LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam: vraag en aanbod



Vergelijkbare documenten
Homoseksueel ouder worden Charles Picavet

Mathieu Heemelaar Onderwijssymposium Rotterdam Verkeert 31 maart 2010

Seksuele gezondheid van holebi s

Welke hulpverleners en instellingen komen in aanmerking voor opname?

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Onderzoeksverslag Tolerantie voor de LBHT-gemeenschap

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

Onzichtbare Ouderen. "Nee, ik ken geen homo's, alleen van tv"

Kijken door een roze bril Gewoon homo zijn?

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Omgaan met elkaar in s-hertogenbosch

Onderzoek naar het hebben van hiv en kinderwens

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

KIJK DOOR EEN ROZE BRIL

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Welkom. Met het invullen en terugsturen van deze vragenlijst geeft u ons toestemming uw data te gebruiken.

MAINLINE en P&G292 * NATIONAAL CONGRES SOA-HIV-SEKS * AMSTERDAM * 1 DECEMBER 2014

De Vlaamse overheid b(r)ouwt een diverse werkvloer

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002)

Factsheet. Meet the Needs. Onderzoek naar de behoefte aan leefstijlaanbod van mensen met een lage SES in Maastricht

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

Lesbische en biseksuele vrouwen & homoseksuele mannen in Amsterdam: gezond en wel?

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Enschede. PvdA GEMEENTE: PARTIJ:

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

VOORTGEZET ONDERWIJS HET LAGERHUIS

Nederlandse en internationale onderzoeken laten

Schouwen-Duiveland. Leefbaar Schouwen-Duiveland GEMEENTE: PARTIJ:

Breda VVD GEMEENTE: PARTIJ:

De Bifobietest. Vereniging Bi-kring de Samenkomst. 13 december c T.H.

WAAR KAN IK HULP VINDEN? Informatie over geestelijke gezondheidsproblemen

Haarlem. PvdA GEMEENTE: PARTIJ:

Problemen met het seksueel functioneren

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Psychomotorische Therapie

Deventer. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Deel A: Filtervragen. Hoe oud bent u? jaar. als u 65 jaar of ouder bent, kunt u verder met vraag 2

HOMOSEKSUALITEIT IN DE OUDERENZORG

Kocet, M. (redactie) (2014). Counseling gay men, adolescents, and boys. New York: Routledge, 199 pag., 46,94.

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

HOOFDSTUK 3 SEKSUEEL GEDRAG, SEKSUELE BELEVING EN SEKSUELE PROBLEMEN VAN HOMO- EN BISEKSUELE MANNEN EN LESBISCHE EN BISEKSUELE VROUWEN

utrecht CDA GEMEENTE: PARTIJ:

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

Pink Panel Utrecht 2012 Dienstverlening. Ik woon of werk in Utrecht 1. Ja 2. Nee

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Feiten en cijfers. Aantallen. Acceptatie. Samenvatting van onderzoeken naar LHBT-emancipatie. Genderambivalentie

Rapport Kor-relatie- monitor

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

SEXPERT II. Holebi-studie

Het meten van seksuele oriëntatie en genderidentiteit in bevolkingsstudies. Operationalisaties en schattingen in Nederland

HET SPIEGELGESPREK. Een veilige setting

Gezondheid in Beeld Resultaten Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2016

Amstelveen. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

ROZE STEMBUSAKKOORD 2014 Amsterdam

Rotterdam VVD GEMEENTE: PARTIJ:

Werkplan 2015 COC Rotterdam pagina 1

RESULTATEN PINK PANEL UTRECHT

Factsheet Homofobie. Homofobie geeft een druk op jongens en mannen en vertelt ze hoe ze zich wel en niet moeten gedragen

Stepped care bij Angst & Depressie: van eerste tot tweede lijn

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP JIJ OF NIET?

De Lastmeter. Hoeveel last heeft u van problemen, klachten en zorgen? Oncologie

Heemskerk. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Nijmegen GEMEENTE: PARTIJ: Creatieve Partij Nijmegen 2.0

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Onderzoeksvragen. Het UNIFIL onderzoek was opgezet om de volgende vragen te beantwoorden: 1. Hoe is het met de gezondheid van de UNIFIL ers gesteld?

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN EEN LABEL

FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

Uitkomsten enquête POH-GGZ voor jeugd. Inleiding

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Hiv en stigmatisering in Nederland

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Advies en steun voor uw kind en uzelf

PLATFORM VRIJE POLITIEK

Zelfmoordgedachten. Praat over wat je denkt, voelt, ervaart. Praten lucht op.

Gewoon homo in Lelystad?

Validatie van de vragenlijst van mijnkwaliteitvanleven.nl

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP HELPEN

Doen bij Depressie Alzheimer café Maarheeze, 11 juni Dr. Roeslan Leontjevas

Ede. GroenLinks/Progressief Ede GEMEENTE: PARTIJ:

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Centrum Seksueel Geweld Amsterdam-Amstelland. Jaarcijfers 2017

Rapport Consumentenonderzoek 2016 Keurmerk Klantgericht Verzekeren

Monitor Veiligheidsgevoelens Voor homoseksuele en biseksuele inwoners van de gemeenten Delft, Zoetermeer, Leidschendam- Voorburg, Westland

Parallelle workshopsessies van uur tot uur

Eindhoven. GroenLinks GEMEENTE: PARTIJ:

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Transcriptie:

GGD Amsterdam LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam: vraag en aanbod

LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam: vraag en aanbod Inventarisatie van psychosociale LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam in 2012 Colofon Maart 2013 GGD Amsterdam Cluster Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG) Nieuwe Achtergracht 100 1018 WT Amsterdam Tel: 020-5555495 E-mail: edg@ggd.amsterdam.nl Internet: www.gezond.amsterdam.nl EDG-reeks: 2013/3 ISBN: 978-90-5348-204-9 Auteurs: Gwen van Husen Tim Savenije Met medewerking van: Stephan Cremer Arnoud Verhoeff Anton Janssen Hans Reurs Menno Segeren Foto voorkant: Fotobank Amsterdam 2

Inhoudsopgave Leeswijzer 5 Samenvatting 6 1. Wat is LHBT-specifieke hulpverlening? 12 1.1 LHBT-specifieke problematiek 1.2 LHBT-specifieke hulpverlening 2. Inventarisatie 14 2.1 Aanleiding voor de inventarisatie 2.2 Doelstelling en onderzoeksvragen 2.3 Hoe is het onderzoek uitgevoerd? Resultaten: vraag naar LHBT-specifieke hulpverlening 18 3. Bij welke problematiek hebben Amsterdamse LHBT s behoefte aan hulpverlening? 19 3.1 LHBT-specifieke problematiek 3.2 Psychosociale klachten 4. Aan welke hulpverlening hebben Amsterdamse LHBT s behoefte? 22 4.1 Vormen van hulpverlening 4.2 Welke hulpverlening bij welke problematiek? 4.3 LHBT-specifieke hulpverlening: meerwaarde en randvoorwaarden 4.4 Gebruik van LHBT-specifieke hulpverlening Resultaten: aanbod LHBT-specifieke hulpverlening 27 5. Wat is het LHBT-specifieke hulpverleningsaanbod in Amsterdam? 28 5.1 Zelfstandig gevestigd therapeuten 5.2 GGZ instellingen 5.3 Buddyzorg 5.4 Huisartsen 5.5 Gespecialiseerde hulpverlening voor transgenders en transseksuelen 5.5 Ouderenzorg 5.6 Zelforganisaties en belangenbehartigingsorganisaties 5.7 LHBT-specifieke hulpverlening: meerwaarde, randvoorwaarden en wensen Conclusie 6. Conclusie: in hoeverre sluit het aanbod aan op de vraag? 39 6.1 Helft van Amsterdamse LHBT s heeft hulpvraag 6.2 Aansluiting vraag en aanbod 6.3 Waar mist de aansluiting tussen vraag en aanbod? 6.4 Beperkingen van het onderzoek 3

