Een kijkje in je hersenen



Vergelijkbare documenten
Oude hersenen en een verliefd brein

Puberhersenen onder de loep

KIJK IN JE BREIN LESMODULE BASISSCHOOL LEERLING

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

het lerende puberbrein

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

ITSlab EEG. Biologie havo/vwo 3. Breinboekje. Werkboek bij Een kijkje in je Brein. Naam: Klas:

Tekst lezen en vragen stellen

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

3 Hoogbegaafdheid op school

Biologie havo/vwo 3. Breinboekje. Werkboek bij lesmodule hersenen en gedrag. Naam: Klas:

KIJK IN JE BREIN LESMODULE VMBO LEERLING

Bloed Geven en Krijgen vmbo-kgt okt 2013

Socialisatie & Seksualiteit

ADHD: je kunt t niet zien

4 VRAGEN. Inleiding. Vaak helpt het om je gedachten op papier te zetten.

4 manieren om Samsam te gebruiken

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Galerij van de Mens - Ons lichaam

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Zintuigen. Expertgroep 5: Sterretjes zien. Naam leerling:... Leden expertgroep:...

Vul de enquête in. Bij deze enquête is het belangrijk dat elke vraag wordt ingevuld.

Diagnostisch rekenonderzoek

Leergebied: West Nederland. Besturing. In oude tijden droegen de mensen geen horloges. Toch konden ze de tijd meten!

Experience Design Opdracht 1

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Zintuigen. Expertgroep 2 : Ruiken doe je met je neus! Naam leerling:... Leden expertgroep:...

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Lens plat of lens bol?

Creatief schrijven. Peuters en kleuters. Inspiratiedag Jonge kind 6 februari 2013

IMMUUN WORDEN EN BLIJVEN

De nieuwe zorgmedewerker

Creatie-bordspel. Deze zichtversie geeft een indruk van het totale boekje dat uit 15 pagina s bestaat.

Groep 7/8 Rechten van het kind

Testboekje voor groep 4

Ontwikkeling van het Puberbrein Wouter Camps

Wil jij minderen met social media?

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

maak zelf een filmpje

Liefde, voor iedereen gelijk?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Welke voorkeur heb jij?

1.3 Rekenen met pijlen

Leerstijlentest van David Kolb Davy Jacobs, GDD1B

Personal ARROW. Van: Next Arrow Coachdiensten. De positieve benadering richting gewenst resultaat!!

Spelend leren, leren spelen

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Bloed en Donatie over bestanddelen, functie en veiligheid

Ouderavond Bornego jr.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

Docentenhandleiding KIES VAARDIG! klas 1/2 VMBO-TL/HAVO/VWO

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

Zelfbeeld. Basisonderwijs

Lesbrief bij Een caravan in de winter van Louisa van der Pol

1. Luister naar het gesprek. 2. Lees de zinnen. 3. Welke informatie hoort u? Kruis aan: JA of NEE.

Leerlingenhandleiding

Docent: Eva Lems Datum: Tijd: 8.30 Klas: H3C Aantal lln: 26

Allereerst zijn we benieuwd naar jouw reactie en willen we graag dat je de volgende vragen beantwoordt:

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Studievaardigheden. BEN/LO/ADHD/14/0003j April 2014

Samenvatting Mensen ABC

leer-actief werkboek Naam: 1

naar sporen Forensisch expert worden

Vriendschap. Voortgezet onderwijs

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Studiekeuzedag CMD voorbereidingswerkboek

Carol Dweck en andere knappe koppen

Afhankelijk gedrag. Andere factoren zijn wel te beïnvloeden, met andere woorden: daar kun je mogelijk wel iets aan doen:

Pinniemaat. Zo werkt de leukste spaarpot van Nederland

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

VRIENDSCHAP EN RELATIES

Domein: Leergebied: West Nederland. Besturing

7. Van huis naar school. Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 1: de leerlingen leren hoeveelheidsbegrippen gebruiken en herkennen.

