Leidinggeven aan het vormgeven van de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s

Vergelijkbare documenten
Voordat begonnen kan worden met de praktische voorbereiding voor de lessen moet er eerst een schoolvisie op het nieuwe programma zijn

Stappenplan invoering vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

Jacqueline Kerkhoffs Jaarcongres vmbo, 20 januari 2015 Ede (2) Rob Abbenhuis

Samen voor onderwijs in Apeldoorn

De missie van het Vakcollege

Scholingsmiddag Consortium Beroepsonderwijs Jan van Hilten, 4 december 2014

Het invullen neemt ongeveer 20 minuten in beslag. U kunt de vragenlijst invullen tot 29 april 2016.

De weg van traditioneel vmbo naar intersectoraal vmbo

Structuur beroepsgericht vmbo Jacqueline Kerkhoffs, Rob Abbenhuis April 2017

Informatie over gastlessen en bedrijfsbezoeken

Welkom ouders van t Zonnewiel

Jacqueline Kerkhoffs Jaarcongres vmbo, 20 januari 2015 Ede (1) Rob Abbenhuis

januari Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

WELKOM OP HET GROENE LYCEUM!

Regiobijeenkomsten januari/februari

Elke dag een ontdekking

Docentennetwerkbijeenkomst Mobiliteit en Transport

Tekst lezen en vragen stellen

Het nieuwe examenprogramma Z&W algemene informatie project en informatie over Z&W. December 2013

Schoolportretten bij onderzoek naar examens in extra vakken / vakken op een hoger niveau

Nieuwjaarsontbijt Vernieuwing VMBO G/T

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Overstap VSV Noord-Kennemerland en West-Friesland 6 maart 2014, Hoorn Rob Abbenhuis Projectleiding

EEN WERELD SCHOOL. lyceum (h)tl vakcolleges (b/k) lwoo. vmbo theoretische leerweg HTL-route voor leerlingen die naar de havo willen.

Plenair Debat Profielen Vmbo

Profiel- en situatieschets

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Vernieuwing beroepsgerichte programma s vmbo

Informatie voor ouders. schooljaar Topmavo volgens. Mick. Hart voor jouw talent! Meer dan leren

Christiaan Huygens College

Succesvolle leerlingen in een kleurrijke omgeving februari 2015

Profielschets. Afdelingsdirecteur PSG SG Gerrit Rietveld

Profielschets. Interne vacature Afdelingsdirecteur PSG SG Gerrit Rietveld

College voor. beroepsonderwijs. vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen. algemeen toegankelijk

Het vmbo als archeologisch veld

Het nieuwe vmbo. Talenten laten groeien. de Ambelt. Gentiaan College. Januari 2017 versie: 1.0. Pagina 1 van 11

Nieuw intersectoraal programma vmbo. Studiemiddag VBG. Barneveld, 21 maart 2013

De TL (G) in 21 e eeuw.

STUDIEVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN - 1 HOOFDSTUK 1

ED Graafschap College JURIDISCHE DIENSTVERLENING. Opleidingen. Juridische dienstverlening

Hoe rijk is een GP ervaring? Proeven en Opbrengst Gericht Werken: Hoe zit dat?

Verantwoording concept examenprogramma Media, vormgeving en ICT Jan van Hilten en Jacqueline Kerkhoffs 9 mei 2014

Een proces van integrale schoolontwikkeling Loopbaanoriëntatie en -begeleiding

Voortgezet Onderwijs in Veghel. praktijkonderwijs X basisberoeps X kaderberoeps X

Onderwijsassistent. Kenmerken. Werkzaamheden. Na deze opleiding:

Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde beroepsgerichte keuzevakken vmbo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

EEN WERELD SCHOOL. vmbo theoretische leerweg HTL-route voor leerlingen die naar de havo willen. Gemini (H)TL