7. Aandachtspunten LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam 45 Bronnen 51 Bijlagen Bijlage 1: Tabellen onderzoekspopulatie 53 Bijlage 2: Tabellen bij hoofdstuk 3 55 Bijlage 3: Tabellen bij hoofdstuk 4 59 Bijlage 4: Vragenlijst LHBT enquête 68 Bijlage 5: Interviewschema Amsterdamse LHBT s 73 Bijlage 6: Interviewschema aanbieders LHBT-specifieke hulpverlening 76 Bijlage 7: Vragenlijst aanbieders enquête 78 Bijlage 8: Overzicht van alle organisaties en praktijken 84 die hebben deelgenomen aan het onderzoek 4

Leeswijzer In 2012 heeft de GGD een inventarisatie uitgevoerd van Amsterdamse psychosociale hulpverlening speciaal gericht op Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuele mannen en vrouwen en Transgenders: LHBT-specifieke hulpverlening. Deze hulpverlening wordt ook wel eens roze hulpverlening of homocategorale hulpverlening genoemd. In dit rapport hanteren we de term LHBT-specifieke hulpverlening voor hulpverlening speciaal gericht op LHBT s, en de term algemene hulpverlening voor hulpverlening waarbinnen geen speciale aandacht is voor de LHBT doelgroep. De uitkomsten van de inventarisatie van LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam zijn beschreven in dit rapport: De samenvatting biedt een overzicht van de belangrijkste resultaten van het onderzoek. In hoofdstukken 1 en 2 wordt beschreven wat LHBT-specifieke hulpverlening eigenlijk is, waarom deze vorm van hulpverlening bestaat en wat de aanleiding is voor het onderzoek. Hoofdstukken 3 en 4 geven een beeld van de hulpvraag van Amsterdamse LHBT s. In hoofdstuk 5 wordt het aanbod aan LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam beschreven per type aanbieder. Hoofdstuk 6 geeft antwoord op de hoofdvraag van de inventarisatie: In hoeverre beantwoordt het bestaande LHBT-specifieke hulpverleningsaanbod aan de vraag in Amsterdam?. Tenslotte worden in hoofdstuk 7 een aantal aandachtspunten voor mogelijke verbetering van Amsterdamse hulpverlening aan LHBT s verwoord. In de bijlagen treft u aan: - Tabellen - Vragenlijsten en interviewschema s gebruikt tijdens het onderzoek - Overzicht van alle organisaties en praktijken die hebben deelgenomen aan het onderzoek 5

Samenvatting Dit rapport gaat over psychosociale hulpverlening speciaal gericht op lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele mannen en vrouwen en transgenders: LHBT-specifieke hulpverlening. LHBT-specifieke hulpverlening richt zich op de specifieke gezondheidsproblemen van LHBT s en op het terugdringen van de gezondheidsverschillen tussen LHBT s en het overige deel van de bevolking door LHBT-gezondheid te bevorderen. Het gaat dus niet om homovriendelijkheid in de hulpverlening. Het gaat om LHBT-vriendelijke en LHBT-sensitieve hulpverlening die specifiek, maar niet noodzakelijkerwijs uitsluitend, is gericht op LHBT s. Kenmerkend is specifieke aandacht voor de LHBT-doelgroepen. Hulpverlening is LHBT-specifiek als: - LHBT s als doelgroep of als risicogroep zijn benoemd; - De hulpverlening zich richt op (de specifieke gezondheidsproblemen van) LHBT s; - De hulpverlener beschikt over specifieke kennis en expertise over LHBT s door opgedane ervaring en/of opleiding. Hoe is het onderzoek uitgevoerd? Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (WZS) heeft de Geneeskundige en Gezondheidsdienst (GGD) Amsterdam de opdracht gegeven voor een inventarisatie van LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam. Deze onderzoeksopdracht kwam voort uit motie 1035, op 21/22 december 2011 aangenomen door de gemeenteraad, waarin het college werd verzocht: - De specifieke zorgvraag en aanbod aan LHBT s op het gebied van (lichte) begeleiding en buddyzorg in kaart te brengen; - Na te gaan in hoeverre zorgverzekeraars en/of andere zorgpartners zouden kunnen voorzien bij een mogelijke mismatch tussen vraag en aanbod. (Ulichki et al., 2011) De reden voor de motie is het wegvallen van LHBT-specifiek hulpverleningsaanbod vanuit de Hiv Vereniging (afdeling Amsterdam) en Schorer. In 2012 is de GGD gestart met een inventarisatie van vraag en aanbod. De vraag naar LHBTspecifieke hulpverlening in Amsterdam en het Amsterdamse aanbod van LHBT-specifieke hulpverlening zijn in kaart gebracht door: - Online enquête onder 336 LHBT Amsterdammers - Interviews met 6 LHBT Amsterdammers - Internet search en mailing naar minstens 800 Amsterdamse zorgaanbieders - Online enquête onder 119 aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening - Interviews, telefoongesprekken en korte vragenlijsten met/door 21 aanbieders van LHBTspecifieke hulpverlening 6

Hoe ziet de LHBT-specifieke hulpvraag in Amsterdam eruit? De behoefte aan hulpverlening onder de Amsterdamse LHBT s die hebben meegedaan aan het onderzoek is groot. Bijna de helft van de respondenten wil hulp bij psychosociale klachten, zoals bijvoorbeeld eenzaamheid, sombere gevoelens of angst. Ongeveer een derde van de LHBT s die hebben meegedaan aan het onderzoek, ervaart klachten rondom LHBT-specifieke problematiek, zoals zelfacceptatie, coming out of negatieve bejegening vanuit de omgeving. De meeste LHBT s hebben behoefte aan één-op-ééngesprekken met een hulpverlener. Naar andere vormen van hulp blijkt aanzienlijk minder vraag te zijn. De respondenten geven aan dat LHBTspecifieke hulpverlening het meest belangrijk is bij hulpvragen rondom problematiek die betrekking heeft op hun genderidentiteit of seksuele gerichtheid. Dit geldt met name voor problematiek zoals discriminatie en botsing tussen LHBT-identiteit en de eigen culturele/religieuze achtergrond. Ook met betrekking tot hulpvragen rondom psychosociale klachten geven de meeste respondenten de voorkeur aan LHBT-specifieke hulpverlening. De respondenten zijn van mening dat LHBT-specifieke hulpverleners beschikken over meer kennis ten aanzien van hun specifieke problematiek en meer begrip met betrekking tot hun leefstijl dan hulpverleners binnen de algemene hulpverlening. Wat voor LHBT-specifiek hulpverleningsaanbod bestaat er in Amsterdam in 2012? In Amsterdam zijn diverse aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening: 11 roze huisartsenpraktijken 47 praktijken van zelfstandig gevestigd therapeuten de 2 grootste Amsterdamse GGZ instellingen (aanbod is echter weinig zichtbaar) 2 buddyzorg organisaties (toekomst is echter onzeker) 1 hulpverleningorganisatie specifiek voor transgenders 1 woonvoorziening voor ouderen 6 zelforganisaties en belangenbehartigingsorganisaties Het aanbod bestaat voornamelijk uit individuele gespreksvoering, gespreksgroepen, maatschappelijk werk en praktische ondersteuning, buddyzorg en verwijzingen naar gespecialiseerde hulpverleners en sociaal/culturele voorzieningen voor LHBT s. De hulpverleners die deelnamen aan het onderzoek gaven drie belangrijke aspecten aan die de meerwaarde van LHBT-specifieke hulpverlening bepalen: Meer kennis met betrekking tot LHBT-specifieke problematiek (Zekerheid op) LHBT-positieve bejegening Meer begrip met betrekking tot LHBT-leefstijlen De wachtlijsten zijn over het algemeen kort. De meeste LHBT s die ooit gebruik hebben gemaakt van LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam zijn tevreden over deze hulpverlening. 7

