Protocolkaarten voor Bevelvoerders



Vergelijkbare documenten
# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

PROTOCOL INZET BRANDWEER VEENENDAAL BIJ 150 KV HOOGSPANNINGSLIJN

1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

ALGEMEEN PROTOCOL INZET BRANDWEER BIJ CALAMITEITEN NABIJ HOOGSPANNINGSLIJNEN

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Bussen die rijden op: Aardgas CNG = Compressed Natural Gas

Alternatieve energiebronnen

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs

Brand en explosiegevaar

Tactiek en techniek Het aflegsysteem. Tactiek en techniek Het aflegsysteem. Tactiek en techniek Het aflegsysteem.

Vliegtuigbrandbestrijding. Oefening

WAT TE DOEN BIJ CALAMITEITEN OF NOODSITUATIES?

Cryogeen LNG: Waar..

Aardgaslekkage in transportleidingen

Over de brandveiligheid van veestallen is veel te doen. Een brand geeft de nodige impact. Voor zowel de ondernemer als in de media.

Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.

Rail (NS - bestaand spoor Volt gelijkspanning 1 )

INZETPROCEDURE AUTOBRANDBESTRIJDING

Handreiking voorbereiding bestrijding Buisleidingincidenten

Tunnels en alternatieve brandstoffen. Jetty Middelkoop AGS brandweer AA

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN

Toolbox-meeting Kleine blusmiddelen

G-36 De omgeving veiligstellen en lokaliseren van gaslekken versie

B-36 Veilig de omgeving veiligstellen en lokaliseren van biogaslekken versie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Veiligheidsinstructies Belangrijk: Lees deze instructies zorgvuldig voor u de heater in elkaar zet en gebruik neemt, en volg ze na.

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

Oefentoets-Brandpreventie en brandbestrijding-2016

Toolbox-meeting Besloten ruimten

Strategie en tactiek bij natuurbrand

TechGrow CO 2 -generator (Aardgas) HANDLEIDING. Uitgifte datum:

Optreden bij buisleiding incidenten. Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS

Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen

Flashover en backdraft signaleren

Brandpreventie. Inhoud van de presentatie. Inhoud van de presentatie. Hoe een brand bestrijden? Inhoud van de presentatie.

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof

Instructiekaart. Fire defender inzet gereed maken. Fire defender afleggen. Fire defender afleggen met Verdeelstuk. Veiligheid

OGS ontsmetting. (benaming wordt decontaminatie kortweg DECO)

Activiteitenschakel vierde tranche Propaantanks

SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN VOLGENS HET ADR. Te nemen maatregelen in geval van een ongeval of een noodsituatie

Deurprocedure. Voor binnentreden pand: schuimmengsel controleren. Controleer de deur, alleen bij een warme deur deurprocedure toepassen.

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

Veiliger Lossen. Autogas (LPG) bij tankstations!

Aflegsysteem brandbestrijding

Handleiding brandveiligheidtraining Arduin

Inzetprocedure O.G.S.

Brandveiligheid in de zorg

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Specialisten van de VRU. Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS)

Brandveiligheid in de zorg

Informatieblad voor het gebruik van gasflessen en toebehoren

Brand. Voor het ontstaan van brand heb je 3 zaken nodig. Dit noemt men de branddriehoek. - Brandbare stof - Zuurstof - Een ontbrandingstemperatuur

Brandveiligheid in de zorg

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers?

Welkom. DE VRAAG VAN VANDAAG: Wat zien we met een warmtebeeldcamera?

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Veiligheidsinformatieblad (MSDS)

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Identificatie gevaarlijke stoffen

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

Kan de brandweer een gevelbrand bestrijden

Code Voorzorgsmaatregelen Gevarenklasse Gevarencategorie

Brandveiligheid in de zorg

Jacco: Hybride auto s Treinen. Presentatie Elektriciteit. Pauze. Werner: Hoogspanning. Huisinstallaties + zonnepanelen

Explosieveilige elektrische/ventilatie-/verlichtings-/...apparatuur gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken

Samengeperst gas, n.e.g. 70% stikstof, 30% kooldioxide UN-nummer: 1956 Opslagmethode: omgevingstemperatuur en hoge druk (> 150 bar)

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek.

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN HOOGSPANNINGSMASTEN EN HOOGSPANNINGSKABELS

BRAND. Algemene informatie over brand

Liquefied Natural Gas / L N G

EERSTE HULP BIJ MOTOR ONGELUKKEN

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD PODISAN

Van OGS naar IBGS versie 1: 2017

BESLISBOMEN. HSL-Zuid en Betuweroute

Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond Vastgesteld in de RCvAB van: 15 mei 2002

Grootmoeder zorgt veilig voor roodkapje. Een presentatie van Gastouderbureau Roodkapje en Frans van Tilborg (HVK) Hartelijk dank voor uw komst!

VEILIGHEIDSMAATREGELEN BIJ HET 1431 SCHILDEREN IN BESLOTEN RUIMTEN 1 januari 1995

Aluchemie Rotterdam. Module Besloten ruimten. Jacques van Es / Leo van der Elst 17 april 2013

Inventaris van de gevaren: brandweerhandschoenen

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

Voorstel van Kurt Vollmacher voor KCCE/NBN/ISO TRAININGKAART AG 300 Hybride bus!draft enkel als voorstel niet voor verspreiding!

Brandveiligheid: jachthavens & stalling pleziervaartuigen

Inzet van fluorhoudend versus fluorvrij blusschuim Gepubliceerd 8 september 2017 ( laatst bijgewerkt 7 september 2017 )

Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen

U vult deze vragenlijst Beleving Incident anoniem in. Beleving Incident (versie 0.1) * 1. Datum invullen vragenlijst?

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM gemeente Steenbergen

instructieboekje EUROM GS5000 Infraroodstraler op gas

1. RISK & SAFETY ZINNEN

ISOPA PRODUCTBEHEERPROGRAMMA S. Walk the Talk DIVERSE CHEMICALIËN. Het lezen van het (e)sds van uw leverancier is een MUST, omdat dit informatie bevat

brandbare stof zuurstof ontstekingsbron

Elementaire oefening. inzetten. Opdracht A t/m E. Draaiboek : 103B-DB01 Datum : Locatie :

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree

Transcriptie:

Protocolkaarten voor Bevelvoerders Brandweer Veiligheidsregio IJsselland

Protocolkaarten BEVELVOERDER Titel Nummer Meest recente versie Brand BLEVE VRIJ 01 Bruggenhoofd VRIJ 02 Hoogspanning VRIJ 03 Vuistregels hoogspanning Laboratoria VRIJ 04 Vuistregels laboratoria Natuurbrand VRIJ 05 Vuistregels natuurbrand Parkeergarages VRIJ 06 Celgebouwen VRIJ 07 Rieten daken VRIJ 08 Scheepvaartincidenten VRIJ 09 Schuiminzet VRIJ 10 Vuistregels schuiminzet Vuistregels waterwinning VRIJ 11 WTS 200 WTS 1000-2500 VRIJ 12 Vloeistof verdicht gas VRIJ 13 Vuistregels vloeistof verdicht gas Ziekenhuizen/gezondheidsgebouwen VRIJ 14 Hulpverlening Incident management VRIJ 15 Vuistregels incident management Luchtvaartongevallen VRIJ 16 Vuistregels luchtvaartongevallen Spoorweg incidenten (TIM) VRIJ 19 Vuistregels TIM Waterongevallen (duiken) VRIJ 21 Gevaarlijke stoffen Aardgas VRIJ 22 Vuistregels aardgas Acetyleen VRIJ 23 Ammoniak VRIJ 24 Asbest VRIJ 25 Besmettelijke dierziekten VRIJ 26 Besmet water door aanhoudende warmte VRIJ 27 Buisleidingincidenten VRIJ 28 Vuistregels buisleidingincidenten Chloor VRIJ 29 Hennep VRIJ 30 Koolmonoxide (CO) VRIJ 31 LPG VRIJ 32 NBC VRIJ 33 OGS VRIJ 34 Organische peroxiden VRIJ 35 Vuistregels organische peroxiden Radioactiviteit VRIJ 36 Stofexplosies VRIJ 37 Synthetische drugs VRIJ 38

Verdachte objecten (PVO) VRIJ 39 Vuurwerk VRIJ 40 Overige Noodprocedure brandweer VRIJ 42 Hoogbouw VRIJ 45 Formulier Voorstel Wijziging Protocolkaart Disclaimer VRIJ

