Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand
|
|
- Frans Wouters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand (Parl. St. Kamer , nr. 2811) INLEIDING 1. Op de zitting van de Kamercommissie voor de Justitie van 13 februari 2007 werd het wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het bestrijden van de gerechtelijke achterstand goedgekeurd. Het wetsontwerp zou op de plenaire zitting van 1 maart 2007 aan de voltallige Kamer van volksvertegenwoordigers ter stemming worden voorgelegd. Het wetsontwerp is een optioneel bicameraal ontwerp. De Senaat beslist zelf of hij het wetsontwerp al dan niet verder onderzoekt via de evocatieprocedure. 2. De Orde van Vlaamse Balies lichtte haar standpunt over het wetsontwerp toe op een hoorzitting in de Kamercommissie voor de Justitie op 18 januari Nadien heeft de Orde van Vlaamse Balies op intensieve wijze haar commentaren en ontwerpteksten aan de minister van Justitie bezorgd en in belangrijke mate wijzigingen aan de oorspronkelijke teksten kunnen laten aanbrengen. 3. Deze tekst beoogt op bondige en objectieve wijze de nieuwe bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek toe te lichten. Voor een meer kritische benadering van het oorspronkelijke wetsontwerp wordt verwezen naar het standpunt van de Orde van Vlaamse Balies. BESPREKING WETSONTWERP 4. De bespreking van het wetsontwerp verloopt thema gewijs. De belangrijkste wijziging, met name het nieuwe artikel 747 Ger. W. wordt onder een afzonderlijke titel toegelicht. I. UITBREIDING VAN DE VOORAFGAANDE MAATREGELEN (GEWIJZIGD ARTIKEL 19, TWEEDE LID, GER. W.) 5. Artikel 19, tweede lid, Ger.W. wordt aangevuld met een bepaling die de meest gerede partij die een voorafgaande maatregel wenst te bekomen of een tussengeschil m.b.t. een voorafgaande maatregel aan de rechter wil voorleggen, in elke stand van de rechtspleging de 1
2 zaak voor de rechter kan laten brengen bij eenvoudig schriftelijk verzoek aan de griffie. De griffier roept de partijen en hun advocaat op bij gewone brief of bij gerechtsbrief indien de betrokken partij verstek heeft laten gaan op de inleidingszitting en geen advocaat heeft (gewijzigd artikel 19, tweede lid, Ger. W.). II. INLEIDINGSVORM - SANCTIE 6. De hoofdvorderingen worden voortaan "op straffe van nietigheid" bij dagvaarding voor de rechter gebracht (onverminderd de bijzondere regels inzake vrijwillige verschijning en rechtspleging op verzoekschrift). De akte van rechtsingang die nietig werd verklaard, stuit evenwel rechtsgeldig de verjaring en de termijnen van rechtspleging die op straffe van verval zijn toegekend (artikel 700 Ger. W. met een nieuwe tweede lid). III. SCHRIFTELIJKE VERSCHIJNING 7. De advocaten van partijen kunnen nog steeds, in onderlinge overeenstemming, op de inleidende zitting schriftelijk verschijnen indien de zaak niet van die aard is dat ze bij de inleiding kan worden gepleit. Nieuwe toevoeging aan artikel 729 Ger. W. is de mogelijkheid voor de advocaten van de partijen om in de mate van het mogelijke hun standpunt toe te lichten m.b.t. het in gereedheid brengen van de zaak (cf. gewijzigd art. 747 Ger.W. randnummer 12 e.v.). Deze verklaring kan vooraf aan de griffie worden gericht. Het feit dat deze verklaring werd afgelegd, wordt vermeld op het zittingsblad. IV. KORTE DEBATTEN 8. Aan het bestaande artikel 735 Ger. W. worden twee wijzigingen gebracht. a) Behoudens akkoord van de partijen wordt het geding behandeld overeenkomstig de procedure van de korte debatten in volgende gevallen: - de invordering van de niet betwiste schuldvorderingen; - de vorderingen bedoeld in artikel 19, tweede lid, Ger. W.; - de taalwijzigingen als geregeld in artikel 4 van de wet van 15 juni 1935; - de beslechting van geschillen betreffende de bevoegdheid; - de vorderingen om uitstel van betaling; b) De procedure van de korte debatten kan voortaan ook op onsplitsbare geschillen toegepast worden indien een of meer partijen verstek laten gaan en ten minste één partij verschijnt. De niet verschenen partij moet dan wel bij gerechtsbrief worden opgeroepen op een dichtbij bepaalde zittingsdag waarop een vonnis op tegenspraak kan gevorderd worden. 2
3 De tekst van artikel 735, 5, Ger. W. wordt in de oproeping vermeld. Deze toevoeging aan de bestaande paragraaf 5 van artikel 735 Ger. W. ( de bepalingen van dit artikel gelden onverminderd de regels inzake verstek ) is een gevolg van de opheffing door het wetsontwerp van artikel 753 Ger. W. V. CONCLUSIE 9. Een nieuw tweede lid van artikel 744 Ger. W. legt vereisten op wat de inhoud van de conclusie betreft. Zo moet de conclusie niet alleen uitdrukkelijk de eisen van de concluderende partij uiteenzetten maar ook de middelen in feite en in rechte waarop iedere eis steunt. De in een andere zaak of in een andere aanleg genomen conclusie waarnaar wordt verwezen of waaraan wordt gerefereerd, wordt niet beschouwd als een conclusie in de zin van artikel 780, eerste lid, 3 Ger. W. Dat betekent dat de rechter in zijn motivering niet moet antwoorden op conclusies waarnaar eenvoudig wordt gewezen, zoals dikwijls gebeurt in graad van beroep. 