LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

Naar het oordeel van de Commissie is niet komen vast te staan dat er fouten zijn gemaakt bij het afnemen van toetsen bij de leerling.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-7 16 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies nummer 2014 N juni 2014

Klacht betreffende de begeleiding van een zorgleerling op een cluster-4 school

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een melding die volgens de ouders ten onrechte bij het AMK is gedaan.

Klacht betreffende de school verweten onheuse bejegening van een overblijfkracht. De Commissie verklaart de klacht deels gegrond en deels ongegrond.

Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, luidt de klacht als volgt:

heeft de Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs (de Commissie) het volgende advies uitgebracht aan de stichting x:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

Klacht betreffende pestgedrag, intimidatie door de leerkracht en schorsing

tegen: mevrouw A1, directeur van de school, en de heer A2, voorzitter van het College van Bestuur, hierna ook te noemen 'verweerders',

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: mevrouw mr. N.R.H.

Klacht betreffende het waarborgen van de veiligheid van een leerling op school vanwege het gedrag van een docent.

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/100

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over veiligheid, overplaatsing, coaching, informeren leerplicht; PO

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht over onheuse bejegening door leerkracht is onvoldoende vast komen te staan. ADVIES

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

Klagers klagen erover dat de directeur onvoldoende heeft uitgezocht of en welke begeleiding hun zoon nodig had bij zijn dyslexie.

ADVIES. inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], moeder van [de leerling], klaagster. tegen

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

Klacht over onveilige schoolomgeving. School heeft onvoldoende gedaan om herhaling van geweld jegens leerling te voorkomen.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Klacht betreffende de handelwijze van de school in verband met het opleggen van strafmaatregelen aan een leerling

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

Klacht over afnemen NIO-test. School hoefde tweede NIO-test niet mee te nemen omdat de uitslag daarvan niet betrouwbaar is.

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

108174/108175/ Klacht over veiligheid in de klas ongegrond. De school heeft adequaat gehandeld. ADVIES

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 11-04

klacht over informatieverstrekking van de school aan de vader met ouderlijk gezag is gegrond. ADVIES

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van de school gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

Het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te *** (verder ook te noemen: het bestuur of het bevoegd gezag),

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

Klacht over pedagogische handelwijze leerkracht en afhandeling van de klacht daarover; PO

ADVIES. Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van basisschool E (verder: de school), verweerder

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering.

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

OORDEEL VAN DE LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS INZAKE KLACHT 09-11

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

SAMENVATTING AD V I E S. het College van Bestuur van de Stichting E College, gevestigd te H, hierna te noemen verweerders gemachtigde: mr.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/167

ADVIES. mevrouw A te B, moeder van C en D, voormalige leerlingen van de E te F, klaagster

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM.

De Commissie heeft het bevoegd gezag en de directeur van SBO *** gevraagd te reageren op het gestelde in de klachtbrief.

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

SAMENVATTING Klacht over overgang leerling met autistische stoornis naar hogere groep lopende het schooljaar; PO

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/807 Wtra AK van 1 maart 2019 van

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs De school heeft adequaat opgetreden tegen het pesten van een leerling. ADVIES

Transcriptie:

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Klachtnummer 2016/112 De kinderen van klagers zijn niet op de juiste wijze begeleid. De wijze waarop de schoolloopbaan van de kinderen is beëindigd komt neer op een verwijdering. De Commissie verklaart de klacht deels gegrond. Naar aanleiding van de klacht van de heer K1 en mevrouw K2. (hierna: klagers), wonende te P, ouders van de minderjarige L1, geboren 30 oktober 2008, en L2, geboren 14 december 2005, ex-leerlingen van de katholieke basisschool S te P (hierna: de school), die door de Stichting X in stand wordt gehouden, tegen: de heer A1, directeur van de school, mevrouw A2, als IB er verbonden aan de school, verweerders, heeft de Landelijke Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs (de Commissie) het volgende advies uitgebracht aan de stichting x: 1. Het verloop van de procedure Voor de loop van het geding verwijst de Commissie naar de volgende stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen: - de brief van klagers van 9 mei 2016, - het door klagers ingevulde vragenformulier van 12 mei 2016, - het verweerschrift met bijlagen van verweerders van 2 juni 2016. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 24 juni 2016 te Eindhoven. Op deze hoorzitting zijn verweerders verschenen, vergezeld door de heer B., lid van het college van bestuur van de stichting x. 2. De klacht 2.1 Blijkens de inhoud van de overgelegde stukken luidt de klacht als volgt: Verweerders zijn in de begeleiding van L1 en L2 tekortgeschoten. Verweerders hebben niet op een vruchtbare wijze gecommuniceerd met klagers. Dat heeft geresulteerd in een verwijdering van L2 en L1 van de school. 2.2 Klagers hebben het volgende aan hun klacht ten grondslag gelegd: De school is met ingang van het schooljaar 2015/2016 ontstaan uit een fusie van twee andere scholen. L2 en L1 komen van één van de scholen die in de fusie zijn opgegaan. Klagers hebben met het nieuwe team van de school overleg gevoerd over de begeleiding van L1. Zij hebben ook voorlichting gegeven aan de teamleden. L1 heeft namelijk chronische diabetes, waarvoor hij een zorgarrangement heeft.

