Hoofdstuk 10 SAMENVATTING De.aanleiding tot dit polemologisch onderzoek vormden de discussies die cte in Jaren zeventig plaatsvonden over alternatieve verdedigingsconcepten. Deze alternatieven laten zich onderscheiden in concepten waarin methoden geweldloze voor conflicthantering voorop staan en concepten waarin het gebruik van (militair) geweld niet.wordt uitgesloten. De foráuleri"g deze laatste alternarieven werd sterk beinvroed áoo, d. id.. á;;;;;à;;l.gir.rr. """ ontwik_ kelingen het mogelijk zouden maken convearionele wapens'zodanig in zetten te dat massavernietigingsaspecren in geval.,r"r, oorlogi kunnen worden. Dergelijke alternatievè ".r*1a.r, oi.rd., "erdedigiïssconcepren,..1"1 g.pr"- senteerd.als. plaatsvervangend,roo,,r,rclïaii. corr."pter, *""rài; er impriciet van werd.uitgegaan dat de effecten van nucleair. oàrroguo"rirri ;r-rgrilp"rra., zouden zijn dan de effecten van elke andere vorm van oorlogvoering. Een :::t,:^l11tt. vergelijking.tussen de gevolgen van verdedigirrg'op basis van nuclearre en nlet-nuclearre..wapens kon niet worden g"à""kt.^.weliswaar bestonden er werenschappelijke-pubrikaties over de g.".ï;;;;r, oorlog *.t nucleaire wapens maar publik"t^i.s orr", de gevorgá ;r;;g mer niernucleaire wapens ontbraken. Eenzelfde probló* a'".a ";,i.i,"" aanzien van.de. vraag in hoeverre het concept van geweldlor..orrfli.thantering "á", een reëel alrernatief kon zijn voor besiaande,iilir"i.".."..;;;:"be discussie over alternatieve concepren vereiste met andere woorden.i" van het onderzoek naar dè effecten van oorlogvoering in de richting "irfr"iaing van de oorlogvoering met conventionele wapens. Evenals de discussie over alternatieve verdedigingsconcepten is ook het voorliggende onderzoek geïnspireerd door de *.i, áorlog i'.-"oort o-en. In zijn methodische uitwerking ipitst de hier gehanteerde Ë"""a..i"g zich toe op de vraag naar de beheersing.'ran. oorroguáering. In rt", hiervan lag het voor de hand de belalngrijkste ".ti."gi. "iporr"rri van deze benadering, de humanitair-juridische benadering- *.t b"tr.kking tot ooriogrr"j,, als kader te nemen. De humanitair-juridische benaderlng is een statische ".ht"., 265
benadering. Om recht te kunnen doen aan de ontwikkelingen die zich in de bewapening voorcloen is het noodzakelijk een meer dynamische inr.alshoek te kiez.cn. D:rarom is hier de vraag naar de relatie tussen technologische vernierrrving.rr cn dc brhccrsing, an geweld ccntrlll gcsrelj. Een tweede belangrijke keuzc is y)('wc('st;rf te z.ien vln het streven naar een simpele opsomrning van mogelijke i:ffecten van conventionele oorlogen. I Iet risico van een dergelijkc benadering is dat voorbij wordt gegaan aan de onderlinge sarnenhang tussen effecten. Die onderlinge s,rmenhang manifesteert zich bijvoorbeeld waar effecten die tijclens een oorlog optreden de dynamiek van de oorlog beïnvloeden en daarmee cle effecten genereren die zich in tweede instantic tonen. De tussentijdse effecten van een ooriog kunnen bijvoorbeeld medebepalend zijn voor het al of niet voortzetten, dat wi1 zeggen r,ritgroeien v21n een oorlog. Methodologisch gez-ien is het daarom van beleng zon'el kleine :rls grote oorlogen in het onderzoek te betrekken. Gelet op de gekozen inr',rlshock, dc technologische, is bovendien voor de oorlogen die in het onclerzoek worden betrokken geen beperking in de tijd aangebracht. l0 il. ll Her feir dat niet gekozen is voor een eompilatic van cffecten hield in d,rt een keuze g,emaakt moest worden r,rit mogelijke effecten. Als richtsnoer daarbij is gehantccrd.le bcschikbaarheid van kwantitatief empirisch georiënteerde literatuur, hct regelmatig optreden van de effecten en de onderlinge s,rmenh.rng ervln. Op b.rsis van (leze ovcruegingen is gekozen voor een berchriiving virn somatische en psychische effecten van wapens, een beschrijving van hongersnoocl en epiclemieën en cen