10. Verder bepaalt een nieuw artikel 748bis Ger. W. als algemene regel dat de laatste conclusie van een partij de vorm dient aan te nemen van een syntheseconclusie. De motiveringsplicht (cf. artikel 780, eerste lid, 3 Ger. W.) beperkt zich tot het antwoord op de syntheseconclusie. In volgende gevallen moet geen syntheseconclusie worden opgesteld : - toepassing van artikel 748, 2, Ger. W.- nieuwe conclusietermijnen (ontdekking van nieuw stuk of feit), tenzij de rechter in de beschikking 748, 2 anders heeft bepaald; - een conclusie met als enig doel een maatregel als bedoeld in artikel 19, tweede lid, Ger. W. te verzoeken (zie randnummer 5) of een tussengeschil op te werpen of te antwoorden op het advies van het openbaar ministerie (cf. artikel 767, 3, Ger. W.) 11. In een nieuw artikel 756bis Ger. W. wordt uitdrukkelijk bepaald dat, behoudens indien het vonnis wordt gewezen in zaken die in korte debatten worden behandeld (artikel 735, 3, Ger. W.), het ontbreken of het ambtshalve weren van de conclusie geen verbod tot pleiten inhoudt. Een pleidooi geldt echter niet als conclusie. De tegenpartij kan in dat geval wel na het eindpleidooi nog een antwoordconclusie indienen. De termijn voor indiening van deze conclusie bedraagt 15 dagen. De zaak wordt na afloop van die termijn zonder nieuwe debatten in beraad genomen. De rechter kan de termijn van 15 dagen inkorten op verzoek van de partij die nog een antwoordconclusie mag indienen. 3
4 VI. ARTIKEL 747 GER.W. : DE NIEUWE BASISREGELS BETREFFENDE DE INSTAATSTELLING 12. Artikel 747 Ger. W. telt voortaan drie paragrafen. 13. artikel 747, 1, Ger. W. Partijen bereiken een akkoord m.b.t. de conclusietermijnen. Als basisprincipe geldt dat partijen zowel op de inleidingszitting als op elke latere zitting onderling conclusietermijnen kunnen afspreken. Indien partijen op een zitting conclusietermijnen wensen af te spreken, licht de rechter hen in over de vroegste datum waarop een rechtsdag zou kunnen worden bepaald, zodat zij in functie daarvan conclusietermijnen kunnen afspreken. De rechter neemt akte van de conclusietermijnen die partijen hebben afgesproken en bekrachtigt deze termijnen waardoor ze bindend worden. De rechter bepaalt vervolgens de rechtsdag. De beschikking wordt in het proces-verbaal van de zitting vermeld. De griffier geeft aan partijen en hun advocaten kennis van deze beschikking (overeenkomstig artikel 747, 2, vierde lid Ger. W.). Noot : het vigerende artikel 747, 1, Ger. W. heeft geen bestaansreden meer gezien er geen wettelijke conclusietermijnen meer bestaan. De conclusietermijnen worden ofwel bepaald door partijen ofwel door de rechter (zie artikel 747, 2, Ger. W.). Een en ander betekent ook de afschaffing van de artikelen 751 en 753 Ger. W. 14. artikel 747, 2, Ger. W. Partijen hebben geen conclusietermijnen afgesproken. a) opmerkingen over het gerechtelijk in gereedheid brengen van de zaak Partijen kunnen afzonderlijk of gezamenlijk aan de rechter en aan de andere partijen hun opmerkingen over het gerechtelijk in gereedheid brengen van de zaak bezorgen. Deze opmerkingen dienen overgemaakt te worden uiterlijk één maand na de inleidingzitting. De opmerkingen kunnen ook reeds worden opgenomen in de akte van rechtsingang. De rechter kan de termijn van één maand inkorten indien dat noodzakelijk is of nog, indien partijen daarover een overeenstemming hebben bereikt (zie ook artikel 729 Ger. W. randnummer 7). b) rechter bepaalt kalender en rechtsdag Uiterlijk zes weken na de inleidingszitting bepaalt de rechter het tijdsverloop of de kalender van de rechtspleging. Dit betekent dat de rechter ofwel het akkoord van partijen bekrachtigt ofwel, rekening houdend met de opmerkingen die partijen hebben geformuleerd, de kalender zelf bepaalt. 4
5 Afhankelijk van de rechtsdag bepaalt de rechter het aantal conclusies en de uiterste datum waarop conclusies ter griffie moeten neergelegd worden en worden toegezonden aan de andere partij. De datum en uur van de zitting voor de pleidooien en de duur ervan worden nader bepaald. Indien de conclusietermijnen door de rechter zijn bepaald wordt de rechtsdag uiterlijk drie maanden na overlegging van de laatste conclusie vastgesteld. De rechter dient dus de conclusietermijnen vast te stellen vertrekkende van de rechtsdag. Tegen de beschikking van in gereedheid brengen en van bepaling van rechtsdag staat geen rechtsmiddel open. c) verwijzing naar de rol of verdaging naar latere datum Enkel en alleen mits akkoord van alle partijen wordt de zaak verwezen naar de rol en enkel en alleen mits akkoord van alle partijen wordt de zaak verdaagd tot een bepaalde datum, tenzij bij toepassing van art. 735 Ger.W. Indien de zaak naar de rol is