Aan het zorgarrangement is vanuit de instelling Passend Wijs een begeleidingstraject verbonden. Binnen het begeleidingstraject is ook voorzien in aandacht voor L2. Diabetes heeft namelijk een enorme weerslag op het gezin van de diabeticus. Aan het begin van het schooljaar is afgesproken dat de begeleiding voor L2 zou worden voortgezet, zoals die op de oude school werd gegeven. Die afspraak is niet nagekomen. Mevrouw A2 bleek bij navraag door klagers de bijzondere begeleiding van L2 niet nodig te vinden. Daarvan had zij klagers niet eerder op de hoogte gesteld. In een gesprek met Passend Wijs en mevrouw A2 op 4 april 2016 werd klagers aangegeven dat de school contact wilde hebben met een diabetesverpleegkundige en dat men zich afvroeg of L1 zelfstandiger zou kunnen worden in zijn omgang met diabetes. Aan klagers werd bij die gelegenheid niet gezegd om welke reden L1 zelfstandiger zou moeten worden. Dat heeft hen bevreemd, omdat L1 een continue glucose sensor heeft, die een alarm afgeeft, als de glucosewaarden te hoog of te laag blijken. Hij kan dan klagers bellen om te vragen wat hij moet doen. Van het onderwijzend personeel wordt dan geen bijzondere actie verwacht. De wens van de school kwam als een onaangename verrassing, omdat leerkrachten voordien nooit naar klagers zijn toegekomen met een verzoek om nadere uitleg. Raadpleging van een diabetesverpleegkundige zou voor L1 geen toegevoegde waarde hebben. Hiernaast speelde het probleem dat L1 het op de school niet naar zijn zin had. Klagers hadden redenen om aan te nemen dat L1 een hoge intelligentie had. Zij hebben daarom bij hem een intelligentieonderzoek laten verrichten. Daaruit is gebleken dat L1 een IQ heeft van 142, wat wijst op hoogbegaafdheid. De instantie die L1 heeft getest, heeft klagers Leonardo-onderwijs geadviseerd. Er was voor 11 mei 2016 een afspraak gemaakt met de onderzoekende instantie en de school om na te gaan in hoeverre het onderwijs kon worden aangepast aan de leerbehoeftes van L1. Toen op de school bekend werd dat klagers aan de gewezen directeur van de vorige school van L1, die thans als docent op de school werkzaam is, hadden gevraagd of hij advies kon geven over de schoolkeuze voor L1, is het gesprek dat op 11 mei 2016 zou plaatsvinden, afgezegd. Kennelijk voelden verweerders zich gepasseerd door de mogelijke keuze van klagers voor een andere school. In een gesprek op de school op 19 april 2016 heeft de heer A1 tegen klagers gezegd dat de samenwerking onmiddellijk zou ophouden en dat er geen verdere mogelijkheden meer zouden zijn op de school. Klagers hebben daardoor halsoverkop naar een andere school moeten zoeken. In een gesprek van 21 april 2016 met verweerders is nog eens uitdrukkelijk medegedeeld dat klagers niet meer welkom waren op de school. 3. Het standpunt van verweerders Door en namens verweerders is gemotiveerd op de klacht gereageerd. Zij hebben het volgende aangevoerd: Aan klagers is aan het begin van het schooljaar 2015/2016 aangegeven dat de school de extra zorg kon bieden die L1 nodig heeft. L1s vader is tweemaal op een teamvergadering geweest om uitleg te geven over de ziekte van L1. Gedurende de tijd dat L1 en L2 op S school zaten, is er regelmatig overleg geweest met klagers. Bij de bijeenkomsten met de ambulant begeleider is aan klagers om informatie gevraagd. Naast de zorg voor L1, was er bijzondere aandacht voor L2. De zorg voor L1 legt namelijk een zwaar beslag op het gezin van klagers. L2 kreeg bij het begin van het schooljaar les van twee leerkrachten die haar nog van de vorige school kenden. Mevrouw A2 heeft meermalen met de leerkrachten van L2 contact gehad. De signalen die mevrouw A2 ontving, waren dermate

