Memo Werkorganisatie van de gemeenten Van : Eric van Maaren (Beleidsadviseur Sociaal Beleid CGM) Aan : Commissie Burger gemeente Cuijk CC : Datum : 10 september 2015 Onderwerp : Her indicaties Pgb en eigen bijdragen begeleiding en ondersteuning Wmo Gelet op recentelijke signalen en vragen over de stand van zaken rond de her indicaties van de persoonsgebonden budgetten (Pgb s) en de systematiek van de eigen bijdragen Wmo, wordt in dit Memo nader op beide onderwerpen ingegaan. A. Her indicaties Pgb houders Directe aanleiding is de mededeling van Staatssecretaris Van Rijn dat alle gemeenten de her indicaties voor Pgb houders uiterlijk 1 oktober 2015 afgerond dienen te hebben. Uit informatie van de Afdeling Werk Inkomen en Zorg (WIZ) is gebleken dat voor de gemeenten Cuijk, Grave en Mill en Sint Hubert de herindicatie van alle Pgb houders per 1 oktober zal zijn afgerond. In de gemeente Cuijk zijn er op dit moment 53 Pgb-houders die een maatwerkvoorziening begeleiding en ondersteuning ontvangen. Dit is overigens een moment opname. De aantallen variëren regelmatig als gevolg van stopzetten zorg, overlijden, verhuizing en keuze voor ZIN. B. Eigen bijdrage Wmo De hoogte van de eigen bijdrage zou in een aantal gevallen niet in verhouding staan tot de omvang van de geleverde zorg. Vooropgesteld moet worden dat het hierbij gaat over de eigen bijdrage die betaald moet worden voor ondersteuning in de vorm van dagbesteding / individuele ondersteuning en begeleiding en kortdurend verblijf (kort gezegd de ondersteuning die voor 1 januari 2015 onder de AWBZ viel). Voor het hanteren van eigen bijdragen gelden de volgende uitgangspunten: Alle gemeenten in de regio Brabant Noord Oost hanteren op dit moment eigen bijdragen In de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015 is vastgelegd dat de gemeente Cuijk gebruikt maakt van de bevoegdheid om eigen bijdragen op te leggen. 1
De gemeente Cuijk volgt (net als de andere gemeenten in de Regio) de maximale grenzen die het rijk heeft gesteld voor de hoogte van de eigen bijdragen (zoals bepaald in het landelijke Uitvoeringsbesluit Wmo 2015) De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van de hoogte van het inkomen en vermogen van de cliënt. De eigen bijdrage kan nooit meer bedragen dan de kostprijs van de maatwerkvoorziening Deze kostprijs bij ondersteuning in natura is de prijs waarvoor de gemeente de voorziening of dienst het ingekocht. Hoogte Eigen bijdrage Wmo 2015 Voor Wmo klanten zijn er 3 factoren die in 2015 kunnen leiden tot een hogere eigen bijdrage 1 Afschaffing WTCG korting Het Rijk heeft de CER (Compensatieregeling Eigen Risico) en de WTCG-korting (Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapten) afgeschaft per 2015. Tot 1 januari 2015 werd op grond van deze regelingen een korting van 33% op de eigen bijdrage bij zorg of ondersteuning toegepast. Nu die korting is weggevallen, betekent dit dat de eigen bijdrage sinds 1 januari 2015 een stuk hoger is dan voorheen, ook als er verder in de situatie van een klant niets gewijzigd is. 2 Andere kostprijs AWBZ en Wmo De AWBZ werkte met vaste (fictieve) tarieven die werden opgegeven aan het CAK. Deze waren beduidend lager dan de werkelijke kostprijs. Voor zorg in natura gold een tarief voor het opgeven van de eigen bijdrage: 14,20 per uur. In de Wmo wordt de werkelijke kostprijs gehanteerd. Hierdoor worden er hogere bedragen opgegeven aan het CAK. Die vervolgens de eigen bijdrage berekend en vaststelt. 