BLEVE VRIJ 0 1 Deze protocolkaart gebruiken in combinatie met VRIJ 13 BLEVE kan na 10-20 minuten na de brand al optreden! Alle tankwagens die LPG vervoeren zijn voorzien van een noodstop-beveiliging, niet allemaal zijn ze voorzien van een overdrukbeveiliging Start OGS-procedure op (VRIJ 34) Overdrukbeveiliging in werking afblazen gas, Bij dreigende BLEVE opstellijn > 500 m (onder gaat gepaard met fluitend geluid. dekking) Hoe hoger de fluittoon des te meer gas er wordt Plubliek op > 1000 m afgeblazen Voorkom aanstraling van het reservoir Zet onbemande oscillerende kanonnen in om te koelen (minimaal 10L /m 2 /min) Koel het reservoir gelijkmatig en rondom om scheurvorming te voorkomen Waarschuw omgeving en evacueer indien nodig Een BLEVE kan worden veroorzaakt worden door: Overvulling van een reservoir in combinatie met beperkte opwarming door bijv. zonnestraling Mechanische breuk van een reservoir door bijv. krachtige botsing Brand in de omgeving die het reservoir aanstraalt niet alleen drukstijging maar ook verzwakking van de reservoirwand Tankwagens voor vervoer benzine en diesel zijn meestal van aluminium. Door lage smeltpunt kan geen BLEVE optreden. De tanks van chemicaliënwagens zijn meestal van staal, wel kans op BLEVE N.v.t. Bij brand in omgeving stijgt niet alleen de druk in het reservoir maar verzwakt ook de reservoirwand (staal begint te verweken bij 400 C) Aanstraling ter hoogte van de gasfase veroorzaakt sneller een BLEVE dan aanstraling ter hoogte van de vloeistoffase BLEVE: Een BLEVE kan ook optreden bij niet brandbare vloeistoffen Een vloeistof die tot ver boven zijn kookpunt is verhit volume toename druktoename bezwijken reservoir Wanneer de vrijgekomen gaswolk wordt ontstoken ontstaat er een vuurbal

Bruggenhoofd VRIJ 0 2 Deze protocolkaart gebruiken in combinatie met VRIJ 06 of 07 of 14 of 45 Brandverdieping Bruggenhoofd Commandopost t.b.v. de bevelvoerder Bruggenhoofd veilige plaats nabij scheiding tussen rook en frisse lucht, bijv. achter brandwerende scheiding Per bruggenhoofd : Is BV/OVD inzetleider Wordt ademlucht- en materieeldepôt ingericht zorg voor tijdige aanvulling Werkwijze bij inzet 1 ploeg BV 110 geeft leiding vanaf bruggenhoofd 111 en 112 worden ingezet met portofoon, explosiegevaarmeter en ademlucht 113 en 114 blijven met volledige uitrusting stand-by als redploeg 113 verzorgt registratie inzetgegevens van 111 en 112 (tijd aanvang inzet, druk-in, half tijd en prognose tijd-uit) 114 zorgt voor reserve adembescherming voor 111 en 112 en noodzakelijke aanvullend materiaal Werkwijze bij inzet van meer ploegen (vanaf hetzelfde bruggenhoofd) BV 110 blijft BV bruggenhoofd. OVD kan dit overnemen als 2 e OVD voor buiten beschikbaar is BV 120 geeft leiding aan 121-122 en 123-124 die vanaf bruggenhoofd worden ingezet 113 en 114 van blijven stand-by als redploeg voor alle ingezette ploegen 113 verzorgt registratie van alle bij bruggenhoofd ingezette ploegen 114 verzorgt aanvullende adembescherming en overige materialen voor alle bij bruggenhoofd ingezette ploegen. Pompbedieners blijven bij hun voertuig en voeren opdrachten bevelvoerders uit Maak gebruik van evt. aanwezige kleine blusmiddelen Overweeg toepassen lijnenprocedure Overweeg inzet warmtebeeldcamera N.v.t. N.v.t. OVD geeft leiding vanuit commandopost en heeft portofonisch contact met Bevelvoerder c.q. met OVD-bruggenhoofd Terugtocht aanvangen: Cilinder 300 bar terugtocht aanvangen bij 180 bar (300-60 bar reservelucht)/2=120+60 reservelucht=180 bar Vuistregel: bij 300 bar max. inzetdiepte vanuit bruggenhoofd maximaal 90 meter Versie 2: 1 november 2008

Hoogspanning VRIJ 0 3 A 1 2 B 3 Spannings- A B niveau ( kv) 50 25 1 110 25 2 150 25 3 220 31 4 380 36 5 Tabel 1: veiligheidsafstanden A= afstand hartlijn tot rand gevarenzone (m) B= veiligheidsafstand tot kabel (m) 1 = spanningsniveau 2 = mastnummer + netbeheerder 3 = circuit aanduiding Vraag GMZ netbeheerder te waarschuwen Stel gevarenzone en veiligheidsafstand vast Laat voertuigen opstellen buiten gevarenzone Vraag indien noodzakelijk aan netbeheerder om hoogspanningslijn spanningloos te maken Laat netbeheerder ter plaatse komen voor veiligstellen hoogspanningslijn (i.v.m restspanning) Brand Gebruik in open lucht voor blussing: kleine blusmiddelen of schuim, HD-straal of LD-straal zonder worplengte Spuit niet in richting van de kabels Kans op bezwijken van de mast Kabelbreuk Plaats waar de kabel grond/object raakt afzetten (25 m). Kabel mag tot op veiligheidsafstand benaderd worden (kleine stapjes!) als: - sprake is van levensreddende actie - netbeheerder bevestigd dat kabel is veiliggesteld - geen vuur/vonken worden waargenomen op plaats waar kabel grond/object raakt Als netbeheerder ter plaatse situatie veilig heeft gesteld kan kabel direct worden benaderd Redding so s uit voertuig in contact met kabel: Zijn rubber banden in tact inzittenden laten zitten, voertuig niet benaderen (afstand houden 25 m) tot netbeheerder ter plaatse situatie veilig heeft gesteld Zijn rubber banden niet in tact benaderen zoals kabelbreuk ( zie hierboven) Hoogste punt van gebonden straal, mensen, delen redvoertuig, uitschuifbare lichtmasten e.d. mogen nooit binnen veiligheidsafstand (B) komen Houdt rekening met uitzwaaien van de kabels n.v.t. Hoogspanning is al gevaarlijk bij het benaderen van onder spanning staande delen (electrocutie) n.v.t. De netbeheerder wil gegevens voor het uitschakelen: De locatie van de mast en mastnummer Circuitaanduiding A) zwart of wit B) N, Z, O, W C) afkorting plaatsnamen

INCIDENT NABIJ HOOGSPANNINGSLIJN 3.1 Hoogspanningslijn in bedrijf Afstand personen en (delen van) redvoertuigen en gebonden straal tot geleider altijd >.m. (zie tabel 1) Nee 3.3 Eén circuit uitgeschakeld en één in bedrijf Incident onder uitgeschakelde circuit? Nee Ja 3.2 Beide circuits uitgeschakeld Ter plaatse geaard? Ja Melding aan netbeheerder volgens bijlage 2 3.4 Kans op breuk geleider of bezwijken mast Verzoek via GMZ tot uitschakeling volgens bijlage 1 3.5 Gebroken geleider Bij op de grond/ gebouw liggende geleider gebied met straal 25 m. niet betreden 3.7 Voertuig/materieel in contact met hoogspanningslijn Voertuig/materieel in contact met aarde? Ja Nee Hoogspanning Voertuigen buiten gevarenzone opstellen >... m. hart Hoogspanningslijn (zie tabel 1) Mogelijk restspanning 15kV aanwezig Vanaf straatniveau alle blusmiddelen en materieel onbeperkt inzetbaar Preventief gebied ontruimen: - tussen 2 trekmasten - 50 m. aan weerszijden hart lijn Controle of er geen vonken optrede n op plaats waar geleider grond/object raakt Controleer of metalen delen contact maken met aarde en er geen vonken optreden bij lijn of bodem Gebied met straal 25 m. rond voertuig/materieel niet betreden Brandweerpersoneel terugtrekken en Controle via GMZ of uitschakeling heeft Inzittenden mogen voertuig niet verlaten Niet spuiten in de richting van de geleiders Niet spuiten in de richting van de geleiders stationaire armaturen voortzetten volgens bijlage 2 voertuig niet benaderen Open lucht - kleine blusmiddelen - schuim - HD (2 personen) - LD zonder worplengte Binnen ook LD met worplengte (2 personen) Werken op hoogte - afstand mens/ materieel tot geleider >.m Afhankelijk van hoeveelheid spannig (zie tabel 1) Vanaf straatniveau alle blusmiddelen inzetbaar Bericht netbeheerder dat lijn uitgeschakeld en geaard is Nadering tot op 4 m. mogelijk Wacht met verdere actie tot deskundige van de netbeheerder de situatie veilig verklaart Starten hulpverlening na veilig verklaring VRIJ 0 3

