MiBlock gebruikershandleiding MiBlock gebruikshandleiding Manage all things moving MiBlock-UM-1
Product beschrijving De MiBlock startonderbreker voorziet in een betrouwbare bescherming van het voertuig door automatisch twee elektrische circuits van het voertuig te onderbreken (bobine, brandstofpomp, brandstofinjectie of de ontsteking), waardoor ongeautoriseerd starten wordt voorkomen. De MiBlock maakt gebruik van contactloze transponders (in de vorm van een creditcard of een sleutelhanger) om het systeem te ontgrendelen. U hoeft slechts de transponder in de buurt van de reader die achter het dashboard is gemonteerd, te houden. De locatie van de reader wordt aangegeven door een sticker, daarnaast is er een rode LED om de status van de startonderbreker weer te geven. De MiBlock kan gekoppeld worden aan het Mi50 voertuigvolgsysteem, voor automatische detectie van GSM-jamming. Voor u als gebruiker zijn de volgende zaken belangrijk te kennen: - Transponders (card of sleutelhanger) waarmee u de MiBlock kunt ontgrendelen; - Rode LED die de status van de onderbreker weergeeft; - Sticker die aangeeft waar de readerantenne zich bevindt, waar u de transponder voor moet houden Onder deze sticker is uw MiBlock antenne geïnstalleerd Vul hier uw pincode in Bij handmatig ingestelde blokkering of jamming dient u hier uw pas te scannen om te kunnen starten. Verwijder deze sticker na het lezen. www.technocon.com Lees de code eenmalig uit en schrijf hem hier op. Gebruik de meegeleverde gebruikshandleiding voor het uitlezen van de code. Bijgeleverde pas met uw pincode Sticker die aangeeft waar de transponder bevestigd is. Transponderpas Werking Nadat de motor is uitgeschakeld wordt de startonderbreker na 50 seconden automatisch geactiveerd. Zodra de startonderbreker is geactiveerd is de LED aan het knipperen en zijn de specifieke systemen van het elektrische circuit van het voertuig onderbroken. Hierdoor kan het voertuig niet gestart worden. Door de transponder in de buurt van de reader te houden wordt de MiBlock startonderbreker weer gedeactiveerd. Na het deactiveren heeft u 50 seconden om het voertuig weer te starten. Indien dat niet is gebeurd, zal de MiBlock weer geactiveerd worden. Als de transponder in de buurt blijft van de reader, zal de MiBlock niet continu gedeactiveerd blijven: nadat de motor is uitgezet zal de startonderbreker worden geactiveerd en moet de transponder eerst bij de reader weggehaald worden voordat deze weer gebruikt kan worden om de MiBlock te deactiveren. Als de MiBlock wordt gebruikt in combinatie met de Mi50, zal de startonderbreker ook geactiveerd worden nadat er GSM jamming gedetecteerd is (bij autodiefstallen wordt er vaak gebruik gemaakt van jamming om te voorkomen dat het voertuig gevolgd kan worden). Na jamming zal de transponder nodig zijn om het voertuig te starten. Als er geen jamming heeft plaats gevonden is het ook niet nodig om de MiBlock te deactiveren door middel van de transponder. Indien de transponder is verloren of als er een technisch probleem is met de reader, kan de gebruiker de startonderbreker deactiveren door middel van een noodprocedure. Door middel van het gebruik van de contactsleutel en de led kan er een 5 cijferige PIN code ingevoerd worden. Hoe dit werkt wordt hier onder uitgelegd. Door middel van de inleer-procedure kunnen er tot maximaal 25 transponders aan een startonderbreker gekoppeld worden.