beschrijving van demogr:rfische effecten van oorlogvoering. In de hoofdstukken 2 tot en mct 5 staan de effecten van de technoloeische ontwikkelirrg in.le bcu'.rp.ning.'enrrlll. A.rnknopcnd biy de m.rnier $'r,lrop militairen wapens en wapcnsyslemen evllueren op militaire brr.rikbaarheid wordt in hoofdstuk 2 cen index voor de theorctische letaliteit gepresenteerd. Duidelijk wordt dat de theoretische letaliteit voortclurend toenecmt. Ook wordt duidelijk dat desondanks de aantallen militaire slachtoffers rei.rtief gelijk zijn gebleven. De theoretische ietaliteit weerspiegelt zich met andere woordcn niet in de werkelijke aantallen militaire slachtoffers. Militairen blijken zich aan de toename van de theoretische let:rliteit te hebben onttrokkcn door aanpassingen gedrag op tàctisch en strategisch niveau. Vooral het feit dar zrj zich in tocnemende mate verspreid opstellen speelt hierin een belangrijke rol. Gezien de toenemende verstedelijking doet zich in de situatie bij burgers een tegengestelde ontwikkeling voor, walrdoor het voor de hand ligt dat de theoretische letaliteit zich wel weerspiegelt in de aantallen burgerslachtoffers. In hoofdstuk 5 wordt aan de hand van gegevens over bombardementen uit WO I en II, een kwantitatief model ontwikkeld dat het mogelijk maakt deze veronderstelling te toetsen. Daarmee spitst het onderzoek zich toc op Je e[[ecten,rln oorlog op burgcrs. Voorl[g.ran.l drlrran geven de 266
.kelingen die zich in dc dynamische invalshoek tussen technologische al gesteld. Een tweede even naar een simpele Le oorlogen. Het risico 'gaan rrn de onderlinge Lang manifesteert zich :eden de dynrmiek van :ren die zich in tweede rg kunnen bijvoorbeeld t wil zeggen uitgroeien om van belang z-owel trekken. Geler op dc,oor de oorlogen die in ^.;;t.,-^-t--.-l, r Lr,u adrrólur4lrrl. ffecten hield in dat een \ls richtsnoer daarbij is npirisch georiënreerde r de onderlinge samen- )zen voor een beschrijrs, een beschrijving van demografische e[[ecren van de technologische I bij de manier waarop militaire bruikbaarheid letaliteit gepresenteerd. lurend toeneemt. Ook re slachtoffers relar iel iegelt zich met and.'r.. lachtoffers. Militairen eit te hebben onttroksch niveau. Vooral her 'llen speeh hierin een Joet zich in de situatie loor het voor de hand n de aantallen burger-,evens over bombarderkeld dar het mogeliik :t het onderzoek ziclt.nd daaraan geven de hoofdstukken 3 en 4 een gedet.rilleerde beschrijving -,'an de somatische en psychische effecten van wapens op individuen. Hoo/dstule 3 gaat in detail in op de somatische effecten van wapens op individr-ren. Een gebruikelijke manier om de somatische effecten van wapens op individuen vast te stellen is via ballistisch laboratorium onderzoek. Dit onderzoek maakt het mogelijk de effecten van één specifiek wapen op één individr.r te beschrijven. In oorlogen is sprake van het gelijktijdig optreden van een brced scala aan wapens en concentraties v:rn individuen. Daarom is er hicr voor gekozcn de.'onlext wlarin w,lpens *orden gebruikr nadnrkkciijk in de beschrijving te betrekkcn. In tweede instantie leidt deze keuze tot een onderscheid naar directe en indirecte verwondingen. Van indirecte verwondingen is bijvoorbecid sprake wanneeí burgers verwondingen oplopen door het instorten van gebouwen als gevolg van bombardementen. In hoofdstuk 5 wordt aan de hand van dit onderscheid duideliik dat de letaliteit onder burgers is toegenomen. De toename aan indirecte verwondingen is gerelateerd aln de toenemende beschikbaarheid van luchtmachten, eerst uitgerust met bombardementsvliegtuigen en in toenemende mate met ballistische raketten. De toename in directe verwondingen is gerelateerd aan het toenemend gebruik van hoge snelheidsmunitie en rnti-personeeismijnen. In hoofdstuk 4 blijkt, bij het ontstaan van psychische reacties, de aard van de gebruikte $'apens van