Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 1



Vergelijkbare documenten
Mijn kind heeft een LVB

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Cursusgids 2016 Den Helder & Schagen

Thema-avond : Omgaan met lastig gedrag

Omgaan met Gedragsproblemen

Gedrag en leren van kinderen met psychiatrische problemen en/of gedragsstoornissen. Jan Bijstra (RENN4) Henderien Steenbeek (RUG)

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Jeugdtrainer: de spil van een vereniging. Over welke kwaliteiten dient de. jeugdtrainer dan te beschikken? Zaterdag 14 januari 2017

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen!

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Plezier, de basis voor prestatie

Als opvoeden even lastig is

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Deel 12/12. Ontdek die ene aanpak waarmee je al je problemen oplost

Kennis en aanpak van ouders met een verstandelijke en/of psychiatrische beperking. Esther Glas & Sandra Segers 10 November 2016

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Waar hebben we het over? Workshop tennisouders Hoe spreek ik ouders aan op hun gedrag? Doelen. 18 December Programma.

1 e BAG conferentie. Wim Claasen Pedagogisch handelen: voorkomen en ondervangen

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Waar een wil is, is een Weg!

euzedossier ouderparticipatie keuzedossier vmbo osb in de onderbouw theoretische leerweg

Lastige Gevallen OMGAAN MET PSYCHISCHE STOORNISSEN IN HET JEUGDWERK

Programma Tienerclub. Tienerclub Blok 1 & 5: Adventure 4 Kids Op avontuur met jezelf

Module TA 3 Strooks Het belang van bekrachtiging van het goede bij het werken met mensen.

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

ADHD. en kinderen (6-12 jaar)

Sportweetje. Het Katwijkse. sportieve toekomst! naar een. Nieuws, trends en tips voor een gezond en sportief verenigingsleven

ADHD en lessen sociale competentie

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

Informatie voor ouders

Socialisatie & Seksualiteit

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Copyright Marlou en Anja Alle rechten voorbehouden Opeenrijtje.com 3.0 [2]

Betrokken bij Buiten. Het puberbrein als basis. Welkom. 4 februari 2016 Anniek Verhagen anniek.verhagen@xs4all.nl

Inhoud Pesten op de (voetbal)club... 3 De trainer... 3 De verenigen... 3 Wat is pesten?... 3 Het SOVA-model... 3 Het SOVA-model... 4 Eerste fase...

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

ER IS MEER TE WINNEN N B B 7 S E P T E M B E R, J A N P O E L S

Interessen: Wat vind ik leuk?

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Leerlijn Omgaan met ongewenst gedrag. Workshop 3: Gedragsstoornissen & aanpakken volgens oa Gordonmethode

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Pesten. KSK Tongeren Op het Klein Veldje 1, B-3700 Tongeren Tel.: 012/

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

STOP 4-7 programma. Samen sterker Terug. Pad

EN ALS HIJ KAN LEZEN, STUUR IK M NAAR DE CHINESE LES.

Vragenlijst multiproblematiek I

Het gedragmodel. 1. Inleiding

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

Autisme Spectrum Stoornissen

Welkom Boek. Deel 2; Pedagogisch beleid. Welkom-Kind Z.O. Friesland Willinge Prinsstraat PE Oldeberkoop

Vragenlijst: Wat vind jij van je

Omgaan & Trainen met je hond Door: Jan van den Brand. (3 e druk) 2015, Jan van den Brand adviescentrum.nl

Leerlijn Omgaan met ongewenst gedrag Workshop 1: HGW, gedrag kennen en zien

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Omgaan met mensen met een licht verstandelijke beperking. Voor verwijzers

Tekst lezen en vragen stellen

Autisme in je vrije tijd

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

In gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en

Wat heeft dit kind nodig?