Extra functionaliteit met Mi50 koppeling (TT04) Als uw MiBlock gekoppeld is aan een Mi50 voertuigvolgsysteem, biedt dat extra mogelijkheden: - Onder normale omstandigheden hoeft u geen transponder te gebruiken om te kunnen starten; - Na detectie van GSM-jamming blijft de MiBlock blokkeren totdat u een transponder toont of de blokkering door de alarmcentrale op afstand laat opheffen; - Als u de MiApp installeert op uw tablet of smartphone (IOS of Android) kunt u op afstand de status van de MiBlock bekijken en indien gewenst handmatig inschakelen, bijvoorbeeld als u parkeert op een diefstalgevoelige locatie. Ook kunt u op basis van een weekkalender perioden instellen waarin de MiBlock blokkeert en u een transponder moet tonen om te kunnen starten. Bovenstaande mogelijkheden zijn afhankelijk van diensten die u kunt afnemen via het Moving Intelligence platform. Wat te doen bij diefstal Er kunnen zich twee situatie voordoen: - De alarmcentrale neemt contact met u op om te verifiëren of de alarmmelding van de Mi50 geoorloofd is of niet. Dit kan het geval zijn als de alarmcentrale bemerkt dat uw voertuig wordt verplaatst zonder dat het motorcontact is ingeschakeld. - U contsateert zelf of uw voertuig is ontvreemd. U kunt in dit geval bellen met onze alarmcentrale op het telefoonnummer +31 (0) 88 23 45 600. WIj raden u aan dit telefoonnummer in uw telefoon op te slaan. Bij het activeren van uw beveiligingsdienstverlening heeft u een persoonlijke code aangemaakt ter identificatie. De alarmcentrale zal in geval van contact vragen naar uw persoonlijke code. Nodeloze alarmmeldingen Om het terugvindpercentage van gestolen voertuigen zo hoog mogelijk te houden is betrouwbaarheid van de alarmmeldingen van groot belang. Het aantal nodeloze alarmmeldingen dient dan ook minimaal te blijven. Ter voorkoming van nodeloze alarmmeldingen verzoeken wij u om contact op te nemen met Technocon op + 31 (0) 88 99 00 000 in geval van: - Uitvoeren van service aan uw voertuig; - Vervoer van uw voertuig in geval van pech of wanneer uw voertuig per trein of boot wordt vervoerd; - Langdurige stilstand (langer dan twee maanden) Inleer-procedure Als een transponder verloren is, of als er een extra transponder gewenst is, dan is het nodig om deze transponder door middel van de inleer-procedure aan de startonderbreker gekoppeld wordt. Hiervoor moeten de volgende stappen gevolgd worden. Het is aan te raden om de stappen eerst goed door te nemen en ze daarna uit te voeren: 1. 2. 3. 4. 5. Zorg ervoor dat alle transponders, zowel de oude als de nieuwe, die aan de startonderbreker gekoppeld moeten worden in de buurt zijn. Deactiveer de startonderbreker met een transponder en haal deze weer weg van de reader. De LED stopt met knipperen. Draai het contact van het voertuig aan. Houd binnen 10 seconden de originele transponder bij de reader. Houd de transponder bij de reader en zet het contact uit. De LED zal continu gaan branden.
6. 7. 8. 9. 10. Haal de transponder bij de reader weg. Controleer of de LED continu brandt. Dit is een indicatie dat de inleer-procedure is gestart. Houd binnen 10 seconden nadat de LED is gaan branden een nieuwe transponder bij de reader, gevolgd door alle oude transponders die actief moeten blijven. Nadat een transponder is ingeleerd zal de LED kort uitgaan. Als er 10 seconden zijn verstreken nadat de laatste transponder is ingeleerd, zal de startonderbreker stoppen met de inleer-procedure en de PIN code weergeven via de LED. Als er geen nieuwe transponder is ingeleerd zal de oude PIN code weergegeven worden. LET OP: Als er één of meer transponders zijn ingeleerd, dan kan het zijn dat de PIN code is gewijzigd. Het is daarom van belang om de PIN code altijd uit te lezen en op te schrijven. (hieronder wordt weergegeven hoe u de PIN code kunt uitlezen). Controleer, nadat