Al wat je voelt. Strofe 1 Vandaag droeg jij een nieuwe jas. Ik wou dat het de mijne was. Dat voelde even niet zo goed. Ik was meteen jaloers.



Vergelijkbare documenten
- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Steekkaart: nummer 1W

3 Pesten is geen lolletje

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Knabbel en Babbeltijd.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Samen met Jezus op weg

13 Jij en pesten. Ervaring

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Deze folder legt uit hoe je SNAP kan gebruiken voor een blijvende verandering.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Refrein: Als het regent in jouw hart en je kunt alleen maar huilen, kom dan bij me, hou me vast, in mijn armen mag je schuilen.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Werkboek Het is mijn leven

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Lesbrief. Introductie

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Afgesproken verdeling van de boeken over de groepen


Tuin van Heden kleuters (4- en 5-jarigen) Werken met kunst in de paasperiode

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Mirjams mama en moekie

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Liefde, voor iedereen gelijk?

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

Dino en het ei. Duur activiteit: 30 minuten Lesdoelen: De kleuters: kunnen een prent linken aan een tekst; kunnen het verhaal navertellen.

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

Je hebt je huiswerk niet gemaakt, maar durft dat niet te zeggen. Je krijgt een beurt en zo merkt de meester het toch. Oeps

Verhaal: Jozef en Maria

De barmhartige Samaritaan

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

UITBREIDINGS- PROJECT

Tips voor een goede spreekbeurt

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, jongens en meisjes,

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Eerste week vd advent

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

Lucy heeft een ballon

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

GEZIN-SCHOOL-KERKDIENST VAN DE GROENLING op 12 februari 2017 in De Bron

Marcus 10, Kleine en grote kinderen: iedereen is welkom bij Jezus

Lucas 22,39-46 Jezus bidt

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

LESMAP VINKENSLAG. opdracht: help de vogels op de speelplaats en maak voor hen een voederplaats.

Voorwoord. Veel leesplezier! Liefs, Rhijja

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

Transcriptie:

2 HANDLEIDING

Themalied Al wat je voelt Al wat je voelt Strofe 1 Vandaag droeg jij een nieuwe jas. Ik wou dat het de mijne was. Dat voelde even niet zo goed. Ik was meteen jaloers. Strofe 2 Vandaag was het een leuke dag. Ik kreeg van jou een mooie lach. Jij bent altijd zo lief voor mij. Dat maakt me super blij! Strofe 3 Vandaag zag ik een afwas staan. Ik zei : Die kan ik toch wel aan. Verwonderd riep mijn mama plots : Wat ben ik toch zo trots! Strofe 4 Vandaag nam jij mijn speelgoed weg. Ik had het mooi opzij gelegd. Jij gooide alles in een doos. Toen werd ik heel erg boos. Strofe 5 Vandaag ging mijn lief poesje dood. Ze stierf heel zachtjes op mijn schoot. Mijn tranen stoppen kon ik niet. Ik had zoveel verdriet. Strofe 6 Vannacht had ik een enge droom. Een boze heks zat in een boom. Zij spuwde gif zoals een slang. Opeens werd ik heel bang. Refrein Ben je bang, verdrietig, blij Jouw gevoel, dat hoort erbij Ben je trots, jaloers of boos Al wat je voelt is heel gewoon. 19 Themalied Ik voel me vandaag zo 3

20

Les 1 Ik ben vandaag zo... Leerplandoelen De leerlingen zijn vertrouwd met allerlei gevoelens. Dat houdt in dat ze eigen gevoelens en gevoelens van anderen verkennen en verwoorden: blij, bang, boos, verdrietig, jaloers, teleurgesteld Deze gevoelens kunnen herkend worden in verhalen, in strips, op foto s, via lichaamstaal; beseffen dat gevoelens er gewoon zijn, of ze nu aangenaam zijn of niet, en dat gevoelens op zich niet slecht zijn; beseffen dat iedereen wel eens blij, bang, boos, verdrietig is. Materialen Voor de leerlingen Voor de leerkracht Voor de klas Online www. leerwerkboek: p. 4 kopieerblad 1 (gevoelenskaart): hdl. p. 8 (op leerlingenaantal) kopieerbladen 2 t.e.m. 5: hdl. p. 9 t.e.m. p. 12 (smileys op leerlingenaantal + enkele extra) kopieerbladen 6 t.e.m. 11 (smileywoordkaarten): hdl. p. 13 t.e.m. 19 (1 keer) een digitaal fototoestel of een gsm waarmee je kunt fotograferen bordboek (cd x nr. x: themalied) een lijst met gevoelens Tips Op de website vind je een lijst met gevoelens. Print die lijst af. Loop er eens door en duid voor jezelf aan welke gevoelens je in welke omstandigheden herkent of net niet. Bij welke gevoelens wil je met de leerlingen stilstaan? www. Bij deze les kun je uitbreidingsproject 1 laten aansluiten. Je vindt het online. Vooraf Kopieer kopieerblad 1 op leerlingenaantal. Je geeft de opdracht op het einde van de les als huiswerk. Maak kopieën van kopieerbladen 2 t.e.m. 5, zodat je dubbelzijdige smileys kunt maken op leerlingenaantal (en eventueel een aantal extra). Zorg voor een evenwichtige verdeling van de zes soorten smileys. Reserveer een lokaal waar voldoende plaats is om te bewegen. Geen groot lokaal vrij? Ga naar de speelplaats of laat de leerlingen gewoon naast hun bank staan. Zet een cd-speler klaar. Verspreid de smileys in het lokaal. Tijdens de les zoeken de leerlingen de smileys. Daarom is het interessant om eventueel een paar smileys over te hebben, zodat iedereen er zeker eentje kan vinden. Kopieer de zes paginagrote smiley-woordkaarten (kopieerbladen 6 t.e.m. 11) en lamineer ze. 21 Les 1 Ik voel me vandaag zo 5