positief dat zij het niet nodig achtte om extra begeleiding voor L2 te zorgen. Dat is tijdens een gesprek met klagers op 4 januari 2016 aan de orde gesteld. Bestreden wordt dat de begeleiding die de school L2 heeft geboden, beneden de maat is gebleven. Op 4 april 2016 is er weer een overleg geweest met klagers. Klagers gaven toen aan tevreden te zijn met de ontwikkelingen. Bij die gelegenheid is aan klagers gevraagd contact te mogen opnemen met een diabetesverpleegkundige. De bedoeling daarvan was dat alle betrokkenen de begeleiding van L1 zo goed mogelijk konden afstemmen. Klagers hebben zich echter afgevraagd wat daarachter kon zitten. De zorg van de school zat niet zozeer in de handelingen die in verband met de diabetes verricht moeten worden, maar op het gebied van acceptatie en welzijn. L1 heeft vanaf het begin van het schooljaar verrijkende leerstof gekregen. In de klas zelf kreeg L1 extra ondersteuning van de remedial teacher; dit met instemming van klagers. Na een periode van ziekte is de extra ondersteuning voor L1 geïntensiveerd. In april 2016 hebben klagers, zonder dat de school daarvan op de hoogte was, het IQ van L1 laten testen. De uitkomst van de test was voor klagers reden om zich tot een leerkracht te wenden, met het verzoek om hen te ondersteunen bij het zoeken naar een andere school voor hun beide kinderen. De bewuste docent, die destijds directeur van de oude school van L1 was, heeft het team op de hoogte gesteld van het voornemen van klagers. Het bericht kwam hard aan. Op 19 april 2016 heeft L1s vader contact opgenomen met de heer A1 om hem op de hoogte te stellen van de voorgenomen verandering van school. De heer A1 heeft toen gezegd dat het beter was geweest, als het team eerder op de hoogte was gesteld. De vader deelde daarop mede dat het de bedoeling was alles aan de orde te stellen in het reeds geagendeerde gesprek van 11 mei 2016. In dat gesprek zou dan ook de onvrede die bij klagers leefde, onderwerp van gesprek kunnen zijn. De heer A1 heeft daarop gezegd dat het beter zou zijn om samen op zoek te gaan naar een andere school voor L1, omdat klagers kennelijk geen vertrouwen meer hadden in de school. Tijdens dit gesprek is nadrukkelijk aangegeven dat het voor L2 beter zou zijn om op de school te blijven. Dit is niet gepresenteerd als een gedwongen vertrek van L1 en L2, zoals klagers menen. Het is zeker niet de bedoeling geweest te doen voorkomen alsof sprake was van een verwijdering. 4. De beoordeling door de Commissie 4.1 De ontvankelijkheid van klagers De Commissie verklaart klagers ontvankelijk in hun klacht, aangezien zij kunnen worden aangemerkt als klagers in de zin van de klachtenregeling die voor de school geldt en waarin aansluiting is gezocht bij de Commissie. 4.2. De gang van zaken De school is een school, die na een fusie in het schooljaar 2015/2016 van start is gegaan. L2 en L1 zaten voor de fusie op de T school. Deze school is in de fusie opgegaan in de S school. Op de T school kregen L1 en L2 bijzondere begeleiding, die zij in verband met de diabetes van L1 nodig hadden. De school heeft de bijzondere begeleiding voor L2 niet voortgezet. Dat heeft mevrouw A2 op 4 januari 2016 aan klagers medegedeeld. Nadat een IQ test uitwees dat L1 hoogbegaafd is, hebben de ouders van L1 in april 2016 contact gezocht met de school met het verzoek hen te ondersteunen bij het zoeken naar een