SPORT- EN BEWEEGCONGRES VERENIGINGEN

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Peuters: lief maar ook wel eens lastig

PESTPROTOCOL CBS De Borgh

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

WORKSHOP JONGEREN MOTIVEREN

Peuters. Lief maar ook wel eens lastig

De Drakendokter: Gideon

De opvoedingsdriehoek. Ann Li Thuisbegeleider bij Feniks

Weerbaarheidstraining voor iedereen. Weerbaar met Accres. Accres.nl/weerbaarheid

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Sport. Omdat een andere blik je leven verrijkt

Ouderavond Bataafs Lyceum 4H/V. Executieve vaardigheden. Welkom! Nancy Lussing

WAT IS ADHD kort gezegd

Gedragsexpert. Doelgroep

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Leerlijn Omgaan met ongewenst gedrag Workshop 4: Oplossingsgerichte gesprekken voeren, Aandachtsemmers vullen in jouw klas

Wat helpt leerlingen met autisme?

Inhoudsopgave. Inleiding. Als je een peuter en tussen 3 en 5 jaar bent. Als je een kleuter en tussen 6 en 8 jaar bent

1. Waarom? excellentie. we het over?? 1. Waarom. excellentie talenten optimaal ontwikkelen is

Hoe maak ik mijn kind weerbaar? Saskia de Ridder, MSc Kinder-& Jeugdpsycholoog

Hoe Yulius jongeren met autisme kan helpen

SIPP persoonlijkheidsvragenlijst

Luisteren en samenvatten

Bevriend met Bram of met een autist

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

ABC - Ambulant Behandelcentrum

SPECIAAL ONDERWIJS TALENTEN CAMPUS VENLO GELUKT! ELK TALENT TELT! EEN INKIJK BIJ

Ouderavond O.R.S. Lek en Linge over Mindset 7 december 2015 te Culemborg Door: Bart Heuvingh

Transcriptie:

Op de voetbalvereniging Reader voor voetbaltrainers met betrekking tot gedragsproblemen- en gedragsstoornissen in en rond het voetbalveld. Janieck Spithoff, 2014 Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 1

Inhoudsopgave Inleiding... 3 Een gedragsprobleem of een gedragsstoornis... 4 Gedragsprobleem :... 4 Gedragsstoornis :... 5 Welke gedragsstoornissen komen we vaak tegen?... 5 ODD... 5 CD... 6 ADHD... 6 ASS... 7 Hoe ontstaat een gedragsstoornis of een gedragsprobleem?. 8 Hoe nu verder?... 8 Positieve en actieve houding van de trainer... 10 Structuur, uitdaging en eigen verantwoordelijkheid... 11 Effectieve instructie... 11 Specifieke aanpak gedrachtsstoornis... 13 ODD/CD... 13 A(D)(H)D... 14 ASS... 15 Tot slot... 16 Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 2

Inleiding Op de voetbalverenigingen lopen we vaak tegen dit probleem aan. Er worden kinderen ingeschreven als lid en achteraf gezien blijkt het kind voor veel problemen te zorgen in en rond het voetbalveld. Voor de club en de trainers vervelend, maar vaak nog vervelender voor het desbetreffende kind zelf en hun teamgenoten. Deze kinderen zitten vaak op speciale scholen waar ze de juiste begeleiding krijgen voor hun gedragsproblemen- en stoornissen. Leraren worden speciaal geschoold om op een juiste manier met deze problemen om te gaan. Op de voetbalvereniging is dit anders. Veel trainers lopen tegen het probleem aan dat ze niet precies weten hoe er nou met deze kinderen moet worden omgegaan. Logisch, aangezien een groot deel van de vereniging bestaat uit vrijwilligers die hier niet voor geschoold zijn. Ik zelf loop nu twee jaar stage in het speciaal onderwijs en uit eigen onderzoek blijkt dat veel kinderen met gedragsproblemen- en gedragsstoornissen snel afhaken bij de vereniging. Een grote stap zou zijn op trainers cursussen aan te bieden met betrekking tot kinderen met gedragsproblemen- en gedragsstoornissen. Zo ver is het overal helaas nog niet. Toch denk ik dat we met iets meer kennis over deze kinderen al een stapje in de goede richting kunnen zetten. Met deze reader wil ik trainers van de voetbalvereniging handvatten bieden, die gebruikt kunnen worden in de omgang met deze speciale kinderen. Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 3