Lesverloop Inleiding: ik voel me vandaag zo Als inleiding spelen jullie een spelletje. Ga samen naar een lokaal waar voldoende plaats is om rond te lopen. Je kunt het spelletje ook in de zithoek spelen, maar die hoek is meestal iets te klein. Speel het spelletje in twee delen. hdl. p. 9 t.e.m. 12: kopieerbladen 2 t.e.m. 5 hdl. p. 13 t.e.m. 18: kopieerbladen 6 t.e.m. 11 Deel 1: Jij roept of zingt de zin Ik voel me vandaag zo. De leerlingen vullen de zin een voor een aan met een gevoel: blij, bang, boos, verdrietig, jaloers, moe, teleurgesteld, schuldig, goedgezind, slechtgehumeurd, kwaad, verveeld, ellendig Na afloop schrijf je een paar gevoelens die je gehoord hebt op het bord. Bespreek ze. Wie voelt zich? Wie wil aan de klas vertellen waarom? Deel 2: Je hebt vooraf smileys verspreid in het lokaal. De leerlingen mogen die nu zoeken. Heeft iedereen een smiley gevonden? Dan beelden de leerlingen om beurten hun smiley uit. Leerlingen die denken dat ze dezelfde smiley hebben, gaan samen in een groep staan. Bespreek de verschillende gevoelens die de smileys uitbeelden. Hang per gevoel dat besproken wordt eventueel de paginagrote smiley aan het bord. Laat elke groep één situatie bedenken waarin hun gevoel voorkomt. Een paar voorbeelden: Blij: mama komt vanavond terug uit het ziekenhuis / juf zei dat ik goed gewerkt had / papa was trots omdat ik goed geholpen had, daar werd ik blij van Boos: ik voel me boos worden als iemand me pest omdat ik rood haar heb / ik heb oneerlijk verloren met het voetballen / ik ben gestraft voor iets wat ik niet heb gedaan Bang: ik was alleen thuis en het waaide en stormde buiten, ik hoorde allerlei vreemde geluiden / toen mama heel ziek was / voor een toets / voor de jongens van het zesde leerjaar die mijn bal afpakken Verdrietig: wanneer mama en papa ruziemaken / wanneer ik niet mee mag spelen / wanneer mama geen tijd heeft voor mij / toen de hond gestorven was Trots: ik kreeg een babybroertje / op mijn nieuwe jas / papa kreeg het werk dat hij zo graag wilde / op mijn zwembrevet Jaloers: mijn buurjongen kreeg het nieuwste spelletje van Nintendo / mijn zus mocht met haar vriendin op vakantie naar Turkije / Robbe kan veel vlotter lezen dan ik Hang de paginagrote smiley-woordkaarten na de klassikale bespreking van de gevoelens duidelijk zichtbaar op in de klas. Je kunt ze in de volgende lessen van dit thema nog gebruiken. Gevoelens verbeeld en verwoord: expressiespel bordboek (cd x nr. x: themalied) Leg de oefening uit aan de leerlingen. Ik laat dadelijk het themalied horen. Zolang jullie het themalied Al wat je voelt horen, mogen jullie vrij rondstappen in het lokaal, kriskras door elkaar. Wanneer de muziek stopt, zeg ik hardop een gevoel, bijvoorbeeld trots. Jullie gaan dan onmiddellijk in standbeeldhouding staan. Je beeldt met je gezicht én met je lichaam het gevraagde gevoel zo goed mogelijk uit. We kijken dan eens goed naar elkaar: herkennen we het gevoel dat wordt uitgebeeld? Laat de leerlingen ter plaatse stappen of huppelen als je deze oefening in de klas uitvoert en je dus weinig plaats hebt. een digitaal fototoestel of een gsm waarmee je kunt fotograferen Bespreek telkens een drietal standbeelden en maak foto s van die standbeelden. Neem bijvoorbeeld foto s van drie verdrietige standbeelden, van drie jaloerse standbeelden enzovoort. Zorg ervoor dat je op het einde van het expressiespel minstens één foto hebt van elke leerling. Zeg dat je de foto s tegen de volgende les zult uitprinten. 22 Je kunt de verschillende expressies ook aan het themalied Al wat je voelt koppelen. Na een stukje over het gevoel blijheid bijvoorbeeld pauzeer je het themalied en beelden de leerlingen een blij standbeeld uit. Bespreek een paar standbeelden en maak foto s. Laat het themalied dan weer verder horen. Na een stukje over het gevoel trots beelden de leerlingen trots uit. Zo gaat het verder tot alle gevoelens in het themalied aan bod zijn gekomen. 6 Ik voel me vandaag zo Les 1

Tot slot: ik voel me vandaag zo Je kunt het ook op een andere manier aanpakken, op voorwaarde dat je zeker weet dat de leerlingen het niet erg vinden om aangeraakt te worden. Verdeel de leerlingen in twee groepen: groep 1 en groep 2. Zeg hen dat ze hun groepsnummer moeten onthouden. Daarna mogen ze vrij rondstappen in het lokaal terwijl je het themalied Al wat je voelt laat horen. Telkens wanneer de muziek stopt, volgt er een opdracht. Bv.: de groepsnummers 1 boetseren de gezichten en de lichamen van groepsnummers 2 tot een verdrietig, boos, trots standbeeld. Herkent iedereen de gevoelens die worden geboetseerd? Bespreek telkens een drietal standbeelden. In uitbreidingsproject 1 (dat aansluit bij deze les) vind je meer uitvoerige expressieopdrachten rond gevoelens. Ga samen in een kring zitten voor een filosofisch gesprek over gevoelens. Wij kunnen allerlei dingen voelen. Zouden dieren dat ook kunnen? Waaraan kun je dat merken? poes die spint / hond die tegen je aan springt / konijn dat rustig blijft zitten als het geaaid wordt Hoe tonen wij dat we ons boos, blij, bang voelen? gezicht of hoofd naar beneden / sloffen met je voeten / springen / iemand knuffelen / huilen Kunnen we iets veranderen aan hoe we ons voelen? ja en nee Hoe komt dat? als er iets verdrietigs, ergs, fijns gebeurt, word je verdrietig, boos, blij / het gebeurt gewoon dat we ons zo voelen / je kunt proberen niet te tonen hoe je je voelt Wie kan er vertellen wat er gebeurt wanneer je je gevoelens niet toont? dan word je nog veel bozer/ het lijkt alsof je ontploft / je voelt je alleen Rond het gesprek af met het volgende besluit: we hebben allemaal gevoelens. Ze zijn niet goed of slecht. Ze zijn er gewoon en je mag ze ook tonen. leerwerkboek: p. 4 bordboek (cd x nr. x: themalied) hdl. p. 8: kopieerblad 1 Heeft de vorige lesfase in een ander lokaal plaatsgevonden? Ga dan nu terug naar je eigen klas. De leerlingen nemen hun leerwerkboek op p. 4 en maken de oefening. Het gaat om een speelse variant van een gevoelenskaart. De leerlingen denken na over wanneer ze zich onlangs nog blij, bang, boos, verdrietig... gevoeld hebben. Laat ondertussen het themalied Al wat je voelt nog eens horen. Deel de kopieën van kopieerblad 1 uit. Geef de leerlingen als huiswerk de opdracht om de gevoelenskaart in te vullen voor iemand uit hun omgeving. Dat kan mama, papa, broer, zus, oma, een buurvrouw of eender wie zijn. De leerlingen schrijven de opdracht in hun agenda, zodat ze de huistaak niet vergeten. 23 Les 1 Ik voel me vandaag zo 7

Gevoelenskaart 1 Kies iemand uit: papa, mama, broer, zus, oma, opa, een vriend of vriendin. Schrijf zijn of haar naam in de figuur. Je mag zelf kiezen waar. Stel de vragen. Schrijf de antwoorden op de schrijflijnen. 24 Wanneer was je de laatste keer verdrietig? Hoe kwam dat? Wanneer was je de laatste keer bang? Wanneer was je de laatste keer boos? Hoe kwam dat? Wanneer was je de laatste keer trots? Hoe kwam dat? Hoe kwam dat? Wanneer was je de laatste keer jaloers? Wanneer was je de laatste keer blij? Hoe kwam dat? Hoe kwam dat? 8 Ik voel me vandaag zo Les 1

2 Kopieer de kopieerbladen 2 en 3 recto verso. Lamineer het blad eventueel en knip de smileys uit. Als resultaat heb je drie soorten dubbelzijdige smileys: blij, boos en bang. 25 Les 1 Ik voel me vandaag zo 9

3 Kopieer de kopieerbladen 2 en 3 recto verso. Lamineer het blad eventueel en knip de smileys uit. Als resultaat heb je drie soorten dubbelzijdige smileys: blij, boos en bang. 26 10 Ik voel me vandaag zo Les 1

4 Kopieer de kopieerbladen 4 en 5 recto verso. Lamineer het blad eventueel en knip de smileys uit. Als resultaat heb je drie soorten dubbelzijdige smileys: verdrietig, trots en jaloers. 27 Les 1 Ik voel me vandaag zo 11

5 Kopieer de kopieerbladen 4 en 5 recto verso. Lamineer het blad eventueel en knip de smileys uit. Als resultaat heb je drie soorten dubbelzijdige smileys: verdrietig, trots en jaloers. 28 12 Ik voel me vandaag zo Les 1