u de PIN code heeft opgeschreven, of alle transponders naar behoren werken. Indien dit niet het geval is, kunt u bovenstaande procedure herhalen. Er kunnen maximaal 25 transponders aan een startonderbreker gekoppeld worden. De transponders die na bovenstaande procedures niet zijn ingeleerd, zoals verloren transponders, worden onbruikbaar. Weergave van de PIN code Om de PIN code voor de noodprocedure weer te geven, dient u de inleer-procedure te starten. Wacht daarna 10 sec tot de LED weer uitgaat en de procedure wordt onderbroken. Zolang u, tijdens de inleerprocedure, geen transponders bij de reader houdt, zal dit geen invloed hebben op de gekoppelde transponders. De startonderbreker maakt gebruik van de LED om 5 reeksen van korte flitsen te geven om de corresponderende 5 cijfers van de PIN code weer te geven. Na elk cijfer volgt een pauze van 2 seconden, na het laatste cijfer zal de led een langere lichtflits geven. LET OP: Deze telt niet mee voor het laatste cijfer. Tel alleen de korte flitsen! Een cijfer 0 wordt aangeven door middel van 10 korte flitsen. De onderstaande tabel geeft een voorbeeld van een PIN code met de corresponderende aantal flitsen: Code digit 2 6 3 5 0 LED flashes (0.5 sec on / 1 sec off) -- -- - --- -- Pause 2 sec or flash 1 sec Bij bovenstaand voorbeeld moet de PIN code die genoteerd is op uw persoonlijke kaart 26350 zijn. U dient na de inleer-procedure altijd de PIN code op te schrijven, omdat deze gewijzigd kan zijn. Houdt uw persoonlijke kaart met de PIN code altijd bij u als u gebruikt maakt van het voertuig, maar laat deze kaart nooit in uw voertuig liggen. Noodprocedure voor het deactiveren door middel van de PIN code Indien u een transponder bent verloren, of als er een technische mankement is aan de reader, kunt u onderstaande noodprocedure gebruiken om de startonderbreker te deactiveren:
1. 2. 3. 4. Met de startonderbreker geactiveerd; zet het contact aan. De rode led zal 10 seconden continu branden. Zet het contact direct uit nadat de led is gestopt met branden (als het contact aan blijft staan, zal de led aan en uit gaan knipperen). De led zal gaan knipperen en u kunt de PIN code invoeren. Als u niks doet, zal de led 11 keer knipperen. Zet het contact aan gedurende 1 seconde nadat de led het aantal flitsen heeft gegeven dat correspondeert met het eerste cijfer van de PIN code. Het cijfer 0 bestaat uit 10 keer knipperen. Herhaal deze stap voor de overige 4 cijfers. Voer de PIN code van links naar rechts in. Als de code correct wordt ingevoerd, zal de led gaan branden en wordt de startonderbreker gedeactiveerd zodra u na het laatste cijfer het motorcontact aanzet. Daarnaast zal de inleerprocedure gestart worden. Wilt u alleen starten, dan laat u het motorcontact aan en start u de motor. Wilt u nieuwe transponders inleren (omdat alle transponders verloren zijn en u alleen de PIN code nog heeft), dan zet u het motorcontact uit en biedt u de transponders aan voordat de led na 10 sec. onden uit gaat. Voor een beter begrip is onderstaande tabel een voorbeeld. In dit voorbeeld moet de PIN code 26350 ingevoerd worden. Het contact staat aan tot de LED na 10 seconden uitgaat. Zet direct het contact uit. Zet het contact voor 1 seconde aan na 2 keer knipperen (het eerste cijfer van de PIN code is een 2). Zet na een seconde het contact weer uit. Na een korte pauze knippert de LED weer en kan het contact weer aangezet na 6, 3, 5 en 10 keer knipperen. PIN CODE 2 6 3 5 0 LED knippert (0.5 sec aan / 1 sec uit) weergegeven in ROOD Contact aan weergegeven --- in GROEN (10 sec) (LED aan met contact) --- (Contact uit zetten zodra LED uit is) -- -- - --- -- (10 sec) (LED gaat branden wanneer de code correct is ingegeven) Hogeweg 33 5301 LB Zaltbommel The Netherlands T. +31 88 99 00 000 info@technocon.com www.technocon.com