3 Financiering via een vast cliëntbedrag Daarnaast is ook de manier van financieren door de gemeente van invloed op de eigen bijdrage. Er worden vanaf 2015 vaste bedragen (per maand) beschikbaar gesteld ten behoeve van de ondersteuning aan een klant. Hierbij wordt aan de klant niet specifiek aangegeven hoeveel uren zorg wordt ingezet. Dit wordt in overleg tussen de zorgaanbieder en de klant nader bepaald. Het vaste (lump sum) bedrag dat aan de zorgaanbieder beschikbaar wordt gesteld, is gebaseerd op een gemiddelde inzet van uren. Dit kan tot gevolg hebben dat klanten die minder zorg ontvangen dan dit gemiddelde een (te) hoge eigen bijdrage moeten betalen. Voor klanten met een laag inkomen (inkomen tot 115% van de bijstandsnorm) is door de CGM gemeenten een regeling getroffen, waardoor zij geheel gecompenseerd worden voor het wegvallen van de WTCG. Voor hen wordt in overleg met het CAK de eigen bijdrage op nihil gesteld. 2
Uitkomst van Regionaal overleg Brabant Noordoost problematiek eigen bijdragen De problematiek rond de eigen bijdragen is op 8 september jl. besproken in het Regionale Beleidsoverleg Brabant Noord Oost. Tijdens dit overleg zijn hierover (ambtelijk) de volgende afspraken gemaakt: Alle gemeenten in de regio Brabant Noordoost inventariseren het aantal concrete gevallen waarbij er een te hoge eigen bijdrage is opgelegd als gevolg van de lump sum financiering. Deze gevallen worden gemeld bij een vaste contactpersoon in Oss. Op deze wijze wordt in kaart om hoeveel gevallen het feitelijk gaat. Aan de hand van deze inventarisatie wordt bepaald of en zo ja welke maatregelen op Regionaal niveau eventueel noodzakelijk zijn om dit knelpunt op te lossen Overigens heeft het CAK onlangs aangegeven dat er sprake is van vertraagde aanlevering van klant- en zorggegevens bij het CAK. De facturen van het CAK voor de eigen bijdragen lopen hierdoor ook vertraging op. Dit kan betekenen dat klanten kunnen worden overvallen door hoge facturen met eigen bijdragen voor meerdere perioden. In overleg met het CAK zal voor de CGM gemeenten door de Afdeling WIZ een brief aan de desbetreffende klanten verzonden worden, waarin zij op de hoogte gesteld worden van een eventuele vertraagde of incomplete factuur. Zo kunnen klanten hier rekening mee houden door een bedrag te reserveren. Het CAK zal ook de zorgaanbieders verzoeken hun klanten te informeren. In het vaste overleg tussen de gezamenlijke gemeenten in Brabant noordoost en de Zorgaanbieders (De Overlegtafel) zal deze problematiek ook met de zorgaanbieders worden besproken. Aan de Zorgaanbieders zal worden gevraagd om mee te denken over mogelijke oplossingen. Voor de korte termijn is afgesproken dat het aan de individuele gemeenten zelf wordt overgelaten op welke manier men de bij die gemeente bekende knelpunten oplost. Door de Afdeling WIZ zal in geval van gesignaleerde knelpunten per individuele casus nader onderzoek worden gedaan. Dit onderzoek omvat onder andere: 1) Overleg met de klant over de hoogte van de eigen bijdrage die betaald wordt 2) Overleg met de zorgaanbieder over de omvang van de zorg die ingezet wordt 3) Onderzoek m.b.t. opbouw van de door de individuele klant te betalen eigen bijdrage 4) Overleg met het CAK over mogelijke bijstelling van de hoogte van de eigen bijdrage 5) Berichtgeving aan de klant m.b.t. herziening van de hoogte van de eigen bijdrage 3
Bijlage: De producten Begeleiding en Ondersteuning in de Wmo In het kader van de inkoop hanteren de gemeenten in Brabant noord oost de volgende vier typen maatwerkvoorzieningen 1. Individuele ondersteuning Onder individuele ondersteuning wordt verstaan: alle professionele activiteiten gericht op het helpen van individuele Cliënten en hun directe omgeving bij het vergroten/behouden van Zelfredzaamheid en/of Participatie tijdens de alledaagse bezigheden. Indien inzet van de omgeving (bijvoorbeeld de mantelzorger, school, vereniging) ook effectief en/of efficiënt is, of de eigen kracht meer bevordert, maakt dit onderdeel uit van het totale Trajectplan. Waakvlam (Tarief = 55 