PROTOCOL INZAKE PILOOTPROJECT SAMENWERKING BALIES OOST EN WEST- VLAANDEREN/ONDERNEMINGSRECHTBANK GENT

Vergelijkbare documenten
Nieuwe wetten, Nieuwe regels Voor Advocaten, Rechters en (traject)bemiddelaars 25 april 2018 Gent

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn:

Standpunt van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het deskundigenonderzoek

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR

Eveline Kinet Bemiddeling

Bemiddelingsreglement van de Vlaamse Organisatie voor Bemiddeling en Arbitrage VOBA

Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen.

De Collaboratieve onderhandeling

HOOFDSTUK I. TEKST Artikel 1724 Elk al dan niet grensoverschrijdend geschil van vermogensrechtelijke aard, met inbegrip van een geschil waar een publi

BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL

Eveline Kinet Bemiddeling

OVEREENKOMST TOT BEMIDDELING

OVEREENKOMST TOT BEMIDDELING

BIJLAGE IV DEEL VII. BEMIDDELING

KMS - BEMIDDELING. De verhouding tussen KMS en BEMIDDELING. 19 oktober Mr. Nadia MICHIELS Advocaat-Bemiddelaar


RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

De hervorming van de bemiddelingswet: van wetswijziging naar mentaliteitswijziging

PROTOCOL TUSSEN DE BALIES, AANGESLOTEN BIJ DE VERENIGING VAN VLAAMSE BALIES EN DE RECHTSBIJSTANDSVERZEKERAARS.

Ombudsdienst Consumentengeschillen Advocatuur OCA

BIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW

3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID.

Hof van Cassatie van België

BEMIDDELINGSPROTOCOL. [maatschappelijke benaming en zetel, vertegenwoordiger(s) en ondernemingsnummer voor een rechtspersoon]

9 MEI Koninklijk besluit tot. bepaling van de werkingsregels. en het Procedurereglement. van de Kamers van eerste aanleg

Het beslissingsbevoegd orgaan van het Centrum van Bemiddeling is de Bemiddelingscommissie.

1. Toepassing art Ger.W.

Amendementen Wetsontwerp Dit artikel, dat een artikel 18bis invoegt in het Gerechtelijk Wetboek, schrappen.

PROTOCOL. RECHTBANK EERSTE AANLEG - TURNHOUT 21 mei 1999, zoals aangevuld op 31 mei 2002

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT

OVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN CLIËNT BETREFFENDE INVORDERING VAN NIET-BETWISTE FACTUREN

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw )

Safety first in geval van een bouwgeschil: vaststelling van de staat van de werken

rlr Rechtbank wan eerste aanleg afdeling Dendermonde Oost-Vlaanderen, KORTGEDING 1 24 JUNI /l/C 2015/ 'iuif 1/5 op op op Repertoriumnummer

Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt Provincie Oost-Vlaanderen

BEMIDDELINGOVEREENKOMST

conflicten en hun oplossing

BIJLAGE 14. ARBITRAGEREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE MEUBELEN

BIJLAGE 5. REGLEMENT VOETBALBOND

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Procedurereglement met betrekking tot de Ombudsdienst van de advocaten van de Orde van Franstalige en Duitstalige balies

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

CONSULTATIEVERSIE JULI 2014

Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand

De praktische toepassing van de wet: eerste overzicht

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 februari 2017;

526C. Vrijetetring van e;q3faitierea.1 an, 280, 2' Wetboek reoistratierechten, B.V. 8914/2006 INZAKE: Mevrouw H. A, wonende te 9070 Destelbergen,

Overeenkomst tussen advocaat en cliënt

In zake: 2010/AR/3198

Verzet, verstek en hoger beroep na Potpourri V

Klachtenreglement ARBE groep B.V.

