STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73985 22 december 2017 ADDENDUM Uitvoeringsovereenkomst, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Extra Sneltrein Groningen Leeuwarden De Ondergetekenden: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProRail B.V., statutair gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende op het adres Moreelsepark 3, 3511 EP te Utrecht, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30.124.359, te dezen vertegenwoordigd door de directeur regio Noord-Oost, de heer ing. J.A.H. Mulder, hierna genoemd ProRail, De provincie Fryslân, te dezen krachtens artikel 176 van de Provinciewet vertegenwoordigd door de heer drs. A.A.M. Brok, commissaris van de Koning, handelend ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân van 31 oktober 2017 met nummer 01455427, hierna genoemd: de Provincie Fryslân, De provincie Groningen, te dezen krachtens artikel 176 van de Provinciewet vertegenwoordigd door de heer mr.drs. F.J. Paas, commissaris van de Koning, handelend ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van de provincie Groningen van 31 oktober 2017 met nummer K4424, hierna genoemd: de Provincie Groningen, De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mevrouw drs. S. van Veldhoven-Van der Meer, handelende als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: IenW. Hierna gezamenlijk te noemen de Partijen, en afzonderlijk Partij de Provincie Groningen en de Provincie Fryslân tezamen te noemen de Provincies. Overwegende dat: a) Partijen op 2 juli 2015 een overeenkomst (hierna: de Uitvoeringsovereenkomst) hebben gesloten, waarin afspraken zijn neergelegd met betrekking tot het project dat is omschreven in artikel 1 van de Uitvoeringsovereenkomst (hierna: het Project); b) in artikel 5 lid 7 van de Uitvoeringsovereenkomst is bepaald dat het in artikel 1 van de Uitvoeringsovereenkomst omschreven Formeel opdrachtgeverschap voor het Project van IenM kan worden overgedragen aan de Provincies; c) de Provincies concessieverlener voor het vervoer zijn voor het traject Leeuwarden Groningen; d) bij de Provincies reeds het Inhoudelijk opdrachtgeverschap berust, zoals dat is omschreven in artikel 1 van de Uitvoeringsovereenkomst; e) tijdens de realisatiefase van het Project de meeste kosten worden gemaakt; f) voor het Project een Tracéwetprocedure wordt gevolgd en IenW op basis van de Tracéwet bevoegd gezag is; g) de realisatiefase van het Project start na publicatie van het Tracébesluit; h) de Provincies risicodrager zijn van het Project en het gelet hierop wenselijk is om ook het Formeel opdrachtgeverschap, als bedoeld in artikel 5 lid 7 van de Uitvoeringsovereenkomst, voor de realisatiefase over te dragen aan de Provincies; i) na publicatie van het Tracébesluit het een logisch moment is dat IenW zich als opdrachtgever terugtrekt; j) gemaakte kosten voor de planuitwerking (PEAT) van de onderdoorgangen tot aan het moment van publicatie contract ten laste komen van het algemene Projectbudget; k) tijdens het Bestuurlijk Overleg SNN/ Overijssel/ ProRail/ IenW op 17 maart 2017 gelet op het voorgaande is besloten om het Formeel opdrachtgeverschap van het Project in zijn geheel over te laten gaan van IenM naar de Provincies met ingang van het moment waarop het Tracébesluit voor het Project wordt gepubliceerd door de Staatsecretaris; l) er om praktische redenen voor het aanvragen van voorschotten door ProRail aan de Provincies, als gevolg van het wijzigen van opdrachtgeverschap, voor 1 januari 2018 is gekozen; m) met deze overdracht naast het Inhoudelijk opdrachtgeverschap tevens het Formeel Opdrachtgeverschap en daarmee het opdrachtgeverschap van het Project, behoudens hetgeen in navolgende overweging is gesteld, in zijn geheel bij de Provincies zal berusten; n) deze overdracht echter niet ziet op het opdrachtgeverschap jegens de Aannemer, zoals dat op 1 Staatscourant 2017 nr. 73985 22 december 2017