Laborat oria VRIJ 0 4 t.b.v. de Bevelvoerder Raadpleeg aanvalsplan Stel soort laboratorium en specifieke gevaren daarvan vast i.o.m. bedrijfsdeskundige Bepaal blusmiddel (zo nodig aanwezige kleine blusmiddelen gebruiken) Blus met zo weinig mogelijk water, denk aan verspreiding gevaar Let op verontreinigd bluswater Gebruik geen gebonden stralen Overweeg schuiminzet Inventariseer specifieke gevaren voor personeel en omgeving Bepaal besmet gebied Bij brand buiten zuurkast ramen zuurkast sluiten en ventilatie aanlaten Bij brand in zuurkast ventilatie uitschakelen Schakel stroom uit na overleg met bedrijfsdeskundige Laat proefdieren in de hokken (niet redden) Laat laboratoriumopstelling zoveel mogelijk in tact Open geen broedstoven, zuurkasten, koelkasten Pas op voor bijten, krabben etc. door aanwezige proefdieren n.v.t. Mogelijk ontsmettingsfaciliteiten bij het laboratorium aanwezig Aanwezigheid: - Diverse gassen (cilinders en leidingen) - Diverse chemicaliën aanwezig, waaronder brandbare vloeistoffen, zuren en logen - Besmette/agressieve proefdieren - Pathogenen (bacteriën, virussen, patiëntenmateriaal) - Radioactieve stoffen zie VRIJ 36 Branduitbreiding via doorvoeren Onder laboratoria worden bedoeld: Ruimten waar Cytostatica (medicijnen tegen kanker) worden geproduceerd of worden toegediend Ruimten waar met radio actieve stoffen wordt gewerkt/toegediend Onderzoeksruimten met genetisch materiaal Proefdierverblijven Bijzondere kassen en plantenkweekcellen Microbiologische laboratoria Ruimten met straling uitzendende apparatuur Ruimten met gevaarlijke apparatuur (MRI, laser)

Laborat oria VRIJ 0 4 Biohazard = biologisch gevaar (infectueuze stoffen) Organismen aanwezig die ziekten kunnen veroorzaken bij mens, dier of plant Algemeen gevaar Mogelijk radioactief materiaal aanwezig In deze ruimte niet met water blussen Verstikkingsgevaar Niet betreden zonder ademlucht Geen toegang voor onbevoegden Brandbevorderende stoffen aanwezig. Bijv. technische gassen zoals zuurstof In deze ruimte geen open vuur toegestaan Lasertoestel aanwezig Grote magneetwerking, bijv MRI-ruimte Zo min mogelijk metalen voorwerpen meenemen Meetapparatuur en portofoons kunnen ontregeld raken Cryogene stoffen aanwezig. Bevriezingsgevaar. Bijv. vloeibare zuurstof, vloeibare stikstof, vloeibaar helium.

Nat uurbrand VRIJ 0 5 De thermometer Alarmering Opschaling Donker en/of Lichtgroen Kleine brand 1TS-BT Middel, groot, zeer groot, Cie etc. Geel Middelbrand 2 TS-BT + OVD Groot, zeer groot, tot 1 e Cie, 2 e Cie etc. Oranje Rood Zeer grote brand Zeer grote brand 4 TS-BT + OVD + HOVD (is peloton) Procedure Ajax 4 TS-BT + OVD + HOVD (is peloton) Procedure Ajax + procedure Heli Klu Tot 1 e Cie, 2 e Cie etc. Tot 1 e Cie, 2 e Cie, 3 e Cie, interregionaal etc. Vraag informatie aan terreinbeheerder en voer (mogelijk samen) verkenning uit : Controleer windrichting Maak inschatting van de oppervlakte van de brand Wat brand er (grondvuur/loopvuur/kroonvuur/bos/ heide etc) Maak inschatting of zwaartepunten gevaar lopen Bepaal bij opschaling verzamelpunt Geef RDM-coördinaten door aan GMZ Houdt rekening met meteo-verwachtingen Is de brand klein ga direct over tot brandbestrijding, zo niet schaal tijdig op Offensieve blussing (directe aanval) Flankaanval z.o.z. figuur 1 Kopaanval z.o.z. figuur 2 Defensieve blussing Vertragende methode brand bestrijden vanaf berijdbaar pad maar niet afblussen Creëren stoplijn strook (minimaal 10m breed) natmaken en brand opwachten Blijf voordurend meten op koolmonoxide (>35 ppm draag ademlucht) Zorg voor tijdige aflossing, drinken en zoutaanvulling personeel Blustechniek (ook z.o.z.) Gebruik sproeistraal (spaart water/groot koelend effect) Toegankelijk terrein: rijdend spuiten (met verlaagde bandenspanning) Ontoegankelijk terrein: hoge druk afleggen maar niet te ver van voertuig Bij grotere oppervlakten s nachts niet afblussen, slechts controleren i.v.m. veiligheid personeel Indien de blushelikopter is ingezet blijft al het personeel in het voertuig (rijdend spuiten) Overweeg inzet materiaal ASK/ISK en/of loonwerkers met watertanks, shovels e.d. Insluiting door het vuur Vast komen zitten voertuigen Verandering windrichting en daardoor verandering richting vuurfront Vliegvuur kan secundaire branden veroorzaken tot ver in het benedenwinds gebied Koolmonoxide (CO) Onbekendheid terrein Hittestuwing (denk aan vocht- en zoutaanvulling) N.v.t. Versie 1 : 1 november 2008 Soorten brand: Grondvuur brand in de grond bijv. veenbranden Loopvuur brand op de bodem bijv. heidebrand Kroonvuur brand in de toppen van de bomen Kleur rook: Naaldhout zwarte rook Gemengd bos grijze rook Heide witte rook Tekenbeet( preventie sluitende bluskleding): Zorg dat de teek in zijn geheel verwijderd wordt Gebruik bij voorkeur een tekentang Een tekenbeet kan ziekte van Lyme veroorzaken Plek waar de teek is verwijderd regelmatig controleren en indien verkleuring optreedt direct contact opnemen met huisarts

Vuist regels nat uurbrand VRIJ 0 5 Aanval Aanval Flankcommandant 100 Flankcommandant 200 Windrichting Figuur 1: Flankaanval bij bosbranden Flankcommandant 100 Flankcommandant 200 Windrichting Aanval over verbrand terrein. Doel: snelheid uit de kop halen en naar de zijkant toe afblussen Figuur 2: Kopaanval bij heidebrand (loopvuur) Vuistregels: Windsnelheid m/s X 100 = m/h voorbeeld: 8 m/s x 100 = 800 m/h Branduitbreiding (in theorie) in hoek 45 Slagkracht 50 meter vuurfront per TS 4 voertuigen rijden is 1 spuiten Berekening aantal voertuigen voor continue blussing n = aantal benodigde voertuigen die nodig zijn om 1 voertuig continue te laten blussen Q= gemiddeld aantal liters per minuut dat een voertuig bij het blussen verbruikt t = Tijd ( tijd van blussen + tijd van rijden naar vulpunt + vultijd + tijd van rijden naar brand) v = gemiddelde watertankinhoud per voertuig n Qxt v

Parkeergarages VRIJ 0 6 Deze protocolkaart gebruiken in combinatie met VRIJ 02 Raadpleeg bereikbaarheidskaart/aanvalsplan i.v.m opstelplaats, stijgleiding, brandmeldpaneel etc. Vraag bedrijfsdeskundige om aanvalsplan/recente bouwkundige tekeningen Richt een bruggenhoofd in VRIJ 02 Betreedt parkeergarage uitsluitend via trappenhuis/vluchtwegen, nooit via in- en uitritten Overweeg om eerst te ventileren voordat ruimten worden betreden Gebruik ademlucht, explosiegevaarmeter en warmtebeeldcamera Maak gebruik van evt. aanwezige kleine blusmiddelen Voer meting uit naar explosiegevaar (LEL) en zuurstofpercentage (O 2 ) Wees alert op zelfsluitende deuren, gebruik zoveel mogelijk het trappenhuis Wees alert op afblazen LPG-installaties Hitte kan de constructie aantasten Wandgerichte oriëntatie is moeilijk Kans op hoge concentraties koolmonoxide (CO) Overweeg toepassen lijnenprocedure Overweeg inzet warmtebeeldcamera Overweeg toepassen kelderprocedure Wees alert op mogelijkheid van slecht zicht en grote hitte Denk aan tijdige aflossing en voldoende drinken voor ingezet personeel Aandacht voor blootliggende stroom- en gasleidingen / kabelgoten Vloeroppervlak > 1000m 2 aanvullende preventieve voorzieningen aanwezig, bijvoorbeeld rookbeheersingsysteem 1000 m 2 = ca. 40 parkeerplaatsen N.v.t. N.v.t. Versie 1 : 1 november 2008