Aan welke voorwaarden moet goede LHBT-specifieke hulpverlening voldoen volgens hulpverleners en LHBT s? De 5 belangrijkste randvoorwaarden waar een goede LHBT-specifieke hulpverlener aan zou moeten voldoen volgens Amsterdamse LHBT s en aanbieders van LHBT specifieke hulpverlening: 1. Positieve waardering LHBT-identiteiten en leefstijlen 2. Goed weten wat er speelt in de LHBT-wereld 3. Bekend zijn met verwijsmogelijkheden naar sociaal/culturele voorzieningen voor LHBT s 4. Ervaring met hulpverlening aan LHBT s 5. Geregistreerd staan bij een beroepsvereniging met klacht/tuchtregeling Ten aanzien van LHBT-specifieke hulpverlening in het algemeen, dus los van de hulpverlener, waren zowel LHBT s als aanbieders van mening dat online vindbaarheid de belangrijkste randvoorwaarde vormt. In hoeverre beantwoordt het bestaande LHBT-specifieke hulpverleningsaanbod aan de vraag in Amsterdam? In grote lijnen is er aansluiting tussen de LHBT-specifieke hulpvraag van Amsterdamse LHBT s en het LHBT-specifieke hulpverleningsaanbod in Amsterdam. Bijna een derde van alle LHBT s die hebben meegedaan aan het onderzoek wil individuele gesprekken met een therapeut. Hiervoor kunnen met name lesbische vrouwen en homoseksuele mannen terecht bij diverse zelfstandig gevestigde therapeuten en twee GGZ instellingen, maar ook bij roze huisartsen. Het GGZ aanbod staat echter nergens omschreven als LHBT-specifiek en niet elke cliënt kan dit aanbod binnen de instelling vinden. Er is een klein aantal Amsterdamse therapeuten met een bispecifiek of een transspecifiek aanbod. Ook voor weinig geformuleerde hulpvragen, zoals bijvoorbeeld een cursus om psychosociale klachten te voorkomen, is een aanbod in Amsterdam te vinden, de hulpverleners lijken goed op de hoogte van verwijsmogelijkheden naar gespecialiseerde hulpverleners en sociaal-culturele voorzieningen voor LHBT s. Tevens is alle LHBT-specifieke problematiek en psychosociale problematiek die de LHBT s in dit onderzoek noemden, in beeld bij de LHBT-specifieke hulpverleners. Op een aantal punten lijkt het LHBT-specifieke aanbod echter niet geheel aan te sluiten op de vraag: - Relatief weinig lesbische vrouwen in LHBT-specifieke hulpverlening, terwijl er juist onder deze groep veel vraag is naar LHBT-specifieke hulpverlening; - Mogelijk onvoldoende (bekende of toegankelijke) gespecialiseerde hulpverlening voor transgenders; - Mogelijke vergrijzing van het LHBT-specifieke aanbod in de toekomst; - Onvoldoende bekendheid van het bestaan van LHBT-specifieke hulpverlening voor zowel Amsterdamse LHBT s als algemene hulpverleners. 8

Mogelijke verbeteringen binnen het (LHBT-specifieke) hulpverleningsaanbod in Amsterdam De inventarisatie laat zien dat er geen sprake is van een mismatch tussen vraag en aanbod. Wel is er ruimte voor verbeteringen binnen het veld van psychosociale (LHBT-specifieke) hulpverlening in Amsterdam. Gezamenlijk met vertegenwoordigers van diverse aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening, zoals GGZ instellingen, vrijgevestigde therapeuten en buddyzorg, met de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO), dienst WZS, COC Amsterdam en COC Nederland hebben we 9 aandachtspunten geformuleerd die aanzet kunnen geven tot die verbeteringen: 1. LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam is belangrijk De uitkomst dat LHBT s graag LHBT-specifieke hulpverlening bij LHBT-specifieke problematiek krijgen, ligt voor de hand. Dat LHBT s met algemene psychosociale klachten de voorkeur geven aan LHBT-specifieke hulpverlening is niet zo vanzelfsprekend. Kennelijk is de algemene hulpverlening in Amsterdam (nog) onvoldoende in staat om passende hulpverlening te bieden, die goed aansluit bij de problematiek en leefstijlen van LHBT s. 2. Kwaliteit van het LHBT-specifieke aanbod in kaart brengen Deze inventarisatie schept geen beeld van de kwaliteit van de LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam. Dit nodigt uit tot verder onderzoek of tot het ontwikkelen van manieren om de kwaliteit van het aanbod te meten. Mogelijke manieren zijn cliënttevredenheidsonderzoeken of een set criteria waar hulpverlening tenminste aan moet voldoen voordat het LHBT-specifiek genoemd mag worden, bijvoorbeeld in de vorm van een keurmerk. Een keurmerk ontwikkelen is echter een kostbare aangelegenheid. Het is belangrijk om goed na te gaan of een keurmerk wel hét middel is om de kwaliteit van het LHBT-specifieke hulpverleningsaanbod in Amsterdam te toetsen, alvorens er tijd, geld en energie in te investeren. 3. Bekendheid en vindbaarheid LHBT-specifieke hulpverlening verbeteren De inventarisatie laat zien dat veel Amsterdamse LHBT s onbekend zijn met het bestaan van LHBTspecifieke hulpverlening. Verder vinden zowel Amsterdamse LHBT s (mogelijke hulpvragers) als Amsterdamse aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening online vindbaarheid zeer belangrijk. Het verdient daarom aanbeveling een goede, gemakkelijk vindbare en gebruiksvriendelijke online bron van actuele en relevante informatie op het gebied van LHBT-specifieke hulpverlening te ontwikkelen. De belangrijkste Amsterdamse GGZ instellingen blijken LHBT-specifiek aanbod te hebben, dat echter moeilijk te vinden is voor zowel hulpvragers als hulpaanbieders. Er is nog zeer veel ruimte voor verbetering van de zichtbaarheid en vindbaarheid van het LHBT-specifieke aanbod binnen de GGZ instellingen. De eigen website vormt een goed begin om deze zichtbaarheid en vindbaarheid te vergroten. Tevens is het belangrijk om al het Amsterdamse LHBT-specifieke aanbod beter bekend te maken onder algemene hulpverleners. Algemene hulpverleners kunnen dan sneller, beter en gerichter mensen doorverwijzen naar de specifieke hulpverlening, indien nodig. 9

4. Aandacht voor LHBT-specifieke problematiek en hulpverlening binnen opleidingen Uit de inventarisatie blijkt dat de meeste aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening geen medewerkers met een afgeronde opleiding op het gebied van LHBT-specifieke hulpverlening in huis hebben. Tevens lijkt er onvoldoende aandacht voor LHBT-specifieke problematiek en hulpverlening binnen opleidingen voor therapeuten. Als door vergrijzing kennis en expertise op het gebied van LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam verdwijnt, is het belangrijk dat een jongere generatie het stokje over kan nemen. Er blijkt immers een grote vraag naar LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam te bestaan. Aandacht voor LHBT-specifieke problematiek en hulpverlening binnen opleidingen voor therapeuten stelt deze jongere generatie in staat om aan die vraag te voldoen. 5. Aandacht voor LHBT-identiteit en specifieke problematiek binnen de algemene hulpverlening Het verdient aanbeveling om aandacht voor LHBT-identiteit en specifieke problematiek beter in te bedden binnen de algemene hulpverlening. Het is belangrijk dat de algemene hulpverlening LHBTvriendelijk en LHBT-sensitief is, zodat hulpverleners bij LHBT-specifieke problematiek doorverwijzen naar een collega die is gespecialiseerd in LHBT-specifieke hulpverlening. Tevens dienen hulpverleners open te staan voor de eigen beperkingen bij het begeleiden van bepaalde doelgroepen. 6. Netwerk en/of regiehouder LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam Wat de aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam het meest missen is samenhang in de vorm van een kenniscentrum of netwerk. Ze missen een centrale locatie alsmede kenniscentrum dat op overstijgende wijze kennis over LHBT-specifieke problematiek en hulpverlening deelt en waar hulpverleners met elkaar in contact kunnen treden. Tevens willen ze beter op de hoogte zijn van elkaars praktijk en deskundigheid en meer uitwisseling en gezamenlijke signalering van trends in hulpvragen/problematiek. Als een Amsterdams netwerk rondom LHBT-specifieke hulpverlening wordt opgezet, is het belangrijk dat een neutrale partij de regie houdt over dit netwerk. 7. Differentiëren ten aanzien van L, H, B of T De inventarisatie laat zien dat de diverse groepen die onder LHBT geschaard worden, verschillende problematiek en hulpvragen hebben. Door lesbische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuele mannen en vrouwen, transgenders en transseksuelen over één kam te scheren onder de noemer LHBT kunnen de onderlinge verschillen en behoeften onder deze groepen onzichtbaar worden. Bovendien lijken LHBT-specifieke hulpverleners zich vaak te specialiseren op de problematiek van één groep. Een hulpverlener is dus vaak niet LHBT-specifiek, maar bijvoorbeeld vooral LH-specifiek. Dit is met name relevant voor de transgendergroep. Transgenders zijn welkom bij alle aanbieders die zichzelf LHBT-specifiek noemen, maar voor gespecialiseerde transspecifieke hulpverlening kunnen ze alleen terecht bij een paar praktijken van zelfstandige therapeuten en bij Transvisie Zorg. 10