Aan de slag met het. Leren Inhoud Geven

Special voor bijna-brugklassers en ouders

Specifiek vmbo, vmbo voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. Leerwegen: BBL, KBL, TL. samen een eigen wijze weg vinden

VOORTGANGSGESPREK. het Ashram College, vestiging Alphen a/d Rijn HAVO VMBOGT VWO

technologieroute oost en west in gezamenlijkheid maar met eigen kleur op weg naar regionale afstemming

De verschillende soorten docentenstages Uitgangspunten Organisatie

Regionale samenwerking: Vanuit urgentie en/of perspectief

Maak kennis met Albert. Maak kennis met Anna. Maak kennis met Rick

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Vmbo. Wat je als professional moet weten over kunst en cultuur in het vmbo.

Wijziging van de sectorvakken in het vmbo

Opleidingsinformatie bij het programma Dienstverlening en Producten vmbo

Een goed leven voor.

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

1 Motie van de leden Bruins en Rog, Kamerstuk VIII-95 en toezegging bij de plenaire begrotingsbehandeling d.d. 7 december 2017.

Specifiek vmbo, vmbo voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. Leerwegen: BBL, KBL, TL. samen een eigen wijze weg vinden

Specifiek vmbo, vmbo voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. Leerwegen: BBL, KBL, TL. samen een eigen wijze weg vinden

Gouden handjes? Gouden toekomst!

Van der Meij College PILOT VOOR HET PROFIEL Z &W

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

Voortgezet Onderwijs in Veghel. praktijkonderwijs X basisberoeps X kaderberoeps X

Christiaan Huygens College

10 mei 2016 Nieuwsbrief 24

Nieuw vmbo op. het Haarlem College. op het Haarlem College kan het. Podium & Presentatie Mavo en Mavo + Informatie voor de leerlingen van groep 8

Voorlichtingsavond BEROEPSPROFIELEN VMBO GOES Profiel Dienstverlening en Producten (D&P)

LOB in de vernieuwing vmbo & mbo

Open huis. Verrassend nieuw onderwijs voor vmbo-t/havo leerlingen

Achtergrondinformatie

Welzijn Breed (Onderwijsassistent)

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

SAMEN WERKEN AAN ONDERWIJS IN WESTLAND TOEKOMSTVISIE ISW

Profiel & Selectieprocedure. Directeur-bestuurder Stellingwerf College

De Gemengde Leerweg. wellantcollege ll. Informatie voor leerkrachten basisscholen

DE 2 BELANGRIJKSTE VRAGEN. Wat voor organisatie willen we zijn?

voorlichting voor ouders van leerlingen groep 8 overstap primair onderwijs naar voortgezet onderwijs schooljaar

Regionaal verslag. Landelijk debat Ons Onderwijs Den Haag, 28 mei 2015

mbo bloem Geef jouw creatieve passie voor bloemen de ruimte

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Waar een wil is, is een Weg!

De LOB-scan voor mbo

Doelomschrijving vier deelnemende scholen

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

VERDRINGING STAGEPLAATSEN VMBO? RESULTATEN VAN EEN INSPECTIEONDERZOEK IN HET SCHOOLJAAR 2008/2009

THERE S A NEW VMBO IN TOWN IN EEN SPLINTERNIEUW SCHOOLGEBOUW!

Inhoud. Uitstroom naar het vo. Onderwijstypen vo Praktijkonderwijs Vmbo Havo en vwo Overig aanbod vo. bo sbo so. PrO vmbo havo vwo (lwoo)

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Transcriptie:

4 Leidinggeven aan het vormgeven van de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s 32 De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1