verwezen, of werd verdaagd naar een latere datum, kan iedere partij, door middel van een gewoon schriftelijk verzoek neergelegd ter of gezonden aan de griffie, om het in gereedheid brengen van de zaak verzoeken. Dit verzoek wordt door de griffier bij gerechtsbrief aan de andere partijen ter kennis gebracht en, in voorkomend geval, bij gewone brief aan hun advocaten. Deze kennisgeving doet de termijnen van één maand en zes weken ingaan. Is er bijgevolg geen akkoord tussen al de partijen omtrent de verwijzing van de zaak naar de rol of m.b.t. de verdaging van de zaak tot een bepaalde datum dan gelden ofwel de regels inzake het verstek, ofwel wordt de zaak overeenkomstig artikel 735 Ger. W. behandeld, ofwel wordt het akkoord van partijen over de conclusietermijnen bekrachtigd en een rechtsdag vastgesteld (art. 747, 1 Ger.W.), ofwel zal de rechter binnen zes weken na de inleiding conclusietermijnen en een rechtsdag vastleggen nadat de partijen aan de rechter uiterlijk binnen één maand na de inleiding al dan niet hun schriftelijke opmerkingen over het in gereedheid brengen van de zaak hebben meegedeeld. d) laattijdig neergelegde conclusies Onverminderd de toepassing van de uitzonderingen als bedoeld in artikel 748, 1 en 2 (zie randnummers 17 en 18), worden de conclusies die na het verstrijken van de termijnen ter griffie worden neergelegd of aan de tegenpartij gezonden, ambtshalve uit de debatten geweerd. Op de rechtsdag kan de meest gerede partij een vonnis vorderen, dat in ieder geval op tegenspraak gewezen is. e) onsplitsbaar geschil In geval van onsplitsbaarheid van het geschil en onverminderd de toepassing van artikel 735, 5, moet artikel 747, 2, Ger. W. worden toegepast wanneer een of meer partijen verstek laten gaan, terwijl ten minste één partij verschijnt. 5
6 15. artikel 747, 3, Ger. W. De derde paragraaf van artikel 747 Ger. W. regelt het tijdsverloop van de procedures in kort geding, zoals in kort geding en voor de beslagrechter. In deze procedures bedraagt de termijn waarover de partijen beschikken om hun opmerkingen mee te delen ten hoogste vijf dagen (en dus niet één maand zoals bepaald in artikel 747, 2, Ger. W.). De termijn waarbinnen de rechter het tijdschema bepaalt of de overeenstemming van partijen acteert, bedraagt ten hoogste acht dagen. Opnieuw kan de rechter deze termijnen inkorten of afschaffen indien de omstandigheden dat verantwoorden. De griffier geeft uiterlijk de eerste werkdag volgend op die waarop de beschikking werd gewezen, kennis van de beschikking, bij gewone brief aan de partijen en in voorkomend geval aan hun advocaat, alsmede bij gerechtsbrief aan de niet verschenen partij, tenzij de partijen hem van die kennisgeving vrijstellen. 16. Het tweede lid van artikel 745 Ger. W. wordt geschrapt, met het name het vermoeden dat een conclusie geacht wordt te zijn meegedeeld vijf dagen na de toezending. VII. ARTIKEL 748 GER. W. 17. artikel 748, 1, Ger. W. Artikel 748, 1 Ger. W. ondergaat enkele tekstwijzigingen maar de regel dat conclusies niet meer rechtsgeldig kunnen neergelegd worden na het verzoek tot rechtsdagbepaling overeenkomstig artikel 750 en 747 Ger. W. blijft overeind. 18 artikel 748, 2, Ger. W. Het verzoekschrift waarin wordt verzocht om bij het ontdekken van een nieuw stuk of feit te kunnen beschikken over een nieuwe termijn om te concluderen en eventueel om een nieuwe rechtsdag te bepalen wordt voortaan bij gewone brief door de griffier ter kennis gebracht van de partijen en hun advocaat. De gerechtsbrief blijft behouden voor de kennisgeving aan de niet verschenen partij. VIII. NEERLEGGING VAN DE STUKKEN TER GRIFFIE 19. artikel 756 Ger. W. wordt hersteld. In dat artikel wordt bepaald dat de stukken in zaken waarvoor de rechtsdag is bepaald (overeenkomstig artikel 747 en 750 Ger. W.) ter griffie worden neergelegd ten minste vijftien dagen voor de rechtsdag die is bepaald voor de pleidooien. Door invoering van deze bepaling wordt artikel 1261, tweede lid, Ger. W. opgeheven. 6
7 IX. EEN INTERACTIEF DEBAT 20. Tijdens of vóór de pleitzitting kan de rechter voorstellen de pleidooien te vervangen door een interactief debat (nieuw artikel 756ter Ger. W.). Stemmen partijen met dit voorstel in dan leidt de rechter het debat. Tijdens het debat mogen partijen wel vragen stellen die niet door de rechter zijn opgeworpen op voorwaarde dat deze vragen reeds in de stukken van partijen zijn opgeworpen of aan toepassing van artikel 735 zijn gekoppeld dan wel betrekking hebben op een onregelmatigheid die de procedure van ingereedheidbrenging aantast. Indien een partij zich verzet tegen de vervanging van pleidooien door een interactief debat, kan het debat nog na de pleidooien plaatsvinden. X. HEROPENING VAN DE DEBATTEN 21. Indien een heropening van de debatten wordt bevolen, nodigt de rechter partijen voortaan uit om binnen de termijnen die hij bepaalt, op straffe van ambtshalve verwijdering