Het is dan ook wenselijk om goed onderscheid te maken tussen hulpverlening specifiek gericht op problematiek rondom seksuele gerichtheid en hulpverlening specifiek gericht op problematiek rondom genderidentiteit. Tevens is een goed, gemakkelijk vindbaar en actueel online overzicht van T-specifieke hulpverlening (in Amsterdam) noodzakelijk. 8. Aandacht voor LHBT-jongeren binnen hulpverlening belangrijk Op 17 oktober 2012 is een motie in de Amsterdamse gemeenteraad aangenomen waarin het college wordt verzocht te bevorderen dat er binnen de hulpverlening nadrukkelijker aandacht komt voor de specifieke problematiek van LHBT jongeren (Akel et al., 2012; Van der Burg, 2012). Uit de inventarisatie blijkt geen duidelijke mismatch tussen vraag en aanbod voor LHBT jongeren. Wel bieden de enquête-antwoorden van de aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening en de respondenten tussen 16-24 jaar aanknopingspunten om de nadrukkelijker aandacht voor LHBT jongeren uit bovengenoemde motie vorm te geven: - Amsterdamse organisaties op het gebied van jeugdhulpverlening hebben veelal niet geantwoord op de mailing of gaven aan geen LHBT-specifieke aanbod te hebben. Specifieke problematiek van LHBT jongeren lijkt dus niet zo op het netvlies van de jeugdhulpverlening te staan; - LHBT jongeren tussen 16-24 zijn in zorg bij zelfstandig gevestigd therapeuten. Er zijn echter bijzonder weinig aanbieders van psychosociale LHBT-specifieke hulpverlening die jongeren als aparte doelgroep benoemen; - Vergeleken met de andere aanbieders, hebben zelforganisaties en belangenbehartigingsorganisaties de meeste LHBT jongeren in beeld; - Problematiek die door de respondenten tussen 16-24 jaar werd genoemd: moeite met het accepteren van de eigen seksuele identiteit, je weg vinden binnen de LHBT scene, eenzaamheid, sombere gevoelens en (sociale) angst; - De respondenten tussen 16-24 jaar hadden voornamelijk behoefte aan individuele gespreksvoering met een hulpverlener, voorlichting en (doorverwijzing naar) ontmoetingsgelegenheid buiten de uitgaanswereld; - Veel respondenten tussen 16-24 jaar gaven aan voorkeur te hebben voor kosteloze hulpverlening, binnen een grotere organisatie op het gebied van gezondheid en welzijn, gevestigd in een discreet gebouw. Zij vonden het met name belangrijk dat LHBT-specifieke hulpverlening de zekerheid op een positieve waardering van LHBT identiteiten biedt en dat een LHBT-specifieke hulpverlener goed weet wat er speelt binnen de LHBT wereld. 9. Veel behoefte aan ontmoetingsgelegenheid buiten de uitgaanswereld Een verassende uitkomst van de inventarisatie is de grote behoefte aan een georganiseerde vorm van ontmoeting voor LHBT s buiten de uitgaanswereld. Voorbeelden zijn LHBT sportverenigingen of ontmoetingsavonden. Op basis van de inventarisatie kunnen we niet zeggen of er (on)voldoende ontmoetingsgelegenheid is of dat het aanbod (on)voldoende bekend is onder Amsterdamse LHBT s. Het is mogelijk dat er geen volledig en/of actueel overzicht bestaat van al het Amsterdamse aanbod op ontmoetingsgebied, dat LHBT s de weg naar ontmoetingsgelegenheid onvoldoende kennen of dat het aanbod te hoogdrempelig is. Hier lijkt een rol voor de belangenbehartigingsorganisaties en zelforganisaties weggelegd; als er een goede, gemakkelijk vindbare en gebruiksvriendelijke online bron van actuele en relevante informatie op het gebied van LHBT-specifieke hulpverlening tot stand komt, dan zou een parallelle informatiebron op het gebied van LHBT ontmoetingsgelegenheid buiten de uitgaanswereld een welkome aanvulling zijn. 11

1. Wat is LHBT-specifieke hulpverlening? 1.1 LHBT-specifieke problematiek Heteronormatieve maatschappelijke verhoudingen positioneren LHBT s als een minderheidsgroep binnen de samenleving. LHBT s ervaren dan ook stressoren die specifiek zijn voor hen als minderheidsgroep, voortkomend uit bijvoorbeeld stigma, vooroordelen en discriminatie. Deze stressoren komen boven op algemene stressoren die iedereen kan meemaken, zoals bijvoorbeeld baanverlies of het overlijden van een naaste. Deze extra stressoren bestaan uit externe minderheidsstress, zoals het meemaken van homonegatief gedrag of het gebrek aan acceptatie in de omgeving (Meyer, 2003). LHBT s kunnen tevens interne minderheidsstress ervaren: het verwachten van afwijzing op basis van de eigen seksuele gerichtheid, geïnternaliseerde homonegativiteit of het verbergen van de eigen seksuele gerichtheid. Naast interne en/of externe minderheidsstress kunnen LHBT s gedurende hun leven andere problematiek ervaren die verband houdt met hun seksuele gerichtheid en/of hun genderidentiteit. Voorbeelden van deze LHBT-specifieke problematiek: - Problemen rondom de eigen identiteit en zelfacceptatie - Coming out en openheid - Verhouding tot / eigen weg vinden binnen een homo / lesbische scene - Botsing tussen eigen seksuele gerichtheid en religieuze beleving - Gendervraagstukken / zich niet thuis voelen in het eigen lichaam - Roze ouderschap / roze kinderwens - (Hiv-gerelateerde problematiek: hiv is niet LHBT-specifiek, maar komt vaker voor bij mannen die seks hebben met mannen dan onder het overige deel van de bevolking) Minderheidsstress en andere LHBT-specifieke problematiek kunnen een negatieve invloed hebben op de psychosociale gezondheid van LHBT s (Bos & Ehrhardt, 2010; Cochran et al., 2003; Kuyper & Fokkema, 2011; Mays & Cochran, 2001; Meyer, 1995 & 2003; Van Bergen & Van Lisdonk, 2010; Van Husen et al., 2012; Renkens et al., 2011). Nederlandse en internationale onderzoeken laten zien dat homoseksuele, lesbische en biseksuele personen vaker last hebben van psychische klachten dan het overige deel van de bevolking (Cochran & Mays, 2000; Cochran et al., 2003; Sandfort et al., 2006): Zo lijden lesbische vrouwen bijvoorbeeld vaker aan depressies en paniekstoornissen en rapporteren zij ook vaker wantrouwen en slaapproblemen dan heteroseksuele vrouwen (Bos & Ehrhardt, 2010; Gilman et al., 2001). Ze geven minder vaak aan gelukkig te zijn en hebben minder vertrouwen in de toekomst dan heteroseksuele vrouwen (Nieuwenhuis et al., 2009). Tevens rapporteren lesbische vrouwen vaker overmatig alcohol- en drugsgebruik (Sandfort et al., 2001). Homoseksuele mannen hebben relatief vaak last van stemmings- en angststoornissen en paniekaanvallen (Cochran et al., 2003; Sandfort et al., 2001). Biseksuele mannen en vrouwen lijken vaker psychische klachten te ervaren dan homoseksuele mannen en lesbische vrouwen (Hospers & Keuzenkamp, 2010). Tevens hebben zij te maken met specifieke kwesties zoals negatieve beeldvorming over hun relaties, sociale druk om voor een homoseksuele of heteroseksuele identiteit te kiezen of afwijzing binnen zowel hetero- als lesbische en homokringen (Van Lisdonk & Kooiman, 2012). Biseksuele vrouwen hebben meer moeite met hun 12