Celgebouw en VRIJ 0 7 Deze protocolkaart gebruiken in combinatie met VRIJ 02 Richt bruggenhoofd in VRIJ 02 Vraag bedrijfsdeskundige om aanvalsplan/recente bouwkundige tekeningen In principe pas optreden als werkgebied vrij is van gedetineerden Gebruik ademlucht, explosiegevaarmeter en warmtebeeldcamera gebruiken Maak gebruik van evt. aanwezige kleine blusmiddelen Laat bedrijfsdeskundige met sleutels ter plaatse blijven (i.v.m. kans op ingesloten raken) Houdt rekening met brandstichting Maak gebruik van BHV (meestal aantal ademluchtdragers beschikbaar) Overweeg uitschakelen van ventilatiekanalen/ luchtbehandeling Deuren die bij betreding open zijn kunnen bij aanvang terugweg gesloten zijn. Forceren van een uitgang is onmogelijk Mogelijk agressieve personen Mogelijk paniek bij gevangenen in andere cellen Overweeg toepassen lijnenprocedure Overweeg inzet warmtebeeldcamera Terugtocht beveiligen door straal mee te nemen ter voorkoming dichtvallen deuren N.v.t. OVD geeft leiding vanuit commandopost en heeft portofonisch contact met Bevelvoerder c.q. met OVD-bruggenhoofd N.v.t.

Riet en daken VRIJ 08 Onderwerp Traditioneel dak Geen betimmering aan onderzijde onbelemmerde toetreding zuurstof snelle branduitbreiding Vuur klimt naar de nok, verspreidt zich naar beide zijden en zakt naar beneden Vuur wordt ook naar binnen gezogen Blussen Verwijder zo snel mogelijk nok(vorst) (circa 1,5 m) Breng (veel) water op van bovenaf tussen rietlagen I ndien brandmuur aanwezig daar brandsleuf maken Maak brandscheiding in de kap door riet ruim rondom vuurhaard weg te halen Riet verwijderen door losknippen van staaldraden Werk van bovenaf naar beneden (van onderaf verwijderen extra toetreding zuurstof snellere branduitbreiding) Dak met gesloten constructie (schroefdak) Betimmering aan onderzijde vuur trekt niet naar binnen Vuur stopt bij de nok Vlammen gaan na circa 15 min over in smeulen Blussen Overstekende kanten zijn brandgevaarlijk extra nathouden Extra aandacht dakdoorvoeren, ramen e.d., hier kan vuur naar binnen slaan Voor controle roetlaag (geen riet) verwijderen Zorg voor veilige werkplek (laat riet niet ophopen rond gebouw) Draag ademlucht Zorg voor valbeveiliging Leg stralen klaar ter bescherming van het personeel op het dak Overweeg SVM aan bluswater toe te voegen i.v.m. groter doordringend vermogen Laat Salvage vroegtijdig alarmeren Gebruik warmtebeeldcamera N.v.t. N.v.t. Overweeg afdekken/ontruimen inboedel i.v.m. waterschade

Scheepvaart incident en VRIJ 0 9 Overweeg stil laten leggen scheepvaartverkeer Vraag schipper stuwplan(=ladinggegevens) en veiligheidsplan Bij brand op een schip zelf geheel afleggen, m.a.w. gebruik alleen eigen materiaal en maak geen gebruik van de wal(bluswater)aansluiting van schip Extreme hitteopbouw mogelijk begin met koelen van stalen wanden (lage druk nevel) Voer meting uit naar explosiegevaar (LEL) en zuurstofpercentage (O 2 ) Houdt rekening met lange aanvalswegen (overweeg procedure Bruggenhoofd VRIJ 02) Bij tankers overweeg vol laten lopen van de cofferdammen (ruimte tussen compartimenten) koelend effect Ventileren. Wees verdacht op rookverspreiding via ventilatiekanalen Let op afvoer bluswater i.v.m. stabiliteit schip Overweeg gebruik blusinstallatie van het schip In veel gevallen kelderprocedure noodzakelijk Overweeg inzet/stand-by houden brandweerduikers Overweeg inzet redvoertuig als 2 e vluchtweg en/of voor aan- en afvoer materieel Draag redvest Overweeg toepassen lijnenprocedure Overweeg inzet warmtebeeldcamera Overweeg toepassen kelderprocedure Denk aan tijdige aflossing en voldoende drinken voor ingezet personeel Kans op hoge concentraties koolmonoxide (CO) Zuurstofgebrek in besloten ruimten Door smalle (nauwe) gangen snelle en hoge temperatuuropbouw Weinig/ geen brandwerende scheidingen snelle branduitbreiding mogelijk Branduitbreiding mogelijk door warmtestraling via stalen tussenwanden Mogelijk open vloerroosters in machinekamer Complexe indeling (insluitingsgevaar, desoriëntatie) Bij broei let op brandstoftanks Slecht werkende communicatiemiddelen Begassing van de lading Te water raken van eigen personeel Asbest aanwezig in oudere schepen Herkenning gevaarlijke stoffen op schepen 1 blauwe kegel/licht brandbare vloeistoffen, 2 blauwe kegels/lichten brandbare- en giftige Indien aanwezig overweeg inzet stationaire CO 2 - stoffen blusinstallatie. Niet gebruiken bij ontwikkelde brand 3 blauwe kegels/lampen ontplofbare stoffen explosiegevaar. Gebruik in dat geval schuim (begin altijd met zwaar schuim) N.v.t. Versie 1 : 1 november 2008 KLPD en RWS hebben boten zonder blusmaterieel brandweer zorgt voor blusmaterieel (z.o.z.) Brandweren Tiel en Nijmegen hebben blusboot (lange opkomsttijd)

Schuiminzet VRIJ 1 0 Wacht met inzetten van schuimaanval tot het benodigde materieel aanwezig is om schuimdeken 30 minuten te kunnen onderhouden Plaats tussenmenger 1 slanglengte voor de straalpijp Denk aan koeling object bij het opbrengen van een schuimlaag i.v.m. afbraak schuimlaag door hitte Koelen (water) 10 L/min/m 2 Verschuimingsgetal geeft aan hoeveel liter schuim wordt gemaakt uit 1 liter premix ( water+svm). Hoe groter het verschuimingsgetal hoe meer lucht er in het schuim zit. Mengverhouding hoeveelheid svm dat wordt toegevoegd aan water om premix te maken (meestal 1-6%) Zwaar schuim verschuimingsgetal < 20 Hoog watergehalte, groot koelend effect, grote worplengte(tientallen meters), gewenste laagdikte 12-15 cm Middel schuim verschuimingsgetal tussen 20-200 Sterk afdekkend effect, lager watergehalte, laag koelend effect, beperkte worplengte (enkele meters), gewenste laagdikte 30-40 cm Licht schuim verschuimingsgetal >200 Groot 3-D effect, erg windgevoelig, zeer laag watergehalte, weinig waterschade, zeer klein koelend effect, vrijwel geen worplengte N.v.t. Alleen in hoogst noodzakelijke gevallen door de schuimdeken lopen omdat: de schuimlaag wordt kapotgemaakt niet zichtbaar is wat er onder het schuim zit Schuim geschikt voor: vloeistof- of oppervlaktebranden preventief afdekken brandbare/toxische vloeistoffen beheersen plasbranden vloeistof verdichte gassen verdringen brandbare gassen (scheepsruimten) brand blussen in afgesloten ruimten (o.a. kelders) Halfwaardetijd: tijd waarin 50% van het schuim is verdwenen. Oorzaken: uitwatering ( verdwijnen water uit schuim) burn back (vuur breekt schuim af) fuel pick up (schuim neemt brandstof op) wind (schuimlaag wordt verplaatst/afgebroken) lekkage (uitstromend product valt op schuimdeken) thermal updraft (hitte zorgt voor opwerveling schuim) Alcohol bestendig schuim gebruiken bij polaire vloeistoffen (=mengbaar met water:bijv: ether,aceton) Ook gebruiken voor afdekken benzineplas/brand