uit de debatten, hun schriftelijke opmerkingen over het middel of de verdediging ter rechtvaardiging ervan, uit te wisselen en hem deze te overhandigen (gewijzigd artikel 775 Ger. W.). In ieder geval is de beslissing gewezen na de heropening van de debatten op tegenspraak gewezen indien de beslissing van heropening zelf op tegenspraak gewezen is (artikel 775, derde lid, Ger. W.). XI. BERECHTING VAN DE ZAAK 22. Het gewijzigde artikel 770 Ger. W. moet de interne controle op de magistraat die uitspraak moet doen binnen de wettelijke termijnen versterken. Volgend controlemechanisme wordt ingevoerd : - het volstaat niet meer om de oorzaak van de vertraging eenvoudig op het zittingsblad te vermelden. De vermelding op het zittingsblad van de oorzaak van de vertraging moet bovendien objectief kunnen worden verantwoord tegenover de korpschef die belast is met het toezicht op de naleving van de termijnen van beraad (artikel 770, 1, derde lid, Ger. W.); 7
8 - de griffiers maken in tweevoud een lijst of lijsten op van zaken waarin de uitspraak met meer dan één maand werd uitgesteld. Die lijst wordt ter ondertekening voorgelegd aan de magistraat die zijn opmerkingen kan maken. De lijst wordt maandelijks door de hoofdgriffier aan de korpschef en aan het openbaar ministerie bezorgd. Een kopie van de lijsten wordt bewaard op de griffie (artikel 770, 2, Ger. W.); - indien de rechter het beraad langer dan drie maanden aanhoudt, verwittigt hij de korpschef en de eerste voorzitter van het hof van beroep of van het arbeidshof. Partijen hebben steeds de mogelijkheid om zelf daartoe het initiatief te nemen (artikel 770, 3, Ger. W.). - de magistraat die zich langer dan drie maanden beraadt en de magistraat die uitspraken met meer dan één maand uitstelt (maar wel de termijn van drie maanden respecteert), worden door de korpschef opgeroepen om uitleg te geven m.b.t. de oorzaken van de vertraging. Overleg met de korpschef en de betrokken magistraat/magistraten vindt plaats met het oog op het vinden van een oplossing om de vertraging te vermijden. Van dat gesprek, een verhoor, wordt proces-verbaal gemaakt (artikel 770, 4, Ger. W.); - inlichtingen die aan de korpschef worden bezorgd hetzij door de magistraat zelf of door partijen (indien het beraad langer dan drie maanden aanhoudt) hetzij na het verhoor (artikel 770, 4, Ger. W.) kunnen in aanmerking worden genomen in geval van tuchtvervolgingen, bij de periodieke evaluatie van de magistraat of in het kader van een op hem betrekking hebbende benoemings- of aanwijzigingsprocedure. Indien een tuchtsanctie wordt overwogen, kan de opgelegde straf in geen geval lager zijn dan een zware straf in eerste graad. Zo is de eerste nuttige straf die aan de magistraat kan opgelegd worden de inhouding van de wedde. 23. De werkingsverslagen die jaarlijks dienen opgesteld te worden door de hoven, rechtbanken, en de algemene vergaderingen van de vrederechters en de rechters in de politierechtbanken dienen in de toekomst ook uit te wijden over de traagheid in het beraad. Deze werkingsverslagen zullen niet alleen de behoeften moeten aanwijzen en voorstellen bevatten om de werking van het betreffende rechtscollege te verbeteren en de gerechtelijke achterstand weg te werken maar ook om de naleving van de termijn van het beraad te waarborgen (aanvullingen in artikel 340, 3, Ger. W.). 8
9 XII. MISBRUIKEN VAN DE RECHTSPLEGING 24. In een nieuw artikel 780bis Ger. W. kan de partij die de rechtspleging aanwendt voor kennelijk vertragende of onrechtmatige doeleinden veroordeeld worden tot een civiele boete van 15,00 tot 2 500,00, onverminderd de schadevergoeding die gevorderd zou worden. Dat minimum- en maximumbedrag kan om de vijf jaar bij KB worden aangepast aan de kosten van het levensonderhoud. Artikel 780bis Ger. W. is niet van toepassing op straf- en tuchtzaken. Artikel 1072bis Ger. W. wordt opgeheven. Het derde en vierde lid van artikel 656 Ger. W. worden opgeheven. XIII. INWERKINGTREDING 25. Met uitzondering van enkele bepalingen is de nieuwe wet in elke aanleg van toepassing op de zaken waarvoor op 1 september 2007 geen rechtsdag of kalender van de rechtspleging is vastgesteld, of waarvoor geen enkel verzoek tot vaststelling werd ingediend. De nieuwe bepalingen van de wet worden toegepast op de latere verzoeken tot ingereedheidbrenging en tot vaststelling van de rechtsdag. Studiedienst 26 februari
WET TOT WIJZIGING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK MET HET OOG OP HET BESTRIJDEN VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND
WET TOT WIJZIGING VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK MET HET OOG OP HET BESTRIJDEN VAN DE GERECHTELIJKE ACHTERSTAND GECOÖRDINEERDE TEKST OUDE TEKST NIEUWE TEKST GERECHTELIJK WETBOEK EERSTE DEEL ALGEMENE BEGINSELEN
Nadere informatieAmendementen Wetsontwerp Dit artikel, dat een artikel 18bis invoegt in het Gerechtelijk Wetboek, schrappen.