eigen seksuele oriëntatie dan lesbische vrouwen en zijn minder open over hun seksuele gerichtheid (Bos & Ehrhardt, 2010). Ook biseksuele mannen rapporteren beduidend minder zelfacceptatie en openheid dan homoseksuele mannen (Hospers & Keuzenkamp, 2010). LHBT s (zowel mannen als vrouwen) lijden tevens vaker tegelijkertijd aan verschillende psychische of psychiatrische stoornissen, denken vaker aan suïcide en doen ook vaker een poging hiertoe (De Graaf et al., 2006; Van Bergen et al., 2013). Recent onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau laat zien dat (sterke) eenzaamheid, psychische problemen en suicidaliteit vaker voorkomen onder transgenders dan onder de Nederlandse bevolking in het algemeen. Van de transgenders die deelnamen aan het SCP onderzoek, was twee derde eenzaam, een kwart (zeer) sterk eenzaam, meer dan de helft had suïcidegedachten, 21% had daadwerkelijk een zelfmoordpoging ondernomen en de helft had psychische klachten (Keuzenkamp, 2012). Suicidaliteit en andere psychische klachten, zoals sociaal isolement, straatvrees, alcohol- en drugsverslaving en depressie worden tevens genoemd in andere onderzoeken naar transgenders (Kedde & Van Berlo, 2011; Vennix, 2010; Motmans et al., 2009; Eisfeld et al., 2006). Als een persoon een gezondheidsklacht ervaart, ontstaat een behoefte aan hulpverlening. Deze zorgbehoefte kan leiden tot een specifieke hulpvraag die vervuld kan worden door het aanbieden van specifieke hulpverlening (Blömer & Janssens, 2002). Zorgbehoefte hoeft niet exact overeen te komen met een hulpvraag. Een voorbeeld: een homoseksuele man ervaart hiv-gerelateerde psychische klachten en voelt zich erg eenzaam. Hij heeft behoefte aan hulpverlening en wil eens met iemand praten ; individuele gespreksvoering met een therapeut. Wellicht zijn een buddy of een praatgroep vormen van hulpverlening die beter bij de problematiek van deze man passen. Alleen een hulpverlener met verstand van zaken kan inzicht bieden in de best passende hulpverleningsvormen. Dit onderzoek brengt de hulpverlening in kaart waarvan Amsterdamse LHBT s aangeven dat ze er behoefte aan hebben. 1.2 LHBT-specifieke hulpverlening LHBT-specifieke hulpverlening richt zich op de specifieke gezondheidsproblemen van LHBT s en op het terugdringen van de gezondheidsverschillen tussen LHBT s en het overige deel van de bevolking door LHBT-gezondheid te bevorderen. Ervaringen met negatieve bejegening maken dat sommige LHBT s zich prettiger voelen als zij worden geholpen door personen of organisaties die een duidelijke loyaliteit naar LHBT s uitstralen (Savenije, 2012). In dit onderzoek hanteren wij de volgende criteria voor LHBT-specifieke hulpverlening: Hulpverlening is LHBT-specifiek als: - LHBT s als doelgroep of als risicogroep zijn benoemd - De hulpverlening zich richt op (de specifieke gezondheidsproblemen van) LHBT s - De aanbieder beschikt over specifieke kennis en expertise over LHBT s door opgedane ervaring en/of opleiding Het gaat dus niet om homovriendelijkheid in de hulpverlening. Het gaat om LHBT-vriendelijke en LHBT-sensitieve hulpverlening die specifiek, maar niet noodzakelijkerwijs uitsluitend, is gericht op LHBT s. Kenmerkend is specifieke aandacht voor de LHBT-doelgroepen. 13

2. Inventarisatie 2.1 Aanleiding voor de inventarisatie In december 2011 heeft de gemeenteraad van Amsterdam een motie aangenomen waarin het college wordt verzocht: - De specifieke zorgvraag en aanbod aan LHBT s op het gebied van (lichte) begeleiding en buddyzorg in kaart te brengen; - Na te gaan in hoeverre zorgverzekeraars en/of andere zorgpartners zouden kunnen voorzien bij een mogelijke mismatch tussen vraag en aanbod. (Ulichki et al., 2011) De reden voor de motie is het wegvallen van LHBT-specifiek hulpverleningsaanbod vanuit de Hiv Vereniging (afdeling Amsterdam) en Schorer. De Hiv Vereniging en Schorer hebben de afgelopen jaren activiteiten ontplooid die tot doel hadden de psychosociale gezondheid van LHBT s te verbeteren. Het gaat om verschillende vormen van lichte begeleiding, met name buddyzorg en het bieden van ontmoetingsgelegenheid met gelijkgestemden. Bij de Hiv Vereniging gaat het voornamelijk om het bieden van ondersteuning aan homoseksuele mannen met hiv. Schorer bood hulp aan LHBT s die in een moeilijke situatie verkeren. De Hiv Vereniging en Schorer hebben in 2011 bij de dienst WZS een aanvraag gedaan voor subsidie in 2012. Beide aanvragen zijn door de gemeente afgewezen, omdat zij niet voldeden aan de criteria van de nieuwe subsidieverordening en beleidsprioriteiten. Dit maakte dat bovengenoemd hulpverleningsaanbod voor specifieke groepen LHBT s kwam te vervallen. Dit kan een leemte veroorzaken in het hulpverleningsaanbod voor deze doelgroep. Bovendien is Schorer falliet verklaard in maart 2012. WZS heeft de GGD Amsterdam de opdracht gegeven voor een inventarisatie van LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam: in kaart brengen van vraag en aanbod. Deze rapportage is een beschrijving van de resultaten van deze inventarisatie. 2. 2 Doelstelling en onderzoeksvragen Dit onderzoek beoogt LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam in kaart te brengen; zowel de vraag- als aanbodzijde. Op basis van de onderzoeksdoelstelling en in afstemming met WZS zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Hoe ziet de LHBT-specifieke hulpvraag in Amsterdam eruit? 2. Wat voor LHBT-specifiek hulpverleningsaanbod bestaat er in Amsterdam in 2012? 3. Aan welke voorwaarden moet LHBT-specifieke hulpverlening voldoen volgens hulpverleners en LHBT s? 4. In hoeverre beantwoordt het bestaande LHBT-specifieke hulpverleningsaanbod aan de vraag in Amsterdam? 5. In het geval het hulpverleningsaanbod niet voldoet aan de vraag vanuit Amsterdamse LHBT s: hoe kan een betere match tussen vraag en aanbod tot stand worden gebracht? 14