Een gedragsprobleem of een gedragsstoornis In de afgelopen jaren worden trainers op de voetbalvereniging regelmatig geconfronteerd met kinderen die als lastig worden ervaren omdat ze moeilijk zijn in de omgang met anderen en regelmatig gedragsproblemen vertonen. Hierdoor ontstaat vaak ruzie omdat de ander niet weet hoe hij de gedragsproblemen van het lastige kind het beste kan aanpakken of voorkomen. Deze kinderen vertonen gedragsproblemen of lijden aan een gedragsstoornis. Maar wat betekent dit nou precies? Gedragsprobleem : Een gedragsprobleem is een probleem dat wij ervaren als storend. Voorbeelden van gedragsproblemen zijn driftbuien, woedeaanvallen, agressief gedrag, pesten en grof taalgebruik. Het is niet iets wat aangeboren is, maar iets dat is ontstaan door invloeden van buitenaf. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan zijn door een vervelende thuissituatie of gebeurtenissen op school. We onderscheiden twee soorten gedragsproblemen. Namelijk externaliserende gedragsproblemen en internaliserende gedragsproblemen. Een kind met externaliserende gedragsproblemen vertoont gedrag wat anderen als storend ervaren. Een kind met internaliserende gedragsproblemen vertoont gedrag waar aan het kind vooral zelf lijdt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om depressiviteit of angst. Op de voetbalvereniging hebben wij vooral te maken met kinderen die externaliserende gedragsproblemen vertonen. Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 4

Gedragsstoornis : Een gedragsstoornis is ernstiger dan een gedragsprobleem. In tegenstelling tot een gedragsprobleem is een kind met een gedragsstoornis geboren. De stoornis zit in het lichaam en is met de geboorte in de genen meegekregen. Voor het kind met een gedragsstoornis wordt vaak meer begrip getoont dan voor een kind die gedrachtsproblematiek laat zien. Het kind heeft immers beperkte mogelijkheden om zijn of haar gedrag in de hand te houden. Een bijkomend probleem is dat kinderen die een gedragsstoornis hebben vaak ook te maken hebben met bijkomende gedragsproblemen, omdat zij door hun moeilijke gedrag het gedrag van bijvoorbeeld leraren, trainers en opvoeders op een negatieve manier beinvloeden, waardoor deze weer op een negatieve manier reageren op het al moeilijke kind. Hierdoor belanden we in een visieuze cirkel. Kinderen kunnen aan verschillende gedragsstoornissen lijden. Deze gedragsstoornissen kunnen zowel in milde als in zware varianten voorkomen. Gedragsstoornissen waar we op de voetbalvelden vaak mee te maken hebben zijn : ODD, CD, ADHD en stoornissen in het autistisch spectrum. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat jongens vaker externaliserend probleemgedrag vertonen terwijl meisjes vaker internaliserende probleemgedrag voor komt. Welke gedragsstoornissen komen we vaak tegen? ODD ODD is een psychiatrische aandoening die hoort bij de ontwikkelingsstoornissen. Kinderen met ODD zijn moeilijk in de opvoeding, ongehoorzaam, maken vaak ruzie, zijn driftig en houden zich vaak niet aan de regels. Geweldadig gedrag is vaak niet van toepassing. Kinderen met ODD hebben vaak problemen in de Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 5