Vuist regels schuiminzet VRIJ 1 0 Soorten schuim: 1. proteïneschuim (biologische samenstelling) proteïneschuim (P): stabiel, goed bestand tegen hitte. Werkt langzaam, niet goed bestand tegen brandstof fluorproteïneschuim (FP): snellere blussende werking, beter bestand tegen brandstof 2. synthetisch schuim (chemische samenstelling) synthetisch schuim (F): vooral geschikt voor kleine branden, matig hittebestendig en matig bestand tegen brandstof aqueous film forming foam (AFFF): snelle blussing, geschikt in combinatie met poeder, minder hittebestendig Universeel schuim (= alcoholbestendig schuim, o.a. AFFF) is zowel toepasbaar bij stoffen die niet mengbaar zijn met water (apolair, bijv. benzine/diesel) als met stoffen die mengbaar zijn met water (polair, bijv alcohol),door de bijmenging van SVM aan te passen. apolaire stoffen 3% SVM polaire stoffen 6% SVM Tabel 1: Benodigde hoeveelheden SVM bij 30 minuten onderhouden 3% SVM 6% SVM Plasoppervlak (m 2 ) Liters water Liters SVM Liters water Liters SVM 5 873 27 846 54 15 2619 81 2538 162 25 4365 135 4230 270 50 8730 270 8460 540 150 26190 810 25380 1620 200 34920 1080 33840 2160 250 43650 1350 42300 2700 300 52380 1620 50760 3240 500 87300 2700 84600 5400 Liters schuim = aantal liters premix (water + SVM) x verschuimingsgetal Verschuimingsgetallen: Zwaar schuim < 20 Middel schuim 20 200 Licht schuim > 200 Vuistregels: Bij mengverhouding 3% 5,5 L SVM per m 2 plasoppervlak per 30 minuten (er van uitgaand dat schuimdeken een half uur in stand moet worden gehouden) Bij mengverhouding 6% 11 L SVM per m 2 plasoppervlak per 30 minuten (er van uitgaand dat schuimdeken een half uur in stand moet worden gehouden) Bij regen 25 50 % meer schuim nodig i.v.m. versnelde afbraak Tabel 2: Oppervlakte vloeistofplas Soort lekkage Op het land (m 2 ) Op het water (m 2 ) Klein 10 1500 Groot 100 1500 Geheel bezweken 1500 (max. opp.) 10000 Per m 3 vrijgekomen vloeistof 100 m 2 plasoppervlak (met een maximum van 1500 m 2 )

Onderwerrp Vuist regels w at erw inning VRIJ 11 Tabel 1: waterlevering brandkraan Diameter in Capaciteit Capaciteit mm L/min m3/uur 75 900 54 100 1200 72 200 2500 150 Vuistregel: Brandkraan x10 = waterlevering in L/min Tabel 2 Noodzakelijke hoeveelheid water Doel L/m2 per minuut Offensieve blussing 10 Defensieve blussing 2-6 Koeling drukvat 10 Schuimblussing 6-10 (mengsel water-svm) Natuurbrand 2-6 Tabel 3: Drukverliezen Soort slang Waterlevering L/min Drukverlies per 100 m Voldoende water voor Hoge druk 125 n.v.t. n.v.t 52mm (2-duimer) 280 1 bar Handstraal 75mm (3-duimer) 700 1 bar Verdeelstuk Dubbele 75mm 1400 1 bar Waterkanon 150mm (6-duimer) 2000 (WTS 2500) 0, 14 bar 1 TS 150mm (6-duimer) 4000 (WTS 1000) 0,56 bar 2 TS-en Vuistregels: Per 10 m opvoerhoogte (75 mm slang) 1 bar drukverlies Per 7 m opvoerhoogte (150 mm slang) verkorting watertransportafstand met 100 meter Pendelen met watertankwagen: n= aantal benodigde voertuigen n = Q * t Q= benodigde hoeveelheid bluswater (L/min) v t = benodigde tijd voor rijden, laden en lossen (min) v = gemiddelde tankinhoud (L) Bluscapaciteit TS 2400 L/min (6 stralen lage druk of 1 straatwaterkanon) Inzetbereik TS: 50 meter vuurfront 25 meter vuurdiepte 275 meter inzetdiepte Oscillerend waterkanon (4 per peloton) : intrededruk 8 bar inzetbreedte circa 50 meter worplengte circa 60 meter capaciteit 2000L/min

W at ert ransport schema ( W TS) 2 0 0 VRIJ 1 1 Watertransportafstand maximaal 160 m Aansluitpunt voor verdeelstuk/waterkanon Standaard bepakking TS BZK: - 16x 75 mm watertransportslangen (3-duims) - 8x 52/38 mm aanvalslangen (1 / 1,5-duims) Straatwaterkanon heeft een capaciteit van 1200-2000 L/min. n.v.t. n.v.t. Vanaf aansluitpunt A (zie tekening) kan/kunnen straatwaterkanon en/of handstralen worden afgelegd n.v.t. n.v.t. Versie 1 : 1 november 2008

W at ert ransport ( W TS) 1000 / 2500 VRIJ 12 Onderwerrp Opbouw watertransport (volgens leidraad): - WTS 200 15 minuten - WTS 1000 30 minuten - WTS 2500 60 minuten Bij gebruik 2 TS-en als haler, let op ongeveer gelijke capaciteit van pompen Met WTS 1000 kunnen 2 TS-en worden gevoed Met WTS 2500 kan 1 TS worden gevoed Dompelpomp heeft geen zuighoogte waardoor plaatsing direct aan de waterkant minder noodzakelijk is Optie 1: Extra TS als haler naast bestaande dompelpomp (1) Verzamelstuk (7) aansluiten op afsluiter (5) Optie 2: Extra dompelpomp naast bestaande dompelpomp (1) aansluiten op afsluiter (5) n.v.t. Versie 1 : 1 november 2008

Vloeist of verdicht gas VRIJ 1 3 Object Inhoud (m 3 ) Massa (Kg) r (m) 2r (m) 3r (m) Cilinder 1 L 0,6 2,4 7 10 Cilinder 4 L 2,4 3,9 12 16 Cilinder 12L 7,2 5,6 17 22 Cilinder 50 L 30 9,0 27 36 Stationaire tank 1 425 22 44 65 Stationaire tank 1,5 638 25 50 75 Stationaire tank 2,5 1063 30 59 89 Stationaire tank 5,5 2475 39 78 118 Stationaire tank 8 3600 44 89 133 Tankauto 16 6720 55 109 164 Tankauto 20 8400 59 118 177 Tankauto 40 16800 102 205 307 Spoorketelwagon 60 25200 117 235 352 Spoorketelwagon 80 33600 129 258 387 Binnenvaarttanker 1 x 300 126000 201 401 602 Tabel 1: Effectafstanden BLEVE r = straal van de vuurbal 2r = afstand secundaire branden 3r = afstand 2e/3e graads brandwonden Inhoud (m 3 ) Tankopp (m 2 ) 8 30 300 20 60 600 40 95 950 53 110 1100 110 150 1500 Minimaal benodigde hoeveelheid bluswater (L/min) Tabel 2: Benodigd bluswater voor koeling Start OGS procedure op (VRIJ 34) Zet explosiegevaarmeter aan in het voertuig Stel vast of lekkage inpandig of buiten is Deskundigen raadplegen (AGS, bedrijfsdeskundige) Gaswolk zo min mogelijk betreden M.b.v. LD gaswolk opmengen/verdunnen (1L water zuigt 2 m 3 lucht mee) Verwijder ontstekingsbronnen indien mogelijk (denk ook aan telefoons, portofoons, zaklampen e.d.)` Indien niet mogelijk afschermen met sproeistralen Stel gevarenzone vast,houdt omstanders op afstand Voor LPG zie protocolkaart VRIJ 32 Lekkage in de gasfase Probeer lekkage te verminderen/stoppen Indien niet mogelijk gecontroleerd laten afblazen koudkoken Lekkage in de vloeistoffase Eventuele obstakels bij uitstroom opheffen Probeer lekkage in de gasfase te draaien Indien mogelijk overpompen van de vloeistof Fakkelbrand (brandende gasstraal) Niet blussen, uitbreiding voorkomen door koelen met de richting van de fakkel mee koelen Fakkel alleen blussen als: - Er te weinig water is om te kunnen koelen ( 10L/min/m 2 ) zie tabel 2 - Kans op herontsteking klein is, en de route van de gaswolk geen problemen geeft - Plaats van lek of positie van fakkel zeer ongunstig is verweking reservoir grotere BLEVE-kans BLEVE Zie protocolkaart VRIJ 01 N.v.t. Lekkage in de gasfase: Gasfase lekkage is niet zichtbaar, wel hoorbaar Ontstekingsafstand (m) 250 x diameter v/h lek Veilige afstand (m) 500 x diameter v/h lek Fakkelbrand, lengte (m) 250 x diameter v/h lek Lekkage in de vloeistoffase: Zichtbaar als nevel en fijne druppeltjes (spray-jet) Ontstekingsafstand (m) 500 x diameter v/h lek Veilige afstand (m) 1000 x diameter v/h lek Fakkelbrand, lengte (m) 500 x diameter v/h lek Koelen minimaal 10L/min/m 2 Spoorketelwagons die een tot vloeistof verdicht gas vervoeren hebben een oranje band om de tank 1L vloeibaar gas levert ongeveer 250 L gas op Denk ook aan mogelijkheid verdringen zuurstof Koudkoken: Als het kookpunt van de vloeistof is bereikt en de druk in het reservoir <1 bar IJsafzetting aan de buitenzijde van het reservoir Gas uitstroom zal sterk verminderen Het opbrengen van water op een koudgekookt reservoir zorgt voor opwarming verdamping neemt toe gas uitstroom neemt toe