6 blij 29 Les 1 Ik voel me vandaag zo 13

7 bang 30 14 Ik voel me vandaag zo Les 1

8 boos 31 Les 1 Ik voel me vandaag zo 15

9 verdrietig 32 16 Ik voel me vandaag zo Les 1

10 trots 33 Les 1 Ik voel me vandaag zo 17

11 jaloers 34 18 Ik voel me vandaag zo Les 1

Les 2 Ik ben een mens vol gevoelens. Leerplandoelen De leerlingen zijn vertrouwd met allerlei gevoelens. Dat houdt in dat ze zich bewust worden van het feit dat gevoelens zeer sterk kunnen zijn. De leerlingen leren omgaan met gevoelens. Dat houdt in dat ze ervaren dat ze geraakt kunnen worden door wat rondom hen gebeurt; zich ervan bewust zijn dat gevoelens naar buiten willen komen; een aantal modellen van omgaan met gevoelens exploreren en/of uitproberen in een rollenspel; zich ervan bewust worden hoe het voelt als je een gevoel niet wilt/kunt/mag tonen. Materialen Voor de leerlingen Voor de leerkracht Voor de klas Online www. een schaar een splitpen voor elke leerling verhaal Liam is verdrietig. : hdl. p. 22 achtergrond- informatie: hdl. p. 23 kopieerbladen 1, 2 en 3: hdl. p. 24 t.e.m. 26 (op leerlingenaantal) een doos of een map foto s van de vorige les, op A4 geprint splitpennen (op leerlingenaantal) bordboek (cd x nr. x: themalied) prentenset: prent x Tips Hang de foto s die je tijdens de vorige les hebt gemaakt bij de paginagrote smiley-woordkaarten. Of beter nog: laat de leerlingen dat doen. De les begint met een opdracht die de leerstof van de vorige les in herinnering brengt en waarbij de leerlingen de foto s bij de juiste smiley-woordkaart moeten hangen. www. Wil je aan de slag met anders- of niet-gelovige klasgroepen, vertrek dan telkens opnieuw van de basis dat elke mens gevoelens heeft, hoe hij of zij er ook uitziet. Eventueel vertel je een verhaal rond kinderen van vluchtelingen en de gevoelens waar zij en hun ouders mee worstelen. Vooraf Als je de smiley-woordkaarten tijdens de vorige les nog niet aan de muur hebt gehangen, doe dat dan zeker nu, voor het begin van de les. Op het einde van de vorige les heb je de leerlingen als huistaak de opdracht gegeven om de gevoelenskaart in te vullen voor iemand uit hun omgeving. Zorg ervoor dat iedereen zijn ingevulde kaart tegen deze les meebrengt. Zet een doos of een map klaar om de gevoelenskaarten in te steken. Geef de doos of de map ook een gepaste naam, bv. Onze grote doos vol gevoelens of Blij, bang, boos en nog zoveel meer. In de vorige les heb je foto s gemaakt van de leerlingen in verschillende standbeeldhoudingen. Print de foto s op A4 en leg ze klaar zodat je ze bij de hand hebt bij het begin van de les. Maak kopieën op leerlingenaantal van kopieerbladen 1 en 2, het best op stevig papier. Je knipt de gevoelenswijzers zelf op voorhand uit of de leerlingen doen dat tijdens de les. Je kunt voor elke leerling ook een kopie maken van het blad met instructiefoto's. Of je projecteert het in het bordboek. 35 Les 2 Ik voel me vandaag zo 19

Lesverloop Inleiding: gevoelens op onze foto s Tijdens het expressiespel in de vorige les heb je per gevoel telkens foto s gemaakt van een drietal standbeelden. Verdeel de leerlingen in de groepjes waarvan je een foto gemaakt hebt. De leerlingen die je als verdrietig standbeeld hebt gefotografeerd, vormen dus een groepje. De leerlingen die je als blij standbeeld hebt gefotografeerd, vormen ook een groepje. Doe dat voor de zes gevoelens die in de vorige les aan bod kwamen: blij, bang, boos, trots, verdrietig en jaloers. prints van de foto s uit de vorige les smileywoordkaarten Deel de foto s willekeurig uit aan de groepen. De leerlingen overleggen bij welke smileywoordkaart de foto s het best hangen en kleven elke foto bij de smiley-woordkaart die ze gekozen hebben. Bespreek ze kort zodat iedereen zich de zes gevoelens weer goed herinnert. Bevestig aan de achterkant van elke foto een klein stukje kleefgom. De leerlingen kunnen de foto s dan zelf aan de juiste smiley-woordkaart kleven. Als er een foto niet juist hangt, kun je ze zo gemakkelijk verplaatsen. de ingevulde gevoelenskaarten een map of een doos Bekijk en bespreek samen de gevoelenskaart die de leerlingen thuis hebben ingevuld. Toon hen de doos of de map en laat hen de gevoelenskaarten erin steken. Jullie mogen tijdens vrije momenten snuisteren en lezen in de doos met de gevoelenskaarten. Zet de doos of de map op een plaats in de klas die gemakkelijk toegankelijk is. Een gevoelenswijzer maken Vraag aan de leerlingen of ze het handig zouden vinden als ze s ochtends bij het binnenkomen in de klas zouden kunnen tonen hoe ze zich voelen. Zou je het fijn vinden als je aan je klasgenoten en aan mij meteen zou kunnen laten zien hoe je je voelt? Waarom wel of waarom niet? Hoe zou je op een handige en duidelijke manier kunnen tonen hoe je je voelt? Laat de leerlingen kort ideeën geven over manieren waarop ze hun gevoelens zouden kunnen tonen. Zeg dan zelf: Je kunt gevoelens op een handige manier aanduiden op een gevoelenswijzer. We gaan er nu een maken. bordboek hdl. p. 24 en p. 25 Deel de kopieën van de gevoelenswijzer uit. De leerlingen knutselen de wijzer in elkaar. Projecteer de instructiefoto s eventueel in het bordboek. De leerlingen die klaar zijn, oefenen samen om de wijzer te gebruiken. De ene leerling zegt een gevoel, de andere duidt het aan op zijn gevoelenswijzer. Spreek met de leerlingen af dat ze elke ochtend of bij het begin van elke les hun gevoel aanduiden op de gevoelenswijzer en de wijzer op hun bank leggen. Jij weet dan hoe de leerlingen zich voelen en je kunt er rekening mee houden. Begin een klasgesprek over heftige gevoelens. Wat gebeurt er wanneer je gevoelens héél sterk zijn? Je bent bijvoorbeeld niet boos, maar woedend. Je bent niet blij, maar vreselijk blij, niet bedroefd, maar diep bedroefd Waar zitten die gevoelens? Zitten die binnenin en blijven ze daar zitten? Nee, die gevoelens komen naar buiten. De leerlingen gaan achter hun bank staan. Bespreek de heftige varianten van de zes basisgevoelens op de gevoelenswijzer. De leerlingen mogen uitbeelden hoe ze zich voelen wanneer ze heftige gevoelens hebben. Wat doe je als je woedend bent? stampvoeten / slaan / met iets gooien Wat doe je als je vreselijk blij bent? dansen / zingen / iemand vastpakken / huppelen / springen Wat doe je als je diep bedroefd bent? huilen / hoofd naar beneden / handen voor je gezicht / snikken / hoofd in een kussen / heel stil zijn Wat doe je als je héél trots bent? breed grijnzen / rond paraderen als een pauw Wat doe je als je héél bang bent? in elkaar duiken / beven / het koud krijgen / klamme handen krijgen Wat doe je als je héél jaloers bent? iets afpakken / het warm krijgen / tanden op elkaar duwen 36 20 Ik voel me vandaag zo Les 2