sociale omgang. ODD ers hebben vaak problemen met de omgang met volwassenen en kunnen slecht tegen autoritair gedrag. Ongeveer 3.2% van alle kinderen lijdt aan deze stoornis. ODD komt vaak voor in combinatie met ADHD. Patrick speelt in de B1 en heeft enorm veel voetbaltalent. Op de trainingen zorgt Patrick vaak voor problemen. Wanneer iets niet loopt volgens zijn plan kan Patrick erg agressief reageren naar zijn teamgenootjes. Ook aan de trainer heeft Patrick een hekel, die trainer die alles beter weet. Nee, daar moet Patrick niks van hebben. Patrick lijdt aan ODD. CD Net zoals ODD valt CD onder de ontwikkelingsstoornissen. Kinderen met CD vertonen onacceptabel gedrag en kunnen soms erg agressief zijn naar anderen toe. Vaak zijn deze kinderen erg op zichzelf gericht en gaan ze niet veel om met leeftijdsgenoten. Wanneer ze wel in een groep zijn, bijvoorbeeld in een voetbalteam, dan vinden ze vaak dat voor hun andere regels gelden. Hun contacten zijn er meestal op gericht om persoonlijk voordeel uit te halen en hebben meestal geen goed inlevingsvermogen. CD komt voor bij 2% van alle kinderen. Net zoals ODD komt CD vaak voor in combinatie met een andere gedragsstoornis. Klaas is keeper in de C-Junioren. Klaas komt vaak alleen naar de training, vrienden heeft hij niet zoveel. Tenminste, niet op de voetbalvereniging. Klaas vertoont vaak agressief gedrag en heeft het raam van de kantine al eens kapotgemaakt. Klaas lijdt aan CD. ADHD De afkorting ADHD staat voor Attention Deficit/hyperactivity Disorder. (aandachtstekort stoornis met hyperactiviteit). Kinderen die lijden aan deze stoornissen hebben vaak moeite met hun Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 6

concentratie, ze vinden het moeilijk om hun aandacht bij een bepaalde taak te houden en laten zich snel afleiden door bepaalde prikkels. Dit zijn vaak te kinderen die als eerste afhaken tijdens de uitleg van een bepaalde trainingsvorm of degene die alweer zijn voetbalshirtje is vergeten. Kinderen met ADHD kunnen moeilijk stilzitten en voelen grote onrust van binnen, stilzitten kost voor hun enorm veel energie. Ook zijn deze kinderen vaak impulsief. Ze doen iets voordat ze er over nagedacht hebben en hebben hier vaak later weer spijt van. Een kind kan ook lijden aan ADD, dan vertoont het kind de zelfde symphtonen enkel dan zonder de hyperactiviteit. Roeland speelt in de C-Junioren, hij is een enthousiaste jongen en vertoont nooit grote problemen binnen de groep. Tijdens de uitleg droomt Roeland vaak weg en tijdens de oefenvorm weet hij niet wat er moet gebeuren. Hoe kan het dat Roeland telkens zijn sporttas vergeet voordat hij naar trainen gaat? Wat is er toch toch met dit kind? Zou hij ADD hebben? ASS ASS staat voor Autistisch Spectrum Stoornissen. Ongeveer bij 1 procent van alle kinderen en volwassenen is er sprake van ASS. Onder ASS vallen verschillende stoornissen, bijvoorbeeld Klassiek Autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS. Kinderen die lijden aan ASS hebben moeite met het sociale begrip en intuïtie en dit maakt deze kinderen vaak onzeker en angstig. Kinderen met ASS zijn vaak erg onzeker en vinden het moeilijk om vriendjes te maken. Je ziet kinderen met ASS dus ook vaak alleen. Bij contact wordt soms het oogcontact vermeden of soms wordt er helemaal niet gepraat. Het kan zou zijn dat een kind met ASS wat gezegd wordt heel letterlijk neemt. Ook komt het voor dat deze kinderen anderen precies napraten. Een kind dat lijdt aan ASS kan erg in de war raken als het plots voor een verandering komt te staan. Laurens voetbalt in de D-pupillen. Een half uur voordat de training is begonnen staat Laurens al op het veld. Hij oefent dan trucjes die hij Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 7