2.3 Hoe is het onderzoek uitgevoerd? De vraag naar LHBT-specifieke hulpverlening in Amsterdam en het Amsterdamse aanbod van LHBTspecifieke hulpverlening zijn in kaart gebracht door: - Online enquête onder 336 LHBT Amsterdammers - Interviews met 6 LHBT Amsterdammers - Internet search en mailing naar minstens 800 Amsterdamse zorgaanbieders - Online enquête onder 119 aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening - Interviews, telefoongesprekken en korte vragenlijsten met/door 21 aanbieders van LHBTspecifieke hulpverlening Elke methode wordt hieronder kort toegelicht. Online enquête LHBT Amsterdammers Op basis van literatuuronderzoek, interviews met hulpverleners en LHBT Amsterdammers is een vragenlijst over LHBT-specifieke hulpverlening samengesteld. De volgende onderwerpen kwamen in de vragenlijst aan bod: - Achtergrondgegevens respondent - Behoefte aan ondersteuning of hulp en onderliggende problematiek - Ervaring met LHBT-specifieke hulpverlening - Belangrijke aspecten LHBT-specifieke hulpverlening (meerwaarde en randvoorwaarden) Zie bijlage 4 voor de vragenlijst. De vragenlijst is in november 2012 in de vorm van een online enquête uitgezet via verschillende kanalen, zoals het COC, migrantenzelforganisaties, transgenderorganisaties, Gay and Lesbian Switchboard, Amsterdamse LHBT netwerken, de mailinglijst van Gert Hekma (UvA), via respondenten van eerder onderzoek en het persoonlijke netwerk van de onderzoekers. In totaal is de oproep aan ongeveer 400 e-mailadressen verstuurd. Tevens heeft een oproep voor deelname aan de enquête op Gay.nl gestaan. Al snel bleek dat weinig transgenders de enquête invulden. Daarom hebben de onderzoekers nog extra aandacht besteed aan werving van respondenten via Amsterdamse transgenderorganisaties. Interviews LHBT Amsterdammers De interviews vonden zowel voor als na de online enquête plaats. De resultaten uit de interviews voor de enquête gaven sturing aan de enquêtevragen. De interviews die na de enquête gehouden zijn, boden verdieping van de kwantitatieve gegevens die de enquête had opgeleverd. De interviews waren semigestructureerd; aan de hand van een interviewschema gingen de onderzoekers met respondenten in gesprek over hun ervaringen met LHBT-specifieke hulpverlening en LHBT-specifieke hulpvragen. Zie bijlage 5 voor het interviewschema. De thema s die in de interviews aan bod kwamen: - Achtergrondgegevens respondent - Problematiek en behoefte aan hulpverlening - Psychosociale hulpverlening (LHBT-specifiek, algemeen, ervaringen) - Belang en randvoorwaarden goede LHBT-specifieke hulpverlening - Suggesties en ideeën t.a.v. LHBT-specifieke hulpverlening 15

De interviews vonden plaats op een tijdstip en locatie naar keuze van de respondenten, bijvoorbeeld bij de GGD Amsterdam of bij de respondent thuis. Respondenten konden een voorkeur voor een mannelijke of vrouwelijke interviewer aangeven. Na afloop van het interview ontvingen de respondenten een VVV bon van EUR 17.50 als bedankje voor hun deelname. Internetsearch en mailing Amsterdamse zorgaanbieders Per e-mail is getracht zoveel mogelijk aanbieders van psychosociale hulpverlening in Amsterdam aan te schrijven met de vraag Biedt u psychosociale hulpverlening speciaal gericht op LHBT s, en zo ja, waaruit bestaat uw aanbod?. Ten eerste zijn alle therapeuten en organisaties aangeschreven die gevestigd zijn in Amsterdam en geregistreerd staan op www.rozehulpverlening.nl en op Gay and Lesbian Switchboard. Ook de grote GGZ- en welzijnsinstellingen zijn aangeschreven. Indien er geen reactie werd ontvangen, is een herinnering gestuurd. Daarnaast zijn eenmaal alle mogelijk relevante hulpverleners aangeschreven die met een e-mailadres geregistreerd staan op de Sociale Kaart van de GGD Amsterdam. Omdat blijkt dat veel huisartsen, psychologen en psychiaters niet met hun e-mailadres geregistreerd staan op de Sociale Kaart van de GGD Amsterdam, is getracht deze groepen via andere kanalen te bereiken. Daarom is de oproep verspreid via de website van 1ste Lijn Amsterdam en de website van de Huisartsenkring Amsterdam. Tevens hebben de leden van de Huisartsenkring Amsterdam, de Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen (regio Amsterdam), de Vereniging van Vrijgevestigde Psychiaters Amsterdam en Omstreken en de Regionale Vereniging van Vrijgevestigde Psychotherapeuten Amsterdam de oproep via deze verenigingen per e-mail ontvangen. Ook is de oproep uitgezet via een netwerk van roze huisartsen. Korte vragenlijsten en interviews met hulpverleners Naar aanleiding van de mailing zijn korte vragenlijsten verstuurd waarin aanbieders hun aanbod konden toelichten. Tevens vonden semigestructureerde interviews plaats. Tijdens de interviews werden de volgende onderwerpen besproken: - LHBT-specifiek hulpverleningsaanbod in Amsterdam - LHBT-specifiek aanbod vanuit de eigen praktijk / organisatie - Randvoorwaarden goede LHBT-specifieke hulpverlening - Vraag naar LHBT-specifieke hulpverlening en onderliggende problematiek - Ideeën en suggesties Zie bijlage 6 voor het interviewschema. De vragenlijsten en interviews gaven sturing aan de vragenlijst voor de online enquête. 16

Online enquête onder aanbieders van LHBT-specifieke hulpverlening Op basis van literatuuronderzoek, interviews met hulpverleners en LHBT Amsterdammers is een vragenlijst samengesteld. De volgende onderwerpen kwamen in de vragenlijst aan bod: - Huidig LHBT-specifiek aanbod - LHBT-cliënten in zorg - Hulpvraag LHBT-cliënten - Belang en randvoorwaarden goede LHBT-specifieke hulpverlening - Achtergrond hulpverleners Zie bijlage 7 voor de gehele vragenlijst. In november 2012 zijn alle 100 organisaties en praktijken die naar aanleiding van de mailing hadden aangegeven LHBT-specifieke hulpverlening aan te bieden, uitgenodigd om de online enquête in te vullen. Tevens is een uitnodiging gestuurd naar 19 organisaties die niet op de mailing hadden gereageerd, maar waarvan het heel aannemelijk was dat zij LHBT-specifieke hulpverlening aanboden. 17

Resultaten : vraag naar LHBT- specifieke hulpverlening De resultaten in hoofdstukken 3 en 4 komen voort uit eerdergenoemde interviews en een online enquête onder LHBT Amsterdammers. In totaal zijn 6 LHBT Amsterdammers geïnterviewd: - 1 lesbische vrouw - 2 homoseksuele mannen - 1 biseksuele man - 2 transgenders Aan de enquête hebben in totaal 336 LHBT Amsterdammers meegedaan. Zie onderstaande tabel: Tabel 2.1 Leeftijd, gender en seksuele gerichtheid van de onderzoekspopulatie van de enquête Lesbische vrouwen Biseksuele vrouwen Homoseksuele mannen Biseksuele mannen Transgenders Totaal 16-24 Aantal 5 2 42 2 1 52 Percentage 8,2% 22,2% 17,5% 13,3% 9,1% 15,5% 25-34 Aantal 14 3 45 4 0 66 Percentage 23,0% 33,3% 18,8% 26,7% 0,0% 19,6% 35-44 Aantal 15 1 58 1 5 80 Percentage 24,6% 11,1% 24,2% 6,7% 45,5% 23,8% 45-54 Aantal 15 1 48 3 2 69 Percentage 24,6% 11,1% 20,0% 20,0% 18,2% 20,5% 55-74 Aantal 12 1 46 5 3 67 Percentage 19,7% 11,1% 19,2% 33,3% 27,3% 19,9% 75+ Aantal 0 1 1 0 0 2 Percentage 0,0% 11,1% 0,4% 0,0% 0,0% 0,6% Totaal Aantal 61 9 240 15 11 336 Percentage 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Relatief veel homoseksuele mannen hebben deelgenomen aan de enquête, terwijl transgenders (11), biseksuele mannen en vrouwen (resp. 15 en 9) ondervertegenwoordigd zijn binnen de onderzoekspopulatie. Afgezien van de 75 plussers, zijn alle leeftijdscategorieën vrij gelijk vertegenwoordigd binnen het onderzoek. Verder is er binnen de enquête een oververtegenwoordiging van LHBT s van Nederlandse afkomst, met een HBO/WO opleiding en/of fulltime baan. Zie bijlage 1 tabellen 2.2 t/m 2.5 voor het volledige overzicht van de achtergrondgegevens van de LHBT s die hebben meegedaan aan het onderzoek. 18