Ga ook in op de vraag wat goed is en wat niet. Hoe kun je ervoor zorgen dat je geen brokken maakt als je woedend bent? tot tien tellen / diep ademhalen / tegen jezelf spreken en zeggen dat je rustig wilt worden / hard in je handen knijpen en je vuisten ballen Wat gebeurt er met je als je je gevoelens niet wilt, mag of kunt tonen? Je wordt bijvoorbeeld weer eens gepest, maar jij doet of het je niets kan schelen. Wat gebeurt er dan? vanbinnen begint het allemaal pijn te doen / het begint naar je hoofd te stromen / het wordt allemaal ijskoud of net warm vanbinnen Een verhaal: Liam is verdrietig. bordboek prentenset: prent x hdl. p. 22 gevoelenswijzers Introduceer het verhaal Liam is verdrietig.. Ik ken een verhaal over iemand die de hele tijd bezig is met zijn gevoelens. Dat zal ik nu vertellen. Vertel het eerste deel van het verhaal en toon de prent van het hoofdpersonage Liam. Na afloop duiden de leerlingen individueel op hun gevoelenswijzer aan welk gevoel het hoofdpersonage vooral voelde in het verhaal. Overloop de zes gevoelens op de gevoelenswijzer een voor een en vraag telkens: Wie denkt dat Liam zich in het verhaal voelde? De leerlingen motiveren hun antwoord. (Waarom denk je dat? Hoe zou jij je voelen als je?) Stel ook nog de volgende vragen: Wat zorgt ervoor dat Liam zo verdrietig is? nieuwe school / andere sommen Waarom wil Liam niet laten zien dat hij verdrietig is? flauw / nieuwe kinderen / nog geen vrienden Wat doet Liam om niet te huilen? knipperen met zijn ogen Wanneer hebben jullie dat ook eens gevoeld? Wanneer hebben jullie hetzelfde gedaan als Liam? Rond af met de vraag of de leerlingen nog andere gevoelens kennen dan de zes op de gevoelenswijzer. Wie een gevoel aanbrengt, moet ook een voorbeeld geven van een situatie waarin dat gevoel naar boven komt. Stel dat er niet spontaan andere gevoelens met bijbehorende situaties naar boven komen. Dan kun je gebruikmaken van de voorbeelden in de achtergrondinformatie. Kijk ook eens online naar de lijst met gevoelens. Die geeft je zeker inspiratie. Tot slot: het themalied Al wat je voelt bordboek (cd x nr. x: themalied) Zing tot slot samen het themalied Al wat je voelt. 37 Les 2 Ik voel me vandaag zo 21

Verhaal Liam is verdrietig. De turnles is afgelopen. Moet je Liam zien! Hij is zo trots. Zijn glimlach is zo breed dat zijn mondhoeken bijna zijn oorlellen raken. Dat was een paar uur geleden wel anders. Toen zat hij in de klas. Het rekenboek en zijn rekenschrift lagen voor zijn neus op de tafel. Hij keek ernaar. Hij keek naar de andere kinderen. Die zaten allemaal druk te schrijven. Hij keek nog eens naar de sommen in zijn boek. En toen voelde hij de tranen achter zijn ogen prikken. Er was niet één som die hij begreep. Vandaag was het de eerste dag op zijn nieuwe school. Liam was verhuisd. Dat moest, omdat zijn vader ander werk had. Aan Liam werd niets gevraagd. Hij moest mee. Van al zijn vriendjes moest hij afscheid nemen. Zijn lieve juf zou hij nooit meer zien. En nu zat hij in een klas met allemaal vreemden. Ze gebruikten heel andere boeken dan op zijn oude school. Van de sommen die in het rekenboek stonden, snapte hij he-le-maal niets. Volgens hem had hij die nog nooit gehad. En daarom voelde hij de tranen opkomen. Hij wilde eigenlijk maar één ding: weg uit deze klas. Weg van deze school. Weg uit deze nieuwe stad. En dan in één keer doorrennen naar zijn oude school. Misschien heb jij dat ook wel eens? Dat je je opeens heel alleen voelt. Dat je niet goed meer na kunt denken. Dat je alleen nog denkt: ik snap er helemaal niets van! Iedereen begrijpt het, alleen ik niet! En dat je daar opeens heel erg verdrietig van wordt. Zo was het bij Liam ook. Hij legde zijn pen neer. Hij knipperde met zijn ogen en keek naar het plafond. Zo probeerde hij zijn tranen binnen te houden. Nooit, nooit zou hij het hier leuk gaan vinden! (Rien Broere) 38 22 Ik voel me vandaag zo Les 2

Achtergrondinformatie Andere gevoelens Verlegen Rood worden als je moet antwoorden. Niet weten wat te zeggen als de directrice je iets vraagt. Een beetje pijn in je buik hebben als je eraan denkt dat je straks mee moet gaan naar mensen die je nog nooit gezien hebt. Niet durven vragen of je mee mag spelen. Een trui aanhebben die papa koos maar die jij niet mooi vindt. Eenzaam Verlangen naar een broertje of een zusje, als speelkameraad of om alles tegen te vertellen. Het gevoel hebben dat je een beetje alleen bent in de jeugdbeweging. Je een beetje in de steek gelaten voelen nu papa en mama gescheiden zijn. Als je vriend ziek is, duren de speeltijden zo lang. Verbaasd De Sint verschijnt opeens aan de voordeur. Mama vertelt dat er een baby tje op komst is. Je leest een boek en bent verbaasd over wat er allemaal in staat. Je bent verbaasd omdat je op het verjaardagsfeestje wordt gevraagd van een kind uit de klas waar je bijna nooit mee speelt. De juf heeft een nieuw kapsel. Verveeld Je hangt te hangen en weet niet wat doen. Je voelt je slecht omdat je denkt dat iedereen fijne dingen aan het doen is, alleen jij niet. Je vindt de kinderen van de klas zo traag wanneer jullie sommen maken. (Hilde Debacker) 39 Les 2 Ik voel me vandaag zo 23

1 Dit heb je nodig. - de twee cirkels, gekopieerd op stevig papier - een schaar - een splitpen 40 Zo maak je het. 1 Knip de twee cirkels uit langs de stippellijnen. 2 Prik voorzichtig met de beentjes van de splitpen door het rondje op elke cirkel. 3 Leg de kleine cirkel op de grote. De gaatjes moeten net op elkaar passen. 4 Maak de cirkels aan elkaar vast met de splitpen. 5 Draai aan de bovenste cirkel en laat zien hoe jij je voelt. 24 Ik voel me vandaag zo Les 2

2 Ik voel me Ik voel me Ik voel me Ik voel me Ik voel me 41 Les 2 Ik voel me vandaag zo 25

3 42 26 1 Knip de twee cirkels uit langs de stippellijnen. 2 Prik voorzichtig met de beentjes van de splitpen door het rondje op elke cirkel. 3 Leg de kleine cirkel op de grote. De gaatjes moeten net op elkaar passen. 4 Maak de cirkels aan elkaar vast met de splitpen. 5 Draai aan de bovenste cirkel en laat zien hoe jij je voelt. Ik voel me vandaag zo Les 2

