Hervergunning en wijziging centrale Langerlo. Initiatiefnemer:

Vergelijkbare documenten
Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Capaciteitsuitbreiding van de productie van formaldehyde, ureumformaldehyde en afgeleide harsen bij Dynea NV te Gent

Hervergunning en verandering van EOC Belgium Latex Division II te Evergem

Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Hervergunning en verandering van Ford Werke GmbH te Genk

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een mestvarkensbedrijf te Rijkevorsel, De heer Gustaaf Hendrikx, Gansheideweg 4, 2310 Rijkevorsel

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Electrabel NV Verdere exploitatie van de elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Hervergunning van ArcelorMittal Genk FCS. Initiatiefnemer:

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage

UITBREIDING BIJ UMICORE NV TE HOBOKEN

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Uitbreiding van de kopersmelter

Richtlijnen milieueffectrapportage ADPO N.V.

Renogen biomassa-wkk te Ham

Richtlijnen milieueffectrapportage

The Brussels Airport Company Pier A-West

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning Chemogas NV te Grimbergen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Pluimveehouderij met stalruimte voor stuks pluimvee te Rijkevorsel. (De Kroon Destrooper N.V.

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Richtlijnen milieueffectrapportage

Fysicochemische installatie en uitbreiding van de deponie bij Indaver NV

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Richtlijnen milieueffectrapportage: Hervergunning van TAMINCO N.V.

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het slachtkuikenbedrijf Coninx

Project-MER-Verslag. Hervergunning en uitbreiding voor de meeverbranding van biomassa-afval van een electriciteitscentrale

Richtlijnen milieueffectrapportage voor BP Chembel NV, Uitbreiding van de PTA2- en PTA3-eenheid te Geel

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

WKK-eenheid Degussa Antwerpen NV

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en wijziging van een gemengd veeteeltbedrijf te Wingene tot varkens en 30.

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Mechelen: Herinrichting stationsomgeving Ontsluitingsweg Spoorwegbypass

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inza Schoten: Hernieuwing van de milieuvergunning

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een huisvuilverbrandingsinstallatie van Dalkia te Knokke-Heist

Elektriciteitscentrale BerinGen - Beringen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Richtlijnen milieueffectrapportage. MER voor PRAYON NV Exploitatie van een chemisch bedrijf

Bio-warmtekrachtkoppeling (bio-wkk) Oostrozebeke

Richtlijnen milieueffectrapportage

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Misa Eco BVBA: Zwavelzuurproductie

Bouwen van een Multifuel WKK. Stora Enso Langerbrugge NV

Richtlijnen milieueffectrapportage voor een nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Project-MER-Verslag. Bouw van een WKK-eenheid bij Lanxess Rubber NV. Initiatiefnemer: Electrabel NV Regentlaan Brussel

Hervergunning van de raffinaderij Petroplus

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een bestaande varkenshouderij tot varkens in Hoogstraten

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

SEA-Tank Terminal NV Nieuw tankpark aan het 6de havendok te Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage. ITC Rubis Terminal Antwerp NV wijziging en uitbreiding op- en overslagactiviteiten

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bekaert N.V. te Zwevegem

Richtlijnen milieueffectrapportage. Milieueffectrapport voor een pluimveehouderij met mestkuikens te Zonnebeke (Lagrou Patrick)

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Van Wonterghem Eddy Uitbreiding bestaand varkensbedrijf tot varkens

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding en hervergunning Inbev Belgium NV te Leuven

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Scopingsadvies Project-MER Galloo Uitbreiding opslag schroot

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Ontwikkeling van de site Loghidden City in de Waaslandhaven.