grond van art. 3 van de Uitvoeringsovereenkomst bij ProRail berust en ook na inwerkingtreding van dit Addendum blijft berusten; ARTIKEL I Begripsomschrijvingen In deze wijzigingsovereenkomst gelden de opgenomen omschrijvingen van gebruikte begrippen uit artikel 1 van de Uitvoeringsovereenkomst, welke met een hoofdletter worden aangeduid met uitzondering van de definities formeel opdrachtgever en inhoudelijk opdrachtgever. Aan artikel 1 wordt toegevoegd: Spoorinfra: De Spoorinfra zijn de te realiseren maatregelen exclusief de Onderdoorgang Paterswoldseweg en de Maatregelen Hurdegaryp. ARTIKEL II Wijzigingen in de tekst van de Uitvoeringsovereenkomst ESGL De volgende artikelnummers van de Uitvoeringsovereenkomst worden gewijzigd en/ of toegevoegd: Overweging h wordt gewijzigd in: Dat de Provincies dragers zijn van het Risico voor de planuitwerking en de realisatie van het Project en als opdrachtgever van de hiermee gemoeide RSP-ZZL gelden zullen optreden; Overweging x vervalt Artikel 3.3b wordt gewijzigd in: de Provincies opdrachtgever van ProRail en gezamenlijk financier zijn met uitzondering van de bijdragen vanuit LVO en ProRail AM. Artikel 3.3.c wordt gewijzigd in: De Provincies drager van het Risico zijn zoals bedoeld in artikel 7. Artikel 3.4b wordt gewijzigd in: De provincie Groningen is opdrachtgever van ProRail. Artikel 3.4c wordt gewijzigd in: De provincie Groningen is, met inachtneming van sub d van lid 4, financier van de Onderdoorgang Paterswoldseweg en het dek voor de busbaan en de ontsluitingsweg Laanhuizen en het als gevolg daarvan verwijderen van de Baleybrug, alsmede het (verlengde)opstelspoor bij de Paterswoldseweg. Artikel 3.4e vervalt. Artikel 3.5b wordt gewijzigd in: De provincie Fryslân is opdrachtgever van ProRail. Artikel 3.5c wordt gewijzigd in: De provincie Fryslân is, met inachtneming van sub d van lid 5, financier van de Maatregelen Hurdegaryp. Artikel 3.5d wordt gewijzigd in: IenW (vanuit het programma LVO) levert een eenmalige vaste bijdrage aan de Maatregelen Hurdegaryp. Artikel 3.5e vervalt Artikel 4 lid 2 vervalt de zin onder de tabel. Artikel 4.7 ProRail AM stelt ten behoeve van de realisatie van de kunstwerken Fanerweg en Zuidwending, een vaste bijdrage beschikbaar van respectievelijk 800.000, en 200.000, exclusief BTW prijspeil 2017. Naast deze vaste bijdrage van totaal 1.000.000 komt mogelijk nog een nader te bepalen vaste bijdrage van ProRail AM aan het Kunstwerk Hoendiep (KW60) ten behoeve van het onderhoud. Voor deze onderdelen zijn de Provincies risicodrager. Daarnaast draagt ProRail AM 2.900.599,10 exclusief BTW prijspeil 2017 bij aan het Project voor de onderdelen: a) BBV/ Taakregels; b) Wijziging storingsmelders overwegen; c) Wisselverwarming. Voor deze onderdelen (onder a, b en c) is ProRail AM risicodrager. Alle in dit lid genoemde middelen van ProRail AM zijn aanvullend op het Projectbudget zoals opgenomen in artikel 4 lid 2. Artikel 4.8 IenW heeft vanuit het programma Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) per brief van 8 december 2015 met kenmerk IENN/BSK-2015/242687 3.105.092,98 exclusief BTW prijspeil 2017 beschikbaar gesteld voor de Maatregelen Hurdegaryp. Dit is onderdeel van het Projectbudget zoals opgenomen in artikel 4 lid 2. 2 Staatscourant 2017 nr. 73985 22 december 2017