op televisie heeft gezien. Laurens is super technisch en kan hier wel uren mee oefenen als het moet. Laatst speelden we een wedstrijd tegen een team met de zelfde kleur shirts als ons, hierdoor moesten wij in onze reserve shirts voetballen. Deze verandering was voor Laurens te veel, hij bleef in de kleedkamer achter. Laurens lijdt aan ASS. Hoe ontstaat een gedragsstoornis of een gedragsprobleem? Gedragsproblemen en gedragsstoornissen komen voort uit een combinatie van genetische kwetsbaarheid en een reactie op de omgeving en in het bijzonder de thuissituatie. Genetische kwetsbaarheid wil zeggen dat iemand door zijn genetische aanleg een groter risico loopt om een bepaald probleem te ontwikkelen of sneller geneigd is bepaald gedrag te vertonen. Iemand die genetisch kwetsbaar is, ontwikkeld niet altijd een stoornis, alleen de kans dat het gebeurd is een stuk groter. Hoe dit tot uiting komt, hangt af van wat iemand mee maakt in zijn leven en welke handvaten hij of zij krijgt aangeboden om met moeilijke situaties om te gaan. In sommige gevallen is de genetische aanleg zo groot dat de stoornis in bijna alle gevallen uit uiting zal komen, ongeacht in wat voor situatie het kind opgroeid. Bij andere gedragsstoornissen (en lichtere gedragsproblemen) is de omgeving waar in het kind opgroeid juist weer heel bepalend. Kortom, de ontwikkelings- of gedrachtsprobleem is altijd een uitkomst van een combinatie van genetische aanleg van het kind, de thuisomgeving en andere factoren. Hoe nu verder? We weten nu dat er op de verenigingen kinderen rondlopen met bepaalde gedragsproblemen en gedragsstoornissen en dat deze kinderen op een bepaalde manier voor overlast (kunnen) zorgen. Ook weten we nu wat meer over bepaalde stoornissen en welke Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 8

kenmerken hier bij horen. Maar hoe nu verder? Ieder kind heeft een gebruiksaanwijzing. Net zoals jij en ik. Ieder mens heeft zijn beperkingen, alleen zijn deze bij kinderen waaraan het kaartje gedragsstoornis wordt gehangen wat groter dan gemiddeld en zorgen dus voor meer problemen. Het is daarom belangrijk om te weten hoe je nou met een bepaald soort kind om gaat en dit is best een lastige situatie. Je kan namelijk geen stempel drukken, zo Pietje heeft ADHD en moet op deze manier behandeld worden. Nee, niet iedereen die ADHD heeft moet op een zelfde manier behandeld worden. Dit is een kwestie van aanvoelen en proberen wat voor welke persoon werkt. Wel zijn er richtlijnen en handvatten die je kunnen helpen in de omgang met deze kinderen. De informatie die ik jullie nu ga geven zijn afkomstig uit bestaande bronnen en mijn eigen ervaringen met kinderen met gedragsproblemen en gedragsstoornissen. Na twee jaren stagelopen in het bewegingsonderwijs op het VMBO, Havo en het VWO, waar ik zelden te maken kreeg met leerlingen met ernstige gedragsproblemen en gedragsstoornissen kwam ik terecht in het cluster 3 onderwijs. Cluster 3 onderwijs is onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen. Ik kwam binnen met het gevoel dat ik alles al had meegemaakt en dat ik de hele wereld aan kon, maar na mijn eerste gymlessen werd ik letterlijk met mijn neus op de feiten gedrukt. Op het cluster 3 onderwijs kreeg ik te maken met kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking en leerlingen die langdurig ziek zijn. Hierna ben ik terecht gekomen in het praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen voor wie het behalen van een VMBO diploma te hoog gegrepen is, door een laag IQ en dit vaak in combinatie met ernstige gedragsproblemen en gedragsstoornissen. Dit zijn natuurlijk heel andere situaties dan het voetbalveld. Waarbij je in het voetbalteam misschien 1 of 2 leerlingen met (ernistige) problematiek terug vind, kwam ik terecht in een gymzaal waarbij een groot gedeelte van de leerlingen (verschillende) gedragsproblemen of gedragsstoornissen laten zien. Er zijn twee dingen die dan echt belangrijk zijn. 1. Je hebt een ijzeren geduld nodig en 2. Je moet stevig in je schoenen staan en niet bang zijn om op je bek te gaan. Vooral dat eerste is erg Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 9