ondergeschikte betekenis. Het ontstaan van psychische reacties van pathologische aard is voorai verbonden met de frequentie waarin burgers blootstaan aan wapengeweld. Dergelijke reacties zíin btl burgers veel minder voorgekomen tijdens de tweede wereldoorlog dan door psychiaters in die tijd verwacht. Over het ontstaan v:rn psychische reacties van niet-pathologische aard best,rat veel onduideli.ikheid. Onderzoeken die hierover gegevens bevatten zijn bijvoorbeeld opinie-onderzoeken waarin vcranderingen in rttiturle\ wor.len hetchr.'ucn. Een g.ingbarc opvrtting die uir deze onderzoeken naar voren komt is dat er een samenhang besta:rt tussen de mate van gewelcl en de mate van verandering in attitude. In het voorliggende onderzoek is deze samenhang onderzocht door een onderscheid te maken tlrssen een 'n:rbiie' en een 'verre' betrokkenheid bij geweld, die ieder verbonden zijn met een verschiilende emotionele en cognitieve evaluatie van de betrokkenheid. Voorzover de :rttitude vrn burgers, zoals vastgesteld in publieke opinie onderzoeken, verbonden kan worden met deze evaluaties geeft hoofdstuk 5 een kwantitatieve uitwerking van dit r.'erschiinsel in geval van bombardementen op steden. Daarmee wordt het mogelijk het complexe verband tussen de concentratie van dergelijke bornbardementen en de 'pubiieke opinie' in beeld te brengen. Uit dit beeld komt naar voren dat het verband tussen de mate uan gcweld en de mate van verandering in rttitude minder nadrukkeliik aatrwèzig is dan verondersteld. 267
8. 10. II. I2 I\ t)(' 7.()( \\'cl cigr n('s. Inl ()p ( spicl Lrirl<r I)c r. r.t).1.1 l. ortrlc t.i1t't t Vcrcc rlrntlst Iisnrr'. I lcr rr sch ijn I gcbierl uirgrrnl st t'ntlig I lcr 'pr prorlrrc, (ironin1 Burgers ondergaan niet alleen geweld door wapengebruik maar ook dooí andere omstandigheden die veelvuldig mer oorlog zijn verbonden zoals voedselgebrek en ziektes. Op beide onderwerpen wordr in hoofdstukken 6 en 7 nader ingeg:ran. De beschrijving van de relatie tussen hongersnood en ooriog en de beschrijving v,rn de gevolgen van hongersnood voor de individtrele burger \-ornren de thema's van hoofdstuk 6. De incidentie van hongersnoden zowel in relatie tot oorlogvoering uit her verleden als in relatie tot contemporaine oorlogen wordt met voorbeelden toegelicht Voor de theorie dat honger en gebrek tot oorlog leiden, blijkt n'einig ernpirische grond te bestaan. Tussen oorlog en voedselgebrek daarentegen blijkt wel een relatie te bestaan. Die relatie vloeit voort uit het feit dat zowel in het verleclen als in het heden het onthouden van voedsel aan burgers en militairen regelmatig onderdeel van het strategisch handelen heeft gevormd. De keuze voor een verhongeringsstrategie heeft vaak te maken met de gebruikte wapentechnologie, en doet zich vooral voor wanneer defensieve middelen in het gevecht overheersen. Het spreekt vanzelf dat de gebruikte wapentechnologie geen invloed heeft op de effecten van hongersnood. In de beschrijving van de lichamelijke en geesteiijke effecten van hongersnood op individr.rele burgers staat centraal in hoeverre blijvende, onherstelbare schacle optreedt. Voorzover voedselgebrek een bepaaide mate en duur niet overschrijdt, blijken de onmiddellijke effecten in hoge mate reversibel. Het voornaamste onomkeerbare cffect van hongersnood is een afname in geboortes en een toename in.le zuigelingensterfte. Vaak wordt eveneens een verband gelegd tussen voedselgebrek en een toenàme van ziekte. Hier wordt gesteld dat er op thcorctische en empirische gronden geen verban.l russen beide bestaat. In cle praktijk blijkt voedselgebrek echter vrijwel steeds geplar.l te Bean rnet een tlnevenuichtig samengestel.l dieet, hetgeen wel de kans op het ontstaan van deficiëntieziektes verhoogt. Hoofdstuk 7 gaaí nader in op het verband tussen oorlog en het optreden van epidemische ziektes. De incidentie van epidemische