Artikel 5 vervalt en wordt gewijzigd in: 1. ProRail rapporteert drie keer per jaar aan de Provincies en vraagt ten behoeve van de resterende planuitwerking en de resterende realisatie van het Project drie keer per jaar een voorschot aan bij de Provincies. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen Maatregelen Hurdegaryp, Onderdoorgang Paterswoldseweg en de Spoorinfra. ProRail geeft aan de Provincies op de voorschotfactuur een overzicht van de werkelijke kosten van de afgelopen vier maanden. Het verschil tussen de geraamde kosten en de werkelijk gemaakte kosten in de afgelopen vier maanden wordt verrekend met de voorschotfactuur. 2. ProRail heeft beschikkingen ontvangen van IenW voor de planuitwerking en realisatie van het Project. Het gaat om de volgende beschikkingen: IENM/BSK-2011/118389 d.d. 8 september 2011 (extra vanuit motie Koopmans) 113.047,55 IENM/BSK-2012/196937 d.d. 28 september 2012 173.000,00 IENM/BSK-2013/227011 d.d. 30 september 2013 6.858.884,81 IENM/BSK-2014/191970 d.d. 3 september 2014 2.416.775,00 Wijzigingsbeschikking 2015, IENM/BSK-2015/124470, d.d. 6 juli 2015 4.597,63 IEM/BSK-2015/202250, d.d. 26 november 2015 4.768.240,00 Wijzigingsbeschikking 2016, IENM/BSK-2016/112924, d.d. 13 juli 2016 9.107,34 Wijzigingsbeschikking 2017, IENM /BSK-2017/155768, d.d. 14 juni 2017 8.664,30 IENM/BSK-2015/202394, d.d. 26 november 2015 26.150.032,00 Wijzigingsbeschikking 2016, IENM/BSK-2016/112924, d.d. 13 juli 2016 48.895,27 Wijzigingsbeschikking 2017, IENM /BSK-2017/155768, d.d. 14 juni 2017 280.089,09 3. Per 31 december 2017 worden alle afgegeven beschikkingen zoals opgenomen in artikel 5 lid 2 van IenW aan ProRail afgerekend en vastgesteld. ProRail bepaalt op peildatum 31 december 2017 wat het restant is van de afgegeven beschikkingen zoals bedoeld in artikel 5 lid 2. Het totaal van de in lid 2 genoemde beschikkingen, verminderd met de betalingen tot en met 31 december 2017, vormt het restant. Het restant wordt toegevoegd aan de RSP-ZZL middelen van het Rijk voor het concrete project Leeuwarden Groningen. Vanaf 1 januari 2018 kunnen alle betalingen meegenomen worden in het overzicht van de werkelijke kosten zoals bedoeld in artikel 5 lid 1. 4. Naast het restant van de eerder afgegeven beschikkingen zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 is er bij IenW een bedrag beschikbaar gesteld van 70.823.139 prijspeil 2017 voor de realisatie van het Project. Na aftrek van de middelen voor de Onderdoorgang Paterswoldseweg en Hurdegaryp vanuit RSP-ZZL die aan de Provincies worden uitbetaald (zie artikel 5 lid 5 en artikel 5 lid 6), worden de resterende middelen voor 50% overgedragen aan de Provincie Fryslân en voor 50% aan de Provincie Groningen en uitbetaald via het Provinciefonds. 5. Voor de Onderdoorgang Paterswoldseweg in Groningen ontvangt de Provincie Groningen 14.520.000. (prijspeil 2014) via het Provinciefonds vanuit het RSP-ZZL van het Rijk verminderd met het bestede deel van dit bedrag vanaf 20 juni 2016, voor zover niet betaald vanuit LVO, ten behoeve van de PEAT voor de planuitwerking en realisatie van de Onderdoorgang Paterswoldseweg. 