Vuist regels vloeist of verdicht gas VRIJ 1 3 Technische gassen Speciale gassen Voedingsmiddelen gassen Medische gassen De kleuren van de gascilinders geven slechts een indicatie van de inhoud, bepalend is de gassoortinslag en/of de gascodesticker Gascilinders met een rode dop bevatten waterstof (Knalgas) Per 1 juli 2006 is er in heel Europa uniforme kleurcodering. Om verwarring met de oude kleurcodering te voorkomen is op sommige cilinders de letter N aangebracht.

Ziekenhuizen/ Gezondheidsgebouw en VRIJ 1 4 Deze protocolkaart gebruiken in combinatie met VRIJ 02 Richt bruggenhoofd in VRIJ 02 Overweeg toepassen lijnenprocedure Vraag bedrijfsdeskundige om aanvalsplan/recente Overweeg inzet warmtebeeldcamera bouwkundige tekeningen Alleen ontruimen in uitzonderlijke situatie i.o.m. afgevaardigde van de directie/bedrijfsdeskundige Gebruik ademlucht, explosiegevaarmeter en warmtebeeldcamera Maak gebruik van evt. aanwezige kleine blus- Gevaarlijke stoffen aanwezig in laboratoria middelen (chemisch/biologisch/radiologisch) zie VRIJ 04 Zorg ervoor dat inzetroutes en ontruimingsroutes elkaar niet hinderen Opslag en gebruik zuurstof en narcose gassen Laat instelling aanwezigheidsregistratie uitvoeren Kans op besmetting op de verzamelplaats Mogelijk radioactief materiaal aanwezig zie Overleg met bedrijfsdeskundige of procedure VRIJ 36 transmit inhibit ( porto alleen ontvangen, niet zenden) noodzakelijk is i.v.m. storing op apparatuur Biohazard: Denk aan ventilatiekanalen/luchtbehandeling Infectieuze stoffen (klasse 6.2) besmettingsgevaar met ziektekiemen Verkenning en ontruiming dient in fases te geschieden MRI: Laat installatie uitschakelen (noodstop) 1 e fase tot achter de brandscheiding Grote magneetwerking zo min mogelijk 2 e fase verdieping boven de brand 3 e fase verdieping onder de brand metalen voorwerpen meenemen, want die kunnen worden aangetrokken/gelanceerd (bijv koevoet) 4 e fase rest van de vleugel/gebouw Meetapparatuur en porto s kunnen ontregeld raken Bij storing kan stikstof en/of helium vrijkomen verdringt zuurstof N.v.t. N.v.t. OVD geeft leiding vanuit commandopost en heeft portofonisch contact met Bevelvoerder c.q. met OVD-bruggenhoofd

Incident Management VRIJ 1 5 Dit protocol is van toepassing op de auto( snel) wegen Bepaal juiste aanrijroute (files, gevaarlijke stoffen / windrichting) Meldt bij aankomst exacte locatie (zie vuistregels) Houdt de vluchtstrook zoveel mogelijk vrij Denk aan vrijhouden aan- en afvoerroutes Mogelijke problemen met waterwinning (afstand) Als je eerst aankomende hulpdienst bent: Stop op 100 meter voor incident Parkeer voertuig in fend-off positie (buffer) Laat zwaailampen aanstaan, frontflitsers uit Plaats kegels tussen voertuig en incident Vraag eventueel verkeersmaatregelen aan (afkruisen, afzetten e.d.) Niemand blijft in het voertuig zitten! Als je niet de eerst aankomende hulpdienst bent: Parkeer voertuig op de 10m werkcirkel voor het ongeval Zet zwaailichten uit (geldt voor alle hulpdiensten) Slachtoffers/betrokkenen: Laat slachtoffers in het voertuig zitten, tenzij er acuut gevaar dreigt zoals bv. brand. Breng mensen die al uitgestapt zijn in veiligheid: - laat ze achter de vangrail staan - laat ze geen rijstroken oversteken - indien niet mogelijk verzamelen voorbij incident Partners in IM zijn: brandweer, politie, ambulancedienst, RWS, bergers en ANWB 1 e voertuig als buffer op 100m voor het incident Verkeersmaatregelen aanvragen (afkruisen, afzetten etc.) Veiligheidskleding, verkeerskegels Verkeersmaatregelen aanvragen bij Regionale Verkeers Centrale (RVC) via GMZ Verkeersmaatregelen kunnen pas worden aangevraagd wanneer je ter plaatse bent (indien er geen cameratoezicht is) De hulpdienst die maatregelen aanvraagt, meldt deze ook weer af bij RVC. Bij eerder vertrek overdragen aan RWS of politie n.v.t. RWS beschikt over middelen om de incidentlocatie beter te beveiligen: Actiewagens (= pijlwagen, optische beveiliging) Botsabsorbers (fysieke beveiliging) Tekstwagens (voorwaarschuwing) Verkeersinformatie (voorwaarschuwing) Antikijkersschermen (tegen vervolgongevallen) Mobiele rijstrooksignalering (ontbreken signalering) Mobiele route-informatie (omleidingen)

Vuist regels IM VRIJ 1 5

Lucht vaart ongevallen VRIJ 1 6 Indien mogelijk bovenwinds opstellen Standaard voertuigopstelling is klokopstelling 11 en 1 uur (afhankelijk van de wind, bewapening e.d.) Potentiële ontstekingsbronnen (bijv. hete motoren, landingsgestel) afschermen, afkoelen of blussen i.v.m. gevaar voor herontsteking Controleer op brandstoflekkage en neem zonodig maatregelen (afdekken met schuim) Houdt een blusmiddel in de directe nabijheid Brand De basistactiek bij de blusinzet is het snel creëren van een vuurvrije zone rond de romp Brand in de motoren Blus de brand direct Koel de directe omgeving omdat: - brandstoftanks (in vleugels) worden aangestraald - bij brandende staartmotor kan staart afbreken Brand in het landingsgestel Stel geen voertuigen op aan zijkant van vliegtuig Benader het landingsgestel via de lengteas Blus brand direct i.v.m. aanstralen brandstoftanks Oppervlaktebrand van uitgestroomde brandstof vliegtuigromp is kort bestand tegen vuur doorslag ca. 2minuten start meteen de blussing Cabinebrand Cabinebrand kan zich snel ontwikkelen met dikke giftige rook Start binnenaanval Hulpverlening Ondersteun slijpwerkzaamheden altijd met een schuimstraalpijp Stabiliseer een onstabiel vliegtuig Standaard hydraulische redgereedschap is ongeschikt om vliegtuigdeuren te openen maak gebruik van inbreekplaatsen z.o.z. Zaag of slijp nooit in het dak van de romp i.v.m. leidingen en kabels Voer meting uit naar explosiegevaar en RA Militair vliegtuig altijd in een hoek van 45 i.v.m. bewapening. Bij militaire helikopters kan munitie alle kanten op gericht zijn Laat de alarmcentrale de KLPD waarschuwen. KLPD zorgt voor het alarmeren van alle relevante luchtvaartinstanties. Civiele luchtvaart Radar in de neus van toestel sterk elektromagnetisch veld Mijdt gebied voor de neus Draaiende motoren aan de voorzijde niet dichter dan 7,5 meter benaderen en aan de achterzijde niet dichter dan 25 meter. Dit i.v.m.: - zuigende werking van de motoren - hoge temperaturen van de uitlaatgassen Hoge temperatuur landingsgestel exploderen band en velg landingsgestel altijd in lengterichting van vliegtuig benaderen Het breken van de romp indicatie is rimpeling van de beplating Kerosine (vlampunt 35 C) Tanks in vleugels Constructie materialen (MMMF) - bij het breken van MMMF scherpe randen - Bij verbranding giftige verbrandingsproducten kleine vezels in lucht geven irritatie van luchtwegen draag ademlucht en houdt gebied nat Zuurstofsystemen (gas of vloeistof) Mogelijk verarmd Uranium in vleugels/staart (ballast) Automess + AD17 en Ados gebruiken Militaire luchtvaart Boordkanon Externe bewapening militairvliegtuig altijd van voren benaderen in een hoek van 45 Voor kleurcodering munitie z.o.z. Schietstoel uitschakelen door veiligstellen geel/zwart gestreepte handels Hydrazine als kijkglas (rechtsvoor t.h.v.neuswiel) rood gekleurd is, is er hydrazine gebruikt schakel hydrazine-team van KLU in Openen cockpit (canopy) z.o.z. N.v.t. N.v.t. Versie 1 : 1 november 2008