Amendementen Wetsontwerp 2811 Art.2 : Dit artikel, dat een artikel 18bis invoegt in het Gerechtelijk Wetboek, schrappen. : In de eerste plaats rijst de vraag wat de relevantie is van het nieuwe artikel
Nadere informatieACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT
ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT 1 ARTIKEL 91 GER.W. In burgerlijke en strafzaken worden de vorderingen toegewezen aan kamers met één rechter, behalve in de gevallen
Nadere informatieHet verloop van een burgerlijk proces voor de vrederechter
VREDEGERECHTEN ARRONDISSEMENT LEUVEN Het verloop van een burgerlijk proces voor de vrederechter De meeste gewone burgerlijke processen verlopen zoals hieronder uiteengezet. Een aantal andere zaken kennen
Nadere informatieBIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW
BIJLAGE 6. ARBITRAGEREGLEMENT ARBITRAGE VZW Artikel 1. Bevoegdheid Arbitragereglement Bij het door de vzw Arbitrage georganiseerde scheidsgerecht waarvan de statuten ter beschikking worden gesteld op zijn
Nadere informatie10 OKTOBER 1967. - GERECHTELIJK WETBOEK
10 OKTOBER 1967. - GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. (art. 664 tot 1385undecies) hier : art. 1042-1121 (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-06-1985 en tekstbijwerking
Nadere informatieHof van Cassatie van België
27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep
Nadere informatieGerechtelijk Privaatrecht
Marc Castermans Gerechtelijk Privaatrecht algemene beginselen, bevoegdheid en burgerlijke rechtspleging ACADEMU PRESS INHOUD Inhoud BOEKDKEL I: AEGEMENE BECINSEEEN 1 1. Toepassingsgebied van het Gerechtelijk
Nadere informatieACTUALIA. Samengesteld door Flip Petillion Advocaat
A CTUALIA RABG 2007/14 ACTUALIA Samengesteld door Flip Petillion Advocaat Wetgeving Bestrijding gerechtelijke achterstand In B.S. van 12 juni 2007 verscheen de wet van 26 april 2007 tot wijziging van het
Nadere informatie2. Soorten en verband
Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe
Nadere informatieHOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen
GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.
Nadere informatieVerzet, verstek en hoger beroep na Potpourri V
Verzet, verstek en hoger beroep na Potpourri V FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inhoud Wetgeving Begrip
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
Rolnummer 2499 Arrest nr. 20/2003 van 30 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
Nadere informatieAkkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen.
Akkoordprotocol inhoudende een aantal maatregelen die een efficiënter procesverloop beogen in het Hof van Beroep en het Arbeidshof te Antwerpen. Een gemengde werkgroep bestaande uit enerzijds magistraten
Nadere informatieVoorontwerp van wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. Standpunt
Voorontwerp van wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand Standpunt Met haar brief van 5 juli 2006 verzocht de Minister van Justitie de Orde van
Nadere informatieBIJLAGE 9. ARBITRAGEREGLEMENT LEGIBEL
BIJLAGE 9. ARBITRAGEREGLEMENT LEGIBEL I. Voorafgaande bepalingen Het arbitraal college kan kennisnemen van geschillen tussen verzekerden die de optie rechtsbijstand hebben onderschreven in elke materie
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 SEPTEMBER 2010 S.09.0039.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.09.0039.N D.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,
Nadere informatieWet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S. 20.1.2003)
Wet van 20 december 2002 betreffende de bescherming van de preventieadviseurs (B.S. 20.1.2003) Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk 1.- Toepassingsgebied,
Nadere informatieRolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T
Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,
Nadere informatieBIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL
BIJLAGE 4. DEONTOLOGISCHE REGELEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE TE BRUSSEL Toelichting: Zie artikel 459 Ger.W. Onderafdeling 5. Ereloongeschillen 1. Algemene
Nadere informatieINHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING
INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................
Nadere informatieHof van Cassatie van België
8 JUNI 2012 C.11.0735.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0735.N BELGISCHE STAAT, minister van Binnenlandse Zaken, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen A. D. I. RECHTSPLEGING
Nadere informatieArbeidshof te Brussel
Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 19 december 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/890 Arbeidshof te Brussel vijfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/890 p. 2 ARBEIDSRECHT
Nadere informatieWetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. Standpunt OVB
Wetsontwerp tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand Standpunt OVB I. ALGEMEEN Alvorens algemene en meer punctuele opmerkingen te formuleren op het
Nadere informatieIn zake: 2010/AR/3198
Nummer: Rep. nr.: 2011/ Zitting van: 8 maart 2011 Tussenarrest Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, TWEEDE KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: In zake:
Nadere informatieHof van Cassatie van België
17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale
Nadere informatieActualia gerechtelijk recht en evaluatie Potpourri I
Actualia gerechtelijk recht en evaluatie Potpourri I FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inhoud 1. Elektronische
Nadere informatieWet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten
Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat
Nadere informatieBehalve de vermeldingen in artikel 43 voorgeschreven, bevat het beslagexploot op straffe van nietigheid:
Uittreksel Gerechtelijk Wetboek-beslag Art. 1386 Vonnissen en akten kunnen alleen ten uitvoer worden gelegd op overlegging van de uitgifte of van de minuut, voorzien van het formulier van tenuitvoerlegging
Nadere informatieARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN
ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST Rep. Nr. A.R. 2009/AA/408 Vierde kamer Eindarrest op tegenspraak Gezinsbijslag OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN In de zaak van:
Nadere informatieE-BOX WOONPLAATSKEUZE ADVOCAAT. Potpourri I - Dirk Scheers & Pierre Thiriar 1. POTPOURRI I Gerechtelijk recht
POTPOURRI I Gerechtelijk recht Dirk Scheers vrederechter achtste kanton Antwerpen lector Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen Pierre Thiriar raadsheer hof van beroep Antwerpen vrijwillig wetenschappelijk
Nadere informatieJUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER
JUSTITIEPLAN EEN EFFICIËNTE JUSTITIE VOOR MEER RECHTVAARDIGHEID Wetsontwerp Burgerlijk procesrecht Koen Geens Minister van Justitie 8 mei 2015 Plan-methode op maat van uitdaging» 9 december 2014 (budget
Nadere informatiePublicatie : Numac :
pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het
Nadere informatieHof van Cassatie van België
17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof
Nadere informatieBIJLAGE IV DEEL VII. BEMIDDELING
BIJLAGE IV BEPALINGEN VAN HET BELGISCH GERECHTELIJK WETBOEK DEEL VII. BEMIDDELING HOOFDSTUK I. - ALGEMENE BEGINSELEN Art. 1724 - Elk geschil dat vatbaar is om te worden geregeld via een dading, kan het
Nadere informatieARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST
1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 APRIL 2011 7e KAMER SOCIALEZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - beroep Bureau Juridische Bijstand tegensprekelijk (art. 747, 2, Ger.