Richtlijnen milieueffectrapportage

Richtlijnen milieueffectrapportage

Chevron Phillips International NV - hervergunning

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding en hervergunning van Borealis te Kallo

Richtlijnen milieueffectrapportage: MER hervergunning Sportpaleissite Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Milieueffectrapport voor de uitbreiding, wijziging en hernieuwing van een varkensinrichting tot varkens

Transcriptie:

Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Richtlijnen milieueffectrapportage Hervergunning en wijziging centrale Langerlo Initiatiefnemer: E.ON Generation Belgium N.V. p.a. Swinnenwijerweg 30 3600 Genk 29 september 2011 PRMER-0599-RL

1. Inleiding Het project omvat de hervergunning en eventuele wijziging van de exploitatie van de bestaande centrale, gestookt op steenkool en biomassa, gelegen aan de Swinnenwijerweg 30 te Genk. In het MER zullen 3 mogelijke scenario s geëvalueerd worden: - Scenario 1: verdere exploitatie van de kolencentrale met repowering, maar met een verhoging van de maximaal toegelaten bijstook van biomassa en biomassa-afval tot 50% - Scenario 2: conversie van één van beide eenheden naar 100% biomassa (houtpellets) met behoud van repowering, verdere exploitatie van de andere eenheid op steenkool met behoud van repowering en een maximaal toegelaten bijstook van biomassa en biomassa-afval tot 50% - Scenario 3: conversie van beide eenheden naar 100% biomassa (houtpellets) met behoud van de repowering op beide eenheden en een maximaal toegelaten bijstook van andere biomassa en biomassa-afval tot 20% Voor scenario s 2 en 3 zal worden uitgegaan van het gebruik van houtpellets als referentiebrandstof (biomassa) voor de bepaling van de impact op de emissies. De mer-plicht vloeit voort uit volgende categorieën van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, nl.: Bijlage I 2a) Thermische centrales en andere verbrandingsinstallaties met een warmtevermogen van ten minste 300 megawatt Bijlage I 14 Afvalverwijderingsinstallaties voor de verbranding, zoals gedefinieerd in punt D10 van artikel 1.3.1 VLAREA, of chemische behandeling, zoals gedefinieerd in punt D9 van artikel 1.3.1 VLAREA, van ongevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 100 ton per dag Bijlage I 26 Wijziging of uitbreiding van in bijlage I opgenomen projecten, wanneer die wijziging of uitbreiding aanleiding geeft tot de overschrijding van de in de bijlage I genoemde drempelwaarden, voor zover deze bestaan De initiatiefnemer is E.ON Generation Belgium NV, p.a. Swinnenwijerweg 30, 3600 Genk. Het kennisgevingsdossier heeft de Dienst Mer van de afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid volledig verklaard op 12 juli 2011. Dit dossier lag van 29 juli tot en met 27 augustus 2011 ter inzage in de stad Genk. In die periode werden noch schriftelijke noch mondelinge inspraakreacties ontvangen. Tegelijkertijd heeft de dienst Mer de adviezen bij de betrokken administraties en openbare besturen ingewonnen. Deze richtlijnen heeft de Dienst Mer opgesteld met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Ontvangen adviezen zijn hierin verwerkt na een overleg met de betrokken partijen op een vergadering op 23 september 2011. Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 2 van 8