Tekst lezen en vragen stellen

De nieuwe zorgmedewerker

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

Voorbeeld 1. Kan je langer (aantal keer) touwtje springen als het touw precies op een metronoom gedraaid wordt?

Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan

Strategieles Verwijswoorden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Voordoen (modelen, hardop denken)

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf -

Gebruikers Handleiding SocSoc Versie 4 februari Inhoud. 1. Inschrijven. 2. Oproep zoeken en erop reageren. 2.1 Inloggen

werkbladen, telefoons en opnametoestel

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

Vriendschap. Basisonderwijs

Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers

ADHD en lessen sociale competentie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Zelfbeeld. Voortgezet onderwijs

Coaching als je puber moet kiezen

Interviews: - interview: vragen gast - vragen pleeggezin - vragen aan begeleider van Open Thuis - Interview met de dienst VMG :

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Transcriptie:

Brein in beeld Een kijkje in je hersenen Je brein ziet eruit als een uit de kluiten gewassen walnoot, niet veel groter dan twee gebalde vuisten tegen elkaar. Wat de hersenen doen, het is teveel om op te sommen: ze reguleren talloze activiteiten in je lichaam, verwerken prikkels en zorgen ervoor dat je kunt denken, lachen, onthouden en nog veel meer. Hoe krijgt een weke massa van iets meer dan 1 kilogram dit voor elkaar? In deze lessenserie test je onder meer je eigen hersenen en kijk je naar het kinderbrein, puberhersenen en oude kronkels. Soms letterlijk, want dankzij moderne beeldvormende technieken kunnen onderzoekers tegenwoordig in de hersenen van proefpersonen kijken. Je maakt kennis met een aantal belangrijke technieken en je zet deze in om verschillende hersenaandoeningen te onderzoeken. Aan het einde van deze lessenserie zet je een onderzoek op om te kijken naar de hersenen bij verliefdheid of seksualiteit. Zet je grijze massa aan het werk!

1 Brein in beeld Het jonge brein Je hersenen zijn een bijzonder orgaan. Ze veranderen flink na de geboorte, ook al komen er niet veel hersencellen meer bij. Wat gebeurt er eigenlijk in je hersenen als je iets leert of meemaakt? Kinderen leren heel veel nieuwe dingen, maar meestel weten we niet veel meer uit onze kindertijd. In deze les kijk je naar de ontwikkeling van het jonge brein. Opdracht 1. Netwerken 1. Schrijf een van je vroegste herinneringen op uit je kindertijd en geef aan waar je herinnering mee te maken heeft (zoals leren of sporten). 2. Lees de volgende paragraaf uit het boekje: Wolfskinderen (pag. 38) 3. Hoe denk je dat het komt dat je niet veel herinneringen meer hebt uit je vroegste kindertijd? Leg je antwoord uit..... Jouw hersencellen, neuronen, zijn echte netwerkers. Ze staan in contact met een heleboel andere hersencellen en werken daarmee samen. Ze zenden signalen naar andere hersencellen die soms dichtbij liggen, maar ook helemaal aan de andere kant van je brein kunnen liggen. Hieronder zie je zo n netwerkende neuron. H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 2 >>

Figuur 1. De structuur van een neuron 4. Geef in figuur 1 aan waar de volgende onderdelen zich bevinden: axon cellichaam dendriet synaps 5. Geef in figuur 1 de richting van prikkeloverdracht aan. 6. Lees de volgende stukjes tekst uit het boekje: Een mens wordt geboren (de tweede alinea op pag. 37) Snoeien in de hersenen (pag. 37-38) De volgende grafiek gaat over de ontwikkeling van de hersenen vanaf je geboorte totdat je volwassen bent. Bekijk de grafiek en beantwoord de vragen die eronder staan. Overleg eventueel met een medeleerling. Figuur 2: ontwikkeling van bepaalde hersengebieden H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 3 >>