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 175 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken
Nadere informatiePROTOCOL. RECHTBANK EERSTE AANLEG - TURNHOUT 21 mei 1999, zoals aangevuld op 31 mei 2002
pagina 1 van 6 PROTOCOL RECHTBANK EERSTE AANLEG - TURNHOUT 21 mei 1999, zoals aangevuld op 31 mei 2002 (Wijzigingen-aanvullingen t.o.v. 21 mei 1999 worden als volgt aangeduid: [cursief]). INHOUD A Correctioneel
Nadere informatieARBITRAGE - TRIBUNAAL MET EEN ARBITER
A - SAMENSTELLING TRIBUNAAL - KEUZE VAN DE ARBITER Artikel 7 - Samenstelling van de Arbitrage Tribunaal 7.1. De Arbitrage Tribunaal omvat één en enig Arbiter in de specialiteit van het betreffende geschil,
Nadere informatieHoofdstuk IV. Hoger Beroep
Art. 685. Elke beslissing waarbij rechtsbijstand wordt verleend, wijst de openbare of ministeriële ambtenaren aan die hun dienst moeten verlenen. Art. 686. Bij de aanvang van ieder gerechtelijk jaar maken
Nadere informatieRECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG
RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG Info zoals opgenomen op de website (m.i.v. 16.08.2017) : www.rechtbankentribunaux.be/rechtbank eerste aanleg Limburg INLEIDING FAMILIEZAKEN VANAF 1 SEPTEMBER 2017 U
Nadere informatieVredegerechten arrondissement Limburg I. PROCESVERLOOP VOOR DE VREDERECHTER
Vredegerechten arrondissement Limburg I. PROCESVERLOOP VOOR DE VREDERECHTER De meeste gewone burgerlijke processen verlopen zoals hieronder uiteengezet. Een aantal andere zaken kennen een speciale procedure
Nadere informatieHet TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE)
Koninklijke Atletiekclub A.S. RIEME vzw Het TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE) RL: 06 Datum uitgave : 10 juli 2011 Versie: 0 Het TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE)... 1 1 Hoofdstuk I. Toepassingsgebied...
Nadere informatieKONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010
KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2010 TOT UITVOERING VAN ARTIKEL 68, TWEEDE LID, VAN DE WET VAN 6 AUGUSTUS 1990 BETREFFENDE DE ZIEKENFONDSEN EN DE LANDSBONDEN VAN ZIEKENFONDSEN (B.S, 10/11/2010, p. 67751)
Nadere informatieHof van Cassatie LIBERCAS
Hof van Cassatie LIBERCAS 5-2018 AFSTAND (RECHTSPLEGING) ALGEMEEN Algemeen - Afstand van geding - Afstand doende partij - Veroordeling in de kosten - Rechtsplegingsvergoeding - Toepassing Algemeen - Afstand
Nadere informatieONTWERP VAN DECREET. tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING
Zitting 2006-2007 4 juli 2007 ONTWERP VAN DECREET tot regeling van het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1208 (2006-2007) Nr. 1: Ontwerp
Nadere informatieCONSULTATIEVERSIE JULI 2014
CONSULTATIEVERSIE JULI 2014 WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK EN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING TENEINDE DE AFWIKKELING VAN MASSASCHADE IN EEN COLLECTIEVE ACTIE MOGELIJK TE MAKEN VOORONTWERP
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen.
Rolnummer 2268 Arrest nr. 29/2002 van 30 januari 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 704 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. Het Arbitragehof,
Nadere informatieDagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk?