Vuist regels lucht vaart ongevallen VRIJ 1 6 Kleurcodering munitie geel aanwezigheid van springstof bruin explosief brandende stof grijs aanwezigheid van strijdgassen zwart pantserdoorborende eigenschappen zilver/aluminium radarreflecterende vulling lichtgroen rooklading lichtrood brandstichtende munitie wit aanwezigheid van lichtsassen (seinmiddel) lichtblauw oefenmunitie Oefenmunitie kan voorzien zijn van een explosieve stof (gele band) en kan dus gevaarlijk zijn. Munitie nooit verplaatsen! Blijf uit het afvuurgebied! Een militairvliegtuig altijd van voren benaderen in een hoek van 45. Bij militaire helikopters kan de munitie alle kanten op gericht zijn. Openen cockpit (canopy) Het openen van de cockpit gebeurd van buitenaf d.m.v. een explosief (slagkoord op afstand). Open het rescuedeurtje/luikje (zie afb. 1) Pak de handel (zie afb. 2), loop de kabel helemaal uit (1,8 meter) en ruk er vervolgens stevig aan (loop haaks weg met het gezicht naar beneden i.v.m. steekvlam van het explosief) De cockpit vliegt recht of schuin naar achteren weg denk aan personeel! Afbeelding 1: rescuedeurtje/luikje Afbeelding 2: handel afvuurkoord Inbreekplaatsen vliegtuig Het standaard hydraulische redgereedschap is ongeschikt om vliegtuigdeuren te openen. Er zal gebruik moeten worden gemaakt van de zogenaamde inbreekplaatsen. Soms heeft de vliegtuigfabrikant of de instantie die het vliegtuig in dienst heeft de meest geschikte inbreekplaatsen op de romp aangeduid. Militaire vliegtuigen gele, oranje of zwarte stippellijn om de betreffende plaats Burgervliegtuigen markering bestaat uit hoekjes die gezamenlijk een rechthoek vormen, als locatie voor de inbreekplaats (zie afb.3) Afbeelding 3: inbreekplaats

Spoorw egincident en ( TI S) VRIJ 1 9 Figuur 1: afstanden HD Figuur 2: afstanden LD Aanbrengen veiligheidstester (VT) Veiligheidstester in kist met rode band is voor inzet. Kist met groene band is oefenexemplaar Na bevestiging door meldkamer dat bovenleiding spanningloos is, VT aanbrengen Plaats grondbalk in binnenkant beide spoorstaven Balk naar beneden drukken tot hij horizontaal tussen spoorstaven zit Balk fixeren door overhalen huls Ontlaadstok verbinden met geïsoleerde stok Haak aan de bovenleiding hangen, zo dicht mogelijk bij betrokken materieel Als VT blijft hangen is bovenleiding spanningloos Koppel dit terug aan centralist Als nog spanning op bovenleiding staat zal tester met knal en vuurwerk naar beneden vallen. Dezelfde VT niet meer gebruiken (laat nieuwe komen) VT na incident laten verwijderen door bevoegd personeel Pro Rail (s) Overweeg ruim uitschakelen via GMZ Spanningstester plaatsen na bericht GMZ dat er ruim is uitgeschakeld Plaatsing bevestigen aan GMZ Overweeg stilleggen baanvakken (dieseltreinen) Zorg voor uitkijkposten overige baanvakken Blokkeer wielen trein dmv keggen Stel vast of waterwinning toereikend is Gebruik kennis van machinist Laat passagiers indien mogelijk in de trein Als ontruiming noodzakelijk is, dan aan veilige zijde Houdt rekening met veel gewonden door noodstop Check omgeving op so s i.v.m. lange remweg trein vraag via GMZ belading van de wagons. Geef wagonnummer door (tel vanaf de locomotief) De automatische koppeling aan voorkant trein staat onder stroom (accu s) ook na ruim uitschakelen. Machinist kan koppeling stroomloos maken Luchtslangen kunnen onder druk staan ca. 10 bar Pro Rail stuurt bij calamiteit OVD-R(ail) ter plaatse Criteria voor ruim uitschakelen: Brand Afstand blussing zie figuur 1+ 2 Inzet waterkanon Branden in schakelstations, tunnels etc. Uitslaande brand in trein (altijd uitschakelen!) Technische hulpverlening Geen tijd om treinstellen te verplaatsen Situatie gevaarlijk voor hulpverleners Werkzaamheden binnen 1,5 m van bovenleiding Werkzaamheden bovenop trein, brug, viaduct (Dreiging van) kapotte bovenleiding Bij personenvervoer zijn rijtuigen verbonden door kabel waarop bovenleidingspanning staat Langs spoor loopt 25 kv leiding, denk aan beschadiging Deuren van buitenaf openen via noodhendel, veelal onder treindeur te vinden Pro Rail deelt calamiteiten op in Trein Incident Scenario s (TI S). Z.o.z.

W at e Onderwerp rongevallen len ( duiken) VRIJ 2 1 Voorbereiding TS voor duikinzet Houdt bij opstellen voertuig rekening met voldoende ruimte voor overige voertuigen en werkruimte Redt oppervlakteslachtoffers Achterhaal hoeveel personen worden vermist Zijn er op de wal ook (onderkoelde) slachtoffers/redders Achterhaal exacte locatie waar voertuig/drenkeling te water is geraakt (let op: luchtbellen, olievlekken, brandende koplampen, bandensporen, beschadigingen walkant, getuigen) Bereidt inzetplaats duikers voor (afbakenen) Overweeg stil leggen scheepvaart/sluizen/gemalen Voorbereiding TS voor ijsduiken Verwijder alle omstanders van het ijs Informeer naar richting waarin drenkeling onder het ijs is geschoten Zo min mogelijk personeel op het ijs (aangelijnd) Maak wervelplank gereed met lijnen Strooi zand tegen de gladheid Laat planken en/of ladders op het ijs plaatsen Laat ijs in omgeving wak schoonvegen en nat maken zodat ijs doorzichtig wordt Hou kettingzaag gereed om extra wak te maken (op aanwijzing duikploegleider) N.v.t. Draag zwemvest bij werkzaamheden aan waterkant. Spring niet te water (i.v.m. obstakels onder water) Begeef je nooit tussen wal en schip Zo min mogelijk personeel aan de waterkant Stel verlichting op i.o.m. duikploegleider i.v.m. verblinding duikers Zorg voor rust en zo min mogelijk lawaai aan de kant i.v.m. communicatie met duikers Besmet oppervlaktewater (zie VRIJ 27) Onderkoeling Draaiende scheepsschroeven Stroming in het water Duikploegleider Bepaalt de inzet en verdeelt de taken tussen beide duikers en stuurt de assistent duikploeg aan. Geeft leiding aan max.twee duikkoppels (duiker en signaalhouder) en een reserveduiker. Registreert alle werkzaamheden in het persoonlijk logboek van de duikers Reserveduiker Duiker die met volledige uitrusting aan, op het droge, stand-by staat Bemanning van de tankautospuit Ondersteunt de duikploeg(en) bij hun inzet. Bevelvoerder houdt contact met duikploegleider en OVD Officier van dienst Heeft de operationele leiding