per maand) Laagintensieve ondersteuning bedoeld om de Cliënt te volgen en tijdig problemen te signaleren, meestal na afloop van een intensievere ondersteuningsperiode. Het is bedoeld als een afbouw na een ondersteuningsperiode (nazorg) of als stabilisatie zodat terugval wordt voorkomen. Basis (Tarief = 548,00 per maand) Individuele ondersteuning waarbij het accent ligt op het stabiliseren en/of bevorderen van het zo zelfstandig mogelijk functioneren, het aanleren/behouden van dagstructuur en ritme, het vergroten van zelfredzaamheid en het verlichten van sociaal isolement. Het betreft ondersteuning bij de alledaagse bezigheden en, waar nodig, ondersteuning bij het vergroten van het netwerk en het begeleiden naar activiteiten in de wijk. Ook wordt er gewerkt aan de afbouw van professionele hulp, bijvoorbeeld door het bieden van advies en ondersteuning aan de leefomgeving en/of het (opbouwen van een beter functionerend) sociaal netwerk van Cliënt. Indien nodig hoort hulp bij de persoonlijke verzorging tot de ondersteuning. Extra (Tarief = 807,00 per maand) De omschrijving bij basis is van toepassing met het verschil dat er sprake is van: een multi-problematiek d.w.z. problemen op minimaal vier levensdomeinen waarvoor intensieve individuele ondersteuning in het kader van de Wmo nodig is; en/of de veiligheid van Cliënt of zijn omgeving is in het geding en hiervoor geen voorliggende voorziening beschikbaar is. Onder Cliëntveiligheid wordt verstaan afwezigheid van onaanvaardbare risico s voor de Cliënt op lichamelijke en/of psychische en/of sociale schade. 4
2. Gespecialiseerde Dagbesteding Alle professionele activiteiten die gericht zijn op het hebben van een zinvolle dagbesteding buitenshuis (individueel of in groepsverband). Het gaat om concrete dagactiviteiten. De ondersteuning tijdens de dagbesteding is gericht op het bevorderen en/of behouden van de Zelfredzaamheid en Participatie van Cliënt en/of zijn directe omgeving, en waar probleem-specifieke deskundigheid noodzakelijk is. Het gaat bij gespecialiseerde dagbesteding om activiteiten waarbij ondersteuning voor Cliënten met een sterk verminderde zelfregie als gevolg van psychiatrische, psychogeriatrische, verstandelijke, lichamelijke en/of somatische beperkingen, nodig is. Basis (Tarief = 623,00 per maand) Dagbesteding met ondersteuning gericht op het stabiliseren en/of bevorderen van het zo zelfstandig mogelijk functioneren, het voorkomen van verergering van klachten en het leren omgaan met beperkingen. De dagbesteding ziet op het aanleren/behouden van dagstructuur en ritme en het vergroten van Zelfredzaamheid. De ondersteuning wordt indien nodig aangevuld met assistentie bij persoonlijke zorg. De ondersteuning kan gericht zijn op het versterken van de mantelzorger en de (nieuwe) omgeving in de omgang met de Cliënt om, waar mogelijk, te komen tot een zinvolle dagbesteding en afbouw van professionele hulp. Extra (Tarief = 1.187,00 per maand) Hiervoor geldt dezelfde omschrijving als bij dagbesteding basis met dien verstande dat er sprake is van intensieve ondersteuning. Er is sprake van intensieve ondersteuning indien Cliënt meer individuele, ondersteuning en/of toezicht nodig heeft bij de dagbesteding. 3. Kortdurend Verblijf Onder kortdurend verblijf wordt verstaan: kortdurend verblijf gedurende de week en vakanties voor Burgers die probleem-specifieke begeleiding nodig hebben. Het doel is om de taak van mantelzorgers te verlichten en het mogelijk te maken om langer in de eigen thuissituatie te blijven wonen. Kortdurend verblijf basis (zonder begeleiding) Kortdurend verblijf extra (met begeleiding) (Tarief = 237,50 per maand) (Tarief = 584,50 per maand0 4. Beschermd wonen Uitvoering hiervan is wettelijk opgedragen aan d centrumgemeente Oss. 5