Dagvaarding en dagvaarden: wat is het en hoe gaat in zijn werk? Een dagvaarding is een inleidend processtuk. Hierin staat wat de eisende partij van de gedaagde partij verlangd. Een dagvaarding wordt doorgaans
Nadere informatieArresten en documenten Gerechtelijk recht
Paul Lemmens en Stefaan Raes Arresten en documenten Gerechtelijk recht Acco Leuven / Amersfoort INHOUD WOORD VOORAF A. GERECHTELIJK RECHT - ALGEMEEN 15 1. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter
Nadere informatieRECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG
1. De Wet Gerechtelijke Achterstand heeft als algemeen doel de gerechtelijke achterstand te bestrijden. Bent u van oordeel dat de wet de behandelingstermijn van een zaak (van de inleiding tot aan het vonnis
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE
Stuk 7-B (1998-1999) Nr. 1 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1998-1999 17 maart 1999 DEONTOLOGISCHE CODE van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE van de
Nadere informatieHof van beroep Antwerpen
Uitgifte Repertoriumnummer Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 5 november 2014 op op op Rolnummer BUR BUR BUR 2014/AR/1866 rrest pige tenuitvoerlegging Hof van beroep
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 240 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, de Uitleveringswet en de Wet economische delicten betreffende de bepalingen aangaande de procedure
Nadere informatieINHOUD. Hoofdstuk 1 Toepassingsgebied van het Gerechtelijk Wetboek 3
INHOUD BOEKDEEL 1: Algemene beginselen 1 Hoofdstuk 1 Toepassingsgebied van het Gerechtelijk Wetboek 3 Afdeling 1: Algemeen 3 Afdeling 2: artikel 2 Ger.Wb. en straf-, tuchtprocedures en het administratief
Nadere informatie(B.S., 01/06/1991, p ; iwt. 01/06/1991) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst, toepasselijk vanaf 01/03/2014
KONINKLIJK BESLUIT VAN 2 APRIL 1991 TOT REGELING VAN DE RECHTSPLEGING VOOR DE [AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK] 1 VAN DE RAAD VAN STATE INZAKE [HET BEVEL EN] 2 DE DWANGSOM (B.S., 01/06/1991, p. 12050; iwt.
Nadere informatieWet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit
Wet van 10 mei 2007 betreffende de transseksualiteit (BS 11 juli 2007) Hoofdstuk I Algemene bepaling Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk Il
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz.
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massavorderingen verder te vergemakkelijken (Wet tot wijziging van de Wet collectieve
Nadere informatieHof van Cassatie van België
15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van
Nadere informatieRolnummers 6797 en Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T
Rolnummers 6797 en 6800 Arrest nr. 160/2018 van 22 november 2018 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel III.26 van het Wetboek van economisch recht, gesteld door de Vrederechter
Nadere informatieARBEIDSGERECHTEN VAN HET RECHTSGEBIED BRUSSEL PROTOCOL BALIE VAKBONDEN MAGISTRATUUR
1 ARBEIDSGERECHTEN VAN HET RECHTSGEBIED BRUSSEL PROTOCOL BALIE VAKBONDEN MAGISTRATUUR A. B. Het Arbeidshof te Brussel, De Arbeidsrechtbank te Brussel, De Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 MEI 2014 S.13.0032.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0032.F V. V., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen FRANSTALIGE ORDE VAN ADVOCATEN BIJ DE BALIE IN BRUSSEL.
Nadere informatieArbeidshof te Brussel
Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 12 september 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/282 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/282 p. 2 ARBEIDSRECHT
Nadere informatiel llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer
Repertoriumnummer 2018/6t=t' Ui t1:1 'ft e " Uitgereikt aan Ultgetelkt aan Uitgereikt aan,.. Datum van uitspraak 14 augustus 2018 Rolnummer 2018/AR/1199 op op { 6UR 6UR op BUR D Niet aan te bieden aan
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.
Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het
Nadere informatieRolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten
Nadere informatieAfdeling IX. Uitlegging en verbetering van het vonnis
(In afwijking van het vorige lid, voor de zaken opgesomd in artikel 704, ( 2), (alsook inzake adoptie) brengt de griffier binnen de acht dagen bij gerechtsbrief het vonnis ter kennis van de partijen. W
Nadere informatie9 MEI Koninklijk besluit tot. bepaling van de werkingsregels. en het Procedurereglement. van de Kamers van eerste aanleg
9 MEI 2008. - Koninklijk besluit tot bepaling van de werkingsregels en het Procedurereglement van de Kamers van eerste aanleg en van de Kamers van beroep bij de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle
Nadere informatieniet verbeterde kopie
Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JANUARI 2017 C.11.0724.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0724.F 1. BELGOLAISE nv, 2. BANQUE CENTRALE DU CONGO, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen MEL ZAÏRE,
Nadere informatie(B.S. 15/07/2000, p ; iwt 01/08/2000) Door het coördinatiebureau geconsolideerde tekst : versie toepasselijk vanaf 01/01/2007
Koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
Nadere informatieA R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.
Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,
Nadere informatieniet verbeterde kopie
Rolnummer 3859 Arrest nr. 191/2006 van 5 december 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 728, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg
Nadere informatieKRAKERSWET , B.S (in werking )
Voorzitter van de vrederechters en rechters in de politierechtbank van het arrondissement Limburg KRAKERSWET 18.10.2017, B.S. 6.11.2017 (in werking 16.11.2017) 1. Procedure voor de vrederechter 2. Procedure
Nadere informatieHof van Cassatie van België
14 DECEMBER 2012 C.12.0018.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0018.N JACKY AUSSEMS nv, met zetel te 3740 Bilzen, Natveld 11, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat
Nadere informatieBIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG
BIJZONDER REGLEMENT RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG LIMBURG 1 Nr. : 75/2014 Rep. : 1855 BESCHIKKING Wij, T. HEEREN, voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Limburg, bijgestaan door dhr. Y. KIELICH,
Nadere informatieWIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
WET van 11 december 1980, houdende uitvoering van het op 18 maart 1970 te 's- Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken WIJ
Nadere informatieHOF VAN BEROEP GENT PERSBERICHT ZAAK LERNOUT & HAUSPIE AFHANDELING VORDERINGEN BURGERLIJKE PARTIJEN
HOF VAN BEROEP GENT PERSBERICHT ZAAK LERNOUT & HAUSPIE AFHANDELING VORDERINGEN BURGERLIJKE PARTIJEN Op 20 september 2010 werd door de eerste kamer van het hof van beroep te Gent arrest uitgesproken in
Nadere informatieRECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4
a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk
Nadere informatieNieuw model van DAGVAARDING met ingang van Gerechtelijk jaar 2007 Versie Aanhef
Nieuw model van DAGVAARDING met ingang van Gerechtelijk jaar 2007 Versie 07-11-29 1. Aanhef Dag, maand, jaar van betekening (art. 43,1 Ger. W.) Op verzoek van: Identiteitsgegevens van de verzoeker (art.