PRAKTIJK Methodiek Klaas Pit heeft het voortgezet onderwijs van binnenuit leren kennen als docent, leidinggevende en bestuurder. Sinds zeven jaar zet hij zijn ervaring en expertise in vanuit BMC Advies. Zijn bijzondere belangstelling gaat uit naar het leidinggeven aan onderwijsontwikkeling vanuit een ontwikkelingsgerichte aanpak. Hierbij gaat zijn aandacht de laatste jaren vooral uit naar het werken aan krachtig beroepsonderwijs in de regio, waarin voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en arbeidsmarkt samenwerken. E-mail: klaaspit@bmc.nl. Marlous Maarleveld is onderwijskundige en werkt als adviseur bij BMC. Zij houdt zich vooral bezig met vraagstukken in het (voortgezet) onderwijs, op de thema s onderwijskwaliteit, professionalisering en de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma s in het vmbo. E-mail: marlousmaarleveld@bmc.nl. Het voorliggende en het volgende hoofdstuk gaan over de strategische keuzes die in de school moeten worden gemaakt en wat deze keuzes (kunnen) betekenen voor de invulling en vormgeving van het onderwijsprogramma in het vmbo. Dit hoofdstuk is vooral gericht op de vraag hoe vanuit verschillende perspectieven gewerkt kan worden aan een concreet koersplan. In het volgende hoofdstuk staat loopbaanleren centraal en hoe vanuit loopbaanleren gewerkt kan worden aan een concreet onderwijsprogramma. 4.1 Inleiding Hoewel de structuur met kerndeel, profieldelen en keuzedelen overzichtelijk oogt, staan de scholen voor de uitdaging om van de eindeloze combinaties van profielen, profieldelen en keuzedelen een samenhangend onderwijsprogramma te maken. We hebben uitgerekend dat er op dit moment meer dan 50 miljoen combinaties te maken zijn. Deze aardige rekensom benadert natuurlijk niet de gang van zaken zoals die zich in de praktijk gaat voordoen, maar geeft wel aan dat er geen gebrek aan keuzemogelijkheden is. Scholen staan nu voor het vraagstuk hoe zij de nieuwe examenprogramma s gaan vertalen naar een onderwijsprogramma met een eigen concept en een eigen aanbod. Dit programma moet niet alleen goed passen bij de school, maar ook aansluiten bij de regio en inspelen op mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Over anderhalf jaar gaat het nieuwe programma van start. Dat betekent dat de leerlingen die nu in de brugklas van het vmbo zitten, al te maken krijgen met het nieuwe beroepsgerichte examenprogramma in de bovenbouw. Voor de meeste scholen betekent dit een kort tijdpad om tot verantwoorde keuzes te komen, maar in anderhalf jaar kan veel, wellicht meer dan voor mogelijk wordt gehouden. Hierbij is ons uitgangspunt: voor de beste koers is het stellen van de juiste vragen meer dan het halve antwoord. In dit artikel stellen we daarom vragen die kunnen helpen om de koers uit te zetten en/of verder vorm te geven. 4.2 Een vraagstuk, twee routes Met het oog op het korte tijdpad, vaart maken en gemak is de neiging misschien aanwezig om zo weinig mogelijk te veranderen en vooral aan te sluiten bij wat nu al wordt gedaan. Ook vanuit overwegingen die te maken hebben met organiseer- en betaalbaarheid kan het een aantrekkelijke optie lijken om te zoeken naar een directe vertaling van het huidige programma naar het nieuwe. Maar het kan ook anders. Wij stippelen twee routes uit naar het nieuwe programma. De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1 33