Les 3 Stil zijn bij gevoelens Leerplandoelen De leerlingen ontdekken dat rust en stilte een hulp zijn bij het omgaan met gevoelens. Dat houdt in dat ze rustig en stil kunnen worden bij een gevoel dat in hen leeft; ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens; via verhalen beluisteren dat bidden sommige mensen helpt om met hun gevoelens om te gaan; ontdekken welke gevoelens bij hen opkomen wanneer ze bidden. De leerlingen leren Jezus kennen als een gevoelig man. Dat houdt in dat ze in evangelieverhalen leren zien dat Jezus gevoelens heeft, bv. vreugde, boosheid, verdriet, angst; weten dat Jezus zich vaak terugtrok in de rust en de stilte. Materialen Voor de leerlingen Voor de leerkracht Voor de klas Online www. leerwerkboek: p. 5 de gevoelenswijzer uit de vorige les kleurpotloden Bijbelverhaal Jezus is bang. : hdl. p. 30 en p. 31 verhaal Liam is bang. : hdl. p. 32 wit tekenpapier (op leerlingenaantal) een gebedsdoos voorwerpen die stilte symboliseren bordboek (cd x nr. x: themalied) prentenset: prent x gebedskaarten Tips Wat is bidden voor jou? Voor deze les maak je een gebedsdoos. In en rond de doos leg je voorwerpen die stilte symboliseren. Je steekt er ook gebedskaarten in. Op de website vind je inspiratie. www. Bij deze les vind je online materiaal voor overwegend anders- of niet-gelovige klasgroepen. Tussen de gebedskaarten zitten een aantal gebeden en teksten van andere godsdiensten. Vooraf Prikkel de nieuwsgierigheid van de leerlingen van bij het begin van de les. Zet een gebedsdoos klaar op een tafel. Steek er de teksten en de voorwerpen in. Kopieer de drie gebeden in het leerwerkboek (p. 5) bijvoorbeeld op gebedskaarten en steek die er ook in. Leg allerlei dingen op de tafel die stilte symboliseren. Bijvoorbeeld: een kei, een veer(tje), een kraanvogel in origami, een mooie kaart, een flesje geurige olie, een gedichtje, een gebed, een gebroken vogeleitje, een kaars, een wierookhouder met wierookstokjes. 43 Les 3 Ik voel me vandaag zo 27

Lesverloop Inleiding: ik word stil van de tafel met de uitgestalde voorwerpen Verzamel de leerlingen in een kring rond de tafel. Zorg dat ze de uitgestalde voorwerpen goed kunnen zien. Al deze voorwerpen doen mij aan stilte denken. Bekijk samen de verschillende voorwerpen. Vraag aan een paar leerlingen om een voorwerp uit te kiezen en het vast te nemen. Vraag hen waaraan ze moeten denken wanneer ze dat voorwerp in hun handen hebben. Ondersteun eventueel aan de hand van hulpvragen. Deze vragen kun je bijvoorbeeld stellen over het veertje: Waaraan moet je denken als je het veertje vasthoudt? een vogel / een mooi liedje / heel stil s morgens wanneer de vogels heel luid fluiten Hoe voel jij je als je een vogel hoort? blij / verdrietig / alleen / stil Heb je dan zin om dat aan iemand te vertellen? nee / ja, gevoel delen Wat zorgt ervoor dat je het wel of niet aan iemand wilt vertellen? soms verlegen / raar / zo blij dat ik niet anders kan dan het vertellen Bespreek de andere voorwerpen op dezelfde manier. Rond het gesprek af met het volgende besluit: Als ik het heel stil maak of als ik heel stil word door die kei, dat veertje, dat eitje in mijn handen te nemen, dan wil ik dat niet alleen graag vertellen aan iemand die ik graag zie, maar soms ook aan God. Sluit nu allemaal jullie ogen, dan kunnen jullie goed luisteren naar wat ik dan aan God vertel. Doe het gebedsritueel en bid het volgende gebed. Lieve God Ik werd vanmorgen wakker van het fluiten van de vogels. Ik bleef heel stil liggen en luisterde naar hun lied. Ik werd er helemaal rustig en blij van en ik dacht: Hoe mooi klinkt dat! Hoe fijn is het dat ik dat kan horen. Dank Je, lieve God. Bidden leerwerkboek: p. 5 nr. 1 en nr. 2 Bespreek met de leerlingen hoe ze zich voelden tijdens het gebed. Geef hen genoeg tijd om na te denken en geef iedereen de kans om aan het woord te komen. We hebben net gebeden. Hoe voelde je je tijdens het gebed? raar / iedereen die zo stil was in de klas / fijn om samen rustig te zijn Wie werd er stil van? Hoe voelt het dan vanbinnen? rustig / kalm / niet druk / fijn Als je niet stil wordt tijdens het gebed, waar word je dan wel stil van? Kijk eens op de gevoelenswijzer of er een gevoel staat waar jij rustig van wordt. Hoe komt dat? De leerlingen gaan op hun plaats zitten en nemen hun leerwerkboek op p. 5. Ze maken de twee oefeningen. Ze schrijven het gevoel op dat bij hen opkomt wanneer ze de drie gebedjes lezen. Ze kleuren de woorden die voor hen rust oproepen. Liam en Jezus zijn bang. 44 bordboek prentenset: prent x hdl. p. 32 Vertel het tweede deel van de verhalenreeks over Liam: Liam is bang.. Vraag na afloop wie het gevoel van Liam (her)kent, namelijk bang zijn. Worden jullie stil als jullie bang zijn of net niet? Wat doen jullie om te proberen niet bang te zijn? vertellen / stilletjes een gebedje zeggen / vragen aan mijn opa in de hemel dat hij me helpt / heel hard denken dat ik niet bang ben Wat zou Liam doen, denken jullie? Hoe denken jullie dat het met Liam in de turnles afloopt? Vraag daarna of de leerlingen weten of Jezus wel eens boos was of bang of verdrietig. (Misschien herinneren ze zich het verhaal over de tempelreiniging uit Tuin van Heden.nu 1.) Vraag hen ook of ze nog weten op welke plaats Jezus vaak ging bidden. Geef het antwoord zo nodig zelf: Hij zocht de stilte op. Hij wilde graag alleen zijn om te bidden. 28 Ik voel me vandaag zo Les 3

hdl. p. 30 en p. 31 de gevoelenswijzers hdl. p. x Introduceer het Bijbelverhaal. Jezus was ook wel eens bang, net zoals Liam. Wanneer Jezus bang was, dan begon Hij te bidden. Daarover ga ik nu een Bijbelverhaal vertellen. Doe het Bijbelritueel en vertel het Bijbelverhaal Na afloop werken de leerlingen per twee. Ze overleggen samen aan de hand van de gevoelenswijzer welke gevoelens Jezus had in het Bijbelverhaal. Geef hen even de tijd. Bespreek de gevoelens van Jezus daarna klassikaal. Wanneer is Jezus verdrietig? wanneer Zijn vrienden Hem in de steek laten / niet met Hem wakker blijven / niet met Hem bidden Is Jezus bang? ja, Jezus is bang voor wat er gaat gebeuren Wanneer is Jezus boos? wanneer Petrus zijn zwaard trekt en wil vechten Wat doet Jezus om Zijn angst te overwinnen? bidt tot God, Zijn Vader Wat zegt Jezus in dat gebed? vraagt hulp / zegt dat Hij bang is / wil niet alleen zijn Misschien vragen de leerlingen na afloop van het Bijbelverhaal wat er verder gebeurt met Jezus. Vertel dan kort het lijdens- en verrijzenisverhaal. Tot slot: het themalied Al wat je voelt bordboek (cd x nr. x: themalied) tekenpapier kleurpotloden Laat het themalied Al wat je voelt horen. De leerlingen maken een tekening waarin ze tonen hoe ze zich voelen wanneer ze bang zijn. 45 Les 3 Ik voel me vandaag zo 29