Nadere informatieHieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.
Kort lexicon tot nut van de rechtzoekende, waarin enige uitleg wordt gegeven van de meest gangbare geschreven rechtstaal van het Hof van Cassatie en van het parket bij dit Hof ( 1 ). Dit korte lexicon
Nadere informatie10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 10 MEI 2007. - Wet betreffende de transseksualiteit Bron: http://www.ejustice.just.fgov.be/doc/rech_n.htm nummer document: 2007009570 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan
Nadere informatie3. De afhandeling van de klachten worden uitgevoerd door het onafhankelijke instituut KIGID.
Geschillenregeling NVI Hoofdstuk 1: Klachtenbehandeling in de Prefase Artikel 1 1. De klachtenprocedure van de NVI ziet op geschillen, die tussen leden en derden zijn gerezen en betrekking hebben op de
Nadere informatieOrde der Advocaten van Leuven
Orde der Advocaten van Leuven Stafhouder Ferdinand Smoldersplein 5 3000 LEUVEN Leuven, 3 oktober 2005 TeL 016214547 Fax 0162214 92 sec retariaat@halieleuven.he www.halieleuven.he Betreft: M. ref. : Uw
Nadere informatieEric Brewaeys. Staatsraad, docent Vrije Universiteit Brussel. Bruno Maes. Advocaat bij het Hof van Cassatie, Hoofddocent Vrije Universiteit Brussel
RECHTSLEER/DOCTRINE Nieuwe regels inzake behandeling en berechting van de vordering Eric Brewaeys Staatsraad, docent Vrije Universiteit Brussel Bruno Maes Advocaat bij het Hof van Cassatie, Hoofddocent
Nadere informatieRechtbank van Koophandel Antwerpen, afdeling Antwerpen
Uitgifte Vonnisnummer Repertoriumnummer 2015 / Datum van uitspraak 18 november 2015 Rolnummer A / 15 / 3831 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtbank van Kohandel Antwerpen, afdeling Antwerpen Tussenvonnis
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 JUNI 2008 C.07.0236.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0236.N 1. D.K.L, en, 2. K.R., eisers, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te
Nadere informatie1. Toepassing art. 747 2 Ger.W.
AFSPRAKENNOTA TENEINDE TOT EEN EFFICIËNTER PROCESVERLOOP TE KOMEN IN HET HOF VAN BEROEP EN HET ARBEIDSHOF TE GENT 1 Teneinde een snel, vlot en efficiënt procesverloop te optimaliseren is een samenwerking
Nadere informatieWet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffeningverdeling
Wet houdende hervorming van de procedure van gerechtelijke vereffeningverdeling (1) B.S. 14.09.2011 Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Art 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78
Nadere informatiehebbende als raadsman Mr. J. VdE, advocaat te 1050 Brussel,
AFSCHRIFT MINUTEN BERUSTENDE TER GRIFFIE VAN DE RECHT BANK VAN KOOPHANDEL TE LEUVEN RECHTBANK VAN KOOPHANDEL TE LEUVEN ZITTING VAN DINSDAG 22 MEI 2007 A.R. nr. 07. 39 VONNIS In de zaak van: De NV NH, met
Nadere informatieHof van Cassatie van België
26 FEBRUARI 2015 C.13.0324.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0324.F 1. M. C., 2. N. L., Mr. Paul Lefèbvre, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J.-P. D. W., 2. B. D. W., 3. C. D. W.,
Nadere informatieHOOFDSTUK I. ALGEMEEN DE TOEPASSELIJKE REGELGEVING 9 HOOFDSTUK II. HET INLEIDEND VERZOEKSCHRIFT 11
INLEIDING DANKWOORD XXIII XXV DEEL I. ALGEMENE BEGINSELEN 1 DEEL II. HET ANNULATIEBEROEP 9 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN DE TOEPASSELIJKE REGELGEVING 9 HOOFDSTUK II. HET INLEIDEND VERZOEKSCHRIFT 11 1. Algemeen
Nadere informatieHoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice
Hoge Raad voor de Justitie Conseil Supérieur de la Justice Advies v/d Hoge Raad voor de Justitie overeenkomstig artikel 259bis-12, 1 v/h gerechtelijke Wetboek bepalend dat de adviesen onderzoekscommissie
Nadere informatieInhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek...
I Inhoudstafel 1. Potpourri en de burgerlijke rechtspleging... 1 Piet Taelman I. Inleiding... 1 II. VAJA en enkele andere aspecten van de informatisering van justitie.. 2 III. Gezag van gewijsde... 7 IV.
Nadere informatieHoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof
ALGEMENE INHOUD 1 Algemene inhoud Register Deel I. GRONDWET Titel III. De machten Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten 141 143 Hoofdstuk VI. De rechterlijke
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke
Nadere informatie