3. Bij welke problematiek hebben Amsterdamse LHBT s behoefte aan hulpverlening? Aan de LHBT s die hebben deelgenomen aan de enquête en de interviews is gevraagd bij welke problematiek/klachten zij behoefte hadden aan ondersteuning of hulp. Zie bijlage 2 voor alle tabellen bij dit hoofdstuk. In totaal had 59% van de lesbische vrouwen en 47,5% van de homoseksuele mannen die mee hebben gedaan aan de enquête minstens één probleem waarbij ze hulp of ondersteuning wensten. Bij lesbische vrouwen in de leeftijd van 16 tot en met 44 jaar was dit percentage zelfs 82,3%. Bij homoseksuele mannen is van een dergelijke concentratie van problematiek in een bepaalde leeftijdscategorie geen sprake. Zie bijlage 2 tabellen 3.1 en 3.2. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke LHBT-specifieke problematiek en welke psychosociale klachten LHBT s rapporteerden. 3.1 LHBT-specifieke problematiek Respondenten is de volgende vraag voorgelegd: Heb je in de afgelopen 12 maanden behoefte gehad aan ondersteuning of hulp bij onderwerpen die met je seksuele gerichtheid of genderidentiteit te maken hebben? 1. Identiteit en zelfacceptatie. Homoseksueel / lesbisch / biseksueel / transgender zijn 2. Coming out en openheid 3. Mijn verhouding tot de homo/lesbische/biseksuele/transgender scene 4. Discriminatie, pesterijen, negatief bejegend worden omdat ik homoseksueel, lesbisch, biseksueel of transgender ben 5. Botsing met familieleden of leden uit mijn gemeenschap omdat ik homoseksueel, lesbisch, biseksueel of transgender ben 6. Botsing tussen mijn seksuele identiteit en mijn eigen overtuigingen over mijn cultuur of religie 7. Roze ouderschap / kinderwens 8. Partnerrelaties Ongeveer een derde van de respondenten gaf aan problemen te ervaren rondom tenminste 1 thema. Tabel 3.3 Behoefte gehad aan ondersteuning / hulp bij onderwerpen gerelateerd aan seksuele gerichtheid of genderidentiteit in de afgelopen 12 maanden Ten minste één LHBT-specifiek probleem Lesbische vrouwen (n=61) 36,9% Biseksuele vrouwen (n=9) 46,7% Homoseksuele mannen (n=240) 27,5 % Biseksuele mannen (n=15) 55,6% Transgenders (n=11) 63,6% 19

Maar liefst 36,9% van de lesbische respondenten had behoefte aan ondersteuning of hulp rondom een LHBT-specifiek thema. Deze behoefte is vooral groot binnen de leeftijdsgroepen tussen 16 en 45 jaar: 19 van de 34 (55,9%) vrouwen uit deze leeftijdsgroep had een hulpvraag ten aanzien van een LHBT-specifiek thema. Het thema van de hulpbehoefte varieert sterk. De belangrijkste hulpbehoeften liggen op het terrein van partnerrelaties en roze ouderschap / kinderwens. Zie bijlage 2 tabel 3.4. Homoseksuele mannen die de enquête hebben ingevuld, hadden minder vaak behoefte aan hulpverlening rondom een onderwerp gerelateerd aan hun seksuele gerichtheid: 66 van de 240 respondenten (27,5%) had LHBT-specifieke problematiek. De hulpvragen van homoseksuele mannen zijn ook minder sterk geconcentreerd in een bepaalde leeftijdscategorie dan het geval was bij lesbische vrouwen. Wel blijken jonge homoseksuele mannen (16-24 jaar oud) relatief vaak een hulpbehoefte te hebben rondom het accepteren van hun seksuele identiteit en ten aanzien van hun verhouding tot de LHBT-scene. Ook valt op dat onder homomannen van 35 tot en met 44 jaar de hulpbehoeften vooral betrekking hebben op discriminatie en partnerrelaties. Zie bijlage 2 tabel 3.5. Als we kijken naar de resultaten van de biseksuelen en transgenders, valt op dat de hulpbehoeften vooral betrekking hebben op zelfacceptatie. Daarnaast hebben vier van de negen biseksuele mannen behoefte aan hulpverlening rondom hun verhouding tot de LHBT-scene en hebben drie van de negen biseksuele mannen behoefte aan ondersteuning met betrekking tot partnerrelaties. Zie bijlage 2 tabel 3.6. Als ik hetero was geweest, dan had ik een gelukkiger leven geleefd. Ik vind het moeilijk om in cafés of bars mensen aan te spreken, om vrienden te vinden en sowieso een partner te vinden. Ik ervaar veel spanning om met andere homo s om te gaan. Ik had al wat klachten, maar toen het pestgedrag van een collega daarbovenop kwam, kreeg ik een totale burn-out. Het pesten had ook te maken met homo. Dus ik vind het een behoorlijke teleurstelling, mijn homozijn. 3.2 Psychosociale klachten Respondenten is ook gevraagd of zij behoefte hadden aan ondersteuning of hulp bij een aantal klachten dat niet noodzakelijkerwijs is gerelateerd aan hun identiteit als LHBT. Heb je in de afgelopen 12 maanden behoefte gehad aan ondersteuning of hulp bij psychosociale klachten, zoals 1. Eenzaamheid en isolatie 2. Seksualiteit en/of intimiteit 3. Geweld en/of veiligheid 4. Seksueel misbruik 5. (Sociale) angst 6. Paniekaanvallen 7. Slaapproblemen 8. Verlies / rouw 9. Sombere gevoelens 10. Gedachten aan zelfmoord 11. Levenfases / ouder worden 12. Alcohol/druggebruik, verslaving 13. Hiv of een andere chronische aandoening 14. Anders, namelijk 20