Aardgas VRIJ 2 2 Rij bovenwinds aan Adembescherming is noodzakelijk voor Laat politie en NUTS-bedrijf ter plaatse komen bescherming van de longen bij eventuele explosie Zet explosiegevaarmeter in het voertuig aan Maak opstellijn, afhankelijk van meetresultaten, op minimaal 25 meter Verwijder mogelijke ontstekingsbronnen Overweeg ontruiming (i.o.m. politie) Potentiële ontstekingsbronnen zijn: portofoons, telefoons, zaklamp, geisers, CV-ketels, thermostaat, elektrische apparatuur, kaarsen, schakelaars (deurbel!) Denk aan responsetijd van explosiegevaarmeter Draag volledige bluskleding + ademlucht Overweeg gebruik van gehoorbescherming Voer verkenning uit met explosiegevaarmeter Gebruik in gevarengebied geen portofoons, telefoons of zaklampen Druk in transportleiding 40-80 bar indicatie bij Indien inpandig meet eerst buiten, dan bij/door lekkage, oorverdovend lawaai (fluitend) brievenbus/raam (onder dekking), dan binnen Druk in distributieleiding 8 bar indicatie bij Let ook op meetresultaat % zuurstof lekkage, sissend geluid Als het gas brandt niet blussen! Alleen het gas in de distributieleidingen is voorzien Onderzoek ventilatiemogelijkheden van kenmerkende geur Houdt stralen en waterkanonnen stand-by voor: - het verdunnen van een eventuele gaswolk - blussing na een explosie - het afschermen van ontstekingsbronnen Standaard uitruk: 1 TS + OVD Brandweer verantwoordelijk voor openbare veiligheid tijdens het incident Gasbedrijf verantwoordelijk voor aanpak gaslekkage i.o.m. brandweer Aardgas: - is lichter dan lucht - kan zich ophopen tussen plafonds/vloeren - verdringt zuurstof (let ook op het meetresultaat % zuurstof) Afstand lek tot onderste explosiegrens (OEG) = 250 x diameter leiding Laat bij calamiteiten door de meldkamer waarschuwen: Transportleidingen Gasunie Distributieleidingen Essent

Vuist regels Aardgas VRIJ 2 2 De Gasunie heeft voor verschillende aardgastransportleidingen berekend wat de warmtestraling (gerelateerd aan de afstand) zal zijn, indien er een breuk optreedt en er een brandende verticale fakkel (jet) ontstaat. Dit leidt tot de volgende tabel. Tabel 1: contouren in meters van warmtestraling bij aardgastransportleidingen 1 inch = 2,54 cm 4 inch middendruk 8 inch middendruk 12 inch middendruk 16 inch middendruk 24 inch hoge druk 36 inch hoge druk 48 inch hoge druk 10kW/m2 25 55 80 100 175 240 290 3kW/m2 45 100 150 190 380 550 800 1 kw- m2 75 170 260 335 650 965 1230 Indien de diameter van de leiding nog niet bekend is, laat GMZ contact opnemen met de Gasunie Warmtestralingscontouren: 10 kw/m2 : contour waarbinnen rekening moet worden gehouden met het ontstaan secundaire branden. Verwijder alle mensen uit de binnenring (ook hulpverleners). Indien een inzet in de binnenring toch noodzakelijk is, zorg dan voor aanvullende maatregelen, inzet onder dekking. 3 kw/m2: contour waarbinnen de brandweer met volledige bluskleding en adembescherming kan optreden. 1 kw/m2: contour waarbinnen onbeschermde hulpverleners kunnen optreden. Versie 1: november 2008

Acet yleen VRIJ 23 Onderwerrp Explosie-oorzaken: 1) Vlamterugslag in slang en cilinder 2) Opwarming buitenkant cilinder door: - aangestraalde of brandende cilinder 3) Kettingreactie: opwarming van binnenuit door: - aanstraling of door heftig mechanisch stoten Acties bij lekkende cilinder: Blootstelling aan lekkend gas vermijden Indien mogelijk afsluiter dichtdraaien Indien niet mogelijk ontstekingsbronen verwijderen, ramen en deuren openen en koelen vanuit dekking tot cilinder geheel is afgeblazen Acties bij brandende cilinder: Bij heldergele vlam en koele cilinder dichtdraaien Als afsluiter defect is vlam laten branden, fles koelen onder dekking Omgeving ontruimen/afzetten Acties bij opgewarmde cilinder of vlamterugslag: Cilinder afsluiten Als fles heet is koelen onder dekking tot water minimaal 30 minuten op de fles blijft staan Als fles handwarm is transport mogelijk (blijf temperatuurstijging controleren) Omgeving ontruimen/afzetten Elke opgewarmde cilinder 24 uur onderdompelen in water op een veilige plaats (veilige zone > 200 meter) Bij geëxplodeerde cilinders rekening houden met mogelijke verspreiding witte asbest Hotspot in fles niet altijd te zien met warmtebeeldcamara n.v.t. n.v.t. Acetyleen: Zeer brandbaar en explosief Lichter dan lucht Verstikkend Kleurloos Reuk: etherachtig, knoflook Gebruikt voor autogeen lassen en snijden en grondstof voor industriële chemicaliën n.v.t.

Ammoniak VRIJ 24 Onderwerp Start OGS-procedure op (VRIJ 34) Ammoniak: Snelle verkenning en grijpredding chemiepak + VN-nummer 1005 GeVi-code 268 adembescherming + explosiegevaarmeter Kleurloos Waarschuw omgeving en evacueer indien nodig Giftig gas met sterk prikkelende geur Lekkage 1L ammoniak 850 L ammoniakgas Vermijdt contact met vloeistof / nevel / damp Ammoniakgas is lichter dan lucht Probeer lekkage te verminderen Goed oplosbaar in water Koudgekookt reservoir (ijsafzetting op tank) niet met water bespuiten (opwarming!) Vloeistofplas indammen en afdekken met schuim Spuit nooit water in vloeibaar ammoniak Gaswolk bestrijden d.m.v. waterschermen Ammoniak in koelinstallaties is vloeibaar en heeft Overweeg alarmeren OGS-steunpunten een temperatuur van 33 º C Overvuld drukvat Afblazen indien geen gevaar voor omgeving Als afblazen niet kan koelen Aanstraling vat door brand Koelen (10L/min/m2) Voorkom contact vloeibaar ammoniak (-33 º C) met Aanstraling voorbij zo snel mogelijk overpompen gas/chemiepak broos worden van het pak + Beschadiging drukvat lekkage Zo snel mogelijk overpompen Kou van vloeibaar ammoniak kan Evacueer indien nodig (minimaal 50m in alle bevriezingsverschijnselen veroorzaken geen richtingen kleding verwijderen bij so s Zet drukvat rechtop Verplaats indien mogelijk beschadigd drukvat naar veilige plaats 5 ppm reuk herkenning 50 ppm lichte irritatie 100 ppm prikkeling luchtwegen en ogen 134 ppm flinke irritatie Automatisch ammoniakdetectie OGS klein (TS + OVD + AGS (ter info)) 143 ppm AGW (100 mg/m3) 3500 3700 ppm dodelijk

Onderwerp Asbest VRIJ 25 Maak bovenwinds opstellijn Regel ruime afzetting rond mogelijk verontreinigd gebied i.s.m. politie Vaardig eet-, drink- en rookverbod uit in dit gebied Markeer looproute in besmet gebied met pilonnen en houdt route nat met sproeistraal Laat zo nodig extra bevelvoerder toegang, controle, schoonmaken en verlaten inzetgebied regelen Gebied alleen laten betreden met: adembescherming, volledig gesloten bluskleding en met duidelijke opdracht Zet zo min mogelijk personeel in Voorkom verontreiniging interieur voertuig Beperk sloop asbesthoudend materiaal tot hoogst noodzakelijke gedeelte Personeel dat inpandig is ingezet geheel ontsmetten (incl. adembescherming): goed afspoelen met sproeistraal, afborstelen met leidingwater. Speciale aandacht voor huid rondom gelaatstuk en helm incl. nekflap. Van personeel dat alleen buiten is ingezet schoeisel pand, politie etc.) Ademluchtmasker pas afzetten na ontsmetting. Na afhangen ademlucht toestel niet drukloos maken maar nogmaals afspoelen en in kazerne reinigen door specialist (met adembescherming of filterbus P3) Uitrukkleding verpakken en laten wassen Materieel (gereedschap, slangen e.d.) uit besmet gebied afspoelen met water (in besmet gebied) Overweeg inzet OGS -steunpunt voor ontsmetting Overweeg i.o.m. BV info/nazorg personeel In besmet gebied ademlucht dragen (nablussen!) Wisselen ademluchtflessen bij opstellijn. Ontvanger houdt masker op en koppelt reservetoestel aan (ligt bij opstellijn). Helpers (ook met adembescherming) wisselen fles Installaties/voorzieningen Indicatie mogelijke aanwezigheid asbest: Leeftijd gebouw van voor 1980 Soort gebouw (oudere fabrieksgebouwen, opslagplaatsen, scholen, openbare gebouwen Reeksen harde, korte knallen tijdens brand (Asbest)cementflinters in brandhaardomgeving n.v.t. Geproduceerde asbestsoorten % van voorkomen eigenschappen Chrysotiel (wit) 95 zacht & soepel Crocidoliet (blauw) 4 stug Amosiet (bruin) 1 stug Laat afd bouwtoezicht/milieu gemeente alarmeren versie 1: 1 november 2008