De eerste route is de korte route, die van grote stappen, snel thuis. De kortste afstand tussen twee punten is immers een rechte lijn. Voor deze scholen staat vooral de vraag centraal: welke profielen en keuzedelen vragen de minste verandering van ons huidige onderwijsprogramma? Of: hoe houden we wat we hebben? In de terminologie van Otto Scharmer is dit het downloaden van oud naar nieuw. Op zich hoeft hier niets mis mee te zijn als het huidige programma in alle opzichten naar alle tevredenheid werkt, nu en in de nabije toekomst. Naar ons inzicht verdient echter, juist nu, de tweede route de aandacht. In deze route is er niet alleen oog voor het huidige programma, maar is er ook volop ruimte voor wat de nabije toekomst vraagt van het beroepsonderwijs in de regio. Zowel in de eerste als in de tweede route moet de school tot een vertaling komen van het examenprogramma tot een onderwijsprogramma dat past bij de eigen school en in de regio. Dat vraagt, met een knipoog naar Ben Tiggelaar, een verkenning van mogelijke en wenselijke ontwikkelingen in de toekomst, het lef hebben om daarop in te spelen of op vooruit te lopen, en staan waarvoor je wilt gaan. EXAMENPROGRAMMA ONDERWIJSPROGRAMMA Route 1: Vooral DOEN Binnen route 1 zoeken we naar de kortste route met de minste verandering. Zo weinig mogelijk veranderen kan aantrekkelijk zijn voor scholen. In het bijzonder voor de schoolleider die het nieuwe examenprogramma als de zoveelste verandering ziet die niet daadwerkelijk leidt tot een verbetering of van invloed hoeft te zijn op de dagelijkse gang van zaken in de school. Ook past binnen deze route de gedachte dat het allemaal niet zo heel veel nieuws is, wel weer overwaait, en zo niet, volgend jaar wel weer wordt aangepast. Maar ook voor de meer ambitieuze schoolleider, kunnen we ons deze gedachtegang wel 34 De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1

PRAKTIJK Methodiek voorstellen: Als het nieuwe examenprogramma gemakkelijk is onder te brengen in het huidige programma, waarom zou je dan sleutelen aan het bestaande concept en onderwijsaanbod? De voordelen liggen voor het oprapen: weinig gedoe, dezelfde opzet van het beroepsgerichte programma, handhaving van de lessen praktische sectororiëntatie in de onderbouw en de voorlichting aan de ouders kan op hoofdlijnen blijven zoals het was. Bovendien is niet al te veel veranderen het gemakkelijkst te organiseren en het kost de minste energie van alle betrokkenen in de school. Daar komt nog eens bij dat de scholen de afgelopen jaren ook niet stil hebben gezeten. Binnen het Nederlandse voortgezet onderwijs is het vmbo misschien wel de meest ondernemende geweest in de afgelopen tien jaren: smalle afdelingsprogramma s zijn ingeruild voor bredere intrasectorale programma s (denk aan Techniek-breed of het Zorg-en-Welzijnplein), het vakcollege is ontwikkeld, VM2 is opgezet en de intersectorale programma s hebben een stevige plaats gekregen in het vmbo. Deze en andere ontwikkelingen hebben een groot beroep gedaan op de ontwikkel- en ontwerpcapaciteiten van docenten en schoolleiders. Daarnaast heeft ook de onderwijskwaliteit de nodige aandacht gevraagd. Tot slot speelt, zeker voor de scholen die het in financieel opzicht moeilijk hebben, ook het idee mee dat weinig veranderen ook weinig kost: geen of weinig investeringen in (nieuwe) methodes, machines en materiaal. Ook in formatief opzicht hoeft er dan waarschijnlijk het minst te worden aangepast. Maar is het wel mogelijk om zo weinig te willen veranderen? Wie kijkt naar de inhoud van de profiel- en de keuzedelen zal op het eerste gezicht veel herkennen, maar een directe vertaling van oud naar nieuw is het zeker niet. Op z n minst is het nodig om het huidige examenprogramma onder de loep te nemen om de verschillen te kunnen zien met de nieuwe programma s. Onze analyse op de eindtermen heeft laten zien dat er wel degelijk aanzienlijke wijzigingen hebben plaatsgevonden. We zagen dat voor de meeste profiel- en keuzedelen meer dan helft van de eindtermen verschilt ten opzichte van de oude examenprogramma s: veel is verdwenen en veel is nieuw. In deze analyse viel ook op dat er minder naar specifieke kennis wordt gevraagd en er meer aandacht is voor het kunnen uitvoeren van handelingen. Daarmee hebben de exameneisen niet alleen een andere inhoud, maar ook een ander karakter gekregen. Elk profiel kent naast de profiel- en keuzedelen ook een kerndeel. De kern zou je kunnen vergelijken met de huidige preambule, maar ook nu is het weer net even anders. Het kerndeel bestaat uit algemene vaardigheden, professionele vaardigheden en loopbaanoriëntatie en begeleiding. Het kerndeel is daarmee meer toegespitst op de werkcontext van het profiel. Ook zien we dat loopbaanoriëntatie in de nieuwe examenprogramma s een prominentere plek in het onderwijsprogramma heeft gekregen. Onderwijsinhoudelijke en -organisatorische aanpassingen zijn nodig om te kunnen voldoen aan de kerndelen van de profielen. En is het wel wenselijk om zo weinig mogelijk te willen veranderen? Wij denken van niet. Zo weinig mogelijk veranderen laat namelijk veel kansen en mogelijkheden onbenut. De nieuwe beroepsgerichte programma s bieden niet alleen veel mogelijkheden, maar er mag ook meer. Met de nieuwe programma s staat het scholen vrij om te kiezen uit het totale aanbod aan keuzedelen, ook van andere profielen. Binnen een onderwijsprogramma kunnen scholen dus combinaties maken van onderdelen uit verschillende profielen en daarbij inspelen op wat de school graag wil of wat past in de regio (zie hoofdstuk 5). De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1 35