2. Vorm en presentatie Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de Dienst Mer: - de inhoudsopgave een logische en homogene structuur te geven die wat betreft het deel effectbespreking bovendien analoog is voor de verschillende disciplines; - de titels en de inhoud van de diverse delen en paragrafen te laten overeenstemmen; - recent kaartmateriaal te gebruiken voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding en legende. Het gebruikte kaartmateriaal dient van goede kwaliteit te zijn (bv. vermeldingen op de kaart duidelijk leesbaar); - voor de topografische kaart een aangepaste schaal te gebruiken zodat zij goed leesbaar is; - duidelijke plannen, figuren en schema s te voorzien die het project verduidelijken; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst in het MER op te nemen. - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - volledige overeenstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting te bewaken; - de juistheid van de diverse verwijzingen en nummeringen (figuren, tabellen) na te gaan; - het MER grondig na te lezen op tikfouten, spellingsfouten en grammaticale fouten. - bij de erkenningen van de deskundigen ook de erkenningsnummers en einddata te vermelden alsook hun medewerkers; - de eindversies van het MER door de initiatiefnemer en door alle deskundigen te laten ondertekenen. 3. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming art.4.3.7. 1,1, a en b De verantwoording van het project steunt op twee aspecten: enerzijds het tegemoet komen aan de stijgende energievraag in de toekomst en anderzijds het verhogen van de bijdrage van biomassa in de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen, zoals eveneens voorzien in het nationaal actieplan voor hernieuwbare energie (overeenkomstig Richtlijn 2009/28/EG) 4. Voorgenomen project art.4.3.7. 1,1,c, d en e De kennisgeving bevat een duidelijke projectbeschrijving. Aanvullend aan de tekst van de kennisgeving vraagt de dienst Mer aandacht voor het volgende: Bij de toetsing van de MER-plicht zal reeds aangegeven worden hoeveel het thermisch en elektrisch vermogen van de centrale bedraagt. Er zal verduidelijkt worden of al het niet-verontreinigd regenwater wordt geloosd in het Albertkanaal. De noodzaak van een overloop naar de openbare riolering zal beschreven worden. De conformiteit hiervan met Vlarem en het effect op het openbaar rioleringsstelsel en RWZI dient onderzocht te worden. RWZI Genk mondt uit in de Stiemerbeek, niet in de Zusterkloosterbeek. Dit dient op verscheidene plaatsen in de tekst aangepast te worden. Er zal aangegeven worden hoe de korf biomassa en biomassa-afval samengesteld is (vb. worden hier ook olijfpitten, koffiedik, slib, (niet-)verontreinigd houtafval, Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 3 van 8

onder verstaan). De korfsamenstelling dient mee in rekening te worden gebracht bij de modellering van polluenten in ieder van de uit te werken scenario s. Er zal aangegeven worden dat de houtpellets op basis van gecertificeerd hout gemaakt zijn, dit is een voorwaarde voor het verkrijgen van groenestroomcertificaten. Het betreft houtpellets van industriële kwaliteit. Tabel 3.2.1: afkortingen zullen verduidelijkt worden. Er zal aangegeven worden dat er momenteel geen hemelwater wordt hergebruikt. Opnemen van een waterbalans o.b.v. beschikbaarheid informatie m.b.t. de deelstromen zal afgestemd worden met de VMM. Er zal aangegeven worden hoe de opslag van houtpellets zal gebeuren. Indien deze op het terrein van E.ON zelf zal plaatsvinden, dienen de effecten mee geëvalueerd te worden in het MER. M.b.t. de WKK-configuratie zal er, indien de gegevens reeds beschikbaar zijn, aangegeven worden wat de totale energievraag is van geïnteresseerde bedrijven en huishoudens in de omgeving en welke van deze energievraag relevant is voor de WKK (stoom en/of warm water, bepaald drukniveau, ). De effecten van de gekozen configuratie dienen onderzocht te worden in het MER. 5. Ruimtelijke, administratieve, juridische en beleidsmatige context art.4.3.7. 1,f De volledig verklaarde kennisgeving heeft opgave gedaan van de randvoorwaarden die voor dit MER van belang zijn. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en met name aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken van deze randvoorwaarden op te volgen. In de overzichtsmatrix moet voor wat betreft de aangehaalde wetgeving de correcte benaming alsook de afkondigings- en publicatiedatum worden vermeld. Voor wat betreft de vermelde beleidsplannen moet de geldigheidsperiode vermeld worden. Aanvullend vraagt de dienst Mer aandacht voor het volgende: Ook de argumentatie en de daaruit voortvloeiende bijzondere voorwaarden uit het besluit 750.71/A/08.347 zal opgenomen worden. Dit handelt specifiek over biomassa samenstellingseigenschappen en emissieparameters chloor, boor, dioxines en furanen en het asgehalte. MINA-4 zal opgenomen worden. 6. Bestaande toestand, geplande toestand en milieueffecten 6.1. Bestaande toestand art.4.3.7. 1,1, g Als referentiesituatie dient de huidige toestand van het projectgebied met zijn omgeving te worden beschreven. Per discipline wordt aangegeven welke de huidige milieuwaarden en milieukwaliteiten zijn. Deze referentiesituatie dient te worden aangevuld met de beslissingen, die worden verwacht te zijn uitgevoerd, vooraleer het voorgenomen project zal aanvangen. Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 4 van 8

