Havo/Vwo 60 minuten watervlooien Watervlooien zijn kleine zoetwaterkreetjes die voorkomen in sloten, plassen en vijvers. leefomgeving van de watervlo watervlooien op ware grote Zoek op Internet naar informatie en afbeeldingen van watervlooien. Hieronder is een rivierkreeft afgebeeld. Vergelijk de afbeelding van de watervlo van Internet met de afbeelding van de rivierkreeft. Beantwoord met behulp van deze gegevens de volgende vragen. Watervlooien lijken wel niet op kreeften. Kreeftachtige organismen worden onderverdeeld in hogere en lagere kreeften. Rivierkreeften zijn hogere kreeften. Watervlooien behoren wel niet tot de hogere kreeften. Watervlooien leven niet voornamelijk van algen. Algen zijn microscopisch kleine waterplantjes. Watervlooien worden wel niet gebruikt als levend visvoer en zijn in dierenzaken te koop. Watervlooien zijn gemakkelijk in het wild te vangen met een schepnetje van fijn gaas. rivierkreeft 1 BIOdoen 2008
Havo/Vwo watervlooien vangen watervlooien vangen nodig: waterbak en een schepnet en een geschikte sloot of plas werkwijze: Beweeg het schepnet langzaam door het water. Leeg het schepnet in de waterbak door het net in de waterbak binnenstebuiten te keren. volglijnen Om een beeld te krijgen van de voortbeweging van een watervlo kan de watervlo gedurende bekerglas één minuut gevolgd worden. De bewegingen die de watervlo in deze minuut maakt kunnen worden bijgehouden met een volglijn. - pipet kweekbuis 2 BIOdoen 2008
pipet volglijnen nodig: bak met watervlooien, bekerglas, kweekbuis (of reageerbuis), pipet, loep, stopwatch en het werkblad watervlooien onder de microscoop werkwijze: Schep met het bekerglas voldoende watervlooien uit de watervlooienbak. Zuig met behulp van een pipet een aantal watervlooien op. Druk de pipet eerst in voordat je die in het bekerglas stopt (Op deze manier kunnen watervlooien opgezogen worden als ze in de buurt van de pipet komen). Knijp de pipet vervolgens leeg in de kweekbuis. Geef op de kweekbuizen in het werkblad aan waar de watervlo zich bevindt aan het begin van de volglijn (00:00). Teken een lijn die de bewegingen van de watervlo volgt. Geef ook het eindpunt van de volglijn aan (01:00). Maak vraag 1.1 t/m 1.4 van het de microscoop. werkblad watervlooien onder de vergroten Gewone loepen vergroten meestal niet meer dan 4x. Stereoloepen en veldloepen vergroten vaak 20x. Sommige stereoloepen vergroten wel 30x. nodig: stereoloep of veldloep, petrischaal, pipet, stopwatch en het werkblad watervlooien onder de microscoop. 3
petrischaal stereoloep ± 20 tot 30x veldloep ± 4 tot 10x werkwijze: Schud de inhoud van de kweekbuis langzaam in de petrischaal. Zuig met de pipet zoveel water uit de petrischaal dat de watervlooien slechts ruim onder water blijven (2 à 3mm). Houd de bewegingen die de watervlo gedurende één minuut maakt bij met behulp van een volglijn (zie opdracht 1.2). Vergelijk de resultaten van de volglijn uit opdracht 1.2 met deze resultaten Maak de vragen 1.5 en 1.6 van het de microscoop. werkblad watervlooien onder Wanneer de vergroting sterker is, is de watervlo moeilijker makkelijker met een loep te volgen. Om de stereoloep veldloep scherp te stellen moet aan de stelschroeven gedraaid worden. Bij een ondiep laagje water in de petrischaal is het moeilijker makkelijker om scherp te stellen op een watervlo. Loepen die sterk vergroten stellen scherp op een groot klein gebied. watervlooien opzuigen uit een petrischaal 4
aquariumdekglaasje lichtmicroscoop 40x vergroten Lichtmicroscopen vergroten meestal tussen de 20x en de 800x. Geavanceerde lichtmicroscopen kunnen wel 2000x vergroten. nodig: lichtmicroscoop, petrischaaltje met watervlooien, aquariumobjectglaasje, pipet, potlood en het werkblad werkblad watervlooien onder de microscoop werkwijze: Zuig een watervlo uit de petrischaal op met de pipet en leeg de pipet in het kuiltje van het aquariumobjectglaasje. watervlo op aquariumobjectglaasje pipetteren 5