Bijbelverhaal Jezus is bang. Jezus en Zijn vrienden hadden samen het paasmaal gegeten. Daarna trokken ze naar de Olijfberg, zoals ze dat vaak deden na het eten. Ze voelden allemaal dat er gevaar in de lucht hing. Op de Olijfberg gingen de vrienden bij elkaar zitten. Jezus bleef staan. Bidden jullie samen met Mij? vroeg Hij. Het worden moeilijke dagen voor ons allemaal. Ze knikten. Jezus liep zelf nog een eindje verderop. Zijn vrienden konden nog net zien hoe Hij zijn gezicht naar boven keerde. Vader, de leiders willen niet dat Ik nog langer met de mensen praat, bad Jezus. Ze willen me gevangennemen. Ze zullen niet rusten voordat ze Mij gedood hebben. Kunt U ervoor zorgen dat Ik blijf leven? Ik ben zo bang. Maar Ik wil niet terugkrabbelen. Ik blijf spreken en leven zoals Ik altijd heb gedaan, zoals Ik denk dat het goed is en dat U het wilt. Help Mij. Zo bad Jezus nog een hele tijd verder, tot Hij de kracht van God in Zijn binnenste voelde. 1 Toen liep Jezus terug naar Zijn vrienden. Het eten in hun buik had hen slaperig gemaakt. Een na een waren ze in slaap gevallen. Jezus voelde een steek van teleurstelling in zijn hart, toen Hij hen zo zag liggen. Hij schudde hen wakker. Waarom slapen jullie? Jullie zouden toch samen met Mij bidden? De vrienden sloegen beschaamd hun ogen neer. Jezus had gelijk, dat hadden ze beloofd. Maar ze hadden het niet volgehouden. Ze waren niet zo n goede vrienden als ze dachten. Opeens hoorden ze een groep mensen aankomen. Er waren soldaten bij met blinkende zwaarden. Voorop liep Judas, die altijd een van de vrienden van Jezus was geweest. Hij ging naar Jezus toe en gaf Hem een kus. Jezus kreeg tranen in zijn ogen. Hij legde een hand op de schouder van Judas. Judas, zei Hij, verraad je Mij met een kus? 1 Jezus bevindt zich in een toestand tussen angst en overgave. Juist daarom wil Hij zijn vrienden in Zijn nabijheid. De leerlingen bevinden zich in een toestand tussen twijfel en verzet ze kunnen de werkelijkheid niet aan. Dus sluiten ze hun ogen en vallen letterlijk in slaap. Ze willen Jezus wel nabij zijn, maar hebben niet de kracht omdat ze de nabijheid niet aankunnen. Want nabijheid betekent soms ook: weten dat je niets anders kunt doen dan er zijn. Het gaat erover te beseffen dat je de dingen niet meer kunt veranderen, dat de dingen niet langer maakbaar zijn. 46 Petrus schoot in actie. Kom maar op, wij zullen Je verdedigen, Jezus! riep hij. Hij trok zijn zwaard 2 en sloeg het rechteroor van de dienaar van de hogepriester eraf. Jezus hief Zijn handen op. Stop! riep Hij. Het is genoeg! En Hij legde Zijn hand op het gewonde oor van de man, tot het weer genezen was. Onze kracht is liefde, niet geweld, zei Jezus tot Petrus. Weet je dat nu nog niet? 2 Het probleem van de vrienden van Jezus is dat ze Jezus wel nabij willen blijven, maar dat ze zich niet willen laten raken door zijn verlatenheid. Ze geloven nog in de maakbaarheid en daarom denkt Petrus het probleem te kunnen oplossen met zijn zwaard. 30 Ik voel me vandaag zo Les 3

Jezus keek naar de hogepriesters en de tempelwachters en de leiders die Hem kwamen gevangennemen. Elke dag was Ik bij jullie op het plein en in de tempel. Waarom hebben jullie Me toen niet gearresteerd? Hadden jullie de moed niet? Durven jullie alleen in de donkere nacht naar Mij toe te komen, als iedereen slaapt en niemand het ziet? Zijn jullie misschien bang dat de mensen Me zouden verdedigen? De leiders werden zo boos door wat Jezus zei, dat ze een teken deden naar hun soldaten. Die grepen Jezus meteen vast en voerden Hem weg. Er waren zoveel soldaten dat Zijn vrienden niets konden beginnen. 3 (Kolet Janssen, vrij naar Lc. 22, 39-53) 3 Je laten raken, meeleven, meedragen, meelijden tot in de kern van je mens-zijn. Dat is wat het verhaal ons duidelijk wil maken. Kunnen we dat zonder in slaap te sukkelen? (Naar: Mark Van de Voorde, in: Verwerking bij leeftocht, VSKO INPAKKEN - WEGWEZEN DPB, Brugge, april 2012, Paasweek 33.) 47 Les 3 Ik voel me vandaag zo 31

Verhaal Liam is bang. Liam was voor het eerst op zijn nieuwe school. Ze moesten rekenen. Liam snapte niets van zijn sommen. Gelukkig had zijn nieuwe juf door dat er iets met hem aan de hand was. Ze had hem bij zich geroepen. Lukt het niet? vroeg ze. Ik heb die sommen nog nooit gehad, zei Liam. Hij moest er bijna bij huilen. Maar de juf legde ze uit. En toen zag Liam dat hij ze wel snapte. De sommen zagen er alleen maar anders uit dan hij gewend was. Wat was hij opgelucht! Snel was hij aan zijn sommen begonnen. Eventjes vond hij het zelfs niet zo erg meer om in een nieuwe klas te zitten. Heel eventjes! Want na de rekenles stak een van de meisjes haar vinger op. Wat gaan we straks doen bij turnen? vroeg ze. Klimmen, antwoordde de juf. Op het wandrek. Nou, toen was het opgeluchte gevoel bij Liam meteen helemaal weg. Hij kreeg een raar gevoel in zijn buik. Alsof zijn maag begon te draaien. Hij voelde zich helemaal slap worden. Klimmen op het wandrek! Dan moest je omhoog. Maar Liam had hoogtevrees. Heel erg! Hij zag het al voor zich. Alle kinderen van zijn nieuwe klas zouden naar hem kijken. Ze zouden zien hoe hij zou beginnen te bibberen wanneer hij nog maar een meter hoog zou zijn. Ze zouden hem uitlachen! En hij zou alleen maar bang zijn en niets durven zeggen. Misschien heb jij dat ook wel eens? Dat je weet dat je iets moet gaan doen wat je eigenlijk niet goed durft. Maar dat je dat weer niet durft te zeggen. En dat je je dan bang voelt. Bang tot diep vanbinnen. En dat je dan ook nog eens bang bent dat iedereen je uit zal lachen. Liam in elk geval wel. Hij was toch al niet goed in sport. En nu moest hij ook nog gaan klimmen. Erger bestond niet. Opnieuw zou hij het liefst wegrennen en nooit meer terugkomen op deze nieuwe school. Dat kon natuurlijk niet. Maar één ding wist hij zeker. Hij zou het hier nooit, nooit leuk gaan vinden! (Rien Broere) 48 32 Ik voel me vandaag zo Les 3