Orde der Advocaten van Leuven

RECHTBANK VAN KOOPHANDEL ANTWERPEN. Kabinet van de voorzitter. Beschikking. Bijzonder reglement rechtbank van koophandel Antwerpen

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

BEMIDDELINGSREGLEMENT

Artikel 1. De Disciplinaire Commissie voor Elitesporters en Begeleiders:

Procedurereglement Vlaams Doping Tribunaal

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

Bemiddelingsreglement

Behalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:

OVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN PARTICULIERE CLIËNT

Hof van Cassatie van België

Reglementen REGLEMENT N ARBITRALE RECHTSPRAAK. september Versie September 2013 Reglement N Arbitrale Rechtspraak - 1

Hof van Cassatie van België

GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN CEL VERZOENING INFORMATIEBROCHURE

BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG

DIGITALE VERWERKING VAN VERKEERSBOETES

Reglement Vaste Commissie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Protocolakkoord tussen de bij Assuralia aangesloten rechtsbijstandsverzekeraars, de OVB en de OBFG

Belgische Mededingingsautoriteit - V&A v1.1 (20 januari 2015)

Kabinet van de voorzitter. Beschikking

BIJLAGE 9. ARBITRAGEREGLEMENT LEGIBEL

Hof van Cassatie van België

Europese toolkit voor het opstarten van een bemiddelingstraject

GESCHILLENCOMMISSIE MEUBELEN VZW GESCHILLENREGLEMENT

Rolnummer Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Model van een tuchtreglement

Huishoudelijk reglement van de Federale Deontologische Commissie aangenomen op 8 september 2016

Grondwettelijk Hof, arrest van 22 september 2016

inachtneming van het bepaalde in artikel 4 voorlegt aan de geschillencommissie.

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Bijlage 3 Geschillenreglement IKB Kip

Klachtenregeling Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1.1 Zorgaanbieder 1.2 Klachtencommissaris 1.3 Cliënten 1.4 Klacht 1.5 Klager 1.

Het verloop van een burgerlijk proces voor de vrederechter

Eerste Kamer der Staten-Generaal

WET TOT WIJZIGING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK MET HET OOG OP HET BESTRIJDEN VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND

BEMIDDELINGSPROTOCOL

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

OVEREENKOMST TUSSEN ADVOCAAT EN CLIËNT TUSSEN: ... Verder genoemd de advocaat EN: ... Verder genoemd de cliënt WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Actualia gerechtelijk recht en evaluatie Potpourri I

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR NORMALISATIECOMMISSIES

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

PROTOCOL INZAKE PILOOTPROJECT SAMENWERKING BALIES OOST EN WEST- VLAANDEREN/ONDERNEMINGSRECHTBANK GENT PREAMBULE 1. Art. 730/1. [1 1. De rechter bevordert in elke stand van het geding een minnelijke oplossing van de geschillen. 2. Behoudens in kort geding, kan de rechter, op de inleidingszitting of tijdens een zitting bepaald op een nabije datum, de partijen bevragen over de wijze waarop zij voorafgaand aan het geding gepoogd hebben het geschil minnelijk op te lossen en hen inlichten over de mogelijkheden om daar alsnog toe over te gaan. Daartoe kan de rechter de persoonlijke verschijning van de partijen bevelen. Op vraag van een van de partijen of indien de rechter dit nuttig acht, kan hij, zo hij vaststelt dat verzoening mogelijk is, op diezelfde inleidingszitting of op een zitting bepaald op een nabije datum, de zaak verdagen naar een vaste datum die een maand niet mag overschrijden, behoudens akkoord van de partijen, teneinde hen in de gelegenheid te stellen om na te gaan of hun geschil geheel of deels op minnelijke wijze kan worden opgelost en om daarover alle nuttige inlichtingen in te winnen. De in het tweede lid bedoelde maatregel kan niet worden bevolen indien hij reeds werd bevolen in het kader van hetzelfde geschil. ---------- (1)<Ingevoegd bij W 2018-06-18/03, art. 211, 167; Inwerkingtreding : 12-07-2018> Artikel 1734 1 Ger.W., zoals gewijzigd door de wet van 18 juni 2018, bepaalt: In elke stand van het geding, alsook in kort geding, behalve voor het Hof van Cassatie en voor de arrondissementsrechtbank, kan de rechter voor wie een zaak hangende is, op gezamenlijk verzoek van de partijen of op eigen initiatief maar met instemming van de partijen, een bemiddeling bevelen, zolang de zaak niet in beraad is genomen. Wanneer de rechter van mening is dat een verzoening tussen de partijen mogelijk is, kan hij, ambtshalve of op verzoek van een van de partijen, op de inleidingszitting, op een zitting waarop de zaak wordt verdaagd naar een nabije datum of op een zitting die ten laatste op de laatste dag van de maand die volgt op die van de neerlegging van de eerste conclusies van de verweerder is bepaald, na de partijen gehoord te hebben, een bemiddeling bevelen. Indien alle partijen daartegen gekant zijn, kan de rechter geen bemiddeling bevelen. 1/1. De partijen of, in afwezigheid van partijen, hun advocaat kunnen de rechter gezamenlijk vragen om de bemiddelaar of de bemiddelaars die zij voordragen aan te wijzen. Tenzij de door de partijen voorgedragen bemiddelaar of bemiddelaars niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in artikel 1726, willigt de rechter dit verzoek in.