Aquariumobjectglaasjes zijn objectglaasjes waarin een kuiltje is geslepen. Deze objectglaasjes zijn - in tegenstelling tot gewone objectglaasjes - duur. Werk dus voorzichtig met aquariumobjectglaasjes. Zorg er voor dat er voldoende water in het kuiltje van het aquariumobjectglaasje zit. Druppel af en toe nieuw water op het aquariumobjectglaasje. Bij lichtmicroscopen kunnen voorwerpen wel niet met verschillende vergrotingen bekeken worden. De voorwerpen of preparaten die onder een lichtmicroscoop bekeken worden moeten min of meer niet doorzichtig zijn. Dit is nodig omdat het licht van onder boven op het preparaat valt. Omdat watervlooien een min of meer doorzichtig lichaam hebben kunnen watervlooien onder een lichtmicroscoop bekeken worden. Als watervlooien echter met een sterke minder sterke vergroting onder de lichtmicroscoop bekeken worden valt er te weinig licht door het lichaam van de watervlo waardoor het beeld te te donker onscherp wordt. Watervlooien kunnen het beste bekeken worden bij een vergroting van 40x 100x 400x. Op de webpagina van BIOdoen staan een aantal oefeningen om de namen van de microscoop te oefenen. In een lichtmicroscoop zitten verschillende soorten lenzen. Aan de bovenzijde van de microscoop bevindt zich het oculair objectief. Deze lens zit in de tubus de revolver het statief geschoven. Vlak boven de tafel van de microscoop bevindt zich het oculair objectief. Deze lens zit aan de tubus de revolver het statief vastgeschroefd. 6
oculair objectief preparaat lichtmicroscoop instellen Hiernaast is een oculair afgebeeld dat 5x vergroot. In combinatie met welke van de onderstaande objectieven vergroot de microscoop 50x? oculair objectieven Hiernaast is een oculair afgebeeld dat 10x vergroot. In combinatie met welke van de onderstaande objectieven vergroot de microscoop 40x? oculair objectieven 7
organen van de watervlo Watervlooien hebben net als insecten antennen. Deze antennen zitten in de buurt van de kop. Bij watervlooien heeft één paar antennen zich ontwikkeld tot `roei`-orgaan en het andere paar is klein en onopvallend. De poten van watervlooien worden bladpoten genoemd. Deze bladpoten zijn moeilijk te zien omdat ze zich tussen de schilden van de watervlo bevinden. Watervlooien gebruiken hun poten niet om te zwemmen maar om water met daarin kleine waterorganismen naar hun mondorgaan te brengen. Aan de basis van de bladpoot bevinden zich kieuwaanhangsels. Door de pootbewegingen wordt steeds nieuw water naar de kieuwaanhangsels gebracht. Aan de rugzijde van watervlovrouwtjes bevindt zich de broedzak. In deze broedzak ontwikkelen zich enkele eieren. Als zich uit deze eitjes vrouwtjes ontwikkelen zijn de eitjes doorzichtig. In de herfst zijn de eieren donker van kleur. Hieruit ontwikkelen zich doorgaans mannetjes. Deze eieren worden wintereieren genoemd. Als watervlolarven zich nog in de eieren in de broedzak van het watervlovrouwtje bevinden hebben deze larven twee ogen. Tijdens de groei van de larven vergroeien deze twee ogen tot één oog. Dit oog bestaat uit meerdere kleine oogbolletjes (facetogen). Bij sommige watervlosoorten zijn ook bijogen te zien. Het spijsverteringskanaal van watervlooien wordt door algen groenbruin gekleurd. Het spijsverteringskanaal bestaat uit een monddeel, darm, leveruitbochting, endeldarm en anus. Aan de rugzijde bevindt zich het hart. Het hart pompt de weefselvloeistof (bloed) in de lichaamsholten van de watervlo. Met behulp van het uitscheidingsorgaan worden afvalstoffen en overtollige stoffen uit het lichaam van de watervlo afgevoerd. Het uitscheidingsorgaan (maxillaklieren) bevindt zich aan de voorste bladpoten. 8
nodig: lichtmicroscoop, aquariumobjectglaasje met watervlo, pipet, potlood en het werkblad watervlooien onder de microscoop werkwijze: Draai aan de revolver zodat het objectief met de kleinste vergroting (4x) boven het gat in de tafel staat. Plaats het preparaat met de watervlo tussen de preparaatklemmen op de microscooptafel. Schuif het preparaat zodanig dat de druppel precies onder het 4x objectief ligt. Draai de microscoop met het statief naar je toe. Kijk door het oculair van de microscoop en stel het preparaat scherp door langzaam aan de stelschroef te draaien. (let op dat het objectief niet tegen het objectglaasje komt). Maak vraag 1.7 van het werkblad watervlooien onder de microscoop en maak een natuurgetrouwe tekening van de watervlo bij een vergroting van 40x. oculair Lees de tekst onder het kopje organen van de watervlo door. Gebruik hierbij de tekenregels: Maak grote tekeningen, gebruik geen zacht potlood, maak eerst een schets (dun), gebruik geen kleur, teken alleen wat je ziet, teken overzichtelijk, benoem de onderdelen, werk netjes Benoem de organen die met de lichtmicroscoop zichtbaar zijn. objectief preparaat 9
Benoem de nummers in de afbeelding van de watervlo hiernaast. broedzak bladpoten spijsverteringskanaal hart eieren antenne facetoog anus stekel 10