Les 4 Ik voel me veilig bij... Leerplandoelen De leerlingen leren omgaan met gevoelens. Dat houdt in dat ze ontdekken dat je beter met je gevoelens kunt omgaan, wanneer je je gesteund weet door een mens in wie je vertrouwen hebt; zich ervan bewust worden hoe het voelt als men een gevoel niet wil/kan/mag tonen. Materialen Voor de leerlingen Voor de leerkracht Voor de klas Online www. leerwerkboek: p. 6 de gevoelenswijzer uit de vorige lessen eventueel kleurpotloden verhaal Liam is jaloers. : hdl. p. 36 eventueel tekenbladen voor de leerlingen die klaar zijn bordboek (cd x nr. x: themalied) prentenset: prent x artikel uit het Nieuwsblad: http://www.nieuwsblad.be/article/detail. aspx?articleid=dmf20 121004_081&pid=2005 709#photoset Tips Laat de smiley-woordkaarten uit de vorige lessen ook tijdens deze les nog aan het bord of de muur hangen. Een thema rond gevoelens kan best zwaar zijn voor jou en de leerlingen. Besef dat een thema als dit heel wat kan losmaken. Daarom kun je in de klas een brievenbus zetten. Spreek af met de leerlingen dat ze er briefjes in mogen steken in verband met situaties die ze meemaken en/of waar ze met jou over willen praten: leuke dingen, droevige dingen, dingen waarvan ze boos worden... Controleer regelmatig of er iets in de brievenbus zit. Overweeg of het nodig is dat je met de briefschrijver in gesprek gaat. De leerling beslist uiteraard zelf of hij dat wil of niet. Soms is het besef dat iemand het briefje leest al genoeg. Weten dat de juf of meester wil luisteren en helpen, kan al voldoende zijn. Als je een kort briefje terugschrijft en het in de bank van de leerling in kwestie steekt, kan hij of zij zelf aangeven of een gesprekje nodig is of niet. www. Kijk op www.sociaalemotioneel.slo.nl/thema/gevoelens om te ontdekken hoe ze in andere culturen omgaan met gevoelens. Een boek dat we over dit onderwerp aanraden is Kayser, D., Interculturele sociale vaardigheden op de basisschool, Basisboek voor leerkrachten en hulpverleners, Utrecht, 1996. www. Bij deze les kun je uitbreidingsproject 2 laten aansluiten. Je vindt het online. 49 Les 4 Ik voel me vandaag zo 33

Lesverloop Inleiding: een gebed Herinner de leerlingen aan de vorige les. Wanneer Jezus bang was, dan bad Hij. Je kunt ook bidden als je je blij voelt. Ik voel me blij vandaag met jullie in mijn klas en ik wil dat vertellen aan God. Doe het gebedsritueel en bid. Lieve God We hebben gehoord dat Jezus tegen Jou sprak wanneer Hij bang was. Maar we kunnen gelukkig ook op andere momenten met Jou spreken en Jou iets vertellen. Ik wil Je vertellen dat ik me vandaag heel blij voel omdat het zo fijn is in onze klas. Zoveel verschillen tussen de leerlingen! En zo n goede samenwerking, God. Het is echt fijn om juf/meester van deze klas te zijn. Dankjewel. Je kunt vragen of er leerlingen zijn die ook aan God willen vertellen hoe ze zich voelen en waarom. Een verhaal: Liam op het klimrek bordboek prentenset: prent x Verdeel de leerlingen in groepjes van vier of vijf. Toon de prent van Liam of projecteer ze in het bordboek. Stel twee korte vragen om het verhaal over Liam weer in herinnering te brengen. Kennen jullie Liam nog? De leerlingen vertellen wat ze nog over Liam weten uit de twee vorige lessen. Liam dacht aan de turnles. Wat vond hij zo vreselijk? dat hij moest klimmen op het wandrek Geef de groepen daarna de volgende opdracht. Het verhaal kan nu twee kanten uit: Liam klimt tot helemaal boven op het klimrek of Liam durft niet en komt meteen terug naar beneden. Overleg samen: Liam klimt tot boven. Hoe voelt Liam zich als hij tot boven op het klimrek durft? Doe het voor! Hoe komt het dat Liam het wel durft? Liam komt meteen naar beneden. Hoe voelt Liam zich als hij niet tot boven durft en terug naar beneden komt? Doe het voor! Hoe komt het dat Liam het niet durft? Geef de leerlingen tien minuten de tijd om te overleggen. Overloop klassikaal wat de verschillende groepen besproken hebben. Een leerling uit elke groep beeldt uit hoe Liam zich in de twee gevallen voelt. Kunnen de andere leerlingen het afleiden uit de lichaamstaal? De toeschouwers beschrijven zorgvuldig wat ze zien. bordboek (cd x nr. x: themalied) Beluister samen het themalied Al wat je voelt en spoor de leerlingen aan om met hun gezicht en met hun lichaam de verschillende gevoelens uit te beelden die in het lied aan bod komen. Op die manier omgaan met het themalied geeft wat lucht aan de les en zorgt ervoor dat de leerlingen zich na afloop opnieuw kunnen concentreren. 50 34 Ik voel me vandaag zo Les 4

Filosofisch gesprek: ik toon mijn gevoelens. Voer een klasgesprek over gevoelens tonen of gevoelens juist niet tonen. Wie doet dat? Wanneer kan het? Wanneer kan het niet? Streef naar het inzicht dat mensen hun gevoelens uiten wanneer ze zich veilig voelen. Zorg ervoor dat de leerlingen naar elkaar luisteren en dat ze inspelen op wat de anderen zeggen. Mogelijke vragen wanneer het gesprek vastloopt: Stel je voor dat jij net als Liam nieuw bent in de klas (of in de voetbalclub of op de balletschool ). Hoe zou jij je dan gedragen? stilletjes / niet opvallen / vriend zoeken / veel vragen stellen aan de juf of meester Wat zorgt ervoor dat jij je zo zou gedragen? je kent niemand / je weet niet wie wie is / je weet niet wat de gewoontes zijn / je weet niet wat er mag of niet mag / je kent de meester of de juf niet en misschien is hij of zij snel boos of blij of Wat zorgt ervoor dat je je thuis anders gedraagt dan op een nieuwe school? je kent het / je weet hoe papa en mama reageren / je weet wat mag of niet mag / je voelt je veilig Waar zou jij durven laten zien dat je bang bent of boos of blij of? thuis / in de klas / bij oma en opa Wat zorgt ervoor dat je dat daar durft? veilig / vertrouwd / weten wat mag en niet mag Wat gebeurt er met jou wanneer je je gevoelens bijvoorbeeld in de klas niet kunt of durft tonen? thuis boos / verdrietig vanbinnen / slecht voelen / zelf niet goed weten wat er met je aan de hand is / thuis vervelend doen Laat de leerlingen bij wijze van afsluiting op hun gevoelenswijzer aanduiden hoe ze zich voelden bij het gesprek. Wie dat wil, mag erover vertellen. Wees alert voor leerlingen die heel stil zijn tijdens het gesprek. Sommigen hebben misschien weinig mensen rondom zich bij wie ze zich echt veilig voelen. Ben je er zeker van dat elk kind in je klas zijn gevoelens mag tonen? Je kunt met hen misschien achteraf een afzonderlijk gesprekje voeren. Tot slot: bij wie voel ik me veilig? leerwerkboek: p. 6 bordboek (cd x nr. x: themalied) (tekenbladen kleurpotloden) hdl. p. 36 De leerlingen nemen hun leerwerkboek op p. 6. Ze maken de oefening over je veilig voelen bij. Ze luisteren ondertussen nog eens naar het themalied Al wat je voelt. Leerlingen die klaar zijn, mogen een tekening maken voor de persoon bij wie ze zich het veiligst voelen. Tot slot vertel je het derde deel van het verhaal van Liam. Het einde van het verhaal blijft nog even een verrassing, dat hoor je de volgende keer! 51 Les 4 Ik voel me vandaag zo 35