belangrijk. De kinderen hebben tijd nodig om te wennen aan jou als persoon en aan je aanpak. Positieve en actieve houding van de trainer De ontwikkeling van een kind is altijd het resultaat van interacties tussen het kind, de thuissituatie als de leeromgeving (voetbalveld). Wat betekent dit voor het handelen, het omgaan en het aanpakken van gedragsproblemen? Wat belangrijk is, is dat de aandacht nooit alleen naar het kind uitgaat. Er moet ook aandacht zijn voor de omgeving en hoe daarbinnen het probleem ontstaat en voortbestaat. Bepaalde patronen kunnen het probleem in stand houden en zelfs versterken. Ook is het belangrijk dat de aanpak van het kind zoveel mogelijk op elkaar is afgestemd, het kind heeft immers behoefte aan structuur. Dit betekent dat alle partijen bij de aanpak worden betrokken, de ouders, het kind zelf en zijn teamgenoten. De opvoeding en omgang van kinderen met gedragsproblemen en gedragsstoornissen verschilt niet veel van de opvoeding met een gewoon kind. Je dient bewust, krachtig, consequent en planmatig te zijn om het kind te helpen om zijn of haar gedrag te vervangen door ander en gewenst gedrag. Hierbij is extra aandacht, structuur, steun en bemoediging nodig. Het kind dient zich veilig en geaccepteerd te voelen door de trainer en zijn teamgenoten. Het is zeer belangrijk om goed in kaart te brengen wat de beperkingen van dit kind zijn en deze beperkingen ook te accepteren. Daarnaast is het belangrijk om dit ook bespreekbaar te maken in de groep, iedereen dient namelijk zijn steentje bij te dragen. Je moet dit niet zien als een vernedering van het kind, het Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 10

kind weet immers best wat hem mankeert. Tegelijkertijd is het van groot belang om de positieve eigenschappen en de talenten van dit kind te zien en deze ook te benoemen en te vertrouwen op zijn mogelijkheden de problematiek te veranderen. Te veel aandacht voor oorzaken en minder beïnvloedbare achtergrondfactoren werkt belemmerend. 69 Lieshout, 2009; Wolf & Beukering, 2009. Structuur, uitdaging en eigen verantwoordelijkheid Kinderen met gedragsproblemen hebben over het algemeen een tekort aan eigen structurerend, probleemoplossend vermogen. De basisaanpak bestaat daarom uit het bieden van zo veel mogelijk structuur, door regels en grenzen te stellen. Op deze manier maak je de omgeving voor deze kinderen veiliger, overzichtelijker en beter voorspelbaar. Daarnaast kan het heel goed werken om uitdaging en ruimte bieden, zodat het kind zijn eigen mogelijkheden kan ontdekken en benutten. Probeer daarnaast veel aandacht te besteden aan het verleggen van grenzen. Kinderen moeten ontmoedigd worden om te blijven hangen in afhankelijkheid ( ik kan het toch niet of de schuld geven aan anderen). Onderwijsraad, februari 2010 Effectieve instructie Kenmerken van effectieve instructie Zoals gezegd is helder gestructureerd instructie voor leerlingen met gedragsproblemen onontbeerlijk. Scheerens (2007) heeft op basis van een groot aantal studies analyses uitgevoerd om zo de meest effectieve instructiemethoden te achterhalen. Afgemeten aan leerprestaties blijken de volgende aanpakken van leraren het meest effectief te zijn : Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 11

hoge verwachtingen over het leren van leerlingen een cognitief uitdagende aanpak een ordelijke, positief en ondersteunende leeromgeving een heldere en gestructureerde manier van training geven een activerende trainingsaanpak 108 Hermanns, 2009. De school en leerlingen met gedragsproblemen 53 Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 12

