Impact van verhoogde biomassaoogst op nutriëntenvoorraad Luc De Keersmaeker INBO Afdeling Beheer en Duurzaam gebruik Onderzoeksgroep Ecosysteembeheer Inhoud Terminologie en definities (Luc) Summier: globale effecten WTH, strooiselroof, stump extraction op nutriëntenvoorraden en productiviteit (Luc) Voorstel tot indeling van Vlaamse bossen (Luc) Nutriëntenvoorraden en te verwachten effecten per type, op basis van cases (An) 1
Definities / terminologie - whole-tree harvesting (WTH): a harvesting method in which the whole tree above the stump is removed. http://www.biologyonline.org/dictionary/ - WTH can be defined as the removal of most branches and needles from a harvesting site in addition to the stem wood that is removed in conventional harvesting. (Nisbett et al. 1997) - In tegenstelling tot saw-log only harvesting - Total tree use? Weinig gebruikte term - Stump extraction / harvesting and litter removal / forest floor removal / litter raking: not included in WTH 2
Effecten WTH, strooiselroof, stump extraction - WTH: minder Ca in de bodem en minder Ca, Mg en K in de bladeren dan bij conventionele oogst (Johnson & Todd 1998). Verlaagde basenverzadiging en verzuring zijn frequent vastgesteld (Nykvist & Rosen 1985; Staaf & Olsson 1991; Dahlgren & Driscoll 1994 ) - Stump removal: effecten op totalen van C, N, S, P in de strooisellaag na 10 yr (Hope 2007), Weinig onderzoek ivt WTH - Volledig verwijderen van strooisel: afname van C-vooraad en N- beschikbaarheid in de bodem (Powers et al. 2005), Afname van groei (Zang & Rothe 2012) - Resultaten zijn site-specific (depend on nutriënt status ) 3
Effecten strooiselroof Strooiselroof kan groeireductie tot gevolg hebben (Zang & Rothe 2012) Groeiverandering in de 20 ste E niet voor alle soorten vastgesteld (den nt, eik en beuk wel). Rol N- deposities? (Kint et al. 2012) Hechtel Eksel 1911 (Massart): De bodem van het bos was vrij kaal want in die tijd was het weghalen van strooisel een normale praktijk. Het kwam zelfs zo ver dat de Bestendige Deputatie op 17 mei 1870 op aandringen van Waters en Bossen een omzendbrief rondstuurde waarin uitgelegd werd dat "de strooiselroof de bodem verarmt, de houtopbrengst doet dalen en de bomen doet verzwakken zodat insectenschade te vrezen wordt". http://www.recollectinglandscapes.be/default.aspx?ref=abaw&lang=nl_rl Voorstel tot indeling Vlaamse bossen Grote variatie aan bostypes m.b.t nutriëntenvoorraad, nutriëntenkringloop, gevoeligheid voor degradatie, boomsoorten, Voorstel tot indeling op basis van historisch landgebruik en bodemtype van bosinventarisatiepunten (vegetatiepunten): 1. Niet verzuringsgevoelige valleigronden case Gontrode es 2. Niet 1 en akker of grasland in de 20 ste E case Mortagnebos 3. Niet 1 en 2 en heide op einde 19 de E of in 20 ste E case Pijnven 4. Tenminste doorlopend bos sinds einde 19 de E case Gontrode eik/beuk Site productivity best explained by soil granulometry and litterfall quality (N) in Vl: zie Aertsen et al 2012 4
1. Niet verzuringsgevoelige valleigronden: Rijk aan basen en N, P variabel (landgebruik) Geringe draagkracht bodem Vandegucht et al. 1985 2. Akker of grasland in de 20 ste E: Initieel vaak meer basen, permanent meer P, initieel relatief weinig N en C boomsoorteneffecten + variabele uitgangssituatie Relatie tussen leeftijd bebossing en bodemkenmerken (Muizenbos) AGE C C/N C/P Moist NO3 Ntot ph Ppl Ptot C 0.39 *** C/N 0.05 NS 0.15 NS C/P 0.59 *** 0.45 *** 0.12 NS Moist 0.50 *** 0.49 *** -0.01 NS 0.44 *** NO3-0.09 NS 0.24 ** -0.01 NS -0.04 NS 0.12 NS Ntot 0.35 *** 0.55 *** -0.30 *** 0.32 *** 0.45 *** 0.23 * ph -0.05 NS -0.02 NS 0.15 NS -0.07 NS -0.08 NS -0.07 NS -0.13 NS Ppl -0.54 *** -0.23 * -0.09 NS -0.56 *** -0.31 *** 0.15 NS -0.15 NS -0.04 NS Ptot -0.55 *** -0.29 ** -0.08 NS -0.84 *** -0.34 *** 0.13 NS -0.19 * 0.06 NS 0.60 *** RI -0.11 NS -0.33 *** -0.07 NS -0.18 * -0.19 * -0.26 ** -0.27 ** -0.07 NS 0.10 NS 0.08 NS De Keersmaeker et al 2004 5
2. Akker of grasland in de 20 ste E: Relatie tussen tijdstip beakkerd en Olsen P voorraad (mg/kg) in Vroenenbos (Hallerbos) De Keersmaeker et al 2011 3. Heide op het einde 19 de E of in de 20 ste E Initieel weinig nutriënten, doorheen de tijd opbouw voorraad in OL verzuringsgevoelig, boomsoorteneffecten, risico op uitspoeling door mineralisatie 350 jaar successie in NW-D N (kg/ha.yr) Heide Berk Den 40 yr Eik Beuk 350 yr mineralisatie 10,5 27,6 85,8 depositie 10,9 13,4 17,2 opname 8,5 39,9 63,6 Leushner 1997 6
4. Tenminste doorlopend bos sinds einde 19 de E ph 2000 7.0 6.0 Veel N weinig P verzuringsgevoelig boomsoorteneffecten Meerdaalwoud 1954-2000 5.0 4.0 4.0 5.0 6.0 ph 1954 7.0 Baeten et al. 2008 7
Aandelen gemengd loofhout naaldhout Overlay bosinventarisatie met boskartering 2000 gemengd loof naald totaal Vochtig tot nat 1 16 0 18 Akker of Grasland (20ste E) 2 9 5 17 Heide (einde 19de E - 20ste E) 3 4 11 18 Bos (sinds einde 19de E) 4 16 20 41 Overige 1 5 2 7 Eindtotaal 12 50 38 100 8
Bodemtextuur (Overlay bosinventarisatie met bodemkaart) Zwaar Licht Veen Onbepaald Eindtotaal Overige 1,7 4,5 0,0 1,1 7,3 Vochtig tot nat 11,7 4,0 1,8 0,1 17,6 Akker of Grasland (20ste E) 2,6 11,1 0,0 2,9 16,7 Heide (einde 19de E - 20ste E) 0,0 14,8 0,0 3,2 17,9 Bos (sinds einde 19de E) 8,2 28,4 0,0 3,9 40,5 Eindtotaal 24,3 62,7 1,8 11,2 100,0 9