Het speelveld wordt niet alleen groter, maar ook dynamischer. Vooral de deelname van de groene sector in de nieuwe programmering kan gevolgen hebben voor het beroepsgerichte aanbod in de regio: de aoc-scholen kunnen nu ook de keuzedelen van de overige acht profielen aanbieden en de niet-groene scholen keuzedelen die bij het profiel groen horen. Door alleen uit te gaan van het huidige aanbod, ligt een groot deel van de mogelijkheden dat het nieuwe examenprogramma biedt, net buiten bereik. Juist met de uitgebreide mogelijkheden is de kans groot dat er een aantrekkelijker programma gerealiseerd kan worden tegen dezelfde, of zelfs lagere kosten. Nog belangrijker is dat het vmbo nu de mogelijkheid heeft om het onderwijs zo in te richten dat het beter kan inspelen op de toekomst. De nieuwe examenprogramma s die modulair zijn opgebouwd, kennen veel flexibiliteit en zijn daarom gemakkelijk aan te passen aan nieuwe en wisselende omstandigheden. Door slimme combinaties te maken van profiel- en keuzedelen kunnen scholen een toekomstbestendig vmbo ontwerpen. Daarvoor is het nodig dat we in eerste instantie niet kijken naar wat er al is, maar naar wat er mogelijk is met het oog op de toekomst. Heel vrij vertaald en wat aangepast kunnen we hierbij opnieuw aansluiten bij Otto Scharmer. In zijn Theorie U pleit hij ervoor om toekomstige ontwikkelingen, die nu al waarneembaar zijn als je er voor open staat, leidend te laten zijn voor de keuzes die je gaat maken. Als we deze gedachtelijn verder volgen komen we vanzelf uit bij route 2. Bij deze route laten we ons dus niet in de eerste plaats leiden door het verleden, maar maken we een onderwijsaanbod dat is gebaseerd op beelden die we hebben van de toekomst; een onderwijsaanbod dat de leerlingen optimaal voorbereidt op een vervolgopleiding, een plaats op de arbeidsmarkt en de in de samenleving. Hoewel we geen glazen bol hebben, kunnen we wel enkele voorspellingen doen wat er in de toekomst van vmbo-leerlingen gevraagd gaat worden, zowel landelijk als regionaal. Route 2: DROMEN, DURVEN EN DOEN Waarover gaat het dan vooral binnen deze tweede route? Het gaat om de vragen die helpen om ons open te stellen voor de mogelijkheden van het vmbo in de toekomst. Er zijn minstens vijf thema s die vanuit de school bevraagd kunnen worden. De thema s die wij onderscheiden zijn: 1. de school en het onderwijs; 2. de school en zijn leerlingen; 3. de school en zijn medewerkers; 4. de school en de omgeving; 5. de school en de middelen. De thema s kunnen helpen om een duidelijk beeld te krijgen van de huidige positie, maar zijn vooral bedoeld om de koers uit te zetten naar de toekomst. Hoe ziet deze toekomst eruit in de specifieke context van de eigen school, wat vraagt dat van het onderwijsprogramma en welke profiel- en keuzedelen sluiten daarbij aan? Bij elk van deze thema s kunnen vragen worden gesteld. De relevantie van deze thema s en de onderliggende vragen zullen per school en per regio verschillen. Het is aan de schoolleider om ervoor te zorgen dat de thema s de juiste aandacht krijgen en dat de juiste vragen worden gesteld. We geven in het kader hierna, steeds aan de hand van drie voorbeeldvragen, een korte toelichting op de vijf thema s. Welke vragen zijn voor de eigen school het meest relevant om te beantwoorden? Dromen, durven en doen komen hier samen. 36 De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1