7. Het aantal hersencellen neemt niet veel toe na je geboorte. In de grafiek zie je dat de synapsdichtheid wel flink toeneemt. Leg uit hoe dat kan. 8. Het aantal synapsen neemt weer af naarmate je ouder wordt. Ondanks de afname van de synapsdichtheid op een bepaald moment, ga je als kind steeds beter presteren. Leg uit hoe dat komt. H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 4 >>

Opdracht 2. In the picture Het leren van nieuwe dingen heeft te maken met de communicatie tussen hersencellen en hersengebieden. Maar welke hersengebieden zijn er actief als je bijvoorbeeld terugdenkt aan een vroege herinnering of als je met iemand praat? Dit is terrein voor neuropsychologen; zij onderzoeken de relatie tussen gedrag en de bouw en werking van het brein. Twee belangrijke beeldvormende technieken die ze gebruiken zijn MRI en fmri. 1. Vorm een tweetal met degene naast je. 2. Zoek in het boekje de paragrafen op over MRI en fmri (pag. 13-18). 3. Pak de techniekentabel erbij en vul die samen in voor MRI en fmri: leg in kolom 2 uit op welke principes de technieken zijn gebaseerd schrijf in kolom 3 op waar de technieken informatie over geven noteer in kolom 4 twee voordelen van elke techniek geef in kolom 5 één nadeel van elke techniek zet in kolom 6 welke afbeelding van werkblad 1 Afbeeldingen is gemaakt met de betreffende techniek H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 5 >>

Opdracht 3. Hersenen met Stroop De Stroop-test (spreek uit als stroep ) is een voorbeeld van een neuropsychologische test. Neuropsychologen gebruiken dit soort testen om groepen proefpersonen te vergelijken. 1. Werk bij deze opdracht samen met degene naast je. 2. Lees hieronder de uitleg van de Stroop-test. Uitleg Stroop-test Spreek met degene naast je af wie proefpersoon 1 is en wie proefpersoon 2. Proefpersoon 1 begint met deel A van de taak. De ander houdt bij hoe lang het uitvoeren van de taak duurt. Schrijf dit in onderstaand schema. Daarna voert proefpersoon 1 deel B van de taak uit. Ook nu houdt de ander bij hoe lang het uitvoeren van de taak duurt. Noteer dit eveneens in onderstaand schema. Draai de rollen om. Nu voert proefpersoon 2 de taken A en B uit en houdt proefpersoon 1 de tijden bij. 3. Pak werkblad 2 Stroop-test erbij en voer nu samen de Stroop-test uit. Schema voor tijden Stroop-test Deel A Deel B Proefpersoon 1... seconden... seconden Proefpersoon 2... seconden... seconden 4. Welke situatie is moeilijker? Het benoemen van de kleuren bij deel A of bij deel B? Leg uit hoe dat volgens jou komt. H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 6 >>

Opdracht 4. ADHD in the picture De Stroop-test gaat over gerichte aandacht en het onderdrukken van een bepaalde reactie. Kinderen met ADHD hebben moeite met gerichte aandacht; ze vinden het vaak moeilijk zich te concentreren. 1. Lees de volgende paragrafen in het boekje: Minder grote cortex, nucleus caudatus en kleine hersenen (pag. 73-74) De eerste alinea van Verwachtingscentrum (pag. 74) De volgende grafieken zijn het resultaat van groepen proefpersonen met en zonder ADHD die de Stroop-test hebben uitgevoerd. Figuur 3:resultaten Stroop-test 2. Welke balk hoort bij de ADHD-groep en welke bij de controlegroep in de grafieken? Schrijf dit op de x-assen van beide grafieken. 3. Verklaar deze resultaten met behulp van de paragraaf Verwachtingscentrum uit het boekje. H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 7 >>

4. Je wilt je verklaring bij vraag 3 testen. Welke beeldvormende techniek zou je dan inzetten: MRI of fmri? Licht je antwoord toe... 5. Je hebt hersenscans gemaakt van de proefpersonen. De hersenscans blijken je verklaring te bevestigen. Hoe kun je dat aflezen? Licht je antwoord toe... H E T J O N G E B R E I N P a g i n a 8