Richtlijnenboek m.e.r. Deel 2 geeft verdere aanbevelingen dienaangaande. Tijdens het opstellen van het MER dient ook gebruik gemaakt te worden van de (geactualiseerde) disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r. meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (bronnen van) Basisinformatie, (afbakening van het) Studiegebied en (analyse van de) Referentiesituatie. 6.2. Geplande toestand, milieueffecten en milderende maatregelen art.4.3.7. 1,2, a, b, c De volledig verklaarde kennisgeving geeft reeds een goede beschrijving per discipline van de wijze waarop de effecten zullen worden onderzocht en beoordeeld en geeft aan dat in functie van het effectenonderzoek milderende maatregelen zullen worden voorgesteld en uitgewerkt. Belangrijk hierbij is dat in de tekst van het MER voor elke onderzochte effectgroep duidelijk de gebruikte methodologie wordt uiteengezet en dat er wordt gestreefd naar een maximale kwantitatieve beschrijving van het effect. Binnen elke discipline moet het gehanteerde toetsingskader worden aangegeven en, indien reeds voorhanden, het in consensus aanvaarde significantiekader Bijkomend vraagt de dienst Mer rekening te houden met volgende aandachtspunten: Lucht De luchtparameters worden best ook geëvalueerd rekening houdend met de bestaande toestand in en om het industriegebied Genk-Zuid. Voor een aantal polluenten zijn de gezondheidskundige streef- en advieswaarden op immisieniveau overschreden. Vanuit deze visie lijkt het aangewezen de parameters Cr, Ni, As, Cd en Hg mee te nemen in de bespreking. Voor de koeltoren wordt de parameter Legionella mee besproken. Voor de relevante parameters dient een toetsing te gebeuren in kader van NECdoelstellingen en in het bijzonder van de MBO-doelstellingen. De impact van de omschakeling van weg- naar scheepvaarttransport dient meegenomen te worden (kwantitatief naar luchtemissies, indien mogelijk eveneens kwantificering van impact op lokale luchtkwaliteit en op mens). De mogelijkheid tot het ontstaan van geurhinder bij opslag en toepassing van bepaalde biomassa(afval)-stromen zal geëvalueerd worden. Geluid Ten opzichte van de nabijgelegen woongebieden zal getoetst worden aan de toepasselijke richtwaarden verminderd met 5 db(a) zoals opgelegd als bijzondere voorwaarde in de milieuvergunning. Water De inschatting van het effect op het Albertkanaal moet minstens gebeuren o.b.v. de aan te vragen emissiegrenswaarden en minstens gerekend met het 10-percentiel (laagste) debiet van dit kanaal. Indien het debiet van het Albertkanaal bij langdurige droogte lager ligt dan dit 10- percentiel debiet, dan dient dit scenario eveneens meegenomen te worden, aangezien dit lage debiet tijdens de zomermaanden langdurig aangehouden kan worden. Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 5 van 8