PRAKTIJK Methodiek 1. De school en het onderwijs - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van ons onderwijs? - Waar bereiden we onze leerlingen precies op voor? - Waar ligt het aan dat als we jaar na jaar voldoende scoren in de ogen van de inspectie? 2. De school en zijn leerlingen - Waarom komen de leerlingen naar onze school? - Om hoeveel leerlingen gaat het? - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van onze populatie (niveau, verdeling jongens/ meisjes, economisch en sociaal milieu)? 3. De school en zijn medewerkers - Heb ik voldoende bevoegd en bekwaam personeel? - Waar is het personeel trots op binnen onze school? - Wat zijn voor het personeel de relevante vragen? 4. De school en de omgeving - Is er concurrentiestrijd of samenwerking in de regio? - Hoe ziet de relatie eruit met het vervolgonderwijs en het bedrijfsleven? - Wat zijn de demografische ontwikkelingen in de regio? 5. De school en de middelen - Hoe ziet het gebouw en de inrichting van het gebouw eruit? - Wat voor leermiddelen gebruiken we? - Hoe ziet het financiële plaatje eruit? Kader 1. Vijf thema s om de koers uit te zetten Nu is het helaas niet zo dat na het beantwoorden van de vragen bij de vijf thema s het ultieme antwoord op tafel ligt. Wat een goed idee is binnen het ene thema, kan op problemen stuiten in het andere thema. Zo kan bijvoorbeeld de keuze voor een nieuw profiel of nieuwe keuzedelen stuiten op bijvoorbeeld onvoldoende financiële middelen om daarvoor een passende leeromgeving in te richten. Dit hebben we duivelse dilemma s genoemd, die vragen om verheldering van de belangen en verduidelijking van de prioriteiten. De duivelse dilemma s laten ook meteen zien dat het van groot belang is om de juiste vragen te kiezen, die voor de eigen school relevant zijn. Naast duivelse dilemma s hebben we ook nog een plaats ingeruimd voor ongemakkelijke vragen, vragen die je liever niet stelt omdat ze het proces ophouden, niet gemakkelijk te beantwoorden zijn, niet passen in het plaatje of om andere redenen lastig zijn om aan de orde te stellen. Je kunt ze maar beter aan het begin stellen, dan ze halverwege tegenkomen. De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1 37