Verhaal Liam is jaloers. Liam zat op de grond in de turnzaal. Het was zijn eerste turnles op zijn nieuwe school. Voor hem zaten er nog drie kinderen. Hij was de laatste in het rijtje. De juf had zes groepjes gemaakt. De groepjes kinderen moesten in een rijtje voor het wandrek gaan zitten. Telkens moest de voorste van het rijtje naar het rek gaan en erop klimmen. Je mag zo hoog gaan als je durft, zei de juf. Maar probeer in elk geval tot het midden te komen. Zo hoog als je durft? Dat was voor Liam op de onderste sport gaan staan en er dan gauw weer af. Maar dat zouden de andere kinderen natuurlijk belachelijk vinden. Liam schoof op in het rijtje. Nu waren er nog maar twee kinderen voor hem. Hij probeerde stil te blijven zitten. Dat was niet makkelijk. Het kriebelde in zijn buik. Hij moest naar de wc. Liam keek naar het wandrek. Hij zag hoe sommige jongens en meisjes met het grootste gemak naar boven klommen. Hup, hup, hup. Het leken wel aapjes! Wat zou hij dat ook graag durven. Als hij die kinderen zo bezig zag, voelde hij zich jaloers worden. Misschien heb jij dat ook wel eens? Dat je ziet dat een ander iets kan of durft wat jij ook graag zou doen. Dat je heel eventjes die ander zou willen zijn. Niet voor altijd, natuurlijk. Maar op dat moment wel. Er zat nog maar één kind voor Liam in het rijtje. Een jongen. Liam wist zijn naam niet. Toen stond ook die jongen op. Hij liep naar het wandrek en begon te klimmen. Wat ging dat gemakkelijk! Kon ik dat ook maar, dacht Liam. Durfde ik dat maar! De jongen was tot bijna bovenaan geklommen en weer naar beneden. Hij sloot achteraan het rijtje aan. En de volgende is aan de beurt, riep de juf. De volgende, dat was hij. Hij liep naar het wandrek. Maar dat was niet wat hij echt wou. Het liefst zou hij de turnzaal uitlopen en wegrennen. Gewoon in zijn sportkleren. Weg, en dan nooit meer terug naar deze nieuwe school. (Rien Broere) 52 36 Ik voel me vandaag zo Les 4

Les 5 Ik barst van de gevoelens. Leerplandoelen De leerlingen leren omgaan met gevoelens. Dat houdt in dat ze ervaren dat ze geraakt kunnen worden door wat rondom hen gebeurt; beseffen dat sommige uitingen van gevoelens pijn veroorzaken en niets oplossen. De leerlingen beseffen dat het goede doen niet altijd lukt. Dat houdt in dat ze beseffen dat ze veel goede dingen doen, maar dat ze ook fouten maken. Materialen Voor de leerlingen Voor de leerkracht Voor de klas Online www. leerwerkboek: p. 7 verhaal Liam is blij en trots. : hdl. p. 40 kopieerbladen 1 t.e.m. 6: hdl. p. 41 t.e.m. p. 46 (1 exemplaar per groep) kopieerblad 7: hdl. p. 47 (aantal keer) kopieerbladen 8 en 9: hdl. p. 48 en p. 49 (aantal keer) een (ring)map een doos bordboek (cd x nr. x: themalied) prentenset: prent x www.klasse.be/ tvklasse/17850- Sorry-zeggen Tips Je maakt deze les aanschouwelijk door het doosje met de sorrykaarten en de complimentenmap in de klas te laten staan. www. Bij deze les kun je uitbreidingsles 1 laten aansluiten. Je vindt ze online. Vooraf Neem de zes smiley-woordkaarten uit kernles 1. Zet zes stoelen klaar in een lokaal waar voldoende ruimte is. Leg op elke stoel een smiley-woordkaart. Kopieer de zes groepswerkfiches één keer, zodat je voor elke groep een kopie hebt. Denk erover na hoe je de groepen in de klas wilt laten plaatsnemen. Neem een mooie (ring)map en schrijf er de titel complimentenmap op. Kopieer kopieerblad 7 een aantal keer om de map mee te vullen. Neem een doos en plak er het etiket sorrydoos op. Kopieer kopieerbladen 8 en 9 een aantal keer recto verso en knip de sorrykaartjes uit. Steek de sorrykaartjes in de sorrydoos. Zet de sorrydoos op een goed zichtbare plaats in de klas. Het is de bedoeling dat de leerlingen bij het begin van de les opmerken dat de sorrydoos nieuw is in de klas. 53 Les 5 Ik voel me vandaag zo 37

Lesverloop Inleiding: wat is er veranderd? de sorrydoos Zet vooraf de sorrydoos in de klas. Maak de leerlingen nieuwsgierig. Ze zoeken naar wat er anders is in de klas. Er is iets veranderd in onze klas. Jullie mogen rondsnuffelen om te kijken wat er precies anders is. Ik geef twee tips: Ik heb ergens iets neergezet. Het staat niet verborgen in een kast of het ligt niet in een lade. Maak van de gelegenheid gebruik om ook uitleg te geven bij andere dingen in de klas die de leerlingen nu voor het eerst opmerken. Groepswerk: je inleven in Wanneer de leerlingen de sorrydoos gevonden hebben, gaan jullie er samen rond staan. Laat de doos rondgaan. Bespreek de titel op het etiket en de sorrykaartjes die in de doos zitten. Wat staat er op de doos? etiket sorrydoos Wat zit er in de doos? kaartjes Beschrijf de kaartjes eens. Waarvoor dienen ze, denk je? opschrijven dat je spijt hebt / zeggen dat je het niet meer zal doen Wanneer zeg je sorry? fout gemaakt / iemand pijn gedaan Over welk soort pijn gaat het dan? Pijn zoals je knie die bloedt, of ook andere pijn? de pijn in je hart als je gepest wordt / verdriet als je niet mag meespelen / verdriet als je uitgelachen wordt / teleurgesteld als iemand een geheim van jou verklapt heeft Wat zorgt ervoor dat je het moeilijk of gemakkelijk vindt om sorry te zeggen? niet gemakkelijk om toe te geven dat je fout was / het moet echt gemeend zijn / niet te vlug sorry zeggen want dan is het niet echt Introduceer het groepswerk. Ik ken drie kinderen uit één gezin. Zoals wij allemaal maken zij ook wel eens ruzie en moeten zij ook wel eens sorry zeggen. Ga naar het lokaal waar je de stoelen met de smiley-woordkaarten hebt klaargezet (tenzij je ze in je eigen klas hebt klaargezet). hdl. p. 41 t.e.m. p. 46: kopieerbladen 1 t.e.m. 6 Verdeel de leerlingen in zes groepen. Deel de groepswerkfiches uit. Leg de opdracht uit. Eline en Janne zijn de zusjes van Sebastian. Eline is zeven, Janne is acht en Sebastian is tien jaar oud. Zoals alle broertjes en zusjes spelen ze vaak heel goed samen. Maar ze maken ook wel eens ruzie. Elke groep leest een tekstje. Daarna lossen jullie samen de vragen op. Geef de groepen ongeveer tien minuten om te werken. stoelen met smileywoordkaarten erop Elk groepje komt nu aan bod. Gebruik de volgende werkwijze: 1 Eén leerling leest de situatie voor. 2 Eén leerling is Sebastian, één Eline en één Janne. 3 Kies de stoel met de juiste smiley-woordkaart voor het begin van je verhaaltje. 4 Kies daarna de stoel met de juiste smiley-woordkaart voor het einde van je verhaaltje. 5 Vertel of de oplossing in het verhaal heeft geholpen. 6 Vertel welke oplossing jij zou hebben. Schrijf de werkwijze op het bord of op een flap papier die je mee kunt nemen naar het lokaal waar de stoelen staan. Vat kort samen wat we uit de verhaaltjes kunnen leren. Soms helpt het niet om boos te worden. Door boos te worden los je niets op. Het enige wat er dan gebeurt, is dat je andere mensen pijn doet. Daar krijg je waarschijnlijk spijt van. Dus dat doe je beter niet. 54 38 Ik voel me vandaag zo Les 5