Specifieke aanpak gedrachtsstoornis ODD/CD Beloon positief gedrag en geef opbouwende kritiek, postitieve feedback. Het geven van straf bevestigd het beeld dat de leerling al heeft en dus gewend is. Werk vanuit een duidelijk pedagogisch didactische structuur Laat het kind gedragsalternatieven zien die hij of zij in de voorkomende situatie kan gebruiken Er is meestal sprake van een lage frustratietolerantie. Werk met korte, helder geformuleerde opdrachten, die succeservaring bieden. Hierdoor wordt het zelfvertrouwen vergroot en een positief zelfbeeld versterkt. Maak afspraken met thuis over de aanpak van het gedrag, dit geef helderheid en duidelijkheid voor de leerling. Werk aan het inzicht van de leerling over wat zijn gedrag anderen teweegbrengt. Stel duidelijke grenzen aan het gedrag. Leerlingen met een specifieke hulpvraag Pyt Nauta, Marinus Giesing Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 13

A(D)(H)D Probeer de opdracht in kleine stukjes op te delen. Wanneer een ADHD er veel informatie tegelijk moet verwerken, raakt hij uit zijn concentratie. Breng informatie stapsgewijs Maak duidelijk wat de consequenties van zijn of haar gedrag is. Zowel die van gewenst gedrag als ongewenst gedrag. Zorg dat het kind een tijdsschema heeft voor de trainingen en wedstrijden. Kondig wijzigingen in routine op tijd aan. Maak duidelijke afspraken en hanteer deze consequent. Wees positief, zeg liever wat je wel wilt, dan wat je niet wilt. Beloon het kind regelmatig, het kind krijgt meestal de hele dag te horen wat hij niet goed doet en hebben waardering nodig voor wat ze wel goed doen. Zorg voor een plaats op het veld, kleedkamer, kantine etc. voor een plek met zo weinig mogelijk afleiding. Laat het kind desnoods apart van de groep omkleden wanneer hij in de kleedkamer voor problemen zorgt. Leerlingen met een specifieke hulpvraag Pyt Nauta, Marinus Giesing Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 14

ASS Hanteer structuur, veiligheid en voorspelbaarheid. Breng structuur aan in ruimte; spullen hebben een vaste plaats; een bepaalde oefening is gekoppeld aan een bepaalde ruimte. Deel een activiteit op in kleine stappen. Wees concequent in het uitvoeren van afspraken. Maak veranderingen in het vaste patroon van te voren kenbaar. Doe dingen voor. Pas je taalgebruik aan, hanteer concrete, letterlijke en eenvoudige begrippen. Motiveer het kind steeds weer opnieuw: een enthousiast uitgevoerde opdracht biedt namelijk geen garantie dat het kind verder gaat. Betrek het kind ook bij activiteiten zoals het klaarzetten en het opruimen van de materialen. Wees attent op het mogelijke pestgedrag van anderen en grijp zo snel mogelijk in. Beloon het gewenste gedrag Leerlingen met een specifieke hulpvraag Pyt Nauta, Marinus Giesing Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 15

Tot slot Gedragsproblemen en gedragstoornissen komen vaak voor. Op de vereniging hebben we vaak te maken met kinderen die opgewenst gedrag vertonen. We zijn snel geneigd om het probleem bij het kind neer te leggen en eerlijk is eerlijk, soms zijn we deze kinderen liever kwijt dan rijk. Toch is het voor deze kinderen belangrijk dat ze kunnen sporten om fit te blijven en zo deel te nemen aan onze sportmaatschappij. In eerste instantie is de vereniging niet verantwoordelijk voor de opvoeding van het kind maar naar mijn mening hebben we daar als trainer ook een (kleine) taak in. Soms kun je met een paar kleine aanpassingen al veel van deze gedragsproblemen voorkomen en kunnen deze kinderen vaak moeiteloos meekomen met de rest. Deze reader biedt je handvaten om op terug te vallen wanneer het even niet lukt. Belangrijk om te onthouden is dat ieder kind een andere aanpak nodig heeft, geen enkel kind is namelijk het zelfde. Kijk wat werk en wat niet werk en heb vertrouwen in je eigen manier van aanpak, maar wees hierin flexibel. Heb vertrouwen in het kind en heb er vertrouwen in dat jij met jou aanpak het kind op een positieve wijze kunt veranderen. Gedragsproblemen- en gedragsstoornissen bladzijde 16