6. Voor de Maatregelen Hurdegaryp nabij Hurdegaryp ontvangt de Provincie Fryslân 3.267.000, (prijspeil 2014) via het Provinciefonds vanuit de RSP-ZZL middelen van het Rijk. 7. Ten behoeve van de planuitwerking en realisatie van de Spoorinfra worden door ProRail en de Provincies middelen beschikbaar gesteld die in de volgende rangorde worden benut: a. ProRail AM b. De Provincies 8. ProRail kan de kosten van Verlengd dubbel spoor niet apart in beeld brengen en deze zijn daarmee onderdeel van de Spoorinfra. De kosten van de Spoorinfra worden vanaf 1 januari 2018 voor 100% in rekening gebracht bij de Provincie Groningen totdat een volume is bereikt van 12.077.253, (prijspeil 2014) met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 7. Daarna zullen de kosten voor 50% in rekening worden gebracht bij de Provincie Fryslân en 50% bij de Provincie Groningen. Deze kosten zullen zonder btw in rekening worden gebracht, met inachtneming van de voorwaarden en uitgangspunten van de brief van 29 december 2016, kenmerk 9831/ProRail/ecmbrf/2016-1, bij Partijen bekend. Mocht op enig moment blijken dat er toch sprake is van een btw-belaste prestatie voor het geheel of onderdelen van het Project, dan zal ProRail facturen met btw verzenden. 9. Als onderdeel van de onder lid 2 genoemde beschikkingen is een bedrag opgenomen voor de PEAT-kosten van de Provincies. Hierbij is 0,9 miljoen exclusief BTW en prijspeil 2014 ten behoeve van de PEAT-kosten van de Provincie Fryslân opgenomen en 0,2 miljoen exclusief BTW en prijspeil 2014 ten behoeve van de PEAT-kosten van de Provincie Groningen. 10. Als onderdeel van de RSP-ZZL middelen van het Rijk voor het concrete project Leeuwarden 3 Staatscourant 2017 nr. 73985 22 december 2017
Groningen is een bedrag opgenomen van 3 miljoen exclusief BTW prijspeil 2014 voor het Verlengd dubbel spoor. Artikel 11.2 wordt gewijzigd in: Bij de Voorlopige slotafrekening en Eindafrekening van de planuitwerking en realisatie van het Project worden verrekend c.q. in rekening gebracht: a. de door IenW verstrekte beschikkingen zoals bedoeld in artikel 5 lid 2 en de voorschotten van de Provincies; b. de bijdrage van ProRail AM aan het Projectbudget ESGL; c. de door IenW verstrekte bijdrage(n) vanuit het LVO; d. eventueel resterende en nog niet in rekening gebrachte kosten. Artikel 12.2 wordt gewijzigd in: Indien tijdens de uitvoering van het Project blijkt dat het Projectbudget onvoldoende is, zal de Provincie Groningen een aanvullende bijdrage van maximaal 3 miljoen exclusief BTW prijspeil 2014 aan ProRail verlenen bij de Voorlopige slotafrekening. Indien het tekort meer bedraagt dan 3 miljoen exclusief BTW prijspeil 2014, dan wordt een verdere aanvullende bijdrage conform artikel 7 lid 1a verrekend. Enkele rekenvoorbeelden omtrent de verrekening zoals in dit artikel bedoeld zijn toegevoegd als Bijlage VI. Waarbij de Bijlage VI in samenhang moet worden gezien met de Overeenkomst en het bepaalde in dit addendum. Artikel 13.1 wordt gewijzigd in: Ten behoeve van de planuitwerking en realisatie van de Onderdoorgang Paterswoldseweg, Verlengde dubbel spoor en Maatregelen Hurdegaryp zal ProRail de bijdragen die door IenW en de Provincies beschikbaar zijn gesteld in de volgende rangorde benutten: i. de (eventueel toegekende) bijdragen van IenM vanuit het programma LVO worden benut; ii. daarna zullen de bijdragen van de Provincies worden benut. Artikel 13.2 wordt gewijzigd in: Drie keer per jaar zal ProRail aan de Provincie Fryslân respectievelijk de Provincie Groningen een voorschotfactuur doen toekomen van de geraamde kosten in het alsdan lopende jaar ten behoeve van de planuitwerking en realisatie van de Maatregelen Hurdegaryp respectievelijk Onderdoorgang Paterswoldseweg. Artikel 