Vierenveertig procent van de respondenten geeft aan rondom minimaal één van die klachten een hulpbehoefte te hebben. Tabel 3.7 Behoefte gehad aan ondersteuning / hulp psychosociale klachten in de afgelopen 12 maanden Ten minste één klacht Lesbische vrouwen (n=61) 50,8% Biseksuele vrouwen (n=9) 55,6% Homoseksuele mannen (n=240) 41,7 % Biseksuele mannen (n=15) 33,3% Transgenders (n=11) 63,6% Opnieuw geldt dat lesbische vrouwen vaker dan homoseksuele mannen aangeven dat zij een hulpbehoefte hebben. Maar liefst de helft van de lesbische respondenten gaf aan tenminste psychosociale klacht te ervaren. Voor de homoseksuele mannen lag dit percentage op 41,7%. Wanneer we kijken naar de antwoorden van de lesbische vrouwen, valt op dat maar liefst een derde van hen aangaf behoefte te hebben aan ondersteuning bij sombere gevoelens. Hiermee kampen opnieuw vooral de respondenten die jonger zijn dan 45 jaar: 19 van de 34 respondenten (52,9%) in deze leeftijdscategorie. Sowieso hebben respondenten tot 45 jaar vaker een hulpbehoefte dan oudere respondenten. Verder hebben de lesbische respondenten regelmatig hulpvragen met betrekking tot eenzaamheid en isolatie, seksualiteit en intimiteit, (sociale) angst en gedachten aan zelfmoord. Zie bijlage 2 tabel 3.8. Ik heb daar nog wel jarenlang last van gehad, dat ik echt paniekangsten had. Meestal kreeg ik het als ik bijvoorbeeld door een winkelstraat liep en daar waren heel veel mensen of drukte, dan kreeg ik het meestal. Een beetje pleinvreesachtig. Ook homoseksuele mannen hebben regelmatig één of meerdere hulpvragen. Ruim vier op de tien respondenten geeft aan hulp of ondersteuning te willen bij ten minste één psychosociale klacht. Ook onder de homoseksuele mannen is somberheid de meest genoemde klacht, hoewel dit aanzienlijk minder vaak het geval is dan bij lesbische vrouwen. Wel is ook hier de hulpbehoefte het grootst onder de leeftijdsgroep tussen 16 en 44 jaar (34 van de 145: 23,4%). Daarnaast gaf bijna één op de zes homoseksuele mannen aan behoefte te hebben aan ondersteuning vanwege eenzaamheid en isolatie. Andere problemen waarvoor meer dan één op de tien respondenten graag hulp of ondersteuning zouden ontvangen, zijn seksualiteit en/of intimiteit en slaapproblemen. Deze hulpvragen concentreren zich bij respondenten met een leeftijd tussen 24 en 55 jaar. Zie bijlage 2 tabel 3.9. Bij de kleinere groepen respondenten zien we dat transgenders (4 uit 11) en biseksuele vrouwen (3 uit 9) en mannen (3 uit 15) relatief vaak een hulpbehoefte articuleren rondom seksualiteit en intimiteit. Daarnaast rapporteerden de biseksuele vrouwelijke respondenten veel problematiek en gaven de transgender respondenten vaak (6 uit 11) aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij sombere gevoelens. 21

4. Aan welke hulpverlening hebben Amsterdamse LHBT s behoefte? 4.1 Soorten hulpverlening Respondenten is ook gevraagd aan wat voor type hulpverlening zij behoefte hebben gehad in de afgelopen twaalf maanden. De antwoorden zijn samengevat in onderstaande tabel. Tabel 4.1 Behoefte per soort hulpverlening. % Lesbische Biseksuele vrouwen vrouwen (n=61) (n=9) Individuele gespreksvoering Praktische ondersteuning Homoseksuele mannen (n=240) Biseksuele mannen (n=15) Transgenders (n=11) Totaal 36,1 44,4 27,5 20,0 36,4 29,9 6,6 11,1 7,5 13,3 18,2 8,0 Praatgroep 6,6 11,1 3,8 6,7 18,2 5,1 Cursus 3,3 11,1 3,8 0 9,1 3,9 Voorlichting 3,3 11,1 4,2 0 9,1 4,2 Buddy 4,9 0 7,5 6,7 18,2 7,1 Doorverwijzing 9,8 0 5,8 0 45,5 8,6 gespecial. hv. Doorverwijzing naar LHBT ontmoeting 8,8 44,4 4,2 6,7 18,2 7,7 Drie op de tien respondenten gaven aan behoefte te hebben aan één-op-ééngesprekken met een hulpverlener. Naar andere vormen van hulp blijkt onder de respondenten een aanzienlijk minder grote vraag te zijn. Het patroon dat we door de groepen heen zagen, zien we ook terug onder lesbische vrouwen tot 45 jaar: veel respondenten hebben een voorkeur voor individuele gespreksvoering met een hulpverlener. Zie bijlage 3 tabel 4.2. Bij meer dan tien procent van de homoseksuele mannen in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar blijkt behoefte te zijn aan voorlichting en aan ontmoetingsgelegenheden buiten het uitgaansleven. Meer dan tien procent van de homoseksuele mannen in de leeftijdsgroep 35-44 gaf aan in de afgelopen twaalf maanden behoefte te hebben gehad aan een buddy en aan doorverwijzing naar een gespecialiseerde hulpverlener. En binnen de leeftijdsgroepen 25-34 en 44-54 had meer dan tien procent behoefte aan (praktische) ondersteuning bij het inrichten van hun leven. Zie bijlage 2 tabel 4.3. Van de transgenders had bijna de helft behoefte aan doorverwijzing naar een gespecialiseerde hulpverlener. Van de negen biseksuele vrouwen die de lijst hebben ingevuld, zijn er vier die het afgelopen jaar behoefte hebben gehad aan doorverwijzing naar een ontmoetingsgelegenheid voor LHBT s buiten het uitgaansleven. 22

In de enquête is naast de vragen over hulpverlening, ook een vraag opgenomen over de behoefte aan een vorm van georganiseerde ontmoeting met ander LHBT s buiten het uitgaansleven. Voorbeelden waren een wandelclub, gezelligheidsgroep of een (sport)vereniging speciaal gericht op LHBT s. De vraag bleek onder alle groepen aanzienlijk: ongeveer de helft van de respondenten gaf aan behoefte te hebben aan een georganiseerde vorm van ontmoeting. Onder homoseksuele mannen blijkt de behoefte hieraan het grootst te zijn bij personen van 35 jaar en ouder. Zie bijlage 3 tabellen 4.4 en 4.5. 4.2 Het belang van LHBT-specifieke hulpverlening voor Amsterdamse LHBT s Respondenten is gevraagd hoe belangrijk zij hulpverlening specifiek gericht op homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders vonden: Heel belangrijk: alleen een hulpverlener met LHBT-specifieke kennis en ervaring kan mij goed helpen. Ik kan niet goed terecht in de algemene hulpverlening. Redelijke belangrijk: ik geef de voorkeur aan LHBT-specifieke hulpverlening, maar ik kan ook goed terecht in de algemene hulpverlening. Niet belangrijk: ik kan in de algemene hulpverlening goed terecht. Anders, namelijk De vraag is zowel gesteld aan respondenten met een actuele hulpvraag, als respondenten zonder hulpvraag. Van de respondenten met LHBT-specifieke problematiek, gaf slechts één op de negen aan LHBT-specifieke hulpverlening niet belangrijk te vinden. Bijna de helft was er echter van overtuigd dat alleen een LHBT-specifieke hulpverlener passende hulpverlening kan bieden. Deze opvatting vinden we sterk terug onder de transgenders die de enquête hebben ingevuld. Zie bijlage 3 tabel 4.6. Tabel 4.7 Hoe belangrijk is LHBT-specifieke hulpverlening bij LHBT-specifieke problematiek? % Problematiek: Heel belangrijk Redelijk Niet belangrijk belangrijk Zelfacceptatie en identiteit 50,0 30,0 20,0 Coming out en openheid 55,6 44,4 0,0 Verhouding tot LHBT-scene 51,7 31,0 17,2 LHBT-gerelateerde discriminatie 70,8 20,8 8,3 Botsing met familieleden of 62,5 31,3 6,3 gemeenschap Botsing eigen opvattingen cultuur en 100,0 0,0 0,0 religie Roze ouderschap / kinderwens 40,0 50,0 10,0 Partnerrelaties 38,5 41,0 10,3 Als we kijken naar de thema s waarmee respondenten worstelen, valt op dat alle personen die een hulpvraag hebben vanwege een botsing tussen hun seksuele identiteit en de eigen overtuigingen over hun cultuur of religie, LHBT-specifieke hulpverlening heel belangrijk vinden. Ook personen die een hulpvraag hadden rondom LHBT-discriminatie, vonden het vaak heel belangrijk om LHBTspecifieke ondersteuning te ontvangen. Niemand met een hulpvraag rondom coming out en openheid en botsing tussen mijn seksuele identiteit en mijn eigen overtuigingen over mijn cultuur of religie dacht dat hij net zo goed terecht kan in de algemene hulpverlening. 23