Indien de partijen geen overeenstemming bereiken over de aan te wijzen bemiddelaar of bemiddelaars, wijst de rechter, bij voorkeur bij toerbeurt, een bemiddelaar of bemiddelaars aan, die erkend zijn overeenkomstig artikel 1727, op basis van een lijst van alle bemiddelaars die is opgesteld door de federale bemiddelingscommissie. De rechter kiest, voor zover mogelijk, een bemiddelaar die gevestigd is in de buurt van de woonplaats van de partijen. De Rechtbank en de Balies van Oost- en West-Vlaanderen wensen alternatieve vormen van geschillenoplossing te ondersteunen en de kennis van de bijhorende technieken te promoten, naast de gerechtelijke procedure die uitmondt in een gerechtelijke uitspraak. De balies Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen en de ondernemingsrechtbank Gent zijn het er verder over eens dat in bepaalde zaken een tussen partijen onderhandelde oplossing een meerwaarde kan hebben t.o.v. een door de rechtbank opgelegde beslissing omdat zo een passende en vooral duurzame oplossing kan worden bereikt Met de inwerkingtreding van het nieuwe art. 730/1 Ger.W. en art. 1734 1 Ger.W. wensen de balies van Oost-en West-Vlaanderen en de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent en afdeling Brugge een pilootproject op te starten, waarin de magistraten van de ondernemingsrechtbank Gent, afdeling Gent en afdeling Brugge zich binnen de grenzen van het Gerechtelijk Wetboek bij aanvang van de gerechtelijke procedure een actieve rol zullen aanmeten in de detectie en evaluatie van zaken die meer gebaat zijn met een alternatieve geschillenoplossing dan met een geschillenbeslechting en zullen zij met name verzoening en bemiddeling promoten door het creëren van een schikkingskamer die eenmaal per maand zal zetelen en waar door de voorzitter van de inleidingskamer geselecteerde zaken zullen worden naar verzonden zoals hieronder nader uiteengezet. 2. Dit project behoeft tevens de geëngageerde en actieve medewerking van de advocaten die betrokken zijn in de te detecteren dossiers. De balies van Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen engageren zich om hun leden te sensibiliseren zelf per dossier de bemiddelbaarheid ervan na te gaan en te signaleren. 3. De rechtbank en de balies Oost- en West-Vlaanderen wensen hieromtrent verdere afspraken te maken in onderhavig protocol. Hoofdstuk 1.Inleidingszitting en verwijzing naar de schikkingskamer 1.1.Tijdens de voorbereiding van de inleidingszitting maakt de voorzitter van de inleidingskamer een selectie van de dossiers die in aanmerking komen voor gerechtelijke bemiddeling of verzoening. Volgende selectiecriteria zullen hierbij o.m. worden gehanteerd : - Zorg om behoud van lange termijn relaties tussen partijen - Nood aan behoud van vertrouwelijk karakter van bepaalde gegevens - Grote complexiteit - Bewijsmoeilijkheden