13.3 wordt gewijzigd in: ProRail zal aan de Provincies op de voorschotfactuur, als bedoeld in lid 2 van dit artikel, een overzicht geven van de werkelijke kosten van de afgelopen vier maanden. Het verschil tussen de geraamde kosten als bedoeld in lid 2 van dit artikel en de werkelijk gemaakte kosten in de afgelopen vier maanden zal worden verrekend met de voorschotfactuur als bedoeld in lid 2 van dit artikel. Artikel 13.5 wordt gewijzigd in: Over de verschillen tussen het in enige periode van 4 maanden betaalde voorschot en de werkelijk gemaakte kosten zoals bedoeld in dit artikel over die periode, zal geen renteverrekening plaatsvinden. Artikel 13.6 wordt toegevoegd: Met inachtneming van de brief van 23 mei 2013 van het Ministerie van Financiën aan het IPO, kenmerk DGB/2013/2708M, bij Partijen bekend, factureert ProRail de kosten van de Onderdoorgang Paterswoldseweg en de Maatregelen Hurdegaryp aan de Provincies met BTW, het betreft een belaste prestatie. De facturen met betrekking tot de Onderdoorgang Paterwoldseweg en de Maatregelen Hurdegaryp gaan respectievelijk naar de provincie Groningen en provincie Fryslân. Artikel 14 wordt gewijzigd in: Het voorlopige resultaat op het beschikbaar RSP-ZZL Budget ad 97.520.660, zoals in de tabel artikel 4 lid 2 is opgenomen, wordt bepaald bij de Voorlopige slotafrekening, en het definitieve resultaat bij de Eindafrekening. Een behaald resultaat valt toe aan of komt ten laste van de Provincies gezamenlijk. Op een positief resultaat worden eerst de PEAT-kosten van de Provincies zoals bedoeld in artikel 8 in mindering gebracht alsmede de verrekening ten behoeve van het Verlengde dubbel spoor zoals bedoeld in artikel 12. Het restant zal gelijkmatig (50/50%) worden verdeeld tussen de Provincies. Enkele rekenvoorbeelden omtrent de verdeling en verrekening zoals in dit lid bedoeld zijn toegevoegd als Bijlage VI. Waarbij de Bijlage VI in samenhang moet worden gezien met de Overeenkomst en het bepaalde in dit addendum. Artikel 22.1 wordt gewijzigd in: ProRail rapporteert elke 4 maanden aan de Provincies en aan de Stuurgroep Leeuwarden Groningen over de werkzaamheden van ProRail. De basis voor de rapportage is het kader zoals vastgelegd in de Notitie Projectbesturing en geschiedt overeenkomstig het format zoals opgenomen als Bijlage V bij de Projectnota. ARTIKEL III Wijziging in de bijlagen Als in de bijlagen als bedoeld in art. 27 van de Uitvoeringsovereenkomst wordt aangegeven dat IenW (IenM) de formele opdrachtgever en de Provincies inhoudelijk opdrachtgever zijn van het project 4 Staatscourant 2017 nr. 73985 22 december 2017
moet dat vanaf inwerkingtreding van het addendum worden gelezen dat de Provincies opdrachtgever zijn. Bijlage VI moet in samenhang worden gelezen met de Overeenkomst en het bepaalde in dit addendum. ARTIKEL IV Inwerkingtreding Dit addendum treedt in werking op de dag na ondertekening door Partijen. ARTIKEL V Publicatie Binnen tien werkdagen na (laatste) ondertekening door Partijen van dit addendum wordt de tekst daarvan door IenW gepubliceerd in de Staatscourant. Aldus in viervoud opgemaakt en ondertekend, te Leeuwarden, 16 november 2017 commissaris van de Koning van de Provincie Fryslân, A.A.M. Brok te Groningen, 21 november 2017 commissaris van de Koning van de Provincie Groningen, F.J. Paas te s Gravenhage, 12 december 2017 Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer te Zwolle, 29 november 2017 Directeur regio Noord-Oost, ProRail, J.A.H. Mulder 5 Staatscourant 2017 nr. 73985 22 december 2017