De effecten op het Albertkanaal door aanzuigen van koelwater bij lage debieten van de Maas dienen bekeken te worden. Fauna en flora De effecten van het aanzuigen en lozen van koelwater op de vispopulatie en andere aquatische organismen zal onderzocht worden. Mens Voor de klassieke luchtpolluenten (PM, NO X, SO 2, ) zal de gezondheidskundige toetsing uitgevoerd worden aan de WHO-Air Quality Guideline update van 2005. Tijdens het opstellen van het MER dient gebruik gemaakt te worden van de (geactualiseerde) disciplinespecifieke delen van het Richtlijnenboek m.e.r., meer bepaald de hoofdstukken met betrekking tot (karakterisering van de) Effectgroepen, Effectuitdrukking en Beoordelingscriteria, en (analyse van de) Geplande situatie. 6.3 Vergelijking van de alternatieven art.4.3.7. 1,2, e In de context van besparingen op biocidengebruik, waterhoeveelheden, energie e.d. dient onderzocht te worden wat de mogelijke uitvoeringsalternatieven zijn van een open koeltoren t.o.v. andere koelsystemen. Uit de BBT-toetsing blijkt eveneens dat het huidige koelsysteem niet op alle vlakken voldoet aan BBT. Er zal aangegeven worden voor welke punten dit het geval is en of er eventueel in de toekomst aanpassingen voorzien worden. Indien dit het geval is, zal eveneens een inschatting van de uitvoeringstermijn gegeven worden, indien dit niet het geval is, zal uitgebreid beargumenteerd worden om welke reden(en) de aanpassing niet uitgevoerd zal worden. 7. Leemten in de kennis art.4.3.7. 1,4 Het MER dient opgave te doen van de leemten in de kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze leemten kunnen ingedeeld worden in leemten m.b.t. het project, m.b.t. de inventaris en aangaande methode en inzicht. Het MER zal eveneens aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 8. Monitoring en evaluatie art.4.3.7. 1,2, d In het MER zal per discipline aangegeven worden of er eventueel opvolgingsmaatregelen voor te stellen zijn, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering. Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 6 van 8

9. Integratie en eindsynthese art.4.3.7. 1,2, e In een afzonderlijk deel zal het rapport een disciplineoverschrijdende, leesbare samenvatting geven over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. 10. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen art.4.3.7. 1,3 In dit hoofdstuk geeft het rapport aan welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. Indien dit nog niet bij de projectbeschrijving het geval is, zal in dit hoofdstuk aangegeven worden welke materialen voor dit project zullen worden gebruikt. 11. Niet-technische samenvatting art.4.3.7. 1,5 De niet-technische samenvatting vormt een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport dat de essentie van de overige delen beknopt weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Relevante figuren, kaarten of tekeningen dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. 12. Goedkeuring van het team van deskundigen Aan het in de volledig verklaarde kennisgeving voorgestelde team van erkende merdeskundigen wordt volgende wijziging aangebracht: Bert Gielen zal Kris Devoldere vervangen als erkend deskundige Lucht en Oppervlaktewater. Het aangepaste team van deskundigen wordt goedgekeurd. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het rapport contact te houden met de Dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking in het MER van deze richtlijnen. Wanneer tijdens de opmaak van het MER contact wordt opgenomen met een van de adviserende administraties, wordt er op aangedrongen de Dienst MER schriftelijk of via e-post op de hoogte te brengen van eventuele afspraken die werden gemaakt. Dit teneinde misverstanden bij de beoordeling van het MER te vermijden. Brussel, 29 september 2011 Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd AMNEB Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 7 van 8

Bijlagen Bijlage 1: inspraakreacties naar aanleiding van de terinzagelegging in de stad Genk Bijlage 2: lijst van aangeschreven administraties, overheidsinstellingen en openbare besturen die hetzij schriftelijk, hetzij mondeling (op de overlegvergadering) reageerden op de volledig verklaarde kennisgeving en dus een exemplaar van de ontwerptekst van het MER zullen ontvangen: LNE, Afdeling Milieuvergunningen Limburg; OVAM; VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer; VMM, Afdeling Ecologisch Toezicht; VMM, Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie; Agentschap Natuur en Bos Limburg; Agentschap Ruimte en Erfgoed, Onroerend erfgoed Limburg; Stad Genk NV De Scheepvaart Fluxys NV Provincie Limburg Rekening houdend met een exemplaar voor de Dienst Mer, moeten dus minstens 13 exemplaren van de ontwerptekst aangeleverd worden. Richtlijnen m.e.r. PR0599 E.ON centrale te Langerlo Pagina 8 van 8