- kostenoverwegingen, in het bijzonder voor geschillen van geringe waarde. - Behoefte aan snelle afhandeling - Meerpartijen-verhouding - Andere bijzonder moeilijkheden eigen aan het dossier - 1.2.Onder voorbehoud van gemotiveerde weerlegging door één van de betrokken partijen en of advocaten in het dossier, zullen als tegenindicaties voor gerechtelijke bemiddeling o.m. worden weerhouden : - Nood aan publiciteit of precedent in hoofde van een partij, - Volkomen afwezigheid van wens om tot een onderhandelde oplossing te komen - Manifeste kwade trouw - Al te rancuneuze houding tussen partijen - eerdere mislukte pogingen om tot minnelijke oplossing te komen van het geschil 1.3.Om de voorzitter toe te laten voornoemde selectie te maken, engageren de balie(s) zich om hun leden aan te moedigen om in de gedinginleidende akte voldoende gegevens op te nemen over de aard van de betwisting en de voorgaanden ervan. 1.4.Bij de afroeping van de zaken op de rol deelt de voorzitter van de inleidingskamer aan de aanwezige advocaten mee welke dossiers op basis van een voorstudie geselecteerd werden als bemiddelbare of verzoenbare zaken. 1.5.Niets belet de voorzitter van de inleidingskamer om tijdens het debat op de inleidingszitting de selectie van een dossier ongedaan te maken of initieel niet-geselecteerde dossiers alsnog te selecteren. 1.6.Partijen kunnen op de inleidingszitting ook onmiddellijk de aanstelling van een gerechtelijke bemiddelaar vragen en verkrijgen. 1.7.Behoudens indien op de inleidingszitting door één van de betrokken raadslieden aannemelijk wordt gemaakt dat een geselecteerd dossier toch niet voor bemiddeling/verzoening in aanmerking komt, verwijst de voorzitter alle geselecteerde dossiers naar de eerstvolgende zitting van de schikkingskamer. 1.8.De doorverwijzing van de bemiddelbare zaken naar de schikkingskamer kan op twee manieren gebeuren: 1.8.1. Ofwel verzendt de voorzitter de zaak op de inleidingszitting onmiddellijk naar de schikkingskamer. Partijen en hun raadslieden worden van de datum en het uur van de zitting ingelicht middels een bericht van kennisgeving in toepassing van art. 754 Ger.W. 1.8.2. Ofwel legt de voorzitter van de inleidingskamer aan de verweerder op om een korte nota neer te leggen met aanduiding van de betwiste punten en wordt de zaak hiertoe op maximum twee weken uitgesteld met het oog op het bepalen of, na het neerleggen van deze eerste nota, een verzending naar de schikkingskamer wenselijk is. Indien de voorzitter van de inleidingskamer meent dat dit het geval is, wordt de zaak op de zitting waarop de zaak is verdaagd, verzonden naar de eerstvolgende zitting van de schikkingskamer. Partijen en hun raadslieden worden van de datum en het uur van de zitting ingelicht middels een bericht van kennisgeving in toepassing van art. 754 Ger.W.

1.9. In de kennisgeving van de oproeping voor de schikkingskamer zal aan partijen tevens gevraagd worden om in persoon aanwezig te zijn. Partijen kunnen op die zitting niet schriftelijk verschijnen. De balies zullen hun advocaten aanbevelen hun cliënten aan te moedigen inderdaad in persoon aanwezig te zijn, onder begeleiding van de betreffende advocaat. 1.10. De rechtbank streeft ernaar om de behandeling van de geselecteerde dossiers voor de schikkingskamer te laten plaatsvinden uiterlijk een maand na de inleidingszitting. Hoofdstuk 2. Behandeling voor de schikkingskamer 2.1. De schikkingskamer zal éénmaal per maand zetelen. De voorzitter van de schikkingskamer voorziet voor ieder geselecteerd dossier voldoende tijd om met partijen en hun raadslieden te debatteren over de verzoenbaarheid/bemiddelbaarheid van het dossier en desgevallend aanstelling van een gerechtelijk bemiddelaar. 2.2.Op de zitting geeft de voorzitter van de schikkingskamer een korte toelichting over het hoe en waarom van de voorgestelde bemiddeling of verzoening, waarna partijen (die in persoon aanwezig zijn) en hun raadslieden het geschil kort toelichten. 2.3.Indien partijen niet op de suggestie zijn ingegaan om vrijwillig persoonlijk ter zitting aanwezig te zijn, staat het de rechtbank vrij om alsnog de persoonlijke verschijning van partijen te bevelen. De rechtbank neemt hierbij de kortst mogelijke termijnen in acht. 2.4..Het zal partijen bovendien vrij staan om zelf voor de schikkingskamer om een uitstel te verzoeken om hangende onderhandelingen verder te zetten dan wel onderhandelingen, collaboratieve onderhandelingen of een buitengerechtelijke bemiddeling op te starten. 2.5.Onverminderd de mogelijkheid om een gerechtelijke bemiddeling in deze stand van het geding ambtshalve te bevelen (behoudens unaniem verzet van alle partijen), kan de schikkingskamer ook een verzoeningspoging ondernemen, hetzij onmiddellijk, hetzij op een latere zitting. De rechters van de schikkingskamer kunnen de partijen en hun raadslieden ook met aandrang verzoeken een nieuwe al dan niet collaboratieve onderhandelingspoging te ondernemen, desgevallend onder kort uitstel van de zaak dan wel een poging tijdens de betreffende zitting. 2.6.Indien de schikkingskamer tot de conclusie komt dat een geselecteerd dossier toch niet voor verzoening of voor bemiddeling in aanmerking komt of in geval van unaniem verzet van de partijen tegen een bemiddeling, zal de zaak in beraad genomen worden met het oog op het verlenen van een beschikking in toepassing van artikel 747 Ger.W. 2.7. De selectie als bemiddelbaar dossier en het doorleiden van het dossier naar een gerechtelijke bemiddeling doet geen afbreuk aan de bevoegdheid van de schikkingskamer om op verzoek van een partij voorlopige maatregelen te bevelen op basis van art. 19 lid 3 Ger.W. Hoofdstuk 3. Aanstelling van bemiddelaars en beurtrol gerechtelijke bemiddeling

