Na-plantbeschikbaar 14 mg Na/kg Em: CCL3(PAE ) Q Na-bodemvoorraad 1,0 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Si-plantbeschikbaar 8500 µg Si/kg Em: CCL3(PAE ) Fe-plantbeschikbaar 1240 µg Fe/kg Em: CCL3(PAE ) Zn-plantbeschikbaar 160 µg Zn/kg Em: CCL3(PAE ) Mn-plantbeschikbaar 1600 µg Mn/kg Em: CCL3(PAE ) Q Cu-plantbeschikbaar 47 µg Cu/kg Em: CCL3(PAE ) Q Co-plantbeschikbaar 3,9 µg Co/kg Em: CCL3(PAE ) Q B-plantbeschikbaar 65 µg B/kg Em: CCL3(PAE ) Q Mo-plantbeschikbaar 3220 µg Mo/kg Em: CCL3(PAE ) Se-plantbeschikbaar 7,3 µg Se/kg Em: CCL3(PAE ) Zuurgraad (ph) 6,3 Em: NIRS (TSC ) C-organisch 2,1 % Em: NIRS (TSC ) Q Organische stof 4,2 % Em: NIRS (TSC ) Q C-anorganisch 0,12 % Em: NIRS (TSC ) Koolzure kalk 0,5 % Em: NIRS (TSC ) Klei (<2 µm) 44 % Em: NIRS (TSC ) Silt (2-50 µm) 28 % Em: NIRS (TSC ) Zand (>50 µm) 23 % Em: NIRS (TSC ) Klei-humus (CEC) 211 mmol+/kg Em: NIRS (TSC ) Bodemleven 58 mg N/kg Em: NIRS (TSC ) De op pagina 1 en 2 bij Resultaat vermelde waarden zijn berekend uit bovenstaande analyseresultaten. Q Methode geaccrediteerd door RvA Em: Eigen methode, Gw: Gelijkwaardig aan, Cf: Conform De resultaten zijn weergegeven in droge grond. Pagina: 7