andere school voor L1. Op 19 april 2016 is er een gesprek geweest tussen de directeur van de school en de vader van L1 en L2. Partijen verschillen van mening wat er in dat gesprek is gezegd. Op 22 april 2016 hebben L2 en L1 afscheid genomen op de S school en zijn zij naar een andere school gegaan. 4.3. De gegrondheid van de klacht De Commissie hanteert bij haar beoordeling van de klacht het volgende indeling: Ad a: a. De school is tekortgeschoten in de begeleiding van L1, b. De school is tekortgeschoten in de begeleiding van L2, c. L1 en L2 zijn per direct van school gestuurd. Uit de in het geding gebrachte stukken en het verhandelde ter zitting is de Commissie gebleken dat de zorg van klagers voor hun kinderen, en meer in het bijzonder L1, die ziek is, bijzonder groot is. De Commissie begrijpt dat de ziekte van L1 zijn weerslag heeft op het hele gezin. De ouders hebben dan ook getracht om bijzondere begeleiding te krijgen voor hun kinderen, omdat de ziekte van L1 extra zorg vraagt. Namens de S school is naar voren gebracht wat zij L1 aan bijzondere begeleiding en extra uitdaging hebben geboden. Het is de Commissie daarbij niet gebleken dat de school tekort is geschoten jegens L1. In dat verband is er gelet op wat van een school in vergelijkbare omstandigheden verwacht mag worden. Hoewel de ouders en school herhaaldelijk contact met elkaar hebben gehad over de bijzondere begeleiding en extra zorg, constateert de Commissie dat partijen elkaar niet, althans onvoldoende hebben gevonden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het overleg dat op 4 april 2016 tussen partijen heeft plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is klagers gevraagd om contact op te mogen nemen met een diabetesverpleegkundige. De school wilde de verpleegkundige inschakelen om L1 te begeleiden in de acceptatie van zijn ziekte. Dit voorstel, dat voorkomt uit een zorg voor het welzijn van L1, wordt door de ouders opgevat als een onaangename verrassing, die voor hen geen toegevoegde waarde heeft omdat L1 een continu glucose sensor heeft en weet hoe hij moet handelen als het alarm afgaat. De Commissie betreurt het dat de ouders en school elkaar op het punt van de gedeelde zorg en extra begeleiding van L1, ondanks herhaalde pogingen over en weer, niet hebben weten te vinden. Niet is komen vast te staan dat dit aan de school te verwijten valt. De Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. Ad b: Mevrouw A2 heeft ter zitting duidelijk gemaakt dat zij van de leerkrachten die L2 nog kende van haar vorige school, positieve signalen kreeg, waaruit zij concludeerde dat de bijzondere begeleiding van L2 niet hoefde te worden voortgezet. De leerkrachten gaven immers aan dat L2 goed in haar vel zat en haar draai had gevonden. Tegen die achtergrond is er naar het

oordeel van de Commissie geen reden om aan te nemen dat mevrouw A2 is tekortgeschoten in de begeleiding van L2. De Commissie verklaart dit onderdeel in zoverre ongegrond Wel zou mevrouw A2 er goed aan hebben gedaan, klagers van dat inzicht tijdig op de hoogte te stellen. Door dat niet te doen, althans dat pas in een laat stadium te doen, heeft zij bij klagers, die uiterst bezorgd zijn over hun kinderen, onnodig wantrouwen gewekt. In zoverre verklaart de Commissie dit onderdeel van de klacht gegrond. Ad c: Partijen verschillen van mening of L1 en L2 op 19 april 2016 per direct van school zijn gestuurd, zoals klagers stellen en de school betwist. De weergaven van het daarop betrekking hebbende gesprek van 19 april 2016 lopen dermate uiteen dat het de Commissie niet mogelijk is gebleken een eenduidig beeld te krijgen van wat zich heeft afgespeeld. Dat de heer A1 L1 en L2 per direct van school heeft gestuurd, is voor de Commissie dan ook niet vast komen te staan. Commissie verklaart dit onderdeel van de klacht ongegrond. 5. Aanbevelingen De Commissie ziet af van het doen van een aanbeveling. Aldus uitgebracht op 24 juni 2016 door de Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs, mevrouw mr. E A.M. van Oorschot, voorzitter, mevrouw drs. W. Lippits, lid, de heer drs. P.H. Hupsch, lid, in tegenwoordigheid van de heer mr. H. Nentjes, adjunct-secretaris.