Indien de partijen geen overeenstemming bereiken over de aan te wijzen bemiddelaar of bemiddelaars, zal de rechtbank een bemiddelaar of bemiddelaars aanduiden, die erkend zijn overeenkomstig artikel 1727 Ger.W. op basis van de lijst van alle bemiddelaars die is opgesteld door de federale bemiddelingscommissie (www.fbc-cfm.be). Conform artikel 1734 1 Ger.W. zal de rechtbank zoveel als mogelijk en wenselijk, een bemiddelaar aanstellen die gevestigd is in de buurt van de woonplaats van partijen en zal de rechtbank, in de mate dat dit mogelijk en wenselijk is, een beurtrol hanteren voor de erkende bemiddelaars die voorkomen op de lijst. De rechtbank zal om deontologische redenen geen rechters in ondernemingszaken uit de ondernemingsrechtbank Gent als bemiddelaar aanstellen voor geschillen hangende voor deze rechtbank behoudens indien er een akkoord zou bestaan tussen partijen over deze aanstelling. Hoofdstuk 4. Dagstelling en behandeling van de zaak 4.1. Conform artikel 1734 2. Ger.W. vermeldt de beslissing die de partijen beveelt om het geschil te trachten op te lossen door een bemiddeling de naam en de hoedanigheid van de erkende bemiddelaar of erkende bemiddelaars, legt de duur vast van hun opdracht, zonder dat die de termijn van zes maanden mag overschrijden en stelt de zaak vast op de eerst nuttige datum na het verstrijken van deze termijn. Uiterlijk tijdens deze zitting informeren de partijen de voorzitter van de schikkingskamer over het al dan niet bereiken van een bemiddeld akkoord, zonder inbreuk te plegen op de wetsbepalingen die de vertrouwelijkheid van de bemiddeling regelen. Indien ze niet tot een akkoord zijn gekomen, kunnen ze in onderlinge overeenstemming om een nieuwe termijn verzoeken of vragen dat de procedure wordt voortgezet. 4.2. In geval van mislukken van de bemiddeling die werd aangevat in uitvoering van onderhavig protocol, streeft de rechtbank ernaar op eerste verzoek van de meest gerede partij voor snelle dagstelling te zorgen zodat de procedure zonder tijdverlies kan worden hervat. In de mate van het mogelijke zal de rechtbank bij het regelen van haar agenda voor dagstelling voorrang geven aan dossiers waarin een geheel of gedeeltelijk vergeefse bemiddelingspoging werd ondernomen conform onderhavig protocol. Hoofdstuk 5. Algemene bepalingen 5.1. De ondernemingsrechtbank Gent zal dit pilootproject in de afdeling Gent en in de afdeling Brugge laten ingaan op 1 september 2019 5.2. Omtrent het verloop van het project, zal een eerste overlegvergadering plaatsgrijpen met de stafhouders in de loop van de maand december 2019. Het project zal uiteindelijk worden geëvalueerd in de loop van de maand mei 2020.

5.3. De balies zullen hun leden van dit protocol in kennis stellen. Gent, 20 juni 2019,