ziektes in relatie tot oorlogvoering was in het verleden vrij hoog. Vanuit historisch perspecdef gezien is die incidentie afgenomen. Technologische ontwikkelingen hebben in die afname een dwingende ro1 gespeeld. Massale immunisatie, róntgenologisch onderzoek en de a.rnleg van cen hygiënische infrastructuur in steden (waterleiding, riolering en systematische vuilverwijdering) hebben de verspreiding van epidemische ziektes in vredestijd in sterke mate teruggedrongen. Daarmee is ook de uitgangssituatie voor de verspreiding van ziektes in oorlogstijd in gunstige zin beïnvloed. Onder invloed van genoemde technologische ontwikkelingen is er een verschuiving opgetreden in het karakter van het verband tussen oorlog en epidemieën van een welhaast deterministische na:lr een meer probabilistische relatie. 268
,ngebruik maar ook door og zijn verbonden zoals wordt in hoofdstukken 6 ie tussen hongersnood en ngersnood voor de indivitot oorlogvoering uit het r wordt met voorbeelden i tot oorlog leiden, blijkt en voedselgebrek daarenloeit voort uit het feit dat houden van voedsel aan strategisch handelen heeft r heeft vaak te maken met. voor wanneer defensieve vanzelf dar Je gebruikre van hongersnood. ike effecten van hongersrre blijvende, onherstelba- :paalde mate en duur nier roge màre reversibel. Het is een afnarne in geboor- Lak wordt eveneens een Le van ziekte. Ilier v"ordt den geen verband tussen :k echter vrijwel steeds :ld dieet, hetgeen wel de,rlog en het optreden van he ziektes in relatie tor uit historisch perspecriei : ontwikkelingen hebben immunisatie, róntgenoloinfrastructuur in steden ijdering) hebben de versterke mate teruggedron- 'rspreiding vln ziekres in. van genoemde technoloeden in het karakter van welhaast deterministische Hoewel hongersnood en epidemieën naasr effecten op individueel niveau ook effecten op maatschappelijk niveau genereren concentreert de beschrijving zich in de hoofdstr,rkken 6 en 7, evenals in de voorafgaande hoofdstukken op het individuele nive;ru van analyse. In hoofdstuk 8 wordt dit niveau verlaren en komen, onder dc noemeí maatschappelijke effecten van oorlogvoering, die effecten aan de orde waarvan de uitwerking de sfeer van het individu in aard en omvang overstijgt. Uit de literatuur is een breed scala aan maatschappelijk effecten te distilleren. De beschrijving van de maarschappelijkeffecten beperkt zich hier echter tot demografische effecten omdat de relatie van deze effecten met oorlog de meest onomstreden is. Bovendien kan de beschrijving van dc demografische effecten aanslr.riten bij de effecten die in de voorgaande hoofdstukken aan de orde zijn geweest zoais toenemende sterfte, geboorteteruggang, hongersnood en epidemieën. De gangbare opvatting dat de demografische ontwikkeling op de lange termijn samenhangt met de verhoogde sterfte tijdens een oorlog wordt hier ter discussie gesteld. Uit de beschrijving komt naar voren dat de lange-termijn ontwikkeling eerder samenhangt met een afname in geboortes. Demografische veranderingen genereren op hr.rn beurt andere maatschappelijke effecten. Drie effecten worden genoemd. Zo wordt een dominantie van jeugdigen in de bevolking in verband gebracht met een toenarne van pre-disposities tot opstanden en revoluties. Een tweede effect is verbonden met de economische ontwikkcling. Genoemd worden sterke wisselingen in economische dependentieverhotr.lingen op micro-niveau. Als llatste wordt in dit k.ijer gewezen op (le relatie tussen de afname van bevolkingsomvang en t'le.rfname van politiekmilitaire macht. Als algemene conclusie kan gesteld worden dat met dit omvattende en op integratie gerichte overzicht over de invloed van technologische ontwikkelingen op de gevolgen v.rn oorlogvoering voor burgers. dc grondslag is gelegd voor nader systematisch onderzoek naar de maatschappelijke gevolgen viln oorlogvoering. 269