Ieder z n eigen reis! Ongebruikelijke vragen De school het onderwijs Duivelse dilemma s Duivelse dilemma s De school en de omgeving De school en de leerlingen Duivelse dilemma s De school en de medewerkers De school en de middelen Stap voor stap Afbeelding 1. Route 2 in beeld 4.3 Tot slot Leidinggeven aan de vertaling van de examenprogramma s naar een eigen onderwijsprogramma is volgens ons in eerste instantie: de kunst om de juiste vragen te stellen. Bovenstaande uiteenzetting is zeker niet alles omvattend. In tegendeel: de relevante vragen en de vragen die als duivelse dillema s op het pad zullen komen, zijn nog lang niet allemaal bekend. Wat we wel denken te weten, is dat als je doet wat deed, je ook krijgt wat je je al had. Voor de duidelijkheid, er is wat ons betreft niets mis mee om te houden wat goed werkt. Maar met het oog op de toekomst en de vraagstukken die op ons af komen (zie ook de hoofdstukken van Renée van Schoonhoven en Anneke Westerhuis), is het de moeite waard je niet te laten verleiden tot route 1. Maak eens, met behulp van de vragen uit route 2, een eigen koerswijzer. Het stellen van de juiste vragen en het samen formuleren van de antwoorden, is dan richtinggevend voor de keuzes in de nieuwe examenprogramma s. De combinaties zijn bijna eindeloos en bieden alle mogelijkheden om een onderwijsaanbod te maken dat aantrekkelijk is voor leerlingen, onderscheidend is in de regio, aansluit op het vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt en leerlingen in de volle breedte voorbereid op de toekomst. In kader 2 ten slotte tien praktische tips, die kunnen helpen bij het uitzetten van een slimme koers. 38 De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1

PRAKTIJK Methodiek Inhoudelijk 1. Bepaal welke kernwaarden, doelstellingen en vragen richtinggevend zijn voor de keuzes die gemaakt gaan worden. 2. Geef hierbij ook aandacht aan de volgende vier vragen: a. Wat wil je vooral behouden? b. Wat wil je vooral verbeteren? c. Wat wil je vooral vernieuwen? d. Wat wil je vooral saneren? Inrichting en vormgeving Proces en planning 3. Maak onderscheid tussen onder- en bovenbouw, maar ontwikkel het loopbaanleren schoolbreed. 4. Maak eventueel onderscheid tussen de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg enerzijds en de gemengde en theoretische leerweg anderzijds. 5. Maak onderscheid tussen avo-vakken en beroepsgerichte vakken en onderzoek hoe deze vakken tot een goede afstemming kunnen komen, bijvoorbeeld ten aanzien van de algemene vaardigheden van het kerndeel. 6. Richt het proces op weg naar het nieuwe onderwijsprogramma zorgvuldig in en maak daarbij onderscheid tussen: a. inhoudelijke agenda; b. inrichting en vormgeving; c. tijdpad; d. communicatie (intern en extern). 7. Doe zoveel mogelijk zelf, maar stel ook de vraag of en welke ondersteuning (proces en inhoud) gewenst is. Tijdpad 8. Zorg ervoor dat in het eerste kwartaal van 2014 op hoofdlijnen heldere keuzes worden gemaakt in de vertaling van het examenprogramma naar een onderwijsprogramma; vertaal deze keuzes in het tweede kwartaal van 2014 naar het uiteindelijke aanbod en naar de aandachtspunten voor het schooljaar 2014-2015, bijvoorbeeld: a. de voorbereiding van de docenten op het nieuwe programma; b. de gevolgen voor de methoden; c. de inrichting van de leeromgeving; d. het loopbaanleren in het tweede leerjaar; e. de vertaling naar de voorlichting. 9. Bijna alles kan, maar het hoeft niet allemaal tegelijk: niet alles wat de school graag in het programma wil opnemen hoeft per 1 augustus 2015. In de daarop volgende jaren kan het aanbod eventueel langzaam uitgebreid worden met keuzedelen waar de school in 2015 nog niet klaar voor is. Communicatie 10. Overleg tijdig met de partners in de regio: collega-scholen, vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Kader 2. Vijf thema s om de koers uit te zetten De Nieuwe Meso maart 2014 nummer 1 39